Film / Films

Irréversible

recensie: Irréversible

Verliefd stel, ruzie, vrouw loopt weg en wordt verkracht, man zoekt wraak op de dader. Wie met zo’n simpel gegeven een rotsvaste film wil maken die het publiek nog heel lang zal bijblijven, moet wel van goeden huize komen. Gaspar Noé weet gelukkig precies wat hij wil, en hoe hij dat kan bereiken. Het koppel wordt gespeeld door het toenmalige steracteurs-echtpaar Vincent Cassel en Monica Bellucci – een moedig optreden dat de geloofwaardigheid van de film gelukkig totaal niet in de weg staat.

~

Irréversible is zeker niet meest gewelddadige westerse film ooit, zoals in de kranten beweerd wordt, maar wel een van de meest visueel indringende. Er zitten dan wel twee geweldsscènes in die behoorlijk hard aankomen, maar Irréversible is veel meer schokkend door de manier waarop Noé zijn film vorm heeft gegeven. De Argentijns-Franse regisseur Gaspar Noé (bekend van Seul Contre Tous uit 1998) is een kunstenaar die zoals gezegd heel weet goed hoe hij zijn doel moet realiseren. Met behulp van een camera die rondvliegt, heen en weer zwaait en salto’s lijkt te maken, electronisch kabaal, opgefokte acteurs, een kleurenpalet van aardedonker en hels rood pleegt hij in het eerste half uur een heuse aanslag op de zenuwen van de kijker. Die wordt daarin meedogenloos meegezogen in een duizelingwekkende, waanzinnige helletocht, die allesbehalve realistisch, maar vaak wel levensecht is. Alleen al daarmee is Irréversible is een grensverleggende, unieke film, in die zin dat je er zelfs als doorgewinterde hedendaagse tv- en bioscoopconsument ook lichamelijk van onder de indruk raakt.

~

In de eerste helft is er zo’n intense en constante dreiging van geweld, dat je het er werkelijk benauwd van krijgt – door Noés claustrofobische enscenering, en natuurlijk doordat iedereen die iets over deze film heeft gehoord of gelezen al weet wat er gaat komen. Het is echter niet zozeer wat er in de film uiteindelijk gebeurt, maar meer datgene dat je denkt dat er gaat gebeuren dat schokt. De film zorgt ervoor dat je meer bezig bent met je eigen voorstellingen van de gruwelijke gebeurtenissen dan wat er uiteindelijk op het scherm gebeurt. En aangezien dat laatste al zo vreselijk is (een zeer uitgebreide, ononderbroken verkrachting bijvoorbeeld), wordt het geheel wel heel moeilijk te verdragen.

Murw

Noé is een filmtechnisch vakman, maar in het geval van Irréversible valt er daarnaast gelukkig wel meer te bewonderen. Hij vertelt zijn verhaal achterstevoren en speelt daarmee misschien onbedoeld een fascinerend spel met de verwachtingen van de kijker. De film zit boordevol subtiele en minder subtiele elementen (de anale verkrachter heet Lintworm en huist in homoclub Rectum- zwarte humor?) die door de structuur van de film op een intrigerende manier met elkaar verbonden worden. Die slimme kunstgreep van omgekeerd tijdsverloop hangt samen met het thema van de film: ‘de tijd maakt alles kapot’, zoals Noé aan het einde nog eens met stroboscoop-effecten op je netvlies ramt. De regisseur spaart zijn publiek niet, maar hij heeft zijn film zo interessant geconstrueerd, dat hij uitnodigt om hem direct nog een keer te bekijken – ook omdat je de eerste keer toch echt te murw gebeukt wordt om hem zonder moeite te kunnen waarderen.

~

Gaspar Noé is een beroepsprovocateur, maar wel één die voor de geharde kijker intrigerende films maakt, ondanks alle geweld en misère waar ze op gebaseerd zijn. De mens kan beestachtiger dan een wild dier zijn, en dat zal hij weten ook, lijkt zijn ideologie. Hij beweert Irréversible voor de lol als een tussendoortje gemaakt de hebben, dat geld op moest brengen voor een volgend project, een ‘echt’ baanbrekende film. Het publiek mag zijn hart vasthouden. Maar had Noé het ook deze keer nu echt allemaal zo gruwelijk moeten maken om zo’n indruk achter te laten? Misschien wel, maar wellicht zouden er meer mensen van zijn films kunnen genieten als de beste man zich eens wat meer in kon houden.

Film / Films

Metropolis

recensie: Metropolis

In Metropolis, Fritz Langs meesterwerk uit 1927, creëert een gekke geleerde een robotmeisje om het proletariaat in bedwang te houden. Metropolis anno 2001 doet hetzelfde, maar het loopt heel anders. Deze Metropolis is een wonderlijke combinatie van anime, roaring twenties en robots.

~

Het verhaal doet er niet toe. Er is een president, maar de eigenlijke machthebber heet Red Duke (of Duke Red) en loopt in Uncle Samkostuum door Metropolis. Deze Duke heeft een geavanceerde robot laten bouwen, die voor hem op de troon van de Ziggurat, een soort Toren van Babel, moet gaan zitten. Deze robot, Tima, is gemaakt door de gekke geleerde Dr. Laughton. Dukes geadopteerde zoon Rock heeft een hekel aan robots en knalt samen met robothaters Malduks alle technologie die hij tegenkomt af. Dan zijn er nog Kenichi en zijn oom, twee Japanners die achter Dr. Laughton aanzitten, maar waarom weet niemand. Kenichi wordt verliefd op Tima, en dat kan natuurlijk niet, want ze is geen mens en bovendien is ze voorbestemd om op de troon te zitten.

