Boeken / Non-fictie

Minitopia

recensie: Hans Achterhuis - Koning van Utopia
wilde bloemen - uitgelichte afbeelding bij recensie 'Koning van Utopia' van Hans Achterhuis

In Koning van Utopia werpt Hans Achterhuis nieuw licht op het klassieke en tot de verbeelding sprekende werk Utopia (1516) van Sir Thomas More, en op het daaruit ontstane utopische denken van de afgelopen vijf eeuwen.

Emeritus hoogleraar filosofie Hans Achterhuis staat bekend om zijn werken over de utopie. In De erfenis van de utopie (1998), Utopie (2006), De utopie van de vrije markt (2010) en in tal van artikelen en lezingen over dit onderwerp waarschuwt hij keer op keer voor het gevaar van de utopie. De utopie wordt gezien als een ideale samenleving die evenwel niet bereikt kan worden. In zijn nieuwste boek Koning van Utopia komt Achterhuis uitdrukkelijk terug op zijn waarschuwingen voor de utopie en betoogt hij waarom een gedeeltelijk utopisch denken in de hedendaagse tijd juist wenselijk is. Dat maakt het boek meteen al bijzonder interessant om te lezen, want een filosoof die jarenlang zijn ideeën heeft bepleit en er openlijk op terugkomt, dat zien we niet vaak.

Het gevaar van de utopie

Volgens Achterhuis schuilt het gevaar van utopisch denken erin dat een utopische blauwdruk voor de toekomst de grootste wandaden en geweld goedkeurt – of zelfs nodig acht voor zijn verwerkelijking. In het utopische denken wordt het doel hoger gewaardeerd dan de middelen, waardoor men al snel kritiek op wreedheden wegwuift. Volgens Achterhuis zal ‘een beschrijving van een nieuwe maatschappij in haar totaliteit onvermijdelijk totalitaire trekken krijgen’. Zo wijst hij op de communistische utopie die een wrede, totalitaire dictatuur mogelijk maakte. Maar ook de kapitalistische utopie, die volgens Achterhuis reeds verwerkelijkt is, verliest de negatieve gevolgen van haar eigen werking uit het oog. Ook daar ageert hij fel tegen. ‘Als er in onze tijd ergens een halt aan moet worden toegeroepen, dan is het wel het utopisch geloof in de eindeloze groeimogelijkheden van de vrije markt.’

Utopia

In Koning van Utopia leest Achterhuis opnieuw – en vanuit een andere invalshoek dan voorheen – de oerutopie Utopia van de Engelsman More. Voorheen zag Achterhuis dit werk als een gevaarlijke blauwdruk voor een totalitaire samenleving waarin geen enkele vrijheid bestond. Na hernieuwde lezing van het boek en na uitgebreid onderzoek naar de persoon van More, komt hij echter tot de conclusie dat Utopia nooit zo bedoeld is. Het werk was veeleer een satirische kritiek op de maatschappij waarin More leefde. Waarschijnlijk heeft More zelf de titel Utopia niet eens verzonnen, maar was dat zijn goede vriend Erasmus. Het lezen van Utopia als blauwdruk voor de vorming van een samenleving is volgens Achterhuis dus een verkeerde lezing van deze klassieke tekst. En hoewel er wel meer mensen zijn die Utopia lezen als maatschappijkritisch pamflet – en dit inzicht dus niet volkomen nieuw is – wordt het werk volgens Achterhuis nog steeds te vaak gelezen als een schets van de ideale samenleving.

De waarschuwing van Orwell

In zijn wereldberoemde werk 1984 schetst de Engelse schrijver George Orwell een totalitaire samenleving. Achterhuis ziet dit werk als angstaanjagend voorbeeld voor het gevaar dat in een volledig utopisch denken schuilt. ‘Orwell was een van de eerste intellectuelen die het gevaar van het nazisme en daarna het communisme onderkenden.’ Dat grote gevaar van de utopie geldt nog steeds volgens Achterhuis, hierop komt hij dan ook niet terug in zijn nieuwste werk. In 1984 blijkt het grote geheim van de machthebbers dat de macht en het behouden daarvan door middel van onderdrukking uiteindelijk belangrijker is geworden dan de doelen erachter. Met Orwell laat Achterhuis zien dat men moet waken voor die utopische gedachten die stellen dat de macht gegrepen moet worden om de ideale samenleving te stichten.

Herijking van het utopische gedachtegoed

In Koning van Utopia nuanceert Achterhuis zijn denken over de utopie. Hij komt terug op zijn louter negatieve ideeën over de utopie die geen ruimte boden aan de eventuele goede zaken die door het utopische denken voortgebracht worden. In zijn nieuwste boek is het Achterhuis gelukt om die ruimte te openen waarin de utopie niet volledig verbannen hoeft te worden, maar juist bruikbaar kan zijn voor de hedendaagse samenleving.

Die ruimte zit in de kleinschalige of ‘partiële utopie’ die Achterhuis beschrijft. Deze kan tot gedeeltelijke oplossingen leiden voor de moderniteit en brengt geen gevaar met zich mee, omdat ze niet poogt alomvattend te zijn en daarmee altijd in gesprek blijft met andere heersende ideeën. Volgens Achterhuis kan dit partiële utopische denken een opening bieden aan de bevrijding van de kapitalistische utopie waarin we onszelf vandaag de dag bevinden.

‘Onze tijd vraagt erom dat we de als een vanzelfsprekendheid beschouwde gestolde kapitalistische utopie openbreken met (tegen)utopieën.’

De kapitalistische utopie is alomvattend en dus gevaarlijk, omdat ze geen ruimte biedt aan andere zienswijzen. Het heil van de partiële utopie ligt erin dat zij de moderne samenleving van binnenuit kan verbeteren, zonder eerst het geheel omver te willen werpen. Als voorbeeld noemt Achterhuis de herovering van de meent als de gemeenschappelijke ruimte die niet toebehoort aan de staat of de markt, maar die zich daartussen bevindt. De meent kan zo een ruimte zijn waarin het iedereen vrij staat vorm te geven aan de gemeenschap, los van het kapitalistische denken in termen van staats- of privébezit.

Achterhuis laat zien een filosoof te zijn die met een heldere argumentatie filosofisch denken aan de dagelijkse praktijk kan koppelen. Dat maakt Koning van Utopia – samen met zijn vele verwijzingen naar bekende werken uit de literatuurgeschiedenis – een bijzonder interessant en tegelijkertijd spannend en vermakelijk boek om te lezen.