Hollywood Boulevard
Boeken / Non-fictie

Het boek was beter

recensie: Steven De Foer - Hollywood Boulevard. Een eeuw filmsterren.
Hollywood Boulevard

Een fantastisch idee, uitgewerkt tot een fantastisch boek. Dat is Hollywood Boulevard. Een eeuw filmsterren in een notendop. Verplichte kost voor iedereen die zich graag een filmliefhebber noemt.

Hollywood Boulevard is een turf van ruim 600 pagina’s, maar dat deert niet: het boek leest even vlot als een kwaliteitsblockbuster zich laat bekijken. En dat is uiteraard een compliment. De pitch is alvast briljant: een geschiedenis van 100 jaar Hollywood, aan de hand van biografieën van iconische acteurs en actrices. Op die manier krijg je niet alleen een mooie, meanderende en volledige tijdlijn – van de stille films naar het studiosysteem tot de golden seventies en de zielloze comic book-verfilmingen van vandaag – maar ook fantastische en vaak weinig bekende biografische weetjes over de mensen die aan bod komen.

Dikke baby

Wist je bijvoorbeeld dat Humphrey Bogart Vlaamse roots heeft, aangezien zijn voorouders ‘Bogaert’ heetten? Of dat Charles Chaplin wel héél erg groene blaadjes lustte? Of dat Oliver Hardy, bekend van ‘de Dikke en de Dunne’, als baby al ruim zes kilo woog? Allemaal anekdotes die van dit boek een echte schatkamer maken. Maar met anekdotes alleen maak je geen meeslepende literatuur en dat heeft De Foer goed begrepen. Hij maakt werk van goed gedocumenteerde, grondige levensverhalen die hij handig weet te verweven in de evolutie van de film.

De Foer is bovendien niet vies van een tegen de haren in strijkende mening, wat heel verfrissend werkt. Zo vindt hij Raging Bull, toch alom geprezen als een klassieker van twee artiesten op het toppunt van hun kunnen (Martin Scorsese en Robert De Niro), eigenlijk een miskleun. Beschouwt hij Apocalypse Now als zwaar overroepen én noemt hij Meryl Streep een van de meest overschatte actrices uit de filmgeschiedenis. Het geeft aan dat hij niet bang is om heilige huisjes in te trappen, maar hij onderbouwt zijn stellingen ook. Hij choqueert dus niet om te choqueren.

Vrouwe Cinema

Heeft het boek dan geen minpunten? Niet dat het echt als negatief element kan gelden, maar de conclusie van De Foer is wel héél zwartgallig en fnuikt op slechts enkele pagina’s het leesplezier dat je uit de andere pagina’s haalde. Akkoord, zijn bevindingen over de hedendaagse cinema zijn wellicht raak, maar zo dramatisch als hij het voorstelt is het volgens ons toch niet. En zelfs als het zo is, is het toch jammer om zo donker te eindigen. Maar nogmaals, dat is detailkritiek: Hollywood Boulevard is een dijk van een filmboek, vlot geschreven, rijk aan boeiende anekdotes en van begin tot einde doordrenkt van liefde voor Vrouwe Cinema.

Philip K. Dick
Boeken / Fictie

Het onvoorstelbare voorgesteld

recensie: Philip K. Dick - De man in het hoge kasteel
Philip K. Dick

Wat zou er gebeurd zijn als de nazi’s de Tweede Wereldoorlog gewonnen hadden? Je kunt het je moeilijk voorstellen, maar toch is dat precies wat cultschrijver Philip K. Dick deed in zijn onlangs opnieuw vertaalde De man in het hoge kasteel.

Dick staat vooral te boek als schrijver van sciencefiction. Het lot dat hem als genre-auteur is beschoren, is dat zijn boeken voornamelijk door een kleine groep liefhebbers worden gelezen. Dick is bij het grote publiek bekender om de op zijn werk gebaseerde verfilmingen, zoals Blade Runner, Total Recall, Minority Report en A Scanner Darkly. Vorig jaar kwam daar de tv-serie The Man in the High Castle bij, gebaseerd op het gelijknamige boek uit 1962. Omdat de eerdere Nederlandse vertaling te wensen overliet, heeft uitgeverij Lebowski het boek opnieuw laten vertalen. De man in het hoge kasteel is daarvan het resultaat.

Dystopie

De roman focust op een aantal personages die zich ieder op eigen wijze proberen te handhaven in een onheilspellende wereld. In Dicks wereld hebben niet de geallieerden, maar de Duitsers en de Japanners de Tweede Wereldoorlog gewonnen. Hij beschrijft een scenario waarin Franklin D. Roosevelt in 1933 is omgelegd. Hierdoor neemt de geschiedenis een andere wending en geven de geallieerden zich in 1947 over.

