Film / Films

Consequent puberaal

recensie: Terkel in de shit (Terkel i knibe)

Een klein meisje krijgt per ongeluk een vork in haar oog geramd. Een dikke basisscholier wordt zo hard gepest dat ze uit het raam springt, waarop haar bloed rijkelijk over het schoolplein vliegt. Kinderen worden aangesproken met “vuile bastaardhond met je vadsige teringtyfuskuttenkop”.

~

Zulk materiaal wordt in de Deense computeranimatiefilm Terkel in de shit afgewisseld met vrolijke meezingliedjes- waarvan eentje over Quang, een Thais jongetje dat na een lange dag zware arbeid in het rijstveld een date heeft met een dikke Duitser. Om maar te illustreren dat er altijd iemand op de wereld is die het erger heeft. De makers van Terkel in de shit waren er overduidelijk op uit om alle heilige huisjes omver te schoppen: een kinderfilm is nog nooit zo politiek incorrect geweest als deze.

Verloren

Terkel ondergaat hetzelfde leed als de meeste schoolkinderen: rivaliserende kliekjes, vervelende schoolreisjes, brute pesterijen en onbegrijpende ouders, maar in de film zijn de kwellingen met een overdaad aan cynisme uitgebeeld. Hoewel een groot deel van de humor van de originele versie in Deense tradities en in de dialecten en accenten van de scholieren ligt (helaas verloren gegaan in de nasynchronisatie), is de door en door puberale humor in de film universeel. Alle volwassenen zijn fout, de taal is overdreven grof, de pesterijen sadistisch.

Radio

~

Terkel i knibe is gebaseerd op een Deens hoorspel, waarin de immer populaire komiek Anders Matthesen het verhaal van scholier Terkel en zijn dagelijkse sores vertelt. De verschillende liedjes vormen een soort plot in de vorm van een horrorfilm, waarin Terkel achtervolgd wordt door een psychopathische moordenaar. Daarbij creëerde Matthesen allerlei kleurrijke karakters: Terkels oom Stewart, een grofgebekte zeeman, Jason, zijn zonderlinge vriendje, en zijn apathische vader- van elke sprak de komiek de stem in. De radioshow bleek een succes, zodat een cd-versie en later een filmversie niet uit kon blijven: de Deense animatiestudio A.Film huurde een tweetal animatoren in, die er de eerste Deense computeranimatie met speelfilmlengte van maakten. Visueel doet de film denken aan Toy Story, hoewel de techniek veel minder ontwikkeld is.

Technisch niets bijzonders dus, maar thematisch wel degelijk, want Terkel wijkt nooit af van zijn politieke incorrectheid. Het happy ending dat de film heel even lijkt te krijgen is zelfs een geslaagde ironische greep; een goede boodschap maakt plaats voor een cynisch slot. Matthesen en de animatoren halen zo elke denkbare vorm van moralisme consequent onderuit. Terkel in de shit blijft in zijn resolute anarchisme geheel trouw aan de puberale mentaliteit die hij met zoveel overgave uitbeeldt.

Film / Films

Ongeluk ligt voor het oprapen

recensie: Just My Luck

Als je sinds films als Mean Girls en Freaky Friday groot fan bent van Lindsay Lohan, kun je je hart ophalen bij haar nieuwste film Just My Luck: meer romantische avonturen met een vleugje magie en een feelgood-einde.

~

Ashley Albright (Lohan) heeft zoveel geluk, dat het voor haar een ‘way of life’ is geworden. Niet alleen heeft ze een succesvolle carrière als PR-dame, ook het privéleven van de twintiger loopt op rolletjes. Als ze op een feest brokkenpiloot Jake Hardin (Chris Pine) zoent, lijkt haar geluk echter ineens te keren en verandert Ashley in een enorme pechvogel. Er is maar één conclusie mogelijk: tijdens de zoen is het geluk van de twee verwisseld. Ashley laat het er niet bij zitten en zet alles in het werk om haar geluk terug te vinden.

Voorspelbaar

Klinkt behoorlijk kinderachtig? Dat is het ook. En dat is op z’n minst opmerkelijk te noemen, omdat regisseur Donald Petrie met titels als Miss Congeniality en How to Lose a Guy in 10 Days heeft bewezen dat hij binnen het genre ‘romantische komedie’ films kan maken die wellicht niet hoogstaand zijn, maar zeker goed te pruimen. In Just My Luck slaat Petrie de plank echter geheel mis. De grappen zijn voorspelbaar en helemaal niet leuk en de film is langer dan nodig is.

