Theater / Voorstelling

Met het water aan de lippen

recensie: De kortste eeuw (Orkater)

Een groepje feestelijk uitgedoste gasten verzamelt zich op de hoogste verdieping van een wolkenkrabber om het oude jaar groots uit te luiden. Maar terwijl de bigband lustig speelt, begeeft de lift het en blijkt de buitenwereld te zijn getroffen door een alles vernietigende zondvloed. Het einde der tijden is aangebroken en alle gasten hebben zo hun eigen manier om dit onder ogen te zien. Orkater brengt De kortste eeuw, geschreven door Gijs Scholten van Aschat in regie van Gijs de Lange.

~

Het stuk wordt opgevoerd in het Transformatorhuis van de Westergasfabriek in Amsterdam. De indrukwekkende industriële locatie, ingrijpend verbouwd sinds Toneelgroep Amsterdam een paar jaar geleden het pand verliet, biedt leuke extra’s. Voorafgaand aan de voorstelling kun je een galgenmaal nuttigen op het Westergasterras, en op zaterdagavond kan er na afloop gedanst worden in het decor op muziek van de gelegenheids-Orkaterband. Mooi detail is ook dat je door de ‘liftkoker’ de zaal hebt betreden, en de spelers vervolgens juist op deze plek wanhopig naar een uitgang zoeken. De illusie dat je ook als toeschouwer van de buitenwereld bent afgesneden wordt hierdoor versterkt.

Scala aan stijlen

De muziek, gecomponeerd door Vincent van Warmerdam die ook als gitarist meespeelt, is prachtig en krijgt zoals altijd een prominente plaats bij Orkater. Een scala aan stijlen passeert de revue, van een a capella gezongen hymne tot een bigband die losgaat, van slepende jazz tot een kinderliedje. De uitbundige dansjes doen vaak aan een musical denken, en op verstilde momenten verspreiden de muzikanten zich soms over het podium als luisterende engelen.

Maskers af

~

De personages zijn al even kleurrijk. Ze verschijnen ten tonele in hun bizarre feestkostuums, maar de maskers gaan langzaam af. Het vrijheidsbeeld (Wimie Wilhelm) blijkt een oudere vrouw, gevangen in haar moederrol. Haar als agent verklede zoontje (Gable Roelofsen) ontpopt zich tot een echte dictator. Een smetteloos witte paus (Pierre Bokma) blijkt een uitgerangeerde leraar te zijn die van zijn geloof is gevallen. Een acteur (Peter Blok), de schone kunsten toegewijd, heeft enkel een rol als kinderentertainer bemachtigd. En een stel (Jeroen van Koningsbrugge en Tina de Bruin), waarvan hij een trotse Idols finalist, vraagt zich af wat hun liefde voor elkaar nog te betekenen heeft. Verder speelt auteur Scholten van Aschat (De Methode Ribadier) zelf de raadselachtige ceremoniemeester, bijgestaan door twee serveersters.

Houvast

Iedereen lijkt houvast te zoeken met het water aan de lippen. Illusies begeven het en worden misschien wel even snel weer geschapen. Er ontstaat wanhoop, strijd, geloof, ongeloof, liefde, gelatenheid, geldingsdrang, verraad en verdriet. De teksten van Scholten van Aschat zijn actueel, rijk aan betekenis en er zijn mooie woordspelingen. (“Wie ben ik?” “Je bent alles voor me.”) En de dilemma’s zijn, ondanks de verwijzingen naar de bijbelse apocalyps heel herkenbaar. Want zoeken we niet altijd houvast oog in oog met onze sterfelijkheid en nietigheid? Aan het mooie lichte einde van de voorstelling is er toch nog een heel onverwachte rol voor God weggelegd.

Som der delen

Een mooie tekst, prachtige muziek, een inspirerende ruimte en sterk spel van met name Bokma en Scholten van Aschat in een bizarre mix van revue. rampenscenario en religie. Maar waar Orkater vaak absurde associatieve verhaallijnen tot een sprankelend geheel weet te smeden, lukt dat in deze productie vreemd genoeg maar af en toe. Scholten van Aschat heeft tot een paar dagen voor de première nog ingrijpende veranderingen aangebracht, maar de voorstelling lijkt nog steeds niet echt op zijn plaats te zijn gevallen. Het is moeilijk te duiden waar dat dan precies in zit. Misschien mag god het wel weten, waar die mysterieuze magie te vinden is die van het geheel zoveel meer kan maken dan de som der delen.

De kortste eeuw is nog te zien tot en met 25 juni 2005.

Film / Films

Een frontale botsing tussen twee Denen

recensie: Dear Wendy

Wat gebeurt er als de twee grootste Deense filmmakers hun handen ineenslaan? Dat konden we vorig jaar zien in The Five Obstructions, waarin Lars von Trier zijn collega Jørgen Leth uitdaagde diens kortfilm De perfecte mens (1967) in vijf verschillende versies te herdraaien, iedere keer met andere handicaps. Leth kwam als morele winnaar uit de strijd; de hem opgelegde beperkingen bleken voordelig uit te pakken.

~

Je gaat je bijna afvragen of Von Trier het zichzelf heeft verboden Dear Wendy, waarvoor hij het scenario schreef, te regisseren. Hij besteedde de regie zelfs uit aan een grote filmische tegenpool, zijn landgenoot Thomas Vinterberg. Behalve dat ze de belangrijkste opstellers van het Dogma-manifest waren en allebei één Dogmafilm maakten, hebben de twee weinig gemeen. Von Trier is een man van het verstand, Vinterberg van het gevoel. Dat blijkt wel uit hun laatste (niet-Dogma) films, respectievelijk Dogville (2003) en It’s All About Love (2003). Het maakt Dear Wendy tot een minstens zo interessant experiment als The Five Obstructions. Hoe pakt de confrontatie tussen deze talentvolle Denen uit?

