renaissance_rijksmuseum_twenthe
Kunst / Expo binnenland

Een nieuwe lente, een nieuw geluid?

recensie: In het hart van de renaissance
renaissance_rijksmuseum_twenthe

Was de Italiaanse renaissance louter vernieuwend of had deze ook behoudende kenmerken? Gastconservator Bram de Klerck van de tentoonstelling In het hart van de renaissance in Rijksmuseum Twenthe in Enschede lijkt deze vraag bevestigend te beantwoorden.

De tentoonstelling met vijfenveertig schilderijen, voornamelijk uit de Pinacoteca Tosio Martinengo (Brescia), begint met een prachtig Portret van een jonge man met fluit van Giovanni Giralomo Savoldo. Een schilderij dat een krachtige uitdrukking toont van het nieuwe mensbeeld dat zich in de vijftiende en zestiende eeuw ontwikkelde: dat van een zelfbewust individu. In de rechter bovenhoek van het schilderij is een stapeltje boeken afgebeeld, dat lijkt te willen zeggen: dáár doen wij het als humanisten mee, naast of in plaats van de Bijbel.

renaissance_rijksmuseum_twenthe

Giovanni Battista Moroni –
Portret van een endelman de magistraat – 1560 Pinacoteca Tosio Martinengo, Brescia.

Bijbelse en klassieke afbeeldingen

Toch koos De Klerck opvallend veel schilderijen met Bijbelse voorstellingen, waaronder twee vroege werken van Rafaël: een Zegenende Christus (ca. 1505-’06), die op alle uitingen over de tentoonstelling afgebeeld staat, en een Engel (1501) van een schoonheid zonder weerga.
Kenmerkend voor de Italiaanse renaissance is natuurlijk ook de invloed van de klassieke oudheid, die je onder meer terugvindt in een Romeins epitaaf (grafsteen) op een Portret van een vrouw als Salomé en in een classicistisch gebouw op Lijdende Christus, allebei van Alessandro Moretto uit Brescia.

Realisme, kleur en licht

Een ander, nieuw aspect dat de Italiaanse renaissance kenmerkt en in de uitgebreide bijschriften bij de schilderijen wordt benadrukt, is het realisme. Dat gaat soms zó ver, dat minder fraaie lichaamskenmerken niet worden verdoezeld, maar pontificaal worden getoond. Zoals de bult op het voorhoofd van de magistraat die Giovanni Battista Moroni uit Bergamo schilderde.
Naast dergelijke aandacht voor realisme en details, vallen de kleur- en lichteffecten op, waarmee deze worden benadrukt. Opvallend is bijvoorbeeld dat het licht op de Maaltijd van de Emmaüsgangers van Moretto, die overigens plaatsvindt in een classicistisch decor, niet van links – zoals meestal – maar van rechts komt.

Topstukken?

Toch kun je niet zeggen, zoals de begeleidende flyer bij de tentoonstelling juichend doet, dat het hier louter en alleen om vijfenveertig ‘topstukken uit de zestiende eeuwse schilderkunst gaat’. Daarvoor vallen de soms onbeholpen op de romp geplaatste mannenkoppen te veel op, of grove mannenhanden bij een fijn vrouwenlichaam, en massieve baarden waarvan de haartjes niet afzonderlijk zijn weergegeven.
Dat zegt niet alleen wat over schilders als de Nederlander (!) Sustris en Savoldo, die bij ons niet of nauwelijks bekend zullen zijn, maar ook over de kwaliteit van de collectie in het museum van Brescia.

renaissance_rijksmuseum_twenthe

Moretto St. Nicolaas presenteert leerlingen van Rovelli aan Madonna met kind -1539 Pinacoteca Tosio Martinengo, Brescia.

Kunsthistorische accenten

Zoals de opzet en opstelling van de tentoonstelling iets zegt over de achtergrond van de gastcurator: een kenner van de Italiaanse renaissance, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen, maar geen curator. Dat uit zich niet alleen in de uitgebreide tekstbijschriften, maar ook in een wat rommelig overkomende opzet, waarin je dan weer een chronologisch, dan weer een per kunstenaar gerangschikt geheel meent te ontdekken, en dan weer een thematische opzet met alle portretten, annunciaties en kruisigingen bij elkaar. Een opzet die echter niet wordt – of kon worden – volgehouden door het grote aantal voorbeelden in verhouding tot de beschikbare ruimten.

Ook een zekere hang naar volledigheid valt waarschijnlijk op de kunsthistorische nadruk die De Klerck legt, terug te voeren. Zo staat naast Portret van een geharnaste man van Pietro Maria Bagnatore ook daadwerkelijk een harnas. Dit verwijst naar het feit dat zowel Brescia als Milaan centra waren van de fabricage van wapenuitrustingen. Iets soortgelijks gaat op voor een enkele verdwaalde torso en buste om te benadrukken dat schilderijen soms zijn geïnspireerd op de beeldhouwkunst. Dit zijn contextuele elementen die niet echt een toevoeging vormen.