De man in het hoge kasteel speelt zich vijftien jaar later af. De westkust van de Verenigde Staten is bezet door Japan terwijl de oostkust bezet is door Duitsland. Het binnenland vormt een neutrale zone. In dit gebied woont de man in het hoge kasteel, schrijver van De sprinkhaan sleept zich voort. Het boek speelt een centrale rol in deze roman. Hoewel het boek door de Duitsers is verboden, lezen meerdere personages het. Immers, De sprinkhaan sleept zich voort gaat over een wereld waarin niet de nazi’s, maar de geallieerden de Tweede Wereldoorlog winnen.

Dubbele lagen

Hoewel Irving Pardoens vertaling vlot leest, is De man in het hoge kasteel geen gemakkelijke kost. De vele dubbele lagen, plottwists en perspectiefwisselingen maken het boek soms wat chaotisch. Dit is geenszins een verwijt; het is simpelweg de manier waarop Dick met zijn materie omgaat. Hij overdondert, geeft een stortvloed aan informatie maar biedt daarbij weinig handvatten.

Het is de vraag of De man in het hoge kasteel echt sciencefiction is. Alternate history zou een meer specifieke aanduiding voor dit werk zijn, aldus de exacteling. Dick maakt korte metten met deze discussie door hem uit te besteden aan twee van zijn personages die De sprinkhaan sleept zich voort aan het lezen zijn. Het is een van de vele dubbele lagen die Dick heeft verwerkt in dit verontrustende maar magistrale werk.

Eivør @ kleine zaal Paradiso
Muziek / Concert

Eivør @ Paradiso, Amsterdam

recensie: Indrukwekkende foutloze set
Eivør @ kleine zaal Paradiso

Het is alweer de derde maal dat Eivør in Nederland is. Deze keer is het haar gelukt om het beroemde podium van Paradiso te bestijgen. De kleine zaal is vlak voor het optreden helemaal uitverkocht!

In een paar jaar tijd is populariteit van de Faeröerse zangeres aardig gegroeid. Met een aanvangstijd van tien uur in de avond en een strikte duur van één uur (zo bleek later bij de toegiften) wordt Eivør jammer genoeg aardig aan banden gelegd. Toch weet deze dame een zeer overtuigende, foutloze en indrukwekkende set neer te zetten voor haar samengedromde fans.

HoogtepuntEivør 2

Met twee albums van het jaar 2015 in de bagage is het niet zo moeilijk om een strakke set aan muziek samen te stellen die heel actueel is. Eivør laat dan ook voornamelijk muziek van deze albums komen. Het grootste deel komt van het Engelstalige album Bridges. Slechts een tweetal composities speelt ze van het Faeröerse album Slør, een enkel nummer van een van haar andere albums

Het concert wordt geopend met ‘Remember Me’ dat direct een hoogtepunt uit het oeuvre van Eivør genoemd mag worden. De compositie ligt lekker in het gehoor, vooral door de combinatie van melodische en ritmische aspecten die ons zelfs bij een eerste keer luisteren bijna vanzelf doet meezingen. Geleerden kunnen boeken vol schrijven over hoe een liedje dat met je doet, al levert dat geen kant en klaar recept op om een hit te schrijven.

Eivør 1Het grootste deel van de avond bestaat de bezetting uit drummer Høgni Lisberg en toetsenist, bassist Mikael Blak die beiden ook de achtergrondvocalen voor hun rekening nemen. De multimuzikale Eivør zelf speelt akoestische- & elektrische gitaar, ukelele, voettrom en een inheemse trom. Haar geschoolde stem klinkt daverend over de liedjes van haar hand heen. De twee singer-songwriters die bij andere shows meestal een voorprogramma voor hun rekening nemen, zingen nu bij slechts twee liedjes mee ter uitbreiding van de band. In het prachtige ‘Bridges’ horen we Marius Ziska en Allen Tausan kort samen met Eivør zingen; bij ‘Goin Home’ is de hoofdrol voor Ziska terwijl Eivør een ondergeschikte rol speelt.

Bijzondere ervaring rijker

Dat Eivørs bekendheid in Nederland aan het toenemen is, bewijst de zaal als ze begint te juichen bij het inzetten van haar haar liedjes. Dat geldt niet alleen voor het onmiskenbare ‘Trollabundin’ dat op het jongste album opnieuw werd opgenomen. Het origineel stamt van haar oude album Krakan. Eén van de mooiste momenten van het optreden is het tweede nummer wat ze in haar moedertaal zingt. ‘Mjørkaflókar’ gaat tekstueel over de vele soorten mist die men op de Faeröereilanden kent. Toch laat Eivør niet veel aan het toeval over en laat ons genieten van ‘True Love’, met als afsluiter van de avond ‘Falling Free’ terwijl er duidelijk naar de klok gekeken wordt, omdat het uur er meer dan ruim op zit.

