Boeken / Fictie

Proeve van bekwaamheid

recensie: Harmen Wind - Meesterschap

.

~

Erik Huldiger werkt als leraar Nederlands op een school in de Flevopolder. Het contact met zijn leerlingen stopt echter niet na schooltijd, want Huldiger houdt er verschillende avontuurtjes met drie meisjes uit zijn klassen er op na. Hij ziet deze relaties als rollenspellen, waarbij hij niet zichzelf hoeft te zijn. Bij elk van de drie meisjes is hij een ander persoon. Ook andere situaties in zijn leven worden bepaald door de rol die hij speelt of hoe hij zich voordoet.

Erik had de vaardigheid ontwikkeld om zichzelf altijd in een rol te presenteren, of beter: verborgen te houden.[…] Als hij zich tussen de mensen begaf, koos hij een houding, het liefst die van een uitbundige betrokkenheid. Het imago van originaliteit, spontaniteit en toegankelijkheid was een vorm waarin hij zich het beste thuis voelde. Maar als het zo uitkwam, kon hij ook voor de dag komen als afstandelijk waarnemer, argeloze nieuwkomer, gekwetste betrokkenen of ironische criticaster.

Marianne

Het plezier dat Huldiger in eerste instantie heeft in dit rollenspel verdwijnt als hij Marianne, een meisje uit 6 VWO, ontmoet. Voor haar wil hij veranderen. Huldiger is van haar onder de indruk en zij kan ‘het masker’ van hem afwerpen zodat hij zichzelf kan zijn. Hij wil zich door haar laten kennen. Om dit te bereiken wil hij de relaties met de drie andere meisjes verbreken, dit blijkt echter nog niet zo makkelijk te zijn.

Vakmanschap


Meesterschap
is met recht een klassieke roman te noemen, bijna een schoolvoorbeeld van ‘de roman’. Het verhaal kent een duidelijke begin-midden-einde structuur en eindigt met een climax, maar laat toch nog iets over voor de lezer om over na te denken. De roman kent ook een aantal belangrijke motieven die grondig zijn uitgewerkt. Eén daarvan is de rol van de bijbel. Meesterschap begint met de omschrijving van een leeg landschap, dat doet denken aan het woest en ledig aan het begin van de bijbel. In deze ledigheid ontvouwt zich het verhaal.

De lezer krijgt ook veel inzicht in de hoofdpersoon. Door flashblacks naar zijn jeugd maken we kennis met de sociale achtergrond van Erik Huldiger, maar ook met zijn gedachtes over bepaalde dingen of de gebeurtenissen die indruk op hem maken. Uit deze gebeurtenissen is het onverantwoorde gedrag van Huldiger tegenover zijn leerlingen te verklaren. Maar zoals in een klassieke roman past, maakt de hoofdpersoon een duidelijke verandering door. Hij verandert van een liegende man, die zich op verschillende manieren voordoet, in een man die zich bewust is van zijn spel en juist wil veranderen.

Liefde voor vaste vorm

Harmen Wind (1945) werd in de jaren tachtig bekend als dichter. Hij publiceerde verschillende bundels in het Fries en in het Nederlands, zoals Het gesticht (1989) en Plak (1996). De keuze voor een vaste structuur en de zorgvuldige uitwerking van bepaalde thema’s is ook terug te vinden in Winds poëzie. Zo maakt Wind in zijn vroege poëzie veelvuldig gebruik van het sonnet. Zoals Wind het in een gedicht in de bundel Plaatselijk tijd (1997) verwoordt: “Want op papier ben ik niet bang./ Hier gelden vastgestelde wetten / die mij uit razernij ontzetten / en redden van de ondergang.” Wind toont zich een liefhebber van vaste vormen, en heeft deze regels ook in zijn roman opgezocht.

Meesterschap is een interessant boek, dat veel aanknopingspunten voor een grondige analyse biedt. Daar zitten misschien niet alle lezers op te wachten. Wind schrijft echter ook een goed verhaal, dat spannend is, en dat bol staat van interessante verwijzingen naar de poëzie van Achterberg en naar songs van Bob Dylan. Daarnaast herken je in zijn roman ook dat Wind dichter is, want hij maakt vaak prachtige zinnen. Als dit een meesterstuk was, is Wind voor de proef geslaagd.

Film / Films

(On-)Nederlandse auteursfilm

recensie: Guernsey

In een interview met filmtijdschrift Skrien vertelt filmmaker Peter Delpeut deze maand dat studenten aan de Nederlandse Film en Televisie Academie meer zouden moeten leren werken vanuit de inhoud dan vanuit de vorm. Eerst een goed verhaal verzinnen, dan pas bedenken hoe dit filmisch te verbeelden. Misschien dacht Delpeut aan Guernsey toen hij dat zei. Hoewel het verhaal van de tweede film van Nanouk Leopold helemaal niet zo bijzonder is, stijgt het boven zichzelf uit juist door de manier waarop het verteld en verbeeld wordt. Inhoud en vorm sluiten niet alleen op elkaar aan, maar vullen elkaar ook aan.

~

Guernsey is een psychologisch drama, maar dan wel eentje waarin de psychologie niet in de dialogen zit. Op veel momenten zou je de personages willen toeschreeuwen ‘praat er eens over!’. Toch is het feit dat dit niet gebeurt de grootste kracht van de film. Want er zijn dingen waarover je niet kunt praten. De hele vorm van Guernsey is erop gericht deze onzegbaarheid uit te beelden. De nadruk ligt op blikken en op handelingen die die naam nauwelijks verdienen. Als er al gepraat wordt, is het vanuit praktisch oogpunt, niet om gevoelens uit te drukken of dingen een betekenis te geven.

Zelf uitzoeken

Leopold legt de kijker ook niets uit. We moeten er zelf maar achter komen hoe de verhoudingen tussen de personages liggen en wat zich in het verleden tussen hen heeft voorgedaan. Zo heeft Anna een relatie met het ex-vriendje van haar zus Bobby, maar hoe dat precies is gekomen wordt niet duidelijk. Ook hun motieven krijgen geen nadere toelichting. Waarom vermoedt Anna bijvoorbeeld dat haar man vreemd gaat en besluit ze hem te achtervolgen? En waarom zoekt ze de Vlaamse arts Verbeeke, wiens vrouw ze aan het begin van de film opgehangen boven een badkuip vindt, steeds weer op?

