Theater / Voorstelling

Lesbische Pygmalion nogal oubollig

recensie: Pygmalion (Ro Theater)

Hoe mooi zou het zijn als je je eigen Perfecte Geliefde in elkaar kon knutselen, om er vervolgens mee te trouwen. Dat is in een notendop het verhaal van de mythische Griekse beeldhouwer Pygmalion die verliefd wordt op een marmeren beeld dat hij zelf heeft gemaakt. Dit verhaal spreekt theatermakers enorm aan. Opera’s, toneelstukken en films zijn erop geënt, van het bekendste stuk van schrijver G.B. Shaw tot de film Pretty Woman. Shaw gebruikte het gegeven voor zijn klassieker Pygmalion, waarin een professor in de fonetiek een volks bloemenverkoopstertje leert praten en bewegen als een dame. Van dat stuk maakte A.J. Lerner vervolgens My Fair Lady. Het Ro Theater komt nu met een helemaal vrouwelijke variant, Pygmalion, platvloers en wederopgebouwd. Het bloemenverkoopstertje Eliza Doolittle heet in de Ro-versie Lieze Modderman, professor Henry Higgins is getransformeerd in de lesbische geleerde Hannie Higgins. Plaats van handeling: een nogal oubollig tehuis voor stoute lesbische dames.

~

Medio mei 1940: Rotterdam wordt plat gebombardeerd. We zien de droeve resten van de stad terug in een geprojecteerde zwart-wit film, waarmee de Pygmalion van regisseur Pieter Kramer begint. Na het bombardement volgt de wederopbouw, op de kale vlaktes verrijst nieuwbouw. De Pygmalion-mythe gaat deze keer een Rotterdams verhaal worden, zo begrijpen we. Ko van den Bosch schreef voor Kramer een eigen versie, waarin elementen van Shaw en liedjes uit My Fair Lady zijn verweven met nieuwe teksten en invalshoeken. Professor Higgins (Olga Zuiderhoek) is een oudere lesbische vrouw die woont in een pension vol lesbiennes, gerund door de hitsige Mevrouw Tetteroo. Higgins heeft met haar vroegere studievriendin Claudia Piekema (Ditha van der Linden) gewed dat ze de platte Rotterdamse Lieze Modderman, gespeeld door ras-Rotterdammer Loes Luca, netjes kan leren spreken.

Arme Loes Luca

Dus wat verwacht de toeschouwer die is afgekomen op een Grote Naam? Loes Luca als bloemenverkoopstertje! Wat een gouden vondst! Luca is niet alleen een uitstekend actrice, ze kan ook nog eens zowel plat Rotterdams spreken als bekakt Nederlands. Maar helaas, dat feest gaat niet door. Misschien waren Kramer en Van den Bosch bang dat het stuk te zeer een platte komedie zou worden met een schmierende Loes Luca. Want haar Lieze Modderman spreekt geen Rotterdams of een ander bestaand dialect, maar bedient zich van onnavolgbare krompraat in de orde van “Mij isset gekomen dat ze blijft” en “Wat mottet mij met dat?” Arme Loes Luca! Dat nep-dialect is een harnas waarin ze bijna niet kan bewegen: de volkse Lieze wordt geen moment naturel. De ellende is dat als het personage uiteindelijk gewoon ‘netjes’ mag praten, ze meteen tien keer geloofwaardiger en hartverwarmender is. Zo blijft over de hele linie in de lucht hangen waarom dit stuk überhaupt is vertaald naar wederopbouwend Rotterdam, want de stad speelt feitelijk geen inhoudelijke rol in het verhaal.

Hetero-man en opper-pot

Grosso modo volgt deze Pygmalion die van Shaw. Het experiment van Hannie Higgins slaagt, Lieze wordt een dame. Een extraatje is de liefde van het nette mannetje Freddie Haamappel Wagenaar voor Lieze. Hij komt haar dan ook redden wanneer Higgins haar uiteindelijk laat vallen, al is Higgins stiekem zelf verliefd geworden op haar pupil. Maar Freddie is de enige hetero-man op het podium, en dus raakt Higgins haar vlam aan hem kwijt. Opperpot en pensionhoudster Tetteroo komt dan nog even natrappen met de voorspelling dat Lieze zich in de toekomst te pletter zal vervelen in een ongelukkig burgermanshuwelijk met Freddie.

Orgie

Probleem is, het wordt allemaal net niet echt grappig of aangrijpend of meeslepend, al is Olga Zuiderhoek als de lesbische professor puntgaaf. Grootste misser in deze voorstelling is de setting. Bovenin het ingenieuze decor (van Thomas Rupert) draaien voortdurend stelletjes en triootjes van potten om elkaar heen. In toenemende wellust, moeten we begrijpen. Want in feite zijn de dansjes stijf gestileerd, verstoken van elke geilheid, en zijn twee van de lesbische dames ook nog mannen-in-travestie. Die wellust culmineert in een orgie in de huiskamer waaraan ook de heteroseksuele Lieze meedoet. Die orgie is behalve grappig misschien provocerend bedoeld, maar hij doet nog het meest denken aan de beelden van decadent Berlijn in de jaren twintig en dertig, en die schokken ons 21e eeuwers niet meer. Zo voegen zowel het Rotterdamse element als de lesbische invalshoek niets toe aan het verhaal dat van Shaw tot Pretty Woman zo ijzersterk was.

