8WEEKLY

Buffy The Vampire Slayer

Artikel: Buffy The Vampire Slayer

Begin jaren 90 was er een ontzettend slechte horror comedy met zo’n stom verhaal dat het eigenlijk nog leuk was ook. In deze film spieste een blond meisje (Kirsty Swanson) er op los en was onze eigen Rutger Hauer te bewonderen als vampier. Die film is men tegenwoordig zo goed als vergeten, maar de gelijknamige TV-serie niet. De avonturen van Buffy en haar ‘Scooby gang’ worden door miljoenen kids over de hele wereld bekeken, en Sarah Michelle Gellar prijkt prominent in menig jongenskamer.

~

En nu is er dus het computerspel. De doos schreeuwt me trots toe dat dit spel alleen op de XboX te spelen valt. Dat is natuurlijk ook een manier om de concurrentie uit te schakelen. In het spel bestuurt de speler Buffy, die er wel uitziet als SM Gellar, maar haar stem is weer door iemand anders ingesproken. Kennelijk was de licentie voor de naam van Buffy al duur genoeg. De gameplay is an sich niet bijster origineel. Net als Lara Croft moet Buffy in een fraaie 3D-omgeving wat opdrachtjes vervullen, een vampiertje slachten en enkele verborgen dingen ontdekken.

Serieuze zaken

~

Qua graphics ziet Buffy er werkelijk prachtig uit. De sfeer uit de serie komt zeker goed tot zijn recht. Het spel kent een soort van tutorial level waarin Buffy’s mentor (Giles de Watcher) via kleine opdrachten de besturing van het spel uitlegt. Al spelende leer je hoe Buffy bepaalde handelingen kan uitvoeren zoals het spiesen van gedrochten en het schieten met een kruisboog. Dit alles gaat gepaard met de gebruikelijke Buffy humor. (“Can I have cookie?” “Oh Buffy, DO pay attention, this is serious!”)

Camera problemen

De besturing van Buffy is relatief vrij simpel en dat had in combinatie met de prachtige graphics een absoluut topspel kunnen opleveren. Helaas gaat dit spel gebukt onder hetzelfde euvel als vele andere 3D-actie adventures. De camera heeft af en toe een aparte manier van meedraaien. Als Buffy frontaal wordt aangevallen zie je soms de tegenstander niet omdat de camera weer eens verkeerd staat. Als dit zo nu en dan eens gebeurde, maar helaas blijkt dit meer regel dan uitzondering. Verder is de gameplay weinig vernieuwend, en omdat het vooral slachten en weinig puzzelen is raak je toch na een tijdje ietwat verveeld.

Conclusie

Al met al is het behoorlijk moeilijk om een gedegen conclusie te vellen over dit product. Buffy-fans zullen veel plezier aan dit spel kunnen beleven, op Buffy na zijn de stemmen van alle echte acteurs uit de tv-serie in het spel aanwezig. De doorgewinterde gamer heeft het waarschijnlijk allemaal al eens eerder gezien. Ben je echter een fan van dit genre, dan is Buffy toch een titel om eens naar te kijken, al is het alleen maar om de prachtige graphics.

Film / Films

Simone

recensie: Simone

.

~

Simone is een poging om ongeveer drie discussies te laten ontbranden in Hollywood: kun je het maken om acteurs te vervangen voor levensechte computersimulaties? Zijn acteurs in hun zucht naar geld en roem eigenlijk datgene waar het om gaat uit het oog verloren? En zo ja, waar gaat het dan om? Mijn inziens kan daar de volgende vraag nog bij: is Al Pacino geniaal of een graag naar zichzelf luisterende overacteur?

Eerst even voor de volledigheid het verhaal. Een regisseur komt vlak voor de voltooiing van zijn laatste film in de problemen. Zijn steractrice krijgt last van sterallures en zegt haar contract op omdat haar camper te klein is. Boos mompelt de overwerkte man iets over geen beroepsethiek en gevoel voor kunst. Vervolgens krijgt hij de oplossing in de schoot geworpen. Via een geflipte programmeur krijgt hij de beschikking over een virtuele actrice: Simulation One (SIM ONE = Simone). Omdat hij bang is voor de reacties op computertechnieken doet hij alsof Simone een mens van vlees en bloed is. Dit zorgt uiteraard voor veel kunst- en vliegwerk. Simone wordt een wereldster, en daarmee wordt het steeds moeilijker voor de regisseur om zijn geheim te bewaren. Hij besluit haar programma te wissen, en te doen alsof Simone is overleden. Haar plotselinge verdwijning doet mensen vermoeden dat Simone is vermoord, en raad eens wie hoofdverdachte nummer één wordt…

