Kunst / Expo binnenland

Kunst als grenservaring

recensie: Craigie Horsfield: How the world occurs

Halverwege de tien onderdelen van de eerste solotentoonstelling – bestaande uit zo’n veertig werken – van de Engelse kunstenaar Craigie Horsfield (1949), in de voormalige negentiende eeuwse stallen van het Centraal Museum in Utrecht, staat de bezoeker opeens in ongenadig hard zonlicht. Alles komt daardoor nóg harder binnen.

Dat komt niet alleen door het werk van Horsfield, maar ook door de door Kummer & Herrman ontworpen donkere, minimalistisch vormgegeven zalen. De teksten in het fraaie (gratis) boekje met bespiegelingen bij enkele van de werken geschreven door Mischa Andriessen zijn op die manier haast niet te lezen, maar de meest grootschalige werken van Horsfield komen ook zonder de teksten hard binnen.

Op de één of andere manier doet het werk denken aan de filosofie van de Vlaamse filosoof Marc De Kesel: op het grensgebied balancerend tussen de verschrikkingen die de wereld teisteren en de schoonheid die Horsfield er ook aan geeft.

Title: Broadway, 14th day, 18 minutes after dusk. New York, September 2001 Artist: Craigie Horsfield Date: 2012 Material: Tapestry, wool, cotton, silk, synthetic yarns Size: 500 x 875 cm Photo: courtesy the artist

Title: Broadway, 14th day, 18 minutes after dusk. New York, September 2001
Artist: Craigie Horsfield
Date: 2012
Material: Tapestry, wool, cotton, silk, synthetic yarns
Size: 500 x 875 cm
Photo: courtesy the artist

Mooi en schrikbarend

Het begint meteen al wanneer je als bezoeker in de eerste zaal wordt geconfronteerd met het wandtapijt Broadway, gerealiseerd door Flanders Tapestries in de buurt van Gent. Wat je ziet, is het intens blauwe licht nadat de Twin Towers zijn ingestort. Zo zagen we het op de televisie en ook weer niet. Want het werk doet ook denken aan landschapsschilderijen uit de romantiek: mooi en schrikbarend in één.

Eenzelfde soort gevoel overvalt je bij het in de fresco-techniek van Factum Arte, Madrid gemaakte Via Carozza, een afbeelding van een processie in Nola (bij Napels). Op het eerste gezicht doet het sterk denken aan een schilderij met de kruisdraging door Jeroen Bosch, maar dan valt het oog opeens op de man vooraan in beeld met een embleem van waarschijnlijk een vakbond op zijn hoofddeksel. Op de één of andere manier associeer je dit met malafide praktijken van middeleeuwse gildes en trekt er een huivering door de kijker; je maakt als kijker geen deel uit van deze groep. Sterker nog: ze stoten je af en buiten, al wil het tekstboekje de bezoeker nog zo aansporen ‘om een eigen ervaring van saamhorigheid voor de geest te halen.’

Title: Via Carozza, Nola Artist: Craigie Horsfield Date: June 2008_2012 Material: inkjet print, wood, plaster, aluminium, wax Size: 460 x 44 cm. Photo: courtesy the artist

Title: Via Carozza, Nola
Artist: Craigie Horsfield
Date: June 2008_2012
Material: inkjet print, wood, plaster, aluminium, wax
Size: 460 x 44 cm.
Photo: courtesy the artist

Doorgaande geschiedenis

In Via Carozza gaat Horsfield uit van een doorgaande geschiedopvatting. Niet alleen herinnert het aan het verleden, maar de verschrikkingen van toen en nu vormen ook geen breuk. Immers: het kwaad wortelt in de geschiedenis en komt niet zomaar uit de lucht vallen.
Edwin Jacobs, artistiek directeur van het Centraal Museum en samen met Charlotte Schepke (Londen) curator van deze tentoonstelling, verwijst in dat verband in het hiervoor genoemde boekje naar ‘moderne realisten zoals Pyke Koch, en het intense licht-en-donkerspel dat we kennen van de Utrechtse Caravaggisten.’ Geen wonder dat de eerste Nederlandse solotentoonstelling met werk van Horsfield in Utrecht plaatsvindt! Dat gegeven wordt nog eens onderstreept door een serie zowel kwetsbare als krachtige portretten die wordt getoond, telkens onder de naam van de geportretteerde. Het gaat om dertig Utrechtenaren die wonen aan de Springweg en de Korte Nieuwstraat (2014), afgedrukt als dry print op Arches aquarelpapier.

Toch zit er ook iets hoopvols in die ononderbroken lijn heden – verleden – toekomst. Dat blijkt onder meer uit een serie over variété. Geen nostalgische beelden, maar een oproep om te kijken en nog eens goed te kijken naar wat raakt aan zin, zinnelijkheid en zingeving.

Hollandse meesters

Dat laatste, goed kijken en er betekenis aan hechten, deden de Hollandse meesters ook met hun haast mystiek en symbolisch geladen oesters, kazen, andere etenswaren en al dan niet verlepte bloemen. Een soortgelijke serie maakte Horsfield op eiken panelen, bedrukt met meerdere lagen inkt en afgewerkt met een waslaag. Een prachtig bolletje knoflook, varkenspoten, -hersens en –darmen. Voor de één een delicatesse, voor de ander een onrein dier.

Title: Zoo, Oxford Artist: Craigie Horsfield Date: January 1990, 2008 Material: tapestry Size: rhino 1 370x552 cm, rhino 2 370x552cm Photo: courtesy the artist

Title: Zoo, Oxford
Artist: Craigie Horsfield
Date: January 1990, 2008
Material: tapestry
Size: rhino 1 370×552 cm, rhino 2 370x552cm
Photo: courtesy the artist

Zo doen de twee neushoorns aan het eind van de expositie (Zoo, Oxford) niet alleen aan Albrecht Dürer denken, maar geven ze de kijker ook het dubbele gevoel dat een dierentuin met dergelijke grote dieren oproept. Wat Horsfield met deze twee foto’s vooral beoogde weer te geven, was de kwetsbaarheid van deze dieren, als een ‘melancholiek slot’ van deze indringende expositie.

