Muziek / Achtergrond
special: Motel Mozaique 2005

Hip meets onhip in gastvrij Rotterdam

Er is geen festival in Nederland met een line-up zo gedurfd en up to date. Twee dagen feesten en toch kunnen kamperen net zoals op de grote zomerfestivals in de polder. Maar dan in een kunstwerk in de stad in plaats van een platgeregend tentje in een weiland. Veel leuker. Geen dom bierdrinkend tuig om je heen en toch gezellig. Kunst overal. Voor je het weet loop je achter een hele leuke Rotterdamse gids aan te kuieren die je allemaal verborgen plekjes in de stad laat zien. Rotterdam opent zijn stadspoorten wijd voor iedereen die verrast wil worden door dit veelzijdige festival waarin kunst, cultuur, muziek, dans en slapen in elkaar overlopen.

Vrijdag

Bij de eerste dag van het festival ligt de nadruk op dansen, dansen en dansen! Niet alleen om te zien bij bijvoorbeeld Kate McIntosh, maar vooral om zelf goed op los te gaan. Er staat een handvol grote namen geprogrammeerd met een grote reputatie zoals Tiga, 2many dj’s en zeker LCD Soundsystem, die op Lowlands 2004 zo’n krachtige indruk achterliet, dat de monden er vandaag nog van open hangen. Er gaat ook goed bewogen worden op artiesten als de provocatieve dj/producer Riton, de knip en plak nostalgiehouse van Lemon Jelly, de vette hip-hop beats van Subtitle en de funky hip-hop soul van Dj Format & Abdominal + D-Sisive. Dit zijn redelijk nieuwe namen in Nederland.

Schandknaapje

~

Op de radio kunnen sommige artiesten van het festival live worden gevolgd. De opnamesessies vinden plaats in TENT. Dit is ook de plek waar verschillende tentoonstellingen te zien zijn. Maar niet los van elkaar. Zowel artiest als publiek bevinden zich er zowat middenin. Optreden in een museum of exposeren op een popconcert, dat is de vraag… Een van de eerste artiesten die hier op het podium alvast een voorproefje gaat geven van zijn show in de schouwburg vanavond is Patrick Wolf. Hij oogt als een schandknaapje van het type waar hippe modeblaadjes tegenwoordig mee vol staan: weinig verhullende gescheurde zwarte kleding, zwarte laarzen, androgyn, slaapkamerogen en ontzettend jongensachtig jong. Een kind om te zien bijna. Er komt een stem uit die je niet verwacht. Prachtig sterk en zuiver in plaats van breekbaar. Op de momenten dat zijn stem breekt, lijkt hij dat eerder als een weloverwogen trucje toe te passen om voor zijn imago te compenseren. Wolf bezingt emoties die uit het leven zijn gegrepen, oprecht en ervaren. Een beetje eng zijn zijn geile likjes af en toe wel, maar dat is hem vergeven.

Verfrissend onhip

~

Little Barrie mocht het ijs breken in de grote zaal van Nighttown. De drummer heeft veel haar en zingt ook nog eens, dus ligt een vergelijking met The Eagles op de loer. Veel toeschouwers zien in de set van Little Barrie het ideale moment om oude bekenden even op de schouders te slaan en samen een biertje te drinken. Daar leent de rootsy en ambachtelijke muziek van Little Barrie zich ook goed voor. Ze staan in een lange traditie van Britse artiesten die aan de haal gaan met zwarte muziek. Het trio noemt zelf Stax en Motown als belangrijke inspiratiebronnen, maar echo’s van Britse bluesbands als The Free en Cream zijn ook niet van de lucht. Verfrissend onhip dus, deze band die als één van de weinige artiesten op dit festival geen knikjes geeft richting jaren 80, maar liever verwijst naar de eindeloze jaren 60.

Donker Las Vegas

~

Een donkere zaal achterin TENT herbergt de performance Jackpot Motel: A Home In The Neon. Bij deze multimediavoorstelling van Gerbrand Burger, Bo Koek, Walter Bart en Maartje Remmers staan twee grote filmschermen op de voorgrond. Daarachter maken de muzikant, de theatermaker, de kunstenaar en de acteurs duistere sfeermuziek, acteren ze voor een geïmproviseerd decor en scheppen zo een totaal ander beeld van Las Vegas dan de meesten kennen uit Hollywoodfilms. Onheilspellend gebrom stijgt op vanachter beelden van verlaten straten. Dit is geen plek waar je graag naar toe wilt: dor, verlaten, desolaat… De hoofdrolspelers van de filmbeelden maken een verloren maar stoïcijnse indruk. Doodse berusting. Deze grafstemming moet maar snel gaan plaatsmaken voor een wat feestelijker festivalgevoel, waar een andere multikunstenaar in de schouwburg voor kan zorgen: Matthew Herbert met zijn project Plat du Jour. Herbert mixt lekkere muziekjes, zijn kok mixt lekkere hapjes en de vj goochelt op een groot scherm ingrediënten in een hoge hoed tot een kip of een magnetronmaaltijd. Leuk gevonden. De zaal is vergeven van restaurantgeuren.

Wonderland

In de foyer en het trappenhuis van de schouwburg gebeuren ook allemaal opwindende dingen. Het is net of je in wonderland terecht bent gekomen, zoveel sprookjesfiguren als hier rondlopen. Een boeddhistische monnik neemt je mee voor een wandelingetje en vertelt je rustig schuifelend diepe oosterse wijsheden. Of de begrafenisondernemer, die je meeneemt naar een donker kamertje boven in de schouwburg om je de grimmige waarheid over Kwik, Kwek en Kwak te vertellen. Dan loopt er nog een mooi Sneeuwwitje rond met een 78-toeren platenspelerkastje. Vrolijk danst ze op haar oude charleston plaatjes. In kleine moestuintjes zijn gezonde hapjes te proeven, die tuinkabouters voor je klaar hebben gemaakt, zoals een kruidenelixer in een eetbare kop en schotel. Heel verleidelijk.

Met een banjo en een slidegitaar

~

Terwijl Lemon Jelly zich in de Grote Zaal van de Schouwburg te goed doet aan een enorm batterij aan apparaten, heeft Michael Hurley in de Kleine Zaal genoeg aan een banjo en een slidegitaar. Zijn grote maat speelt bas op een echte Rickenbacker. Samen zien ze er uit als de kroegmaten van Uncle Jesse uit The Dukes of Hazard, die besloten de bar achter zich te laten om getweeën in Europa intieme liedjes te gaan spelen. Hurley’s liedjes zijn korte verhaaltjes over de dagelijkse gang van zaken op het Amerikaanse platteland. Het openingsnummer gaat over zijn kapotte Pontiac, later zingt hij over een echtelijke ruzie. Het verloop in de zaal is groot. Na elk liedje staat een deel van de bezoekers op en hun plaatsen worden ingenomen door nieuwe luistervinken. De oude Hurley, grijs vlassig snorretje en een honkbalpetje, ziet het allemaal gelaten aan. Hij kondigt nummers niet af of aan en dat doet de dynamiek van het optreden ook niet veel goed. Hurley’s liedjes helpen je om in gedachten af te dwalen naar het Amerikaanse platteland, maar worden na een half uurtje toch wat saai.