Pygmalion, platvloers en wederopgebouwd is te zien tot en met 18 maart 2005.

Muziek / Album

Na regen komt zonneschijn?

recensie: Samael - Reign of Light

Na vijf jaar van stilte door problemen met platenmaatschappijen is er dan toch weer een lichtje in de duisternis. De Zwitsers van Samael leveren een album af dat wederom zijn tijd vooruit is, maar toch ook weer een stapje toegankelijker is dan de voorgangers.

~

Samael is een band die eigenlijk al vanaf het begin van hun carriere een vreemde eend in de bijt van de black/death-metal scene was, maar stiekem zijn tijd al ver vooruit was. Toegegeven, het debuut Worship Him was duidelijk geworteld in de black metal en op hun tweede album Blood Ritual kwamen de invloeden juist meer uit de doomy kant van het metal-spectrum dus tot zover geen verrassingen. Vanaf het album Ceremony of Opposites (1994) echter begint licht door te schemeren dat deze Zwitsers meer willen dan agressief of depressief op een gitaar staan beuken. Op de twee albums daarna wordt duidelijk wat op het voorgaand album nog enigszins verborgen bleef. Op zowel Passage als Eternal (resp. 1996 en 1999) zijn nummers te horen die bombastisch klinken, bol staan van staccato gitaarriffs en ingenieuze melodielijnen en bij tijd en wijle zelfs zeer dansbaar klinken. Dit laatste zal niet in de laatste plaats komen door de vaak met drumcomputer gegenereerde beats die de muziek als een pompende dieselmotor voortstuwen.

Experimenteerdrift

Anno 2004, vijf jaar na het verschijnen van hun laatste album, is er een nieuw kindje: Reign of Light. Een album dat een logische voortzetting is van de twee voorgaande albums en dat in deze tijd, waarin metalbands als Rammstein en Marilyn Manson bij een breed publiek aftrek vinden, eigenlijk nog steeds vooruit denkt. Niet alleen zijn de gitaarlijnen vaak net iets doordachter en melodieuzer dan die van hiervoor genoemde bands, maar ook experimenteert Samael op dit album met de meest uiteenlopende stijlen zonder van hun eigen stijl af te wijken. Zo horen we duidelijke oriëntaalse invloeden langskomen (Heliopolis, Moongate), wordt er gebruik gemaakt van breakbeats en andere invloeden die rechtstreeks naar drum’n’bass verwijzen (Inch’allah, Reign of Light) en hoort de oplettende luisteraar in As the Sun zelfs een verwrongen scratcher voorbij komen. Alle invloeden worden verpakt in de zware industrial-stijl die Samael kenmerkt sinds hun voorgaande twee albums. De nummers zijn doorspekt met vocalen die door hun Zwitsers accent de muziek toch weer een wat apart karakter geven.

Rare accentjes

De vocalen zijn een verhaal apart: naast dat ze vaak een heel duidelijk Zwitser-Duits accent hebben, zijn ze ook heel duidelijk meegegaan met de rest van de muziek. Veelal handelen de teksten niet over de standaard blackmetal-thema’s als Satan en brandende kerken, maar zijn ze juist diepgaander en hebben ze veelal een wat spiritueler thema. Genoeg stof tot nadenken dus.

No more schmink

Ben je Rammsteins Reise Reise zat en wil je iets dat meer biedt, heb je er geen zin meer om telkens visuals te krijgen van een geschminkte freak waar de drugs niet naar luisteren en ben je open minded genoeg om niet direct bij de eerste de beste door breakbeats onderstreepte gitaarriff gelijk in de stress te schieten over hoe onecht de metal tegenwoordig is, luister dit album dan gerust. Na zoveel jaar op de achtergrond zo overduidelijk het voortouw te hebben genomen verdient Samael het met deze plaat de hitparades te bestormen.

Film / Films

Het loopt niet altijd goed af

recensie: Lemony Snicket's A Series of Unfortunate Events

Verhalen voor kinderen moeten altijd goed aflopen. Dat is een stelregel waaraan bijna alle kinderboeken en -films voldoen. Tot een paar jaar geleden de boeken van Lemony Snicket, een pseudoniem van Daniel Handler, verschenen. In zijn serie Unfortunate Events (Ellendige avonturen) gebeurt er maar weinig goeds met de drie hoofdpersonen. Al na een paar bladzijden maakt een verwoestende brand een einde aan het fijne leven van Violet, Klaus en Sunny Beaudelaire.

~

Niet alleen hun huis, ook hun ouders worden door deze brand van de aardbodem weggevaagd. Wat volgt is een serie ‘ellendige avonturen’ waarin de wezen van de ene naar de andere voogd worden versleept, terwijl graaf Olaf, hun op gemene op geld beluste oom, allerlei manieren bedenkt om hun erfenis in handen te krijgen. Dat deze serie uiteindelijk dertien delen moet gaan tellen zal niemand verbazen.