Dandies

~

Von Trier heeft, zoals te verwachten viel, het grootste stempel gedrukt op het eindproduct. Dear Wendy is een beetje de stiekeme want niet-officiële opvolger van Dogville, het eerste deel van zijn Amerika-trilogie. Hoe moeten we dit verhaal waarin wapens door hun bezitters worden vereerd anders interpreteren? De vijf hoofdpersonen zijn de losers in het mijnstadje waar de film gesitueerd is, en dat met zijn grauwe aanblik aan soortgelijke oorden in westerns doet denken. Om zichzelf te emanciperen richt het stel een schietclub op in een oude mijn, waar het schieten hun zelfvertrouwen moet helpen te vergroten. Ironisch, want eigenlijk zijn The Dandies, zoals ze zichzelf noemen, pacifisten. Lang kan het dus niet goed gaan, zeker niet als ze echt gaan geloven dat hun pacifisme onaantastbaar is.

Zwaard van Damocles

De manier waarop het uiteindelijk uit de hand loopt is lastig te duiden: het lijkt een kwestie van toeval, maar hebben The Dandies het niet zelf in de hand gewerkt? Of hing er al vanaf het begin een zwaard van Damocles boven hun hoofd? Von Trier wil maar zeggen dat wie speelt met wapens, er vroeg of laat toe gedwongen wordt deze daadwerkelijk te gebruiken – een verwijzing naar de dagelijkse Amerikaanse praktijk. Dat een oud vrouwtje dat bang is om over straat te gaan de weg naar het einde inluidt, is een staaltje typisch Von Trier-sarcasme.

Superhelden

Maar de echte grap van Dear Wendy is de toegankelijke wijze waarop Vinterberg het scenario verfilmde, met gelikt camerawerk, luchtige sixties popmuziek en aanstekelijke intermezzo’s (waarin The Dandies en hun wapens worden voorgesteld als de superhelden van een jeugdserie). Vinterberg drijft het spel met genreconventies – met name die van de western – tot op de spits door de film zelf er als een genrefilm uit te laten zien. In Von Triers handen was Dear Wendy nooit zo los van stijl geworden; eerder sarcastisch en drammerig, een ondertoon die nu wel in het scenario zit maar door Vinterberg wordt omgewerkt tot een haast milde ironie. De frontale botsing komt er dus, maar betekent in dit geval pure winst.

Boeken / Kunstboek

Een bedachtzame action-painter

recensie: Bert Schierbeek - Willem de Kooning: een portret

In 1967 nam de dichter Bert Schierbeek (1918-1996) op Long Island een interview af met de van oorsprong Nederlandse schilder Willem de Kooning (1904-1997). Schierbeek behoorde, samen met onder anderen Karel Appel, tot de Nederlandse tak van de zogenaamde Cobra-groep. Deze groep kan beschouwd worden als de tegenhanger van het Amerikaanse abstract-expressionisme waarvan Willem de Kooning de ongekroonde leider was.

~

Opdrachtgever voor het interview was uitgeverij Meulenhoff die een boekje wilde uitgeven over De Kooning in de reeks Beeldende kunst in Nederland. Om onduidelijke reden werd het oorspronkelijk in het Engels geschreven stuk nooit gepubliceerd. Slechts enkele delen ervan verschenen in een catalogus van het Stedelijk Museum Amsterdam bij een tentoonstelling van De Kooning in 1969. Het manuscript is jaren lang verloren gewaand totdat het in 1998, twee jaar na de dood van Schierbeek, alsnog werd teruggevonden. Nu, zo’n zeven jaar later, is het stuk dan toch nog uitgekomen, in een tweetalige versie met een Nederlandse vertaling van Jean Schalekamp.

Schetsen met woorden

~

Schierbeek verbleef in 1967 gedurende enkele dagen bij Willem de Kooning in zijn huis en atelierwoning op Long Island. Tijdens dit verblijf praatten ze met elkaar over De Koonings kunst. Bovendien was Schierbeek er getuige van de totstandkoming van het schilderij The Visit (nu in de Tate Gallery te Londen). In mooie, beeldende bewoordingen schetst Schierbeek hoe de schilder verf op het doek brengt, het er weer afschraapt en hoe hij heel tevreden is met een heel dun en transparant laagje verf dat overblijft. Deze werkwijze is opvallend aangezien De Kooning tot de Action Painters wordt gerekend, een groep schilders die met veel actie de verf soms letterlijk op het doek smijt. In tegenstelling tot de drip-painter Jackson Pollock, die deze methode wel hanteerde, blijkt De Kooning veel bedachtzamer te werk te gaan. Door het langzame proces van De Kooning is het logisch dat Hans Namuth in 1950 tijdens de hoogtijdagen van het abstract-expressionisme niet een documentaire aan De Kooning wijde, maar aan Pollock. De Koonings werkwijze leent zich veel meer voor een kleurrijke en beeldende beschrijving op papier, zoals Schierbeek dat in zijn boekje heeft neergezet.