~

Alledaagse handelingen

Anna is een prachtige rol van Maria Kraakman, die geen acteertrucjes nodig heeft om de jonge vrouw overtuigend neer te zetten. Haar natuurlijke bewegingen passen perfect bij Anna’s meestal alledaagse handelingen. Ze zit in de auto of in het vliegtuig. Ze pakt in het hotel haar tas uit en weer in als ze weggaat. Ze rookt. Ze kijkt, waarbij de camera vaak toont wat ze ziet. Hoewel haar gedrag niet verklaard wordt, heb je toch het idee dat je haar langzaam gaat begrijpen. Des te intenser leef je met haar mee als ze aan het eind van de film in tranen uitbarst, en Bobby haar troost. Gepraat wordt er nog steeds niet, maar de zussen komen weer een beetje tot elkaar.

Vinex-wijk

Doordat Leopold niet aan uitleggerij en verklaringen doet, is haar film on-Nederlands geworden. Tegelijkertijd is Guernsey echter zo Nederlands als een film maar zijn kan. Herkenbaar is niet alleen de kale Vinex-wijk waar Anna en haar man wonen, of Anna’s uiterlijk (groot en blond), of het feit dat ze – als werkende moeder – de rol van moderne vrouw vervult. Het Nederlandse zit ook in de manier waarop ze dingen doet. Hoe ze loopt. Hoe ze rookt. Hoe ze kijkt.

Met Leopold hebben we eindelijk weer een echte filmauteur in huis. Het is te hopen dat de jury van het Nederlands Film Festival dat dit jaar erkent door Guernsey te onderscheiden met veel Gouden Kalveren. De film verdient het.

Boeken / Fictie

‘Overal als spiegel van overal elders’

recensie: Salman Rushdie - Shalimar de clown

Bij uitgeverij Contact verscheen, één maand voor de Engelstalige editie, Rushdie’s nieuwste roman: Shalimar de clown. Een “politieke thriller” zo vertelt de achterzijde; een actueel boek dat onder andere zijn licht laat schijnen op de terreurverschijnselen van deze tijd.

~

Rushdie, over wie een fatwa werd uitgesproken door de Iraanse Ayatollah Khomeini, is als geen ander bekend met politiek en terreur. Zijn roman De duivelsverzen werd na verschijning geclassificeerd als een belediging voor de Islam en Rushdie werd ervan beschuldigd de Islam te verwerpen, een grove misdaad volgens Islamitische wet. Rushdie dook onder in zijn Britse thuisland, en te midden van de controverse die naar aanleiding van de roman ontstond werd onder andere zijn Noorweegse uitgever ernstig verwond en werd zijn Japanse vertaler vermoord. Hoewel Ayatollah Khomeini niet lang na zijn proclamatie overleed is de fatwa onlangs opnieuw bevestigd door de nieuwe spirituele leider van Iran: Ayatollah Ali Khameini.

Kasjmir

Rushdie heeft toegegeven geen praktiserend moslim te zijn en beantwoordt zijn vervolgers en zijn publiek op de enig mogelijke manier: door middel van zijn schrijven. Met het verschijnen van Shalimar de clown lijkt hij een antwoord te geven op de vragen die terreur wereldwijd oproept. Tegelijkertijd is de roman een “klaaglied over de ondergang van een levenswijze in Kasjmir”, zo vertelt Rushdie in een interview voor het VPRO progamma RAM.

Maximillian Ophuls, ooit de ambassadeur van de Verenigde Staten in India, wordt bruut vermoord voor de ogen van zijn dochter, die de naam draagt van het land waar hij zijn post jaren geleden trouw vervulde. India is het kind dat hij bij zijn Indiase maîtresse verwekte; een jonge vrouw die aanvankelijk niets weet van haar afkomst, haar geschiedenis of het land van haar moeder. De dader is Shalimar de clown, een Indiër met een verleden dat hem heeft getekend. Hij neemt de lezer mee naar het Kasjmir van weleer, thuisland van het reizende theater, een prachtige vallei waar moslims en hindoes vreedzaam naast elkaar leefden. Hij vertelt het verhaal van een grootse liefde die hem tot waanzin dreef. Hij is het ook die toont hoe “de persoonlijkheid een lot kiest dat niet bij hem past”, hoe moeilijk het is temidden van chaos goed van kwaad te onderscheiden en hoe liefde in haat kan veranderen.

Vijanden

In zijn gebruikelijke magisch-realistische stijl, waarin Rushdie mythe en fantasie met de werkelijkheid combineert, laat Shalimar de clown zien wat het betekent om te leven tussen twee werelden, wat er gebeurt als de grenzen vervagen en “overal deel gaat uitmaken van overal elders”. Boven alles is de roman een beschrijving van een zoektocht, naar land, naar liefde, naar de ander en naar het zelf. Deze zoektocht leidt ons langs de schaduwen van het bestaan. Langs de donkere weg van terreur en de verraderlijke greppels van het religieus fanatisme:

[…] zodra we niet meer slapen, zien we dat er alleen maar vijanden voor ons zijn in deze wereld, de vijanden die doen of ze ons verdedigen en voor ons staan, gemaakt uit geweren en kaki en hebzucht en dood, en achter hen de vijanden die doen of ze ons redden uit naam van onze eigen God behalve dat ook zij uit dood en hebzucht zijn gemaakt, en daarachter de vijanden die onder ons leven en goddeloze namen dragen, die ons verleiden en dan verraden, vijanden voor wie de dood een te milde straf is, en daarachter de vijanden die we nooit zien, die aan de touwtjes van ons leven trekken. Die laatste vijand, die onzichtbare vijand in de onzichtbare kamer in het vreemde land ver weg: dat is de vijand die ik wil trotseren, en als ik me door alle anderen heen moet werken om bij hem te komen dan zal ik dat doen.