Toch heeft elk nadeel zijn voordeel: door het relatief kleine aantal werken, dat ook nog eens met grote tussenruimtes is opgehangen, wordt je als bezoeker als het ware uitgenodigd goed te kijken en terug te lopen: waar zag ik zo’n ouderwetse banderol nog meer?
Op die manier voel je je als bezoeker zeker niet bekocht. Want hoe vaak zie je zulke Italiaanse renaissancewerken nu in ons land?

adler_de_huid
Boeken / Non-fictie

Nuttig advies van een huidspecialist

recensie: Yael Adler - De Huid
adler_de_huid

Je lichaam insmeren met voedende olie, anti-rimpelcrème op je gezicht en regelmatig een verfrissende douche. Goed bezig, denk je? Helemaal niet, volgens dermatoloog Yael Adler. Sterker nog, het brengt je huid ‘opzettelijk lichamelijk letsel toe’. De Duitse huidarts is streng in haar openbarende boek over de huid.

De Huid, een inmiddels immens populair boek bij onze oosterburen, is nu ook in het Nederlands te lezen. Dat is fijn, want Adlers bestseller bevat talloze nuttige wetenswaardigheden, do’s en don’ts om je huid en gezond en mooi te houden en een flinke dosis humor.

Boeiende biologieles

Volgens Yael Adler kunnen we veel aan onze huid aflezen. Ze is een spiegel van onze ziel, verraadt wat we eten en drinken en zelfs hoeveel seks we hebben. Hoe dit mogelijk is, beschrijft Adler op een inzichtelijke en toegankelijke manier. Ze is direct, durft gevoelige onderwerpen aan te snijden en formuleert heldere zinnen. Adler geeft ons inzicht in de werking van ons grootste orgaan. Zo beschrijft ze uit welke lagen onze huid is opgebouwd, welke invloed hormonen in ons lichaam hebben en hoe littekens ontstaan. Al lezend leer je dat op onze opperhuid veel micro-organismen leven die noodzakelijk zijn voor onze gezondheid. Vandaar ook dat teveel smeren en wassen je huidbarrière verstoord, stelt Adler. Door het informatieve karakter doet De Huid denken aan een interessante biologieles gegeven door een zeer gedreven en enthousiaste lerares waarbij je op het puntje van je stoel zit.

Huidverzorging: Less is more

Naast een uitleg van de werking van onze huid, geeft Adler ook tips om je huid gezond en mooi te houden. Deze adviezen resulteren vooral in dingen die je beter niet kunt doen. In een wereld met een ontplofte cosmetische industrie waar je door de bomen het bos niet meer ziet, is het zowel een verademing als een schok om te lezen dat er geen reinigingsmelk op kan tegen kraanwater en een handdoek. Adler legt uit dat veel huidverzorgingsproducten slechte stoffen bevatten zoals alcohol, zeep en geur- en kleurstoffen. Hiermee beschadig je je huid eerder dan dat je haar goed doet.

Huidkanker voorkomen

Te veel wassen en smeren is echter niets vergeleken bij de schade die de zon kan aanrichten, leer je bij lezen van De Huid. Een open deur misschien, maar wel een belangrijke boodschap die niet vaak genoeg benadrukt kan worden. In Nederland is, na borstkanker, voor vrouwen huidkanker de meest voorkomende kankersoort. Bij mannen staat melanoom op nummer drie in de top tien van meest voorkomende vormen van kanker. Adler legt uit hoe melanomen ontstaan, hoe je je huid erop kunt testen en vooral hoe je je er tegen kunt beschermen. Zeker geen overbodige luxe in een tijd waarin we steeds massaler reizen en vakantie houden in tropische landen. Ook in dit serieuze deel van het boek, ontbreekt de humor niet. Alder vergelijkt de billen van hoogbejaarden met de gezichtshuid van dertigers. De huid van oude billen is nog steeds ‘glad, wit, smetteloos en ongerimpeld’ terwijl de gezichtshuid van jonge mensen al vlekjes en rimpeltjes vertoond als gevolg van zonlicht.

Hoe interessant en toegankelijk Adler’s boek ook is, De Huid kun je niet in één ruk uitlezen. De grote hoeveelheid informatie, maakt dat je het boek af en toe moet wegleggen om alles wat je hebt gelezen te verwerken. Een goede investering en geld besparend is de aanschaf van dit boek in ieder geval, want na het lezen van De Huid zal je voortaan louter een opgeruimd en sober badkamerkastje hebben.

Muziek / Concert

Zomerse indieliedjes

recensie: Satellite Stories@Paradiso

Na een zonnige lentedag staat de kleine zaal van Paradiso bijna vol met voornamelijk hippe tienerjongens en –meisjes. Het weertje sluit perfect aan op de hoofdact van vanavond, waarvan het repertoire bestaat uit vrolijke indieliedjes. Denk aan Vampire Weekend en Two Door Cinema Club.

Met een gloednieuw uitgebrachte single op zak en een album dat dit voorjaar uitkomt, doet het Finse Satellite Stories een voorjaarstour door Europa. Al sinds 2011 timmert de band aan de weg. Dat ze inmiddels al een behoorlijke fanbase hebben opgebouwd, is te zien aan het aanwezige en enthousiaste publiek.