Flower power

De beelden achter het Britse dj duo Lemon Jelly trekken alle aandacht. De flower power spat er vanaf. Het aardige is dat deze beelden ook op dvd zijn uitgebracht. Nick Franglin en Fred Deakin mixen samples van bekende muziek uit de periode van 1964 tot 1995 tot een rond en dansbaar geheel. Elk liedje draagt de naam van het jaar waar de samples vandaan zijn geplukt. Zo horen we groteske rock uit de jaren 70, house uit de jaren 90, vloeiende r&b, allemaal voorzien van opzwepende beat. Ze begeleiden hun zware elektronica af en toe met akoestische gitaar en cello. En zo zijn ze net lekker en met zichtbaar plezier aan een fijn vloeiend ambient dingetje bezig als alle stroom volledig uitvalt! Het duurt maar liefst tien minuten voordat de show weer gered is. Jammer. De zaal is inmiddels ongeduldig leeggelopen. Gênant.

Attitude

~

De sprookjeswereld in de schouwburg wordt ingewisseld voor de hectiek in de Nighttown. Agressieve beveiligingsmannen duwen de mensen ruw naar de zalen waar het volgens hun het veiligst is. Van welke aparte performance zij afkomstig zijn is niet helemaal duidelijk. Uit de theaterzaal van Nighttown klinkt een attitude van een heel ander soort. Op redelijk eenvoudige, maar zware beats rapt de coole Subtitle uit L.A. aan een stuk door. Zelfs als hij tussen de nummers door het publiek toespreekt kan hij het rappen niet laten. Hij is wel goed verstaanbaar maar op een gegeven moment wordt je wel redelijk suf van dit woordkanon, daarom lopen velen vroeg de zaal uit, ook om ruim op tijd te zijn voor de twee hoofdacts van vanavond, Antony & the Johnsons in de schouwburg of LCD Soundsystem in de grote zaal van Nighttown. Vooral bij die laatste is het overvol. Als het immens populaire clubje onder leiding van James Murphy het eerste nummer inzet wordt al vrij snel duidelijk dat dit optreden niet zo legendarisch zal worden als op Lowlands vorig jaar. Het lijkt op een routineklus. Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat deze mensen voortdurend de hele wereld over reizen om op te treden. De grote hit van dit moment Daft Punk is playing at my house wordt er in een snel tempo doorheen gejaagd, alsof ze hun eigen succesnummer spuugzat zijn. Er komen ook een aantal nummers voorbij die niet op het onlangs uitgebrachte debuutalbum staan. Klinkt erg goed allemaal en de climaxkunstenaars lijken hun hand er niet voor om te hoeven draaien. Mensen vinden het toch wel goed. Dat weten ze ook en daar wordt Murphy erg cynisch van. Een van de muzikanten, Phil, wordt overdreven vaak aangekondigd en geprezen en het publiek wordt in de zeik genomen door het net zo overdreven te vereren. Zeg LCD, vinden jullie het nog wel leuk? Echter, de uitsmijter Yeah blijft een overdonderend genot om te ervaren.

Pretentieus mag weer!

De debuutplaat van Antony & the Johnsons heet I Am A Bird Now, en een vreemde vogel is Antony zeker. Over Antony’s geslacht en geaardheid wordt volop gespeculeerd in de muziekbladen en dat komt niet in de laatste plaats door zijn stem: een donkere, volle stem die zich precies tussen een man en vrouw begeeft. De Kaapverdiaanse zangeres Cesaria Evora komt in de buurt, maar Nina Simone wordt vaker als referentiekader genoemd. De bezoeker die zijn ogen open had zag een artiest die vooral leek op Happy Mondays-voorman Shaun Ryder, maar de bezoeker die zijn ogen sloot, verwachtte dat ieder moment Lady Sings The Blues ingezet kon worden. De blues was er ook volop tijdens het optreden. Niet zo zeer in muzikaal opzicht, maar op het tekstuele vlak werd het nodige hartzeer verwerkt. Het geluid in de schouwburg was nagenoeg perfect, en ook de on-rock’n’rollse instrumenten van de Johnsons (viool, accordeon) kwamen volledig tot hun recht. Antony’s gedistingeerde muziek is vol en de lucht is zwaar van emoties. “Pretentieus mag weer!” luidde de kop van juichrecensie in een Engels tijdschrift. Daarom was Antony’s droge commentaar tussen de nummers (“Lean on each other please. You know, we play a lot of slow songs”) ook welkom. Het gaf het optreden een lichtpuntje en zorgde ervoor dat Antony en zijn/haar Johnsons niet verzwolgen werden in een diepe poel van zelfmedelijden.

Goede vibes

Het is goed afkoelen bij Dj Format (Mat Ford) met zijn Canadese mc’s Abdominal en D-Sisive. Het is hier gelukkig niet zo druk, dus er is genoeg plek om lekker te dansen. En dat gebeurt ook, want het is een funky feestje. Het rappersduo is goed verstaanbaar en ze beschikken over uitstekende skills, die vooral grote indruk wekken tijdens een free style nummertje. Deze hiphop is positief en soulvol als Arrested Development en speels in het toepassen van samples. Wicked! Na afloop kunnen er nog wat goede vibes extra worden opgepikt bij de tropische feestband Wawadadakwa. Afrikaanse ritmes, nederska met bizarre teksten (dadaïstisch?) en dansen tot je erbij neervalt. En als je na afloop nog overeind staat, en dat was zo, kon er nog worden doorgedanst bij de huis-dj’s van Motel Mozaique 2many dj’s. Zoals bekend rijgen de broers Dewaele met groot gemak de tofste dansknallers van het afgelopen jaar vloeiend aan elkaar. Later in de nacht wordt het stokje overhandigd aan Tiga, die met moddervette beats sommige mensen doet besluiten om een bed op te zoeken, thuis, dan wel in een of ander vervoermiddel van het Motel Mobiel kunstproject. Voor anderen is het gewoon een goed en hip feestje en feesten door zelfs nadat de lichten weer zijn aangesprongen ’s ochtends vroeg.