Praatgraag

~

In Hollywood vindt men dat Oliver Stone een behoorlijke preek kan houden in zijn films, maar Al Pacino kan er ook wat van. Zo’n driekwart van de film is hij aan het woord. Soms is zijn kritiek wel terecht, maar als ik het elke scène door mijn strot geramd krijg is de lol er voor mij snel af. Verder lijkt het er steeds vaker op dat Pacino een beetje op de automatische piloot bezig is. Begrijp me goed, zijn kwaliteiten staan buiten kijf, maar in Simone praat hij te veel op dat prekerige toontje dat we al kenden van bijvoorbeeld The Devil’s Advocate.

Zelfspot?

De golf van zelfspot van Hollywood van de laatste tijd is vooral aandoenlijk. Vorig jaar zagen we hetzelfde thema in America’s Sweethearts, en net als in die film blijft de kritiek op excentriek gedrag vooral grappig. Pacino legt er hier en daar wat meer venijn in, maar geloofwaardig wordt de kritiek nooit. De film is toch vooral een kluchtige komedie waarin Pacino zijn leugen in stand probeert te houden, en dus zijdelings nog even de draak steekt met het sterrendom en naïeve fans.

Harde schijf

Dan is er nog de ethische kwestie over virtuele acteurs. Tegenwoordig is die kwestie nog niet echt actueel. Echt realistische animatiefilms zijn er nog niet uitgekomen. Final Fantasy kwam in de buurt, maar het houterige van de computer technieken straalde er aan alle kanten af. Zolang het acteertalent van bijvoorbeeld Jack Nicholson niet op een harde schijf te realiseren valt lijkt mij deze discussie overbodig. Simone doet een vage poging, maar zwengelt de discussie niet echt aan. Daarom doet het motief voor Pacino om te liegen over de herkomst van Simone ietwat geknutseld aan.

Teiltje

Is Simone een mislukte film? Geenszins. Als luchtige komedie is zij zelfs vrij behoorlijk. De film bevat enkele hilarische scènes en is daarom goed voor een leuk avondje uit. Jammer genoeg is de film helaas dus ook een beetje prekerig, en bij de boodschap dat liegen nooit goed is, heb ik toch wel even een teiltje nodig.

Film / Films

A Beautiful Mind

recensie: A Beautiful Mind

Ron Howard is hard op weg de tegenhanger van Oliver Stone te worden: waar Stone de duistere kanten van de moderne Amerikaanse geschiedenis blootlegt, heeft Howard de taak op zich genomen de zonnige kant van het land te belichten, of het nu over brandweermannen gaat (in Backdraft), astronauten (Apollo 13) of typisch Amerikaanse sprookjesfiguren (The Grinch). A Beautiful Mind is het nieuwste hoofdstuk in zijn oeuvre van all-American heroes.

~

Vakmanschap

A Beautiful Mind laat het waargebeurde verhaal zien van de geniale maar schizofrene wiskundige John Nash, overtuigend gespeeld door Russell Crowe (die de avond voor de eerste draaidag een Oscar won voor Gladiator). De film is een toonbeeld van vakmanschap en dat vormt meteen het grootste punt van kritiek: A Beautiful Mind smaakt naar Oscars. Alle ingrediënten voor erkenning zijn aanwezig: de getormenteerde hoofdpersoon, het op feiten gebaseerde verhaal, de indrukwekkende rij acteurs in de bijrollen en het tot in de puntjes verzorgde camerawerk en decorontwerp.

Maar dat neemt niet weg dat de film op een onderhoudende en bij vlagen zelfs indrukwekkende manier laat zien hoe het is om aan schizofrenie te lijden en vooral ook hoe de ziekte je omgeving beïnvloedt.

Awards Edition

~

De film won begin 2002 vier Oscars, en dat zullen we weten ook: met enorme letters op zowel voor- als achterkant van de hoes van deze “two disc Awards Edition” is te lezen in welke categorieën de film wel niet heeft gewonnen. Alle propaganda van de wereld maakt natuurlijk nog geen goede DVD, maar gelukkig heeft Universal zijn best gedaan voor één van de paradepaardjes van de studio. Het begint al op de eerste disk met bijna een half uur aan verwijderde scènes, inclusief commentaar van Howard. En in tegenstelling tot veel andere DVD’s gaat het hier ook daadwerkelijk om echte scènes, en niet een paar geschrapte regels tekst.

