Safepassage, Facebook. Ai Weiwei Camps
1. Ai Weiwei – #SafePassage, Foam
Het Foam fotografiemuseum toonde afgelopen jaar een nieuwe reeks foto’s van de controversiële Chinese kunstenaar en activist Ai Weiwei (1957), bekend om zijn sociale projecten, objecten en interventies in de publieke ruimte. In deze fotoserie verbindt hij vluchtelingenkampen in Europa overtuigend aan zijn eigen ervaringen van gevangenschap in China. Ai Weiwei is altijd op zoek naar maatschappelijk kwesties die hij aan kan kaarten, en wat is nu actueler dan de vluchtelingenproblematiek? Met zijn kunst spreekt hij vooral jongeren aan, door gebruik te maken van vluchtige foto’s en het gebruik van de #, wat een directe verwijzing is naar Instagram. Een indrukwekkende tentoonstelling die aan het denken heeft gezet.
Lees hier de recensie: Het systeem versus het individu
2. Toon Michiels – American Neon Signs by Day & Night, Nederlands Fotomuseum
Ontwerper en fotograaf Toon Michiels (1950-2015) reisde in de jaren zeventig van de vorige eeuw langs Amerikaanse autowegen en fotografeerde systematisch de neon signs die zijn pad kruisten. Zijn prachtige serie ‘tweeluiken van vergane glorie’ was te zien in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.
Lees hier de recensie: Magie in licht en donker
Craigie Horsfield, Zoo, Oxford, January 1990, 2008. Photo: courtesy the artist
3. Craigie Horsfield – How the world occurs, Centraal Museum
De eerste solotentoonstelling – bestaande uit zo’n veertig werken – van de Engelse kunstenaar Craigie Horsfield (1949), in de voormalige negentiende eeuwse stallen van het Centraal Museum in Utrecht, kwam ongenadig hard binnen. Een relevante tentoonstelling, nog te zien tot en met zondag 5 februari 2017 in het Centraal Museum.
Lees de recensie: Kunst als grenservaring
4. Robin de Puy – If this is true… 10.000 km door Amerika op een motor, Fotomuseum Den Haag
Fotografe Robin de Puy (1986) trok 10.000 kilometer door Amerika. Alleen, op een motor, met de camera paraat en op zoek naar nieuwe beelden. Fotomuseum Den Haag toonde de uitkomst van deze opzienbarende reis: veel weirdo’s met bijzondere uitdrukkingen en in ontwapenend zwart-wit.
Lees hier de recensie: Beeldmaker op de vlucht
Jheronimus Bosch, Adoration of the Magi, ca. 1470-80, New York, The Metropolitan Museum of Art, John Stewart Kennedy Fund, 1913. Photo Rik Klein Gotink and image processing Robert G. Erdmann for the Bosch Research and Conservation Project.
5. Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie, Het Noordbrabants Museum
Het leeuwendeel van de schilderijen en – minder bekende – tekeningen van Jheronimus Bosch waren te zien in een publiekstrekker in de plaats waar hij geboren werd en werkte: ’s-Hertogenbosch. Mooi vormgegeven tentoonstelling die uitnodigde om je in Bosch’ werk en tijd te verdiepen én er met volle teugen van te genieten.
Lees de recensie: Hemel en hel
6. Fra Bartolommeo – De goddelijke renaissance, Museum Boijmans Van Beuningen
Fra Bartolommeo (1473-1517) werd aan het begin van de 16e eeuw geroemd om zijn fenomenale schilderkunst. Hij ging daarbij niet over één nacht ijs, maar maakte uitgebreide voorstudies van zijn personages en composities. Prachtige, soms zelfs wat onbeholpen tekeningen en enkele schilderijen van de Italiaanse tijdgenoot van de grote Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël in een fraaie overzichtstentoonstelling in Rotterdam. Museum Boijmans van Beuningen heeft een indrukwekkende tentoonstelling in huis, welke nog te zien is tot zondag 15 januari 2017. Neem er de tijd voor om alles te bekijken, en de uitgebreide tekstbijschriften te lezen.
Lees de recensie: Een monnik met talent
Eye Love You, heruitgave Uitgeverij Lecturis (2016)
7. Parademuseum: Eye Love You – Ed van der Elsken, Theaterfestival de Parade
Theaterfestival De Parade was afgelopen editie een nieuwe attractie rijker: het Parademuseum. Geen statische tentoonstelling van beelden uit de oude doos, maar een korte, hevige ervaring die de zintuigen prettig overrompelde. In 2016 verzorgde het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam de aftrap met een dynamische presentatie van het werk van fotograaf en filmer Ed van der Elsken (1925-1990).
Lees hier de recensie: Lust for life
8. Jan Toorop, Gemeentemuseum Den Haag
Jan Toorop (1858-1928) is in Nederland vooral bekend geworden door zijn affiche voor de Delftsche slaolie. Wie denkt dat dit zijn werk zo’n beetje omvat, vergist zich schromelijk. De overzichtstentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag opende vele ogen. De werken die het museum bijeen had weten te brengen waren indrukwekkend.
Lees hier de recensie: Balancerend tussen werkelijkheid en symboliek
Erich Heckel-Vlaamse-vlakte-1916-tempera en olieverf op doek – Stadtisches Museum Abteiberg.
9. Wilden. Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’, Museum de Fundatie
Museum de Fundatie kreeg het voor elkaar de aandacht van de bezoeker steeds te verleggen en toch vast te houden. Expressionisme, de kunsthistorische canon, maar ook de achtergrond van WO I en een combinatie met verrassend tegengesteld werk maakte van Wilden een imponerende tentoonstelling. De tentoonstelling was inhoudelijk sterk, met prachtige en belangrijke stukken van de Duitse expressionisten en een maatschappelijke en ideologische lading.
Lees de recensie: Idealisme verandert van kleur
10. Amy Winehouse – A Family Portrait, Joods Historisch Museum
Geen glitter en glamour, geen ode aan de dode, maar een gewone familiegeschiedenis. Dat is wat de tentoonstelling over Amy Winehouse in het Joods Historisch Museum wilde laten zien. De bezoeker kreeg een kijkje in haar privéleven en zag haar als tiener en jonge vrouw die nog niet is beïnvloed door de enorme media-aandacht en sensatiezucht die haar later fataal werden. Een ontroerende tentoonstelling, veroorzaakt door haar eenvoud.
Lees hier de recensie: Een doodgewoon joods meisje
Het leven van een bibliotheek
Bibliotheken: in een tijd van digitale reproductie lijken deze fysieke verzamelingen van kennis in toenemende mate verouderd. Maar ze blijven bronnen van kennis en verwondering, zoals Esther Mourits in Een kamer gevuld met de mooiste boeken laat zien.