Zaterdag

~

Kon je vrijdag tot 5:00 uur je lol op bij Tiga of anderszins uit je slaap worden gehouden in een rijdend kunstwerk, dan kun je op zaterdag bewust bijkomen bij rustiger, maar ook diepzinniger klanken. Vandaag staan er veel nieuwkomers geprogrammeerd van een merkwaardig genre dat de laatste tijd erg in opkomst is. De nadruk hierbij ligt op folk. Weloverwogen, dichterlijke muziek en een beetje ouderwets aandoend taalgebruik, vaak begeleid door akoestische gitaar en andere, soms eeuwenoude akoestische instrumenten. Romantiek, bezinning en sereniteit alom. Bloemenkinderen in de jaren 70 waren er dol op, maar na die tijd rustte er op dit genre een groot taboe, wegens te suf en te stoffig. Anno nu komt deze lievige muziek toch weer uit verschillende hoekjes tevoorschijn gekropen, zoals uit de singer-songwriter hoek. Denk daarbij aan Devendra Banhart. Vanavond zien we zijn geestverwante Joanna Newsom haar elfending doen met harp.
Maar we gaan ook artiesten zien die de ouderwetse folk pas echt helemaal op maat hebben gemaakt voor 2005, namelijk door middel van elektronica en ander experiment. Dat dat heel goed samen gaat bewijzen vanavond Efterklang, Khonnor (die helaas was verhinderd), White Magic en Six organs of admittance. Laatste twee bands maken samen met Joanna Newsom deel uit van het Drag City label, waarop veel van dit soort bands staan genoteerd. Ze noemen het wel ‘new folk’.

Nid & Sancy Sinatra

Voor de mensen die niet genoeg hebben aan, of gewoon helemaal geen zin hebben in het softe gedoe staat er ook veel goeie ouwe (en nieuwe) rock op het zaterdagprogramma. Bekende reuzen als British Sea Power en het Belgische Millionaire hebben weer gloednieuw werk te presenteren. De rest is opgevuld met pop van hoge kwaliteit, waaronder een iconisch fenomeen. En ze bestaat echt, vanavond in Rotterdam, La Sinatra!
Ook is er heel veel punk te horen vanavond. Niet in zijn puurste vorm, dat is een beetje uit de mode. Punk zit vandaag de dag in allemaal eclectische nieuwe jasjes gestoken. De hipsters met attitude gaan dus naar Nid & Sancy, The Infadels of Poni.
Met dansen kun je ook de zaterdagavond afsluiten, al wordt het niet zo legendarisch als de vorige dag, maar het kan nooit echt misgaan, want het wordt lekker plaatjes draaien met Tom Barman.

Rock&roll Japanners

Een van de hoofdacts van vandaag is op het laatste moment geannuleerd. Khonnor zit vast op een vliegveld in Montreal vanwege hevige sneeuwval. Diezelfde middag meldden zich drie vreemde Japanse rock&rollers bij TENT. The flying Dutchmen. Het is bekend dat Japanse muzikanten overal mee wegkomen. Sterker nog, hoe matiger, hoe beter. Dat heet cult. Denk maar aan de 5-6-7-8’s. Deze jongens ogen en klinken als de Electric Eel Shock, maar dan vele malen zwakker: vrij saaie basis rock&roll compleet met slechte vieze gitaarsolo’s. Dit is alleen leuk voor de liefhebbers van Japanse pop of mensen die nog nooit Japanners hebben zien rocken.

Hink-stapsprongen

~

In de Nighttown is het rocken op een veel hoger niveau. De jongemannen van British Sea Power hebben onlangs een nieuwe plaat, Open Season, afgeleverd. Belangrijke verschillen met het debuut zijn op het eerste gehoor niet op te merken. Visueel gezien is de band wel wat rustiger geworden. De takkenbossen, grote trom en de Eerste Wereldoorlog- parafernalia tijdens hun optreden in Rotown twee jaar terug, leken achtergelaten in thuishaven Brighton. Gelukkig speelden ze wel de klapstukken van hun debuut: Remember Me en het epische Lately. Tijdens dat laatste nummer klommen de zonen van Albion op hun versterkers, hink-stapsprongen met hun instrumentarium, en lieten ze hun publiek achter in een orgie van rollende drums en gierende feedback.

Een prachtige taal

Gruff Rhys is ook zo’n rare Brit. Of Welshman moet je eigelijk zeggen, want dat luistert heel nauw bij dat soort landsmannen. Gruff, in het dagelijks leven zanger/gitarist/songsmid van the Super Furry Animals, is echter één van de weinigen die zich ook in de oorspronkelijke taal van de Welsh bedient. Kom daar maar eens om bij de Stereophonics of Tom Jones! Voor Rhys is het de normaalste taal van de wereld, het was immers zijn eerste taal. Voor Nederlandse oren klinkt het als een omgekeerd Scrabblespel, maar het is tijd die vooroordelen over boord te zetten: Welsh is een prachtige taal! Rhys’ muziek heeft eigenlijk net zo’n hoog Rivella-gehalte als zijn taal. De zanger bewijst dat het niet zo heel lastig is om het singer/songwiter-genre op een nieuwe manier te brengen. Je struint wat rommelmarkten af, koopt een Casio’tje (“gekocht voor 30 dollarcent!” vertelt Rhys trots). Vervolgens zoek je een simpel discobeatje op die Casio, je schuift daar met je akoestische gitaar wat onweerstaanbare melodieën onder en zingt er onverstaanbare teksten overheen. Dan laat je je baard en je afro staan, stapt op de boot naar Rotterdam en wint het publiek voor je in Nighttown en klaar is Gruff!

Charme-offensief

~

Na Antony op vrijdag kreeg de Schouwburg in de persoon van Nancy Sinatra al snel een tweede diva te verwerken, maar de 64-jarige zangeres zette al snel een waar charmeoffensief in. Ze bedankte de volle schouwburg met een beleefd “dank je wel,” maar haar volgende Nederlandse woordjes klonk ongeveer als “kutwoorden”. Waarschijnlijk bedoelde ze “goedemorgen”. Sinatra en haar negenkoppige begeleidingsband begonnen met Bang Bang, het nummer dat dankzij Tarantino onlangs een tweede leven kreeg toebedeeld en daarmee ook der uitvoerende artieste dus. Nancy Sinatra schreef vervolgens samen met voormalig Pulp-gitarist Richard Hawley een heel album in elkaar. In de schouwburg werd nieuw materiaal, geschreven door onder meer Morissey en Bono, afgewisseld met gouwe ouwe krakers. De zangeres won het publiek voor zich in. Veel toeschouwers waren ook speciaal voor dit enige optreden in Nederland naar Rotterdam gekomen. En terecht, Sinatra’s stem had niets aan kracht ingeboet. Ze toonde een vitaliteit en waardigheid, die deed denken aan de optredens die vader Frank op latere leeftijd speelde. Paps kwam nog even langs in Something Stupid waar Nancy meezong met Franks originele opname. Een deel van het publiek keek naar het hoge plafond van de schouwburg en heel even leek het of Francis Albert overwoog om voor één duet met dochterlief even naar beneden af te dalen. Sinatra’s band kreeg ook genoeg speelruimte, waarbij vooral de spierballendrums van ex-Blondie-trommelaar Clem Burke opvielen. Tijdens Sugar Town kreeg Sinatra vocale assistentie van een drag-lookalike. Samen trippelden ze als tweelingzusjes parmantig over het grote podium. These Boots Are Made For Walkin’ was de onvermijdelijke uitsmijter en het enige nummer dat ook luidkeels werd meegezongen. Hierna stroomde de zaal grotendeels leeg. Het publiek wilde liever niet in een lange Nighttown-rij belanden. Sinatra en haar band speelden nog twee nummers, zeker niet de sterkste songs, om te eindigen met So Long waarbij Nancy de volhouders beloonde door ze op koninklijke wijze uit te zwaaien.