Indringend is de expositie vooral ook door de geluidsinstallatie die Horsfield samen met Reinier Rietveld maakte (Utrecht Soundwork). De muziek klinkt in alle zalen en maakt zo een integraal onderdeel uit van de expositie. Het is méér dan een geluidswal die als achtergrond dienst doet. Want dat laatste is iets dat de kunstenaar nooit zou willen. Hij eist betrokkenheid tussen kijker en kunstenaar, muziek en luisteraar, heden, verleden en toekomst, mens en dier, licht en donker.

marinus boezem oude kerk amsterdam
Kunst / Expo binnenland

Kathedraal van de verbeelding

recensie: Marinus Boezem in de Oude Kerk te Amsterdam
marinus boezem oude kerk amsterdam

Marinus Boezem (1934) benadrukt in zijn tentoonstelling in de Amsterdamse Oude Kerk de verticaliteit van het gotische gebouw. Zó zelfs, dat een gordijn dat de ruimte rechts naast het koor in eerste instantie ‘gewoon’ in tweeën verdeelde, uiteindelijk een verticale uitvoering kreeg. In Labyrinth valt het gordijn nu vanuit de nok van de kerk verticaal naar beneden.

Het effect is wezenlijk anders. Zoals in renaissanceschilderijen gordijnen op de achtergrond een fictieve ruimte in tweeën verdelen, zo camoufleert het gordijn in Labyrinth één van de dikste zuilen in de kerk. De achterliggende vraag die de oude schilderijen opwierp (waar bevindt de beschouwer zich: binnen of buiten?) werd in de eerste opzet vervangen door: waar bevindt de bezoeker zich: voor of achter het gordijn, en in de uiteindelijke uitvoering door de vraag: waar bevindt de zuil, drager van de Westerse cultuur, zich? Zo is de architectuur, de verbeelding van de kerk, centraal komen te staan.

marinus boezem oude kerk amsterdam recensie

Marinus Boezem, Labyrinth, 2016. Foto: Robert Glas.

Verlangen om op te stijgen

De gotiek is in de visie van Boezem, volgens curator Lorenzo Benedetti in de tentoonstellingskrant, ‘met de kathedraal als letterlijk hoogtepunt, een metafoor voor de hang van de mens naar het transcendente: het verlangen om op de stijgen en al het aardse achter zich te laten.’ Dat de kunstenaar altijd al wat heeft gehad met gotische bouwkunst, weten we. Met als bekendste werk, wat in de volksmond ‘de Groene Kathedraal’ is gaan heten, de 178 Italiaanse populieren in de Noordoostpolder bij Almere, die samen de vorm van een kathedraal hebben.

‘Boodschap’

In de tentoonstelling valt de aandacht voor het verticale en het transcendente samen in het centrale werk: Into the air. Twee bezoekers tegelijk kunnen in een bouwlift, onder begeleiding van een liftboy, opstijgen naar zo’n vijftien meter hoogte. De lift staat in de viering van de kerk, de vierkante ruimte tussen schip en transept. Boven aangekomen, zien zij een boodschap van de kunstenaar, aangebracht op een ronde spiegel. De plaats van deze boodschap is dezelfde als waar in de gotiek in een rooms-katholieke kerk vaak een kruis hing, afgedaald uit de hemel als het ware.

Marinus Boezem, Meteorieten, 2016. Foto: Robert Glas.

Marinus Boezem, Meteorieten, 2016. Foto: Robert Glas.

Diezelfde dubbelheid – omhoog streven én afdalen – treffen we aan in de Meteorieten, gebroken spiegels die op verschillende plaatsen in de kerk liggen. Ze weerspiegelen niet alleen het gewelf, maar geven in hun fragmentatie ook uitdrukking aan de in verschillende fases opgebouwde kerk of misschien zelfs aan de gebrokenheid van de wereld. Op sommige plaatsen lijkt het of een stuk spiegel zich omhoog werkt, de ruimte in, als een stuk kruiend ijs.

Verdubbeling

Zoals de spiegels de illusie scheppen van een verdubbeling van de ruimte, zo doen de vrouwen uit de buurt, die in de Sebastiaanskapel de plattegrond van de kerk zitten te borduren op een laken, dat ook: in kruissteken wordt de kerk als het ware opnieuw opgebouwd. Met dit kunstwerk in kruissteken, Gothic gestures, worden de lakens die Boezem in 1969 uit de ramen van het Stedelijk Museum in Amsterdam liet wapperen, getransformeerd.

marinus boezem oude kerk amsterdam recensie

Marinus Boezem, 2016. Foto: Anne Breel.

Het is niet het enige kunstwerk op de tentoonstelling dat een transformatie is van eerder werk of daarop teruggaat. Ook Windschaal grijpt terug naar een stencil met de weerkaart van 26 september 1968, dat in hetzelfde jaar in Op Losse Schroeven in het Stedelijk viel te zien. Nu wordt de windschaal geprojecteerd op de muur van het Heilig Graf in de Oude Kerk.

Nieuw, speciaal voor deze expositie in de Oude Kerk gemaakt, of vernieuwd – het zijn allebei uitingen van de vitaliteit van de inmiddels 82-jarige kunstenaar die aan de wieg heeft gestaan van de conceptuele kunst in Nederland. Eén kanttekening slechts: het is jammer dat Transformation, het geluid van de ruisende populieren van de eerder genoemde Groene Kathedraal, als achtergrond weerklinkt. Daarmee balanceert het ten onrechte op de grens van kitsch. Een kapel er apart voor inrichten, zou er meer recht aan hebben gedaan.