Helden en anti-helden

De personages in Shalimar de clown zijn helden in de Résistance, die ontsnappen uit vijandelijk gebied met een Ducatti vliegtuig; maar tegelijkertijd zijn ze anti-helden die terreur aanmoedigen. Het zijn aardappelheksen en slangenbezweerders, bommenmakers en boogschutters die allen samenvallen in een caleidoscoop van heden, verleden en toekomst. Rushdie voert zijn personages langs Straatsburg, Kasjmir en Los Angeles, van Afghanistan tot de besneeuwde toppen van de Himalaya. Hij beschrijft het verhaal van een jongeman die zijn ziel en zaligheid inruilt voor de roep van de terreur tegen de achtergrond van de deelstaat Kasjmir, die in een explosie van geweld ineenstort:

Wat er die dag in Pachigam gebeurde, hoeft hier niet tot in detail te worden opgetekend, want wreedheid is wreedheid en te veel is te veel en dat is alles. Er zijn dingen waar je niet rechtstreeks naar kunt kijken, want ze zouden je verblinden als je ze in de ogen keek, als het vuur van de zon. Dus, nogmaals: er was geen Pachigam meer. Pachigam was verwoest. U moet zich zelf een voorstelling maken.

Geen oplossing

Shalimar de clown vertaalt de chaos van geweld, maar is verder pretentieloos. Er is geen duidelijk goed of kwaad; in plaats daarvan beweegt alles zich in een grijs gebied. Dit maakt het boek enigszins pessimistisch, het kent in ieder geval geen “eind goed al goed” moraal. De personages zijn allen op hun eigen manier op zoek naar gerechtigheid, maar vinden geen antwoorden. Ze vinden zichzelf daarbij steeds opnieuw uit, zijn eeuwig op zoek naar diegene die hen kan tonen wie ze zijn en waar ze vandaan komen.

Rushdie’s schrijven is serieus; hij behandelt belangrijke vraagstukken, maar geeft vooralsnog geen antwoorden. Misschien bestaan deze ook niet. Zinloosheid is echter moeilijk te verkroppen en dit maakt zijn roman allesbehalve lichtzinnig. Shalimar de clown bevat een wervelwind aan informatie, goed beschreven, met humor en licht spottend met de aard van de mensheid, maar de roman is tegelijkertijd treurig en weinig optimistisch. Iedereen lijkt vatbaar voor “de heruitvinding van het zelf”, wat impliceert dat de basis van het zelf bij niemand stevig ligt verankerd. Dit is een beangstigende gedachte die inderdaad heel goed aan de basis van terreur kan liggen: “Misschien liet geweld ons zien wat we bedoelden, of, misschien was het gewoon wat we deden.” Is het echt zo hopeloos?

Muziek / Album

Clapton kabbelt huiswaarts

recensie: Eric Clapton - Back Home

Eric Clapton? Brengt die nog muziek uit? Jazeker. Voor de eerste keer in bijna vijf jaar komt de Brit weer met nieuw eigen materiaal. Zes nummers om precies te zijn. De rest van Back Home wordt gecompleteerd door covers van onder anderen Stevie Wonder en materiaal van de muzikanten in zijn gelegenheidsband. Het resultaat is zeker niet wereldschokkend. Dat op zich is natuurlijk niet erg. De man heeft inmiddels de gezegende leeftijd van 60 jaar bereikt en heeft zijn wilde haren lang geleden al verloren. Een stomend bluesrock-album zal ook niemand meer van hem verwachten. Niet zijn leeftijd zorgt echter voor een matig album. Het probleem lijkt te zijn dat de man gelukkig is…

Eric Clapton heeft een nieuwe liefde. Na behoorlijk wat tijden van tegenspoed, waarin hij onder meer zijn zoontje Conor verloor toen die van een balkon viel, lacht het geluk hem nu tegemoet. Dit geluk lijkt echter zijn weerslag te hebben op de kwaliteit van zijn muziek. Waar hij de dood van zijn zoontje verwerkte door het wonderschone Tears in Heaven te schrijven, zorgt Claptons nieuw gevonden geluk, in de persoon van de 31 jaar jongere Melia McEnery, voor een oerdegelijk en oersaai album.

Kinderen

~

Tijdens de albumopnamen was het ongetwijfeld een gezellige boel. Voor diegene die van kinderen houdt tenminste. De foto’s in het cd-hoesje gunnen een uitgebreide kijk op Clapton, zijn vrouw en hun kroost tijdens de opnamen. De foto in het midden toont zelfs een Clapton die al tokkelend op zijn gitaar een glimlach van oor tot oor aan zijn oudste dochter laat zien. Op de achtergrond zien we een tweede dochter, een poppenhuis, een hobbelpaard en uiteraard een stralende Melia met hun pasgeboren baby op schoot.

Gekabbel

Maar goed. Voor je gaat denken dat je in een aflevering van RTL Boulevard bent beland, zal ik het over de muziek gaan hebben. Wat valt hierover te zeggen? De twaalf nummers op Back Home trekken als een rustig kabbelend bergbeekje aan je voorbij. Zeker, de nummers zitten goed in elkaar. De productie staat als een huis en de stem van Clapton is, in tegenstelling tot die van een aantal generatiegenoten, niet volledig geruïneerd door overmatig drank- en drugsgebruik. Clapton heeft zich daarnaast omringd met zeer bekwame muzikanten, en bekende namen als Steve Winwood en John Mayer spelen ook een nootje mee. Tot nu toe niks aan de hand. Ware het niet dat het songmateriaal simpelweg ver onder de maat is. Titelnummer en sluitstuk Back Home is het enige nummer dat – zij het met wat fantasie – een aanwinst voor de Clapton-catalogus te noemen is. De enige titels die verder enigszins boven het maaiveld uitkomen, zijn – je begrijpt het al – de covers. Ook daarvan brengt Mr. Slowhand echter geroutineerde en tamelijk vlakke versies.

