Muziek / Album

Water bij de wijn

recensie: Laughter Through Tears

Zomer 2003. De mussen vallen bijna van het dak van de hitte. En een stel gekke Noren dat zichzelf Kaizers Orchestra noemt, maakt de festivalgangers gek met een uitbundige mix van Europese zigeunermuziek, klezmer en andere volksmuziek. Vroeger was volksmuziek en volksdansen iets voor bleekneuzerige kneusjes die naast volksdansen ook aan korfbal deden. Maar tegenwoordig zoeken veel hippe twintigers hun muzikale mosterd in Oost-Europa.

~

Want zigeuner, klezmer en Balkanmuziek is op dit moment erg cool. Shantel met Bucovina Club, Electric Gypsyland, Nigel Kennedy and the Kroke: het is een kleine greep uit de releases van de afgelopen twee maanden. En nu Oi Va Voi: zes twintigers uit Londen die een cd hebben gemaakt met stevige wortels in de Balkan en de traditonele Joodse klezmermuziek.

Joodse wortels

Volgens de Engelse kwaliteitskrant The Times is Oi Va Voi een van de grote ontdekkingen van 2003. Want anders dan bijvoorbeeld Shantel doet met Bucovina Club, is Laughter Through Tears een mengvorm van traditionele balkanmuziek met eigentijdse beats en Joodse wortels. Het resultaat is een kruising van Lamb met Goran Bregovic en dat luistert lekker weg.

Op de cd staan tien nummers waarvan de eerste vijf rustig te noemen zijn en de laatste vijf wat meer uptempo. Maar nergens vliegt Oi Va Voi lekker uit de bocht. Ze blijven ondanks hun verschillende culturele achtergronden uiteindelijk toch gereserveerde Engelsen uit Zuid-Londen. Dat is tevens mijn kritiek op Laughter Through Tears. Het kabbelt voort, het is relaxed bij een goed glas wijn, de open haard aan, borrelnoot erbij maar het is nergens urgent. Muziek als behang voor moderne dertigers die Manu Chao te zomers vinden voor bij de open haard.

Toch zou Oi Va Voi net als Buena Vista Social club en in mindere mate Gotan Project wel eens een groot succes kunnen worden in Nederland. Want waar Bucovina Club van Shantel en Goran Bregovic te rauw op het dak vallen, is Oi Va Voi een goed compromis tussen traditie en relaxte beats.

Bovendien heeft Oi Va Voi met de zangeres/violist Sophie Salamon een charismatische frontvrouw in de gelederen. Alleen de volgende keer wat minder water bij de wijn, dan gaat het helemaal goed komen met Oi Va Voi in Nederland.

Boeken / Fictie

Puberseks

recensie: Testosteron [Doing It]

.

~

Melvin Burgess heeft met Doing It, zijn nieuwste boek, voor lichte opschudding gezorgd in Groot Brittannië. Critica Anne Fine noemde het boek, dat in maart in de Engelse winkels lag: “Filth, which ever way you look at it”. Dat was meteen ook de titel van haar vernietigende recensie. De vertaling Testosteron
werd in Nederland met meer lof onthaald.

Dino is verliefd op Jackie, maar hij heeft eigenlijk een heel hoge dunk van zichzelf. Jonathon is verliefd op Deborah, maar zij is dik. Wat een problemen! En dan is er nog Ben, die dagelijks moet luisteren naar de overpeinzingen, blauwtjes en successen van Dino en Jonathon. Zelf doet hij niet mee. Is hij homo? Nee, Ben doet het stiekem met zijn lerares wiskunde.

Testosteron is het verhaal van deze drie jongens en hun fantasieën. Je kunt het vunzig noemen, al dat gegraai in kruizen, gezoen, gelebber en gefrunnik, maar het is veel eerder lachwekkend en aandoenlijk. Die jongens zijn zo druk bezig met hun ‘meneertje Knots’ dat ze er bijna fobieën aan over houden. Dat is meteen ook het grote minpunt van Testosteron: het gaat wel erg uitdrukkelijk alleen over seks.

Maar goed, als seks het enige is waar puberjongens aan denken (ik ben al lang geen puber meer en nooit een jongen geweest), dan moeten we dat maar geloven. Testosteron steekt goed in elkaar. De drie verhaallijnen van de drie vrienden lopen gedeeltelijk door elkaar. Elk hoofdstuk is geschreven vanuit het perspectief van één van de personages, die soms ook als ik-verteller optreedt. In Testosteron komen echter meer mensen dan alleen de drie jongens aan het woord: ook de vriendinnetjes krijgen hoofdstukjes. Het is leuk om situaties (vooral de net-geen-seks-situaties) beschreven te krijgen vanuit verschillende standpunten. Zo vul je zelf de meningen, oorzaken en gevolgen in. Nadeel van al die verschillende perspectieven is wel de versnippering. Echt diep doordringen tot de kern van een personage is er niet bij. Figuren blijven soms te oppervlakkig en verhaallijnen worden niet altijd even logisch afgerond.