Woordenbrij

Afgaand op het CV van schrijver Akiva Goldsman zou zijn commentaar een incoherente woordenbrij moeten zijn, maar de man die ons juweeltjes als Lost in Space en de laatste twee miskramen uit de Batman-serie heeft geschonken klinkt verrassend intelligent en geeft een heldere kijk op het schrijfproces van de film.

I love this shot

~

Het geluidsspoor dat Ron Howard insprak is daarentegen een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet: de regisseur laat lange stiltes vallen en als hij iets zegt, is het vaak niet belangrijk (“Ooh, I love this shot…”, “Here he walks from the house to the car…”). Bij dit soort sprekers is een interviewer absoluut noodzakelijk.

Duiven

De korte documentaires op de tweede schijf zijn allemaal voorzien van titels en een aftiteling, wat het kijken er niet leuker op maakt. Persoonlijke favorieten zijn de filmpjes over de grotendeels onzichtbare visuele effecten (één tip: let op de duiven!) en de ontmoeting met de echte John Nash. Verder zijn er nog filmpjes te vinden over de (mooie) muziek van James Horner, de Oscaruitreikingen, de verbluffende make-up en een interview met Akiva Goldsman over de ontwikkeling van het script.

Dus..?

Ik betwijfel of je het commentaar van Ron Howard kunt beluisteren zonder in slaap te vallen (het lukte mij niet in ieder geval), maar de track van Akiva Goldsman en de korte documentaires zorgen voor een goed inzicht in de totstandkoming van A Beautiful Mind, zeker voor fans van de film.

Muziek / Album

Motorpsycho – It’s a Love Cult

recensie: It's a Love Cult

De tijd dat Motorpsycho intense, gevoelige en overweldigende maar toch intieme muziek maakte, muziek die klonk alsof elk nummer hun laatste kon zijn, lijkt definitief voorbij. It’s a Love Cult ligt namelijk nogal verlengde van hun laatste twee albums, in elk geval wat betreft het gestroomlijnde geluid, de overdadige muziekhistorische referenties en de geconcentreerde, gelikte zangmelodieën en arrangementen. En net als het vorige album Phanerothyme is het resultaat helaas erg wisselvallig.

~

Het album begint met het prettig in het gehoor liggende maar uiteindelijk inhoudsloze Überwagner, en bevat verder een uiteenlopende verzameling van stijlen. Er zijn drukke en psychedelische up-tempo nummers (Neverland en de tamelijk misplaatste afsluiter Composite Head), terwijl de betere muziek in slimme, melodieuze en erg sfeervolle akoestische stukken als Circles en Carousel ligt. Er is helaas ook een soort duistere jazz, in het stuurloze The Mirror & the Lie en het al te fröbelende nachtclublied This Otherness. In deze stukken is de zang te zelfbewust en de vorm interessanter dan de inhoud, zodat ze uiteindelijk niet meer dan een saaie stijloefening zijn.

Kabaalrock

~

Frontman Bent Sæther’s teksten zijn bovendien soms verrassend zwak: de beste man heeft het moeilijk, maar als hij dat quasi-delicaat in teksten als “I feel so lost and I don’t know why” verwoordt, maakt het een nogal banale indruk. En dan is er nog de lichtelijk protserige kabaalrock van One More Demon, dat totaal niet op de CD past en eerder thuishoort op een album als Barracuda.

Hypermelodieus

Zodat opnieuw de beste nummers van het album afkomstig zijn van de overige twee bandleden: gitarist Snah’s Serpentine (de eerste single) is een prachtig, hypermelodieus liedje, met gemak het de beste van de CD en één van de mooiste die de band de afgelopen vijf jaar opgenomen heeft. Drummer Gebhardts What if is een snel, vrolijk en speels lied zoals alleen Gebhardt die kan schrijven (en zingen).

Onevenwichtig

Het past allemaal niet zo best bij elkaar, er staan een aantal zwakke en een handvol geweldige nummers op. Motorpsycho is nooit bang om zichzelf te vernieuwen en blijft gelukkig intelligente en interessante muziek maken, maar dit laatste album ligt misschien te dicht bij het vorige en is in elk geval te zwak en onevenwichtig samengesteld om hem erg memorabel te maken.