Mooie muziek moet kapot

Vanuit de theaterzaal borrelen zeer verfijnde akoestische klanken op. Hier is een singer-songwriter aan het werk, die de lange naam Six Organs of Admittance draagt. Ben Chasny, bandlid van de ruige Californische spacerockformatie Comets on Fire, blijkt solo een gitaarvirtuoos. Meeslepende folk hypnotiseert het publiek, ook vanwege de vele herhalingen van dezelfde prachtige en complexe melodieën. Dat is ook het enige wat je wilt: meer, meer, en meer van dat! Dat geeft Chasny zijn publiek ook totdat hij emotioneel bijna doordraait. Hij heeft de schoonheid van zijn muziek niet meer onder controle. Het optreden eindigt met een heftigheid die niets meer van doen heeft met de betoverende subtiliteit waarmee hij zijn show begon. Zijn mooie zoemende stem is verworden tot een hard geschreeuw en zo richt deze man zijn eigen wondercreatie volledig ten gronde. Saai was het in ieder geval niet…

Efterklang is een geluidje

Wilde je naar Efterklang, dan kon je maar beter op tijd in de schouwburg zijn, want al snel ging de toegang definitief dicht. De gelukkigen reisden af naar een fantasieland vol magische klanken, zoemende fabelgeluiden en elektronisch vervormde harpjes. Soms hoor je zelfs geluiden die verrassend veel zoals het woord ‘Efterklang’ klonken. Aan instrumenten geen gebrek: strijkers, blazers, geïmproviseerde instrumenten, en dat alles overstrooid met knispertjes uit de computer. Denk terug aan het IJslandse Mum en sluit je ogen. En als je ze weer open doet zie je de beelden van sportende of dansende uit de jaren 30 op een groot beeldscherm. De lichamen bewegen zich bijna net zo esthetisch op de maat als de muziek die het grote Deense gezelschap voortbrengt. De aanwezigen verroeren zich niet. Pure magie.

Helemaal stuk

~

Dat Tim Vanhamel een tijdje als hofdame heeft meegedraaid in het koninkrijk van Josh Homme is aan alles te merken. Was zijn Millionaire ten tijde van hun vorige album Outside the Simian Flock nog een toffe garagerockband met pop- en funkinvloeden, op het nieuwe album Paradisiac zal daar geen plaats meer voor zijn. Loodzware en snoeiharde stonerrock gaat het worden. Alles aan deze band is dreigend en gevaarlijk als een wild beest in een te kleine kooi. Voor sommige die hard rockers in het publiek is het een lust voor alle zintuigen. Maar voor velen een reden om teleurgesteld hun heil dan maar te zoeken bij de heel wat vrolijker Belgen Nid & Sancy met hun elektro-techno punk in de basement. Tania Gallagher en Bart Demey brengen het met groot enthousiasme en in your face. De donkere kelder past uitstekend bij hun act, alsof je terug gaat in de tijd toen de house nog maar net was uitgevonden. Tania loopt te rammen en te schudden aan haar overdaad aan haar met zwart tape aan elkaar geplakte elektronica. Bart springt onvermoeibaar op en neer net als het publiek. Een ideaal moment om je helemaal vol te gieten om de rest van de nacht helemaal stuk te gaan op de vele dj’s waaronder die andere Belgische huis-dj van Motel Mozaique Tom Barman. Beste Harry Hamelink (de man achter Motel Mozaique), wil je je feestje volgend jaar alsjeblieft weer net zo lekker maken als dit afgelopen weekend?

Boeken / Fictie

Noodlot en een verloren moeder

recensie: Julie Myerson - Ik en de dikke man

Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Programma’s als Spoorloos en Vermist zijn mateloos populair. De zoektocht naar een verloren familielid lijkt een genetisch bepaalde drang. Het leven is niet compleet als men niet weet waar men vandaan komt en waarom. Zonder verleden schijnbaar geen toekomst. Dat die drang ook verkeerd kan uitpakken blijkt in Ik en de dikke man.

In Ik en de dikke man maken we kennis met de serveerster Amy. Haar relatie is doodgebloed en in haar middagpauzes bevredigt ze mannen in het park voor een extra zakcentje. Op een dag wordt ze aangesproken door een oudere, onbekende man: Harris. Harris geeft te kennen dat hij Amy’s overleden moeder heeft gekend. In haar behoefte naar kennis over haar moeder laat Amy zich door Harris meeslepen. En op aandringen van hem ontmoet ze diens dikke vriend Gary.

Spel

Al snel wordt duidelijk dat Harris niet alles vertelt. Er wordt een spel gespeeld. Het is alleen niet duidelijk wie nu precies wat weet. Wat is de verhouding tussen Gary en Harris? Wat is er gebeurd tussen Harris en Amy’s moeder? Allemaal vragen die Amy bezighouden, maar waarop ze geen antwoord krijgt. Als ze uiteindelijk verliefd wordt op Gary, zwanger raakt en haar eigen man verlaat, raakt haar leven in een stroomversnelling. En dan blijken de verhoudingen heel anders te liggen dan Amy ooit had kunnen vermoeden.

Tweede

Bijna twee jaar geleden verscheen bij Archipel een andere roman van Julie Myerson; Hier gebeurt nooit wat. Deze roman werd toentertijd behoorlijk positief ontvangen. Blijkbaar een reden om een eerder werk van Julie Myerson uit te brengen. Ik en de dikke man stamt namelijk al uit 1998 en wordt nu dus pas in Nederland uitgegeven. Waarom voor deze volgorde is gekozen en er zo lang werd gewacht, is mij niet geheel duidelijk, want persoonlijk vind ik dit boek beter dan het vorige. Als ik uitgever was, had ik Ik en de dikke man al veel eerder uitgebracht. Gelukkig is het er dan nu toch.

~

Communicatie

Net als in Hier gebeurt nooit wat zijn het vooral de dialogen die in het oog springen. Amy is niet bepaald een extroverte persoonlijkheid. Ze zal zelden een uitgesproken mening ventileren. Ze lijkt niet echt verbonden te zijn met de wereld om haar heen. De dialogen zijn dan ook vaak zeer summier en oppervlakkig.

Ben je ziek? Dat denk ik niet. Wat is er dan? Ik weet het niet, zei ik.

Ook de geheimzinnigheid en terughoudendheid van Gary en Harris helpen niet mee om de gesprekken diepzinniger te maken.

Waarom ben je weggegaan, die dag dat ik er was? Gary pakte zijn sleutels. Je zult me verachten als ik het je zeg, zei hij. Ik veracht geen mensen. Oké dan. Ik was bang, zei hij. Bang? Van jou. Ik staarde hem aan. Begrijp je?, zei hij. Kom op – hij zette zijn glas neer en raakte mijn arm aan. Tijd om te gaan.