Desondanks is Testosteron een heel erg leuk boek. Burgess voelde zich geroepen om een Echt Boek voor jonge mannen te schrijven. Nu zal het mij een rotzorg zijn wat de bedoeling van de schrijver is (het gaat immers om het resultaat, niet om de intentie), maar Testosteron is leuk voor veel meer categorieën dan alleen de masturberende puber. Ook pubermeisjes, volwassen meisjes en jongens zullen zich met dit boek vermaken. Beeldende scènes zitten er in ieder geval genoeg in.

Anne Fine bekritiseert in haar recensie vooral de portrettering van de meisjes in het boek. Het gaat er niet altijd even fijngevoelig aan toe wanneer de jongens fantaseren over spleten en tieten. En sommige fantasieën zijn inderdaad best te veroordelen op oppervlakkigheid en botheid. Jonathons vriendinnetje Deborah is dik. Maar hij vindt haar wel leuk. Maakt uiterlijk verschil?

Dus wat dacht je hiervan: Maak Deborah alsjeblieft, alsjeblieft, alsjeblieft slank… maar laat haar grote tieten onveranderd zodat ik fijn met die geweldige joekels kan spelen terwijl niemand mij na zou wijzen omdat ik met een dik meisje omga.

Fine vindt dit soort passages vrouwonvriendelijk, en dat zijn ze eigenlijk ook wel. Maar je moet alles in perspectief kunnen zien. Jonathon, die deze wens uit, heeft zelf ook de nodige lichamelijke sores. Hij denkt dat hij kanker in zijn piemel heeft, omdat er een grote bobbel op zit. Het is gewoon een ader natuurlijk, maar hij kan het idee niet uit zijn hoofd zetten. Plus het idee dat hij Deborah mogelijk zal besmetten met zijn ‘lulkanker’. Wie bovenstaande quote leest zal misschien schrikken van de oppervlakkigheid, maar de angsten die Jonathon doorstaat gaan veel verder dan het uitgelachen worden vanwege de omvang van zijn vriendin. Hij is serieus bezorgd haar iets aan te doen, en daaruit blijkt wel dat je zijn wensen met een korreltje zout mag nemen.

Romantisch

Met de overdaad aan geslachtsdelen, fantasieën en daadwerkelijke seks is Testosteron het ideale boek voor hitsige pubers. Maar het is ook een op en top verantwoord boek. Niemand doet het zonder condoom. En voor de meisjes die van romantiek houden: dit boek is ook voor jullie. Dino, Ben en Jonathon komen namelijk alleen maar aan echte seks toe bij meisjes op wie ze echt verliefd zijn.

Muziek / Achtergrond
special: Crossing Border 2003

Keuzes maken

Crossing Border is na drie jaar terug in Den Haag. Waar de bezoeker vorig jaar nog van de Amsterdamse Stadsschouwburg naar de Melkweg moest lopen, kon men nu de jassen laten hangen, omdat het programma de eerste drie dagen in zijn geheel plaatsvond in de Haagse Koninklijke Schouwburg. De Grote Kerk was de lokatie voor de laatste twee dagen. In dit verslag belichten we alleen het eerste deel van het programma.

~

The Flaming Lips

Literatuur en andere kunstdisciplines hand in hand laten gaan. Dat is kortgezegd het doel van Crossing Border. Vandaar de grote verscheidenheid in het programma. Van een korte film tot een twee uur durende spoken word participation en van een Groots Opgezette Multimedia Spektakelshow tot een korte voordracht van Joost Zwagerman. Vele disciplines waren vertegenwoordigd.

‘Crossing the Borders’

In principe een goed concept. Het is alleen jammer dat het eigenlijk allemaal een beetje tegenviel met dat hand in hand gaan. Neem bijvoorbeeld het programma van het grote podium (Royal Room) op woensdag. Een korte film werd gevolgd door een voordracht van niemand minder dan Booker Prize winnaar DBC (Dirty But Clean) Pierre en zijn collega en vriend Dan Rhodes. Hoe gevat en oprecht Rhodes ook vertelde en hoe spannend DBC Pierre ook voorlas: bijna iedereen was gekomen voor het latere optreden van The Flaming Lips. Er zat zelfs een dronkelap in de zaal die tijdens de korte film al om ‘The Lips’ begon te roepen.

Dat je verschillende kunstvormen achter elkaar programmeert, wil nog niet zeggen dat ze ook daadwerkelijk hand in hand met elkaar gaan. Misschien uit oogpunt van de programmeur en de artiesten wel, maar het publiek denkt daar wel eens anders over. En dan hebben we het toch wel over het meest intellectuele publiek van Nederland. Van dat hele ‘crossing the borders’ effect kwam dan ook niet zoveel terecht.

Woensdag: multimedia, feminisme, confetti en ballonnen

~

Bob Geldof

Het programma van Crossing Border is zo uitgebreid dat je bij aanvang om acht uur al kunt kiezen uit vijf verschillende acts, waaronder Johnny Dowd, die in een verschrikkelijk hete zaal mooie bluesy liedjes speelde. Ook Harry en Gerry Arling begonnen al vroeg met hun Groots Opgezette Multimedia Spektakelshow. Op een groot scherm werden animatiefilmpjes geprojecteerd, die door de broers en hun band werden voorzien van muziek, wat resulteerde in een leuke show met veel mooie en ook veel oermelige momenten. Harry’s gortdroge diapresentatie à la Herman Finkers viel echter een beetje tegen.