Groot contrast

Het eveneens Finse The Holy opent de avond. Met zes man sterk (of eigenlijk: vijf man en één vrouw), waarvan maar liefst twee drummers, zet de band een stevig rockgeluid neer. Hier en daar doet het wat denken aan U2. Nummers met weinig tekst en veel muzikaal geweld. Met hun brutale uitstraling en professionele podiumpresentatie is de kans groot dat we deze act over een paar jaar terugzien in de Bravo in Biddinghuizen. En dat terwijl ze eigenlijk nog maar pas bezig zijn.

Een groter contrast met de hoofdact is haast niet te bedenken. De vier jongens, want zo zien ze eruit, zetten een set van ruim een uur neer. Een flink groot deel  van deze tijd wordt opgevuld met catchy riffjes, oh’s en ah’s en overmatig gebruik van kopstem. Het is dansbaar, het is vrolijk en zou zeker ook in de smaak vallen bij het festivalpubliek. Wel een heel ander publiek overigens.

Net niet

Maar het is het allemaal net niet. Muziektechnisch is het geen hoogstandje. De gitaar is af en toe vals en de zang wankel. De band laat genoeg steekjes vallen en speelt op vele momenten niet strak.

Het geluid mist wat body, doordat in sommige nummers maar met drie instrumenten wordt gespeeld. Wanneer de frontman er ook een gitaar bij pakt wordt het al iets beter. Maar ook de natuurlijke charme ontbreekt bij de jongens. Ze doen net iets te hard hun best en het iets te theatrale maakt het af en toe ongemakkelijk om naar te kijken.

Het lijkt het publiek allemaal niet te deren. De zaal gaat volledig los en niemand staat stil. Zowel de jonge tieners als het handjevol oudere bezoekers zingen de meeste refreinen mee. Hier staan de echte fans van de band, dat is duidelijk. Dat het optreden muzikaal geen schoonheidsprijs verdient, wordt blijkbaar goed gemaakt door iets anders, wat door ondergetekende niet helemaal wordt begrepen.

Na deze dosis aan net iets te vrolijke liedjes, is het einde van de set daar. Tijdens het laatste refrein van de toegift springt de frontman, als laatste poging om toch nog een beetje rock’n’roll te zijn, het publiek in, om daar zijn slotakkoord te spelen. Maar de fans hebben nog niet genoeg gehad en na een korte pauze komen de jongens dan nóg een keer terug. Na deze extra encore is het dan toch echt klaar. Toegegeven, het is ook wel eens fijn om gewoon lekker te dansen op hele blije liedjes, en Satellite Stories laat je precies dat doen. Maar de beoordeling van 3.5 sterren is toch echt naar boven afgerond door het toffe voorprogramma.

Barry Hay
Boeken / Non-fictie

Sprankelend kwajongensboek

recensie: Sander Donkers - HAY
Barry Hay

HAY heet het boek dat Sander Donkers schreef over het leven van Barry Hay, de zanger van Golden Earring. Als ondertitel kreeg het boek Biografie van de grootste rockster van Nederland. Daar is geen speld tussen te krijgen.

In zo’n honderd uur vertelde Barry Hay zijn levensverhaal aan Sander Donkers. Grotendeels werden die gesprekken gevoerd op Curaçao waar de familie Hay tegenwoordig woont. Alleen voor een goed geplande set van optredens keert Barry Hay een aantal keer per jaar terug naar Nederland. Dit is niet helemaal uniek want George Kooymans, zijn maatje in de band, woont een groot deel van het jaar in Italië.

Kwajongensboek

Laten we maar met de deur in huis vallen: het boek van Donkers leest als een kwajongensboek! Het is vlot geschreven en houdt je als lezer nauw betrokken bij het wel en wee van Hay tijdens alle fases van zijn leven. Hay lijkt nergens terughoudend over te zijn. Hij vertelt in detail over zowel zijn bestaan in de band als zijn privéleven. Alle hoogtepunten en dieptepunten komen aan bod.

We lezen over de geboorte van Barry in Bangalore als zoon van Philip en Sophia Hay. Lang zal hij echter niet een vader én een moeder hebben. Sophia keerde al snel terug naar Nederland en voedde daar Barry op. Zijn vader werd door zijn moeder afgeschilderd als een boeman – een beeld dat voor hem vele jaren standhield, totdat hij erachter kwam dat zijn vader hem in werkelijkheid maandelijks schreef. Toen Barry met behulp van het programma Opsporing Verzocht de zoektocht naar zijn vader wilde inzetten, bleek dat die al in 1980 was overleden. Een hereniging heeft er dus niet meer ingezeten. Het tekent allemaal wel het leven van Hay.

De relaxte sfeer waarin Hay zijn verhaal heeft gedaan aan Donkers loopt als een rode draad door het boek. Even wanen we ons in de wereld van het huidige leven van Hay om vervolgens weer ergens terug in de tijd te gaan. Een groot deel van het boek is natuurlijk ook gewijd aan de historie van de band Golden Earring. Van de start tot aan het grote succes, en van de escapades in Amerika naar het doorbraakalbum The Naked Truth, dat de band uit de schulden wist te halen.

