Boeken / Fictie

Los zand in Seattle

recensie: Matthew McIntosh - Well

Seattle is niet alleen de stad van de grunge: er blijken ook mensen te wonen. Gewone mensen, die naar hun werk gaan, problemen maken met hun vrouw, hoofdpijn hebben, kinderen op proberen te voeden, enzovoort. Sociaal-realistische romans waren erg populair aan het einde van de negentiende eeuw. De burgerij kon zich af zetten tegen de armen, en dat zij het dan veel beter hadden. Maar anderen wilden door deze boeken ook de positie van deze minderbedeelden verbeteren.

Matthew McIntosh combineert in zijn lijvige debuut het leven van de ‘workingclass’ en de stad Seattle. Het boek is opgedeeld in hoofdstukken, waarvan in de inhoudsopgave bij elk hoofdstuk een kleine passage is opgenomen. Dit blijkt een fragment te zijn uit het hoofdstuk. McIntosh gebruikt afwisselend verschillende verteltechnieken, waardoor het levendig lijkt te worden.

Los zand

Er worden verschillende personen opgevoerd in het boek. Ze hebben niet echt een relatie met elkaar behalve dat ze in hetzelfde gedeelte van Seattle wonen. Ze gaan misschien wel naar dezelfde kroeg, maar onderling contact is er niet, waardoor de personen erg op zich zelf komen te staan. Het boek wordt daardoor los zand, er is geen logisch verband tussen verschillende hoofdstukken. Het boek had meer indruk gemaakt als het een coherenter verhaal was geweest.

Overgetikt

Een ander aspect van het boek dat me niet aanspreekt is dat het lijkt of de schrijver een jaar lang in cafés is gaan zitten en daar allerlei tapes heeft opgenomen. Hij heeft mensen gewoon laten praten en praten, terwijl ze zichzelf maar herhaalden en niets nieuws meer zeiden, Deze bandjes hoefde hij niet eens uit te werken, want hij kon alles zo van tape overtikken. Daardoor zit er veel herhaling in.

En toen was er niets. Een kiestoon. Ze had opgehangen. De eerst keer dat ik haar terugbelde, werd ik doorgeschakeld naar de voicemail. Dus hing ik op. Toen belde ik meteen terug en eerste begon hij over te gaan, maar daarna niks – ik dacht dat ze had opgenomen maar gewoon niet van plan was iets te zeggen – je weet wel, doodzwijgen. Ik zie: ik hoor je wel. Ik weet dat je er bent. Maar dat was niet zo. Uiteindelijk duurde het te lang, dus ik dacht dat er iets mis was, en ik hing op en belde terug. Ik kreeg haar voicemail weer.Ik sprak een boodschap in: ‘Schatje, het spijt me dat ik heb opgehangen. Ik probeer je te bereiken.’ Ik hing op. Ik belde terug.

De algemene sfeer die uit het boek spreekt, is verstikking en teleurstelling, aangevuld met kleine pleziertjes en opleveningen. McIntosh beschrijft de wereld van de werkende man en vrouw, die rond moeten komen van een klein bedrag. Het zijn de kleine levensvragen waarmee de schrijver ons confronteert. Het is een sociaal-realistisch portret geworden, maar McIntosh weet niet echt te ontroeren. Door de snelle wisseling van personen blijft het grote medeleven meestal uit. Alleen in het laatste hoofdstuk brengt de schrijver verschillende personen bij elkaar, die allemaal met hun eigen problemen en vragen de bruiloft van een vriend, broer enzovoort bijwonen. Doordat die mensen een tijdje zijn gevolgd en meer uitgewerkt, komt McIntosh aan het einde tot een climax. Al is het wel een treurige climax; iedereen komt er slechter uit dan ze waren en er verandert niets.

Bill draaide zijn raampje omhoog, trapte op het gaspedaal en al gauw was hij weer aan de andere kant, op weg naar het zuiden, steeds sneller. Elk bord en elke wegwijzer was een bevestiging dat hij nooit weg was geweest.

Film / Films

Nog beter, nog spannender, nog gecompliceerder

recensie: 24: Season Two

Het tweede seizoen van de “real time” tv-serie 24 begint een jaar na die tragische dag die we in het eerste seizoen meebeleefden. Jack Bauer is op non-actief gesteld na de dood van zijn vrouw, en senator David Palmer is inmiddels president van de Verenigde Staten. De nieuwe serie van 24 afleveringen begint in alle rust. Op zijn vrije ochtend zit president Palmer lekker te vissen met zijn zoon. Maar 24 zou 24 niet zijn als er aan die rust niet snel een einde kwam. Er komt een bommelding binnen: terroristen uit een niet nader geïdentificeerd land in het Midden-Oosten hebben een grote kernbom het land binnengesmokkeld en dreigen die vandaag in hartje Los Angeles tot ontploffing te brengen.