Links

Unofficial website

Muziek / Achtergrond
special: Vega 4

Niet vernieuwend, wel lekker

.

~

Zanger John McDaid in Amsterdam

Missie

~

Een nieuwe Britse band dus. Met een missie. Welke? Het schrijven van wonderschone popliedjes. Niets meer, niets minder. Grenzeloos optimistische liedjes die de luisteraar een goed gevoel en hoop schenken, zoals de titel van het minialbum Better Life EP al doet vermoeden. Hiermee dringt de vergelijking met de uiterst succesvolle Britpopformatie Coldplay zich onmiddellijk op. Het is immers Coldplay-zanger Chris Martin die te pas en te onpas de woorden “We live in a beautiful world” aanhaalt, de sleutelzin uit het nummer Don’t Panic van hun geniale debuutalbum Parachutes (2000). Een vergelijking die overigens heel aardig opgaat. En niet alleen in tekstueel opzicht. Ook bij de heren McDaid, Gainsford, McLellan en Walker gaan groots opgezette, breed uitwaaierende ballades hand in hand met messcherpe gitaarrandjes. Op het compositorische vlak mist Vega 4 echter de artistieke diepgang en creativiteit om deze vergelijking te rechtvaardigen.

Onterecht

~

De Britse muziekpers, altijd aan de snelle kant met het aandragen van superlatieven, riep Vega 4 in 2001 postuum uit tot een ideale kruisbestuiving van Muse en Radiohead. Een uitspraak waar zanger John McDaid zich ogenblikkelijk bij aansloot. En waarom ook niet? De zang van McDaid vertoont immers wel enige gelijkenis met de vocals van Thom Yorke. Zeker in een meesterwerkje als Hearing Voices, dat een zelfde angstige, kwetsbare, schizofrene en paranoïde indruk maakt als veel van het latere werk van Radiohead. Maar hoewel dit nummer het talent van componisten McDaid en Walker niet onder stoelen of banken steekt, is de vergelijking met deze Britpopgigant zeker niet terecht. Daarvoor klinkt Vega 4 simpelweg te steriel, te glad en te kil. U zegt? Uitsluitend kunstmatig en gepolijst geknutsel? Nee. Dat zeker niet. De gelijkenis met The Verve is, naar mijn mening, treffender. Een juweeltje als Summertime doet in alles denken aan Richard Ashcroft en de zijnen, uiteraard ontdaan van alle zware, zweverige en broeierige ballast. Kortom; in een hitgevoelig jasje gestoken. Heldere melodielijnen, daar gaat het om! En geef ze eens ongelijk.

Gelikte reclamecampagne

Na het verschijnen van hun debuut-EP gaat het hard met Vega 4. Maar liefst zeven voorname Amerikaanse platenlabels staan voor McDaid, Gainsford, McLellan en Walker in de rij. Het wordt uiteindelijk Capitol Records, omdat deze maatschappij als enige bereid is op het dak van het World Trade Center (!) in New York te tekenen, en daarmee doet Vega 4 beslist goede zaken. De deal trekt internationaal veel aandacht, met als gevolg dat ook in de verschillende thuishavens, Canada, Nieuw-Zeeland en Engeland, de zaken verbazingwekkend snel rond zijn. Een gelikte reclamecampagne moet het gitaarminnende publiek ondertussen klaarstomen voor het grote werk: het debuutalbum Satellites (2002). En nu beginnen de problemen voor Vega 4. De band weet maar geen hit te scoren. En door de traditionele ‘singlecultuur’ in Engeland – de release van een potentieel commercieel succesalbum behoort te worden ingeluid door twee of drie hitsingles – wordt de geplande releasedatum van het album keer op keer uitgesteld. Tenminste, voor de Britse markt. In Amerika, Frankrijk en Duitsland timmert Vega 4 inmiddels stevig aan de weg. En ook Nederland lijkt de Britpopdebutant ontdekt te hebben: de heren – inmiddels met een uitstekende live-reputatie – mochten tijdens Lowlands ’02 hun kunsten vertonen.