Verontrust gevoel

~

Van de eerste drie delen is nu een film gemaakt: Lemony Snicket’s A Series of Unfortunate Events. Toegegeven, bij het zien van de naam van Jim Carrey die prominent op de filmposter staat was het moeilijk een verontrust gevoel te onderdrukken. Carrey heeft wel eens de neiging om in zijn eentje met een film aan de haal te gaan. Maar in dit geval bleek dit voorgevoel gelukkig niet terecht. Sterker nog, de rol van graaf Olaf lijkt hem op het lijf geschreven.

Eenbenige zeeman

Wanneer deze ambitieuze toneelspeler zijn voogdijschap over de wezen verliest, zet hij alles op alles om opnieuw zeggenschap te krijgen over hun erfenis. Bij ieder nieuw familielid weet hij zich, uiteraard in vermomming, naar binnen te kletsen. Zo transformeert hij van ‘elegante’ graaf naar een fanatieke laboratoriumassistent en vervolgens naar een éénbenige zeeman. Stuk voor stuk personages waar Carrey een heel eigen draai aan geeft.

Wulpse dame

Ook de rest van de cast is prima op zijn plek. Zo speelt Meryl Streep buitengewoon overtuigend de rol van de neurotische tante Josephine. De vijftienjarige Emily Browning, Violet in de film, valt vooral op vanwege haar volle lippen. Wanneer Angelina Jolie te oud wordt voor rollen als jonge wulpse dame, is Browning ongetwijfeld een waardige opvolgster.

Mysterieuze decors

Wat vooral opvalt aan de film zijn de buitengewoon mooie decors. Al vanaf de eerste beelden vertoont de wereld in Unfortunate Events grote gelijkenissen met die uit films van regisseur Tim Burton, dé meester als het gaat om het scheppen van donkere, mysterieuze settings. Echt toeval is dit overigens niet. Regisseur Brad Silberling heeft het scheppen van de duistere wereld namelijk overgelaten aan Rick Heinrichs, de man die een aantal jaar geleden ook het decor ontwierp voor Burton’s Sleepy Hollow.

Vertaalde brabbelgeluidjes

Toch is de film niet in alle opzichten overtuigend. Zo gaat de ondertiteling, of liever gezegd de vertaling van de brabbelgeluidjes van Sunny, de jongste telg van de Beaudelairefamilie, na een paar keer echt vervelen. Ook heeft de film een te open eind om de meeste kinderen tevreden te kunnen stellen. Wie de brand in het ouderlijk huis heeft gesticht wordt onthuld, maar dan blijven er nog de nodige vragen over. Bijvoorbeeld over de rol van hun ouders in een mysterieus complot. En wat hebben de steeds terugkerende verrekijkers hier mee te maken? Een paar vragen open laten om een vervolg te garanderen is leuk, maar in dit geval is het slot maar weinig bevredigend.

Film / Films

Pijnlijke beelden in een ‘fictief’ verhaal

recensie: 06/05

“Ik zou hier nog niet dood gevonden willen worden,” merkt soapster Birgit (Georgina Verbaan) op, terwijl ze op de foto wordt gezet voor het mediapark in Hilversum. Van Gogh weet direct je aandacht vast te houden en hij laat je twee uur niet meer los. Met een interessante mix tussen feit en fictie weet hij op een scherpe manier het boek De zesde mei van Tomas Ross in beeld te brengen. Een interessante theorie wordt nu ook een spannende thriller.

~

Het werk van Theo van Gogh is al jaren van zeer hoge kwaliteit. Met beperkte middelen weet hij een verhaal vrijwel zonder uitzondering goed in beeld te brengen. Zelfs de opzienbarende film Submission part 1 is door Van Gogh geen botte propaganda, maar een interessant verhaal geworden. 06/05 is echter beter te vergelijken met die andere film waar Tomas Ross het scenario voor schreef: De nacht van Aalbers. Roddel en achterklap in de ambtelijke en politieke wereld in Den Haag zijn de basis van een spannende intrige. Wie was het nu die er achter die moord op zes mei zat? Een groepje fanatieke idioten uit Wageningen of misschien wel iemand anders?

Interessanter dan een spannende thriller

~

De wrange voorgeschiedenis van 06/05 is bekend. De film over deze ene opzienbarende moord gemaakt door de man die wederom op een achterlijke wijze om het leven is gebracht. Aan de hand van de persfotograaf Jim de Booy (Thijs Römer) wordt langzaam maar zeker een complot onthuld waarbij duidelijk wordt dat de AIVD Pim Fortuyn eigenlijk heeft laten vermoorden. Dit wordt erg geloofwaardig in beeld gebracht, vooral door de mix met echte beelden uit die tijd. Om de film echter goed te kunnen volgen is het wel belangrijk dat je ten tijde van de moord op Fortuyn de actualiteit een beetje gevolgd hebt. Als je dit niet gedaan hebt, zul je soms moeite hebben met het onderscheid tussen feit en fictie. Als je telkens de overgang ziet tussen de nieuwe en oude delen is deze film een stuk interessanter dan een gewone thriller.