Amerikaan uit Nederland

De Kooning blijkt tussen het schilderen door een gezellige prater. Dat dit gepaard gaat met flinke hoeveelheden drank is niet verbazingwekkend gezien De Koonings reputatie. De schilder vertelt de schrijver over zijn persoonlijke geschiedenis, zijn werk, zijn zelfontworpen atelier en laat hem de kuststreek The Hamptons zien, waar zijn atelier staat. Dit stuk van de Amerikaanse oostkust blijkt veel weg te hebben van de Nederlandse kuststreek, met duinen en stranden. Daardoor voelt De Kooning zich er erg thuis. Hoewel hij een echte Amerikaan geworden is, die zelf vrijwel alleen nog Engels spreekt, draagt hij nog altijd een stukje van Nederland met zich mee.

Nieuwe inzichten

Willem de Kooning: een portret geeft een goed beeld van een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw. Schierbeek heeft maar weinig pagina’s nodig om dit portret natuurgetrouw neer te zetten. Vooral zijn inzichten in de werkwijze van De Kooning zijn interessant, omdat men er bij abstract-expressionistische schilders vaak van uitgaat dat ze bij het schilderen met veel snelheid en expressie te werk gaan. De Kooning blijkt juist uiterst bedachtzaam te werk te gaan, net als de Frans/Duitse schilder Hans Hartung. Deze twee voorbeelden laten zien dat het bestaande kunsthistorische beeld van de schilders uit de jaren vijftig moet worden aangepast.

8WEEKLY

Het einde van de democratie

Artikel: NNT speelt D66-congres over Paasakkoord na

.

~

Met de bijna integraal nagespeelde versie van het debat wil het NNT de structuren van de democratie blootleggen; los van de sturende media-invloed beluisteren en bekijken hoe de democratie functioneert. Molendijk denkt dat los van de waan van de dag nieuwe inzichten mogelijk zijn. De uitkomst van het stuk staat echter al vast: het NNT is kritisch, zeer kritisch.

Eenheidsworst

“Na afloop van het congres zei Boris Dittrich steeds hoe trots hij was. Wij vragen ons af of er eigenlijk wel iets is om trots op te zijn. 2500 jaar geleden gingen de stukken over het begin van een democratische traditie, wij bekijken nu wat die 2500 jaar ons hebben gebracht. We hebben met veel politici en kenners van de politiek gesproken en iedereen is het met ons eens dat momenteel de middelmaat regeert. Het gaat alleen om de helft-plus-één, waardoor de minderheid wordt ondergesneeuwd.” Eenheidsworst is het gevolg, maar een goedwerkend alternatief ziet niemand: “Het is de minst kwade mogelijkheid.”

Geen Kopspijkers

De vraag is natuurlijk hoe serieus zo”n analyse is. Zeker met medewerking van cabaretiers dreigt het naspelen van politici al gauw in Kopspijkers-onderbroekenlol te verzanden. Daar is Molendijk echter niet bang voor: “Iedereen heeft expliciet de opdracht gekregen zijn rol serieus te nemen.” Sommige gedeeltes zullen weliswaar lachwekkend blijken, maar dat ligt dan aan de politici zelf. “We willen duidelijk geen karikatuur neerzetten.”

Inzichten

Een diepgaande analyse van de hedendaagse politiek lijkt het stuk echter evenmin te bieden. Door het congres bijna letterlijk na te spelen (van de originele 4 uur en 12 minuten blijven ruim drie en een half uur over), blijft er weinig ruimte voor interpretatie. Het lijkt vooral een eerste aanzet in het denken over de vorm van de politiek. Eventuele nieuwe inzichten die tijdens het naspelen boven komen worden na afloop ook niet verder besproken. “Nee, we hebben niets georganiseerd, maar we hopen dat de mensen die naar de voorstelling komen in het gebouw blijven. In samenwerking met de andere voorstellingen moet het een geheel vormen, waardoor discussie in de wandelgangen kan ontstaan. Daarnaast zal cultuurfilosoof Henk Oosterling zaterdag en zondag spannende lezingen houden. Zondag sluit hij aan bij de voorstelling.”

De partij

Binnen D66 is enthousiast gereageerd op de plannen van het NNT. “Het is een leuk initiatief, en ik denk dat veel prominenten wel komen kijken,” vertelt Arjen de Wolf die betrokken was bij het overleg met het NNT. “Ikzelf ga er zeker ook naar toe, maar ik verwacht niet dat we er iets van kunnen leren. Er zal kritisch worden gekeken naar het functioneren van debatten en de democratie, maar kunst is toch heel iets anders dan de politieke praktijk. Daartussen kun je geen parallellen trekken, maar bel me anders maandag even weer.”

Boeken / Fictie

Patrones van de hopeloze gevallen

recensie: Benito Pérez Galdós - Mededogen

Benito Pérez Galdós (1843-1920) geldt als de belangrijkste Spaanse auteur uit de negentiende eeuw. Met een gigantisch oeuvre van ruim honderd titels is hij een van de grondleggers van de moderne Spaanse roman. Zijn grote voorbeelden waren Dickens, Balzac en Cervantes: kwaliteitsschrijvers met wie Galdós zich prima kan meten. Het is dan ook geheel ten onrechte dat hij hier te lande minder bekend is. Daarom verdient het gedurfde initiatief van Menken Kasander & Wigman Uitgevers om een aantal boeken van deze schrijver in Nederlandse vertaling uit te brengen, wat mij betreft alle lof. De roman Mededogen komt uit deze reeks.

~

Mededogen (oorspronkelijke Spaanse titel: Misericordia) is geschreven in 1897. Het verhaal speelt zich af in Madrid, aan de zelfkant van de maatschappij. We bevinden ons in het illustere gezelschap van verpauperde bourgeoisie en krakkemikkige bedelaars. Zij die hun hand ophouden verblijven rondom de kerk van Sint-Sebastiaan, waar – zoals overal, dus ook bij de nederigste standen – een zekere hiërarchie heerst. Galdós beschrijft op geestige wijze hoe de ene arme de scepter zwaait over de andere. Daarbij hekelt de schrijver de kerk en andere ‘goede’ gevers, die het systeem in stand helpen houden zonder dat ze een poging wagen om de situatie van het bedelaarsgilde daadwerkelijk te verbeteren.