8weekly_wereldmuziekupdate_vol1
Muziek / Album

Wereldmuziek update – volume 1: Melingo, Leyla McCalla & Paolo Fresu

recensie: Uiteenlopende stijlen verenigd
8weekly_wereldmuziekupdate_vol1

De tijd is rijp om ook over wereldmuziek een serie artikelen te gaan schrijven. In dit eerste deel aandacht voor drie uiteenlopende stijlen. Zo komt het nieuwe tango-album van Melingo langs om vervolgens een celliste aan het werk te horen, terwijl we ook stilstaan bij het album van Fresu met piano en trompet.

Eigenlijk is de term ‘wereldmuziek’ een vreemd verschijnsel: het is een verzamelnaam van muziek die niet echt in een hokje past. Muziek die nu onder de wereldmuziek geschaard wordt, kan over een paar jaar behoren tot de reguliere muziek als de aandacht van de consument verschuift. Een reeks onder deze titel starten is daarom gewaagd. Er zal in ieder geval muziek besproken worden die uit alle windstreken kan komen en die de wereld in beweging zet.

Een diaspora

Mede omdat ik Melingo ooit live aan het werk zag keek ik reikhalzend uit naar zijn nieuwe aangekondigde album. Gelukkig is Anda opnieuw het wachten meer dan waard. Wie zich verdiept in de oorsprong van dit nieuwe werk, moet concluderen dat Melingo bij sommige liedjes heel ver terug in de tijd gaat. Het oudste stuk is van Erik Satie en dateert uit 1892. Slechts drie composities zijn van de hand van Melingo zelf en hebben een oorsprong die zodoende een stuk dichterbij ligt.

Melingo heeft met dit album een diaspora in twee aktes gemaakt over de verspreiding van de tango over de hele wereld. Een verhaal dat in muziek verteld wordt en waarbij we de tango tegenkomen in Japan en in China. Die uitleg staat op de eerste pagina’s van het tekstboekje. Ook zonder de uitleg is Anda prima te luisteren. Alleen het laatste nummer valt bij elke draaibeurt in de categorie ‘onbegrijpelijk’. De kakofonie die Melingo in ‘Anda simultanceo’ laat horen, doet afbreuk aan het verder zo fijn klinkende album, waarin de meester van de tango opnieuw steeds weer andere wendingen laat horen van deze muziek. Dit zesde album in twintig jaar laat horen dat de tango nog steeds een uitdaging is voor Daniel Melingo.

 

Muziek met een boodschap

Haar eerste album leek een tussendoortje omdat haar band Carolina Chocolate Drops even in pauze stand stond. Drie jaar na dat eerste soloalbum Vari-Colored Songs komt McCalla met een opvolger die duidelijk maakt dat het misschien niet zomaar een tussendoortje was, maar dat deze celliste en zangeres ook een serieuze solocarrière ambieert naast het groepswerk. Het nieuwe album draagt de titel A Day for the Hunter, A Day for the Prey en is qua sfeer uit hetzelfde hout gesneden als haar eerste album. Deze keer is het thema de vermenging van muziek, macht en politiek in Haïti. McCalla maakt het ons niet gemakkelijk als je dat zo leest. Zeker als je dan ook nog teksten hoort in het Engels, Frans en Haïtiaans Creools, ofwel in het Putua, zoals de bijgeleverde releasesheet mij weet te vertellen.

Gelukkig spreekt de muziek zelf ook een ontspannen en boeiende taal. Wie zonder de bijgeleverde informatie luistert naar het album zal daar ook veel plezier van beleven. Wie met meer aandacht luistert ontdekt de diepere gronden die heel mooi zijn om te weten. McCalla speelt zelf cello, banjo en gitaar en laat zich begeleiden door een flinke groep muzikanten, die het muzikale pallet fraai kleuren met fi-fer, viola, bas en sousafoon. Een bijzondere samenstelling voor niet-alledaagse muziek die de luisteraar uitdaagt om een stapje verder, dieper en opener te luisteren naar wat McCalla ten gehore brengt. Wie die moeite doet, zal een prachtige luisterervaring beleven.

 

Onherkenbare covers

Het album Eros van Paolo Fresu & Omar Sosa is uit een heel fijn hout gesneden. Het wereldse karakter van dit album blijkt al uit het feit dat de muzikanten uit vele windstreken komen. Fresu is een uit Italië afkomstige trompettist en hij speelt samen met de Cubaanse pianist Sosa. Bovendien worden de artiesten ook nog bijgestaan door de Marokkaans-Belgische zangeres Natacha Atlas en de Braziliaanse cellist Jaques Morelenbaum. Een strijkkwartet maakt de bezetting compleet.

We horen bijzondere bewerkingen van soms bekende composities. Het album heeft hierdoor behoorlijk wat draaibeurten nodig om de schoonheid van de bewerkingen tot leven te laten komen. Zo opent het album met ‘Teardrops’ dat origineel van Massive Attack is, maar wat in de Arabische bewerking nog nauwelijks herkenbaar is. Ook een compositie van Peter Gabriel, ‘What Lies Ahead’, krijgt een bewerking die de track niet als een Gabriel-nummer doet herkennen. Het album kent verder over het algemeen een heel rustige sfeer waardoor het prima past bij een hete zomerdag of bij een late avond in de schemering. Of zou dat ook komen door de titel van het album: Eros?

 

Theater / Voorstelling

Monotoon – grauw – sober

recensie: NTGent - Sneeuw

De nieuwe voorstelling ‘Sneeuw’ van NTGent is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk. Deze voorstelling komt niet tot leven in de Nijmeegse Schouwburg. Het geluid staat véél te zacht en de afstand tot het publiek is te groot om de kijker te blijven boeien.