~

Het vormt het startschot voor een nieuw etmaal vol spanning, plotwendingen en verraad. Bauer wordt teruggeroepen naar zijn anti-terrorisme-eenheid, Palmer probeert paniek te voorkomen en moet tegelijkertijd een complot binnen zijn eigen regering zien te verijdelen. Op hetzelfde moment krijgen de terroristen de ene na de andere tegenslag te verwerken. Degenen die de show op tv hebben gevolgd weten natuurlijk hoe verslavend deze serie is, maar als je hebt gewacht op deze prima dvd-set, dan kan ik je aanraden een weekend lang vrij te houden en alvast een afspraak te maken met je manicure, want ik garandeer je dat je nagels niet heel blijven tijdens dit tweede seizoen 24.

Topprestatie

Want waar het eerste seizoen na tien afleveringen een beetje inzakte, weten de verschillende schrijvers en regisseurs seizoen twee continu op spanning te houden. Nergens verslapt de aandacht, nooit is een aflevering saai of voorspelbaar. Of te ingewikkeld, want hoewel er op elk gegeven moment tenminste vier belangrijke verhaallijnen parallel aan elkaar lopen, raken we als kijker de draad nergens kwijt. Dit is op zich al een topprestatie, en je waardering zal alleen maar toenemen als je beseft hoe lastig het is om zo’n serie, die zich op tientallen locaties afspeelt en talloze personages bevat, überhaupt te maken.

Hardhandig

~

Het enige waar ik me aan stoorde in 24 was de botte manier waarop de schrijvers met hun personages omgaan. Iemand die niet meer nodig is voor het verhaal, wordt vermoord of op zijn minst hardhandig afgevoerd. Het staat in schril contrast met de menslievende president Palmer, die bij wijze van spreken al natte ogen krijgt als hij hoort over de dood van een klein kind tijdens hevige rellen. Het is maar een klein puntje, maar het schrijversteam zou er goed aan doen evenveel respect te betonen aan hun personages als aandacht aan de structuur van de serie.

Extra’s

Gelukkig hebben de makers van deze zevendelige set beter hun best gedaan dan bij de enigszins teleurstellende uitgave van het eerste seizoen. Disks een tot en met zes bevatten de 24 afleveringen, terwijl de zevende geheel gewijd is aan de extra’s. En dat zijn er nogal wat: vrijwel elke aflevering wordt vergezeld door een aantal verwijderde scènes. Dit zijn, in tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten bij een zo zorgvuldig gestructureerde serie, geen losse flarden, maar vaak complete scènes die ook daadwerkelijk iets toevoegen aan het verhaal en de personages. Ze zouden naadloos in de officiële afleveringen gepast kunnen worden, en gelukkig krijg je als kijker die mogelijkheid ook. Wie ze liever apart ziet, kan de afzonderlijke scènes vanuit het dvd-menu bekijken. Petje af voor deze nette presentatie.

Logistiek

Daarnaast is per disk één aflevering voorzien van audiocommentaar. De belangrijkste mensen voor en achter de camera zijn aan elkaar gekoppeld in wisselende samenstellingen en dit levert meestal een leuk maar niet al te informatief commentaarspoor op. Voor degenen die benieuwd zijn naar de logistieke problemen die je bij het produceren van zo’n enome serie tegenkomt, bevat de zevende schijf nog een zeer uitgebreide documentaire in twee delen van bijna drie kwartier waarin we meekijken bij de voorbereidingen en opnamen van de laatste twee afleveringen van dit seizoen. Als je nog niet weet hoe de serie afloopt, is het verstandig deze documentaire pas te bekijken nadat je de serie hebt uitgekeken.

Het zal duidelijk zijn: het tweede seizoen van 24 is nog beter, nog spannender en nog gecompliceerder dan het eerste seizoen. Gelukkig hebben de regisseurs de touwtjes constant in handen en ontspoort de serie nergens. Ook de dvd-set is een verbetering ten opzichte van zijn voorganger, met meer extra’s en een betere presentatie. Het beste compliment dat we 24: Season Two kunnen geven, is dat we nu al uitkijken naar seizoen drie.

Boeken / Fictie

Acht verhalen te lang

recensie: Gie Bogaert - Hemelstof

Volgens het persbericht van Uitgeverij Podium is Hemelstof van Gie Bogaert “een verzameling kleurrijke, subtiel met elkaar verweven verhalen over verlies”. De termen kleurrijk, subtiel verweven en verlies verdienen hierbij mijns inziens enige toelichting.

~

Elk van de negen verhalen die in Hemelstof gebundeld zijn, gaat over verlies van het een of het ander. Het verlies van een echtgenoot, een vader, een dochter, hoop, liefde of een ballon. Groot en klein verlies doen hun opwachting. En ook het daarmee gepaard gaande verdriet, de twijfels en de hoop van degene die het verlies geleden heeft.