Geluk

Meer dan wat dan ook lijkt de boodschap van zijn nieuwe album Back Home te zijn dat Eric Clapton gelukkig is samen met zijn vrouw, en dat hij blij is met zijn kinderen. Prima, dat is hem van harte gegund. Deze gelukzalige boodschap wordt echter wereldkundig gemaakt door middel van twaalf zouteloze, bluesy soulpop nummers. Met dit album bevestigt Clapton dan ook vooral de volgende stelling: musici maken hun beste werk als ze ongelukkig zijn. Je mag het niet zeggen, maar je zou bijna wensen dat één van zijn dochters onder een auto… Misschien dat dit hem wel nog eens kan inspireren tot het schrijven van een klassieker. Dit materiaal is een artiest van zijn formaat onwaardig.

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: El Abrazo Partido // Unborn but Forgotten // The Edukators // The Hillside Strangler

.

El Abrazo Partido

(Daniel Burman, 2004 • Paradiso)

~

Ariel (Daniel Hendler, Leche uit 25 Watts) is een jongeman van zo’n 25 jaar wiens hele leven zich lijkt af te spelen in een overdekt winkelcentrumpje in Buenos Aires, waar hij met z’n moeder een lingeriezaakje runt. Hij is, wat je noemt, zoekende. Zoekende naar zijn roots, naar zijn vader die hen in de steek heeft gelaten, naar zijn identiteit (Argentijns? Joods? Pools?). Hij slentert door het leven, zonder eens stil te staan en zonder te versnellen. Zijn enige doel lijkt te zijn om Pools staatsburger te worden zodat hij weg kan uit Argentinië. Tot zover het verhaal, over naar de stijl. Een van de meest opvallende kenmerken van El Abrazo Partido is dat de film erg onrustig is gefilmd. Anderhalf uur lang wordt de camera in de hand gehouden en er zitten erg veel jump-cuts in: de stijl die Godard bij het grote publiek heeft geïntroduceerd. Deze onrustige, onvaste belden staan in directe relatie met het onrustige en worstelende gevoel Ariel. El Abrazo Partido is een fijne film: klein, intiem, gezellig. Een klassieker zal het niet worden. Of, zoals Ariel zelf aan het begin van de film al zegt: “een verhaal dat niet wereldschokkend is maar wel de moeite van het vertellen waard is”. (Harrie de Vries)

Unborn but Forgotten (Hayanbang)

(Chang-jae Lim, 2002 • Total Film)

~

Dat een zwangerschap en een bevalling pijnlijk kunnen zijn is alom bekend. Maar dat een afgebroken zwangerschap even pijnlijk is en zelfs een dodelijke afloop kan hebben, wordt in Unborn but Forgotten duidelijk. Nadat diverse vrouwen bij een abortuskliniek hun vrucht hebben laten afdrijven sterven deze vrouwen 15 dagen later onder verdachte omstandigheden. Deze film is een van de vele varianten op The Ring. Dit keer geen videobanden die dood en verderf zaaien, maar een internetpagina van een abortuskliniek. Bezoek de site en binnen 15 dagen leg je het loodje. Unborn but Forgotten levert een mooi donker sfeertje met angstige stiltes en huiveringwekkende achtergrondmuziekjes. En niet zoals in de Amerikaanse tegenhangers een van voor tot achter uitgekauwd verhaaltje. Je blijft aan het eind met net genoeg vraagtekens achter om je nog even bezig te houden totdat het vervolg wordt uitgebracht. (Erik Mijers)

The Edukators (Die Fetten Jahre sind Vorbei)

(Hans Weingartner, 2004 • Homescreen)

~

Voor iedereen die deze goed onthaalde film van Hans Weingartner niet in de bioscoop heeft gezien, verschijnt The Edukators nu op dvd. Even het geheugen opfrissen: Jan, Peter en Jule breken in bij luxe villa’s, herschikken het meubilair en laten een boodschap achter. Deze boodschap (“De vette jaren zijn voorbij.” of “Je hebt te veel geld.”) moet de rijken aan het denken zetten over hun weelde en andermans armoe. Sympathieke film met frisse jonge acteurs. De dvd bevat aardig wat extra’s, onder meer een aantal verwijderde scènes. Zoals vaak snap je waarom ze niet in de film hoefden: ze voegen weinig toe. Het alternatieve einde is in principe ook een verwijderde scène; de film gaat gewoon vijf minuten langer door. Dit had wat mij betreft wel in de originele versie gemogen, want het is net een iets fijnere, soepelere afloop. Verder nog een niet al te interessante making of en een leuk item over de perikelen rondom de premièrevertoning in Cannes. Het zijn relatief leuke extra’s, maar zoals bij alle goede films is de dvd ook zonder al de moeite van het huren of kopen waard. (Harrie de Vries)

Lees hier onze uitgebreide bioscooprecensie.

The Hillside Strangler

(Chuck Parello, 2004 • Lime Lights)

~

Maakte het moordende duo Henry en Otis uit Henry: Portrait of a Serial Killer het al behoorlijk bont, de wurgmoordenaar uit de titel van deze film (jaren 80-idool C. Thomas Howell in een bijzondere rol) en zijn neef doen er in dit ranzige werkje nog een schepje bovenop. Chuck Parello (wiens carrière bestaat uit het draaien van goedkope seriemoordenaarsfilms) is dermate toegeweid aan de kunst van het schockeren, dat zijn laatste film voor de liefhebber een zeer vermakelijk, ongegeneerd bruut stukje moordcinema werd. Vergeet Parello’s pretenties van autenticiteit (benadrukt door een op de dvd toegevoegde documentaire)- The Hillside Strangler biedt zijn selecte publiek met zijn jaren 70-sfeer en Howell’s hilarische vertolking meer dan genoeg fout vermaak. (Paul Caspers)

Kunst / Expo binnenland

Traditie en modernisme in Guangzhou

recensie: De Chinese kamers. Foto's van Marco van Duyvendijk in landhuis Oud-Amelisweerd

‘Neem de uitnodiging aan: het wordt heel bijzonder’, zo luidt de wens op het papiertje in mijn Chinese fortune-cooky die ik weghap in de stijlvolle keuken van het 18e eeuwse landhuis Oud-Amelisweerd bij Utrecht. Op dat moment sta ik op het punt om de foto-expositie van Marco van Duyvendijk te gaan bekijken. Het blijkt een bijzonder project van verstilde en melancholieke foto’s in een idyllische omgeving.