Het is bijna onvoorstelbaar in 2017: informatie was niet altijd zo toegankelijk als vandaag, kennis werd niet altijd zo makkelijk verspreid. Tot het einde van de Middeleeuwen was het kopiëren van boeken een taak voor monniken, die maanden, soms wel jaren aan één exemplaar werkten. De uitvinding van de boekdrukkunst maakte dat werk efficiënter – het is een vroeg voorbeeld van robotisering. Desondanks bleven boeken duur, en ze verzamelen was niet voor iedereen weggelegd.
Feest voor het oog
Dit is een van de redenen waarom de bibliotheek die Johannes Thysius zijn stad Leiden heeft nagelaten zo bijzonder is. Daarnaast is zijn collectie opvallend omdat het in 1653, toen hij op 31-jarige leeftijd overleed, niet gewoon was dat een particulier zijn bibliotheek naliet aan de publieke zaak. Doorgaans werd een verweesde collectie geveild: vele boeken uit de Bibliotheca Thysiana heeft Thysius zelf op die manier verworven. Echter, ondanks dat velen het gebouw op de hoek van het Rapenburg en de Groenhazengracht kennen, is de bibliotheek zelf nog nooit grondig bestudeerd.
In dat gat is Esther Mourits gesprongen. Haar promotieonderzoek is in een publiekseditie bij de Nijmeegse uitgeverij Vantilt verschenen. Een kamer gevuld met de mooiste boeken is een prachtig, luxe uitgegeven boek. Middels foto’s en afbeeldingen visualiseert Mourits waar zij het over heeft: oude documenten, zeventiende-eeuwse prenten, foto’s van de bibliotheek. Dit boek is een feest voor het oog, precies wat zijn onderwerp verdient.
Context
Mourits opent met een biografische schets van Johannes Thysius, een wat weifelende jongeman die al vroeg door het overlijden van rijke familieleden in het geld kwam. Hij promoveerde in de rechten, al was hij volgens Mourits een middelmatige student; hij ging op een Grand Tour, maar moest door ziekte afzien van een bezoek aan Italië; hij verzamelde boeken, al leek hij niet bevangen door een passie voor een bepaald onderwerp of onderzoeksgebied. Wie Johannes Thysius wel was, is na deze openingsschoten niet helemaal duidelijk: de indruk blijft van een soort mislukte jongeman die nooit opgegroeid is, versterkt door zijn vroege overlijden.
Na dit eerste deel volgen hoofdstukken over Thysius’ nalatenschap, hoe hij boeken verzamelde en een typering van de bibliotheek. Als afsluiter vergelijkt Mourits Thysius’ bibliotheek met de toen heersende filosofie van de ‘ideale’ bibliotheek, een vergelijking die overigens positief uitvalt. Mourits gaat in op politieke, wetenschappelijke als ook cultureel-literaire ontwikkelingen in de eerste helft van de zeventiende eeuw. Ze combineert filosofische bespiegelingen over de functie van de bibliotheek met diepgrondig archiefonderzoek. Het doel een zo volledig mogelijke context te geven voor de Bibliotheca Thysiana lijkt daarmee behaald.
Gortdroog
Maar voor welk publiek is deze uitgave bedoeld? Mourits is ongelooflijk precies, wat de wetenschappelijke waarde van het door haar uitgevoerde onderzoek verhoogt en bestendigt, maar bij tijd en wijle is haar proza gortdroog. Wanneer zij op ruim de helft van het boek, de collectie van de bibliotheek in cijfers vangt en schrijft:
zegt zij daarmee niks nieuws. De verschillende catalogi en kasboeken zijn dan al uitgebreid becommentarieerd, voorkeuren zijn uitgesproken. Het is jammer te moeten constateren dat Mourits, die overduidelijk zeer veel geeft om de bibliotheek, haar collectie en de plek die zij inneemt in de cultuurgeschiedenis van Leiden en Nederland, op deze manier veel van het leven uit haar onderwerp geperst heeft.
Een kamer gevuld met de mooiste boeken. De bibliotheek van Johannes Thysius (1622–1653)
Schrijver: Esther MouritsUitgever: Vantilt
Prijs: 29,50
Bladzijden: 335
ISBN: 9789460043062
Misschien ook iets voor u
Tragisch verhaal verfilmd als langzame tranentrekker
In India verdwijnen ieder jaar 60.000 kinderen, een ontstellend aantal. Daar komt nog bij dat zelden een van deze kinderen wordt teruggevonden. De kinderen komen terecht in de prostitutie, bedelen op straat en zijn afhankelijk van aalmoezen. Na de laatste scène van de film Lion worden deze data op het witte doek geprojecteerd. Cijfers die stemmen tot nadenken.
Lion kreeg vier nominaties voor Golden Globes, maar scoort ook hoog in de lijstjes van website Rotten Tomatoes. Het zegt veel over de gemengde reacties die Lion ontvangt.
Adoptieouders
Lion is een langzaam op gang komend drama. De kijker volgt twee broers die geld verdienen met het stelen van steenkolen van een trein. Tijdens een nacht raakt kleine Saroo te vermoeid om te werken en verzeilt slapend in één van de wagons. Wanneer hij wakker wordt, rijdt de trein in volle vaart richting een onbekende bestemming. Na een reis van dagen stapt het kind uit in Calcutta. Hij moet overleven in de straten van een onbekende stad. Maanden later wordt hij van straat geplukt door mensen die kinderen ter adoptie aanbieden. De Australische Sue (Nicole Kidman) en haar echtgenoot John besluiten twee kinderen uit India in huis te nemen.
Vanaf dat moment is de film voorspelbaar. Het echtpaar adopteert twee jongens waarvan de een succesvol wordt en de ander in de criminaliteit belandt. Saroo doet keurig een opleiding en houdt van zijn ouders. Zijn stiefbroer gebruikt drugs en luiert zich de dag door, waar de adoptieouders ontzettend onder lijden. Zo struikelt Lion naar van de ene naar de volgende voorspelbare scène.
Saroo wil zijn geboorteplek terugvinden; met Google Earth en vol schuldgevoelens gaat de volwassen geworden Saroo op zoek. Natuurlijk gaat hij in India op zoek naar zijn moeder. Zijn geboortehuis is veranderd in een schapenstal, maar hij geeft niet op.
Tranentrekker
Regisseur Garth Davis kiest continue scènes die inspelen op de emoties van de kijker. Lion is in eerste instantie een aanklacht tegen de omstandigheden waarin te veel kinderen in India moeten opgroeien. Davis verlaat het pad van de harde realiteit echter al snel voor de weg van de tranentrekkende commercie. Daarbij herhaalt de regisseur in het eerste half uur keer op keer de beelden van de straatkinderen, die daarna worden ingewisseld voor eindeloze emoties van de adoptieouders en de twijfels van Saroo. Davis heeft onvoldoende de schaar durven zetten in de opnames en duurt met 118 minuten minstens een half uur te lang.