Christusfiguur

Te midden van het zooitje bedelaars leeft Benina. Haar naam betekent zoiets als ‘barmhartig’. Benina is een vrouw van een jaar of zestig die sprekend lijkt op Rita de Casia, patrones van de hopeloze gevallen. Kordaat als ze is, weet zij altijd wel iets te eten te ritselen voor haarzelf en de beduidend minder kordate anderen om haar heen. Benina gaat al slovend door het leven als een soort Christusfiguur die te goed is voor deze wereld. Zo is zij als dienstmeid de steun en toeverlaat van een in armoede vervallen, tenenkrommend lethargische mevrouw uit de bourgeoisie. Deze vrouw, Doña Paca genaamd, is dermate trots dat Benina niet durft op te biechten dat ze moet bedelen om haar de dagelijkse prak voor te kunnen zetten. Ze verzint een tweede betrekking bij een zekere priester, Don Romualdo. Als deze uit de duim gezogen figuur dan halverwege de roman echt komt opdagen, vloeien realiteit en droom op komische wijze in elkaar over. Er geschiedt een wonder. Een erfenis, waar de hoofdpersonen al jaren van dromen, maakt een einde aan alle geldzorgen. De schrijver laat echter zien dat niemand er gelukkig van wordt.

Achterklap

Galdós, een vurig adept van het naturalisme, wilde met het opvoeren van een groot aantal zeer uiteenlopende karakters een dwarsdoorsnede geven van de lagere regionen van de maatschappij. Hij geeft kleurrijke beschrijvingen van het innerlijk en uiterlijk van het bonte gezelschap en laat de personages in verschillende taalregisters spreken, wat de roman een levendig élan geeft. Bovendien heeft de auteur deze comédie humaine doorspekt met ironisch commentaar, waardoor je als lezer precies weet hoe hij over de situatie denkt. Dromen en roddelen, dat is alles wat de Spanjaarden volgens hem doen. Arme mensen zijn hierin gelijk met de rijken:

Wat dat betreft verschillen ze niet van de rijken: misschien zijn ze zelfs in het voordeel, want als ze van wal steken, worden ze niet in toom gehouden door de gangbare gespreksconventies, die een dikke korst van etiquette en spraakkunst aanbrengen tussen de gedachte en het woord, en zodoende het onuitsprekelijke genoegen van achterklap vergallen.

Galdós bekritiseert de maatschappij, maar zwaar op de hand wordt het gelukkig nooit.

Lamlendig

Door de kritiek die Galdós uit, is Mededogen te lezen als een allegorie over de Spaanse maatschappij in het fin de siècle. Het gaat over de potentiële veerkracht van de armenmassa, gepersonifieerd door Benina, versus de lamlendigheid van de aan lager wal geraakte bourgeoisie. Onder die laatste categorie vallen Doña Paca en vele andere personages. Spanje komt volgens Galdós nooit uit het slop omdat de kracht en inventiviteit van de onderklasse niet benut wordt. Er wordt – net als in de roman – een hoop afgedroomd, maar vier eeuwen na de ontdekking van Amerika zit het verarmde land nog steeds op de zilvervloot te wachten in plaats van de handen uit de mouwen te steken. En passiviteit, daar helpt geen enkele patroonheilige tegen.

Film / Films

Leuk voor grootvaders en soldaten

recensie: WO II op DVD

De Tweede Wereldoorlog is gelukkig voorbij en we leven al 60 jaar in vrede. In het kader van de zestigste verjaardag van de bevrijding brengt de BBC een aantal series op dvd uit. Killing Hitler, een docudrama over het plan om Hitler te vermoorden, Heroes of World War II, over het heldendom van burgers en Weapons of World War II, over de technische wapenwedloop gedurende de oorlog.

Killing Hitler

In 1944 planden de geallieerden onder de naam Operation Foxley een aanslag op Hitler, welke helaas niet lukte. In Killing Hitler zien we wat het plan was, hoe de voorbereidingen werden getroffen en hoe het zou zijn geweest voor de agenten die de executie hadden moeten uitvoeren. Het waargebeurde maar als speelfilm gepresenteerde verhaal wordt gecombineerd met authentieke beelden, interviews en discussies. Thriller meets documentaire. Killing Hitler is een informatief document van een Mission Impossible die de geschiedenis had kunnen veranderen maar door de knip– en plakformule van de verschillende narratieve vormen, is het geheel een ratjetoe die alleen de oprecht geïnteresseerden zal weten te boeien.

Heroes of World War II

De Tweede Wereldoorlog kende veel helden: soldaten, piloten, mariniers. Deze mensen aan het front werden gesteund door vele anderen die op hun manier een steentje bijdroegen aan de strijd tegen Nazi-Duitsland. In deze uitgebreide documentairereeks (10 documentaires van elk circa 25 minuten) zien we hoe deze ‘schaduwhelden’ zich inzetten door mee te werken aan technische ontwikkelingen, zoals het uitvinden van het radarsysteem en het ontcijferen / kraken van de Enigma. Ook de mensen die openlijk tegen Hitler opstonden en de bevrijders van Belsen komen aan bod. Deze serie laat met behulp van zeldzaam beeldmateriaal en moderne computeranimaties zien dat er behalve de duizenden soldaten vele anderen waren die, op uiteenlopende wijze, mee hebben geholpen bij de strijd tegen Hitler.