Subtiel verweven

In elk verhaal komt een persoon aan bod die in een voorgaand verhaal ook al ergens vermeld is. Zolang dat een buurman is of iemand die ook op een bepaald vakantiekamp geweest is, kan de term subtiel nog wel gehanteerd worden. Maar zodra het een familielid van voorgaande karakters is of als een hoofdpersoon in een ander verhaal wederom als leidraad optreedt is er nauwelijks sprake van subtiliteit. Hoe subtiel is een familieband?

Kleurrijk

Kleurrijk is van de drie genoemde begrippen de meest subjectieve term. Wat maakt een tekst kleurrijk en wat niet? Het eerste en tevens titelverhaal roept bij mij inderdaad een kleurrijk gevoel op. De kracht die de auteur toedicht aan verhalen en de hoop die daarin ligt opgesloten geeft Hemelstof een fris en stralend uiterlijk, ondanks – of misschien juist wel door – het verlies dat de hoofdpersoon ondervindt. Maar met dit eerste verhaal heeft de auteur meteen zijn kruit verschoten. De overige verhalen zijn steeds varianten op dit pronkstukje. Er volgt meer van hetzelfde, zonder de kracht van het nieuwe. Er wordt voortgeborduurd op wat er zo subliem gestart is, maar zonder dat hetzelfde niveau nog een keer bereikt wordt. En dat maakt het boekje eigenlijk acht verhalen te lang.

Klasse

Dat is jammer omdat Gie Bogaert wel degelijk een getalenteerd schrijver is. Menigmaal werd ik aangenaam verrast door een mooie zin, een prachtige zinsnede of treffende symboliek. Maar een goed verhaal is meer dan de som van de delen. En hier is de som helaas minder dan de delen. Dat geldt voor de verhalen zelf, die ondanks prachtige stukjes proza geen geweldige indruk op me maakten. Maar dat geldt zeker voor het boek, dat niets toevoegt aan de negen afzonderlijke verhalen. Integendeel: het titelverhaal boet juist door de overige verhalen danig in kracht in.

Hoop

Net als de personen in Hemelstof houd ik hoop. Hoop op betere verhalen, hoop op betere boeken. Want ik ben overtuigd dat Bogaert me die kan leveren. De potentie is alom vertegenwoordigd. Maar helaas komt die er in dit boekwerk niet uit. Op de omslag van Hemelstof zegt Bogaert: “Verhalen kunnen ons redden”. Laten we hopen dat ze hem de volgende keer ook inderdaad redden. Deze keer hebben ze hem behoorlijk in de steek gelaten.

Muziek / Album

Bozer dan ooit, maar niet overtuigend

recensie: Soulfly - Prophecy

Ik herinner me nog als de dag van gisteren hoe ik in 1998 samen met een groep vrienden besloot om naar Dynamo Open Air (Eindhoven) te gaan. Een festival met bands als Fu Manchu, 7 Zuma 7, Stuck Mojo, Life Of Agony en vooral Soulfly mocht ik niet missen. Toch durfde ik het vanwege de oprechte woede van veel van mijn toenmalige vrienden over het vertrek van Max Cavalera uit Sepultura niet aan om mijn bewondering uit te spreken voor het titelloze eerste album (1998) van Max’ nieuwe project. Mede vanwege de productie van de omstreden Ross Robinson. Wie Vanilla Ice als Korn wil laten klinken vraagt immers om een vet pak slaag! Max heeft er schijnbaar van geleerd en de productie van Prophecy daarom in eigen handen genomen. Het album klinkt hierdoor een stuk rauwer en directer dan zijn drie voorgangers.

~

In de bij de cd geleverde biografie lees ik dat Cavalera voor Prophecy een week in Servië heeft doorgebracht om met plaatselijke muzikanten te werken. De uitkomst van dit experiment is naderhand in de studio uitgewerkt. De line-up van de band is voor Soulfly’s laatste wapenfeit weer eens geheel over de kop gehaald, iets waar Max een patent op lijkt te hebben. Mark Rizzo, voorheen Ill Nino, werd gevraagd voor de gitaarpartijen, Joe Nunez nam net als bij Primitive plaats achter de drumkit en de basgitaar werd beurtelings gehanteerd door voormalig Megadeth-bassist Dave Ellefson en voormalig Primer 55-bassist Bobby Burns. Dat laatste klinkt raar, maar is in feite geheel in overeenstemming met Soulfly’s experimentele instelling.

Onsamenhangend

Ten tijde van het Dynamo Open Air-concert in 1998 was ik 21 en nog duidelijk op zoek naar een eigen identiteit. Inmiddels ben ik de 27 gepasseerd en, eerlijk is eerlijk, beschouw ik Soulfly als een gepasseerd station. Waarom? Voornamelijk omdat ik al een aantal jaren ben uitgekeken op de altijd hetzelfde klinkende riffs. Toegegeven, het beukt als geen ander, ook op Soulfly’s vierde album (na voorgangers Soulfly, Primitive en 3). Nummers als Prophecy, Execution Style, Defeat U en de Helmet-cover In The Meantime dreunen door de speakers en Max klinkt bozer dan ooit. Maar hoe hij ook zijn best doet, mij overtuigt hij er niet mee.