Alleen de data over de 60.000 kinderen die elk jaar verdwijnen aan het einde van de film brengt de journalist die de pen in bijtende kritiek wilde dopen aan het denken. Het is belangrijk dat een film als Lion is gemaakt. Zelfs als dat gebeurt door mensen die in Hollywood vooral aan een rinkelende kassa denken. Davis snijdt een belangrijk thema aan, maar doet dit in een film die slaapverwekkend is. Lion verzilverde geen van de nominaties voor een Golden Globe, maar verdient zeker geen Rotten Tomatoes.
Lion
Regie: Garth DavisDistributeur: The Weinstein Company
imdb: http://www.imdb.com/title/tt3741834/
Misschien ook iets voor u
Nog steeds moeilijk te bewerken
Het was al een kluif om het boek te verfilmen. De filmrechten waren al in 1968 verkocht, maar pas in 2012 werd de boekverfilming werkelijkheid. Vijf jaar later trekt regisseur Marcus Azzini de stoute schoenen aan om er een toneelbewerking van te maken.
Zoals dat vaak gaat bij klassiekers zijn de verwachtingen hoog. De roman On the road van Jack Kerouac was het begin van een nieuwe na-oorlogse generatie. Het verhaal gaat over de jonge schrijver Sal Paradise (gespeeld door Matthijs van de Sande Bakhuyzen) die eind jaren ’40 door Amerika en Mexico reist. Soms reist hij samen met zijn makkers, zijn collega-kunstenaar Carlo Marx (Ludwig Bindervoet) en muze, de stoere Dean Moriarty (Reinout Scholten van Aschat) en diens vriendinnetje Marylou (Judith van den Berg, die overigens alle vrouwenrollen op zich neemt). Soms reist hij alleen, van New York, naar Denver, naar San Francisco, zelfs naar Mexico – en ga zo maar door. Onderweg komt hij tig plaatsen en opmerkelijke figuren tegen en moet, als een echte romanticus, telkens zien te overleven van weinig geld.
Brug tussen heden en verleden
Als de verfilming al met moeite ging, hoe vergaat dat dan een toneelbewerking? De ruimte en personages zijn immers beperkt, wat betekent dat Azzini creatieve oplossingen moet bedenken. Die pakken soms interessant uit. Het dwingende, rusteloze karakter van de roman wordt in het stuk treffend vormgegeven. Al vanaf het begin zijn de personages in beweging. Het decor, gemaakt door Ruben Wijnstok, bestaat uit enkele pallets met daaronder een lopende band. Hierop rennen de personages, terwijl op de achtergrond een saxofoon à la bebopstijl het tempo hoger opvoert. Zodoende slaat het stuk een brug tussen de tijd van Kerouacs verhaal en de huidige, technologische tijd.
Dat komt ook op tekstueel vlak naar voren. Hanna van Wieringen neemt net als in (In) koud water, het deel waarmee dit drieluik over jongeren en hun extreme leven en keuzes begon, weer de toneelbewerking voor haar rekening. Ze verwerkt het hoge tempo van de roman in de toneeltekst. Zelfs in hun manier van spreken zijn de personages rusteloos. ‘Geen revisie,’ zeggen ze. Elke pauze moet worden vermeden.
Metafictie versus dramatiek
Ironisch genoeg wordt er juist op Kerouacs verhaal gereflecteerd. Dit levert soms interessant metafictie op. De personages zijn namelijk tevens de vertellers. Ze structuren het verhaal, maar zijn ze er tegelijkertijd onderdeel van. Ze hoeven maar ‘klik’ te zeggen of ze gaan alweer door naar een andere gebeurtenis en locatie. Hierdoor weet Van Wieringen het aantal gebeurtenissen enigszins in het gareel te houden. Bovendien krijgen de personages de mogelijkheid om op Kerouacs beschrijvingen te reageren. In de roman komt regelmatig het woord ‘neger’ voor en worden de meeste vrouwen als passieve, seksuele objecten neergezet. Door vanuit de hedendaagse context naar dergelijke beschrijvingen te kijken wordt het duidelijk hoe de huidige samenleving verschilt met die van Kerouac. Erg treffend is de scène waarin Marylou het verhaal onderbreekt en afrekent met het eenzijdige, domme karakter dat Kerouac haar heeft toegekend.
Voor iemand die de roman heeft gelezen zijn deze verwijzingen en reacties op de brontekst wellicht interessant, maar het is de vraag of dat ook geldt voor iemand die het boek niet kent… Het merendeel van het stuk wordt verteld, alsof romanpassages letterlijk worden geciteerd. Hoewel het bewonderenswaardig is hoe de acteurs het tempo en de energie hooghouden, heeft het stuk niet de dramatiek en kwetsbaarheid die de roman wel bezit. Gebeurtenissen worden met veel gewichtige bijvoeglijke naamwoorden omschreven, maar dat betekent nog niet dat de gebeurtenis, of breder: het stuk, tot leven komt. Heel soms weet het stuk te raken, bijvoorbeeld wanneer de personages beseffen dat hun rusteloosheid en wederzijdse afhankelijkheid hen enkel belemmert. Maar dat is eerder te danken aan het energieke, humoristische en kwetsbare acteerwerk.
Toneelgroep Oostpool - On the road
Regie: Marcus AzziniArtiest: Toneelgroep Oostpool
Gezien op zaterdag 07 januari 2017 in Huis Oostpool, Arnhem
Nog te zien tot zaterdag 18 maart 2017
Misschien ook iets voor u
Positieve radicalisering
Nog voordat Pleidooi voor radicalisering van Dyab Abou Jahjah verscheen, veroorzaakte het pamflet al de nodige opschudding. Geheel ten onrechte, zo blijkt na lezing van het werk. Abou Jahjah is genuanceerd, helder en positief.
Op 19-jarige leeftijd vlucht Abou Jahjah weg uit Libanon. Hij krijgt asiel in België en studeert politieke wetenschappen. Na zijn studie richt Abou Jahjah de Arabisch-Europese Liga op, een organisatie die pleit voor de integratie van moslims met behoud van de eigen identiteit. Sinds 2014 is hij voorzitter van Movement X, een organisatie die allochtonen en autochtonen wil verenigen in de strijd tegen discriminatie. Abou Jahjah heeft in de loop der jaren bekendheid verworven in Europa, met name door zijn vaak ietwat geduchte uitspraken. Toen begin 2015 bleek dat juist deze man bij De Bezige Bij een boek zou uitbrengen, brak de hel los. Verschillende vooraanstaande schrijvers stopten hun samenwerking met deze uitgeverij. Toen bekend werd dat Abou Jahjah te gast zou zijn bij het programma Zomergasten was het hek van de dam. Een aanzienlijk aantal mensen zei hun lidmaatschap op de VPRO op. En dat allemaal vóórdat Abou Jahjah zijn zegje had gedaan.