Weapens of World War II

Ook deze documentairereeks bestaat uit tien afleveringen van zo’n 25 minuten. In vier uur geeft de BBC een uitgebreid overzicht van de grootste wapenwedloop allertijden. Het verschil tussen de technische staat van de legers van voor en na de oorlog is enorm. De bewapening uit de jaren ’30 was armetierig: het paard en wagen en de lichte vliegtuigjes waren enkele jaren later waardeloos toen vliegdekschepen en raketten maakten de dienst uit. In de serie wordt de snelle vooruitgang van de nieuwe systemen en technieken getoond die in de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld werden. Allerlei wapens en vlieg-, vaar- en voertuigen komen aan bod: van tanks tot bommenwerpers, van slagschepen tot machinegeweren, geen onderdeel blijft onderbelicht in deze documentaireserie met, wederom, erg veel authentiek beeldmateriaal.

Deze uitgebreide series bevatten een schat aan informatie en er zullen velen zijn die hier erg van kunnen genieten maar het is alleen voor de liefhebber: grootvaders en soldaten. Voor de overigen volstaat het om af en toe eens naar Discovery te zappen voor een half uurtje Tweede Wereldoorlog. Het BBC-materiaal mag dan zeldzaam zijn, er is inhoudelijk niet erg veel verschil met hetgeen er wekelijks op informatieve tv-zenders als Discovery wordt aangeboden of te vinden is in een van de duizenden boeken en websites over de Tweede Wereldoorlog.

Film / Films

Het einde van een sage

recensie: Star Wars Episode III: Revenge of the Sith

Aan alle sagen komt een einde, zo ook aan die van Star Wars. Met Episode III: Revenge of the Sith komt er een definitief antwoord op de grote vraag waar al bijna dertig jaar op werd gewacht: wat maakte Anakin Skywalker tot Darth Vader? Nu pas blijkt dat de eerste twee delen van de nieuwste trilogie, The Phantom Menace en Attack of the Clones, niets meer waren dan prologen om het verhaal van deze derde en afsluitende film te kunnen vertellen.

~

De Clone Wars, begonnen in de tweede episode, zijn nog steeds bezig, maar lopen ten einde. Senator Palpatine (Ian McDiarmid) is ontvoerd door de robot-alien General Grievous. Het is aan de Jedi’s Obi-Wan Kenobi (Ewan McGregor) en Anakin Skywalker (Hayden Christensen) om hem, en daarmee ook de Senaat en de Republiek, te redden. Palpatine heeft echter zijn eigen plannen en probeert Skywalker voor zichzelf en voor de Dark Side te winnen, om zo de eerste galactische Republiek op te kunnen richten en alle Jedi’s uit te moorden.

Subliem

Het achterliggende verhaal van Revenge of the Sith mag geen verrassing meer zijn. Het publiek weet al wie er dood gaan, wie er blijven leven en dat Anakin Skywalker inderdaad het pad naar de Dark Side op gaat. Nu pas echter weet het publiek waarom dit alles gebeurt. De eerste trilogie stond niet alleen bekend om zijn (voor die tijd zeker) spectaculaire gevechten, maar ook om het vaak verbijsterende plot. Revenge weet dat bijna te evenaren. De gevechten zijn als altijd weer subliem en, na twee tegenvallende delen op dat aspect, de verhaallijn is op zijn minst gezegd bijzonder.

Complexiteit

Anakin Skywalker was nog nooit zo complex en in tweestrijd als in dit laatste deel. Aan de ene kant is er zijn vriendschap voor Palpatine en zijn verboden liefde voor Padme Amidala (Natalie Portman). Aan de andere kant is er echter zijn trouw aan de Jedi Order en zijn broederliefde voor Meester Kenobi. Hayden Christensen weet deze complexiteit goed uit te voeren en is zichtbaar, en behoorlijk ook, in zijn rol gegroeid. Vooral als eenmaal de stap naar de Dark Side is genomen, krijg je gewoon de kriebels van hem. Zo intens slecht had niemand hem in de eerste twee films verwacht. Niemand had hem echter ook zo vol met liefde verwacht. Het moment waarop Anakin officieel tot Darth Vader wordt benoemd gaat zeker de geschiedenisboeken in. Memorabel is ook het opzetten van ‘dat’ masker.

Ontknoping

~

Ian McDiarmid steelt de show als Palpatine/de Keizer/Darth Sidious. Zijn transformatie van semi-goedaardige Senator naar de meest duistere Sith Lord is spectaculair en McDiarmid speelt het met erg veel plezier. Ook Ewan McGregor doet het weer erg goed als Obi-Wan Kenobi. Hij brengt vrijwel alle humor in de film. Helaas stellen vrijwel alle scènes met Natalie Portman er in een beetje teleur, het is net of ze minder zin had in dit deel dan in de andere films. Toch speelt haar karakter een erg grote rol in de ontknoping van de trilogie.

Allerbeste

Revenge is veel duisterder dan zijn twee voorgangers, veel volwassener ook. Het was de eerste Star Wars-film die een 13 jaar en ouder filmkeuring kreeg in Amerika, want er vallen doden. Heel veel doden, en niet allemaal op een lieve manier. Over veel sterfscènes gaat zeker nog lang nagepraat worden. Ook de actie in Revenge mag er weer zijn. Meer gevechten in de ruimte en een groot aantal lightsaber-gevechten. Het ultieme gevecht tussen Obi-Wan en Anakin is daarbij zonder twijfel de allerbeste en van grote klasse.