Inspiratie

Het 18e eeuwse landhuis Oud-Amelisweerd met zijn Chinese behangsels vormt de inspiratiebron voor de nieuwste foto’s van Marco van Duyvendijk (1974). Van Duyvendijk is autodidact en sinds een jaar of zes werkzaam als portretfotograaf. Hij fotografeerde onder meer in Roemenië en Mongolië. Sinds anderhalf jaar verkeert Van Duyvendijk in de jaloersmakende omstandigheid het statige landhuis in de bossen bij Utrecht te bewonen en het samen met zijn partner namens het Centraal Museum te beheren. Hij vertoeft – net als 200 jaar geleden Gerard Godard Baron Taets van Amerongen – dagelijks tussen het handgeschilderde behang. Zoals iedereen die het huis bezoekt, geniet hij van het schilderachtige uitzicht op de Kromme Rijn en het groene parklandschap waarin weilanden en wollige bossen van beuken, eiken en paardenkastanjes elkaar afwisselen. Het fraaie park lijkt naadloos over te gaan in het geschilderde landschap binnen. In de 18e eeuw werd er gedweept met natuur; de welgestelden omringden zich zowel buiten als binnen graag met idyllische natuur. De muren van de Oud-Hollandse kamer worden gesierd door linnen behang met een landschap van bospaden, beekjes, ruiters, een dorpje en zijn bewoners. De wanden van de Chinese kamer zijn bedekt met papierbehang met handgeschilderde afbeeldingen van het Kantonese Karstgebergte, drakenbootraces op de Parelrivier en jachtscènes. In de meest oostelijk gelegen Chinese kamer word je omringd door schilderingen van kleurige vogels en bloemen.

Betonnen jungle

Detail uit behang landhuis Oud-Amelisweerd, collectie Centraal Museum, Utrecht. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.
Detail uit behang landhuis Oud-Amelisweerd, collectie Centraal Museum, Utrecht. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.

In China wordt dit soort behang al eeuwenlang gebruikt als wandversiering in paleizen, en ook in Europa was het lange tijd erg geliefd als wanddecoratie. Vooral in de 18e eeuw werden er door de Verenigde Oost-Indische Compagnie veel ‘baanen geschilderde Papieren voor Behangsels’ op bestelling meegenomen uit China. In Nederland is dergelijk behang – behalve dan in de twee Chinese kamers in Oud-Amelisweerd – nauwelijks nog te vinden.

Van Duyvendijk vatte het plan op om naar de Zuid-Chinese stad Guangzhou – het voormalige Kanton – te reizen waar het behang in de 18e eeuw werd geproduceerd. Hij hoopte in China plekken te kunnen fotograferen die aan de handelspost van de VOC herinneren. Helaas bleken deze niet meer te bestaan. Gedurende zes weken verbleef hij in een appartement temidden van de betonnen jungle van zeven miljoen mensen. Hij doorkruiste de wijken en legde vele kilometers af in de broeierige metropool van beton en asfalt. Rustpunten hierin zijn de weelderige groene parken en de Parelrivier met in de verte het Karstgebergte. Het resultaat van Van Duyvendijks omzwervingen is een verzameling fraaie documentaire foto’s, stadsgezichten, vele portretten en enkele stillevens die – in de bewoording van het Centraal Museum – een spel van overeenkomsten en contrasten vormt met het Chinese behang. De foto’s zijn beslist geen schoolse interpretatie van het behangsel.

Spelletjeshal, Guangzhou, Guangdong provincie, China. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.
Spelletjeshal, Guangzhou, Guangdong provincie, China. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.

Van Duyvendijk fotografeerde in Guangzhou met in gedachten de sfeer van de kamers van Oud-Amelisweerd. Voor de zonnige kamer op het zuiden portretteerde hij mannen die met hun vogeltjes in het park zitten, zoals de oude man die in Mao-pak met gekooide vogeltjes poseert voor een bloeiende struik. Om dichter bij de sfeer van het Chinees behang te komen, reisde Van Duyvendijk naar het dorp Jing Gang ten noorden van Guangzhou, waar de mensen leven van de rijstteelt en waar het dagelijks leven grotendeels nog traditioneel is. Voor de wat donkere, melancholische kamer aan de noordzijde van het landhuis fotografeerde hij oude vrouwen die kaart spelen in de schaduw, een tabaksman die een dutje doet in zijn winkel, tempels met brandende wierook en altaren die in oude huizen zijn opgericht en die herinneringen aan voorouders levend moeten houden. Ook legde hij het leven op en rond het water vast (vissers, twee kinderen die net hebben gezwommen in de Parelrivier en paraplu’s die samen een abstracte compositie vormen). Tropische planten in de parken vormen de achtergrond van ietwat melancholieke portretten. Net als in Mongolië blijkt Van Duyvendijk een voorliefde te hebben voor het portretteren van jongeren – zowel in de parken als in de stad waar ze poseren met computergames, in een amusementshal of tattoo-shop.

Traditie en modernisme

Zonder titel, Guangzhou, Guangdong provincie, China. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.
Zonder titel, Guangzhou, Guangdong provincie, China. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.

In zijn fotowerk lijkt Van Duyvendijk keer op keer gefascineerd te zijn door de combinatie van eeuwenoude cultuur en moderne invloeden. In het portret van een jonge Chinese vrouw, gehuld in een lichtblauwe hoofdsluier met in de linkerhand een met borduursel afgezette paraplu en in de rechterhand een gsm waarmee ze aan het bellen is, zien we traditie en modernisme samengebald. Hetzelfde geldt voor een verstild beeld van papier, penselen en inkt met rechtsonder in de hoek een sleutelhanger waaraan een smile-poppetje is bevestigd, en voor de foto van twee meisjes die op gymschoenen knielen voor een Boeddhabeeld.