Politieke filosofie
We lezen dus een omstreden figuur, wat het boek natuurlijk alleen nog maar interessanter maakt. Want wat zégt Abou Jahjah nou eigenlijk in zijn Pleidooi voor radicalisering? Wie controverse en razernij verwacht zal teleurgesteld worden. De bewoordingen van Abou Jahjah zijn niets van dien aard. Als politiek wetenschapper poogt hij een bijdrage te leveren aan het hedendaagse politiek-filosofische denken, en zijn pleidooi dient dan ook op die manier gelezen te worden.
Het is duidelijk dat Abou Jahjah weet waarover hij schrijft. Tal van hedendaagse filosofen en kapitalismecritici passeren de revue en vullen het pamflet op een zinvolle manier aan. De stellingen van Abou Jahjah zijn genuanceerd en doordacht. Hassan Bahara, recensent bij de Volkskrant, noemt het ‘taaie academische kost’. Maar voor eenieder die weleens academische kost gelezen heeft, is direct duidelijk dat dit pleidooi allesbehalve taai genoemd kan worden. Abou Jahjah noemt hier en daar filosofische termen, maar altijd op zo’n manier dat volstrekt duidelijk is wat ermee bedoeld wordt en waarom juist dat begrip nuttig is om te gebruiken. De manier waarop Abou Jahjah schrijft is spannend, alarmerend, kort en bondig. Daarmee is het pleidooi uitermate geschikt voor iedereen die geïnteresseerd is in politiek en filosofie, mét of zonder academische achtergrond.
Crisis en opstand
Abou Jahjah schetst in zijn werk de huidige tijd. We leven in een tijd van crisis en onzekerheid. Crisis van het kapitalisme, het klimaat, Europa en de vele vluchtelingen. Al deze onzekerheden zijn tot stand gekomen binnen de manier waarop het huidige systeem functioneert. De enige manier om tot oplossingen te komen en weer op een progressieve manier over de toekomst te kunnen denken, is door te breken met die status quo die de crises veroorzaakt heeft. Om dat te kúnnen doen is een manier van denken nodig die loskomt van het huidige conservatieve discours. Dit noemt Abou Jahjah progressief radicalisme. Progressief radicalen breken met de status quo, maar willen wél alle positieve verworvenheden van het systeem behouden. De slechte zaken worden aangepast, de goede blijven bestaan. Dit in tegenstelling tot destructief radicalen. Zij hebben als doel de gehele samenleving omver te werpen om op de ruïnes ervan een utopie te stichten.
Progressief radicalisme
Abou Jahjah staat dus voor een progressief radicale manier van denken.
Hij pleit voor een vrije manier van redeneren en reflecteren die inziet dat de crises veroorzaakt worden door het huidige systeem, en dat enkel een verandering van dat systeem tot een duurzame oplossing kan leiden. Dit is een bijzonder interessante en spannende gedachtegang. Hij is radicaal, want hij wijkt af van de gebaande paden. Ook is hij positief, want hij zoekt naar een betere manier van leven. En tegelijkertijd ook agressief, omdat hij pleit voor een radicale omwenteling. Pleidooi voor radicalisering is daarmee een gedegen politiek-filosofisch werk dat op een verhelderende wijze de werkelijkheid op een andere manier beziet.
De grote afwezige
Wel is er één ding dat steeds meer gaat knagen bij het lezen van het pamflet. De gedachtegang die Abou Jahjah poneert is interessant, maar niet geheel nieuw. Er is één wereldberoemde hedendaagse filosoof die in al zijn werken dezelfde denkwijze uiteenzet. Toch wordt Slavoj Žižek door Abou Jahjah nergens genoemd. Hij wordt niet geciteerd, niet geparafraseerd, zelfs zijn naam wordt nergens vermeld. En dat terwijl de filosofie die Abou Jahjah uiteenzet zoveel lijkt op die van Žižek, dat het domweg onmogelijk is dat hij nog nooit van deze Sloveense filosoof heeft gehoord. Zeker als je nagaat hoeveel andere hedendaagse filosofen Abou Jahjah wél noemt.
Dat is een grote misser. De reden voor dit stilzwijgen is niet duidelijk. Waarschijnlijk zou het vernoemen van Žižek het betoog enkel sterker hebben gemaakt. Daarnaast zou Abou Jahjah daarmee direct een groter publiek hebben. Pleidooi voor radicalisering kan gelezen worden als een zeer kwalitatief en origineel werk binnen eenzelfde filosofie, en is dus interessant voor fans van Žižek. Abou Jahjah is bovendien uitermate geschikt voor iedereen die op zoek is naar iets mals en die de kost van Žižek te taai vindt. Abou Jahjah schijft namelijk niet alleen inhoudelijk goed, maar ook helder, kort en duidelijk. Dat laatste vind je niet snel in een filosofisch werk. Jammer van de grote afwezige dus, maar dat maakt het pleidooi niet minder sterk. Hopelijk hebben de critici de openheid van geest om het boek tóch te lezen, want het is zeker de moeite waard en helemaal niet zo griezelig.
Pleidooi voor radicalisering
Schrijver: Dyab Abou JahjahUitgever: De Bezige Bij
Prijs: 14,99
Bladzijden: 128
ISBN: 9789023499831
Link: Dyab Abou Jahjah
Misschien ook iets voor u
De religie van de Amerikaanse samenleving
De romans van Marilynne Robinson gaan over de levens van ‘kleine luyden’, haar essays over de grootste, meest wezenlijke zaken. Het is echter moeilijk haar essays, nu vertaald als De gegevenheid der dingen, volledig op waarde te schatten.
Zo af en toe vlamt, online of in geprinte media, de discussie over intellectuelen in de eenentwintigste eeuw op: welke plaats nemen zij in? Welke functie hebben ze, kunnen ze hebben? Tot welke traditie verhouden zij zich? In dergelijke debatten neemt de Amerikaanse schrijfster Marilynne Robinson een bijzondere positie in, niet vanwege uitlatingen over dit onderwerp, maar vanwege de bronnen waar zij zich op beroept en de onderwerpen waar ze zich mee inlaat – haar intellectuele genealogie, zogezegd. Robinson heeft toegang tot Barack Obama en geeft les aan de befaamde schrijversopleiding in Iowa. Maar boven dat alles, lijkt het wel, gelooft ze in God.
Marilynne Robinson is een christelijk intellectueel, en dat is dezer dagen een zeldzaamheid. Religie komt over het algemeen in het Westen doorgaans voor als bedreiging of als teken van achterlijkheid, als gebrek aan beschaving. Westerse staten zijn seculier, religie is iets voor de privésfeer. Dat dit meer fictie dan realiteit is, meer wens dan wil, blijkt telkens weer: van diezelfde Obama tot de christendemocraat Angela Merkel en Eurocommissaris Frans Timmermans, allen zijn ze openlijk christen. Religie is dus verre van afwezig in Europa en de VS. Marilynne Robinson is een van de weinige denkers die daar niet in eerste plaats afwijzend op reageert.