~

Wat de film zelfs gewoonweg irritant maakt, is de manier hoe alles overdreven in beeld is gebracht. Als geluksvogel Ashley de deur uitgaat, verdwijnen de regenwolken letterlijk achter de zon, stoppen vier taxi’s voor haar neus en als op haar werk een overvolle lift voor haar neus dichtgaat, opent een seconde later de volgende lift met daarin een aantrekkelijke man. De gemiddelde dag van haar tegenpool Jake bestaat echter uit drie bijna-aanrijdingen, een onterechte arrestatie en een greep in een hondendrol. Dat is misschien grappig voor een wat jonger publiek, maar zeker niet voor de volwassen bioscoopbezoeker waar de film voor is bedoeld.

Tenenkrommend

Lohan heeft de vijf miljoen dollar die ze voor deze film heeft ontvangen zeker niet te danken aan haar acteertalent. Hoewel het een leuke persoonlijkheid is om naar te kijken, is haar acteerwerk bij vlagen tenenkrommend slecht. Haar tegenspeler Chris Pine doet het een stuk beter. Het opkomende talent is met zijn verschijning een aangename verrassing in een film die van kinderachtige ellende aan elkaar hangt.

Petries nieuwste film is het type dertien-in-een-dozijn geworden, met lauwe grappen en een verhaal dat niet blijft hangen. Als je één ding kunt leren van Just My Luck is het dat ongeluk niet te vermijden is. Door deze film niet in de bioscoop te gaan bezichtigen kom je al een behoorlijk eind in de goede richting.

Film / Films

Communicatieproblemen aan het licht

recensie: Een ander zijn geluk

Een ‘vluchtsmisdrijf’, zoals men het doorrijden na een ongeluk in België noemt, betekent het begin van Een ander zijn geluk. Een kleine jongen wordt daarbij dodelijk geraakt en van de dader ontbreekt elk spoor. Kort na het ongeluk is Christine (Ina Geerts) toevalligerwijs ter plaatse en waarschuwt ze de politie nadat ze het kind in de berm ziet liggen. Als de politie is gearriveerd is het dode kind verdwenen; het is door de vele regen de berm afgegleden en in de rivier beland. Omdat Christine een moeilijke periode in haar leven doormaakt – ze ligt in scheiding met haar man – twijfelt ze aan wat ze gezien heeft. Later blijkt de twijfel ongegrond, maar praten over wat ze gezien heeft lukt haar niet.

~

Daar snijdt Een ander zijn geluk haar diepere thematiek aan. Niet alleen Christine blijkt onmogelijk te kunnen communiceren, ook iedereen in haar directe omgeving heeft communicatieproblemen. Het gezin dat naast haar woont (met Johanna ter Steege in de rol van huismoeder) komt nooit tot diepe gesprekken, omdat de communicatie vooral tijdens het voor de buis hangen plaats vindt. Ook Christines ouders leven langs elkaar heen. Illustratief is het als Christines flamboyante moeder van haar stoel lazert, terwijl haar man, die toch echt aan dezelfde tafel zit, niets merkt. Christines communicatieproblemen blijken ook al te spelen van voor het ongeluk. Het contact met haar ex-man blijft beperkt tot telefonische scheldpartijen.

Bindende factor

Naast de onmacht tot communiceren bindt deze mensen het feit dat ze allemaal in het kleine Belgische dorpje wonen dat getroffen is door het onheil van het doodgereden kind. Alle bewoners die direct betrokken zijn bij het ongeluk kennen elkaar (dader, slachtoffer en getuige) of staan op zijn minst met elkaar in contact. Echter, doordat ze allemaal slecht communiceren hebben ze geen weet van elkaars rol binnen het vluchtsmisdrijf. De bestaande tekortkoming om te communiceren binnen relaties komt door de traumatische gebeurtenis die de bewoners van het dorp treft bovendrijven.

~

De kracht van de film zit hem in dit gegeven. Regisseuse Fien Troch weet op een aardige wijze de verhaallijn van het zoeken naar de dader van het vluchtsmisdrijf binnen een kleine gemeenschap te koppelen aan de algehele onkunde tot communicatie. Troch kiest ervoor om in de anderhalf uur die de film duurt een tal van personages en gebeurtenissen te introduceren. De personages, inclusief het personage van Christien, worden zo nooit helemaal uitgediept, met het voorziene en bijkomende voordeel dat het gissen blijft naar hun diepere emoties. Het gevoel van algehele communicatiemoeheid wordt daardoor op een mooie wijze duidelijk.

Net te weinig

Ondanks de aantrekkelijke gelaagdheid van de film, mist zij nog wat brille. Troch heeft af en toe oog voor wat aardige toevoegingen, waaronder een aantal komische scènes waar de tragiek van afdruipt. Tevens heeft ze getracht een moment van reflectie in te bouwen. Tegen het eind van de film wordt een meisje met haar twirlstokjes, onder de klanken van klassieke muziek in slow motion door de camera gevangen. Spijtig genoeg worden deze elementen niet voldoende doorgevoerd om de film van een extra dimensie te voorzien. Toch is de pas 28-jarige Belgische regisseuse erin geslaagd om van haar eerste lange speelfilm een mooie psychologische schets te maken, van mensen die de macht niet meer hebben om zich in elkaar te verdiepen en om elkaar te begrijpen.