Flamenco

De dub-, flamenco- en reggaestukken van stergitarist Mark Rizzo ten spijt, Soulfly weet de experimenten nergens te integreren in de karakteristieke eigen sound. De songopbouw wordt al snel formulewerk, met net iets te vaak als uitkomst een beukende riff gevolgd door een experimenteel einde (Born Again Anarchist). De flamencomuziek in Soulfly IV en Wings klinkt op zich best lekker, maar daarvoor koop ik natuurlijk geen Soulfly-cd!

Misschien is de loodzware muziek van de band toch niet zo geschikt om mee te experimenteren en wordt het tijd dat Max dat in gaat zien. Sepultura was zo gek nog niet. Hadden mijn vrienden achteraf gezien toch gelijk.

Theater / Voorstelling

Winnen is belangrijker dan meedoen

recensie: Kopstoot

“Ik ga vanavond naar de kroeg”. “Hè, je ging toch naar het theater?” Een avondje naar de voorstelling Kopstoot van de theatergroep Aluin voelt als een avond naar het cafè op de hoek. Je zit nog net niet met een biertje in je hand, maar je zou zo je bestelling willen doorgeven of je willen mengen in de gesprekken. Een lekker gezellig avondje uit.

~

De sfeer is geladen, soms ontspannen. Lief en leed wordt gedeeld in dit buurtcafé, terwijl er een quiz wordt gespeeld. Je hebt ze hier in Nederland ook wel: teams die in de kroeg op de meest belachelijke vragen het goede antwoord moeten geven. In een Engelse of Ierse pub komt dat veel vaker voor. Hier wordt gestreden om de meest lullige prijzen. Maar het gaat natuurlijk niet om het winnen… meedoen is belangrijker, toch?

Zwembandjes

~

Daar denken de twee teams waar het hier om draait in ieder geval anders over. De deelnemers nemen de quiz serieuzer dan goed is voor hen. Ze kunnen elkaar op den duur de hersens wel inslaan, want er kan er maar één de winnaar zijn. De quizmaster met zijn zwembandjes heeft het er maar moeilijk mee. Het mooie van de discussies over en weer is dat ze je steeds zo bekend voorkomen: die typische woordenwisselingen die je alleen in het café meemaakt. Met mensen die je inderdaad zo daar ziet zitten. Wel iets te vet aangezet (soms lijkt het net een soap), maar het is wel heel herkenbaar.

Brabbelen

Dat bekende gevoel is absoluut het sterke van Kopstoot. Je hebt het gevoel dat je in die pub zit, dat je mee wilt brabbelen. Het komt vrij natuurlijk over, terwijl het stomme is dat het allemaal is ingestudeerd. Elke beweging is weer een teken voor een ander om iets te zeggen of te doen. Het is net iets te veel van het goede, omdat de voorstelling constant in beweging is, maar aan de andere kant zit de vaart er ook lekker in. En dat is noodzakelijk, anders zou het gauw saai worden.

Verrijking

~

De caféscènes worden zo nu en dan onderbroken door flashbacks in een keuken van een gezin. Pa en dochter doen mee aan de quiz, en daar lijdt de vrouw des huizes onder. Ze laten je zien hoe de voorbereidingen gaan en hoe stresserig iedereen ervan wordt. De scènes zijn zeker een verrijking, waarna je toch weer anders tegen die quiz en de deelnemers aankijkt. Een mooie mix!

Leven na de quiz

De tegenvaller is dan helaas toch het einde. Je maakt de quiz van begin tot het eind volledig mee, inclusief de ‘zenuwslopende’ gelijkstand. En dan mist het iets; dit slot is te gemakkelijk en had nog wel een staartje mogen krijgen. Is er leven na de quiz? En zo ja, hoe ziet dat leven er dan voor een ieder uit na deze avond? Het is net een klein detail wat hier mist.

Andere koek

Dat manco is misschien te wijten aan het feit dat de Ierse schrijver Roddy Doyle niet helemaal thuis is in het schrijven van toneelstukken. Hij brak in 1991 internationaal door na de succesvolle verfilming van zijn debuutroman The Commitments door Alan Parker. Daarna werden ook de vervolgverhalen The Snapper en The Van verfilmd. Dit is natuurlijk hele andere koek dan dit stuk War (Kopstoot). Gelukkig is het zeker niet slecht en pakt het door de goede cast uitstekend uit, maar er zou nog wat aan gesleuteld kunnen worden.

Verder niets dan lof over de acteerprestaties. De theatergroep Aluin heeft versterking gekregen van cabaretduo Bolder & Plante en Noel van Santen van Schudden. Met z’n allen hebben ze er iets moois van gemaakt. Een avondvullende komedie met snelle en bizarre dialogen. Je zal er niet om moeten schaterlachen, maar er zit genoeg humor in voor een leuke avond uit.

Kopstoot toert nog tot en met 12 juni door Nederland.