De werkelijkheid zien
Robinson, die in 1980 debuteerde met de roman Housekeeping en later een trilogie over de dominee John Ames schreef, heeft in De gegevenheid der dingen een verzameling recente essays verzameld. Uitgeverij De Arbeiderspers heeft de bundel van de hoogdravende ondertitel ‘Over wat het betekent om mens te zijn in onze tijd’ voorzien: woorden die eerder valse verwachtingen wekken dan verduidelijken. Veel stukken in deze bundel gaan over de Amerikaanse identiteit en hoe Amerika naar zichzelf kijkt. De essays kunnen ook gelezen worden als een betoog tegen het al te gecompartimenteerde wereldbeeld dat zijn oorsprong heeft in de exacte wetenschappen en van daaruit de samenleving doordesemd heeft. Robinson pleit ervoor niet op deelgebieden gericht te blijven, maar over grenzen heen te kijken en de wereld in haar totale gegevenheid tot ons te nemen.
In De gegevenheid der dingen treedt een niet nader genoemde neurowetenschapper aan, in wie insiders Patricia Churchland kunnen herkennen. Robinson en Churchland hadden, tijdens een bijeenkomst van het Nexus Instituut enkele jaren geleden, een aanvaring over precies dit punt: hoe nemen wij de werkelijkheid tot ons? Volgens de neurowetenschapper is angst ‘een patroon van verhevigde activiteit’. Dit lijkt misschien op een ‘helder plekje op een scherm’, schrijft Robinson, maar dat is een illusie. Mensen zijn geconditioneerd door ‘cultuur en samenleving’, oftewel door hun mens-zijn. Die context maakt een kwalitatief verschil dat in de gladgestreken wetenschappen onzichtbaar blijft.
Paradox
Argumenten zoals deze worden in de bundel afgewisseld met theologische bespiegelingen en kerkhistorie. Dan zakt het boek in: seculiere staten zijn in dusverre succesvol dat kennis van het christendom bij veel mensen verdwenen is. Dat zorgt ervoor dat De gegevenheid der dingen in deze passages moeilijker te volgen is dan op de momenten dat Robinson vanuit haar religieuze, historische perspectief het Europees humanisme verdedigt en uitdraagt. Bij elkaar genomen levert dat een bevreemdende paradox op: Marilynne Robinson neemt een perifere positie in het intellectuele leven in, en omdat haar argumenten ten diepste gestoeld zijn in de leer van het christendom blijft die diepere lading voor veel van haar lezers in nevelen gehuld. Het is moeilijk haar essays ten volle te waarderen – tegelijkertijd is dat voor iedereen de uitdaging.
De gegevenheid der dingen. Over wat het betekent om mens te zijn in onze tijd
Schrijver: Marilynne Robinson (vert. Janine van der Kooij)Uitgever: De Arbeiderspers
Prijs: 22,99
Bladzijden: 343
ISBN: 9789029510080
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Wereldmuziek update – volume 2: Dans Dans, Patricia Kaas & The Priests
In deze tweede wereldmuziek update blijven we bij aanvang dicht bij huis. Onze zuiderburen maken soms bijzondere muziek dat maar mondjesmaat de grens over lijkt te trekken.
Het is goed om na de muziek van Dans Dans het nieuwe Franse album van Patricia Kaas aandacht te verlenen. Het was alweer zo’n veertien jaar geleden dat Kaas iets met eigen liedjes liet horen. In de tussentijd had ze een intermezzo met muziek van Edith Piaff.
Tot slot steken we even het water over naar Ierland voor The Priests. Een heel bijzonder groepje.
Onuitwisbare indruk in zand
Er zijn van die albums die tijd nodig hebben om te rijpen. Zo’n proces kan vele draaibeurten kosten en is een periode van wikken en wegen. Dat gebeurt vaak met instrumentale muziek waar je geen houvast hebt aan de tekst. Hebben we hier nu te maken met een goed album of een album dat goed geprobeerd is maar niet gelukt is?Het Belgische Dans Dans heeft zich met hun avant-gardistische album Sand op dat gladde ijs begeven, waarbij de titel ook nog eens een verdraaiing van de bandnaam lijkt.
De heren Bert Dockx (Flying Horseman), Frederic Jacques (Mark Lanegan) en Steven Cassiers (DAAU en Dez Mona) hebben de lat vrij hoog gelegd om als luisteraar helemaal in hun muziek te treden. De eigenzinnige muziek van Dans Dans grijpt je uiteindelijk bij de oren. De band geeft het gevoel dat alles altijd anders kan, dat het moet wringen maar dat ze je ook mee mogen voeren op hun beeldende kant van de muziek. Eenmaal horen we stuk herkenning als Dans Dans het van Ennio Morricone bekende ‘Chi Mai’ onder handen weet te nemen.
Wie eenmaal gegrepen wordt door de tegendraadsheid van Dans Dans ontdekt ook met gemak de tijdloosheid van deze bijzondere muziek. Het Belgische trio heeft op dit inmiddels vierde album weliswaar de naam in zand geschreven, maar laten toch een onuitwisbare indruk achter.
Franse Kaas
Franse muziek staat vanwege de taal per definitie in ons land op achterstand. Toch zouden we eens wat vaker over die taalgrens heen moeten stappen. Zeker als het niet gebracht wordt als een traditionele Franse Chanson. De liedjes van Kaas zouden op deze manier heel anders ontvangen worden dan wanneer ze in het Engels zou zingen. Gelukkig blijft deze Franse wereldster dicht bij zichzelf en zijn het toch echt Franse liedjes die we horen op dit nieuwe album dat tevens haar vijftigste verjaardag markeert.
Het album opent met ‘Adéle’ dat met een beetje goede wil in de Americana-hoek had kunnen zitten. Maar Kaas blijft niet bij één stijl. We horen net zo makkelijk wat gospel en soul bij ‘Sans Nous’ als jazz in ‘Ma Meteo Personelle’ of het lichtvoetige poppie ‘Madame Toute Le Monde’ dat ook zomaar in een musical had kunnen zitten.
Om dit album goed te laten klinken, ging Patricia Kaas in zee met twee Britse producers. Jonathan Quarmby gooide vorig jaar hoge ogen met de productie van het debuutalbum van Benjamin Clementine en Fin Greenall die tevens bekend is onder zijn eigen artiestennaam Fink. Toch zoekt Kaas het avontuur op door te werken met liedjesschrijvers en tekstschrijvers waarmee ze nooit eerder werkte. Het geeft een sterk en vooral afwisselend album. Een album dat soms ook de grootsheid van Robbie Williams in zich heeft. Dat is het geval bij het uitbundige ‘La Maison En Bord De Mer’ waarin stevig wordt uitgepakt in grootsheid die de stem van Kaas alle recht doet. Het album Patricia Kaas kan bij voldoende luisteraandacht zomaar uitgroeien tot een groots album dat nog lang na zal naklinken.