1617_eigen_producties-sneeuw-pers-julesaugust_sneeuw_-44Groen. Roze. Blauw. Geel. Rood. Wit. Een regenboog aan vlaggen wappert boven het podium, een prachtig kleurenspel dat decorontwerpster Katrin Brack bedacht. Op het podium nemen vier spelers en één zangeres plaats op vijf in diverse richtingen wijzende stoelen. Een vijfde speler, de verteller Kerim – ‘Ka’ –  (Pierre Bokma), oreert vanuit de coulissen, alvorens hij in het midden van het podium gaat staan. En profil, sprekend naar de zijkanten van het toneel toe. De dichter Ka praat in poëtische omschrijvingen over zijn Turkse identiteit, over zijn terugkeer vanuit Frankfurt naar zijn vaderland, naar de stad Kars, waar het onophoudelijk sneeuwt. Hij voelt zich ontwortelt en hij is duidelijk een buitenstaander. Gegrepen door het hoge aantal zelfmoorden in Kars door jonge moslimmeisjes, die worden gedwongen hun hoofddoek op school af te doen, maakt Ka een reportage en spreekt met vriend en vijand. Zo raakt de dichter verstrikt in een strijd tussen pers en politiek én in een strijd om het islamitisch geloof, een religie die nooit de zijne kon worden. ‘Ik wil een God die mijn eenzaamheid begrijpt,’ roept Ka snotterend uit tegenover een sjeik die hij bezoekt.

Eenzaam blijft Ka niet lang in Kars, waar hij het gezelschap opzoekt van zijn jeugdliefde Ipek. Dit is niet het enige liefdesverhaal dat zich voor de ogen van de toeschouwer voltrekt. Het zusje van Ipek, Kadife, vindt de liefde bij Indigo. Een gevaarlijke liefde, aangezien Indigo een terrorist is en als islamitische fundamentalist met bloed, zweet en tranen strijdt tegen het secularisme in Turkije. De scheiding tussen staat en godsdienst in de republiek Turkije zorgt tot op de dag van vandaag voor spanningen. Westers en traditioneel-islamitisch gedachtegoed botsen met elkaar en zorgt ervoor dat Turkije zich op politiek gebied distantieert van de andere landen in Europa.

Professioneel doch monotoon

1617_eigen_producties-sneeuw-pers-julesaugust_sneeuw_-34De roman Sneeuw (2002) heeft een hoge actualiteitswaarde, gezien de Turkse president Erdogan zijn politieke tegenstanders uit de weg ruimt na de mislukte couppoging. Dat zorgt ervoor dat de zogenaamde aanslagen in het toneelstuk dan ook als ‘heftig’ kunnen worden ervaren. Met zijn verwesterde ideeën staat Ka dicht bij het publiek; hij lijkt dan ook de enige te zijn met wie de toeschouwer zich kan identificeren. Toch is Pierre Bokma niet de enige die dit toneelstuk ‘draagt’, ook Melih Gençboyac in de rol van Indigo is sterk van spel. Gençboyac bespeelt het publiek met zijn charismatische stem en zijn duidelijk articulatie. Ieder woord, iedere dialoog die Gençboyac aangaat, vindt daardoor een bombastische weerklank en zorgt ervoor dat zijn spel ‘ijzersterk’ is. Het is overduidelijk dat er professionals over de toneelplanken lopen. Een gezelschap van goede spelers belooft echter nog geen geslaagd toneelstuk, bewijst deze voorstelling. Het grootse probleem is de vorm waarin dit toneelstuk gegoten is. Er is een verteller die tegelijk midden in het spel staat en die het publiek op fluistertoon een relaas voorhoudt. Gedurende het gehele toneelstuk moet de toeschouwer zich inspannen om de woorden van de spelers te verstaan, voornamelijk die van Pierre Bokma. Vooral voor de ouderen onder de aanwezigen moet dit een haast onmogelijke opgave zijn. Op den duur verliest de kijker zijn geduld en zal langzaam indommelen op de prachtige zang van Melike Tarhan tussen de scènes door.

1617_eigen_producties-sneeuw-pers-julesaugust_sneeuw_-59Doordat de spelers slecht te verstaan zijn, gaat de kwaliteit ook achteruit. De vorm waarin het toneelstuk is gegoten – klein spel – past niet bij de roman Sneeuw. Het irritantste is bovendien de totaal emotieloze, monotone stem waarop Pierre Bokma spreekt. Wat statisch en krachtig moet overkomen, wekt enkel irritatie op. Bovendien wordt de toeschouwer net zo onverschillig voor het toneelstuk als de verteller oogt. Daarnaast ontwikkelt het verhaal zich op een slakkengang, het is té traag. Waar is de theatrale expressie, het krachtige toneelspel met gevloek, getier en spanning die regisseur Luk Perceval bewerkstelligde in eerdere voorstellingen als Ten Oorlog? De jeugdige toeschouwer doet er beter aan om Pierre Bokma te aanschouwen in Rundfunk op NPO 3.

Nooteboom - Monniksoog - uitgelichte afbeelding van waddeneiland
Boeken / Poezie

Het poëtische oog van Cees Nooteboom

recensie: Cees Nooteboom - Monniksoog
Nooteboom - Monniksoog - uitgelichte afbeelding van waddeneiland

Er verschenen dit jaar niet één, maar twee boeken van Cees Nooteboom. Naast de roman 533. Een dagenboek publiceerde hij ook de poëziebundel Monniksoog. Hier zien we Nooteboom op z’n best.

Monniksoog valt te lezen als 33 losse, maar samenhangende gedichten, of als één langere meditatie. Zoals alles in deze bundel, of eigenlijk zoals alles in het werk van Cees Nooteboom, lijkt een simpel gegeven als het aantal gedichten in een bundel vol betekenis. 33 gedichten, één meditatie, het ‘monnik’ in de titel: de christelijke symboliek is overduidelijk. Moeten we hier aan Jezus denken?

De stilte van het strand

Monniksoog is geschreven op of in ieder geval over het eiland Schiermonnikoog. Over de stilte van het strand, over wind en water, de herinnering aan vroeger en zij die nu overleden zijn: onderwerpen waar Cees Nooteboom vertrouwd mee is, waarvan zijn oeuvre doordesemd is en waar hij met schijnbaar simpel gemak de diepste wijsheden uit weet te putten. Hij tovert archetypen tevoorschijn, brengt situaties en gebeurtenissen terug tot een compacte kern, om die kern vervolgens open te trekken.