Ook kun je in HAY lezen over de zakelijke beslommeringen met Freddie Haayen en Willem van Kooten en de nuchtere benadering van Rinus Gerritsen, die de boekhouder van de band genoemd kan worden. Laatstgenoemde wist de successen uiteindelijk ook om te zetten in geldelijke geneugten voor de bandleden zelf, in plaats van alleen voor alle mensen om hen heen.

Openhartig sprankelend verhaal

Bovenal is HAY een boek geworden over de mens Barry Hay. De ruwe rock-‘n-rollster blijkt in werkelijkheid een zachtaardig mens te zijn met een groot hart. Zo kunnen we lezen over zijn vriendschappen met Alfred Lagarde, Herman Brood, Thé Lau en Harry Muskee. En over zijn enorme zorg voor dieren, die soms het idiote vormen kan aannemen als bijvoorbeeld een vogeltje tegen een raam is gevlogen.

Maar het boek gaat ook over het liefdesleven van deze rockster. Van alle vriendinnetjes, liefdes en vrouwen voor één nacht naar zijn standvastige relatie met de liefde van zijn leven, waar hij heden ten dage nog steeds mee is: Sandra. Zijn twee dochters komen uitgebreid aan de orde, maar ook een afgebroken zwangerschap van Sandra als gevolg van een te laat onderkende ziekte, waarvan ze negen maanden zal moeten herstellen.

Hay praat tevens openhartig over zijn drank- en drugsgebruik. Over zijn uitspattingen en over de getemde leeuw die hij op de dag van vandaag is. Over zijn angst voor het ouder worden en de zorg om zijn gezondheid.

Het boek eindigt met het moment dat Golden Earring een jubileumconcert geeft in de Ziggo Dome: een drie uur durende rockshow, zonder grote opsmuk en met alleen maar geweldige muziek, zoals het de band betaamt. Dit is de vooravond van een periode waarin George Kooymans met Boudewijn de Groot en Henny Vrienten als Vreemde Kostgangers door het land zal trekken.

Lees dit geweldige boek terwijl je luistert naar de verzamelbox met 29 cd’s, waarop het levenswerk van Golden Earring dit jaar werd verzameld. Een waardige combinatie, en een onvergetelijke leeservaring over werkelijk de grootste rockster van ons land. Knap werk van Donkers om er zo’n sprankelend verhaal van te maken!

Boeken / Non-fictie

Laat ons dwalen

recensie: René ten Bos - Dwalen in het antropoceen

In Dwalen in het antropoceen verdiept René ten Bos zich in het tijdperk waarin de mens zijn stempel op de aarde drukt. Hij neemt je mee op wandeltocht, steeds dieper het bos in. Op het moment dat je verdwaald bent, laat hij je hand los.

De nieuwe Denker des Vaderlands René ten Bos schetst met zijn nieuwste werk een uitgebreid, spannend en kritisch beeld van de confrontatie tussen de mens en zijn omgeving. De term antropoceen verwijst naar het tijdperk in de geologische geschiedenis van de aarde waarin de mens invloed is gaan uitoefenen op de planeet. Het boek leest als een ontdekkingsreis. Ten Bos schotelt geen pasklare oplossingen voor en is voortdurend in discussie met zijn eigen gedachten. Hij toont zich een waar filosoof, doordat hij geen afgebakende mening tentoon stelt, maar juist tegen alles wat neigt naar omlijning ín denkt.

Tijdperk van desoriëntatie

Volgens Ten Bos is de moderne mens de weg kwijt. We hebben geen idee wie we zijn, waarnaar we op weg zijn en overzien niet wat we met de aarde doen. Onze tijd is er een van crises. Ontelbare diersoorten sterven in rap tempo uit, de oceanen verzuren en zitten vol met plastics en het klimaat warmt steeds verder op, met smeltende poolkappen en ongekende droogtes tot gevolg. Daarbij lijkt het of we achter de feiten aanhollen en alsmaar bezig zijn oplossingen te bedenken voor steeds weer nieuwe problemen. Tot een begrip van onszelf en de verhouding met onze omgeving komt het niet.

Ten Bos beschrijft lopende discussies over dit tijdperk die in verschillende wetenschapsgebieden gaande zijn. Niets staat vast, behalve het feit dat de mens en al het andere tot hetzelfde geheel horen en met elkaar verbonden zijn. ‘Van dat ecosysteem weten we dat het in ieder geval een catastrofale tendens vertoont.’ En een catastrofe leidt onherroepelijk tot een verlies van oriëntatie. Het is aan de mens om daarin een weg te vinden.

Wantrouw iedereen die denkt de weg te weten

Je zou misschien denken dat de Denker des Vaderlands in zijn boek zelf met een oplossing komt voor de toekomst. Dat is niet zo. Zoals gezegd neemt hij je mee op weg, tot het moment dat je zelf totaal de weg kwijt bent. Precies dat verdwalen is waar het om gaat. Tal van boeken zijn volgeschreven over de juiste richting voor de mens. Blauwdrukken voor de toekomst zijn tot in detail uiteengezet. Maar precies die ideeën máken dat we niet weten waarheen we moeten.