“U bent een minderwaardig persoon”

Los van het spannende verhaal is de manier waarop Van Gogh het in beeld heeft gebracht subliem. Specifiek de wijze waarop hij met camerastandpunten werkt is intrigerend. Op die manier blijft 06/05 elke minuut boeien. Wederom wordt duidelijk hoe raar er in Nederland op Fortuyn werd gereageerd. “Dit is geen gewoon rechts, dit is extreem-rechts,” zegt Rösenmoller. “Hierachter staat het huis van Anne Frank,” dweept Thom de Graaf met het leed van zijn voorouders. “U bent een minderwaardig persoon,” schelt Marcel van Dam. Van Gogh heeft erg veel moeite moeten doen om deze laatste beelden van de VARA te krijgen. Het zijn pijnlijke beelden die het fictieve verhaal van 06/05 een extra lading meegeven. Je zit regelmatig met de nekharen overeind te kijken en voelt die angst weer van de moord op Fortuyn. Cynisch genoeg voel je ook die angst weer van de moord op Van Gogh zelf…

Subtiele mix

Wat wel een groot nadeel is, is dat Van Gogh erg vaak met dezelfde acteurs werkt. Zo spelen Tara Elders (Zien, Najib en Julia) en Thijs Römer (Cool, Najib en Julia) wederom een hoofdrol. Ook Johnny de Mol (Cool) draaft weer op. Dit maakt de film minder vernieuwend dan hij had kunnen zijn. Toch heeft Theo van Gogh met 06/05 een goede laatste film afgeleverd. Hij weet subtiel een mix te maken tussen fictie en realiteit en bovendien een spannende thriller af te leveren. Helaas zullen we deze gezonde roker voortaan moeten missen in de Nederlandse filmwereld.

06/05 is vanaf eind januari te zien in de bioscoop.

Film / Films

Aandacht voor de verstilling

recensie: Il dono

Het platteland van het Italiaanse Calabrië wordt geteisterd door massale leegloop. Zo ook het stadje waarin Il dono zich afspeelt. Zo nu en dan schuifelt er nog iemand door de straten of wordt er een stoepje geveegd, maar doorgaans liggen de smalle, kronkelige straatjes er verlaten bij. Iets onder het op een heuvel gelegen stadje woont een oude man. Zijn huisje staat eenzaam ver weg, maar daar lijkt hij zich niet aan te storen. Hij kan alleen nog wachten. Wachten op zijn naderende einde.

~

Een tweede personage dat in Il dono wordt gevolgd is een achterlijk meisje waarvan de mensen denken dat ze bezeten is door boze geesten. Regelmatig rijdt ze op de fiets naar de supermarkt; een lange rit bergafwaarts. In ruil voor een lift terug naar huis, geeft ze haar lichaam aan automobilisten.

Minieme conversatie

~

De camera lijkt als bij toeval aanwezig en legt de dagelijkse routine van beide personages vast. De minieme conversatie tussen de bewoners van het dorpje is voor de kijker blijkbaar niet van belang. De weinige woorden die gesproken worden, zijn niet ondertiteld en het is de vraag of je het überhaupt zou kunnen verstaan, zelfs als je bekend bent met het Italiaans. Gesprekjes verdienen in Il dono net zoveel aandacht als het ruisen van de wind of het wegstervende geluid van een oude brommer.

Stuiterende bal

Een mooi moment in de film is die waarin een jongen zijn bal per ongeluk van de trap voor zijn huis laat vallen. De bal stuitert tegen de muur tegenover de trap en rol de straat uit. Het jongetje achtervolgt de bal, maar deze rolt en stuitert steeds verder naar beneden door de smalle, schuine straatjes. De achtervolging stopt pas wanneer de weg wordt geblokkeerd door een pony. Omdat de jongen niet langs dit beest durft te lopen, geeft hij de achtervolging met spijt op.

Betekenisvolle verlatenheid

Zonder dialoog en met een haast verstilde cameravoering heeft regisseur Michelangelo Frammartino de verlatenheid betekenisvol in beeld weten te brengen.
Een prestatie die de aandacht van internationale filmfestivals haast wel moest trekken. Zeker om dat Frammartino dit regiedebuut heeft gemaakt met een schamele vijfduizend euro. En inderdaad: op verschillende internationale festivals, waaronder het Noordelijk Film Festival in Leeuwarden, viel de film in de prijzen.

Dode hond

Waarschijnlijk ligt het aan mijzelf, maar het kostte me moeite om mijn aandacht de volle tachtig minuten bij de film te houden. Zeker omdat er van een echte verhaallijn geen sprake is. Of het moet de fascinatie van de oude man zijn voor een pornografische afbeelding. Samen met een mobiele telefoon bleef deze achter in zijn tuin nadat twee jongens hem hielpen met het begraven van een dode hond. De mobiele telefoon doet de man weinig. Wanneer de telefoon overgaat, kijkt hij hoogstens even op. De afbeelding trekt echter wel zijn aandacht.

Wat de film toch de moeite waard maakt is de subtiele en ontroerende ontknoping. Maar zoals gezegd is er wel wat uithoudingsvermogen nodig om de film tot het einde geboeid te blijven volgen.