Bijzondere priesters
Uit Ierland komt een bijzondere groepje priesters dat zich dan ook The Priests noemt. Deze drie Father’s uit het Noorden van Ierland begonnen met samen zingen toen ze studeerden aan St. MacNissi’s College. In 2008 brachten ze hun debuutalbum uit dat ze een ontzettend groot onverwacht succes bracht. Met Alleluia zijn we bij het derde album van Eugene O’Hagan, Martin O’Hagan en David Delargy aangeland. Op dit album laveren de priesters met hun bijzondere stemmen tussen klassieke-, religieuze- en popmuziek. Reden genoeg om ze toch een stukje verdiende aandacht te geven. Wie met open geest luistert naar dit album zal zich verbazen.
Het album opent met het Cat Stevens nummer ‘Morning Has Broken’ en wordt afgesloten met het Beatles nummer ‘Eleanor Rigby’. Daartussen bevinden zich dertien liedjes die variëren van ‘Ave Maria’ tot ‘Lord of The Dance’. Eenmaal worden de priesters bijgestaan door de Ierse zangeres Moya Brennan in de vertolking van ‘Be Thou My Vision’. Het klinkt onwaarschijnlijk, maar deze drie priesters spelen het klaar om van deze grote verscheidenheid aan muziek toch een coherent geheel te maken. Ook als je je niet thuis voelt in een klooster of kerk. Het gezang van deze mannen zal je toch meer aanspreken dan je bij het lezen van deze recensie zal verwachten. Het advies kan dan ook niet anders zijn dan: luisteren is in dit geval geloven!
Misschien ook iets voor u
De twijfel en de schittering van Europa
Een tijdje – zo ongeveer de jaren negentig – dacht Europa in een posthistorische periode te leven. Alle vijanden waren overwonnen. Dat dit niet zo is, blijkt uit Mathieu Segers’ Europa en de terugkeer van de geschiedenis.
‘Is de orde van Maastricht wel levensvatbaar? Wat is Europese integratie? Wat zou het moeten zijn?’ Vragen die, geeft Mathieu Segers in de inleiding van Europa en de terugkeer van de geschiedenis meteen toe, geen eenvoudig antwoord hebben. Op het eerste oog is dat gek: de Europese Unie is al zo’n beetje vijfenzestig jaar in wording, dat proces zou toch op z’n minst enkele antwoorden moeten kunnen geven?
Europa als toeval
Segers, hoogleraar eigentijdse Europese geschiedenis en Europese integratie in Maastricht, ontkent dat niet, maar legt de nadruk juist op alle onvoorspelbare en onverwachte wendingen die sinds de jaren vijftig zijn gebeurd. Integratie is vaak de uitkomst van ‘onbedoelde uitkomsten van Europese politieke processen’. Oftewel: vooraf opgestelde plannen kunnen vaak meteen weer de prullenbak in. ‘Europa’, dat even suggestieve als ongrijpbare woord, ontstaat door toeval en in crises. Naast academicus is Segers ook columnist voor het Financieele Dagblad en in Europa en de terugkeer van de geschiedenis zijn een aantal van zijn columns verzameld.
Wat meteen opvalt, zeker in vergelijking met Het vervloekte paradijs, een selectie columns van Caroline de Gruyter, is dat Segers een meer academische toon aanslaat. Hij schuwt niet de dagelijkse ontwikkelingen in een academisch kader te plaatsen, ze op die manier te kleuren en uit de oneindige stroom gebeurtenissen te tillen. In een column van begin 2015 bespreekt Segers de paradox dat steeds meer mensen in Europa naar Duitsland kijken voor leiderschap, terwijl dat land minder vat heeft op Europese instituties. Dan concludeert hij: ‘De situatie onderstreept dat Duitsland de positie van Europese hegemoon verworven heeft.’ Wat dat precies betekent, wordt niet helemaal duidelijk – wat een simpel, maar krachtig inkijkje geeft in Segers’ publiek in het FD.
Verschillende zienswijzen
Waar De Gruyter de blaam voor het moeizame functioneren van de EU doorgaans bij de lidstaten legt, wijst Segers eerder naar de supranationale instituten in Brussel. Af en toe steekt hij daarbij een soms verwarrend, soms amusant moraliserend vingertje op. Het legt verschillende zienswijzen op de Europese integratie bloot – en precies dat is de reden dat de vragen die Segers oproept in de inleiding nog geen (definitief) antwoord hebben.
Europa en de terugkeer van de geschiedenis eindigt met een langer stuk, over ‘schemer en schittering’ in Europa. Dit essay is veruit het interessantste uit dit boek: gedurfder, scherper. ‘De Europese schittering komt van de twijfel, en de honger naar kennis en inzicht die daarbij past. (…) De dag dat Europa lui of zelfgenoegzaam wordt in deze zaken, zal de catastrofe opnieuw dichterbij brengen.’ Het essay gaat over dichters en denkers, politici en economen: dat is alles wat Europa is.
Europa en de terugkeer van de geschiedenis
Schrijver: Mathieu SegersUitgever: Prometheus
Prijs: 17,95
Bladzijden: 170
ISBN: 9789035144903
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Kunstenaar met een sociale boodschap
In Museum MORE te Gorssel is momenteel een tentoonstelling gewijd aan de kunstenaar en musicus Johan van Hell (1889-1952). De tentoonstelling draagt zijn naam met als toevoeging ‘Op klare toon’. Deze ‘klare toon’ heeft zowel betrekking op zijn werk als beeldend kunstenaar als op zijn werk als musicus. Bij een musicus is die toon wel duidelijk, maar hoe uitte hij dit in zijn schilderwerk en grafiek?
Johan van Hell werd geboren in Amsterdam en volgde daar zijn schilder-, teken- en muzieklessen. Naast het schilderen, was hij tot aan zijn dood werkzaam als tekenleraar op diverse scholen. Verder speelde hij regelmatig als invaller klarinet in het Concertgebouworkest en gaf hij klarinetlessen bij hem thuis. Vanaf 1918 raakte hij actief betrokken bij de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), de jongerenbeweging van de SDAP. De AJC was een socialistische jeugdbeweging, die tot doel had de arbeidersjeugd op te voeden en te ontwikkelen. Hij maakte pamfletten en affiches. In zijn werk probeerde hij kunst voor iedereen toegankelijk te maken, door een herkenbare wereld van alledag te tonen.