Muziek / DVD

Technisch perfect, maar niet vernieuwend

recensie: G3 - Live in Denver

.

~

Als in 1996 verscheen er een eerste G3 live-album (toen met Eric Johnson in plaats van Malmsteen), dit naar aanleiding van een tour die het drietal maakte in Noord-Amerika. 90.000 mensen bezochten deze show, maar desondanks werd deze plaat in Europa zeker geen doorslaand succes. Ook toen was de formule dat alle drie de mannen eerst een aantal nummers solo spelen, waarna er uitgebreid tijd kon worden genomen om met drie man een stevige jam op touw te zetten.

Meer fascinatie dan genot

~

In de tijd van de klassieke muziek was technische perfectie een randvoorwaarde. De componist schreef de muziek en een artiest had dit uit te voeren, ieder had zo zijn vak. Om een klassiek stuk tot uitvoering te kunnen brengen, was vaak jarenlange studie en vooral oefening nodig waar speciaal conservatoria voor werden opgericht. Met de komst van de populaire muziek heeft er duidelijk een omslag plaatsgevonden en is het maken van mooie muziek het doel geworden, in plaats van het perfect uitvoeren van een compositie. Dit is op zich prettig en zorgt dat een grote hoeveelheid creativiteit een plaats heeft gekregen in de muziekwereld, maar zorgt er tevens voor dat de technische perfecte beheersing van instrument niet echt belangrijk meer is.

Bij de muziek van G3 ligt dit echter nog steeds anders. Op deze DVD is te zien hoe technisch perfectionistisch deze mannen met hun muziek omgaan. Zo technisch zelfs dat je af en toe het gevoel achter de muziek een beetje mist. Songs worden soms minder interessant en je zit eigenlijk gewoon verrast te kijken naar hoe ze een bepaalde compositie uit zes snaren weten te toveren. Ik kijk vaak eigenlijk meer met een mengeling van fascinatie en verwondering naar het concert kijk dan met muzikaal genot.

Op de vingers kijken

Er is voor gezorgd dat je een goed beeld krijgt van het werk van de gitaristen op het podium. Hiertoe wordt de zogenaamde spectaculaire ‘fret cam’ ingezet. Dit, op zich weinig spectaculaire, extra camerastandpunt kan zeker helpen om de show beter in beeld te krijgen, maar is ook niet meer dan dat. Je zit dan echt letterlijk op de vingers van de gitaristen te kijken. Dit is echt iets voor de gitaristen thuis die een poging willen wagen om de songs in hun huiskamer na te spelen.

Gemiste kans

Mijn fascinatie met de technische kwaliteiten van de drie gitaristen heeft ervoor gezorgd dat ik het hele concert boeiend heb zitten kijken en luisteren. Vooral het werk van Steve Vai is interessant, omdat Vai altijd op een originele, vernieuwende manier met zijn instrument om weet te gaan en niet steeds voortborduurt op bestaande klassieke- of rockmelodieën. Dit laatste is ook mijn probleem met de jamsessies van de heren aan het einde van het concert. Het eeuwige Rockin’ In The Free World en de Jimi Hendrix-klassiekers heb ik echt zo langzamerhand wel gehoord. Ik had graag gezien dat drie van zulke levende legendes meer zouden doen dan een lange gitaarsolo te geven op basis van oud materiaal. Het samenspel is beperkt en de vernieuwing die eruit spreekt is marginaal. Een echte nieuwe compositie was een veel mooiere invulling geweest van de gigantische mogelijkheden die de heren hebben door met elkaar het podium te delen. Als je kijkt wat de artiesten op hun eigen albums allemaal in petto hebben dan blijkt niet uit de gezamenlijke jamsessies dat ze uit iedereen het beste weten te halen. Het is absoluut een feest, maar wat mij betreft een gemiste kans om er echt een groots concert van te maken. En dit zijn ze eigenlijk wel aan hun stand verplicht.

Muziek / Album

De Commodore rockt weer

recensie: Persil - Duotone

.

~

Dat Persil zichzelf door deze release in de kijker heeft gespeeld mag duidelijk zijn getuige het plaatsje op het prestigieuze SxSW-festival 2004 in Austin Texas. Samen met bands als Bettie Serveert, zZz en Venus Flytrap zullen ze bij de Amerikaanse versie van Eurosonic de Nederlandse popmuziek gaan vertegenwoordigen. Met hun eigenzinnige variant van elektro-pop zullen ze Nederland nog beter op de muzikale wereldkaart gaan zetten en gaan ze hun bekendheid verbreden tot en met de gebieden aan de andere kant van de oceaan. Ze waren al populair bij dat volkje aan de andere kant van de Noordzee, het land dat zichzelf over het algemeen hoog heeft zitten. Het land waar steevast de popmuziek opnieuw wordt uitgevonden. Het land van de Beatles, Stones en Queen Elizabeth. Dat ‘Big Old England’.