Ten Bos geeft in zijn boek een pleidooi voor het ronddolen. Hij haalt de beroemde filosoof Descartes aan, die een oplossing bedacht voor de verdwaalde wandelaar in het bos. Direct een rechte lijn uitstippelen zou de redelijkste oplossing zijn om het bos uit te geraken. Wáár men dan belandt doet er niet toe, als het oriëntatieverlies maar ophoudt, want dat is het ergste wat de mens kan overkomen.

Ten Bos stelt juist het tegenovergestelde. De verdwaalde moet een boom opzoeken om onder te gaan zitten. Vanuit daar kan hij de omgeving gaan verkennen en accepteren dat hij de weg niet kent. Voor de mens in het antropoceen is het net zo. ‘De grote kunst wordt het om een verantwoordelijkheid te accepteren die niet meteen een richting inslaat of een vaste koers vaart.’ Laten we dus dwalen, opdat we onszelf en de ons omringende natuur leren kennen. Pas daarna kunnen we de juiste weg bepalen. Dwalen in het antropoceen leest als een schitterende, filosofische zoektocht. Ik raad het iedereen aan om zich mee te laten voeren door Ten Bos, want ontdekkingsreizen van dit kaliber zijn zeldzaam, waardevol en hoopgevend.

Boeken / Fictie

Labyrint van mogelijke levens

recensie: Paul Auster - 4321

Met 4321 heeft Paul Auster een grote, ambitieuze roman geschreven, die zijn postmoderne en tegelijk Dickensiaanse pretenties niet geheel waarmaakt.

Wie van ons mijmert niet af en toe over de grote rol van het toeval. Als ik die lekke band niet had gekregen, dan… Als het toen geregend had, dan… Je kunt er eindeloos mee doorgaan en je autobiografie herschrijven op basis van een klein verschil. Een heerlijke bezigheid, even doen alsof we ons eigen leven kunnen sturen en controleren. In de fantasie wel te verstaan.

 

Paul Auster heeft zich op dit pad begeven. Hij publiceerde een lang verhaal over het leven van zijn alter ego Archie Ferguson, kleinkind van joodse immigranten en getuige van de maatschappelijke omwentelingen in de VS van de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. En hij deed dat heel vernuftig door als Almachtig Auteur zijn held niet een, maar vier levens te schenken.

 

Naam vergeten

In het jaar 1900 komt de grootvader van Archie vermoeid van de lange reis vanuit Minsk aan bij de immigratiedienst op Ellis Island. Een medepassagier had hem aangeraden zijn naam te veranderen in Rockefeller, dat bekt lekker in de VS. Maar het lukt niet. Gevraagd naar zijn naam antwoordt hij in het Jiddisch: “Ich hob fargesn!’ Vergeten! Ichabod Ferguson, schrijft de ambtenaar in de papieren. Dat is het begin van een familiegeschiedenis, zorgvuldig geconstrueerd uit de vele opties binnen het universum van mogelijkheden. Het ging zó, schrijft Auster. Maar dan, in de volgende paragraaf, ontdekt de lezer dat het toch anders zit. Vermoeiend, om steeds afwisselende versies van hetzelfde uit elkaar te houden.

 

Toevallige ongelukken

Archie krijgt zijn vier levens volgens een strak schema toegewezen. Helaas staan er geen paginavermeldingen voor iedere paragraaf. Dat heeft tot gevolg dat je na de eerste honderd bladzijden het spoor bijster raakt. Welke Archie is dit ook alweer? Wie ooit hevig bladerend zijn weg probeerde te vinden in de vele lange namen uit de Russische romans kan hier zijn lol op. Gelukkig heeft Auster de toevalligheden die de levens van zijn protagonist een verschillende wending moeten geven bijna uitsluitend gezocht in plotselinge ongelukken. Moord en brand, autocrashes en slechte huwelijken die eindigen in scheiding. Dat is niet zo subtiel, maar vergemakkelijkt wel de herkenbaarheid. Nu is de Archie zonder vader bezig. En hier hebben we de Archie die twee vingers mist. Enzovoorts.

 

Vervelend opscheppertje

Wat is dit voor een verhaal? Een gedeconstrueerde Bildungsroman? Een parodie op de Great American Novel? Hoe een leven in vier versies zich afspeelt zou aanleiding kunnen geven tot diepzinnige gedachten over gefragmenteerde of zelfs afwezige identiteit. Maar de roman bevat weinig diepzinnigheid. En het door Auster beoogde tweede thema, de geschiedenis van de VS? Oppervlakkige opsommingen van gebeurtenissen die we al wisten. De Cubacrisis. De moord op Kennedy. Studentenprotesten in 1968.