Filosofie

~

Een ondoordringbaar plot met vele losse eindjes, maar wel met filosofische achtergronden. Interessant gegeven is dat de stad verschillende zones kent, waar mensen en robots zich al dan niet mogen begeven. Zone 1, net onder het straatoppervlak, is de plek voor uitschot en gepeupel, voor mensen die overbodig zijn geworden door het werk van robots. Hoe dieper je gaat, hoe meer troep je tegenkomt, totdat je uiteindelijk in Zone 3 op het riool stuit. Het levert een interessante tegenstelling tussen de elite en de massa op.
De moraal van het verhaal – zoals in de meeste animes – is dat je geen technologie moet ontwikkelen die de mens overbodig maakt. Daar komt alleen maar narigheid van, zoals je ook in A.I. Artificial Intelligence heel goed kunt zien.

Tegenstellingen

~

Metropolis is het best te karakteriseren in tegenstellingen. Het plot is ondoordringbaar en heeft diepgang tegelijk. De makers gebruiken tegelijkertijd hyperrealistische CGI en handgetekende animatie, zoeven door de stad alsof David Fincher de camera bedient, maar gebruiken ook de antieke shutter-methodes, waarin een close-up bestaat uit het zwart maken van de rest van het beeld. De beelden die je voor ogen krijgt, zijn fenomenaal en bij vlagen adembenemend. Dat mensen zoiets kunnen maken met pen, papier en computer. In elk shot ligt diepte, precisie en liefde voor animatie verscholen.

Roaring Twenties

Wonderlijk is ook de vereniging van een hi-tech omgeving met elementen uit de twintiger jaren. De machines zijn geavanceerd, maar op de achtergrond zijn vaak van die grote, ouderwetse tandwielen te zien. Zeppelins vliegen over de stad en de kleding is onmiskenbaar vooroorlogs, maar de wapens en de samenleving zijn weer van deze tijd. Daar komt nog de jazzy muziek bij, die Metropolis de allure van een ouderwetse metropool geeft, maar tegelijkertijd bevreemdend werkt. Qua sfeer heeft Metropolis nog het meest weg van Blade Runner.

Mager

~

Dit wonderlijke staaltje anime staat op een magere DVD. Drie trailers vormen de extra’s. Geluid en ondertiteling is weer wel goed geregeld. Je kunt de geluidssporen in Dolby Digital Japans, DTS Japans, Frans en Engels horen, maar anime hoort in het Japans. Punt.
Ondertiteling is er in Arabisch, Frans en twee soorten Engels; Theatrical U.S. en origineel Japans vertaald. De originele vertaling is veruit de beste. De bioscoopvertaling laat weinig over van wat er aan gesproken informatie gegeven wordt en maakt het verhaal alleen maar warriger. Waar de Japanse vertaling bijvoorbeeld ‘I assumed’ zegt, vertalen de Amerikanen ‘I decided’. Zie dan de plot nog maar eens te volgen.

Metropolis is geen gemakkelijke film, maar wel een hele mooie. Een must voor anime-liefhebbers, maar misschien wat minder toegankelijk voor degenen die The Lion King al buiten hun straatje vinden. Voor deze laatste groep is er echter altijd nog A.I. Artificial Intelligence. Die film gaat ruwweg over hetzelfde, al mis je dan die vreemde twintiger jaren in dat moderne jasje. En dat maakt Metropolis nou net zo’n feest om naar te kijken.

Meer anime?

Futurizmo Anime
Anime Web Turnpike
Pagina van manga-tekenaar Tezuka Osamu

8WEEKLY

Formula One Arcade

Artikel: Formula One Arcade

~

Op de valreep produceren enkele uitgevers nog even snel een paar games voor de stervende PSX. Van de meeste producten straalt het low budget af, en ze zijn vaak alleen bedoeld om de verstokte PSX bezitter nog snel even wat geld uit de zak te kloppen. Zal Formula One Arcade een uitzondering vormen? In elk geval heeft men een heuse licentie op de kop weten te tikken zodat alle namen uit de F1 in dit spel te vinden zijn. Kijk, dat geeft de burger moed.

In Formula One Arcade staat niet, zoals in de meeste F1 games, realisme centraal, maar raceplezier. Het spel moet pretentieloos race vermaak bieden voor de mindere goden op race- en simulatiegebied. Zelf ben ik behoorlijk fan van de Grand Prix-serie, maar ik moet toegeven dat altijd maar de boel afstellen soms heel saai kan zijn. Met Formula One Arcade komt er geen afstellen aan te pas, gas indrukken en rijden maar! Tijdens het racen kan men items oppikken die allerhande voordeeltjes bieden. Turbo’s, bredere banden, onkwetsbaarheid, autopilot en tijdbonussen bijvoorbeeld. Vooral dat laatste item kan belangrijk zijn omdat voor elk circuit een strakke tijdslimiet geld.