Hitgevoelig

Duotone is de plaat waar al een tijdje op is gewacht, want Persil, de naam van het samenwerkingsverband tussen David Lingerak en Martine Brinksma, bestaat al sinds 1997. David formeerde Persil nadat zijn band Sonetic Vet, waarin ook Liesbeth Esselink van Solex speelde, er de brui aan gaf. Persil liet voor het eerst met succes van zich horen tijdens de door de VPRO georganiseerde Pixies-coverwedstrijd. Na een aantal demo’s kreeg het Britse label Shifty Disco lucht van het duo. De single Agony Aunt werd opgepikt en een Peel Session vond plaats. Dit was misschien een logisch gevolg van het succes van Solex bij BBC-Radio1-man John Peel. Begin 2003 deelde Persil samen met de nieuwe labelgenoten en Zea een plek op een split-7″. Voor Persil betekende dit de uitgave van het nummer Mum, tevens het tweede en meest hitgevoelige nummer van Duotone.

Gasttrompet

Duotone staat garant voor ongeveer drie kwartier catchy elektro-sample-indietronica met een sensueel stemgeluid. Het is het Nederlandse antwoord op Vive La Fête en Stereo Total, maar onderscheidt zich door een voller geluid. David en Martine lieten zich bijstaan door een aantal gasten. Zo zong Damon Tutunjian van het Amerikaanse The Swirlies mee op het nummer Traces of Knots en speelde Arnold de Boer van Zea trompet op de nummers Mum en June. Maar ze kunnen zich met zijn tweeën ook uitstekend redden, getuige het nummer Music dat een uiterst volle instrumentatie kent.

Doseren

De korte nummers, die veelal in up-tempo worden gespeeld, werken op den duur behoorlijk vervelend. Een paar nummers achter elkaar is leuk en goed te doen, maar het luisteren van een complete plaat werkt vermoeiend. De variatie is zeker wel aanwezig, maar niet genoeg. De hoop dat ze bij het SxSW-festival een half uur mogen spelen is dan ook niet vreemd, want pas dan komt deze laptop-pop pas goed tot zijn recht en is het zeer goed binnen te houden. Wordt het langer dan kunnen mensen afhaken. En dat zou zonde zijn, want slecht is deze plaat zeker niet. Persil is een pronkjuweel voor Transformed Dreams, laat daar geen misverstanden over bestaan, maar een dosis van drie maal daags vier nummers is het devies.

Film / Films

Goudkoorts in Mexico

recensie: The Treasure of the Sierra Madre

The Treasure of the Sierra Madre is in verschillende opzichten een bijzondere film. Allereerst is de film moeilijk in een hokje te plaatsen – een unicum in een tijd waarin elke film een musical, gangsterfilm, western of melodrama was. Verder werd de film grotendeels op locatie in Mexico opgenomen. Dit was in de periode tot aan de Tweede Wereldoorlog zeer ongebruikelijk vanwege de kosten, de logistieke problemen en het gevaar. Maar gelukkig zette regisseur John Huston zijn zin door omdat hij dit verhaal niet wilde verfilmen op de backlots van de Warner-studio’s. Hij was niet alleen op zoek naar de juiste locaties, maar ook naar markante gezichten die zijn film een extra laag zouden geven.

~

Huston was al jaren eerder verliefd geworden op het grimmige goudzoekersverhaal van de myterieuze schrijver B. Traven. Hij kocht de rechten van de roman samen met zijn producent Henry Blanke en probeerde het project van de grond te krijgen. Zelfs toen de oorlog uitbrak en Huston in dienst moest, bleef hij doorwerken aan het script. Hij vroeg Humphrey Bogart, die na de successen van The Maltese Falcon en Casablanca van B-acteur was opgeklommen tot superster, voor de hoofdrol en trok na drie weken studio-opnamen met zijn hele entourage naar Mexico, ver weg van de studio. De opnameperiode verliep allesbehalve vlekkeloos. Corrupte Mexicaanse politici en slecht weer zorgden ervoor dat de productie weken uitliep en het budget flink werd overschreden. Dit schoot studiobaas Jack Warner in het verkeerde keelgat. Hij eiste dat Huston de film een happy end zou geven, maar opnieuw hield Huston voet bij stuk. Het leverde een meesterwerk op.

Goudkoorts

The Treasure of the Sierra Madre is een merkwaardige maar uiterst plezierige mix van western, thriller en psychologisch drama. De film gaat over drie berooide mannen die in de bergen van Mexico op zoek gaan naar goud. Aan het begin van hun avontuur staan de drie neuzen nog dezelfde kant op, maar zodra de goudkoorts toeslaat, slaat ook de hebzucht toe en lopen de spanningen hoog op. Met desastreuze gevolgen…

Oscar

~

Het eerste dat opvalt aan The Treasure of the Sierra Madre is het realisme van de film. Ook zonder het verhaal over de totstandkoming te kennen, is het meteen duidelijk hoe veel het dorre Mexicaanse landschap bijdraagt aan de grimmige sfeer van de film. Een andere verrassing is het acteerwerk van de drie hoofdrolspelers. Bogart had tot dan toe alleen nog heldenrollen gespeeld, en was hier voor het eerst de slechterik. Zijn transformatie van enthousiaste avonturier tot gewetenloze schurk is geweldig om te zien en vormt een absoluut hoogtepunt in Bogie’s carrière. Westernacteur Tim Holt is goed als de nuchtere Bob Curtin, maar de show wordt gestolen door Walter Huston, de vader van de regisseur. Huston senior speelt de rol van zijn leven als de oudere goudzoeker die alles al eens heeft meegemaakt en won terecht een Oscar voor zijn werk.