Na het optreden neemt Eivør voldoende tijd voor een ontmoeting met haar fans, voor een praatje en natuurlijk voor het uitdelen van de handtekeningen. Met opnieuw een bijzondere ervaring en prachtige muziek naklinkend, verdwijnen de fans weer langzaam in de drukte van de Amsterdamse straten.

 

 

Boeken / Achtergrond
special: De 8WEEKLY-boekenredactie selecteert de beste boeken van het afgelopen jaar

De beste boeken van 2016

Afgelopen jaar zijn er weer vele prachttitels verschenen: nieuwe boeken van gevestigde namen, verrassende debuten van jonge talenten, betoverend proza en fascinerende non-fictie. Hierbij presenteren we, in willekeurige volgorde, onze 10 favoriete boeken van 2016.

Begrijpend lezen – Alejandro Zambra

“Zambra’s romans zijn altijd zelfbewust. Ze reflecteren altijd op zichzelf, op hun ontstaan en de relatie met hun auteur. Zo groot is Zambra’s kunstenaarschap dat die reflecties nooit dor of droog worden, maar altijd doorleefd en doorvoeld. Ook in Begrijpend lezen weet hij diep door te dringen in de menselijke ziel – juist doordat de lezer met woorden en zinnen kan schuiven.” Lees hier de volledige recensie.

Dublinezen – James Joyce

“ Joyce wist precies wat zijn karakters konden weten en welk wereldbeeld dat tot gevolg moest hebben. Hij was in staat zich optimaal in te leven in een arm kind van tien, maar ook in een rijke vrouw van tachtig. (…) Dat zo’n literair meesterwerk dan ook nog eens zo vlot en natuurgetrouw is vertaald, zorgt ervoor dat nu niemand meer een excuus heeft om Joyce te laten liggen.” Lees hier de volledige recensie.

Goudzand – Konstantin Paustovski

“Aan het einde van Goudzand is Paustovski veranderd, en Rusland ook. Huwelijken zijn gebroken, bloed is vergoten. Wat niet verandert, in de meer dan vijftig jaar die dit boek beslaat, is Paustovski’s observeringsvermogen en de kracht van zijn pen. Hij ziet, en hij schrijft.” Lees hier de volledige recensie.

Alles begint bij Bach – Merlijn Kerkhof

“Kerkhof zet in dertig hoofdstukjes een consistente lijn uit: zijn persoonlijk getoonzette betoog is steeds even interessant als relevant en kan ook de gevorderde lezer verrassen. Musici en hun muziek plaatst hij organisch in de Umwelt van hun tijdsgewricht.” Lees hier de volledige recensie.

Het hart is een eenzame jager – Carson McCullers

“Carson McCullers schrijft met een ongekende vitaliteit. De broeierige sfeer waarin het menselijk onvermogen om verlangen om te buigen tot werkelijkheid ronddoolt, maakt dit boek tot een all time klassieker in de wereldliteratuur.” Lees hier de volledige recensie.

De klerk Bartleby – Herman Melville

“Waar liggen de grenzen van medemenselijkheid? Hoe ver kun je gaan in de omgang met een onmaatschappelijke zielenpoot? Tussen de regels door krijgt Melvilles verhaal zo een wijdere strekking. (….) In alle opzichten een meesterwerkje.” Lees hier de volledige recensie.

Koning van Utopia – Hans Achterhuis

“Achterhuis laat zien een filosoof te zijn die met een heldere argumentatie filosofisch denken aan de dagelijkse praktijk kan koppelen. Dat maakt Koning van Utopia – samen met zijn vele verwijzingen naar bekende werken uit de literatuurgeschiedenis – een bijzonder interessant en tegelijkertijd spannend en vermakelijk boek.” Lees hier de volledige recensie.

De laatste hand – Wieslaw Mysliwski

“De roman bestaat uit vele herinneringen, verhalen, van de oude verteller: collega’s, vrienden, familie, bekenden, passanten, en altijd Maria, een jeugdliefde die nooit echt wat geworden is. Achter al die mensen bevindt zich de verteller, nee, beter nog: hij ís al die mensen. De laatste hand is de monologue intérieure van een man die terugkijkt op het leven, een leven waarop hij nog steeds nog steeds geen vat op heeft.” Lees hier de volledige recensie.