Dit is een hecht gecomponeerde bundel. Elk gedicht, behalve het laatste, bestaat uit dezelfde structuur: drie kwatrijnen, afgesloten door een halve regel. Van een specifiek rijm is niet echt sprake, zinnen lijken her en der ook redelijk willekeurig afgebroken. Daarmee lijkt het op het proza in 533, dat ook het midden uit tussen roman, prozagedicht en autobiografie.

Orion

Alleen het laatste gedicht, nummer 33, wijkt af. Het begint met een sfeerschets, ‘Nacht aan zee. Maan op de vlucht, / een geliefde in flarden.’ Een je wordt aangesproken, uit wiens jeugd twee vrouwen aangelopen komen, ‘ze horen bij je geheim’. Nooteboom spreekt zijn vroegere ik toe, misschien. Orion, het naar de mythische Griekse jager vernoemde sterrenbeeld, komt langs: hij is ‘je vriend in dit enige / bestaan’. Met drie keer de regel ‘Het geruis van de zee’ sluit dit gedicht af, en daarmee Monniksoog.

Wat gebeurt er in dit gedicht? Het idee van een verbeeld verleden dringt zich op: jeugd, geheimen, alsof de geschiedenis van de spreker op het strand tot leven komt en aan zijn geestesoog voorbijtrekt. Pijnlijk. Wat overblijft, of misschien is het juist de achtergrond bij dit soort mijmeringen, is de zee. De zee omringt het eiland, elk eiland, en het eeuwige komen en gaan van eb en vloed is een prachtig contrast met menselijk navelstaren. Een melancholisch einde voor een prachtige bundel.

Vooral een dichter

Is Monniksoog een christelijke bundel? Het is Cees Nootebooms gave dat hij zo goed schrijft dat dat gegeven er tegelijkertijd wel en niet toedoet. Nooteboom is vooral bekend als schrijver van romans en reisverhalen, maar is misschien bovenal een dichter. Zijn poëtisch oog is nergens beter zichtbaar dan in Monniksoog.

Theater / Voorstelling

Eén grote desillusie

recensie: The Illusionists - The next generation of magic

Één grote illusie is gecreëerd rondom de 7 illusionisten die samen op het toneel staan in de show die meer dan 200 steden in 25 landen heeft aangedaan. Wereldwijd wordt er veel publiciteit gegenereerd rondom de mannen die samen de top van het illusionisme zouden vormen: na het zien van hun show laten zij mij echter gedesillusioneerd achter.

De Portugese ‘meestergoochelaar’ Louis de Matos verwelkomt het publiek in de Franse taal die hij gedurende de show in rap tempo zal blijven bezigen. Hij bijt het spits af met een enorme vermenigvuldiging van goudvissen in de kom die voor hem staat. Bij het optreden van de vingervlugge Zuid-Koreaanse Yu Ho-Jin is het verrassingseffect nog veel sterker: hij blijft maar kaarten uit zijn mouwen toveren die met een enkele beweging van zijn hand de ene na de andere verandering doormaken. Zijn uitgestreken gezicht maakt de act nog mysterieuzer: deze jongeman met zijn magistrale handen blijft verwonderen. Het intermezzo van de Australische ‘ongewone’ Raymond Crowe vertoont zijn komische kunsten met een klassieke stemmetjesact plus dans met het colbert van een toeschouwer. Aan het einde blijkt hij eveneens het schaduwspel goed te beheersen in zijn vertolking van ‘What a Wonderful World’.

Veel van hetzelfde

De Franse Enzo blijkt geheel ongrijpbaar te zijn: keer op keer presteert hij het weer om te verdwijnen en tot slot laat hij zelfs een helikopter op het toneel verschijnen. Helaas kunnen zowel de Amerikaanse ‘ontsnappingskoning’ Krendl als de Britse ‘misleider’ James More hier geen schepje meer bovenop doen: de trucs die zij tonen zijn voor mij oud nieuws en hebben een voorspelbare uitkomst. De eveneens Amerikaanse Ben Blaque vertoont te veel van hetzelfde in zijn scherpschutterij, waarbij zijn wapperende manen hem niet verhinderen steeds weer raak te schieten. Tot slot is de toegift door Yu Ho-Jin er één van het soort dat te weinig getoond is: als hij ineens op zijn kaarten ‘THE ILLUSIONISTS’ en ‘I LOVE PARIS’ laat verschijnen, ervaar ik eindelijk verbijstering.

078Roemrucht theater is ongeschikte locatie

De keuze voor het roemruchte Parijse theater Folies Bergère lijkt een strategische: al sinds de 19e eeuw worden hier legendarische shows gegeven door artiesten die geschiedenis hebben geschreven, van Charlie Chaplin tot Josephine Baker. Hier zijn de illusionisten bijna een maand lang te zien, waarna ze in januari en februari Nederland en Vlaanderen bezoeken. De grootsheid die van de toekomstige locaties zoals de Heineken Music Hall in Amsterdam en de Capitole in Gent uitgaan, wordt in niets gevonden in het intieme theater in Parijs waar de grootsheid van sommige trucs teniet wordt gedaan op het kleine toneel.

Videoregistratie is in dit geval overbodig, de toeschouwer bevindt zich al vlakbij het spel, en leidt enkel af van de magische live-ervaring die de presentatie van goochelkunst in een theatrale show beoogt. Het theatrale genie van David Copperfield heeft zichzelf weg gegoocheld en ook het vakmanschap van Houdini is ver te zoeken. Alle publicitaire aandacht ten spijt: als The Illusionists de toekomst moeten vormen, wordt de onttovering van de wereld snel ingezet en blijft het publiek ontgoocheld achter.