Extra’s

De film werd onlangs in Amerika uitgebracht in een mooie dubbele dvd-set, vergelijkbaar met de recente dvd’s van Casablanca en The Adventures of Robin Hood. Helaas heeft de filmmaatschappij ervoor gekozen de film in Nederland uit te brengen als enkele dvd, waardoor we verschillende extra’s moeten missen. Gelukkig zijn de extra’s die het wèl hebben gered de moeite waard, met als uitschieter de zeer informatieve commentaartrack van Bogart-biograaf Eric Lax. Lax is een onuitputtelijke informatiebron en vertelt talloze feitjes en anekdotes, tot aan de kleinste bijrolacteurs aan toe. Dit is veel beter dan een boek!

Aanvulling

Voor degenen die moeite hebben met een Engelstalige commentaartrack zonder Nederlandse ondertiteling, is er de prima (en wel ondertitelde) documentaire Discovering Treasure. In bijna een uur wordt uitgebreid ingegaan op de totstandkoming van de film en zijn plaats in de filmgeschiedenis. Beide extra’s overlappen elkaar op punten, maar dit is onvermijdelijk en niet echt storend. Documentaire en audiocommentaar vullen elkaar juist prima aan.

Experiment

The Treasure of the Sierra Madre laat weer eens zien dat er binnen het gewraakte studiosysteem ruimte genoeg was voor persoonlijke expressie en experiment. Huston hield zijn poot stijf om zijn geliefde roman op het scherm te brengen zoals hij voor ogen had. Ik heb zo’n vermoeden dat hem dat in het huidige studiosysteem niet was gelukt.

Muziek / Album

Groot in alles

recensie: Amy Winehouse - Frank

Wie de laatste uitzending van Never Mind the Buzzcocks heeft gekeken, kan Amy Winehouse nauwelijks over het hoofd hebben gezien. Een opvallende piercing bij haar rood gestifte lippen, grote oorbellen, grote borsten, lange donkere lokken en een lach die doet denken aan Janice: de beruchte ex-vriendin van Chandler uit Friends, met die gekke stem. Voor degenen die haar debuut-cd Frank nog niet hebben beluisterd, zal het hoogstwaarschijnlijk raar in de oren klinken dat zij ook wel de nieuwe Billie Holiday genoemd wordt. Daarnaast was Amy ook nog genomineerd voor twee Brit Awards. Helaas gingen beide prijzen aan haar neus voorbij en nam Dido de award voor Best British Female Solo Artist in ontvangst. Jammer, want haar geluid – en dan met name haar stemgeluid – klinkt een stuk spannender dan dat van Dido. Desalniettemin een grote en verdiende prestatie van de pas 20-jarige zangeres.

~

Opgroeiend in Londen raakt ze bekend met allerlei verschillende soorten muziekstijlen, zoals hiphop, soul en reggae. In de eerder genoemde muziekquiz bekende Amy ooit onder de naam Sweet, samen met vriendin Sauer, het bandje Sweet ‘n’ Sauer te hebben opgericht als eerbetoon aan de dames van Salt ‘n’ Pepa. Thuis luistert ze veel naar haar vaders oude jazzplaten van Sarah Vaughan en Dinah Washington. Al deze muziekstijlen zijn duidelijk terug te vinden in Amy’s eigen geluid, een jazzy sound met hiphop-beats en veel soul. In het cd-boekje bedankt ze dan ook netjes haar grote helden en inspiratiebronnen. Alleen Erykah Badu ontbreekt aan het lijstje. Bij de eerste luisterbeurt kon ik het maar niet laten om de vergelijking met deze dame te trekken. Maar naar verloop van tijd hoorde ik steeds minder Erykah en steeds meer Amy. Nee, dit is niet zomaar een goedkope Badu-rip-off.

Oprecht

Frank staat vol met oprechte, scherpe en grappige nummers. De meeste heeft ze zelf geschreven en gaan over de dingen die een meisje van 20 jaar dagelijks bezig houden. Ze zingt over mannen, seks en vooral de liefde in al haar facetten. In de openingstrack Stronger Than Me zingt Amy over haar vriendje, dat maar niet mans genoeg voor haar is. Het catchy Fuck Me Pumps drijft de spot met meisjes die erop uit gaan om een rijke sportman te strikken, die hen voor de rest van het leven kan onderhouden. In I Heard Love Is Blind wordt onschuld gepleit met het argument dat er geen overspel wordt gepleegd als je maar aan je liefje denkt.