Film / Films

Een doortrapte film over een doortrapte maatschappij

recensie: Ce jour-là

Op het festival voor de Franse film in Nederland, Ciné Premières, draait dit jaar onder meer de nieuwe Raul Ruiz. Met Ce jour-là legt de Chileens-Franse magiër zich ditmaal toe op Zwitserland – de titelrol spreekt nadrukkelijk van een ‘Zwitserse film’. Op het eerste gezicht klinkt dit niet als de meest boeiende materie, maar Ruiz zou Ruiz niet zijn als hij zijn verhaal over een familie die twist over een grote erfenis niet naar een hoger plan zou tillen. In een fantastische komisch-surrealistische stijl neemt hij een kijkje in het moeras onder het ogenschijnlijk smetteloze Zwitserse plaveisel.

~

Ce jour-là speelt zich af ‘in de nabije toekomst’, waarin Zwitserland eigendom is geworden van een soort junta van rijke families. Livia (Elsa Zylberstein) is de dromerige en labiele dochter, en bovenal erfgename van zo’n familie. Zij fantaseert over ‘ce jour-là’, de dag van haar leven, die zich in de sterren zou hebben aangekondigd. Wat deze dag haar precies moet brengen, is echter haar, noch de kijker duidelijk. Zoals gebruikelijk neemt haar familie meewarig kennis van haar hersenspinsels. In hun reactie schuilt echter, zoals gaandeweg blijkt, hun wetenschap dat Livia deze dag, omwille van het kapitaal dat op haar naam staat, het loodje moet leggen.

Ontmoeting

~

De bewuste dag vangt voor Livia aan wanneer Emil Pointpoirot zich aandient bij haar huis (hij staat zich buiten te scheren in het raam). Deze geflipte seriemoordenaar (geweldig gespeeld door Bernard Giraudeau), voor de gelegenheid ‘ontsnapt’ uit het plaatselijke gesticht, heeft de opdracht gekregen haar te vermoorden. De veronderstelde waanzin waaraan deze hoofdpersonages lijden, stelt Ruiz in staat dit verhaal op zeer komische, verknipte, en intelligente wijze te vertellen. De ‘naïeve’ Livia kan eenvoudigweg geen kwaad zien in Emil, en de bloeddorstige Emil laat zich ontwapenen door haar poëtische kijk op het leven (en niet te vergeten: door haar schoonheid). In hun ontmoeting wordt hun beider onschuld zichtbaar. Het wordt al snel duidelijk dat niet zij, maar de snode Zwitsers om hen heen, de ware gekken zijn.

Suikerspiegel

De moord is gepland met de precisie van een Zwitsers uurwerk (voortdurend horen we ook allerhande klokken tikken en luiden), maar dit plan blijkt helaas niet besteed aan Emil en Livia. Met even grote precisie ontvouwt Ruiz vervolgens de prettig gestoorde ontsporing van dit plan. De filmgeschiedenis heeft er met Pointpoirot weer een waanzinnige seriemoordenaar met allure bij. Hij lijdt aan diabetes, en voortdurend peilt hij zijn bloedsuikerspiegel – en het liefst ook nog die van zijn slachtoffers (ook in deze metingen, in deze ‘spiegel’, komt het thema van normale en afwijkende waarden naar voren). Aan zijn onberekenbaarheid geeft Ruiz vorm door middel van een soort slapstick-horror, de we kennen van andere Franse films. Om er één te noemen: C’est arrivé près de chez vous – maar zijn stijl grijpt feitelijk terug op de wijze waarop Godard c.s. van simpele B-film thema’s films maakten die tegelijkertijd onderhoudend en intelligent zijn.

Niets doen

En waar blijft de arm der wet in dit geheel? De corruptie en de hebzucht waarvan de maatschappij waarin Ce jour-là zich afspeelt is verzadigd, zijn geen expliciete thema’s voor Ruiz. Zij worden zijdelings blootgelegd door Livia en Emil. Maar hiertoe is ook een mooie rol weggelegd voor het lokale politieduo. De twee rechercheurs zien zich op de bewuste dag geconfronteerd met de ontsnapping van de beruchte Pointpoirot. Na een eerste krantje-met-koffie rijst er zowaar een idee over de te volgen strategie: “Niets doen.” “Niets doen?” luidt het antwoord, “dat is geen idee, maar werkelijkheid.” En daarmee kunnen de heren prima uit de voeten. Met grote toewijding leggen zij zich toe op de lunch, en op het biljartspel. Wanneer de ondergeschikte zijn chef hierin keer op keer verslaat, komt de chef met een verklaring: “Jij wint omdat je vooruitdenkt, terwijl ik met mijn gedachten steeds in het heden van spel zit.” Hetzelfde zou gezegd kunnen worden van Livia en Emil. Maar uiteindelijk blijkt hun tegenwoordigheid van geest in het spel van list en bedrog waarin zij betrokken worden hun grote kracht te zijn.