Boeken / Non-fictie

Iedereen kan kunstenaar zijn

recensie: Will Gompertz
 - Denk als een kunstenaar

Na zijn succesvolle debuut in 2012 kwam onlangs het tweede boek van kunstcriticus Will Gompertz uit: Denk als een kunstenaar. Hierin legt hij uit hoe iedereen creatief en inspirerend kan zijn en waarom ‘mislukkelingen’ niet bij de pakken neer moeten gaan zitten.

Gompertz is ervan overtuigd dat iedereen creatief is, maar dat veel mensen niet weten hoe ze het moeten zijn. De truc is om te leren denken als een kunstenaar. Hoe kunstenaars denken laat Gompertz zien aan de hand van tien stellingen. Die fungeren tevens als tips zodat iedereen creatief en inspirerend kan worden. Kunstboek meets zelfhulpboek dus.

De boodschap van het boek is voor een groot deel hetzelfde als dat van het gemiddelde zelfhulpboek: ook jij kunt het! Bij elk zelfhulpboek staat ‘het’ voor iets anders: gelukkig zijn, rijk zijn, een casanova zijn of, in dit geval: creatief en inspirerend zijn. Hoewel in elk zelfhulpboek een ander doel wordt nagestreefd (geluk, rijkdom, promiscuïteit) zijn de voorgestelde wegen naar dat doel vaak hetzelfde: ervoor gaan, nooit opgeven, in jezelf geloven en gewoon dóén.

Talent

Wie Gompertz leest, krijgt de indruk dat je met een beetje doorzettingsvermogen en het opvolgen van een paar creatieve tips, succesvol kunstenaar kan worden. Hoe zit het dan met talent? En heb je ook niet wat geluk nodig?

Tegenover elk succesverhaal staat natuurlijk een veelvoud aan mislukkingen. Gompertz zet de mensen die er niet volledig voor gaan, omdat ze menen over onvoldoende talent te beschikken, een beetje makkelijk weg als laf. Je kan het ook zelfkennis noemen.
Gompertz ziet dat anders: creatief talent wordt volgens hem overschat. Vandaar ook zijn bewondering voor Marcel Duchamp, de Franse kunstenaar die bekend werd door een omgedraaide wc-pot als kunst te presenteren.

“Geen enkele kunstenaar is in staat zoveel mensen te inspireren die twijfelen aan hun creativiteit als Marcel Duchamp.”

Want Duchamps talent hield niet over, zo zegt Gompertz.

“In die zin was Duchamp geen grote kunstenaar. Het geniale aan hem was dat hij als een kunstenaar had leren denken.”

Een wel erg schrale opvatting van kunst en het kunstenaarschap – maar eentje die tegenwoordig helaas veel aanhangers kent.

Kunstacademies

Gompertz heeft ook een boodschap aan de maatschappij: alle scholen zouden meer als kunstacademies moeten zijn. Onze huidige scholen zijn namelijk autoritair, te hiërarchisch en smoren creativiteit van de leerlingen in de kiem, zo meent Gompertz. De examens met van bovenaf vastgelegde stof openen niet de ogen van leerlingen, maar brengen volgens hem juist oogkleppen aan. Scholen zijn “een milde vorm van gevangenschap door de staat.”

Gelukkig voor Gompertz zijn er nog plaatsen waar je aan de tirannie kunt ontsnappen. Kunstacademies zijn creatieve vrijplaatsen waar naar het individu wordt gekeken in plaats van naar de cursusstof. En de technologische vooruitgang maakt het mogelijk het onderwijs nog beter te laten aansluiten op de belangstelling van de individuele leerling.

Doorzettingsvermogen

Maar waarom moet iedere leerling krijgen wat het wil? Als de leerling zelf mag kiezen, blijft er dan niet heel weinig over van het door Gompertz zo gewaardeerde verbreden van je horizon en het in aanraking komen met andere ideeën?

Gompertz wil de leerlingen liever in hun eigen wereldje laten:

“Tegen de tijd dat ze naar de middelbare school gaan, hebben zij hun eigen wereld al ingericht met playlists, Facebookpagina’s en Googlefilters. Wie dan vasthoudt aan een hiërarchisch onderwijssysteem, probeert een overstroming te keren met een vinger in de digitale dijk: die dijk gaat het begeven onder de aandrang van miljoenen leerlingen die op maat gemaakt onderwijs eisen.”

Van iemand die een boek schrijft waarvan de centrale boodschap luidt dat je alles kunt bereiken zo lang je maar niet opgeeft, had je iets meer strijdbaarheid verwacht.

Boeken / Non-fictie

Een klassieke tragedie

recensie: Conny Keessen en Eva Wiessing - Worstelen aan de rand van Europa

23 april 2010: Griekenland moet Europa om financiële hulp vragen nadat het land door de recessie hard onderuit is gegaan. Heel de Europese Unie kijkt toe hoe zich een drama ontvouwt, een drama dat al jarenlang broeide onder het oppervlak, met meer verstrekkende gevolgen dan zelfs de pessimisten zich hadden kunnen indenken.

De grote lijnen van de Griekse crisis zijn veelal wel bekend, maar Conny Keessen en Eva Wiessing zetten ze nog even op een rij in een overzichtelijke tijdlijn. Toelating tot de eurozone in 2000. Recessie in 2008. Europese financiële hulp in 2010, gevolgd door forse bezuinigingen, het ene noodpakket na het andere en politieke onrust. In dat jaar maken de auteurs, economieverslaggever (Wiessen) en radiocorrespondent (Keessen) hun eerste reportages over de crisis voor het NOS Journaal.