Onlangs werd er op de publieke omroep nog een registratie uitgezonden van een debat dat in de jaren zeventig werd gevoerd door een aantal vooraanstaande feministen. Germaine Greer was met afstand de meest felle deelneemster. Nu in 2003 stond zij als eminent grise op Crossing Border. Er is echter niets veranderd. Greer doet nog net zo sarcastisch in de richting van het mannelijke geslacht als vroeger. Al lijkt ze nu meer een cabaretière dan een voorvechtster van het feminisme. Haar lezing over haar pas verschenen boek The Boy was onderhoudend, interessant en zat boordevol humor. Een interessant college van een gedreven gepensioneerde docente.

Die ene Flaming Lips-fan die zich zo ontzettend misdroeg, heeft zijn zin wel gekregen. Wayne Coyne en zijn in beestenpakken gehulde bandleden maakten van hun laatste show van de tournee een gedenkwaardige. Voor de mensen die niet zoveel interesse hadden in Lou Reeds vertelkunsten. The Lips stonden dit jaar al eerder in de Amsterdamse Melkweg waar zij een gelijksoortige show lieten zien. Inclusief ballonnen, confetti, handpoppetjes, nepbloed, draagbare rookmachines en bovenal natuurlijk fantastische muziek.

De band speelt eigenlijk alleen nog maar nummers van de laatste twee albums: The Soft Bulletin en Yoshimi Battles The Pink Robots. Wel wilde Coyne een uitzondering maken voor de culthit She Don’t Use Jelly, omdat hij het nog steeds een leuk nummer vindt en zich weigert af te keren van die ene grote hit zoals zoveel bands doen. Op de MTV Awards speelden The Flaming Lips een nummer getiteld The Golden Path samen met The Chemical Brothers. In Den Haag waren laatstgenoemden niet van de partij, wel was het nummer een absoluut hoogtepunt. Net als Seven Nation Army van The White Stripes, die gecoverd werd omdat The Lips ooit eens moesten invallen voor broer en zus White. De band en het publiek waren dolgelukkig, de baas van de schouwburg iets minder, want ze vinden daar over tien jaar nog confetti terug.

Donderdag: Hasselhoff, Avant-Garde, Rebus, nog meer Avant-Garde en Ierse Pub

~

Lee Ranaldo & The Master Musicians of Jajouka

De donderdag bracht de volslagen absurde Strømbloque Phantasieën, gebaseerd op muziek van Schubert en de biografie van niemand minder dan David Hasselhoff. Onbegrijpelijk, maar heel erg de moeite waard, vooral door de – op een kleine zwembroek na – naakte figuranten. Ook oudgediende Holger Czukay deed het goed op het podium van the Royal Room. De man die bekend is geworden met de Keulse avantgarde-groep Can en daarmee al in 1969 een album uitbracht, stond als een wetenschapper in zijn laboratorium te zoeken naar de juiste opzwepende beats, samples en geluidjes. Wel moet gezegd worden dat dit soort muziek in deze tijd niet meer zo opzienbarend is. Wel erg goed.

Misdaadschrijver Ian Rankin, die een miljoenenpubliek aan zich wist te binden met zijn personage Rebus, beantwoordde de vragen van de interviewer als een volleerd entertainer. Hij gaf aan dat hij mensen, onder wie de bassist van Belle & Sebastian, liet betalen om in zijn romans voor te komen. Zo kreeg een prostituee de naam van een niet nader te vernoemen dame. Je moet het maar willen. De vaste lezers van Rankins misdaadromans hoeven niet te vrezen. De schrijver gaat nog wel even door met de serie. Het volgende deel verschijnt over niet al te lange tijd.

Lee Ranaldo, bekend als de gitarist van Sonic Youth, gaf donderdag een lezing onder meer over zijn ervaringen met de Master Musicians of Jajouka, met wie hij op vrijdag een van de interessantste optredens van het festival gaf. Schrijver Michel Faber was net als het publiek voor David Sylvian gekomen, maar wist de zaal toch stil te krijgen met zijn mooie vertelstem. Sylvian, die de grote naam van deze avond was, vond het tot irritatie van presentator Dimitri Verhulst niet nodig aangekondigd te worden. Dit gebrek aan gevoel voor humor blijkt ook naar voren te komen in zijn experimentele avantgardistische muziek. Voor de een enerverend, voor de ander slaapverwekkend.

Misschien stond de meest beroemde man echter wel te spelen in Guido’s Room. Bob Geldof, die we allemaal kennen als initiator van Live Aid en als voorman van Boomtown Rats, speelde ouderwetse Ierse folksongs. Goede band, maar wat Sir Bob nog toevoegt aan een festival als Crossing Border mag Joost weten. Het publiek koos dan ook en masse voor David Sylvian.

Kippenvel, Marokko, Paardekracht, Maarten en Solex

~

Tom McRae

Tom McRae stond eerder dit jaar al een paar honderd meter verderop in het Theater aan het Spui tijdens The Music In My Head. Daar speelde hij een fantastische show met een flink aantal muzikanten. Op Crossing Border bestond de begeleiding alleen uit een toetsenist en een cellist. McRae zelf bespeelde de akoestische gitaar en zong de sterren van de hemel. Bloedmooi, net als een paar maanden geleden. Ook zijn zwartgallige humor mag er zijn.