Waardige afsluiter

Het toch wat zoetsappige einde zal voor sommigen een domper zijn op een verder spectaculaire film, maar eigenlijk past het einde perfect bij het einde van één trilogie en het begin van de ander. Revenge haalt het niet bij het niveau van de eerste drie films, maar dat had ook niemand verwacht. Het maakt echter verschrikkelijk veel goed ten opzichte van delen 1 en 2. Een waardige afsluiter van een trilogie en ook een waardige afsluiter van een hele saga. Het zal even wennen worden, een universum zonder Star Wars.

Muziek / Album

Geen trucjes

recensie: Favez - Old and Strong in the Modern Times

“When we talked about how we wanted this album to sound, we decided that we definitely had to be able to make every song sound great with just one vocal, bass, drums, guitars. We didn’t want to rely on any studio tricks,” aldus zanger/gitarist Chris Wicky.

~

Inmiddels is Old and Strong in the Modern Times alweer het achtste studioalbum van het uit Lausanne (Zwitserland) afkomstige Favez, in 1990 opgericht als Favez Disciples (onder welke naam de eerste drie cd’s verschenen). Het schijnt dat de band is vernoemd naar een door Steve McQueen gespeeld karakter uit de film Le Mans (1971). De oplettende luisteraar zal in Favez’ songtitels vaker filmhelden tegenkomen.

Fanatiek

De meeste bands, hoe fanatiek ook, die voor maximaal een handje vol bezoekers in kleine rockclubs spelen, geven er na een aantal jaren de brui aan. Favez is de spreekwoordelijke uitzondering op de regel. Afgelopen maand nog deden ze Utrecht (Ekko) en Groningen (Vera) aan in hun poging te laten zien dat rocken niet enkel is voorbehouden aan tieners; het merendeel van de band is de dertig inmiddels gepasseerd. Met Old and Strong in the Modern Timeshebben ze het gelijk aan hun kant.

De sound

Van de oorspronkelijke bezetting zijn anno 2005 slechts Wicky en gitarist Guy Bee over. De muziek: een groovende, energieke mix van indierock, emopunk, stoner en metal. Geestverwanten: Get Up Kids, Open Hand, Helmet en Fugazi, hoewel die laatste beslist een stuk experimenteler is. De gemeenschappelijke factor: intelligente teksten (Old and Strong for the Modern Times gaat voornamelijk over de vraag hoe je zinvol invulling kunt geven aan de tijd die rest) en stevige rockmuziek. Favez’ eerste cd’s schijnen trouwens geheel akoestisch te zijn, volgens eigen zeggen omdat de toenmalige drummer nog niet zo hard kon meppen. De huidige drummer kent dat probleem duidelijk niet. Ondanks de tomeloze inzet – al spelen ze voor anderhalve man en een paardenkop, het dak gaat er af – en het aparte gevoel voor humor – zo willen ze elkaar bij optredens nog wel eens in de zeik nemen -, echt wild werden we er tot nog toe niet van. Dat komt voornamelijk door het toch wat beperkte bereik van vocalist Chris W (wiens stem doet denken aan Bush frontman Gavin Rossdale en Nada Surf zanger/gitarist Matthew Caws), die verdraaide vierkwartsmaat en de inwisselbare songs.

Bezieling

Desondanks haalt eigenlijk elk Favez album wel een voldoende. Voornamelijk door de bezieling waarmee de nummers worden gebracht. Old and Strong in the Modern Times is daarop geen uitzondering. Toch laat het gevoel van “waar-ken-ik-dat-ook-alweer-van?” je niet los, wat meteen het grootste manco vormt. De toppers zijn in dit geval Not Ready For The Wind, het iets ingetogener Marlon Brando Porches Hondas and Me (mooie filmtitel!), What Are You Going To Do With My Life en Desolation Blues (voor de Queens of the Stone Age-liefhebber). Het speelplezier straalt er vanaf. Rockmuziek zoals rockmuziek bedoeld is: ongecompliceerd en zonder pretenties.

Boeken / Non-fictie

Oeverloze herhaling van zetten

recensie: Clark Accord - Shirley in Allochtonië

.

~

In het voorwoord van Shirley in Allochtonië geeft Accord aan dat hij de harten van de mensen wil bereiken met humor en zichzelf niet zo serieus wil nemen als veel van zijn collega’s doen. Helaas blijkt vooral het eerste deel van deze uitspraak een loze belofte. De humor zal wel volledig aan mij voorbij gaan, maar er valt zelden te lachen om de columns die eerder wekelijks in Het Parool verschenen.

Kloof

Als de columns geen messcherpe maatschappijkritiek bevatten en ook geen tot nadenken stemmende ‘wrange’ humor, wat blijft er dan nog over? Slechts zelden word je geprikkeld om de geschetste situatie dieper te overdenken. Nu ben ik geen allochtoon en is dat misschien mijn gemis. Ik betwijfel echter of mijn westerse, bevoorrechte positie in deze maatschappij me zover van de problematiek van de allochtonen heeft verwijderd dat ik de columns van een Nieuwe Nederlander niet kan begrijpen. Ik ben nooit doodgezwegen of onderdrukt zoals de aan slavernij onderworpen voorouders van Accord. Een hoop van de frustratie zal daardoor wellicht aan mij voorbij gaan. Een gezonde Hollandse jongen kan zich de gruwelen van eeuwenlange onderdrukking nu eenmaal moeilijk voorstellen. Maar toch…

Mag het ietsje meer zijn?