 

Archie is een aardige jongen die veel leest. Maar hoe al die boektitels in hem doorwerken komt niet ter sprake. Hetzelfde geldt voor muziek, schilderkunst, theater en een religieuze ervaring. De auteur en zijn personages zijn daardoor de spreekwoordelijke omgevallen boeken- platen- en kunstcatalogus-kasten geworden. En langzamerhand ontstaat bij de lezer een minder gunstig beeld van deze Archie en toch ook wel een beetje van Paul Auster. Wat een vervelende opschepperige cultuurconsument, alsmaar bezig te imponeren met zijn geestelijke bagage.

 

Auster’s stijl krijgt door de vele opsommingen en vermeldingen, en door zijn alles-moet-kloppen-structuur iets gejaagds. De vier levensverhalen lezen gemakkelijk weg, het is onderhoudend en er gebeurt van alles. En toch wekt de roman als geheel de indruk van een motor die stationair staat te draaien.

Theater / Voorstelling

Duister bewegingstheater moet even op gang komen

recensie: Ann Van den Broek / WArd/waRD - Accusations

Vier lichtgevende balken vormen tezamen een ruit op de vloer in een verder compleet verduisterde ruimte. Het getik van twee zware hakken verraadt de komst van een personage op de vloer; een vrouw gaat in de verlichte ruit staan en spreekt: “I have failed.”

Accusations is een bewegingsperformance door het Vlaamse collectief WArd/waRD onder leiding van Ann Van den Broek. Zeven performers lepelen in oneliners kritiekpunt na kritiekpunt op, beschuldigingen zo je wilt. Allen gericht op het eigen falen en de persoonlijke strijd met het leven.

Filosofie van de koude grond

De performers lopen in een trein achter elkaar, van voor naar achteren, om de beurt in de verlichte ruit stappend om een beweging te doen of een zin te uiten. Dit repetitieve proces krijgt je zo nu en dan in een soort trance, maar ook minstens zo vaak raak je daar weer uit. Dat komt doordat de tekst net iets teveel in de leegte blijft hangen. De oneliners hebben het aura van diepzinnigheid, maar weten moeilijk te prikkelen: het blijft bij filosofie van de koude grond. Mede hierdoor wil het spel van de zeven performers niet direct overtuigen. De verbeelde emoties van wanhoop en ongeluk blijven in eerste instantie niet meer dan dat: een verbeelding.

Hard, pijnlijk en eenzaam

Maar in de loop van de voorstelling komt hier langzaamaan een kentering in. De voorstelling stapt van het kleine spel af en gaat het publiek meer confronteren. Soms heel letterlijk met een net te harde bas, onaangenaan scherpe geluiden of met een fel licht in de zaal geworpen. Aangenamer voor de zintuigen is het prachtige en intense nummer opgevoerd door Gregory Frateur. Tegelijkertijd gaan de andere performers kapot op het podium. Waar emoties de eerste helft nog niet binnenkwamen, zijn ze nu buitengewoon echt, rauw en confronterend. Vooral wanneer een van de spelers eindeloos de grond begint te neuken: hard, pijnlijk en eenzaam. Op zijn hoofd staat een camera gericht en zijn gezicht – immens groot geprojecteerd op het witte doek op de achtergrond – is griezelig emotieloos en verdrietig tegelijk: het gevoel van diepe eenzaamheid in een paar simpele beelden, krachtig gevangen.

Zo weet Accusations na een matige eerste helft, toch op indrukwekkende wijze de duistere hoeken van de menselijke geest te verbeelden.

Theater / Voorstelling

Klein toneel met een groots effect

recensie: RO Theater - Find me a boring stone

De kracht van Find me a boring stone is dat het niet emotioneel of sentimenteel hoeft te worden om te kunnen ontroeren. Het verlies waarmee de man (gespeeld door Gouden Kalf-winnaar Gijs Naber) worstelt komt al tot uiting in zijn mimiek en houding, maar ook in de sterke tekst van Rik van den Bos en in de kleine, breekbare liedjes van Stan Vreeken.

Twee jaar geleden maakten schrijver Rik van den Bos en acteur Gijs Naber al eerder indruk met het stuk Leger. Ook hier ging het om een man die door een vreselijke gebeurtenis buiten de maatschappij was geraakt, maar dat wil niet zeggen dat Van den Bos en Naber nu enkel en alleen hun succesformule hebben herhaald. Integendeel, waar Leger gekenmerkt werd door het trauma en de frustraties van een ex-militair, is het thema van Find me a boring stone verlies en gaat het om een man die net zijn moeder heeft verloren.

 

De eenzaamheid van de stad

Find me a boring stone pakt je al vanaf het begin. In de hoek zit een man in een vaal t-shirt als Stan Vreeken een klein, bijna nostalgisch lied over twee kinderen en hun ouders begint te zingen. Met minimale middelen roept Vreeken zowel bij de man als het publiek het verlangen naar een jeugd op, waarna de man begint te praten. In plaats van dat hij het over zijn emoties en verlies heeft, kijkt hij uit over de stad en vertelt over de mensen die er wonen. Hij stelt zich allerlei individuen voor; van de sportschooljongens op hun scooters (met een kleedje over de benen tegen de kou) tot de eenzame vrouwtjes die hun dagen invullen met het schoonmaken van hun huis. Zo volgt een hele opsomming van allerlei soorten mensen. Telkens is er maar één zin nodig om ze treffend te karakteriseren. Hoewel al deze individuen allemaal onderdeel uitmaken van een grote stad, hebben ze allemaal iets kwetsbaars en zijn ze toch vooral eenlingen.