Jan Klaasseneffect

Juist door deze oppervlakkigheid en geheimzinnigheid ga je jezelf steeds meer afvragen wat de drijfveren van Gary en Harris zijn. De afstandelijkheid maakt je vreemd genoeg betrokken bij de onoverzichtelijke situatie waarin Amy terecht gekomen is. Je wilt haar toeschreeuwen dat ze uit moet kijken. Dat ze haar mond open moet doen en eindelijk eens de beslissende vragen gaat stellen. Maar Amy strompelt apathisch en blind haar lot tegemoet en er is niets wat je er aan kunt veranderen.

Beter

Hoewel haar vorige roman goed werd ontvangen, had ik zelf sterk het gevoel dat de daarin voorkomende moord weinig toevoegde aan het verhaal. In deze roman zitten wat dat betreft geen overbodige elementen. De drang van Amy om meer over haar moeder te weten te komen is geen excuus voor een relaas over relaties en het noodlot. Deze drang is de oorzaak van het in de roman vastgelegde gevolg. Het vormt het kader waarin een vrouw besluit haar leven een andere wending te nemen. Deze wending pakt echter anders uit dan zij verwacht. Daar mogen we als lezer alleen maar dankbaar voor zijn. Net als bij Spoorloos en Vermist levert dat juist de meest emotionele momenten op.

Muziek / Album

Geen bling, wel kwaliteit

recensie: Lyrics Born - Same !@#$ Different Day

De Amerikaanse rapper Lyrics Born (echte naam Tom Shimura) haalde goede kritieken met zijn debuutalbum Later That Day. ‘Kwaliteitshiphop’ was een veelgehoorde term, maar van een wereldwijde doorbraak was geen sprake. Om dat te veranderen verschijnt nu de cd Same !@#$ Different Day met remixes van Later That Day die door medewerking van grote namen (onder andere DJ Shadow, KRS-One en Morcheeba) voor wat meer aandacht moet zorgen. Als hij dit krijgt, zal dat niet alleen door de grote namen komen. De nummers swingen allemaal de hiphoppan uit met mompelende maar vlijmscherpe raps en dansbare beats. Pure hiphop die blingbling-gangstarappers degradeert tot snotneuzen.

~

Na Hello, een swingend welkom, haalt Lyrics Born voor Pack Up jeugdidool KRS-One van stal. Dit levert een knallende hiphopdanstrack op in de stijl van The Beatnuts, Big L. of de late Rakim. Oké, we zijn warm. Het vervolg van de cd biedt je haast geen moment de kans om af te koelen, de swingende nummers volgen elkaar in hoog tempo op. Bijvoorbeeld Do That There, een funky, zomers nummer met een snelheid en een ritme in de raps die je achterover doen slaan. En wat te denken van I Changed My Mind, voorzien van een lekker dansritme dat doet denken aan Get Myself Connected van Stereo MC’s. Geen wonder, want de MC’s hebben het geproduceerd, lees ik later.

DJ Shadow

Zo halverwege de cd volgen de twee bijdragen door turntablegoeroe en topproducer DJ Shadow. The Last Trumpet is een spannend, duister nummer, monotoon maar allesbehalve saai. Het klinkt als Massive Attack in een hiphop-mix en mondt uit in een extase die zijn weerga niet kent. Hierna volgt Over You, een ijzersterke soulvolle ballad, prachtig ingezongen door Joyo Velarde. In The Bay neemt Lyrics Born het productieroer over van waarde collega en dit resulteert in een vreselijk funky basloopje overgoten met mompelende raps, een ode aan de Bay Area waar hij opgroeide. De laatste helft van de cd staat vol met dit soort funky nummer en meeslepende raps.

Echte hiphop

Het is jammer dat sommige sterke nummers met een lullige fade-out worden afgesloten, want dit zorgt bij een paar tracks voor een nare nasmaak. Daarnaast zijn niet alle nummers even goed. Zo zijn het slome I Can’t Wait For Your Love en het funk-rockachtige Shake It Off zeker geen hoogtepunten. De rest van de cd maakt echter meer dan duidelijk waarom Lyrics Born deze herkansing verdient. De nummers zijn swingend, de raps meeslepend en in deze remixes zit meer muziek en afwisseling dan de originelen. Same !@#$ Different Day is vreselijk goed geproduceerd, vol waar het vol moet zijn en clean en minimalistisch waar dat passend is. Een absolute aanrader voor iedereen die zijn buik vol heeft van de patserhiphop a la 50 Cent en zoekt naar echte hiphop.

Film / Achtergrond
special: Een interview met regisseur Pawel Pawlikowski

‘In de zomer worden de mensen een beetje raar’

Zijn film My Summer of Love wordt al de beste Britse film van het afgelopen jaar genoemd en ook tijdens het Rotterdamse filmfestival waren de reacties van het publiek overwegend positief. Een kort interview met regisseur Pawel Pawlikowski.

Vanwaar de keus voor twee meisjes die zó verschillend zijn? Had het verhaal niet minstens zo goed gewerkt zonder deze extreme tegenpolen?

~

“Voor mij is het juist dat extreme dat het verhaal zo aantrekkelijk maakt. Sociaal gezien zijn ze heel erg verschillend. Tamsin heeft een heleboel vergaarde kennis dankzij haar opleiding en reisjes met haar ouders. Ze heeft gezien wat er in de wereld te koop is, maar haar kennis is heel oppervlakkig. De ander, Mona, heeft geen kennis op welk gebied dan ook, omdat ze altijd vast gezeten heeft in de vallei waar ze woont. Wat zij wel heeft is verbeeldingskracht en binnen haar beperkte wereld smacht en verlangt ze naar andere dingen. Ze worden zowel aangetrokken door elkaars wereld als door elkaars persoon. Daarbij spelen ze met de verwachtingen die ze hebben van elkaar. Ze vertrouwen elkaar nooit volledig. Er is altijd een klein element van wantrouwen. Zelf sympathiseer ik het meest met Mona. Ik houdt meer van haar karakter. Toch was het een stuk makkelijker om de teksten voor Tamsin om papier te krijgen dan die van haar. Misschien omdat ze meer pretentieus zijn. Ik kan heel goed pretentieus zijn (lacht).”

Er zijn nogal wat films waarin jonge meisjes worstelen met hun seksualiteit. Wat maakt dit verhaal meer de moeite waard dan ieder ander verhaal rond dit thema?
“Mensen zeggen wel eens dat My Summer of Love iets weg heeft van Heavenly Creatures, maar die film is een stuk theatraler van opzet. Een homoseksuele affaire was in de jaren vijftig nog een big deal. Maar de wereld uit Heavenly Creatures is een heel andere wereld dan die van My Summer Of Love, een heel andere manier van filmen zelfs. Ik denk niet dat ik ooit eerder een film als My Summer Of Love heb gezien. Natuurlijk zijn er meer films over tienermeisjes, maar overal zijn al films over gemaakt. Het gaat niet zozeer om het onderwerp, maar om hoe je het brengt. Het allerbelangrijkste is dat je personages hebt waarvan je kunt houden, waardoor je verrast wordt. Er is geen film ter wereld die een verhaal vertelt dat ik nog niet ken, maar er zijn maar weinig films die met zo’n verhaal toch iets bijzonders en origineels weten te maken. Tegenwoordig zie je maar weinig films met rijke, gelaagde, paradoxale personages zoals Tamsin en Mona.”