Wiessen en Keessen wilden op zoek naar de verhalen achter de Griekse crisis, want, zo schrijven ze in hun dankwoord, de dagelijkse worstelingen van alle Grieken die bereid waren om hun verhalen te delen, zeggen meer dan alle cijfers en rapporten over Griekenland bij elkaar. En die cijfers liegen er al niet om. In maart 2009 rapporteerden de Grieken nog een schuld van 97,6% van het BBP, aan het eind van het jaar bleek die schuld opgelopen tot 111,5% en in 2014 tot maar liefst 177%. In 2013 is de jeugdwerkloosheid in Griekenland onder jongeren van 15-24 jaar 58,3%. Ondertussen zucht het land onder de zware bezuinigingsmaatregelen en grijpen de Grieken vast aan een laatste strohalm: de verkiezing van Tsipras’ Syriza partij met zijn lobby voor een Grexit. Een voortijdig vertrek van diens minister van financiën Varoufakis en nieuwe bezuinigingen zijn het gevolg. De gewone mensen betalen de prijs.

Het drama ontvouwt zich zonder mededogen. De auteurs zijn duidelijk begaan met Griekenland en de problemen van het land rijgen zich in vlot proza aaneen: een les in economie en recente geschiedenis. Het ministerie van Financiën had geen gegevens beschikbaar over de btw-inkomsten in de eerste maanden van 2008, waardoor de belastinginkomsten niet meer waren dan ruwe schattingen.

Helaas geen eind goed, al goed in dit boek. De Griekse tragedie duurt voort en er is nog geen eind in zicht. Keessen en Wiessing geven in Worstelen aan de rand van Europa gehoor aan de gewone Griek, maar de problemen zijn dieper geworteld dan de gewone Europeaan had durven of willen vermoeden. Die goede afloop volgt hopelijk nog.

Martijn en Tokmetzis - Je hebt wel iets te verbergen - uitgelichte afbeelding met toetsenbord
Boeken / Non-fictie

Wij hebben veel te beschermen

recensie: Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis – Je hebt wél iets te verbergen
Martijn en Tokmetzis - Je hebt wel iets te verbergen - uitgelichte afbeelding met toetsenbord

In Je hebt wél iets te verbergen onderzoeken journalisten Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis hoe het gesteld is met onze privacy. Hun bevindingen zijn zorgwekkend. Overal waar we online zijn worden we door onzichtbare partijen gevolgd.

Sinds de onthulling van Edward Snowden dat de Amerikaanse geheime dienst NSA wereldwijd burgers bespioneert is het debat over privacy aangewakkerd. De NSA luistert grootscheeps nietsvermoedende en willekeurige burgers af, óók in Nederland. Met de opkomst van het grootschalige gebruik van internet, computers, tablets en smartphones rijst de vraag: wie kijkt en luistert er mee als wij surfen, appen, mailen en bellen? En wat gebeurt er met deze informatie?

Een kijkje onder de motorkap

Martijn en Tokmetzis beginnen hun zoektocht bij die apparaten die wij allemaal en vaak dagelijks gebruiken: de smartphone en de laptop. ‘Als we surfen en browsen zijn we geneigd ons alleen en onbespied te wanen.’ Dit blijkt onterecht. Alleen al het openen van een app op je smartphone of het bezoeken van een website zet tientallen radertjes in werking. Eén klik en er wordt contact gelegd met servers van bedrijven over de hele wereld. Jouw informatie wordt binnen enkele seconden door al deze bedrijven geanalyseerd. Informatie over waar je bent, welk apparaat je gebruikt en welke websites je eerder hebt bezocht. In de milliseconden die daarop volgen bieden deze bedrijven op jou, dit heet ‘realtime bidding’. De winnaar van de veiling mag een advertentie plaatsen in jouw browser of in de app die je geopend hebt. Zo worden we online continu gevolgd door voor ons onbekende bedrijven die van alles over ons te weten komen.

Zij zien ons, wij zien hen niet. De smartphone blijkt een glimmend surveillanceapparaat waar je toevallig óók mee kunt bellen en appen.

De eenvoud van het hacken

Martijn en Tokmetzis laten zien hoe onveilig het gebruiken van een openbaar wifinetwerk is. Beide schrijvers zijn geen ICT-expert, maar toch hebben zij binnen een dag geleerd hoe je andermans laptop en smartphone kunt binnendringen. Van alle klanten in de koffiezaak waar ze hun experiment uitvoeren zien ze welke website ze bezoeken, welke apps ze gebruiken en komen ze achter uitgebreide persoonlijke informatie van deze mensen. Deze ontdekking is verontrustend; als Martijn en Tokmetzis het kunnen, kan iedereen het.

Ook lukt het de schrijvers om binnen korte tijd beveiligingscamera’s, printers en externe harde schijven te hacken. Ze kijken mee bij mensen thuis, kunnen via draadloze printers andermans netwerk binnendringen en op harde schijven kunnen ze bij zeer persoonlijke gegevens zoals scans van diploma’s, paspoorten en vakantiefoto’s. Als lezer houd je je adem in en kun je niet anders dan een beklemmend gevoel krijgen wanneer je even je smartphone pakt om iets op te zoeken, een appje te sturen of Facebook te checken. Martijn en Tokmetzis laten zien dat dit geen ver-van-mijn-bed-show is. Het gaat om ons, zonder dat wij ons daarvan bewust zijn. Precies dáárdoor is het boek razend interessant, maar bezorgt het je tegelijkertijd de rillingen.

De privacyparadox

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat veel mensen zich zorgen maken om hun privacy. Toch gaan we allemaal door met het blootgeven van onze gegevens via de apparaten die we gebruiken. Dit is wat experts de privacyparadox noemen: privacy belangrijk vinden maar er niet of nauwelijks naar handelen. Wanneer een bedrijf als Facebook – met miljoenen gebruikers wereldwijd – zijn voorwaarden verandert, ontstaat grote bezorgdheid. Vervolgens gebeurt daar niets mee en blijven we met zijn allen liken en klikken op Facebook.