Opkomend onweer, 1921
Ontwikkeling in stijl
De tentoonstelling geeft in drie zalen een mooi overzicht over het leven van Van Hell. Er wordt aandacht besteed aan zijn vroege en latere schilderwerk, zijn grafiek en zijn liefde voor muziek. Dit laatste komt tot uitdrukking door de vele schilderijen waarop muzikanten worden afgebeeld. Tot ongeveer 1925 schilderde Van Hell voornamelijk portretten en landschappen, waarin hij duidelijk nog op zoek is naar zijn eigen stijl. Daarna is er een verandering te zien in zowel zijn manier van schilderen als de keuze van zijn onderwerp. Zijn thematiek hangt nauw samen met zijn socialistische overtuiging en zijn werkzaamheid tijdens de crisisjaren (1929-1940). Van Hell schilderde deze beelden in zijn eigen gestileerde stijl. Hoewel zijn geometrische composities raakvlakken hebben met De Stijl en het Constructivisme, blijven zijn figuren herkenbaar. Dat had ook te maken met het feit dat kunst voor hem toegankelijk moest blijven voor de gewone mens. Vanaf 1940 kiest Van Hell voor meer levendige en gedetailleerde schildertrant. De tentoonstelling zet hiervan een goed overzicht neer. Je ziet duidelijk de tijdgeest van deze jaren in Amsterdam. Van Hell portretteerde de mensen van de straat. Vaak maakte hij ook litho’s van zijn schilderwerken, om ze toegankelijk te maken voor minder draagkrachtigen.
Straatmuzikanten, 1930, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam
Crisisjaren
Het schilderij Man met sandwichbord uit 1922 is het eerste werk waar Van Hell zijn betrokkenheid bij de arme stedeling laat zien. Lopen met een sandwichbord doe je alleen als de nood groot is. Amsterdam wordt op dat moment geteisterd door armoede en werkeloosheid. Het is een somber schilderij. De houding van de man en zijn gezicht laten een en al treurigheid zien. De klompen verwijzen naar armoede, die droeg je alleen als je geen geld had om schoenen te kopen. Het gezicht van de man, de achtergrond, de straat en de klompen tonen duidelijk kubistische invloeden.
De wereldwijde economische crisis die in 1929 ook Nederland trof, veroorzaakte veel werkloosheid.
Vooral arbeiders werden getroffen. De werklozensteun die zij kregen was laag en daarom probeerden zij op allerlei manieren wat bij te verdienen, bijvoorbeeld als straatverkoper, acrobaat of muzikant. De schilderijen: Olieman (1928), Straatmuzikanten (1930), Acrobaten ( 1935) en Fruitkar (1936) tonen duidelijk zijn stijl en thematiek in heldere kleuren.
Fruitkar, 1936, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam
Op klare toon
Van Hell gaf door middel van zijn onderwerpkeuze duidelijk zijn socialistische opvattingen weer. Een combinatie van verhalende kunst weergegeven in heldere kleuren, vorm en inhoud. Hij liet geen groot oeuvre achter, omdat hij aan zijn dubbele talent, kunst en muziek, evenveel aandacht schonk. Ondanks het feit dat zijn werk geen vrolijk onderwerp heeft, wekken de meeste werken, door veel gebruik van felle primaire kleuren, geen verdrietige emoties op.
Johan van Hell, op klare toon
Gezien in: Museum MORE, GorsselNog te zien tot: zondag 12 februari 2017
Misschien ook iets voor u
Verrukkelijk danstheater voor kinderen van 8 tot 88
In Liefde gaan acht performers op zoek naar de liefde. Kinderen kunnen zichzelf herkennen, ouderen in feite ook. Maas theater en dans maakt een heerlijke voorstelling waar je ademloos naar kijkt en helemaal rozig van enthousiasme uitkomt.
Het toneel is kaal met op de achtergrond een brede uit drie treden bestaande trap gemaakt van metalen roosters met een piepklein fonteintje bovenop. Acht jonge performers – dansers, mimers, spelers – lopen rond in het soort kleren dat kinderen graag dragen: behaaglijke vesten en mutsen met berenoren. Sommigen hebben een knuffel die al snel in de hoek wordt gegooid. Het bewegen is aanvankelijk minimaal, iedereen kijkt vooral de kat uit de boom.
Verandering
Dan komen er veranderingen: de bewegingen worden groter, speelser, risicovoller. Sommige jongens worden durfallen die van de trap af springen of vallen. De meisjes gaan mooie jurken dragen. Er is een jongen die ook graag jurken draagt, maar die hem steeds door een van de meisjes worden afgepakt. Uiteindelijk brengt hij haar alles wat hij vindt en zo krijgt ze een prachtig prinsessengewaad met een heel wijde rok.
Het zijn kinderen die we langzaam tot jonge mensen zien uitgroeien. De jongen met de grote bek die iedereen wegduwde ontplooit empathie en het verlegen meisje danst in een opvallende outfit de sterren van de hemel. Het steeds naar ons lachende kind wordt stil en trekt zich terug en de nette jongen krijgt tot zijn verrukking alle meisjes achter zich aan. We zien hoe aanvankelijk iedereen zich uitslooft en laat zien wat ze allemaal durven en kunnen. Later zoeken ze bewust contact met elkaar en proberen ze zelfs te zoenen, aanvankelijk op een prachtig gevonden manier met de handen voor de mond. Een van de jongens is dolenthousiast als het hem echt lukt, hij vormt een hartje met zijn vingers en geeft aan dat ze nu bij elkaar horen, maar het meisje trekt een vies gezicht en veegt haar mond af.
Zielig
Op een discofeest waar iedereen elkaar de loef probeert af te steken met hippe kleren en de allerbeste moves wordt een zwart meisje door de anderen in de steek gelaten. Als ze weer probeert aansluiting te zoeken, lukt dat niet. Een kind naast me verzucht: ‘zielig’. Hoe het zit en waarom dat gebeurt wordt niet uitgelegd. Dat is zowel frustrerend als mooi. In het leven gebeuren vaak onbegrijpelijke dingen. Door het te laten zien en het daarbij te laten, raakt het des te meer.
Waterballet
Liefde is een adembenemende en, soms letterlijk, spetterende voorstelling, waarin je als publiek constant gefascineerd kijkt naar wat er gebeurt, hoe iedereen met elkaar omgaat en op elkaar reageert. Er wordt prachtig en aanstekelijk bewogen en gedanst. Er zijn mooie vondsten: een jongen trekt glimmende rode schoenen aan waarna hij, zoals in het sprookje, niet meer kan stoppen met dansen. Er wordt een potje voetbal gespeeld waarbij de spelers gracieuze posities uit het klassieke ballet aannemen. En we zien een jongen die heel graag wil zoenen, maar het niet durft en het meisje op het laatst dan maar snel op haar billen kust. Wat ze niet kan waarderen.
Aan het einde blijkt het kleine fonteintje ook te zijn gegroeid en kunnen we genieten van een heerlijk waterballet met grappige momenten, maar ook ontroerende, waarin iedereen eventjes het middelpunt van alle aandacht is.
Liefde, danstheater voor kinderen van acht tot achtentachtig: het nieuwe jaar kon niet beter beginnen.
Maas theater en dans - Liefde
Artiest: Maas theater en dansGezien op maandag 02 januari 2017 in De Krakeling, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
De beste tentoonstellingen van 2016
/ 0 Reactiesdoor: De hoofdredactie / beeld: Foto boven: Toon Michiels, Holiday Motel, Las Vegas, Nevada, 1979 0 SterrenTraditiegetrouw heeft de kunstredactie zich gebogen over de bijna onmogelijke vraag: wat waren de beste tentoonstellingen van 2016? Het resultaat is een gevarieerd lijstje met stuk voor stuk imponerende tentoonstellingen die gezamenlijk een representatie vormen van het afgelopen jaar op gebied van kunst. De volgende tien tentoonstellingen zetten wij graag nog een keer in het zonnetje.