Tot op de limiet

~

Behalve een enkele race kan men ook tegen elkaar racen, of een stage mode afwerken. Een stage mode kennen we ook uit Sega Rally. De speler moet meerdere circuits voltooien binnen een gestelde limiet. Lukt dit, dan worden nieuwe circuits unlocked. De circuits zijn allen min of meer identiek aan de bestaande F1 circuits. De beste tijden worden onder jouw naam opgeslagen, dus het is ook mogelijk om je vrienden af te troeven met allerlei ronde records. Verder kun je replays bekijken en opslaan.

Conclusie

Nu kun je na het lezen van dit alles het idee krijgen dat we hier te maken hebben met een redelijke titel. Niets is minder waar. Formula One Arcade is echt veel te simpel om de gemiddelde gamer lang te boeien. Dit komt voornamelijk door het feit dat er bijvoorbeeld geen kampioenschap of iets dergelijks is. Alle verschillende teams maken eigenlijk niks uit, in wat

~

voor wagen je ook zit, ze gaan voor de speler allemaal even hard.
De enige reden waarom dit spel nog gewaardeerd kan worden is split-screen mogelijkheid voor een tweede speler, maar ook daarvoor zijn betere titels verkrijgbaar. Voor het echte arcadegevoel moet je gewoon even Crash Team Racing op de kop tikken, en er zijn voor de PSX diverse leuke F1 titels te vinden. Stuur hier maar met een boog omheen.

Film / Films

Men in Black II

recensie: Men in Black II

.

Althans, dat is de bedoeling. Aan het eind van de eerste film wiste Jay (Smith) het geheugen van Kay (Jones). Sinds dien heeft Jay al heel wat partners gehad, maar een working chemistry als met Kay heeft hij niet meer ervaren. Een jaar of twintig geleden kwamen enkele Aliens naar aarde om hier iets van hun beschaving te verbergen voor hun vijand. Ze vroegen de MIB om hulp, maar zij wilden neutraal blijven. Kay zorgde er wel voor dat de aliens konden ontkomen aan hun vijand. Die is nu teruggekeerd naar aarde om meer info uit Kay te krijgen. Planeet Aarde is in groot gevaar als ze niet krijgt wat ze wil. De MIB zien maar één oplossing, Jay moet Kay zijn geheugen teruggeven, en samen moeten ze het hoofd bieden aan deze nieuwe bedreiging.

Een dagje op kantoor…

~

Zoals gewoonlijk bij sequels blijft men verzekeren dat het hier om een nieuwe frisse film gaat. Helaas is daar niet veel van gebleken. MIIB is vooral meer van hetzelfde. Is dat zo vervelend? Ja en Nee. Natuurlijk blijft de humor geweldig, en zetten Jones en Smith een leuk duo neer. Aan de andere kant gaat Smith wel erg op safe, en lijkt deze film voor Jones niet veel meer dan ‘just another day at the office’. Dat Jones toch te genieten blijft komt door zijn natuurlijke charisma en uitstraling, iets waar Smith toch een beetje povertjes bij afsteekt.

Who let the dogz out?

De betere grappen in de film komen echter van Frank, de hond die we ook al even zagen in het eerste deel. Sowieso moet de film het toch al hebben van leuke bijrollen. De wormachtige aliens bijvoorbeeld, maar ook een cameo van Michael Jackson! Grappig genoeg had Jackson de makers van MIIB gesmeekt om een rol. Hij had echter een paar eisen. Het moest om een flinke rol gaan, en zijn naam moest op de filmposter. Na flink zeuren kreeg hij een rolletje als iemand die blijft zeuren of hij bij de MIB mag. Een fraai staaltje ironie van de kant van de makers.

Quick fix

~

MIIB is aardig popcornvermaak. Met zijn 90 minuten blijkt de film wel wat aan de korte kant. Net als de film op gang komt is het al weer pauze. Na de pauze werkt men ook gelijk maar naar het einde toe. Hierdoor sta je sneller dan verwacht buiten, maar wel met een glimlach op het gezicht.

Muziek / Album

Dave Matthews Band – Busted Stuff

recensie: Busted Stuff

~

Dave Matthews is getrouwd, drinkt niet meer (zo) excessief, en heeft een paar maanden geleden een tweeling (Stella en Grace) gekregen. Nu de band weer goed loopt en de depressies tot het verleden behoren is daar een gebaar naar de fans: de Lillywhite Sessions, de beroemde half opgenomen plaat, wordt in 5 weken tijd, bijna volledig live, opnieuw opgenomen. Aangevuld met twee gloednieuwe songs vormt dat nu Busted Stuff, een titel die duidelijk verwijst naar de voorgeschiedenis van de plaat. En het resultaat is fantastisch.