Onbevangenheid

De grote kracht van Ce jour-là schuilt uiteindelijk in de ogenschijnlijke luchtigheid van het verhaal. Livia en Emil zijn weerloze slachtoffers van een doortrapt spel om de macht, dat schijnende en gruwelijke proporties aanneemt. Maar precies in hun onbevangenheid vinden zij een vorm van weerbaarheid, die hen tot sympathieke helden maakt. En zo is de film: schrijnend maar komisch, onbevangen en toch scherp. Raul Ruiz betoont zich aldus (wederom) een doortrapt filmmaker, die het verdient dat Ce jour-là ook buiten het festival in de roulatie genomen wordt.

Boeken / Non-fictie

Veertig jaar ploeteren voor een feeënpaleis

recensie: Bente Hamel, Spinvis en Ingmar Heytze - Het hoofd van Ferdinand Cheval

Iedereen zijn hobby. Een postbode die postzegels verzamelt, zal vast vaker voorkomen dan een postbode die stenen verzamelt. Ferdinand Cheval is de postbode die stenen verzamelt. Niet om ze in een houten kastje te leggen, maar om er een paleis mee te bouwen dat in zijn hoofd zit en dat hij niet meer uit zijn hoofd kan zetten. Vlakbij zijn huis in de Drôme in Frankrijk verrijst het paleis waar hij in 1879 aan begint te bouwen.

~

Bente Hamel, de bedenker van dit pakketje, raakte zeer geïnteresseerd in het verhaal achter Ferdinand Cheval toen ze het Palais Idéal had gezien. Samen met Spinvis maakte ze een radioverhaal, waarvoor Spinvis onder andere de muziek componeerde. Ingmar Heytze schreef een kort verhaal over het leven van Ferdinand Cheval en verschillende kunstenaars maakten korte filmpjes bij het radioverhaal.

Bijzonder pakketje

Het hoofd van Ferdinand Cheval is een bijzonder pakketje, dat door mij eerst met allemaal a’s en o’s werd begroet. Het uiterlijk van een postpakketje bevat behalve een cd, een dvd en een boekje allerlei ‘goodies’ van Cheval, zoals een leuke ansicht van zijn Palais Ideal, een bouwplaat om het paleis thuis na te bouwen en een boekje met aforismen die Cheval in de gevels van zijn bouwsel hakte. Het meest bijzondere en mafste element uit het pakje is wel het kleine plastic zakje met een stukje steen met de tekst “Eens zal deze rots heel wat te zeggen hebben.”

Voetstappen in het grint

Het radioverhaal bevat alle elementen die ik hoopte te horen, zoals voetstappen in een grintpad, hakken op stenen en ook een krakende deur ontbreekt niet. Behalve die geluiden wordt het verhaal van postbode Cheval verteld. Hoe hij over een steen struikelde en toen het paleis voor zich zag. Dat hij getrouwd was, maar dat zijn vrouw en kind overleden zijn en dat hij toen besloot niet meer lief te hebben, maar toch weer verliefd werd. Soms is het wat dramatisch, maar er zitten ook gedeeltes in die bijzonder vermakelijk zijn en waar goed gebruik is gemaakt van dit medium, zoals wanneer wordt verteld hoe een postbode eruit moet zien en hoe hij zich voorbereidt op zijn ronde. Behalve dat Spinvis de stem van Cheval voor zijn rekening neemt, maakte hij ook de muziek. Er zijn mooie stukken met cello’s en hij heeft een mooi liedje gezongen over Alice, het overleden dochtertje van Cheval.

Andere draai

Ingmar Heytze schrijft op een dromerige manier over Cheval. Met grappige vergelijkingen en mooie zinnen doet het verhaal De steen die alles was denken aan zijn prozadebuut Ik ben er voor niemand. Hij volgt wel de lijn van het radioverhaal, maar is wel speelser en gebruikt zijn medium om een andere draai te geven door dingen er bij te verzinnen, zoals een grappige anekdote over Cheval die aan zijn toekomstige vrouw Marie brieven voorleest van haar aanbidder.

Dat soort brieven. En Cheval moest het maar allemaal uit zijn mond niet te krijgen! Terwijl hij de meest hijgerige onzin zat te debiteren alsof hij waterstanden voral, keek hij vanuit zijn ooghoek naar Marie en vond haar mooi. Niet op de overspannen manier van de schrijver uit Parijs, maar echt mooi, zoals een eenvoudige man een eenvoudige vrouw mooi kan vinden, zonder de halve ark van Noach en het hele Hooglied erbij te hoeven halen.

Katja Schuurman?

Het radioverhaal vormt duidelijk het uitgangpunt van het verrassingspakket. Het geschreven verhaal volgt de lijn van het hoorspel en de dvd bestaat uit verschillende soorten animaties die bij het hoorspel zijn gemaakt. Doordat alles zo rond een verhaal geconcentreerd is, krijg je een zeer coherent geheel. Aan de andere kant voegen niet alle delen evenveel toe aan het verhaal en is soms wat te veel van hetzelfde. De film is misschien nog wel het vreemdste element van de hele publicatie. Van delen van het verhaal zijn verschillende animaties gemaakt, maar er zijn ook live action beelden, Soms zijn er mooie animaties, maar vaker voegen de beelden niet veel toe aan het verhaal. De plaatjes zijn niet spannend of interessant genoeg om een leuke of bijzondere aanvulling te zijn op het verhaal. Ook is er een bizar stukje waarin een man met verschillende vrouwen naar bed gaat, zoals met Katja Schuurman. Het is een rare overgang van de leuke animaties naar de realistische beelden. De link met de tekst die er onder verteld wordt, is ook nogal duister. Cheval is verdrietig en boos omdat zijn dochtertje overleden is. Hierdoor wil hij het paleis vernietigen. Of deze agressie ook door Katja Schuurman gedeeld wordt, is me onduidelijk.