De hele film schreeuwt haast zomer. Van de sproeten in het gezicht van Mona, tot de zonnige belichting en de groene glooiende heuvels. Was het overbrengen van een zomergevoel zo belangrijk?
“In Engeland zijn zomers geen echte zomers. Slechts één keer in de zoveel jaar is het eens echt zonnig en warm en dan worden mensen meteen ook een beetje raar. Er gebeurt iets met ze, ze staan meer open voor andere dingen en ze durven meer te dromen. Er is bijna sprake van een soort anarchie. Dat gevoel was voor mij erg belangrijk om over te brengen.
Daarnaast had ik de zomer nodig om het landschap op de juiste manier weer te geven. Ik wilde niet de zoveelste typisch Engelse grijs/bruin/groenige film. Ik wilde primaire kleuren en ruime landschapsshots; een manier om Engeland te vervreemden, om het land eens heel anders in beeld te brengen dan mensen gewend zijn.”

Muziek / Album

Obscure indie

recensie: Enon - Lost Marbles and Exploded Evidence

Vraag het de heren en het meisje van Enon wanneer je de oplossing wilt weten van het raadsel: hoe kan een band met een briljante plaat onopgemerkt blijven? Zij maakten namelijk in 2003 de ultieme indiepopplaat Hocus Pocus en zijn door bijna alle boekers van de zogeheten betere festivals onopgemerkt gebleven. Dat dit te maken met de lage verkoopbaarheid van het uit New York afkomstige Enon, klinkt niet geheel onwaarschijnlijk, want het principe ‘voor alle fans’ is bij festivals al jaren uit het oog verloren. Toch is de slecht te marketen lo-fi-disco-gitaar-synthy-pop een genot voor elke liefhebber. Voor deze Enon-liefhebbers is er nu, als kleine pleister op de wonde, de obscure b-kantjes verzamelaar Lost Marbles and Exploded Evidence.

~

Het verhaal van Enon is eentje van jaren. In 1991 werd Enon, na een periode als geesteskindje van John Schmersal, ex-Braniac, een driemanformatie. Met uitvalsbasis Brooklyn opereerde Schmersal vanaf toen met Toko Yasuda, ex-Blonde Redhead en ex-The Lapse, en Matt Schultz die je zou kunnen kennen van The Lab Partners. De taken werden zo verdeeld dat John verantwoordelijk werd voor het gitaarwerk en deels voor de vocalen. Toko nam de bas, de keyboards en het andere deel van de zang voor haar rekening, terwijl Matt het drumstel onder zijn hoede nam. Na de eerste plaat High Society begonnen de opnamen van het hierboven genoemde, uiterst diverse en coole Hocus Pocus. Rondom deze twee platen zijn er heel veel nummers opgenomen, maar veel daarvan hebben nooit een van de twee gehaald. Deze zijn nu op Lost Marbles and Exploded Evidence verzameld.

Wat je nog niet had

Verzamelaars als deze zijn vaak niet meer dan collector’s items voor de echte fan. Maar het punt bij de verzamelplaat van Enon is, dat de kans uiterst klein is dat de nummers allemaal al oude bekenden van je oren zijn. De singles die de band in het verleden op de markt heeft gebracht, zijn allen in zo’n beperkte oplage verschenen dat je een schouderklopje verdient, wanneer je het nummer in je platenverzameling hebt. Daardoor moet deze plaat eerder gezien worden als een aanvulling op hetgeen eerder in Nederland is verschenen. Als extra hebben de heren en dame een videogedeelte met clips van vorige singles op de cd laten persen.

Hoog kaliber

De nummers die Lost Marbles and Exploded Evidence bevat, zijn verre van irrelevant en het is soms de vraag waarom ze nooit op een van de twee platen zijn verschenen. Want ook nu zijn er schitterende composities en hier en daar begenadigd songwriterschap te horen. Luister eens naar het funky Knock that Door, het gevoelige Fly South of het indietronische Kanon. Het zijn toevallig niet de drie uitschieters van de plaat, want ook het vrolijke gedeunde Grain of Assault, de in gekte gedompelde Tilt You Up en het singer/songwriter-achtige Blow Infinite Ways zijn behoorlijk sterk. Het wordt hoog tijd dat er weer eens een kluis met nieuwe pareltjes van Enon aan de man gebracht gaan worden, want van dit soort kaliber kunnen er niet genoeg zijn.

Muziek / Album

Slim maar teleurstellend

recensie: Isolation Years - Cover the Distance

De band Isolation Years lijkt inmiddels een patent te hebben op een bijzondere stijl: een soms melancholieke, soms psychedelische mengeling van country, akoestische folk en vrolijke popmuziek. De Zweden bieden met Cover the Distance meer van hetzelfde, maar het sobere album blijkt een lichte teleurstelling.

~

Echt anders dan zijn voorgangers klinkt Cover the Distance niet: aan de succesformule van Isolation Years worden hooguit een achtergrondkoortje (op Michael (If You Cannot Row) – een kitscherige kunstgreep die niet iedereen zal waarderen) en het spaarzame gebruik van elektronische instrumenten en strijkers toegevoegd. Verder volgt de muziek het pad dat uitgestippeld werd op de eerste twee platen: compacte, slim uitgewerkte nummers die akoestisch gespeelde akkoorden met fraaie melodieën verweven. De teksten van zanger Jakob Moströms – soms ironisch, soms half poëtisch – wijken ook niet van zijn karakteristieke stijl af.

Nuances

De muziek van Isolation Years is op zijn best wanneer de band een speelse, simpele melodie weet uit te buiten tot een catchy nummer met kop en staart. De meeste tracks op Cover the Distance klinken weer bedrieglijk eenvoudig, maar zitten stiekem vol subtiele nuances. Een nummer als Nurse Hands (de eerste single van het album) lijkt met zijn eenvoudige akkoordenpatroon op het eerste gehoor niets bijzonders, maar na een paar keer luisteren blijven er flarden van in je hoofd doorspoken, zodat je het opnieuw wilt horen – een teken van intelligente muziek. Ook Look What I’ve Done biedt met schijnbaar simpele middelen een onweerstaanbaar nummer dat zangmelodieën met majeurakkoorden en een bluesachtig gitaarpatroon verweeft. Van zulke tracks zijn er echter weinig te vinden, en al na een kwartier slaat een indruk van verveling toe: zeurende refreinen, spanning en intensiteit die onder de oppervlakte blijft en nergens pakkend tot uiting komt.