Er is hier meer aan de hand. Afgezien van het verschil in referentiekader tussen allochtoon en autochtoon zijn de columns van Accord gewoonweg niet sprekend genoeg. Juist van iemand die middenin beide culturen staat verwacht je meer rake typeringen. Je verwacht dat Accord met zijn columns de vinger op de pijnlijke plek legt en ons allen haarfijn uitlegt wat er nu eigenlijk gaande is. Maar vaak worden we opgezadeld met een nietszeggend, voortkabbelend verhaaltje over zijn nicht Shirley en haar escapades.

Overdaad

Wanneer Accord dan duidelijk wel iets inhoudelijks te zeggen heeft, zoals in de vijf columns genaamd De zwarte Holocaust, dan wordt het door de vorm waarin het nu gegoten is weer ontkracht. Als de columns afzonderlijk gelezen worden, dan kunnen ze nog wel tot nadenken aanzetten. Nu al die columns bij elkaar in een bundel gezet zijn, wordt je lichtelijk geïrriteerd door de vele herhalingen. Zo valt de term “misdaad tegen de mensheid” nogal vaak in de bovengenoemde serie columns. Hoewel dit met betrekking tot de slavernij helemaal juist is, schaadt ook hier overdaad. Door de vele herhalingen ondermijnt Accord zijn eigen betoog en dat is jammer, want slavernij is juist voor de autochtonen, een kwestie die onder ogen moet worden gezien. Het is immers genoegzaam bekend dat wij Nederlanders wat dit betreft onze handen niet in onschuld kunnen wassen.

Déjà vu

Herhaling blijkt een terugkerend verschijnsel te zijn bij Accord. Hij herhaalt zichzelf niet alleen qua taalgebruik en thematiek, hij wil zichzelf ook nog wel eens letterlijk herhalen. Zo komen we in de column Het mannelijk voorrecht de volgende passage tegen:

Een knagend gevoel zet zich dan iets boven mijn middenrif vast, als reactie op de zelfingenomen glimlach die op het gezicht van het model verschijnt, wanneer hij zijn kin tussen duim en wijsvinger neemt en het effect van mes en schuim of scheerapparaat bewondert. Zonder uitzondering gebruikt men witte modellen om het scheren te propageren. Droog, met een elektrisch scheerapparaat. Of, sinds kort, vochtig met het nieuwste snufje op scheergebied: het elektrisch apparaat waarbij er met een druk op de knop een verzachtende crème vrijkomt.

Naast de holocaust-columns is dit een van de betere stukken. Accord moet dat ook gedacht hebben, want verderop in de bundel laat hij precies hetzelfde stuk terug komen in de column Bolletjesslikkers en Bouterse.

Beperkt

Accord valt gelukkig niet elke keer zó nadrukkelijk terug op zijn eerdere columns, maar hoe verder je komt in deze bundel hoe meer je het idee krijgt dat je het allemaal al eerder gelezen hebt. Door de opeenvolging van de columns wordt het overduidelijk dat Accord uiteindelijk slechts een zeer beperkt aantal kwesties behandelt. Soms zijn dat belangrijke zaken, zoals de slavernij en discriminatie. Vaak echter zijn het minder relevante zaken, zoals de prijs van de vliegtickets naar Suriname. Misschien komt het door mijn etnische achtergrond, maar naar wéér een column over de schandalige woekeraars bij KLM en SLM begin ik genoeg te krijgen van Accord en zijn geneuzel.

Mentale slavernij

Alsof er al niet genoeg sprake van herhaling is, haalt Accord ook nog eens voortdurend een citaat uit Bob Marleys Redemption Song aan: “Emancipate yourself from mental slavery. None but ourselves can free our mind.” Dit citaat geeft precies mijn gevoel weer toen ik Shirley in Allochtonië eindelijk kon dichtslaan. Alleen ikzelf was in staat de mentale slavernij die deze bundel me oplegde te doorbreken. Helaas kwam de verworven vrijheid 224 pagina’s te laat.

Boeken / Fictie

‘Voor mijn waarheid heeft niemand emplooi’

recensie: Willem Frederik Hermans - Richard Simmillion: Een onvoltooide autobiografie

Willem Frederik Hermans is al tien jaar dood, maar nog steeds doet hij mee in Nederland. Stevig in de hoogste regionen van boekenlijstfavorieten met Nooit meer slapen en De donkere kamer van Damokles zal WFH bij velen bekend staan als een schrijver, maar misschien wel bij net zo veel mensen als de schrijver. W.F. Hermans is inmiddels een instituut, en wordt nu dan ook geëerd met een website en de verhalenbundel Richard Simmillion. Een onvoltooide autobiografie.

Richard Simmillion bestaat uit zes verhalen waarvan er vijf eerder in boekvorm verschenen zijn. Alleen Een toerist, in 1979 verschenen in het tijdschrift Snoecks Almanak, zat nog niet eerder tussen twee kaften. Richard Simmillion is een goede titel die bij alle zes de verhalen past, want elk van hen gaat over een ik-figuur die zich zo noemt. Maar bij de ondertitel Een onvoltooide autobiografie zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen.