De al eerder genoemde Master Musicians of Jajouka wisten het publiek te bezweren met hun Marokkaanse inheemse muziek. Lee Ranaldo stelde zich gedienstig op en was geenszins van plan om een grote rol voor zichzelf op te eisen. Af en toe volgde een kleine gitaaruitbarsting, maar de rest van het gepiel op de gitaar stond geheel in het teken van de door de Master Musicians ingeluide motieven en ritmes. Fantastisch om te zien en te horen.

‘Bezwerend’ is een woord dat vaak voor de muziek van 16 Horsepower wordt gebruikt. David Eugene Edwards en de zijnen deden wat zij meestal doen: de zaal helemaal platspelen. Met name de passages waarin Edwards zijn vermaarde slidegitaar bespeelt, waren als vanouds magisch. Het is prachtig een dergelijke passionele, expressieve band te zien optreden in een schouwburg. 16 Horsepower maakte als grote publiekstrekker de verwachtingen helemaal waar. Jammer voor Solex en het Maarten Altena Ensemble, die in een andere zaal met het project 1+1=11 hun opwachting maakten, dat overigens ook zeer de moeite waard was.

Verkeerde keuzes?

Net als ongetwijfeld veel niet genoemde optredens de moeite waard waren. Een festival is altijd een kwestie van kiezen. Met name op Crossing Border gebeurt in die vier uur per avond zo veel, dat je het risico loopt teveel te willen zien of gewoon de verkeerde gok te wagen. Een algemeen oordeel vellen over een dergelijk festival is dan ook vrijwel onmogelijk. Een ander heeft misschien een heel ander festival doorgemaakt. Ik werd echter zelden getroffen door het aangebodene. Het eigene van kunst is toch dat het bij wijze van spreken je geest verruimt en je waarnemingskaders verandert, om maar eens een wetenschappelijke term te gebruiken. Dat is slechts zelden gebeurd op deze editie van Crossing Border. Verkeerde keuzes of een minder goed programma? Ik zou het niet weten.

Links

crossingborder.nl

Film / Films

Love Actually

recensie: Love Actually

Het is een van Richard Curtis’ wonderlijke talenten: in door hem geschreven films blijven de sidekicks net zo hangen als de hoofdpersonen zelf. Spike, de ultraranzige huisgenoot van Hugh Grant in Notting Hill. Grants zusje Scarlett in Four Weddings and a Funeral met haar vuurrode haar en bijzondere kledingkeuze. Bridget Jones’ moeder, die het tijdens haar midlife-crisis aanlegt met een oranjegekleurde telsell-verkoper. Wie langer nadenkt, komt aan een scala van bijzondere personages die het niet verdienen om vergeten te worden.

~

In Love Actually zitten geen sidekicks. Met zo’n twintig hoofdpersonen is daar simpelweg geen ruimte voor. De titel komt uit een uitspraak aan het begin van de film. “Love actually is all around”, verwijst naar het kleffe en vaak gecoverde liedje van Troggs. Door de tekst te veranderen in Christmas is all around hoopt de verlopen, ex-verslaafde popster (Bill Nighy) hiermee een nummer 1-notering te behalen en zo de kerstdagen door te kunnen brengen zoals vroeger: op exclusieve feestjes, seksend met topmodellen.
De nieuwe Prime Minister (Hugh Grant) neemt zijn intrek in Downing Street 10 en wordt op slag verliefd op zijn Hoofd Catering, die erg doet denken aan Monica Lewinsky (Martine McCutcheon). Zijn zus (Emma Thompson) is getrouwd met een directeur (Alan Rickman) die op agressieve wijze versierd wordt door zijn secretaresse (Heike Makatsch) en tegelijkertijd twee van zijn werknemers (Laura Linney en Rodrigo Santoro) probeert te koppelen. En zo kan ik nog wel een poosje doorgaan.

Minder zoet

~

Het bijhouden van al die door elkaar lopende verhalen is minder lastig dan het klinkt. Wie Amores Perros, Piedras of Any Way The Wind Blows gezien heeft, is al gewend aan het gestaag groeiende aantal verhaallijnen in een film. Daarbij zijn de meeste acteurs zo bekend dat je ze moeiteloos uit elkaar weet te houden. Bovendien vormen de losse stukken -hoewel ze natuurlijk hetzelfde thema hebben: liefde- geen eenheidsworst. Niet alles loopt even goed af. Daardoor is Love Actually minder zoet dan een film als Bridget Jones’s Diary of Notting Hill.

Wel zijn de dialogen even scherp als altijd. De sterrencast van onder andere Liam Neeson en Rowan Atkinson doet de rest. Hugh Grant laat met zijn standaard stuntelige typetje zien dat hij –zelfs met geduchte concurrentie van tientallen andere acteurs- de ongekroonde koning van de romantische komedie is. Billy Bob Thornton zet een prachtige Amerikaanse president neer, een kruising tussen Bush en Clinton. Bill Nighy is een hilarische superster die zichzelf geen moment serieus neemt. Hij weet dat zijn plaat niet om aan te horen is, en vertelt dat overal. “Koop geen drugs”, waarschuwt hij kinderen in een televisieprogramma. “Zorg dat je popster wordt: dan krijg je ze gratis.”