Niemendalletjes

De melancholie en de nadruk op refreinen die soms zo meeslepend waren op voorgangers Inland Traveller en It’s Golden blijven hier grotendeels achterwege: Cover the Distance bevat te veel stuurloze, snel vergeten nummers, niemendalletjes zoals de openingstrack Dyslexic en Leaning. Uitschieters bevat het album niet: de twaalf tracks, hoe fraai en technisch geslaagd ook, blijven te veel op het zelfde tempo en in dezelfde sfeer hangen. Zelfs het afsluitende titelnummer kabbelt voorbij zonder dat het ooit echt op gang gekomen is. De muziek wekt uiteindelijk bijna onverschilligheid op: Cover the Distance blijkt het minst geslaagde album van een begaafde band.

Muziek / Album

Live in je huiskamer

recensie: Peter Pan Speedrock - Spread Eagle

Spread Eagle heet het nieuwe album van Peter Pan Speedrock, een titel die geïnspireerd lijkt te zijn op de coverillustratie in tegenstelling tot het vaak voorkomende omgekeerde. Hoe het ook zij, de jongens uit “Never Never Land” (het schijnt rond Eindhoven te liggen) hebben een nieuwe cd uit en dat mag men weten. Met een nieuwe producer achter de knoppen klinkt alles een stuk professioneler dan voorheen. Een plaat waar alleen maar meer toekomst uit spreekt.

Wat direct opvalt zodra het eerste nummer uit de speakers klinkt is het geluid. Waar de voorgaande cd’s van de Eindhovenaren nog een behoorlijk dof geluid hadden, klinkt dit album alsof ze live in je huiskamer staan te spelen. Alle instrumenten zijn helder en goed afzonderlijk van elkaar te horen zonder dat dit het totaalgeluid schaadt. Daar waar op voorganger Lucky Bastards het geluid nog klonk alsof het opgenomen was in een donkere oefenruimte (dit had natuurlijk te maken met het feit dat deze platen ook “live” opgenomen werden), is er hier qua geluid een grote stap voorwaarts gemaakt.

Zweden

Nu is de cd ook niet door de minste persoon opgenomen. Voor Spread Eagle is het trio afgereisd naar de Sunlight-studio’s van Tomas Skogsberg in Zweden. De beste man produceerde ook al albums voor Entombed en Gluecifer. Niet zomaar de eerste de beste om achter de knoppen te hebben dus. Ondanks de voor Peter Pan Speedrock onconventionele manier van opnemen (Skogsberg stond erop de instrumenten apart van elkaar op te nemen) denk ik dat gesteld mag worden dat de band trots mag zijn op het geluid van deze plaat. Zowel de ronkende baslijnen als de scherpe gitaarhooks zijn perfect te horen en de plaat blaast stevig door de speakers.

Rock ’n Roll

De muziek zelf spreekt ook voor zich: lekkere rock ’n roll waar de bandleden zelf waarschijnlijk nog het grootste plezier in hebben. “Het belangrijkste is dat we er zelf ontzettend hard op kunnen gaan,” vertelde zanger/gitarist Peter aan LiveXS en dat klinkt absoluut door in de muziek. De nummers worden met overtuiging gebracht en het kan niet anders dan dat de nummers ook live van het podium afspringen. Verschillende invloeden zijn te horen in de nummers, maar naast de te verwachten vergelijkingen met bijv. Motörhead of AC/DC neigt het nummer Pay the Bill (Or Die) juist meer naar een band als de Dropkick Murphys (zonder de folk-invloeden welteverstaan). Niet in het minst door het lekker rauwe stemgeluid van zanger Peter dat zeker doet denken aan dat van Al Barr.

Kort gezegd levert Peter Pan hier een lekker solide album af. Of Tinkerbell de hint in de titel zal volgen valt nog te bezien, maar het kan niet anders dan dat er weer zalen plat gespeeld gaan worden met dit album.

Muziek / Album

Live toch beter

recensie: Sioen - Ease Your Mind

Naar aanleiding van See You Naked werd Sioen twee jaar geleden door 8WEEKLY nog omschreven als “een naar Stef Kamiel Carlens klinkende singer-songwriter die een band rond zich heeft verzameld.” Ook werd er destijds gerefereerd aan de eigenzinnige Belgenpop van Sharko. Geen misselijke namen dunkt me. Toch werd het album door de vaderlandse pers bijna unaniem als te braaf en te steriel aan de kant geschoven en zelfs Frederik Sioen schijnt er tegenwoordig zijn bedenkingen bij te hebben. Inmiddels is Sioen opgepikt door Excelsior en heeft de band als live-act op festivals als Werchter de nodige indruk gemaakt. We zijn onderhand toch benieuwd geworden of ze het livegevoel dit keer hebben weten te vertalen naar de plaat.

~

Nieuweling Ease Your Mind ligt in het verlengde van zijn voorganger, doch met de nadruk iets minder op het ‘grote gebaar’ en meer op het rockgeluid. Iets meer bandalbum dan soloplaat. Dat neemt niet weg dat Sioen in de kern nog steeds die hese Gentse zanger met piano is die doet denken aan Tom Waits (Who Are You), Das Pop en – inderdaad – Stef Kamiel Carlens, en die vooral tot zijn recht lijkt te komen in een rokerige nachtclub. Hier en daar heeft de muziek vanwege de zigeunerviool van Jeroen Baert (tevens Zita Swoon) en de korte hoekige gitaarriffs ook wel iets weg van de laatste van Masters of Reality. Nerveuze drumsalvo’s en dreigende gitaarpartijen, maar dan helaas zonder dat intrigerende rauwe MOR-randje en zonder ook maar ergens uit de bocht te schieten, zoals dEUS. Toch laat Sioen hiermee zien het rockhart op de juiste plaats te hebben.

Menage a trois

Hoogtepunt is het gevoelige Nervous Little One, niet geheel toevallig een van de weinige ingetogen liedjes met een glansrol voor piano en zang. Dan blijkt ook meteen waar Sioen goed in is, namelijk de kleine popliedjes, de prima (doch wat kleurloze) band ten spijt. In No One’s Interest is er nog zo een, een heerlijke menage a trois tussen piano, trompet en stem. Helaas staan er weinig van dat soort nummers op Ease Your Mind.

Hinkend op te veel gedachten

Dat neemt niet weg dat dit nieuwe album een grote stap voorwaarts is ten opzichte van het debuut. Er is duidelijk meer zorg besteed aan de instrumentele balans, met dank aan producer Dennis Moulin. De vraag blijft alleen of Frederik Sioen toch niet beter af is zonder band. Op Ease Your Mind lijkt hij muzikaal vooralsnog op te veel gedachten te hinken. Het zweeft ergens tussen een singer/songwriter met piano, typische arty Belgenpop en Amerikaanse stonerpop, hoewel de drums voor dat laatste genre dan weer net iets te braaf zijn. Tekstueel valt er ook nog wel het een en ander op de plaat aan te merken. Het is nog net iets te veel van het niveau “You kiss me softly, you gently touch my face / You hold me tight, I’m lost in your embrace” (In No One’s Interest). Op afsluiter Sleaping Beast blaast Toots Thielemans nog een deuntje mee, wat het einde betekent van een onevenwichtig tweede album. Sioen blijft voorlopig toch vooral een live-band.