 

Zoektocht naar een verhaal

Nog treffender is hoe de man op een bijna stream of consciousness-achtige wijze stukje bij beetje zijn verhaal in dat van de anderen voegt. Zo schets hij een dag die aanvankelijk willekeurig lijkt. Hij heeft het over hoe iedereen aan het werk gaat, boodschappen haalt en de kinderen naar school brengt, om vervolgens subtiel duidelijk te maken dat die ‘willekeurige’ dag de dag is waarop zijn moeder begraven werd en er tussen al die mensen die met hun dagelijkse sores bezig waren een begrafenisstoet reed.

Door steeds even in en uit te zoomen, probeert de man zijn verlies onder woorden te brengen en er een verhaal van te maken waarmee hij kan leven. Hij vermijdt daarin grote emoties als woede en barst evenmin in tranen uit, maar dat hoeft ook niet. Sterker nog: dit is juist een heel goede keuze van regisseur Erik Whien en Gijs Naber voert dit ijzersterk uit. Zijn verdriet zit in het kleine, in zijn blik, houding en zijn intonatie. Daarbij heeft Whien er goed aan gedaan om Stan Vreeken het verlies van en de herinnering aan zijn moeder muzikaal te laten verwoorden, want (en ik blijf het herhalen) dat doet Vreeken ontzettend mooi en breekbaar.

Boeken / Fictie

Het geheime leven van een minister

recensie: Nelleke Noordervliet - Aan het eind van de dag

Nelleke Noordervliet kruipt in Aan het eind van de dag in de huid van Katharina Mercedes Donker, voormalig minister. Geconfronteerd met een ambitieuze jonge vrouw die haar biografie wil schrijven beseft ze hoe haar strijdbare leven, haar machtshonger en de verwaarlozing van haar kinderen in de openbaarheid dreigen te komen. Het wordt een moeizame strijd tussen twee vrouwen, een oude rot en een jong talent.

Noordervliet laat zien hoezeer ze eigenlijk op elkaar lijken. Geen feministische solidariteit maar een loopgravenoorlog onder de dekmantel van beleefde oriënterende gesprekken. Ondertussen delft mevrouw Donker haar leven op in een poging de balans op te maken en gevaarlijke kwetsbaarheid in te schatten.

 

Loopgravenoorlog

Maar de roman is vooral het tragische verhaal van een sociale stijger. Nelleke Noordervliet kent de sociaalgeografische structuur van de stad Amsterdam goed genoeg om een prachtig beeld te schetsen van de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. Toen arbeidersbuurten nog arbeidersbuurten waren en geen dure hippe wijken. Toen de gegoede burgerij in Zuid en aan de grachten woonde en hun kinderen naar het Barlaeus, het Vossius en het Amsterdams Lyceum gingen. De Amstel vormde de waterscheiding tussen de twee werelden. Noordervliet vertelt hoe de begaafde ‘Kat’ op het gymnasium een poging doet om van klasse te veranderen.

 

De een is veroveraar, brengt zichzelf als geschenk, de ander is smekeling. Ik was van die laatste soort, die de codes trachtte te ontcijferen, maar daarin vaak faalde. Het woordgebruik luisterde nauw, begreep ik veel later. Wat ik in het voetspoor van mijn moeder dacht dat netjes was bleek mijn afkomst uit het plebs te verraden.

 

Toet-toet

Met precisie schildert ze haar boze vader Donker, stateloos na deelname aan de Spaanse Burgeroorlog, waarin hij bijna zijn leven verloor. Een Spaanse medestrijdster genaamd Mercedes redde hem door een kogel uit zijn borst te ‘pitten’ – mooie vondst – en daarom noemde hij zijn eerstgeboren dochter Mercedes. Toet-toet, werd ze op de lagere school genoemd. Een muur van onwetendheid scheidde Katharina van de Dapperbuurt om haar heen. Zij moest, net haar Spaanse naamgenoot, haar vader redden. Een brug vormen tussen zijn onbuigzame, verbitterde karakter en de buitenwereld. De moeder was een angstige schaduw die haar opgewekte kant langzamerhand kwijt raakte.

 

Vader en dochter

De roerige jaren van opstand en vrije liefde zijn een eminente mogelijkheid om de tirannieke vader en de warme, veilige buurt met het door familie gedreven café te verlaten. ‘Kat’ wordt belangrijk in de linkse beweging. Subtiel laat Noordervliet zien hoe ze juist in haar oppositie eigenlijk haar vader imiteert. Ze ontpopt zich als net zo’n harde als hij. De diepe loyaliteit, die tot iedere prijs de liefde van de ouders wil verwerven, blijft de rode draad in haar leven. Ze stort zich in een relatie met een jonge Spanjaard en krijgt een zoon met hem. De schildering van de Spaanse haute bourgeoisie en de minachting van de chique familie voor de armoedige schoondochter vormen een prachtig intermezzo.