In the pines – Erik Kriek

“Krieks tekenwerk en kleurgebruik komen op geen enkel moment geforceerd over, alsof het geen enkele moeite heeft gekost. Daardoor blijft In the Pines een makkelijk te lezen boek, dat ondanks de wat lugubere onderwerpen met plezier te lezen is.” Lees hier de volledige recensie.

De meisjes – Emma Cline

“Centraal staat Evie en haar worsteling ergens bij te horen, opgemerkt te worden. Cline kan als geen ander de onzekerheden en twijfels van een puber omschrijven. Door handig gebruik te maken van de verteltechniek waarbij de oudere Evie terugkijkt op haar veertienjarige zelf, komt ze weg met inzichten die voor een veertienjarige verteller te hoog gegrepen zouden zijn.” Lees hier de volledige recensie.

Film / Films

Amateurfotograaf verovert harten van bioscoopbezoeker

recensie: Walking Distance

De wandeling van zijn vertrouwde huiskamer naar het centrum van het Mexicaanse stadje is voor Fede een helse tocht. De vrijgezel weegt meer dan 200 kilo en het ontbreekt hem aan goed schoeisel. Tien jaar na het overlijden van zijn moeder, woont hij alleen, doet wat thuiswerk en krijgt alleen bezoek van een bemoeizuchtige zus en haar man. Bij toeval vindt Fede een niet ontwikkeld filmrolletje en besluit hij naar de fotozaak te lopen. Na meer dan een uur puffen, zuchten en telkens een kleine stap opent hij de deur van de winkel.

Walking Distance is het speelfilmdebuut van Alejandro Guzman Alvarez. De Mexicaanse regisseur maakte vooral nieuwsprogramma’s voor televisie. Distarcias Cortas (Walking Distance) verscheen in 2015 en heeft sinds dat jaar een prachtige verzameling prijzen op diverse filmfestivals binnengehaald. De opening van de film is al memorabel en confronterend. De brede rug van Fede is frontaal in beeld. Voor het aandoen van zijn shirt neemt hij de tijd. Na meer dan een minuut trekt hij met veel moeite het kledingstuk over zijn hoofd. De toon voor Walking Distance is gezet. Lange shots, geen close-ups en alles in een tempo dat de aan obesitas leidende Fede kan bijhouden. Het leven is geen lolletje voor de man die bij elke stap en beweging meer dan 200 kilo moet meetorsen.

Ontroerende anekdote

Regisseur Alvarez was voor het verhaal van Walking Distance op zoek naar een acteur die hoofdpersoon Fede zou kunnen spelen. Via via kwam hij Luca Ortega op het spoor. Ortega drumt niet alleen in San Pascualito Rey, hij schrijft ook nummers voor de in Mexico beroemde groep. Alvarez: “We set up a meeting and Ortega agreed to be part on the  condition that he also be the composer for the movie. I had to do a test first. (-) He did it perfectly and very naturally. It was fantastic from the first take. But we did another take and he did it even better.”
Het is een bijna ontroerende anekdote. De bezoeker in de bioscoopstoel wil na de eerste beelden Fede helpen, de dikke wandelaar de stoep op en af helpen, over de drempel van de winkel duwen en gunt de eenzame man het plezier van de fotografie.

Fotorolletje 

In de fotozaak ontmoet hij Paulo, de zoon van de eigenaar. Paulo is vooral geïnteresseerd in strips en klanten onderbreken zijn leesplezier. Hij maakt een uitzondering voor Fede, omdat Fede met een bijna antiek rolletje de winkel binnen schuifelt. Paulo heeft plezier in de dikzak en verkoopt hem een digitale camera. Fede maakt foto’s van zijn huiselijke omgeving. Zijn zwager en winkelbediende Paulo volgen de nieuwe interesse op de voet en zorgen ervoor dat de leefwereld van de amateurfotograaf groter wordt. Walking Distance is het sterke debuut van regisseur Alejandro Guzman Alvarez. De keuze voor Luca Ortega is gewaagd en pakt bijzonder goed uit. De steun voor fotograaf Fede krijgt hij in eerste instantie alleen van zijn zwager Ramon en zijn vriend Paulo. Maar, na elke voorstelling zal het ledental van zijn fanclub groeien. Walking Distance is een film met een eenvoudig verhaal en bijzondere hoofdpersonen. Alvarez heeft dat met veel affectie, talent en vakmanschap gefilmd.

Film / Films

Overal nazi’s

recensie: DVD/VOD Der Staat gegen Fritz Bauer

Hij was jood, homo en communist. En dat in de jaren vijftig in het naoorlogse West-Duitsland waar ze het liefst het nazi-verleden zouden vergeten. Het merendeel van de Duitsers wilde zo snel mogelijk vooruit met hun Wirtschaftswunder. Waarom nog omkijken naar dat zwarte verleden?