Porno

Precies: deze karakters, die het hoogtepunt vormen van de film, doen vreselijk denken aan de hoofdpersonen en hun sidekicks. En hoe leuk, lief of grappig ze ook zijn, het is te veel. De minder kleurrijke karakters vallen al snel in het niet en daardoor komen sommige spelers niet goed uit de verf. De verhaallijn met Colin Firth is bijvoorbeeld weinig uniek en niet spannend. Een opbloeiende liefde tussen twee stand-ins van een pornofilm en de jongen die per se naar Amerika wil omdat de meisjes daar makkelijker zijn, lijken er een beetje bijgesleept. Misschien wilde Curtis koste wat het kost vasthouden aan zijn concept van de tien liefdesverhalen. Gelukkig krijgen die lijnen uiteindelijk zo weinig ruimte dat het niet heel storend is. Na de aftiteling kun je ze zo weer vergeten.

Muziek / Album

Belgische weelde

recensie: See You Naked

.

~

Belgische bandjes kunnen in twee categorieën ingedeeld worden. De eerste categorie van bandjes zijn, qua inventiviteit en creativiteit, uiterst interessant. De tweede groep drijft mee op het succes van de Belgenpop, dat ooit door dEUS in gang werd gezet. Zelf hebben deze bandjes vaak weinig nieuws te vertellen. De Gentenaar Sioen past in beide categorieën.
Want aan de ene kant is het een singer/songwriter die mooie, aparte liedjes á la Sharko maakt, aan de andere kant teert hij op zijn nationaliteit. Omdat hij een nieuwe Belgische artiest is, wordt hij door het Belgische publiek maar al te graag omarmd. Meestal kijkt Nederland vol ontzag naar alles wat zich binnen de Belgische muziekwereld afspeelt, waardoor een objectieve blik soms ver te zoeken is.

Frederik Sioen heeft veelvuldig getoerd voordat See You Naked verscheen. Menigmaal is hij bij platenmaatschappijen langs geweest om zijn muziek te verkopen, maar in de moeilijke tijden van de muziekindustrie, waagde bijna geen één platenbons het Sioen uit te brengen. Hoewel de aanhouder wint en Sioen een plaatsje heeft kunnen vinden bij het label Djars, zegt dit misschien al genoeg. Echte grote jongens verkopen zich namelijk zelf.

De naar Stef Kamiel Carlens klinkende Sioen is singer/songwriter, die een band om zich heen geformeerd heeft. Misschien is het daarom voor hem lastig om zich te concentreren op muziek dat eigenlijk door middel van teksten zijn krachten kan laten zien. Er is namelijk gezocht naar een goede verhouding tussen de bandleden en de zanger, waardoor nummers voller klinken dan dat de gemiddelde singer/songwriter klinkt. Dit kan ten koste zijn gegaan van het simplistische en de puurheid van een bard met een piano, die Sioen had kunnen zijn.

Bijvoorbeeld in het nummer Wild Wild West, dat wat Beatle-eske kwinkslagen kent, is de muziek heel belangrijk. Het spijtige is dat de kwinkslagen te gezocht en te geforceerd aanvoelen. In het nummer Boom gaat Sioen gedurfd aan het werk. Een pompende breakbeat is onder het nummer gezet. Dit gaat ten koste van de kracht van de plaat. Ook de opener, het nummer See You Naked, had net zo goed van het album gelaten kunnen worden. Het nummer duwt de luisteraar in een bepaalde richting en wel in de richting van Zita Swoon. Jammer genoeg is dit geen referentie voor de rest van de plaat. De mooie nummers als Too Good to Be True of Another Ballad dekken de lading een stuk beter.

Sioen is voorhanden en de Belgen grijpen het aan. De Nederlanders geloven het graag, maar van België kan men eigenlijk meer verwachten. Een artiest die op het kruispunt staat waar Stef Kamiel Carlens en Sharko samenkomen, is net te weinig garantie voor een revelatie. Sioen is er wel en neem het tot u, maar eigenlijk is er niets nieuws onder de Belgische zon. Volgend jaar beter, misschien.

links:

www.sioen.net
www.lcmusic.co

Muziek / Album

Afsluiting van een periode?

recensie: The Best of R.E.M.

.

~

In Time beslaat vooral de tijd waarin de band het internationale podium al had bereikt. Dat betekent dus dat veel fantastische nummers van voor 1988 niet in overweging zijn genomen, wat natuurlijk ook te maken heeft met een wissel van platenmaatschappij. Wel biedt deze verzamelaar een prima overzicht van de periode waarin ik, en ik neem aan vele lezers met mij, voor het eerste een plaat van de band hebben aangeschaft. Ook het tweede schijfje met b-kantjes en live-opnamen is voor het grootste deel zeer de moeite waard.