Safepassage, Facebook. Ai Weiwei Camps
1. Ai Weiwei – #SafePassage, Foam
Het Foam fotografiemuseum toonde afgelopen jaar een nieuwe reeks foto’s van de controversiële Chinese kunstenaar en activist Ai Weiwei (1957), bekend om zijn sociale projecten, objecten en interventies in de publieke ruimte. In deze fotoserie verbindt hij vluchtelingenkampen in Europa overtuigend aan zijn eigen ervaringen van gevangenschap in China. Ai Weiwei is altijd op zoek naar maatschappelijk kwesties die hij aan kan kaarten, en wat is nu actueler dan de vluchtelingenproblematiek? Met zijn kunst spreekt hij vooral jongeren aan, door gebruik te maken van vluchtige foto’s en het gebruik van de #, wat een directe verwijzing is naar Instagram. Een indrukwekkende tentoonstelling die aan het denken heeft gezet.
Lees hier de recensie: Het systeem versus het individu
2. Toon Michiels – American Neon Signs by Day & Night, Nederlands Fotomuseum
Ontwerper en fotograaf Toon Michiels (1950-2015) reisde in de jaren zeventig van de vorige eeuw langs Amerikaanse autowegen en fotografeerde systematisch de neon signs die zijn pad kruisten. Zijn prachtige serie ‘tweeluiken van vergane glorie’ was te zien in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.
Lees hier de recensie: Magie in licht en donker
Craigie Horsfield, Zoo, Oxford, January 1990, 2008. Photo: courtesy the artist
3. Craigie Horsfield – How the world occurs, Centraal Museum
De eerste solotentoonstelling – bestaande uit zo’n veertig werken – van de Engelse kunstenaar Craigie Horsfield (1949), in de voormalige negentiende eeuwse stallen van het Centraal Museum in Utrecht, kwam ongenadig hard binnen. Een relevante tentoonstelling, nog te zien tot en met zondag 5 februari 2017 in het Centraal Museum.
Lees de recensie: Kunst als grenservaring
4. Robin de Puy – If this is true… 10.000 km door Amerika op een motor, Fotomuseum Den Haag
Fotografe Robin de Puy (1986) trok 10.000 kilometer door Amerika. Alleen, op een motor, met de camera paraat en op zoek naar nieuwe beelden. Fotomuseum Den Haag toonde de uitkomst van deze opzienbarende reis: veel weirdo’s met bijzondere uitdrukkingen en in ontwapenend zwart-wit.
Lees hier de recensie: Beeldmaker op de vlucht
Jheronimus Bosch, Adoration of the Magi, ca. 1470-80, New York, The Metropolitan Museum of Art, John Stewart Kennedy Fund, 1913. Photo Rik Klein Gotink and image processing Robert G. Erdmann for the Bosch Research and Conservation Project.
5. Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie, Het Noordbrabants Museum
Het leeuwendeel van de schilderijen en – minder bekende – tekeningen van Jheronimus Bosch waren te zien in een publiekstrekker in de plaats waar hij geboren werd en werkte: ’s-Hertogenbosch. Mooi vormgegeven tentoonstelling die uitnodigde om je in Bosch’ werk en tijd te verdiepen én er met volle teugen van te genieten.
Lees de recensie: Hemel en hel
6. Fra Bartolommeo – De goddelijke renaissance, Museum Boijmans Van Beuningen
Fra Bartolommeo (1473-1517) werd aan het begin van de 16e eeuw geroemd om zijn fenomenale schilderkunst. Hij ging daarbij niet over één nacht ijs, maar maakte uitgebreide voorstudies van zijn personages en composities. Prachtige, soms zelfs wat onbeholpen tekeningen en enkele schilderijen van de Italiaanse tijdgenoot van de grote Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël in een fraaie overzichtstentoonstelling in Rotterdam. Museum Boijmans van Beuningen heeft een indrukwekkende tentoonstelling in huis, welke nog te zien is tot zondag 15 januari 2017. Neem er de tijd voor om alles te bekijken, en de uitgebreide tekstbijschriften te lezen.
Lees de recensie: Een monnik met talent
Eye Love You, heruitgave Uitgeverij Lecturis (2016)
7. Parademuseum: Eye Love You – Ed van der Elsken, Theaterfestival de Parade
Theaterfestival De Parade was afgelopen editie een nieuwe attractie rijker: het Parademuseum. Geen statische tentoonstelling van beelden uit de oude doos, maar een korte, hevige ervaring die de zintuigen prettig overrompelde. In 2016 verzorgde het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam de aftrap met een dynamische presentatie van het werk van fotograaf en filmer Ed van der Elsken (1925-1990).
Lees hier de recensie: Lust for life
8. Jan Toorop, Gemeentemuseum Den Haag
Jan Toorop (1858-1928) is in Nederland vooral bekend geworden door zijn affiche voor de Delftsche slaolie. Wie denkt dat dit zijn werk zo’n beetje omvat, vergist zich schromelijk. De overzichtstentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag opende vele ogen. De werken die het museum bijeen had weten te brengen waren indrukwekkend.
Lees hier de recensie: Balancerend tussen werkelijkheid en symboliek
Erich Heckel-Vlaamse-vlakte-1916-tempera en olieverf op doek – Stadtisches Museum Abteiberg.
9. Wilden. Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’, Museum de Fundatie
Museum de Fundatie kreeg het voor elkaar de aandacht van de bezoeker steeds te verleggen en toch vast te houden. Expressionisme, de kunsthistorische canon, maar ook de achtergrond van WO I en een combinatie met verrassend tegengesteld werk maakte van Wilden een imponerende tentoonstelling. De tentoonstelling was inhoudelijk sterk, met prachtige en belangrijke stukken van de Duitse expressionisten en een maatschappelijke en ideologische lading.
Lees de recensie: Idealisme verandert van kleur
10. Amy Winehouse – A Family Portrait, Joods Historisch Museum
Geen glitter en glamour, geen ode aan de dode, maar een gewone familiegeschiedenis. Dat is wat de tentoonstelling over Amy Winehouse in het Joods Historisch Museum wilde laten zien. De bezoeker kreeg een kijkje in haar privéleven en zag haar als tiener en jonge vrouw die nog niet is beïnvloed door de enorme media-aandacht en sensatiezucht die haar later fataal werden. Een ontroerende tentoonstelling, veroorzaakt door haar eenvoud.
Lees hier de recensie: Een doodgewoon joods meisje
De 8WEEKLY-kunstredactie selecteert de beste tentoonstellingen van het afgelopen jaar
Misschien ook iets voor u