Fritz Bauer was in 1957 procureur-generaal, belast met de opsporing van nazi-kopstukken. Het was een tijd dat voormalige SS-officieren nog gewoon functioneerden. Ze zaten in de regering, ze werkten op belangrijke posities in bedrijven, bezetten sleutelposities in het rechtssysteem en stonden in het telefoonboek.

Verdwenen dossiers

Geen wonder dat Fritz Bauer, met zijn achtergrond en verleden, nauwelijks voortgang maakte. De geheime dienst volgde elke stap die hij zette en had zelfs een dossier met compromitterende feiten. Uit zijn kantoor verdwenen belangrijke dossiers.
Der Staat gegen Fritz Bauer laat zien hoe het Bauer ondanks alle tegenwerking toch lukte om in Argentinië Adolf Eichmann, de architect achter de jodenvervolging, op te laten pakken. Daarvoor moest hij wel samenwerken met de Israëlische geheime dienst Mossad, een gevaarlijke daad waarvoor hij aangeklaagd zou kunnen worden voor landverraad.

Fenomenale hoofdrol

Schrijver-regisseur Lars Kraume maakt van dit waargebeurde verhaal een ouderwets spionagedrama dat fraai is vormgegeven. Af en toe denk je te kijken naar een Duitse variant van Mad Men. Wat Der Staat gegen Fritz Bauer boven het spionagegenre uit tilt is de historische beladenheid – veel nazi’s hadden na de Tweede Wereldoorlog nog behoorlijk wat macht – en de fenomenale hoofdrol van Burghart Klaußner, die van Bauer een sympathieke mopperkont maakt die zich door niets en niemand liet stoppen.

Kunst / Expo binnenland

verwachtingsvolle kunst

recensie: Paul de Reus – beelden & tekeningen

In Utrecht staat een aantal kerken als satellieten rond de Dom, zoals om de stad heen in enkele kleine plaatsen mooie, maar relatief onbekende musea zijn te vinden. Zoals het Stadmuseum Woerden en het Stedelijk Museum Vianen. In het laatste museum valt praktisch nog de hele maand januari een verrassende expositie te zien met beelden en tekeningen van Paul de Reus.

In het werk van De Reus (geb. 1963) vallen verschillende lagen te ontdekken. Bij héél oppervlakkig kijken, doet het in eerste instantie misschien denken aan de beelden van Maurizio Cattelan. Maar het mist – om maar iets te noemen – diens satirische inslag; daar komt wat anders voor in de plaats. Dan ziet de bezoeker dingen die je zowel zorgelijk als optimistisch kunt opvatten, als twee kanten van dezelfde medaille.

4445-verwachtingsvolle-kunstZorgelijk en optimistisch

Houdt de persoon op de tekening Glas (2011), of het beeld met hetzelfde tafereel, Man met glas (2015) dat glas nu als een plastic zakje bij hyperventilatie over zijn hele gezicht, of fungeert het als een soort verrekijker om de wereld anders te kunnen zien?
Is die kop van het beeld Rode kat (2013) nu zo verdraaid omdat de poes is gewurgd, of omdat hij zo (ook) een andere kijk op de werkelijkheid heeft?
Schudt de man op de tekening Herfst (2016) nu aan die boom, waar de bladeren vanaf vallen, of houdt hij zich er – zoals de titel al suggereert – aan vast om zich in de storm staande te houden? Waarbij je die storm natuurlijk overdrachtelijk kunt opvatten.

4445-verwachtingsvolle-kunstThema’s

Sommige thema’s komen, net als het hiervoor genoemde glas en de kat, terug. Schaapjes bijvoorbeeld. Op de tekening Schaap (2015) doen ze onschuldig aan, en roepen reminiscenties op aan het schaapjes tellen voor het slapen gaan. Op Land met wolken (2008) staan ze ook, de schaapjes, maar de lucht is niet wolkeloos, niet zonder dreiging.
Op het beeld Schaduwkat (2016) klimt een zwarte kater tegen een ladder op, richting een wit vlak dat in de zwarte muur is uitgespaard. Zwart-witte delen liggen op de grond. Zijn het scherven die geluk brengen, of is er iets kapot gegaan dat wij als mensen weer heel moeten zien te maken?
In een ander, bekend werk van De Reus, de 2,75 meter hoge Kosmonaut (2015) draagt de kosmonaut de aarde in een visnet op z’n rug mee de ruimte in. De ruimte in, om opnieuw te kunnen beginnen, weg van de vervuilde aarde, of als een Atlas die de wereldbol (toch nog) als ballast meeneemt?