Vega 4 is dus een band waar we de komende jaren nog veel plezier aan kunnen beleven. Als we nu de boel maar niet willen overhaasten…

Links

www.vega4.com (official website)
www.vega-4.com (official fansite)

Theater / Voorstelling

Verrekijkers en vliegenmeppers

recensie: Faust

In Almere heeft deze zomer een openlucht theaterspektakel plaatsgevonden dat zijn weerga niet kent: Goethe’s klassieker Faust werd opgevoerd op een vuilstortplaats. Een met gras overdekte berg van vuilnis vormt de achtergrond voor een razendsnelle montage van scènes uit Goethes tweedelige toneelstuk. Bij de ingang wordt het publiek uitgerust voor deze bijzondere manier van theaterbezoek: iedereen krijgt een verrekijkertje om het enorme decor te overzien en een vliegenmepper om zich het onvermijdelijke ongedierte van het lijf te houden. De broodnodige kussentjes, bedoeld om de anderhalf uur durende zit op de ijzeren stellages wat draaglijker te maken, blijken helaas alleen voor de vroege vogels beschikbaar.

~

Wanneer het 1200-koppige publiek een plaats heeft gevonden op één van de zes tribunes kan de show beginnen. Lampen uit, spot aan en ademloos kijkt iedereen naar de man in het rode duivelspak die op een bol uit de leegte lijkt aan te komen zweven. De hijskraan die hieraan te pas komt dient gedurende het hele stuk als spectaculair vervoermiddel voor de hoofdrolspelers. Terwijl de tribunes over een rail van het ene decor naar het andere worden gereden slingeren Faust en de duivelse Mephisto over onze hoofden heen voor ons uit. Decorwisseling en een letterlijk deus ex machina effect in één, in een stuk vol verassende speciale effecten.

Maria van landbouwplastic

~

Faust en zijn kwelduivel verschijnen in een stad van vuilnis, op een abstract plein voor een keizerlijk paleis, en – zelfmythologisering is de Almeerders niet vreemd – in een inpolderingsgebied van de Zuiderzee. Van deze drie decors is het eerste verreweg het indrukwekkendst. Tegen de heuvel van de vuilstortplaats leunen tientallen huisjes van houtafval waar een enorme Maria van landbouwplastic moederlijk over uitkijkt. Net een Zuidamerikaanse krottenwijk. In de onoverzichtelijke warboel van steegjes komen door de uitgekiende belichting één voor één de taferelen uit het verhaal van Fausts verleiding tot leven: de studeerkamer van Faust, het café waar Faust zich onder de studenten mengt, de heksenkeuken en het huisje van Fausts geliefde Gretchen.

Hippe dance-act

Van de intieme gesprekken in de slaapkamer van een jong meisje naar een hippe dance-act van woeste heksen: met de spotlights mee verspringt je aandacht moeiteloos van het ene prachtige plaatje naar het andere. Maar op den duur merk je dat je aandacht even moeiteloos afglijdt naar je stijve benen en je koude handen… Doordat de twee toneelstukken er in anderhalf uur doorheen worden gejast moeten er veel concessies gedaan worden. De oorspronkelijke vertelling wordt in een aantal compacte scènes weergegeven die aan betekenis verliezen omdat er geen verhaal meer is om ze in te plaatsen. Faust wordt van de ene naar de ander situatie gehesen zonder dat er nog sprake is van een plot of spanningsboog.

Glitterpakjes

De Almeerse Faust is soms meer een circusvoorstelling dan een toneelstuk. In korte ‘acts’ voeren technische snufjes, dans, acrobatiek en spektakel de boventoon. Glitterpakjes incluis. Het publiek kan achterover zakken voor een avondje vermaak. Maar de tekst die wordt gebruikt ondergraaft deze doelstelling. In gedragen rijm geeft Faust uiting aan zijn vertwijfeling en grootheidswaanzin, in de geest van de romantische stijl en gedreven toon van het stuk dat Goethe twee eeuwen terug schreef. Diepzinnige bespiegelingen als: “Al het verstrijkende wijst naar een overzij, het ontoereikende, hier komt het naderbij; het onaanschouwelijke wordt hier een feit, het eeuwig vrouwelijke is wat ons leidt.” Overdreven gebarend bij de vooraf ingesproken geluidsband doen de acteurs een poging de tragiek van Fausts streven op te roepen. Een vergeefse poging, want door het razendsnelle tempo van het stuk is er geen tijd om fundamenten te leggen waarop dergelijke uitspraken kunnen rusten. En blijft het een vraag wat ermee bedoeld wordt.