Ondanks de enorme commerciële druk is het gelukt een integere en sobere plaat te maken. De grijze sluier die over de oorspronkelijke opnames lag is verdwenen. De band klinkt geïnspireerder, transparanter en spannender dan ooit. Het bandgeluid en de dynamiek die DMB op het podium zo groot hebben gemaakt is nog nooit zo goed op plaat overgekomen. De bijna naar jazzrock neigende benadering van de arrangementen (hun handelsmerk) treden niet teveel op de voorgrond, maar staan altijd in dienst van wat DMB echt groot maakt: de geweldige liedjes en de fantastische stem van Matthews. Hij krijgt op Busted Stuff alle ruimte om te bewijzen dat hij een van de grootste zangers van de popmuziek is. Ook op de bijgevoegde bonus DVD Some Other Stuff is – vooral in de daverende uitvoering van Bartender– goed te zien wat een geweldig ingespeelde band DMB is en hoe fantastisch Dave ook live kan zingen.

Wah-wah

De plaat begint met het, opvallend leeg gearrangeerde, Busted Stuff. Bij eerste beluistering dacht ik toch (het is een echte 5-mansplaat, zonder gastmuzikanten, zonder veel dubbel ingespeelde partijen) een elektrische gitaar te horen, maar het blijkt een als slaggitaar bespeelde viool met wah-wah effect te zijn. Een prettige opener.
Het tweede nummer is de live-publiekslieveling Grey Street, dat in het nieuwe jasje het uitzichtloze van de Lillywhite-versie heeft verloren en je ondanks de depressieve tekst een blij gevoel geeft.

Ongelofelijk

~

Als derde en vierde komen de twee nieuwe nummers van de plaat; de radiovriendelijke singel Where Are You Going (het enige nummer met een piano overdub, gespeeld door bassist Steffan Lessard) en het ongelofelijke You Never Know, een nummer dat bij elke beluistering mooier wordt. Op onbegrijpelijke maatsoorten zingt Dave één van zijn mooiste teksten tot nu toe, en pas na zeker 10 keer beluisteren begin je de vervreemdende opbouw van het lied enigszins te begrijpen.
Het vijfde nummer is het prachtig zwoele jazzy Captain, dat bij vlagen doet denken aan Steely Dan.
Daarna komt Raven. Een hier en daar wat naar Zappa neigend folk/jazz lied met een mysterieuze tekst die weer bol staat van de bijbelse verwijzingen. Niet vrolijk, wel erg mooi.
Als zevende komt de schitterende ballad Grace is Gone. Zelden zong Matthews zo gevoelig en zelden drumde Carter Beauford (een onwaarschijnlijk technisch begaafd drummer) zo ingetogen mooi en in dienst van de song.

Na Kit Kat Jam, een gezellige jamsessie waaraan je goed kan horen hoe DMB werkt, komt het prachtige Digging a Ditch. Op de Lillywhite Sessions nog een vrij up-tempo poppy liedje, nu een prachtig traag bluesy nummer.
Big Eyed Fish is mijn persoonlijke favoriet. Beatlesque, vreemd, met een erg grappige tekst, zoals alleen Matthews ze kan schrijven.
De afsluiter is het epische Bartender. Een elektrische viool als een doedelzak, een sax die het pompende ritme aangeeft, een drumpartij die eigenlijk meer dan acht minuten lange roffel is, een McCartney-achtige legermars-bas en een zich als een stoommachine herhalende en op gang komende zangpartij die uiteindelijk in een orkaan zal eindigen:

“Bartender please, fill my glass for me, with the wine you gave Jesus that set him free, after three days in the ground”.

8WEEKLY

Playstation: Requiem voor een spelcomputer

Artikel:

.

~

Ik was sinds 1990 een verstokte Sega-fan. Toen halverwege de jaren negentig de console oorlog tussen Sega en Sony werd aangekondigd kon ik mij niet voorstellen dat Sony een spelinstituut als Sega zou gaan verslaan. Maar het ongelofelijke gebeurde. Binnen 2 jaar was Sega weggevaagd, en lag Nintendo’s laatste kindje, de N64, op apegapen.
Met games als Tekken en Gran Turismo wist Sony de jonge gamer in te pakken. Het heeft door de aanschaf van een PC nog een paar jaar geduurd, maar in 2000 kreeg de PSX uiteindelijk ook een plaatsje in mijn studentenkamertje.

Button bashing

~

Het probleem dat ik had met de Playstation (en trouwens sowieso met veel spelletjes vanaf 1996) was dat het er allemaal mooi uitzag, maar het spelplezier ver te zoeken was. Tekken was één van de eerste zogenaamde 3D-vechtspellen, maar in vergelijking met Street Fighter II en Mortal Kombat vond ik het allemaal wat mager. Simpelweg button bashen (blind rammen op de knopjes) leek de beste manier om te winnen. Toen een vriend me Crash Team Racing aanraadde als spel werd ik over de streep getrokken, en kocht ik voor 200 gulden (weet je nog, de gulden?) een 2de hands Playstation.

~

Het grappige van de spelcomputer in mijn kamer is dat ik er bijna nooit mee kan spelen. Meestal is mijn vriendin bezig om in alle spelletjes mijn moeizaam behaalde scores weg te vagen. Een potje Crash Team Racing is voor mij niet meer leuk, meestal kan mijn vriendin tussendoor een kopje koffie drinken en toch nog winnen. Ook Bomberman en Rayman zijn inmiddels pijnlijke herinneringen. Alleen met vechtspelletjes wist ik te winnen, hellaas had mijn vriendin dan ineens geen zin meer in een potje knokken op de Playstation.