kosmonaut-grootSymboliek

De laag die beklijft, is dat er hoop is. Dat geven de beelden zelf aan. Op de tekening Handreiking (2016) krijgt de man achter zich een losse hand aangereikt. Wie goed kijkt, ziet achter het gordijn ook nog een klein handje. De invulling hiervan (de hand van God, en/of samen met die van de mens) mag de kijker er zelf aan geven.
Op de tekening Schelp (2010) staat naast de menselijke oorschelp nog een schelp afgebeeld. Niet als een spiegelbeeld of verdubbeling, maar als een oproep om goed te luisteren. Naar de noden van de natuur bijvoorbeeld.
De man in het beeld Man met fruit (2015) leunt met zijn hoofd tegen een giga-grote appel, die doet denken aan het Bijbelverhaal waarin Adam werd verleid met een ‘verboden vrucht’, traditioneel een appel. Maar, zie daar: achter hem ligt een al even grote peer op de grond, het symbool van goedheid, zinnelijkheid en seksualiteit. Een laag die de bezoeker van de tentoonstelling ook aantreft in de tekening Thuiskomst (2015).

Inspiratie

Een ander symbool dat De Reus gebruikt, is dat van de zeepbel. Tussen het hoofd van een man en een vrouw in het beeldengroepje Gezin met zeepbel (2013) zit als een trait-d’union een zeepbel geklemd. Ook hier zou je er het symbool in kunnen zien dat er vanouds aan wordt gegeven: het vanitassymbool van vergankelijkheid. Maar dan valt het oog op het jongetje voor de man en de vrouw; hij blaast een zeepbel naar ze toe. En dan valt de bezoeker al dan niet te binnen dat de Duitse filosoof Peter Sloterdijk diezelfde zeepbel positief beoordeelt. Namelijk als een kinderlijk spel en het vermogen om te inspireren (de bel ontstaat dank zij de adem). En ook om als kijker geïnspireerd te worden.

Dat laatste is in deze verrassende tentoonstelling op de begane grond en eerste verdieping in het Stedelijk Museum Vianen zeker het geval. Grijp deze kans om deze verwachtingsvolle kunst, beelden en tekeningen, te bekijken! Kunst die uiting is van bezorgdheid om de wereld, én van een Toekomstige droom (tekening, 2016) waarin de mensheid is als een soort Siamese tweeling. De mens als een tweezaam wezen, lijkt de kunstenaar te willen zeggen. De bezoeker van deze expositie mag het hem nazeggen.

Boeken / Fictie

Met aandacht en verwondering

recensie: Karl Ove Knausgård - De vier seizoenen: Herfst en Winter

Met de eerste twee delen van een heel ander literair genre dan zijn romancyclus Mijn strijd richt Karl Ove Knausgård zich in brieven en vignetten tot zijn ongeboren dochter. De toon is afwisselend weemoedig en geestig en wordt nergens sentimenteel. De essayist Knausgård laat zich hier van zijn beste kant zien.

Wanneer je na een akelige jeugd getrouwd bent met een vrouw die psychiatrisch ziek is, met wie je inmiddels drie kinderen hebt, waardoor je soms niet meer weet hoe je het dagelijks leven aan elkaar krijgt – wat doe je dan? Precies, je maakt er nog een vierde kindje bij, het oude adagium indachtig dat liefde alles overwint. Of wellicht vanuit de logica dat als drie kinderen grootbrengen moeilijk is, vier kinderen vast en zeker een lastenverlichting betekent. Of het echtpaar dacht misschien aan het advies van de wijze rabbi. Die raadde de klein behuisde, overspannen vader van een groot gezin aan een geit aan te schaffen.

Niets is mooier dan de werkelijkheid

Karl Ove, hoofdpersoon uit de zesdelige romanserie Mijn Strijd en zijn bipolaire Linda wonen inmiddels op het Zweedse platteland. Er is een vierde kind op komst en aan dat minuscule wezentje schrijft hij brieven en korte impressies. Wie hem uit zijn levensverhaal en uit de vele interviews kent, weet dat Knausgård nou niet bepaald een vrolijke man is. Met zo’n nare vader kan dat ook haast niet anders. Maar Karl Ove bezit een scherp en gevoelig observatievermogen. Daarnaast heeft hij een groot verlangen om de wereld zoals die is te doorgronden, een onmogelijk verlangen natuurlijk, dat hem desondanks nieuwsgierig en vitaal houdt. En juist die vitaliteit te midden van de werkelijkheid wenst hij zijn nieuwe dochter toe.

Het bloed dat door de aderen stroomt, het gras dat op de aarde groeit, de bomen, o de bomen die wuiven in de wind (…) Ik wil je de wereld laten zien, zoals ze is, rondom ons, de hele tijd. Alleen door dat te doen, krijg ik er zelf oog voor.