Die wel, die niet

Uit de keuzes op In Time blijkt dat de band erkent dat de ene plaat geslaagder was dan de andere. Absolute jaren-negentig-klassieker Automatic For The People (1992) is terecht duidelijk favoriet en met maar liefst vier tracks vertegenwoordigd. What’s The Frequency, Kenneth? is echter het enige nummer van het uit 1994 afkomstige en zeer matige Monster. Ook werd alleen Losing My Religion direct van Out Of Time gehaald, daar staan echter wel twee b-kantjes en een schitterende live-versie van Country Feedback tegenover (dé favoriet van de concertbezoeker).

~

Het is bekend dat R.E.M. zich inmiddels heeft gedistantieerd van de zomerse pop à la Shiny Happy People. Deze grote hit is dan ook niet in deze verzameling opgenomen.De drie jongste platen komen er wel goed vanaf. Zowel New Adventures In Hi-Fi, Up en Reveal droegen twee songs bij. R.E.M. heeft in Nederland eigenlijk nooit meer een echte hitsingle gehad. Daysleeper en E-Bow The Letter (met Patti Smith) kwamen nog wel geregeld langs op radio en televisie, maar Imitation Of Life en All The Way To Reno, beide afkomstig van Reveal, waren bijna nergens in full rotation te horen en te zien.

Nog veel moois te ontdekken

R.E.M. is dan ook een echte albumband geworden, die het in elk geval in Nederland, eigenlijk niet moet hebben van de grote hits (huidige hitsingle Bad Day natuurlijk daargelaten). Dat is wat deze Best Of een stuk aantrekkelijker maakt dan vele andere verzamelaars. Het is met recht een Best Of en geen Greatest Hits. Als je fan bent, weet je natuurlijk wat je te wachten staat.
Wanneer je In Time echter hebt gekocht voor Losing My Religion en Man On The Moon, zul je erachter komen dat er meer is onder zon. Het schitterende At My Most Beautiful en het uiterst sfeervolle Electrolite zijn, door gebrek aan exposure, ongetwijfeld aan de Nederlandse radioluisteraar en televisiekijker voorbij gegaan. De tijd is aangebroken om deze schade in te halen.

~

Ook The Great Beyond, afkomstig van de film Man On The Moon over Andy Kaufman zal een extra verrassing zijn. Het is een van de beste popliedjes uit de geschiedenis van R.E.M. Net als het ten tijde van Document (1987) geschreven Bad Day. Wat je ook van deze It’s The End Of The World As We Know It-kloon vindt, het nummer kenmerkt wel het geluid van R.E.M., dat ook naar eigen zeggen niet veel veranderd is sinds 1988.

Vandaar dat de nummers op In Time zo goed op elkaar aansluiten. De 18 songs zijn bijna allemaal kenmerkend voor een periode waarin het R.E.M., ondanks het vertrek van drummer Bill Berry in 1997, voor de wind ging, zowel op zakelijk (miljoenendeals) als artistiek niveau. Nu rest nog de vraag of In Time en bijbehorende tournee daadwerkelijk afsluiters zijn van een tijdperk. Gaat de band op oude voet verder of zullen er veranderingen plaatsvinden? Het antwoord op deze vragen is dichterbij dan je denkt, want voor volgend jaar staat er alweer een nieuwe release gepland. Op naar In Time 2003-2018.

Link:

http://www.remhq.com

Boeken / Fictie

Het ideale boek?

recensie: Salamander

.

~

Een verhaal dat gaat over de zoektocht naar het oneindige boek: een boek zonder begin en zonder eind. Een boek waarin alles staat vermeld, maar waarin tegelijkertijd niets te vinden is. Een almanak van het leven zelf, een boek waarin het leven stilstaat, maar ook binnen enkele seconden verteld is. Zo’n verhaal is voor de hartstochtelijke lezer een ultieme uitdaging. Maar kan Salamander deze belofte ook waarmaken?

Om kort te zijn: nee, het maakt de belofte niet waar. Maar dat is wel erg kort en ook niet geheel volledig. De verwachtingen waren bij mij namelijk behoorlijk hoog gespannen. Té hoog. Een boek over het ultieme boek, moet iets van dat boek in zich verenigen om de sublimiteit van dat ultieme boek over te brengen. En ondanks dat ik denk dat Thomas Wharton een uitstekend schrijver is, is hem dat niet geheel gelukt.

Verhalen

Het vertellen van een verhaal is een kunst. Een kunst die Thomas Wharton zeker beheerst. In Salamander komen meerdere korte verhalen voor over de personen die de hoofdpersoon Flood en z’n dochter Pica tegenkomen op hun speurtocht naar het oneindige boek en naar Flood’s geliefde (Pica’s moeder). En dit zijn stuk voor stuk prachtige anekdotes. Korte, kordate stukjes proza, die de personen meteen in de context plaatsen en karakter meegeven. Daarnaast is het hoofdverhaal uiteindelijk een mooi afgerond vertelsel. Ondanks dat het geen echt begin of eind heeft. Maar juist dat past in deze context zo prachtig.

~

Wat ik echter mis is een duidelijke invulling van het verhaal tussen dat ‘begin’ en ‘eind’. Het verhaal sleept zich voort van de ene toevallige ontmoeting naar de andere. Ik mis hier daadkracht van de schrijver en zijn personages. Het sukkelt voort. Bijeengehouden door die al vermelde anekdotes.