College

Met mijn huisgenoot heb ik vele uurtjes gevoetbald, op de Playstation wel te verstaan. Fifa ’99 hebben we echt helemaal suf gespeeld. Ondanks enkele behoorlijke minpunten hebben we nooit een leuker voetbal spel gevonden. Fifa 2000 t/m 2002 waren gewoon niet geschikt voor de Playstation, en wat mensen ooit leuk hebben gevonden aan de ISS pro Evolution serie is mij echt een raadsel. Dit spel werd (nog steeds) door alle zogenaamde vakbladen gehyped als het voetbalspel, maar is in de praktijk net zo leuk als een college op maandagochtend.

Lezersbedrog

~

Sowieso bleken Playstation games erg hype gevoelig. Nederlandse bladen als Playnation en Power Unlimited struikelden werkelijk over de superlatieven over sommige spelletjes, die mij in de praktijk vaak behoorlijk tegenvielen, of in elk geval niet de games-hemel op aarde waren. Ik noemde Tekken en ISS al, maar ook Tomb Raider en de Fifa-reeks waren de aan te schaffen titels.
Frappant is dat Playnation-medewerkers achteraf doen alsof ze de twee laatstgenoemde games eigenlijk altijd maar niks hebben gevonden. In de zogenaamde ‘shit top 3’ van de redactie leden worden beide games genoemd omdat ze uitgemolken zouden zijn. Eigenaardig, aangezien beide spelseries altijd met dikke voldoendes zijn beoordeeld. Wijsheid achteraf, maar het riekt behoorlijk naar lezersbedrog.

Met gemengde gevoelens neem ik afscheid van de PSX. Sympathiek van Sony is dat ik al mijn oude PSX games kan spelen op de Playstation 2.

Persoonlijke top 5 PSX:
1 Crash Team Racing
2 Fifa’99
3 Bomberman
4 Capcom Vs Marvel
5 The PANG! Collection

Persoonlijke Flop 5 PSX:
1 ISS
2 F1 1997 t/m 2000
3 Popstar Maker
4 Toshinden
5 A2 racer goes USA!

Links:
www. playstation.nl

Boeken / Strip

Boerke

recensie: Boerke

Het album ‘Boerke’ van Pieter de Poortere is in meerdere opzichten opmerkelijk te noemen. Het eerste aspect dat direct in het oog springt is de tekenstijl die is gehanteerd. Deze houdt het midden tussen dat van een kleuterboek en een instructiefolder. De afbeeldingen zijn strak en duidelijk weergegeven. Dit moet ook wel, want er is gekozen voor een non-verbale aanpak. Nog opmerkelijker dan deze stijl is echter de strekking van de korte verhalen.

~

Zo maakt de lezer kennis met Boerke, een wat wereldvreemd baasje. Zoals zijn naam al doet vermoeden, woont deze braverik in een pittoresk boerenstulpje ergens in de knoeken. De lezer is getuige van de bizarre belevenissen die ons Boerke constant te verhapstukken krijgt. Zo wordt hij onder meer geconfronteerd met het gekke koeienvirus, het zinloze supportersgeweld en de ranzige zelfkant van onze samenleving.

Lief en zoetig

Het is Pieter de Poortere gelukt een mooi contrast te creëren tussen de tekenstijl en de

~

verhalen. De stijl die lief en zoetig aandoet, wordt ruimschoots gecompenseerd door de gebruikte onderwerpen die zondermeer wrang en weerzinwekkend zijn. Dat veel van deze onderwerpen nog steeds actueel zijn, maakt het geheel alleen maar interessanter.

Ook maken we kennis met Hoerke. Het is duidelijk, hier is sprake van een publieke vrouw die tegen wil en dank haar weinig aantrekkelijke lichaam etaleert. Dat ook zij continu het slachtoffer wordt van de boze buitenwereld, behoeft hier verder geen betoog.

Krankzinnigheid kraait victorie

~

Toch is Boerke het meest boeiende personage. De lezer zal zich al snel kunnen identificeren met deze romantische antiheld. Hij biedt immers diezelfde lezer de mogelijkheid om eens onbevangen en naïef onze huidige maatschappij te beschouwen. Al snel kan dan de conclusie worden getrokken dat ons wereldje aan elkaar hangt van randverschijnselen: de oprukkende mediaterreur, het hersenloze racisme, de onuitroeibare virussen, het onstuitbare asielzoekers dilemma en de schaamteloze vrouwenhandel. Allemaal zaken waar wij inmiddels aan gewend zijn geraakt, en waar wij berustend onze schouders over ophalen. De manier waarop dit alles door de auteur wordt verbeeld, ontlokt de lezer regelmatig een glimlach. Maar tegelijkertijd leeft er het besef dat de krankzinnigheid al lang victorie kraait op de smeulende puinhopen van onze beschaving.

Moeiteloos meezwalken

Dat Boerke ondanks vele fatale apotheosen zich steeds weer laat verleiden door de verboden vruchten van ons tijdsgewricht, moet te denken geven. Want Boerke is niet enkel een ééndimensionaal personage. Iedereen die kennis met hem maakt, zal zichzelf herkennen. En zal moeiteloos met hem mee zwalken. Zal ongegeneerd met dezelfde naïeve beleving de wereld aanschouwen. Om aan het eind te ontdekken dat vanaf dat moment niets meer hetzelfde zal zijn.