Meer dan een mijmerboek

Met deze poëtische verzuchting begint Knausgård een vierdelige serie, de seizoenen zoals hij ze wil tonen, aan al zijn kinderen natuurlijk. ‘Herfst’ en ‘Winter’ zijn inmiddels hier verschenen en bieden, behalve seizoensgebonden observaties en overpeinzingen, reeksen beschrijvingen van – eigenlijk van alles. Het is veel meer geworden dan een mijmerboek voor de ouder wordende medemens. Knausgård weet in simpele taal en zonder clichés zijn gedachten en gevoelens over te brengen, van een beschouwing over kauwgom tot het relaas van een maandenlang verblijf op een bijna onbewoond eiland.

Niet alles is even boeiend. Dat een stoel vier poten en een zitvlak heeft en in tegenstelling tot een sofa maar één persoon kan dragen wisten we al. Gedachten over individualisme versus gezamenlijkheid komen dan wat geforceerd over in dit verband. Maar hij maakt het ruimschoots goed met prachtige zinnen over de witte eentonigheid van sneeuw:

Wie is opgegroeid met sneeuw in de winter kent die toon, die zelfs midden in de zomer kan klinken als je in een zonovergoten tuin staat en je, opeens vervuld van een onbegrijpelijk verlangen, een leeg bos voor je ziet waar in de schemering de wind sluiers van sneeuwvlokken tussen de roerloze, donkere bomen door blaast.

 Dochter Anne zal in de loop van de winter geboren worden. Karl Ove heeft het volste vertrouwen dat het allemaal goed zal gaan. Zijn fans zijn benieuwd naar het vervolg op de wederwaardigheden in Glemmingebro, het gehucht waar ook ‘Voorjaar’ en ‘Zomer’ geschreven zijn. In het schrijfhuisje achter in de tuin.

Caroline de Gruyter - Het vervloekte paradijs - uitgelichte afbeelding van een Europese vlag
Boeken / Non-fictie

Europa is een bootje op de rivier

recensie: Caroline de Gruyter - Het vervloekte paradijs
Caroline de Gruyter - Het vervloekte paradijs - uitgelichte afbeelding van een Europese vlag

Het is makkelijk verdwalen in Europa. Elke week treedt Caroline de Gruyter in NRC Handelsblad op als gids door dat bos. Niet-abonnees kunnen nu ook van haar inzichten proeven.

Op 9 november 2016 stuurde de Europese Commissie een communiqué de wereld in over het overleg met landen als Turkije, Servië en Montenegro over hun toetreding tot de Europese Unie. Deze gesprekken lopen al jaren, wat dat betreft was het bericht van de Commissie niet opvallend. Wel opvallend was het gebrek aan aandacht in de Nederlandse media voor het communiqué. Hun aandacht lag elders, aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, waar Donald Trump net verkozen was tot president van de Verenigde Staten. Aan één journalist zal dit bericht echter niet ontsnapt zijn, en dat is NRC­-columniste Caroline de Gruyter.

Eerlijkheid

Tussen 1994 en 1999 was De Gruyter correspondent Midden-Oosten voor onder andere NRC Handelsblad. Daarna verhuisde zij naar Europa: van 1999 tot 2004 woonde ze in Brussel, van 2004 tot 2008 in Genève, daarna weer in Brussel en sinds 2013 in Wenen. Vorig jaar publiceerde ze Zwitserlevens, een enigszins teleurstellend boek over de onvrede die veel Zwitsers voelen en proberen vorm te geven in hun directe democratie. Het onlangs verschenen Het vervloekte paradijs bevat een selectie van De Gruyters columns van de zaterdageditie van het NRC Handelsblad. Verplicht leesvoer voor iedereen die zich voor de Europese Unie en Europese samenwerking interesseert.

De Gruyters stelling is simpel: het ontbreekt veel politici aan moed om eerlijk te zijn over wat Europese samenwerking inhoudt. Ze opent Het vervloekte paradijs met een beeld van een van de grondleggers van de euro: ‘Europa’ is een bootje dat midden op een rivier dobbert wanneer er een grote storm opsteekt. Aan boord breekt paniek uit: de een wil terug, de ander wil doorvaren. Het gevolg is dat er niets gebeurt. De Gruyter hoorde dit verhaal in 2009 – zeven jaar later lijkt er weinig te zijn veranderd.

Nuchtere inzichten

Toegegeven, de besluitvorming in Europa is ingewikkeld. Er is de Commissie, die voorstellen doet; het Europees Parlement dat zich in discussies mengt; en de Europese Raad, waarin regeringsleiders samenkomen. In het overleg tussen die drie organen wil er nog weleens een voorstel sneuvelen of afgezwakt worden. Bovendien dringt zich continu de vraag op wat nu precies het ‘Europese’ belang is: is dat het gemiddelde van alle nationale belangen en visies, of staat het daarboven?