Vreemd bouwsel

Zoals Cheval verschillende stenen gebruikte voor zijn paleis, heeft Bente Hamel verschillende materialen gekozen om haar fascinatie voor dit paleis uit te drukken. Dat is zeker gelukt. Als lezer word je zeer enthousiast over dit romantische verhaal en bijzondere bouwwerk dat iemands leven zo in beslag nam, de energie die iemand heeft voor een bouwwerk dat eerst alleen in zijn hoofd zit. Hamel is geslaagd in de opzet om deze fascinatie voor het vreemde en bijzondere van dit bouwsel en het tragische levensverhaal van Cheval over te brengen. Net als Palais Idéal is Het hoofd van Ferdinand Cheval een vreemd bouwsel geworden, met verschillende bouwstenen. Er is een lichte chaos, maar dat kun je ook de charme van het boekwerkje noemen.

Muziek / Album

Bepaald geen zwaargewichten

recensie: Elefant - Sunlight Makes Me Paranoid

Elefant lijkt het zoveelste bandje dat door middel van een jaren 80-geluid lijkt te willen meedrijven op het succes dat andere bands met eenzelfde sound hebben. Of dat helemaal waar is, is maar de vraag.

~

De eerste cd van het New Yorkse Elefant lijkt qua geluid veel op dat van stadsgenoten The Strokes en Interpol. Je denkt daarbij meteen dat ze inspringen op de hype die deze beide bands gecreëerd hebben de afgelopen twee jaar, maar als je het cd-boekje leest kom je er achter dat dit niet het geval is. Sunlight Makes Me Paranoid is namelijk al in 2002 opgenomen, terwijl het album nu pas uitkomt. Elefant verschilt echter van eerdergenoemde bands doordat hun muziek veel minder rafelig is. De gitaar-riffs zijn minder kartelig en de stem van zanger Diego Garcia klinkt een stuk beschaafder. Zijn stemgeluid doet Engels aan en lijkt op dat van Morrissey. De vergelijking met de voormalig voorman van The Smiths valt ook anderen op. In Engeland heeft de band namelijk al in het voorprogramma van deze zanger gestaan.

Bloedarmoede

Jammer genoeg zijn de teksten van Elefant bepaald niet zo sterk als die van Morrissey. Er is weinig diepgang in te vinden en ze zijn ook niet erg welbespraakt. De woordenschat van Garcia is namelijk nogal eentonig en de onderwerpenkeuze, voornamelijk de liefde, beperkt. Het geheel is daardoor een beetje bloedeloos. Dit valt allemaal des te meer op door de gedragen zang en de cleane productie van de cd. In het titelnummer is de zang zelfs bijna vals en het is dan ook vooral de stem van de zanger die ervoor zorgt dat de cd na verloop van tijd nogal eentonig wordt – ondanks dat hij maar 10 nummers kent en zo’n 33 minuten duurt.

Stekeligheid

Dat Sunlight Makes Me Paranoid nog wel een leuke cd is om te luisteren, komt vooral door de bas- en drumpartijen die heel vaak erg aan die van The Strokes doen denken. Het nummer Bokkie lijkt daarentegen weer erg op Interpol. Elefant doet echter iets met haar sound waardoor het heel Engels klinkt, en het is meer dan de stem van de zanger. Het is vooral de gitarist die veel ruimte weet te scheppen in de nummers, die het de sfeer hebben van de Engels gitaarindie uit de jaren 80. De sterkste nummers zijn het heel Strokes-achtige Make Up, het uptempo Misfit en het eerder genoemde Bokkie. De eerste helft van de cd is echt wel overtuigend, zelfs wel hitgevoelig, maar Elefant mist een stekeligheid die ervoor zorgt dat het meer wordt dan het zoveelste gitaarbandje.

Film / Films

Het oog wil ook wel eens wat

recensie: l'Autre

Claire en Pierre, een vreselijk saai en degelijk koppeltje, worden enorm verrast wanneer blijkt dat Claire zwanger is van een tweeling. Claire ziet het niet zitten om twee kinderen tegelijk opvoeden en ze besluit om een van de embryo’s te houden en de ander het leven te ontnemen. Pierre legt zich aarzelend bij de beslissing neer, maar op een gegeven moment kan hij het niet meer aan en verlaat Claire. Om de lege, donkere dagen voor kerst te vullen, besluit ze in de nabijgelegen werkplaats met geestelijk gehandicapten te gaan werken.