Meer strips lees je op StripSter

~

8WEEKLY

Britain’s Most British

Artikel:

~

Engeland is het land van Oxford en Cambridge, van de topuniversiteiten en de wetenschap. Het is ook een land dat in de top tien van meest nationalistische landen hoge ogen gooit. Een land dat, zoals nu blijkt erg verstandig, haar valuta, haar koninklijke Britse ponden, niet wilde inruilen voor onze euro’s. En een land waarin opmerkelijke gewoontes voortleven. Voor diegenen die nog niet de eer en het genoegen hebben gehad kennis te maken met de Britsheid ten top, hier een tipje van de sluier…

Het Bad

Misschien lijkt dit maar een klein en onbelangrijk detail. Wat maakt het nu uit of je een bad neemt of dagelijks onder de douche staat? Dat is nu juist het punt. Volgens de ‘echte’ Engelsen is dit van levensbelang. Engelsen gaan in bad: ‘real English people don’t take showers‘! En ze zijn er nog trots op ook. Apetrots, dat ze dagelijks in bad liggen, omringd door hun zeepresten en hun eigen vuil! Wat helemaal uit den boze is eerst een bad nemen en je dan even afspoelen onder de douche. De echte Engelsen spoelen zich niet af na het baden. Dit is volgens hen typisch iets voor mensen van het continent.

De Lunch

guinnes.jpgVan groot belang is ook de lunch, die bijna altijd bestaat uit een warme hap. Dit in tegenstelling tot de eens beroemde gewoonte van de Engelsen om te ontbijten met bacon, eieren, beans, worstjes en andere vettigheid. Tegenwoordig kom je vaak bedrogen uit en krijg je wat geroosterd brood met jam als ontbijt, wat de Engelsen dan ook zonder uitzondering als continentaal ontbijt bestempelen. Maar goed, een warme lunch krijg je er nog wel dus. Vooral in academische kringen is het de gewoonte tijdens de lunch al aan de alcohol te gaan. Op zich wel logisch natuurlijk, een sherrietje voor de warme hap, maar als die om 12 uur is begin je toch wel erg vroeg. Melk, water of thee worden niet gedronken tijdens de lunch, wel wordt enthousiast bier en wijn geschonken.

De Pubs

~

Op het feit dat de pubs om 11 uur dicht gaan hoef ik verder niet in te gaan, want dit verhaal is de hele wereld al meerdere malen rond geweest. Misschien moet ik dit nog toevoegen: ‘ja, het is echt waar en gebeurt nog steeds’. Het idee erachter is niet eens zo gek. Als je de pubs vroeger laat sluiten kunnen jongeren niet tot een eind in de nacht blijven zitten om zich helemaal lam te zuipen. Maar dan onderschat je de Engelse jongeren toch wel. Zij gaan gewoon ’s middags al naar de kroeg, laten desnoods wat colleges schieten, om tegen sluitingstijd toch de gewenste staat van woezeligheid te hebben bereikt. Het voordeel van de Engelse pubs is dus dat het er ook ’s middags al erg gezellig is! Hoogtepunten van drukte en gezelligheid zijn toch wel de voetbalwedstrijden waarvoor de kroegbazen grote schermen in hun pubs plaatsen (al wordt het gelijk een stuk minder gezellig als je laat merken niet voor Engeland te zijn, maar voor de tegenpartij).

Uitgaanstips

Heb je in je vakantie tijd om de Engelsen en hun rare gewoontes eens van dichtbij te observeren moet je dat zeker niet laten. Hieronder een aantal tips.

Als je naar Engeland gaat, boek dan geen duur hotel, maar ervaar het echte Engelse leven in de Bed&Breakfast’s. Verder kun je Engeland niet verlaten zonder een echte traditionele Engelse pub bezocht te hebben. Je hoeft niet lang te zoeken, ze zitten op iedere straathoek! Vaak kun je er ook erg lekker eten.

bus.jpgGa niet naar Engeland zonder een bezoek te brengen aan Londen! Je vindt er de meest fantastische musea, zoals de National Gallery en het British Museum, architectuur, winkelstraten, dubbeldekkers, bobbies (je weet wel, agenten in van die schattige pakjes) en het uitgaansleven is er geweldig. De Londense markten zijn ook zeker de moeite waard. Ga vooral naar Camden Market, één van de meest beroemde markten in Londen. Je vindt er vanalles, zoals eten, antiek en kunst.

~

En musicalliefhebbers zullen het absoluut naar hun zin hebben in London. Dagelijks draait een groot aantal musicals, uitgevoerd door topgezelschappen! Als je een beetje vooraan wilt zitten betaal je wel ongeveer 30 euro voor een kaartje, en als je helemaal een topplek wilt zelfs meer dan 50 euro, maar dan heb je wel wat! Dit brengt me gelijk op een nadeel van Londen: het is erg DUUR. Neem dus genoeg geld mee!

souvenir.jpgVoor info over de typische toeristenplekjes in Londen, ga naar www.Londontown.com. Hier kun je ook reizen en hotels boeken en musicalkaartjes reserveren. Geen tijd of geld om zelf naar Engeland te gaan? Bezoek de webcams op www.Londen.nl.