Film / Films

Toekomstrealisme

recensie: Code 46

De maker van science-fictionfilms heeft twee mogelijkheden om zijn futuristische universum vorm te geven. De eerste is door het aantal verwijzingen naar de ‘echte’ wereld tot een minimum te beperken en een geheel eigen werkelijkheid te creëren. Maar hij kan juist ook de overeenkomsten tussen de wereld van de kijker en die van de film benadrukken. Michael Winterbottom kiest in zijn ongemakkelijke toekomstvisie Code 46 voor een tussenoplossing. Hij geeft de kijker precies genoeg aanknopingspunten om zich te kunnen identificeren, met als effect dat de verschillen al snel mogelijkheden worden van hoe het ons in de toekomst zou kunnen vergaan.

~

In Code 46 leeft de mens in een totaal geglobaliseerde wereld. Er is maar één taal overgebleven, een mix van Spaans, Frans en (hoofdzakelijk) Engels. Toch bestaat er een diepe verdeeldheid binnen de wereldbevolking, die zich door een ruimtelijke scheidslijn laat tekenen. De kansrijken wonen in de steden, en zij wanen zich extreem beveiligd omdat ze tegen alles verzekerd zijn. Op het platteland, een uitgestrekte woestijn, vinden we de mensen die een te groot risico vormen voor de verzekeringsmaatschappijen. Zij zijn polis- en daarmee kansloos.

Verboden liefde

Middenin deze verzakelijkte wereldorde vindt een love story plaats die zo puur is als een liefde maar kan zijn. Twee mensen die elkaar tegenkomen, aankijken en op slag verliefd worden. Alleen is hun liefde voor de wet verboden. Maria Rodriguez (Samantha Morton) heeft namelijk dezelfde genen als de moeder van William Geld (Tim Robbins), wat niet zo vreemd is in een maatschappij waarin klonen en IVF-behandelingen eerder regel zijn dan uitzondering als het gaat om voortplanting.

Mokerslag

~

Code 46 werkt verradelijk – het eerste deel is gefilmd als een meeslepende droom, in het tweede komt de dreiging die daarachter schuilgaat meedogenloos aan het licht. De film komt daardoor, net als In This World, Winterbottoms semi-documentaire over de reis van twee vluchtelingen naar het westen, aan als een mokerslag.

Manipulaties

Het is moeilijk de film niet te bekijken als een maatschappijkritische toekomstnachtmerrie. Het engagement, al ligt dat hier in de toekomst, is ook wat Code 46 gemeen heeft met In This World. Winterbottom schotelt de kijker een ver uitgewerkte versie voor van het Amerikaanse maatschappijmodel, in combinatie met het mogelijke resultaat van ontwikkelingen als globalisering en klimaatverandering. In hoeverre kunnen we mensen nog vrij noemen als ze niet eens hun eigen geliefde mogen kiezen? En die verzekering biedt wel zekerheid, maar wie wil er in een wereld leven waarin ieder risico, hoe klein ook, uitgesloten wordt? Wat te denken van manipulaties van menselijk lichaam en geest, in de vorm van het wissen van herinneringen en het klonen van mensen?

Coldplay

Naast de vragen die de film oproept, durft Code 46 je ook aan te spreken op je gevoel. De slotscène van de film (die ik hier verder niet zal verklappen), begeleid door een liedje van Coldplay, spreekt in dat opzicht boekdelen. Winterbottom is sowieso een regisseur die houdt van de directe aanpak. Het liefst filmt hij op locatie, met de handheld camera in de aanslag. Dat Londen, Shanghai, Hongkong en Dubai hier zowel herkenning als vervreemding oproepen, maakt Code 46 zo beangstigend. Dit is toekomstrealisme. Zo zou onze wereld er over veertig jaar uit kunnen zien.

Film / Films

Een zotte verliefdheid

recensie: My Summer of Love

Een groot, wit paard vult driekwart van het beeld. Op zijn kop, schuin van onder gefilmd. Vanaf zijn rug buigt een meisje zich in het shot. De zon is fel en zorgt ervoor dat het een vaag beeld is, omlijnd met licht. Het geeft de eerste ontmoeting van de in de berm slapende Mona – letterlijk gezien door haar ogen – met Tamsin tegelijkertijd iets vervreemdends en iets sprookjesachtigs.

~

My Summer of Love is het verhaal van een amour fou op het Engelse platteland. Tamsin (Emily Blunt) en Mona (Natalie Press) herkennen elkaars eenzaamheid en voelen zich gevangen in de lege wereld van het dorp. Ze weten allebei dat deze vriendschap, die vrij abrupt verandert in een verhouding, eindig is. De rijke Tamsin zal na de zomer teruggaan naar kostschool en de eenvoudige Mona blijft achter in het dorp. Dat ze zich desondanks vol overgave in de affaire storten, voelt toch logisch. Er is niets te verliezen.

Draaimolen

Met desoriënterende beelden brengt de Pools-Engelse regisseur Pawel Pawlikowski de waanzin van een zotte verliefdheid heel dichtbij. De meisjes dompelen zich onder in een wereld van alcohol, lome zomermiddagen, sigaretten, seks en drugs. Gezichten worden gefilmd in close-ups, soms met een voorbij flitsende achtergrond. Alsof je in een draaimolen zit, gefocust op één persoon, met een licht tintelend gevoel in je buik.

Menopauze

~

Tegelijkertijd is het contrast tussen de meisjes voortdurend aanwezig, al vanaf de eerste ontmoeting. Tamsin, op wit paard, met dure, rode, goedzittende kleding. Mona, op brommer zonder motor, met een goedkoop, roze, typisch anita-achtig topje. Het klassenverschil is geen échte issue: het is er, maar wordt met subtiele humor behandeld. Als Tamsin Mona vraagt hoe haar toekomst eruit ziet, schetst ze een beeld van een bullebak van een echtgenoot, een reeks kinderen met problemen, lange, zware dagen tijdens een baan in een abattoir en dan wachten op de menopauze, of kanker.

Schimmige roes

Als de beloftes en obsessies groeien en de wereld om hen heen steeds meer inkrimpt, krijgt de draaikolk waarin de meisjes zich laten meevoeren iets onheilspellends. Mona’s broer Phil (Paddy Considine) – een fanatieke new-born Christian – ziet in hun ‘vriendschap’ het werk van de duivel. En geleidelijk krijgt de roes iets schimmigs: hoe puur is deze zomerliefde eigenlijk? Bij gesprekken schokt de camera soms even, bijna alsof het per ongeluk is. Het dwingt je te focussen op de gezichten, op hun uitdrukkingen en op wat zij proberen te verbergen: waar eindigt de waarheid en begint de leugen? Pawlikowski zet je voortdurend op het verkeerde been.

BAFTA

Leugens en waarheid, niets te verliezen en tegelijkertijd alles, passie en verveling, angst en onbezorgdheid: dit spel met paradoxen leverde een BAFTA op voor beste Britse film. Het is een ontsporende droom, My Summer of Love. Een prettige, een enge, maar vooral een fascinerende.

Lees ook het interview dat we hadden met regisseur Pawel Pawlikowski.