Dit heeft volgens Martijn en Tokmetzis twee oorzaken. De eerste verklaring voor de privacyparadox is berusting: we accepteren iets wat we eigenlijk niet willen, maar wat onvermijdelijk is. We weten dat onze privacy geschonden wordt, maar zien geen manier om hieraan te ontkomen. We leggen ons er simpelweg bij neer. De tweede verklaring is een gebrek aan informatie. Het is als gebruiker in de meeste gevallen onmogelijk om te achterhalen wat er precies met jouw gegevens gebeurt. Als burger heb je volgens de wet het recht te weten wat er met jouw informatie wordt gedaan, maar bedrijven geven die informatie niet wanneer je ernaar vraagt. Bovendien weten bedrijven zelf vaak ook niet eens exact wat er verzameld wordt en welke partijen hier iets mee doen.

Het belang van privacy

Niet alleen bedrijven, maar ook overheidsinstanties verzamelen informatie die we over onszelf prijsgeven. Informatie die we vinden via Google is op onze persoonlijkheid afgestemd, en dus niet objectief. ‘We hebben de neiging om de voorgeschotelde informatie van platforms als Google en Facebook als neutraal te beschouwen.’ Dat dit niet zo is, baart zorgen. Het beeld dat wij ons vormen van de werkelijkheid wordt mede gevormd door wat bedrijven en overheden doen met onze gegevens. Des te meer wordt de waarde van onze privacy duidelijk.

Martijn en Tokmetzis stellen dat privacy gezien moet worden als een voorwaarde voor andere waarden. Pas wanneer we privacy genieten kunnen we als autonoom subject zélf keuzes maken en ons een onbevooroordeeld beeld van de wereld vormen. Dit is onontbeerlijk voor een democratische samenleving. Wanneer we niet langer vrij kunnen oordelen zijn we geen autonome subjecten meer, en wordt de democratie uitgehold. ‘Privacy is essentieel voor een gezond democratisch debat.’ Vandaar ook dat het van groot belang is dat mensen hun privacy op waarde schatten. Het lezen van dit boek is een goede eerste stap om meer inzicht te verkrijgen in de betekenis van privacy en in de manieren waarop die momenteel geschonden wordt.

Nothing But Thieves @ Melkweg
Muziek / Concert

Nothing But Thieves @ Melkweg

recensie: Weinig show, maar veel kwaliteit
Nothing But Thieves @ Melkweg

Het Britse Nothing But Thieves heeft pas één album op zak, maar met hits als ‘Itch’ en ‘Trip Switch’ is het zeker geen onbekende naam meer. Ook bij het festivalpubliek is het een bekende band, want dit jaar hebben ze meerdere Nederlandse festivals platgespeeld. Vanavond is de uitverkochte Max van de Melkweg aan de beurt.

Nothing But Thieves bestaat uit vijf mannen en heeft het met hun alternatieve rock al tot het voorprogramma van Muse geschopt. Wie de band vanavond voor het eerst ziet, zal vooral benieuwd zijn of frontman Conor Mason live hetzelfde met zijn stem kan als op de plaat. Spoiler: het antwoord is ja.

Airways @ MelkwegJonge band met potentie

Opener van de avond is Airways, dat net als het hoofdprogramma uit het Verenigd Koninkrijk komt en fijn in het gehoor liggende indierock maakt. Hier en daar doet het wat denken aan de Arctic Monkeys. Een groot verschil is echter dat deze band duidelijk zijn eigen geluid nog niet heeft gevonden. Hoewel het kwalitatief zeker niet slecht is, mist het eigenheid en wat herkenbare riffjes of meezingbare refreinen. Maar potentie heeft het zeker, en gezien het feit dat ze net een jaar bezig zijn, is er nog genoeg ruimte om te groeien.

Ruim een kwartier te laat betreedt dan eindelijk Nothing But Thieves het podium. Ze openen hun optreden met één van hun hits, ‘Itch’. Dit blijkt qua timing niet zo handig. Het geluid staat ondanks de vertraging nog steeds niet goed afgesteld, of zanger Mason moet nog even opwarmen, maar bij de refreinen komt de zang amper boven de band uit. Gelukkig zijn na een paar nummers de technische problemen opgelost en kunnen de mannen doen waarvoor ze gekomen zijn.

Nothing But Thieves 2Niet de looks of moves, wel de voice

Een groot deel van de zaal is vanavond gevuld met enthousiaste tienermeisjes die alles mee kunnen zingen, en naar horen zeggen al vanaf 12 uur ’s middags in vrieskou voor de deur hebben gewacht. De oorzaak hiervan lijkt te liggen bij drie van de vijf bandleden die eruit zien als typische meisjesidolen. De zanger en drummer zou je echter zo voorbijlopen op straat en ze zijn wat knullig en onhandig. Samen lijkt dit een wat bij elkaar geraapt zooitje op het podium. De rommeligheid wordt nog versterkt door de asymmetrische opstelling en de geluidsman die na elk nummer gitaren komt verwisselen.

Mason hoeft het dan niet te hebben van zijn looks of moves, maar des te indrukwekkender is zijn stem. Alle uithalen en hoge noten worden gehaald, en de frontman is op geen valse noot te betrappen. Vooral tijdens het prachtige ‘Lover, Please Stay’ weet hij kippenvel te veroorzaken, en ook het breekbare ‘If I Get High’ is één van de hoogtepunten van de set. Masons stem blijft ondanks de beukende drums en harde gitaren achter hem goed overeind.

Haastige setNothing But Thieves 3

In vijf kwartier wordt in hoog tempo de set van zestien nummers doorgespeeld. Het grootste deel van de songs is helaas een bijna exacte kopie van hoe ze op het album staan, zonder spannende toegevoegde solo’s. Ook nemen Mason en co weinig tijd voor een praatje. Eigenlijk komt het publiek alleen te weten dat ze al anderhalf jaar lang aan het touren zijn en ondertussen ook nog wat nieuwe nummers hebben geschreven. Deze laten ze ook horen en beloven veel goeds voor het nieuwe album. De mannen laten helaas wat punten liggen op podiumpresentatie, maar muzikaal was het gelukkig allemaal dik in orde.