But you can still trust me – this ain’t infidelity
It’s not cheating, you were on my mind
Yes, he looked like you
But I heard love is blind

Indrukwekkend

Moeiteloos worden vette beats afgewisseld met lieve zoete liedjes, zonder dat er wordt ingeleverd op snelheid of spanning. Soms lijkt het wel of je even terug in de tijd gaat, zoals bij de oude standard (There Is) No Greater Love. Amy’s stem lijkt hier rechtstreeks uit de jaren 40 te komen. In de track erna schallen de beats weer uit de luidsprekers en ben je terug in het heden. Het prachtige Take The Box, over het terugbrengen van een doos vol met zijn spullen na het verbreken van een relatie, is misschien wel het mooiste nummer van het album. De pijn, de twijfel en het verdriet zijn bijna tastbaar. De jonge Britse heeft hiermee een indrukwekkend debuutalbum afgeleverd. Zeker eentje om in de gaten te houden, dat meisje met die grote mond, grote oorbellen, grote borsten, maar bovenal die grote stem.

Film / Films

Onafwendbaar en overrompelend

recensie: Elephant

Drie jaar na de schietpartij op Columbine High School neemt Michael Moore in zijn documentaire Bowling for Columbine twee overlevenden mee naar het hoofdkwartier van K-Mart. Of de directie even de kogels uit de schappen wil halen, vraagt het trio dwingend. Een jaar later neemt Gus van Sant voor zijn film Elephant ook het drama in Littleton als uitgangspunt. Maar veel subtieler en zonder boodschap, vindt hij zelf.

~

Het verfilmen van Amerika’s grootste high schooltrauma kent vele valkuilen: zo kan het onbekritiseerde geweld voor jongeren juist aantrekkelijk worden. Bovendien weet iedereen hoe Elephant afloopt, zeker nadat de film in Cannes een Gouden Palm won. Van Sant zorgt dat het een meerwaarde wordt. Hij laat een doodnormale schooldag zien, op een doorsnee school met gewone jongeren. De camera drijft kalm, registrerend, met de scholieren mee, van de ene schouder naar de andere. In combinatie met de rustgevende pianomuziek en de soms subtiel toegepaste slow motion krijgt het bijna iets hypnotiserends. Het onafwendbare onheil geeft de zwerftocht door het gebouw echter iets naargeestigs en de echo’s in de gangen iets onbestemds.

Daders en slachtoffers

~

Dat gevoel wordt versterkt door de schijnbaar willekeurige jongeren waar Van Sant ons vluchtig kennis mee laat maken. De acteurs in deze low budgetfilm zijn onervaren, gedeeltelijk improviserende scholieren die zichzelf spelen: een meisje dat niet in korte broek wil sporten, een jongen die voor zijn dronken vader zorgt, drie meisjes die samen hun low fat lunch uitkotsen in de wc’s. Bijna allemaal kampen ze – ook in het echte leven – met problemen die ‘deskundigen’ zo gretig als oorzaak aanwijzen voor schoolgeweld. Daardoor heb je geen idee wie straks de daders en wie de slachtoffers zullen zijn.

Verschillende kanten

Dat spel met verwachtingen houdt Van Sant de hele film lang vol. Hij laat een dader een shoot-‘m-up op zijn laptop spelen terwijl een ander op de piano Für Elise speelt. ‘Als de maker van het computerspel schuldig is, is Beethoven dat dan ook?’ lijkt hij daarmee te vragen. Toch zit er in Van Sants spelletje wel degelijk een mening verborgen. Net als in de titel van de film: de ‘olifant’ komt uit een boeddhistisch verhaal waarin drie blinden voor het eerst een olifant tegenkomen. Elke blinde bestast een deel van het beest en denkt daaruit te kunnen concluderen hoe het geheel is. Van Sant past hetzelfde principe toe in zijn film: als een scholier iemand tegenkomt, komt dat later terug, maar dan gefilmd uit het perspectief van de ander. Zo toont hij aan dat je nooit alle kanten tegelijkertijd kunt zien. Bovendien maakt hij door de sprongen in de tijd het tijdstip van het onafwendbare bloedbad onvoorspelbaar.

Eye-opener

Van Sant wil de kijker met Elephant de vrijheid geven zelf een mening te vormen, maar eigenlijk kun je niet om de zijne heen. Misschien is deze stiekeme boodschap verontrustend voor mensen die denken dat dit probleem een pasklare oplossing heeft, die te vinden is door je te richten op de ‘oorzaak’, zoals gewelddadige films, nazi-propaganda of computerspelletjes. Voor mij is het geen schok dat die ene oorzaak niet bestaat. Dat een prelude op geweld en het geweld zelf zo poëtisch en adembenemend in beeld gebracht kan worden, zonder dat het een seconde verheerlijkt wordt, was een grotere eye-opener.