~

Er zitten enkele onvergetelijke momenten in l’Autre. De letterlijk doodse stilte bij beëindigen van het leven van de ene foetus is zo’n moment. Hier worden spanning, emotie en afschuw op zo’n krachtige manier gecombineerd dat de rillingen over je rug lopen. Een ander moment van poëtische schoonheid is wanneer de bewoners van de werkplaats een levende kerststal als toneelstuk op gaan voeren. De verklede geestelijk gehandicapte mannen stralen een hele surrealistische, dromerige sfeer uit die doet denken aan videoclips van Sigur Ros. Op momenten als deze bewijst regisseur Mariage dat hij op de juiste momenten de juiste snaar weet te raken.

Geen enorm budget

~

Zoals zoveel Franstalige films is l’Autre een redelijk interessante film, eentje waar je nog even over nadenkt en die je nog even onthoudt. Maar ook zoals zoveel Franstalige (of: buiten Hollywood gemaakte) films is l’Autre niet echt bijzonder te noemen: filmisch en technisch is de film vrij kaal en saai. Vaak wordt dit toegeschreven aan de afwezigheid van budgetten van Hollywoodgrootte, maar Comme une image, een andere film uit het Cinepremieres-programma, bewijst dat je geen enorm budget nodig hebt om een film er stilistisch mooi uit te laten zien.

Het oog wil ook wat

Bij sommige films staat de afwezigheid van schoonheid bij de stijl in dienst van het verhaal (The Blair Witch Project, het begin van Saving Private Ryan, Rosetta) en dan is het niet meer dan terecht dat hiervoor gekozen wordt. Maar te vaak wordt dit aangegrepen als een gemakzuchtig excuus om een film filmtechnisch niet uit te werken, heb ik het idee. l’Autre is zeker geen slechte film maar laten we eerlijk zijn, het oog wil ook wel eens wat. En te veel filmers vergeten dit nog wel eens.

Boeken / Fictie

Een boek ellende

recensie: Nathalie Huigsloot - Miss America

Van sommige boeken weet je al na vier pagina’s dat het niks is en dat het niks zal worden. Miss America van Nathalie Huigsloot is zo’n boek. Het flinterdunne verhaal in schrikbarende stijl wordt gelukkig opgeleukt door anekdotes in RTL Boulevard-stijl.

~

Nathalie Huigsloot (rechts op de foto, met dank aan tvbabes.com) is vooral bekend als televisiemaakster volgens de omslag van het boek. Ze bedacht en presenteerde twee televisieprogramma’s en werkte samen met tal van bekende personen van vooral de commerciële omroep. Miss America is haar debuut, maar eerlijk gezegd had ze het beter in haar computer kunnen laten staan. Het verhaal draait om televisiemaakster Madelief, die in New York is omdat haar vriend voor zijn advocatenkantoor gestationeerd werd. Zijzelf is gaan werken als productieassistent van de nare televisiecorrespondent Lex Oosterboer. Het boek is een soort ontwikkelingsroman, waarin de hoofdpersoon er met vallen en opstaan achter komt hoe te overleven in de keiharde wereldstad. Uiteindelijk loopt alles in de soep, maar komt het daarmee tegelijk goed. Tussen de introductie en het slot worden tussen het verhaal van Madelief door aaneengesloten anekdotes verteld over haar werk voor Lex Oosterboer en soms heel raar getimede flashbacks naar haar jeugd.

Fictieve autobiografie

Huigsloot wil de lezer doen denken dat Miss America een roman is. De geoefende lezer, en ook hij die de flaptekst heeft gelezen, komt er echter al snel achter dat de figuren in het boek wel veel gelijkenis vertonen met bestaande personen. De naam Madelief van de hoofdpersoon lijkt verdacht veel op Nathalie en als de schrijfster het heeft over Lex, de “gay Nazi presenter from Holland”, en je op de achterkant leest dat Huigsloot heeft gewerkt voor Amerika-correspondent Max Westerman, dan gaan de alarmbellen keihard rinkelen. De levendige beschrijvingen van het leven in New York zijn duidelijk ontleend aan de werkelijkheid. Toch vraag je je af waar de grens tussen feit en fictie ligt. Een ontmoeting met Alexandra Kerry, dochter van John, lijkt wel heel ver gezocht, maar is niet helemaal onwaarschijnlijk. De smeuïge ‘smut’ die Huigsloot over Max Westerman en andere Nederlandse coryfeeën vertelt (en van wie Huigsloot het kennelijk wel aandurft de werkelijke namen te gebruiken) en die geheid wél waar is, zorgt er voor dat het boek nog enigszins draaglijk is.

Basisschoolstijl

Miss America is namelijk een draak om te lezen door de verschrikkelijke schrijfstijl van Huigsloot. Zinnen die langer zijn dan een woord of tien zijn schaars en komma’s zijn helemaal taboe. Je zou deze stijl ‘snel’ kunnen noemen, misschien ‘actief’ – de gestresste kip die Madelief in het boek is wordt hierdoor wel passend vorm gegeven – maar hoogstwaarschijnlijk is het een enorme tekortkoming aan literair talent bij de auteur. In de loop van het boek verbetert het eerst, maar dan moet je toch wel eerst 50 pagina’s tenenkrullende zinnen doorlopen. Daarna is de ellende die Madelief doormaakt wel grappig, maar de stijl maakt dat je het boek toch met tegenzin uitleest.