Dagdromen

Landhuis Oud-Amelisweerd is daarmee omgetoverd tot een plek waar het 18e eeuwse en eigentijdse China samenkomen. Je kunt je afvragen hoe de Chinese delegatie uit Guangzhou – die voor de officiële opening was uitgenodigd – het bezoek aan Oud-Amelisweerd heeft beleefd. Misschien hebben ze met wat verbeeldingskracht van achter de hoge ramen van het landhuis een glimp kunnen opvangen van een drakenbootrace op de Kromme Rijn of van een groep jagers in het bos, en waanden ze zich heel even in het 18e eeuwse Kanton.

Iedere zaterdag en zondag vindt er in landhuis Oud-Amelisweerd om 12.30, 14.00 en 15.30 uur een rondleiding plaats. Eerder was werk van Marco Van Duyvendak te zien in Huis Marseille en De Melkweg Galerie in Amsterdam. Recent kocht de Rabobank tien van zijn foto’s aan voor haar kunstcollectie.

Kunst / Expo binnenland

Design en architectuur voor flexibele woonvormen

recensie: LIVING IN MOTION

Museum Hilversum is gehuisvest in het voormalig raadhuis aan de Kerkbrink in het centrum van Hilversum. Aan de achterzijde is in 2004 een aanbouw gerealiseerd naar een ontwerp van architect Hans Ruijssenaars. In deze nieuwe ruimte is momenteel LIVING IN MOTION te zien, een reizende tentoonstelling van het Vitra Design Museum. De tentoonstelling is ingedeeld in vijf blokken: Monteren en Demonteren, Opvouwen en Uitvouwen, Aanpassen, Combineren, Transporteren en Dragen. Met videobeelden, maquettes en ongeveer 130 objecten laat de tentoonstelling zien dat flexibel wonen niet een fenomeen van de laatste tijd is, maar al speelt sinds het ontstaan van de mens.

Flexibiliteit houdt verandering, aanpassing en beweging in. Vanuit biologisch oogpunt zijn dat de belangrijke kenmerken van het leven, vandaar dat de geschiedenis van de flexibele woonvorm teruggaat tot het ontstaan van de mens. Iedereen kent de iglo, een klassiek voorbeeld van een woning die naar behoefte kan worden gemaakt en aangepast. Door de geschiedenis heen heeft de drang om de huiselijke omgeving voor haar bewoners, voor de activiteiten en voor haar omgeving aanpasbaar te maken een enorm aanbod aan variatie en vernieuwingen opgeleverd. Bijna elke grote vormgever heeft ooit het thema ‘flexibel wonen’ uitgewerkt. Binnen deze context hebben bijvoorbeeld traditionele Japanse woningen een enorme invloed gehad op de moderne architectuur. Met hun schuifwanden uit transparant papier ontstaat er een vloeiende overgang tussen verschillende ruimtes en tussen binnen en buiten.

Oud, nieuw en nieuwer

~

Een onmisbaar object in deze tentoonstelling is de maquette van het Schröder huis van Gerrit Rietveld uit 1924. Door de ingenieuze aanpasbaarheid van het interieur heeft het Schröder huis een baanbrekende bijdrage geleverd aan het concept van functionalisme in architectuur en ontwerp. De schuifwanden die op de eerste verdieping zijn toegepast, maakten het mogelijk de gesloten slaapkamers overdag om te vormen tot een open woon- of werkruimte, die via een etenslift in verbinding stond met de keuken.

Een relatief nieuw voorbeeld van een flexibele woonvorm is de maquette van het Naked House (2000) van de Japanse architect Shigeru Ban. In dit huis staan de losse kamers op wielen, waardoor ze via een speciale hellingbaan de tuin ingerold kunnen worden. Keuken en voorraadkamer zijn afgescheiden met gordijnen. Handig als je even niet gestoord wilt worden. De video en maquette van het Pro/Con Package Housing System van Wes Jones laten een nog niet gerealiseerd ontwerp zien waarin losse containers als mobiele componenten voor woning, magazijn, kantoor of gebedshuis dienen. Dit ontwerp past goed in de maatschappij van tegenwoordig, waarin toenemende individuele mobiliteit en een globaal communicatienetwerk vragen om een flexibele organisatie van huiselijke ruimtes en functies.

Gadgets

~

Naast de vele stoelen en meubels van bekende ontwerpers als Alvar Aalto en Philippe Starck zijn er ook tal van flexibele lampen te zien. Zo is er bijvoorbeeld de atmosferische slangenlamp, die zich aan elk oppervlak aanpast. Ook de Smart Phone, de Pocket Organizer en het zakmes ontbreken niet in de collectie. Wat echter het meeste opvalt is een aantal opmerkelijke objecten zoals bijvoorbeeld de Beetle: door Philips ontworpen kleding met ingebouwde klimaatregeling – een lichtgewicht jack dat opblaasbaar is tot leunstoel en een T-shirt met een zelfopblazende noodaccommodatie voor stormen. Ook de Free Wheelin Franklin, een roltafel met afstandbediening, is amusant.

Flexibel?

De grote variatie aan objecten van verschillende schaalniveaus en culturele afkomst maakt de tentoonstelling tot een boeiend geheel. Doel van de expositie is een uitgebreide reeks mogelijkheden van flexibele woonvormen te presenteren én de bezoeker aan te moedigen persoonlijke oplossingen te vinden. Gedeeltelijk is men in die opzet geslaagd. Helaas mag bijna geen enkel object worden aangeraakt. Daarmee verdwijnt de behoefte te monteren, demonteren, opvouwen, uitvouwen, aanpassen, combineren, transporteren en dragen als sneeuw voor de zon, en blijf je in gedachten bij het lichtgewicht opblaasjack.

Boeken / Strip

Liefdesgeschiedenissen in Macedonië

recensie: Quintett 1 – Het verhaal van Dora Mars // Quintett 2 – Het verhaal van Alban Meric

Frank Giroud, vooral bekend van de door hem geschreven serie De Tien Geboden, is zoals hij al eerder deed een serie begonnen die per album een andere tekenaar kent. Quintett zal, wat de naam al doet vermoeden, uit vijf delen gaan bestaan. Het eerste deel werd getekend door Cyril Bonin, het tweede door Paul Gillon.