8WEEKLY

Creatief met henna

Artikel:

Wie in de zomervakantie helemaal niks te doen heeft en een goed excuus wil hebben om de hele dag stil te zitten, kan zichzelf beschilderen met henna. Met een kopje muntthee erbij en een stukje baklava waan je jezelf meteen in Oosterse sferen.

~

Stoer

Henna is voor meisjes. Dat is altijd al zo geweest. Arabische en Indische meisjes die gingen trouwen kregen ingewikkelde patronen op hun handen en voeten geschilderd, om zo de vrouwelijkheid en -belangrijker- de vruchtbaarheid te bevorderen. Maar sinds je in badplaatsen op elke hoek van de straat wel een henna-tattoo kunt laten zetten, rukken ook de ‘stoerdere’ patronen en figuren voor mannen op. Het is tenslotte een soort tatoeage. Met vruchtbaarheid heeft deze henna echter niets meer van doen…

Henna of mehndi (de Indiase naam) wordt gemaakt van de hennaplant (Lawsonia Inermis). De blaadjes worden gedroogd en gemalen, en wanneer dat poeder met water wordt gemengd, ontstaat een groenbruine modder. Als je die modder op je vel smeert en hard laat worden, ontdek je dat je huid er oranjerood van kleurt. In het Midden-Oosten gebeurt dit al honderden jaren. Eerst had henna een medicinale functie, later werd henna het symbool van vrouwelijkheid. Maar niet helemaal. Jachtopzieners in Bangladesh smeren in de regentijd henna op hun voetzolen, zodat die niet te week en rimpelig worden wanneer ze de hele dag door het water lopen.

Lekker kliederen

~

Maar goed, heb je deze zomervakantie een hele dag niks te doen en zin om oosterse sferen op te snuiven? Roep dan wat vriendinnen (of verwijfde vrienden) bij elkaar en zoek een lekker plekje in de zon. Met een kopje Marokkaanse muntthee (groene thee met munttakjes en veel suiker) en zoete snoepjes of een grote schaal gemengde noten wordt dit een lekker dagje kliederen.

Koop henna bij een oosterse winkel, een souk, of, als je het nergens anders kunt vinden, bij een reformzaak als De Tuinen. Je hebt verschillende kleuren, oranje, mahonie (acajou) en zwarte. De oranje is de traditionele. Zwarte henna bevat nogal eens PPD (p-Phenylenediamine) en kan allergische reacties oproepen. Het is in ieder geval niet gezond. Bovendien: in vroeger tijden was zwarte henna op je huwelijk een schande. Een mooie bruid had een lichte huid, dus daar was geen zwarte henna voor nodig.

Henna hoe?

Eén pakje is meer dan genoeg voor een hele jaarclub. Doe de henna in een schaaltje en leng het poeder voorzichtig aan met wat citroensap en kokend water. Gebruik niet teveel water, de hennamodder moet de substantie hebben van een goede dikke satésaus. Het citroensap zorgt ervoor dat de kleur beter hecht. Laat de henna afkoelen. Zorg ervoor dat je naar de wc bent geweest en dat je gegeten hebt. Henna moet lang drogen en als je je handen en voeten insmeert kun je niet al te gemakkelijk meer naar het toilet of in een chipszak graaien.

Zorg dat je vel schoon, droog en niet vet is. Als je je nagels wilt kleuren, zorg dan dat je eventuele nagellak verwijdert en houd er rekening mee dat je nagels zeker twee maanden oranje zijn. Het gaat er niet af. Als je henna koud is kun je aan de slag. Wil je je voetzolen kleuren, een traditioneel gebruik in Marokko, zorg dan dat je een kussentje bij de hand hebt om je stelten van de grond te houden. Voor je het weet zit de henna overal.
Je kunt de henna opbrengen met verschillende instrumenten. Een spuit (zonder naald natuurlijk), een stokje of met een opgerold stukje (stevig) plastic waar je een puntje hebt afgeknipt, zodat je een spuitzakje krijgt.

~

Symmetrische of geometrische figuren werken het gemakkelijkst en het beste. Maak de lijntjes niet te dun, want dan komt de kleur niet goed op je huid. Hoe groter het vlak, hoe dieper de kleur.

Wachten…

En dan komt het vervelende: wachten. Gelukkig kun je je bezighouden met het beschilderen van elkaar, maar let erop dat je henna niet vlekt. Als je de henna uitveegt krijg je ook een rode veeg op je huid. Snel handelen voorkomt een lelijke vlek.
Laat de hennamodder drogen in de zon. Sommige mensen zeggen dat de kleur dieper wordt als je de henna warmhoudt met bijvoorbeeld een föhn. In de zon zitten kan ook.
Na een tijdje barst de droge henna. Dat geeft niet, maar ga niet pulken. Hoe langer je het laat zitten, hoe langer de kleur blijft. Na een uur of twee kun je beginnen met het verwijderen van de modderkorsten, maar je kunt ook wachten tot je het echt niet meer kan uitstaan. Wie mooi wil zijn moet lijden.