Twijfel

En nu sta ik dus in dubio. Vind ik het een goed boek? Vind ik het een slecht boek? Laat ik vooropstellen dat ik het absoluut geen slecht boek vind. Maar echt goed vind ik het ook niet. Wellicht door de hoge verwachtingen, maar toch uiteindelijk ook gewoon door het boek zelf.
Ok, Salamander is af. Het verhaal heeft een kop en een staart, en beide delen zijn goed verzorgd. Het begin wekte m’n leeslust op en verraste me met een aantal concepten, die me erg aanspraken. Het eind legde de meeste puzzelstukjes op hun plaats en liet genoeg open om nog even door te mijmeren. Prima dus.
Maar daartussen was het zo worstelen om de aandacht er bij te houden. Alsof Thomas Wharton zelf ook geen idee had hoe hij zijn personages van A naar B diende te brengen.

Verdwaald

En net als de personages ben ik dus verdwaald geraakt tijdens het lezen van Salamander. Flood en Pica zijn er uiteindelijk uitgekomen. Hopelijk geldt dat binnenkort ook voor mij.

Muziek / Album

Prominent aanwezig

recensie: Smiling At The Claptrap Circuses

Tot een paar jaar geleden hield ik wekelijks de concertagenda van 8WEEKLY bij. Uit het aanbod van alle concerten gehouden in Nederland (en op een duur zelfs België) selecteerde ik de bands waarin ik zelf geïnteresseerd was. De League of XO Gentlemen zat daar standaard bij. Ik had geen idee hoe het klonk, maar verwachtte veel van dit nieuwe project van Rudeboy, die toen net bij de Urban Dance Squad en Junkie XL weg was. Het bleef na een actief begin echter lange tijd angstvallig stil rond de groep, maar nu is de debuutplaat Smiling At The Claptrap Circuses uit.

~

Gewend aan de oneindige haast en bewijsdrang in de muziekindustrie, verwachtte ik dat de League snel met een album zou komen. Niets was echter minder waar; de band nam de tijd om zich te ontwikkelen en op elkaar ingespeeld te raken. Op het eerste nummer van de plaat neemt de League ook meteen scherp afstand van de opgelegde prestatiedrang van gemaakte bands, gemaakte hits en gemaakte personages:

Oh how you love a marketing product
thash television quiets toddlers through commercials for grown ups
conventional thoughts cheep enough to get the masses caught
[…]
hip hop rythm blues slob safe as a sit com
mass brain follows hollow as the sound of the bassdrum

De League is origineel, echt en oprecht. Of pretendeert dat tenminste te zijn. De biografie van de band belooft zelfs ‘discjock-agressie op peil, met gelukkig een gebrek aan het DJ Tiësto-gehalte’. Muziek voor de massa en bijbehorende marketingproducten worden verfoeid, maar ondertussen is de League er zelf ook niet vies van zich een handig en opvallend imago aan te meten. Zowel op de internetpagina als in het cd-boekje wordt van de bandleden alleen het silhouet afgebeeld; de persoon is niet belangrijk, het gaat alleen om de muziek, blablabla.
Tegelijkertijd meldt de band echter trots op diezelfde internetpagina dat de singel The Big Copout al op de Box en MTV wordt gedraaid en hoog staat in een Kink

~

FM-lijstje. Het gaat dus niet puur om het maken van muziek; de League is er trots op door de massa opgepikt te worden.

Dat de plaat opgepikt wordt, mag overigens geen verbazing heten. Alle nummers steken erg goed in elkaar: de genoemde disjock-agressie wordt aangevuld met lekkere gitaarpartijen en Rudeboy wisselt raps af met schreeuwpartijen, welke weer worden gevolgd door degelijke samenzang. Alle muzikale en vocale mogelijkheden worden op de plaat opgezocht. Zo wordt in het rocknummer Icarus’ Revenge het refrein rytmisch hortend stotende meerstemmigheid gezongen, terwijl Rudeboy zijn tekst er soms uitschreeuwt, maar soms ook met vervormde stem zingt. Het volgende Mocked At Minstrels en Blindfolders To The World zijn weer veel meer op oude rap gebaseerd en een nummer als Pay Your Dues lijkt in de combinatie van rock en rap bij vlagen op de Beastie Boys.

~

Erg toegankelijk of hitgevoelig is het allemaal niet, maar de League kan zeker een prominente plaats in de Nederlandse muziekwereld gaan innemen. Als winaar van een Essent Award staan ze zaterdag 10 januari in ieder geval alvast op het Noorderslag festival (www.noorderslag.nl) in Groningen.

Link:

www.leagueofxogentlemen.com

8WEEKLY

Dark Chronicle

Artikel: Dark Chronicle

.

~

Dark Chronicle is de opvolger van Dark Cloud uit 2001. In dit spel speel je met ene Maximillan en moet je uiteraard weer op avontuur om prinsessen te helpen, koninkrijken redden en het kwaad verslaan. Het kwaad is in dit geval keizer Griphon, een wrede heerser die we eens wat normen en waarden moeten gaan bijbrengen. Je staat in je queeste echter niet alleen, diverse anderen zullen je met raad en daad terzijde staan. Eén van je vrienden is de zwaardvechtster / prinses Monica, en je zult haar hard nodig hebben.