Het verhaal van Dora Mars

~

Tijdens een feestje wordt Dora Mars, een Franse zangeres die carrière probeert te maken, versierd door Armel, een piloot uit het Franse leger. Ze beleven een wilde nacht, maar als Dora ’s ochtends wakker wordt ontdekt ze dat Armel op het punt staat te vertrekken naar een basis in Macedonië. Na zijn vertrek schrijft ze hem vele brieven, waar ze echter geen antwoord op krijgt. Toch blijft ze geloven in zijn liefde voor haar. Als ze wordt uitgenodigd door het leger om voor een basis naar keuze op te treden laat ze die kans dan ook niet liggen en reist ze naar Pavlos, Macedonië, de basis waar Armel zit. Hier merkt ze dat hij ondertussen alweer een ander meisje heeft. Dora geeft de hoop echter niet op en probeert indruk op hem te maken, in de overtuiging dat hij uiteindelijk ook van haar zal gaan houden.

Introductiealbum

In dit eerste album van de Quintett-reeks worden diverse personages geïntroduceerd die we vermoedelijk terug zullen zien in de verdere albums uit deze serie. Elk album kent zijn eigen centrale figuur, en steeds is dat een van de leden van het kleine orkest dat op de legerbasis in Pavlos speelt; het quintett uit de titel. In het verhaal rond Dora ontmoeten we vluchtig de andere leden van het orkest, die in andere albums een grotere rol zullen spelen. Gezamelijke belevenissen van het quintet die we nu van de kant van Dora ervaren, zullen in andere delen van de serie vanuit andere perspectieven beschreven worden.

Plotwendingen

Tekenaar Bonin heeft een realistische stijl, maar wel met een geheel eigen karakter. De gezichten van de personages zijn helaas nogal vreemd getekend, wat ervoor zorgt dat het moeilijk is met ze te sympathiseren. Voor de rest zijn de tekeningen echter zeer goed: de landschappen en gebouwen worden prachtig in beeld gebracht en ook de vliegtuigen zijn een lust voor het oog. Met dank aan de documentatie van Giroud wordt alles zo veel mogelijk historisch correct in beeld gebracht.

Goed begin

Met dit album wordt een goed begin gemaakt voor een eventueel interessante serie. Het is echter wachten op de latere delen om te zien of er ook echt een centrale plot achter zit, of dat het vijfdelige verhaal niet meer dan een verkooptruc is om ons een serie te slijten.

Het verhaal van Alban Meric

~

In dit verhaal volgen we Alban Meric, luitenant in het Franse leger. Eigenlijk zou hij helemaal niet willen meedoen aan de oorlog, en dankzij zijn kennis van de Byzantijnse kunstgeschiedenis weet hij zichzelf gelukkig het ergste te besparen. Hij mag een oud standbeeld restaureren en houdt op die manier veel vrije tijd over. Hij krijgt een relatie met de jonge Griekse herder die hem als ordonnans is toegewezen. Helaas voor Alban werd homoseksualiteit ten tijde van de Eerste Wereldoorlog niet geaccepteerd, en het feit dat zijn Griek minderjarig is hielp ook niet mee. Op een dag wordt Alban benaderd door een man die foto’s genomen heeft van hem en zijn herder, en vanaf dat moment nemen de problemen toe…

Extra laag

Een van de attracties van deze serie is dat gebeurtenissen uit een album gevolgen hebben in de andere albums; dit geeft een extra laag aan het verhaal en Giroud weet dit goed uit te buiten. De tekeningen van Gillon zijn in realistische stijl en passen goed bij het verhaal. Pikant detail is dat een aantal tekenaars weigerde dit verhaal te tekenen in verband met de homoseksuele scènes. Maar ondanks het feit dat Gillon geen eerste keus was brengt hij het er zeer goed vanaf. Dankzij de schetsen van Bonin die hij als basis gebruikte voor zijn tekeningen lijken alle personages en omgevingen ook nog op die uit deel 1.

Ontknopingen

Dit verhaal maakt de belofte van deel 1 deels waar, en er worden toespelingen gemaakt op verdergaande plotwendingen in latere delen. Als we de persberichten mogen geloven wordt alles pas verklaard in deel 5. Als dat echter niet het geval is, zijn deel 1 en 2 in ieder geval leuk om als one-shots te lezen: beiden bieden een interessant liefdesverhaal, vol met situaties die vaak anders in elkaar blijken te steken dan je op het eerste gezicht zou denken.

Quintett 1 – Het verhaal van Dora Mars • Frank Giroud en Cyril Bonin • Uitgeverij Dupuis – Impressie(s) • ISBN 90-314-2709-8 • € 6.95

Quintett 2 – Het verhaal van Alban Meric • Frank Giroud en Paul Gillon • Uitgeverij Dupuis – Impressie(s) • ISBN 90-314-2710-1 • € 6,95

Film / Films

Verlangende vrouwen op begrafenissen

recensie: Wedding Crashers

Vrouwen versieren. Het is John en Jeremy om niets anders te doen. Zonder uitnodiging lopen ze bruiloften af om vrouwen het hof te maken en ze daarna zo snel mogelijk tussen de lakens te krijgen. John en Jeremy zijn succesvol, zo blijkt uit de eerste scènes van de komedie Wedding Crashers. Gekleed in slechts een onderbroekje ploffen er nogal wat gewillige vrouwen op de matrassen van het duo. Alles lijkt goed te gaan – tót de echte liefde toeslaat.