Autobiografisch

Die kanttekeningen plaatst Arjan Peters dan ook in het nawoord. Hij legt uit dat Hermans niet van het autobiografische genre hield: “Alles mag toevallig zijn, niets hoeft te worden afgerond.” Hermans hield niet van toevalligheden. Niet voor niets is zijn opmerking dat in een verhaal er nog geen mus van het dak mag vallen zonder dat daar een reden voor is, legendarisch. Toch zijn de verhalen in meer of mindere mate autobiografisch van aard, zoals Hermans ook in diverse interviews heeft toegegeven, zij het niet volmondig. Maar de ondertitel blijft misleidend. Richard Simmillion is niet dezelfde als WFH, net zo min als Simon Vestdijk gelijk zou zijn aan zijn schepping (en alter ego) Anton Wachter uit de beroemde cyclus:

Daarom zij het hier nog maar eens uitdrukkelijk vermeld: Richard is niet dezelfde als Wim. Hij gelijkt hem. Richard is de literatuur geworden Wim Hermans. Hij is de jongeman op wie de volwassen schrijver (van tussen de drieëndertig en zestig jaar) terugkijkt. Dat maakt deze verhalen anders dan andere Hermans-verhalen: verhaal en overpeinzing of analyse wisselen elkaar af.

Alleen

Ondanks het nadrukkelijke onderscheid tussen WFH en Richard blijkt dat het tijdens het lezen nog helemaal niet meevalt om de twee van elkaar te scheiden. Je hoeft helemaal niet zo veel van Hermans te weten om hem te herkennen in de verhalen: een eenling, vaak verongelijkt, soms sadistisch, soms masochistisch. Als een rode draad loopt de eenzaamheid door de zes verhalen.

Ik kan niet meedoen. Ik ben zelfs bang voor bewonderaars die willen meedoen met mij.
Ondankbare parasieten die mij napraten zonder bronvermelding.

Altijd alleen, zelfs toen ik het woord alleen nog niet kende, toen ik nog niet denken kon: ik ben alleen.

In De elektriseermachine van Wimshurst, het eerste verhaal, is die eenzaamheid nog zielig, omdat het gaat om een jongetje dat zich niet begrepen voelt, maar in het slotverhaal Dood en weggeraakt is Simmillion zelfverkozen alleen: “’t is me bij deze kapper nog nooit gebeurd dat ik wachten moest: ik ben de enige klant die hij heeft!” Het alleenzijn mag dan wel bewust gekozen zijn, blij is Simmillion er helemaal niet mee: mokkend en grommend zit hij bij die Parijse kapper, in een stad die hij niet kent en waar de mensen hem niet kennen, ondanks zijn bekendheid in Nederland. Het lijkt een soort zwelgen in zelfmedelijden. Maar Hermans zou Hermans niet zijn als er niet meer achter zat.

Onbegrip

De eenzaamheid van Simmillion komt voort uit onbegrip van zijn omgeving. In het eerder genoemde verhaal De elektriseermachine van Wimshurst, misschien het bekendste van de bundel en zeker het beste, begrijpen Richards klasgenootjes niet dat planten niet groeien op zand en dat er niet spontaan bloemen aan planten komen. Hij probeert het uit te leggen, maar het helpt niet:

En niet luisteren als ik iets wetenswaardigs vertelde? Uit domheid bloemetjes afplukken, omdat ze niet weten dat bloemen alleen uit knoppen ontstaan? Wat moest er van mij terechtkomen op die manier, als die stommelingen maling hadden aan mijn waarheid? Als zelfs Marinus Klein mij niet meer gehoorzaamde?

Het is schitterend om te zien hoe de kleine Richard zich hier afvraagt waar het met hemzelf heen moet, en niet wat er van zijn domme klasgenoten moet worden, nu die niet naar hem luisteren. Richard heeft niet alleen gelijk, hij is het gelijk, ervaart hij. Maar niemand die daar ook maar iets om geeft: “Voor mijn waarheid heeft niemand emplooi. Hun enige zorg is dat ik zoet met andere kinderen speel.” Ook in de andere verhalen wordt de waarheid van Richard achteloos genegeerd, al lijkt het er in Een toerist heel even op dat Richard zich gelukkig mag voelen. Zijn klas gaat met de biologieleraar op excursie en Richard beleeft een fantastische dag:

Niemand lachte erom dat ik mij zo uitsloofde, geloof ik. Niemand kwam op het idee mij te sarren of te slaan. Er was geen sprake van dat dit dagje buiten ontaardde, zoals strijk en zet gebeurde, wanneer iets dergelijks georganiseerd werd op de lagere school. […] Ik geloof dat ik nog nooit zoveel van Holland gehouden heb als op die dag.

Maar wanneer hij die excursie wil nadoen met zijn vader, stuit hij opnieuw op onbegrip. Op de dag van het uitstapje wil vader liever uitslapen en uiteindelijk wordt het tochtje “een banale vakantiedag”. De schittering van die ene, prachtige dag waarop alles klopte, wordt nu overschaduwd door opnieuw onbegrip:

Hij heeft niet kunnen begrijpen wat dat ene uur voor mij betekende. Daartoe was hij nu eenmaal niet in staat. Hij kon het niet helpen dat hij ’t niet begrijpen kon, of dat hij daar geen offertje voor kon brengen, zo zie ik het nu.

De ikfiguur lijkt mild, maar hij kan zijn vader pas jaren na zijn dood diens onbegrip vergeven. En daar komt nog bij dat het verhaal verder gaat met nog meer teleurstellingen. Arme Richard.

De schrijver

Steeds weer keren die teleurstelling en negativiteit van het onbegrip en de daarop volgende eenzaamheid terug in de verhalen van Richard Simmillion. De bundel mag dan misschien aandoen als een snelle manier om Hermans te eren met een autobiografisch boek dat hij zelf niet gewild zou hebben (hoewel, dat weet je natuurlijk nooit), maar juist door de thematiek, die in elk opeenvolgend verhaal wat sterker terug te vinden is, wordt Richard Simmillion een boek dat elke rechtgeaarde WFH-liefhebber op de plank moet hebben. En elke andere literatuurliefhebber ook. Want Hermans is nog steeds de schrijver van Nederland.