 

Ondertussen zit haar biografe haar op de hielen, te midden van alle herinneringen. Mevrouw Donker spaart zichzelf niet – en toch verliest de roman na de beeldende kracht van de eerste helft aan vaart. Avonturen met een bipolaire echtgenoot, intriges in Suriname en toenmalige DDR, een vriendelijke, nietszeggende oude levenspartner – het haalt de vaart uit het verhaal. Het invoegen van oude brieven en dagboekfragmenten, een beproefde methode, vertragen nog extra.

 

Maar de strekking van het relaas blijft staan. Wie de top wil bereiken en niet het voordeel heeft geboren te worden binnen de elite moet heel hard vechten, en loopt het risico uit zelfbescherming ondoordringbaar en gevoelsarm te worden. Niet in het minst door haar prachtige, soms aan Haasse herinnerende stijl, heeft Nelleke Noordervliet een fraaie roman afgeleverd.

Boeken / Fictie

Drama van het gewone leven

recensie: Karl Ove Knausgård - Lente

Na twee bundels vignetten – Herfst en Winter – heeft de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård nu een prachtige driedelige novelle afgeleverd in zijn derde jaargetijdenboek Lente.

Soms is het dagelijks leven een rustige aaneenschakeling van kleine pleziertjes en even kleine moeilijkheden. Geluk is nooit heel gewoon geweest, maar ‘heel gewoon’ is vaak een basisvoorwaarde voor geluk. Karl Ove Knausgård weet als geen ander door zijn speciale literaire mindfullness de werkelijkheid te ervaren en te beschrijven. In de twee andere delen van de jaargetijden-serie Herfst en Winter schildert hij zichzelf in zijn doorleefde werkelijkheid van gezin, dorp, landschap en objecten.

 

Het nu verschenen Lente begint, bedrieglijk, op dezelfde toon: hij vertelt zijn jongste kind iets over de wereld om haar heen, die ze nog niet bewust meemaakt.

Kanusgård wil haar uitleggen wat warm en koud is, wat zon en wind en regen doen: de wereld op een vroege lentedag in Glemmingebro. En hij vindt het fijn dat ze hem nu aankijkt, want het duurde een tijd voordat de gezinsleden contact met haar kregen. De kleine Anne wendde aanvankelijk haar hoofd af en reageerde niet op toenaderingen.

 

Suspense

Waarom zou je je daar druk over maken? Met het antwoord op die vraag verplaatst Knausgård ons naar de zomer van het voorafgaande jaar. En zijn toon verandert. Of eigenlijk niet echt – en toch krijgen alle beschrijvingen van bloei, zomerhitte, wuivend koren onder een stilstaande lucht een sfeer van suspense.

Lente is geen thriller in de gewone betekenis. Er gebeuren geen rampen in de loop van het verhaal. Geen draaiend wiel van een kinderfietsje op een verlaten bospad, geen klaprozen in een greppel naast een pretpark. Zonder de clichés van het introduceren en opvoeren van de spanning weet Knausgård de sensatie van dreiging langzamerhand naar voren te halen.

Hij introduceert zijn personages, bouwt bedrieglijk achteloos de spanning op en laat zijn protagonist, de schrijver Karl Ove, na de ontlading terugkijken op de gebeurtenissen. Niet zonder grote bezorgdheid overigens. Hij gebruikt een verontrustend beeld:

 

Want aan de ene kant is alles zoals het gewoonlijk is en moet het ook zoals gewoonlijk zijn, aan de andere kant is alles acuut. En in de wrijvingen tussen die twee niveaus ontstaat de brand. Het was als zo’n brand die in een vuilnisbelt kan ontstaan en jarenlang kan duren. Hij kan steeds kleiner worden en op het laatst alleen nog liggen smeulen, maar dan gebeurt er iets nieuws, iets dramatisch, en begint het opnieuw te branden.

 

Sensatiezucht

Er is altijd veel discussie geweest over het vermeende waarheidsgehalte en de autobiografische eerlijkheid van de boeken van Knausgård. Door de hedendaagse fixatie op ‘echt gebeurd’ is het accent te vaak verlegd naar sensatiezucht. Aha, een schrijvende vader en een moeder met een bipolaire stoornis in een groot huis vol troep. Een worstelend ouderpaar, vier kinderen… dat is smikkelen. (En nu is het schrijversechtpaar Knausgård/Broström inmiddels ook nog gescheiden.)

 

Daardoor blijft teveel buiten beeld dat Karl Ove Knausgård een schrijver van – essayistische – verhalen is. Of hij een zieke echtgenote heeft of een mannelijke partner, of single is, of hij twee, vier of zes kinderen heeft, in een Zweeds dorp woont of in Berlijn – het doet in het geheel niet ter zake. Met grote overtuigingskracht neemt hij ons mee in een novelle over gewone mensen die het hoofd bieden aan het gewone leven. De vertaling is voortreffelijk en de mooie illustraties dragen bij aan de ervaring van een soort heelheid tijdens het lezen.