Thuiswedstrijd

Het stuk is veel sterker wanneer de hoogdravende tekst wordt losgelaten en er plaats is voor een speelse knipoog naar het heden. Zoals de komische uitbeelding van de uitvinding van het geld en de AEX-beurs door Faust en Mephisto. Andere grapjes maken iets te pijnlijk duidelijk dat Faust een thuiswedstrijd is, als Faust in het laatste deel als machtswellustige bouwondernemer verschijnt hebben we het natuurlijk over Almere: “Kom hier met die grijper, geef mij nog een buitenwijk. Nog meer huizen, er wonen er nu 160000 er moeten er nog 240000 bij. Dat maakt ons blij.” De keuze voor een hedendaagse interpretatie levert ook minder geniale vondsten op. Maar alles beter dan anderhalf uur lang op twee benen hinken.

Links

www.faust2002.nl

8WEEKLY

Medabots

Artikel: Medabots

Na Pokemon en Digimon is er nu kennelijk ook een tekenfilmserie waarin kids elkaar bestrijden met een soort robotjes. Deze robotjes heten dus Medabots. Ubi Soft pakt meteen maar flink uit en brengt twee Medabots-games op de markt: een Rokusho version, en een Metabee version. Een potje vechten dan maar.

~

Het verhaal is natuurlijk weinig verrassend. Medabots hier, tournamentje daar, hup klaar. Jij moet het met je robotje opnemen tegen diverse tegenstanders. Door jouw robot uit te rusten met diverse gadgets wordt hij steeds sterker en kan hij steeds meer, iets wat je in de gevechten natuurlijk alleen maar ten goede kan komen. Tevens heb je de beschikking over een teamgenoot die ook weer van onderdelen voorzien kan worden. Let the games begin…

Platformgevechten

~

Na het instellen van de items waarmee je de robots het gevecht instuurt gaan we knokken. Dit gebeurt in een 2D-vechtscherm met diverse platforms. Op zich is dat wel een leuke toevoeging aan het normale vechtgenre: door naar een hoger platform te springen krijg je extra tactische elementen. Verder kun je de gameboys ook nog linken, zodat je jouw robots kunt laten vechten tegen die van een vriend.

Chaos

Het klinkt allemaal wel leuk, maar ik heb ook enkele kanttekeningen. Ten eerste is de besturing van de robotjes wat chaotisch, en soms gewoon irritant. Ze glijden een beetje over het scherm, en met name op kritieke momenten kan je dat behoorlijk opbreken. Verder springen er dus vier robotjes over het scherm (twee per team), en dat maakt het af en toe niet echt overzichtelijk. Eigenlijk deed ik in het begin maar wat, en was het effect van mijn acties niet altijd duidelijk. De A.I. van de teamgenoot laat soms ook wat te wensen over.

Conclusie

Medabots is typisch zo’n spel dat je eigenlijk alleen moet aanschaffen als je een fan van de tekenfilm bent. Het spel is prima uitgevoerd, strakke muziek, fraaie beelden. De cartoony stijl van de tekenfilm komt prima tot zijn recht. Qua spel ben ik minder enthousiast, maar ik moet dan ook eerlijkheidshalve vermelden dat ik nog nooit een Medabot-tekenfilm had gezien. Overigens zijn qua spel de Rokusho en Metabee versie exact gelijk, het enige verschil is het poppetje. Dus koop maar één van de twee, anders voel je je bekocht. Eerlijk gezegd had Ubi Soft beide versies best samen kunnen voegen. Mijn advies: kijk eerst eens voor je het koopt.

Film / Achtergrond
special:

Gent 2002: Tati in Gent

De Franse komiek Jacques Tati zal bij het moderne publiek waarschijnlijk weinig belletjes meer doen rinkelen, maar de man is sinds de jaren 30 van de vorige eeuw een legende – en niet alleen in Frankrijk. In Gent is dit jaar maar liefst tweederde deel van zijn gehele oeuvre te zien.

~

Tati maakte zijn eerste speelfilm, Jour de fête in 1948. In de film speelt Tati een dorpspostbode die een nieuw Amerikaans leveringssysteem wil uitproberen, met desastreuze gevolgen. Tati’s films zijn vaak een ode aan de zwijgende komedies van Buster Keaton en bevatten weinig dialogen. Dit is vooral te zien aan zijn beroemdste personage, Monsieur Hulot, een zwijgzame stuntel die alles in het honderd weet te brengen ondanks zijn goede bedoelingen.

Toekomst

~

Hulot was voor het eerst op het witte doek te zien in Les vacances de monsieur Hulot (1953). De film was een groot succes en leverde Tati zelfs een Oscarnominatie voor het beste script op. Hulot dook opnieuw op in Mon oncle (1958), waarin hij verstrikt raakt in een soort huis van de toekomst. De film won de Oscar voor beste buitenlandse film.