Olijfolie

~

Nu komt het belangrijke: was de henna niet met water af, maar schraap de korsten van je vel. Dat kun je doen met een stokje of een bot mesje. Laat je hennaschilderij de eerste uren niet in aanraking komen met water. Meteen na het afschrapen kun je je huid insmeren met olijfolie, dan wordt de kleur dieper en blijft die beter zitten. Je hennaschildering blijft ongeveer een maand zitten. Veel zwemmen en ruw afdrogen komt de tattoo niet ten goede. Peelen en scrubben is ook niet aan te raden.

En nu over straat met je prominente henna-tattoo. Het oranje zal heel wat mensen opvallen. Nu maar hopen dat die de mythe van die vrouwelijkheid en vruchtbaarheid niet weten…

Nog meer henna?

Traditionele motieven van over de hele wereld
De homepage van wat dames die markten en braderieën opluisteren met hun hennakunsten
Zimra’s Henna Page. Zimra weet er alles van
De Islamic Voice zegt: Henna is a Great Healer

8WEEKLY

Curacao: Struisvogels rijden, duiken en luieren

Artikel:

~

Curaçao is het grootste eiland van de zogenaamde ABC eilanden. Aruba, Bonaire en dus Curaçao. Het ligt net boven Venezuela, en 2 uur vliegen verwijderd van plaatsen als Cuba, Miami en Jamaica. Bij het noemen van deze landen denk je natuurlijk direct aan mooi weer en dat is het er ook. Je zit natuurlijk ook met je ass in de Caribbean, dus verwacht de temperaturen niet onder de 30 graden. Zeker in de zomer niet. Oet Môn.

Taal en Cultuur

De lokale bevolking, de Ucuraçao of in Nederlands Curaçao-enaar, spreken over het algemeen alleen Papiaments. Papiamentu is een mengelmoes van talen. Nederlands, Engels en Spaans. Dit stamt natuurlijk nog uit de oudheid, toen alles in Curaçao nog slavernij betrof.

~

Kura Hulanda is een boeiend museum in Willemstad over de slavernij van vroeger. Hier zie je ook dat Nederland een aanzienlijk aandeel had in de slavendrijverij van Curaçao (en nog heel veel andere gebieden). Koningin Beatrix heeft dit museum nog nooit bezocht.

Goed, genoeg over de geschiedenis. Woorden die je moet onthouden voor een goeie trip naar Curacao:
Swa = Vriend
Conjo (mi mamma) = Eikel / Klootzak
Con Ta Bai = Hoe gaat ie?
Bon = Goed
Costa Bon? = Alles goed?
Patat = Batata
Bier = Cerveza
Vooral bij de lokale snacks langs de kant van de weg zijn deze woorden van toepassing, want dit zijn meestal de lui die enkel Papiamentu kennen. Op veel plekken, zoals grotere restaurants, uitgaansplekken, duikscholen wordt gewoon Nederlands gesproken.

Hoe moet je lol hebben??

~

Oké, nu je weet waar Curaçao ligt en hoe je je mondje moet roeren tegen de locals kunnen we wat lol gaan hebben. Het belangrijkste is dat je een auto huurt. Dit is een absolute noodzaak als je ergens wilt komen. Het openbaar vervoer is net zo beroerd als onze NS, alleen zijn ze nog iets consistenter in te laat komen. Geen optie. Lekker een autootje huren.
Cruise gelijk de eerste dag naar een mooi strandje zoals Cas Abao, Porto Marie of grote knip (zie foto) en zie hoe mooi een Caribische zee kan zijn. Wat je verder overdag kunt doen is de Christoffelberg te beklimmen. Da’s het hoogste punt van heel Curaçao, en het uitzicht is echt heel mooi. Struisvogels rijden is ook een optie die leuk is om te doen, maar wat je zeker moet doen is duiken. Als je het nog nooit gedaan hebt, vraag een introduik aan bij een van de duikschooltjes daar, wat meestal niet veel geld kost.

~

Het weekend is qua uitgaan elke week hetzelfde. Zoals jullie misschien weten in Curaçao de laatste jaren steeds meer een plek geworden waar stagairs zich verzamelen. Deze stagairs bewegen zich elke avond van het weekend massaal naar een andere plek. Vrijdag is het TuTu Tango. Dit is een soort openlucht kroeg bij de bioscoop in Willemstad. Vrijdags is daar Happy Hour van 18:00 tot 19:00. Zaterdagavond is het Mambo, da’s een discotheek aan het strand en je staat lekker onder de palmbomen te dansen. En zondag staat iedereen bij Wet & Wild. Maar als vakantieganger wil je deze stagairs misschien ook wel ontlopen, ga dan naar een kroeg als Zenzurro of The Living Room.

Centjes

Curaçao is een heel duur eiland. Om even een klein voorbeeldje te geven. Een biertje kost bij Mambo 4 ANG. Antilliaanse guldens vermenigvuldig je met 0.7 en dan heb je de europrijs. 3 euro dus ongeveer voor een biertje, met de nadruk op ’tje’. Want al het bier is daar 25cl i.p.v. de normale 33cl.
Maar als je een pure strandvakantie wil hebben is Curaçao een goed eiland om op vakantie te gaan. Maar als je strand wil combineren met of feesten of cultuur is Curaçao zeker niet de juiste keuze. Als je in juli naar Curaçao wilt gaan kost het je tevens bakken met geld. Een crappy hotelkamertje in Salou is dan toch net wat voordeliger.