Prachtig

Het eerste wat opvalt, is dat Dark Chronicle er prachtig uit ziet. De cell-shaded graphics (zoals we die kennen uit bijvoorbeeld Sly Raccoon) zijn een lust voor het oog. Het geluid helpt eveneens de sfeer te versterken. Wat ik wel even moet aanmerken is dat je het eerste uur weinig echt aan het spelen bent, maar meer naar filmpjes en dergelijke zit te kijken. De game ziet er prima uit, maar ondanks deze pracht en praal word je die filmpjes wel een beetje zat en wil je gewoon spelen.

Speelbaarheid

~

Veel 3D spellen zijn vaak erg lastig door de gebrekkige camera. Dark Chronicle is gelukkig een uitzondering. Dit spel speelt vrij makkelijk, en eigenlijk had ik weinig gewenning nodig om er in te komen. Bovendien is het begin van het spel zo ingericht dat je langzamerhand de controls een beetje leert kennen. Dat valt allemaal dus 100% mee. De game beschikt over een prima ‘learning curve’, al denk ik wel dat de meer doorgewinterde avonturier waarschijnlijk sneller in de game zit dan de beginner.

Uitvinden

Tijdens het rondstruinen in de diverse dungeons kom je natuurlijk de nodige tegenstand tegen, en is het vaak knokken geblazen. Je zult snel merken dat elk wapen en elke eigenschap zo zijn eigen voor- en nadelen heeft. Je kunt natuurlijk iemand gewoon met ouderwets slaan en blokken proberen te verschalken, maar je kunt ook objecten gaan gebruiken. Maximillan is een uitvinder, en deze gave zal je van pas komen. Maak wat foto’s van objecten, combineer deze foto’s, en wie weet doet Max genoeg inspiratie op voor iets mafs. Met name als je verder bent in deze game, en de tegenstand zwaarder wordt, zal deze eigenschap zeer goed van pas komen.

Zin

Er zijn nog zoveel dingen die ik zou kunnen opsommen over deze game. Er zit een compleet Sim City-achtig level in. Er zijn een flink aantal leuke minigames. Monica die weer haar eigen invloed heeft op het spel, al die prachtige levels en die unieke werelden… Maar ik moet maar eens een conclusie over dit spel vormen. En die is duidelijk: dit spel mag je niet laten liggen. Ben je op zoek naar iets absoluut bijzonders, dan is dit echt jouw spel. Nu ik dit zit terug te lezen heb acuut zin om weer te gaan spelen, dus laat ik het hierbij…

Film / Films

Acteren op de vierkante centimeter

recensie: Interview

Hoe makkelijk het is om in Nederland een film te maken, bewijst Theo van Gogh met zijn meest recente film Interview. Cabaretier Hans Teeuwen kwam op het idee van een soapactrice (Katja Schuurman) die tegen wil en dank wordt geïnterviewd door een ervaren journalist (Pierre Bokma). Theodor Holman schreef het scenario tijdens de kerstdagen op Vlieland en met twee ton van de Humanistische Omroep nam Van Gogh de film in vijf nachten op in Katja’s eigen appartement.

Het is op papier een intrigerende combinatie: de door de wol geverfde theateracteur Bokma, negentig minuten lang samen met Katja Schuurman in een intieme film over uiterlijkheden, karakter en – vooral – wraak. Maar het blijft niet bij papier alleen: Interview is een boeiend karakterspel dat dankzij de fantastisch spelende acteurs een extra laag krijgt. Hoewel de dialogen soms tegen het ongeloofwaardige aanleunen (de houding van de twee gesprekspartners is vanaf het begin wel erg agressief), verbaast vooral Katja in een paar emotionele scènes aan het eind van de film.

Zwak punt

~

Een zeer efficiënt werkende regisseur en crew, twee topacteurs: er is met Interview weinig mis. Er is eigenlijk maar één zwak punt, en dat wordt gevormd door de slappe ontknoping, die je al op de helft van de film voelt aankomen. Met een iets beter einde was de film inderdaad “een van de beste films van de laatste paar jaar” geweest, zoals de Telegraaf volgens de hoes over Interview beweerde.

Onoprecht

Ik heb me tijdens Interview verschillende keren afgevraagd hoe een op het eerste gezicht zo botte kerel als Van Gogh zulke genuanceerde prestaties aan zijn hoofdrolspelers weet te ontlokken. Helaas wordt dit door de extraatjes van deze dvd ook niet echt duidelijk. Gert-Jan Dröge was met zijn Glamourland aanwezig tijdens de opnamen en zijn reportage is vooral grappig, maar werpt weinig licht op de werkwijze van Van Gogh als regisseur. Ook de rest van de “making of”-beelden laat vooral Katja en Pierre zien, waaronder een heel grappig incident met de gehuurde Jeep waarin Katja de film binnenrijdt. Een paar interviewfragmenten met Van Gogh zouden het toefje op de extra’s moeten zijn, maar stellen een beetje teleur door de wat onoprechte toon van de regisseur.

Interview is een verfrissende film die laat zien dat er geen miljoenenbudgets of bestsellers nodig zijn om een goede Nederlandse film te maken. Alleen daarom al verdient de film en zijn regisseur je steun, of in ieder geval een kijkje.