Perfectionist

Maar het is Playtime uit 1967 dat algemeen bekend staat als Tati’s meesterwerk. Tati werkte drie jaar aan de film. Hij was een perfectionist die alle elementen van zijn werk wilde controleren. Speciaal voor de film werd een stad gebouwd (die al gauw “Tativille” werd genoemd) uit glas en staal compleet met wegen, liften, een luchthaven en kantoren. Honderd arbeiders werkten vijf maanden om de constructie af te werken. Speciale aandacht schonk Tati aan de soundtracks van zijn films, die door het grotendeels ontbreken van dialogen vaak abstracte geluidscollages zijn. Mede dankzij deze nietsontziende aandacht voor details maakte hij in zijn dertigjarige carrière slechts zes films: na Playtime volgden nog Trafic in 1972 en Parade in 1974.

Retrospectief

Het Filmfestival Gent wijdt dit jaar een retrospectief aan Tati. Zijn eerste vier films worden vertoond, Playtime en Jour de fête zelfs in splinternieuwe gerestaureerde versies. Op de website van het festival kun je meer informatie vinden over de films van Tati en de rest van het programma.

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Editie september 2002

Een goede DVD bevat niet alleen een goede film, maar vult deze zo mogelijk ook aan met een goed gekozen hoeveelheid extra documentaires, commentaartracks en overige goodies. Helaas zijn veel DVD’s net videotapes op een schijfje: je krijgt naast de film misschien nog een trailertje of twee en dat is het dan. In deze rubriek een overzicht van recente DVD’s die om uiteenlopende redenen wel de moeite waard zijn te bekijken, maar weinig om het lijf hebben wat extra materiaal betreft.

Ghost World

~

Terry Zwigoff • 2001 (DVD: Universal • 2002)
De beeldschone dames Thora Birch en Scarlett Johansson spelen in Ghost World, één van de meest intelligente tienerfilms van de afgelopen jaren, twee uiterst sarcastische pubers die commentaar leveren op iedereen die anders is dan zij, oftewel: die volstrekt normaal zijn. Regisseur Zwigoff leverde eerder de briljante en verontrustende documentaire Crumb af en zet met Ghost World zijn eerste stap in de wereld van de fictie.

De film speelt zich af in de parallelle wereld waar David Lynch zich ook uitstekend thuisvoelt en waarin kleding, decors en karakters allemaal net niet bij elkaar passen en daarom een uniek geheel vormen.
Ghost World is met zijn intelligente script en bijtende humor één van de leukste films die dit jaar uitkomen op DVD.

Down

~

Dick Maas • 2001 (DVD: Buena Vista • 2002)
Hoe vaak moeten we nog zeggen dat Dick Maas van de tekstverwerker af moet blijven en zich voortaan slechts moet richten op het maken van de film? Het script van Down is duidelijk het grootste manco van de film; actrice Naomi Watts voelt zich duidelijk ongemakkelijk bij de gebrekkige dialogen die vaak letterlijk uit het Nederlands vertaald lijken en zelfs vaste B-film-krachten als James Marshall en Michael Ironside struikelen soms over de woorden die Maas ze in de mond heeft gelegd.

Maar dat het met de visuele kwaliteit wel goed zit, blijkt al uit het eerste shot, waar we met een helicopter op Manhattan afvliegen in de richting van een wolkenkrabber, tot we de nachtwakers van het gebouw in close-up zien. Ook de spanning wordt goed opgebouwd, maar dat is niet moeilijk met het klassieke bronmateriaal.

Kiss of the Dragon

~

Chris Nahon • 2001 (DVD: Buena Vista • 2002)
Luc Bessons inktpot raakt maar niet opgedroogd, zo lijkt het wel: na zijn onderschatte epos over Jeanne d’Arc, The Messenger, schreef hij (mee aan) de scripts van drie delen Taxi, Yamakasi, zijn eigen racefilm Michel Vaillant en deze actiefilm, naar een idee van hoofdrolspeler Jet Li.

Li speelt een Chinese politieman in een verhaal dat niet zo heel veel om het lijf heeft maar toch een heleboel vermaak oplevert, Bridget Fonda is een hoertje en de overal aanwezige Tcheky Karyo (je herkent hem wel als je ‘m ziet) is de corrupte rechercheur. Volop actie op de mooiste plekken van Parijs, met uitstekende gevechtscènes en een onverwacht gruwelijk einde. Perfect entertainment dus.