~

Owen Wilson (Zoolander, The Royal Tenenbaums) en Vince Vaughn (Dodgeball, Old School) hebben in Amerika een reputatie hoog te houden. Ze staan garant voor komische films, waarbij ranzigheid uit de weg wordt gegaan. Beide acteurs willen meer dan platte lol, spelen vaak karakters die net iets meer diepgang hebben dan veel rollen in een gemiddelde zomerkraker. In Wedding Crashers geeft regisseur David Dobkin beide ‘crashers‘ John en Jeremy ruimschoots de gelegenheid om de personages te voorzien van emoties. Wilson is de gevoelige man van middelbare leeftijd, die verliefd wordt op een onbereikbare vrouw. Vaughn is de losbol met het 1.90 meter lange lijf, die valt voor een vrouw die bijna een halve meter kleiner is. Vaughn vindt de ware liefde, Wilson heeft liefdesverdriet. Hij ‘crasht‘ zelfs begrafenissen om troost te vinden bij het verdriet van daar aanwezige vrouwen.

Chemie

Wedding Crashers steunt voor een groot gedeelte op de chemie tussen de twee hoofdpersonen. Beide spelers hebben een vrolijke uitstraling, lijken elkaar de schijnwerpers te gunnen en plezier te hebben in het samenspel. De dialogen zijn echter soms wat houterig. Dobkin heeft er daarbij voor gekozen om elke uitgesproken zin in close-up te filmen. Dat betekent dat hij onwaarschijnlijk veel van instelling verandert. Elk woord, elke kuch of glimlach is in beeld. Deze keuze houdt in, dat het af en toe lijkt of de spelers even moeten inhouden. Na een moment wachten staat de camera weer goed gericht en volgt de uit het hoofd geleerde zin. De chemie tussen Wilson en Vaughn is ruim voldoende, maar de keuze van Dobkin werkt remmend.

Liften

~

Er ontbreekt verder nogal wat aan Wedding Crashers. Zo wordt in een scène vóór een bruiloft door de ‘crashers‘ gesproken over een gedegen voorbereiding, terwijl op de dag van diezelfde bruiloft alles geïmproviseerd wordt. De ‘broers’ overleggen alle plannen nogmaals, maar laten dezelfde plannen net zo gemakkelijk varen. Beide broers worden verliefd op de dochters van een machtige senator. Ze blijken echter niet gerekend te hebben op hun schoonmoeder. Deze heeft net haar borsten laten liften en wil wat aandacht van de bronstige toekomstige schoonzonen. Dit gegeven levert twee of drie aardige scènes op, maar schoonmoeder verdwijnt daarna bijna volledig uit het verhaal. Schoonvader, een rol van Christopher Walken, is ook zo’n geval apart. Hij heeft veel politieke macht, maar slaagt er niet in zijn eigen huishouden te runnen. Walken tiert en schmiert zich verder op de van hem bekende wijze door de film.

Rug

Wedding Crashers zakt af en toe in. Dobkin heeft te weinig keuzes gemaakt en laat de meeste verhaallijnen te lang door- of te vroeg doodlopen, en de kijker in de bioscoopstoel moet dat voor lief nemen. Na twee of drie mindere scènes volgt er meestal weer een goede grap. Wedding Crashers is een zomerse film met twee goed samenspelende acteurs en erg veel vrouwen die het vermaak op de rug zoeken. De film is pretentieloos amusement en scoort al met al een kleine voldoende.

Film / Films

Kunstenaar stelt teleur

recensie: The Jacket

John Maybury debuteerde in 1999 als regisseur met Love is the Devil, een persoonlijk en intrigerend portret van de controversiële schilder Francis Bacon. Zijn tweede regieproject werd gefinancierd door Section Eight, het productiehuis van Steven Soderbergh en George Clooney. Zo’n achtergrond wekt hoge verwachtingen, maar het resultaat werd een teleurstellend werkje.

~

The Jacket gaat over een psychiatrische patiënt (Adrien Brody) die zijn eigen toekomst meemaakt wanneer hij gedwongen een experimentele behandeling ondergaat. Klinkt dit uitgangspunt misschien zwak, de overtuigende sfeer en acteerprestaties maken het voor de kijker gemakkelijk de bovennatuurlijke en niet altijd logische gebeurtenissen te accepteren. Na een spannende eerste helft vol intrigerende raadsels wordt het verloop van het verhaal echter duidelijk, en vanaf dat moment verandert de film in een zwak, conventioneel drama.

Triest

De aandacht van het publiek wordt tot die tijd vakkundig vastgehouden door de acteurs en de vormgeving. Net als Polanski dat zo effectief deed in The Pianist, exploiteert Maybury het expressieve gezicht van Adrien Brody, wat de film ten goede komt: de acteur overtuigt met zijn intens droevige blik als een gekwelde ziel. Keira Knightley, Brody’s onvermijdelijke liefdesobject, speelt eveneens een innemende en al even trieste rol. Regisseur Maybury, die er ook een succesvolle carrière als schilder op nahoudt, heeft samen met cameraman Peter Deming (Lost Higwhay, Mulholland Drive) zijn film zeer fraai vormgegeven. Blauwgrijze tinten maken de psychiatrische inrichting smerig en kil, terwijl de toekomstscènes grofkorrelig maar warm weergegeven worden. Bizarre extreme close-ups en geluidseffecten zorgen waar nodig voor een prettig bevreemdend effect. Bovendien versterkt de sfeervolle filmmuziek van Brian Eno de melancholieke toon van de film.

Mager

~

Maar noch het uiterlijk noch de intense acteerprestaties kunnen The Jacket redden. Het verhaal blijkt mager en gekunsteld, en is in een script gegoten dat teveel op Hollywoodiaanse plichtmatigheden steunt. Uitleg wordt te vaak herhaald, wat subtiel had moeten zijn wordt aangedikt. Het is dan ook geen verrassing dat de melancholie tegen het einde plaats maakt voor een ronduit sentimenteel liefdesverhaal. Maybury gaat daarin zover dat hij zijn film volledig onderuit haalt met een overdreven happy ending, die elementen bevat die zelfs in een echt melodrama blasé zouden zijn. Brody’s acteertalent en Maybury’s stijlgevoel ten spijt, The Jacket weet zijn beloften nergens waar te maken. Hopelijk steekt Maybury de volgende keer zijn energie weer in een project dat hem na aan het hart ligt, want zelfs zulk generiek vermaak kan hij niet verheffen boven de middelmaat.