Deze discussie, die van zichzelf al ongelooflijk complex is, wordt nog eens bemoeilijkt door regeringsleiders die telkens beschuldigend naar ‘Brussel’ wijzen, zonder toe te geven dat zij aan de tafel zaten waar de besluiten werden genomen. Keer op keer komt De Gruyter hierop terug:

Zo werkt Europa. Regeringen maken er een potje van en zeggen daarna dat Europese instellingen te duur, te groot en te machtig zijn.

Ze ijvert in plaats daarvan voor een nuchter, realistisch perspectief op de Europese Unie: zo schrijft ze in april 2014 dat Groot-Brittannië ‘langzaam de Europese Unie uit[drijft]’. En later merkt ze bijvoorbeeld op dat ‘de Duitse politiek via Europa [loopt] en de Europese politiek via Duitsland’. Telkens weer scheidt De Gruyter feiten van fictie, wil van werkelijkheid, en maakt Europa zo inzichtelijk.

Helder kader

Het fijne aan Het vervloekte paradijs is dat De Gruyter erkent dat het paradijs Europa niet een gesloten ruimte is. In een van de eerste in deze bundel opgenomen columns stelt ze dat wetten nooit de plaats van sociale conventies en morele regels kunnen innemen. ‘Wat vroeger impliciet was (en enigszins flexibel), wordt nu juridisch geijkt’, schrijft ze in mei 2015. ‘[D]e cohesie in onze geëconomiseerde samenleving herstellen wordt komende jaren misschien wel even belangrijk als de euro redden.’ Laat dat ‘misschien’ maar weg: zijn alle crises die deze dagen over Europa rollen niet in meer of mindere mate hierop terug te voeren?

Europa staat voor vele uitdagingen, van toenemende druk op de buitengrenzen tot een morele crisis in het hart. Daar antwoorden op vinden vergt lef en heldere communicatie van politici en oprechte en eerlijke aandacht van journalisten. Caroline de Gruyter laat elke week weer zien dat ze het doen en laten van Europa en zijn politici volgt en in een helder kader kan plaatsen. Laten we hopen dat ze nog lang aan NRC Handelsblad verbonden zal blijven.

Film / Films

Bovengemiddelde Deense thriller

recensie: De noodkreet in de fles (Flaskepost fra P)

De thrillerfabrieken in Zweden, Noorwegen en Denemarken draaien sinds enkele jaren overuren. Na de goed scorende tv-series The bridge, The killing en Wallander en de succesvolle verfilmingen van de Millennium-boeken is nordic noir, zoals het genre inmiddels internationaal heet, niet aan te slepen.

Hoewel ook de Britten en de Amerikanen inmiddels nordic noir-achtige thrillers en series zijn gaan produceren, blijven vooral de Denen hoogwaardige spanning afleveren. Het nieuwste paradepaardje van de noorderburen is de filmreeks rond de Serie Q-romans van Jussi Adler Olsen, die met De noodkreet in de fles nu toe is aan de derde boekverfilming.

Kelder

Heel vernieuwend is het niet wat de Serie Q-films brengen, maar de goed uitgewerkte karakters, het betere acteerwerk en de hoge production value – de films doen visueel niet onder voor de veel duurdere Hollywood-producties – maken van De noodkreet in de fles een bovengemiddelde thriller.

Hoofdpersoon in de steeds wisselende moordzaken is Carl Mørck, een norse rechercheur die een klein cold case-team leidt. Hij is weggepromoveerd naar een kelder waar hij samen met een Syrische assistent Assad – niet de president – de afdeling Q vormt.

Grimmige sfeer

De noodkreet in de fles begint met de vondst van het ding uit de titel, waarna Mørck en Assad met vele hindernissen een oud misbruikdrama in een strenge geloofsgemeenschap blootleggen. Terwijl een oud slachtoffer aan de hand van geluidsopnames de locatie probeert te achterhalen waar de kinderen worden opgesloten, tikt de klok onverbiddelijk door voor twee onlangs ontvoerde jonge Jehovah’s getuigen.

Soms is niet helemaal duidelijk of we ons nou in het heden of verleden bevinden. Maar de grimmige sfeer en de verbetenheid van Mørck, die worstelt met zijn eigen demonen, houden de spanning erin. De ontknoping is dan weer wat teleurstellend met een schurk die niet in één keer is uit te schakelen. Dat is een verbeterpuntje voor de volgende verfilming. Want na dit deel krijgen we er nog drie, en dat is geen straf.