Bollywood

Ghost World is van de drie nog het best bedeeld: naast de standaardtrailer zijn er een paar korte verwijderde of aangepaste scènes te vinden (die overigens wel allemaal erg de moeite waard zijn), een uiterst minimaal “making of”-promotiefilmpje en het hilarische nummer “Jaan Pehechaan Ho” uit de Bollywoodfilm Gumnaam.

Kiss of the Dragon bevat niet eens een trailer en is daarmee de kaalste van het stel. Down bevat een (slechte) trailer en een tien minuten durende montage (zonder inleiding of commentaar) van videobeelden die tijdens het maken van de film werden geschoten en op de hoes met een groot woord als “The making of” wordt aangeduid.

Film / Achtergrond
special:

Grote namen in Gent

Dat het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen Gent, zoals het filmfestival in Gent voluit heet, al jarenlang een rijk gevarieerd programma biedt, is ook weer goed te zien aan het programma van de 29ste editie, die op 8 oktober van start gaat. De betere publieksfilms worden afgewisseld met en sluiten naadloos aan op kleine, volstrekt onbekende films en ook de liefhebber van klassieke cinema kan zijn ogen uitkijken. Daarnaast is Gent de thuisbasis van de World Soundtrack Awards.

~

Eén blik op de gastenlijst en het programma maakt duidelijk dat Gent een volwaardig en volwassen festival is dat zeker niet voor grotere broers als Berlijn, Venetië en Rotterdam hoeft onder te doen. Onder de gasten die inmiddels bekendgemaakt zijn, bevinden zich de Franse megasterren Juliette Binoche, Jean Reno en Jeanne Moreau, en de Amerikaanse acteur Blair Underwood (bekend uit films als Deep Impact en Rules of Engagement) die zijn nieuwste film, Steven Soderberghs experimentele Full Frontal, komt voorstellen.

Competitie

Maar de sterren in Gent zijn, om Meneer Kaktus te parafraseren, niet alleen om aan te raken, maar vooral ook om naar te kijken. Want de rij films liegt er niet om: zo vinden we in de competitie de nieuwste films van David Cronenberg (Spider) en Aki Kaurismäki (The Man Without A Past), naast Dai Sijies verfilming van zijn eigen boek Balzac en het Chinese naaistertje.

Publiekstrekkers

~

Maar ook buiten de competitie zijn er veel spannende dingen te beleven. Zo is er de wereldpremière van Science Fiction, met in één van de hoofdrollen onze eigen Wendy van Dijk die met deze film haar speelfilmdebuut maakt. Verder het al eerder genoemde Full Frontal, een film die Steven Soderbergh (Erin Brockovich, Traffic) met een digitale videocamera in een paar weken filmde met in de hoofdrollen o.a. Julia Roberts en David Duchovny. Een andere publiekstrekker zal ongetwijfeld Red Dragon zijn, het eerste deel in de Hannibal Lecter-trilogie. De film van Brett Ratner (Rush Hour 1 en 2) is tot in de allerkleinste bijrollen volgestopt met grote namen (en bovendien steengoede acteurs) als Edward Norton, Harvey Keitel, Emily Watson, Ralph Fiennes en natuurlijk de enige echte dr. Lecter: Anthony Hopkins.

Kleinere maar minstens zo belangrijke films zijn Bowling For Columbine van Michael Moore, die op zijn eigen wijze de zere plekken van Amerika feilloos weet bloot te leggen en Naqoyqatsi, het derde deel uit Godfrey Reggio’s unieke en briljante Qatsi-trilogie die de mens en zijn relatie tot de natuur en technologie haarscherp laat zien in de mooiste beelden die je ooit gezien hebt.

Bijprogramma’s

~

Naast het hoofdprogramma zijn er nog verschillende thematische bijprogramma’s, waarin aandacht wordt geschonken aan belangrijke filmmakers (dit jaar Fassbinder, Truffaut en Tati), Japanse animatie (met Spirited Away als grootste klapper), onbekende films uit de rest van de wereld en een speciaal jongerenprogramma. We zullen je in de aanloop naar het festival op de hoogte houden van verdere ontwikkelingen en aandacht schenken aan een paar van de onderbelichte onderdelen van het festival.

Tickets

Je kunt alvast online kaarten bestellen via de website van het festival, waar ook alle programma-info te vinden is. Het festival begint op 8 oktober en duurt nog tot 19 oktober.