Film / Achtergrond
special: Verboekingen als commerciële producten

Dubbelgangers

De overgrote meerderheid van de Hollywoodfilms – zo’n tachtig procent – is een verfilming van bestaand literair werk. De rest wordt genoveliseerd: tegelijk met de film verschijnt een op het scenario gebaseerde roman. Novelization is een wijdverspreid, maar relatief onzichtbaar fenomeen. Verboekingen – zoals de Nederlandse term luidt – worden namelijk niet tot de kunst gerekend, maar tot de kitsch. Ze vormen een gemarginaliseerd genre, dat doorgaans niet bij serieuze boekhandels te verkrijgen is. De auteurs van verboekingen zijn broodschrijvers, die voor een schijntje door de filmmaatschappij worden ingehuurd, om onder vaak hoge tijdsdruk het boek te schrijven. Er zit dan ook veel troep tussen – soms nemen of hebben schrijvers niet eens de tijd om zichzelf te herlezen.

Dat vertelt Jan Baetens, hoogleraar aan het Instituut voor Culturele Studies van de Universiteit van Leuven. Hij doet onderzoek naar verboekingen; de vaak lage kwaliteit betekent immers niet dat ze geen interessant onderwerp vormen voor onderzoek. Overigens zijn niet alle verboekingen slecht, vindt Baetens. Hij raadt vooral het werk aan van Christopher Priest (http://www.christopher-priest.co.uk), die onder meer eXistenZ van David Cronenberg noveliseerde (lees daarover een interview op Image and Narrative, http://www.imageandnarrative.be/performance/vanparys.htm).

Commercieel

~

Dit boek werd in eerste instantie afgewezen door de productiemaatschappij, omdat het niet zou bijdragen aan het gewenste imago van de film. Priest zag zich gedwongen zijn tekst te herschrijven. Dit laat zien dat de motivatie achter het maken van verboekingen vooral een commerciële is. “Een filmmaatschappij probeert haar product in zoveel mogelijk media te exploiteren”, geeft Baetens aan. De verboeking functioneert als extra reclame-instrument bij de film: daarom liggen de boeken ook bij voorkeur in de winkel op het moment dat de film uitkomt.

Dat betekent wel dat een verboeking al tijdens de opnamen van de film geschreven moet worden. Vandaar dat een verboeking, in tegenstelling tot een boekverfilming, geen adaptatie genoemd kan worden; er is geen sprake van een transfer van het ene naar het andere medium. De schrijver van een verboeking werkt namelijk op basis van het scenario van de film, niet op basis van de film zelf. Baetens ziet nog een andere reden om verboekingen geen adaptaties te noemen: “Een adaptatie is in principe niet een adaptatie van het boek zelf, maar van een bewerking van dat boek, namelijk het scenario. Bij een adaptatie gaat men in principe heel vrij te werk. Terwijl mij in het geval van de novelization, uitzonderingen daargelaten, geen gevallen bekend zijn waarin heel vrij met de materie wordt omgesprongen.”

Dubbelganger


Omdat de verboeking moet functioneren als een dubbelganger van de film, neemt de auteur vaak zo weinig mogelijk risico’s. Er komen bijna geen beschrijvingen in voor, want die zouden wel eens niet kunnen kloppen met wat kijkers in de bioscoop te zien krijgen. Toch zijn novelizations volgens Baetens geen als boek vermomde scenario’s. “Ze hebben juist alle kenmerken van de populaire literatuur. Zo staat het verhaal centraal, en heeft alles wat er gezegd wordt wel ergens een betekenis. Ook worden er gedachtes weergegeven (wat in films, behalve in de vorm van een voice-over, onmogelijk is, NB), zij het zeer functioneel. Maar het belangrijkste is het leesritme. Er moet een hoog tempo inzitten. Een goede verboeking lees je uit in de tijd die je nodig hebt om de film te zien.”

Literaire variant


~

Naast de commerciële verboeking bestaat er volgens Baetens ook een meer ‘literaire’ variant. Deze wordt doorgaans zo’n twintig tot veertig jaar na de release van de film geschreven, op eigen initiatief van de auteur. De motivatie erachter is dan ook meer een soort jeugdsentiment. Zelf maakte Baetens er zo één, naar aanleiding van Vivre sa vie van Jean-Luc Godard uit 1962, een film die in zijn top tien van favorieten staat. Hij schreef het boek volledig op basis van eigen herinneringen, en bekeek de film pas daarna opnieuw. “Uiteindelijk bleek natuurlijk dat ik hele happen film vergeten was, en andere in mijn herinnering verzonnen had.”

Een meer recent voorbeeld is het lange gedicht Callahan uit de bundel Callahan en andere gedaanten van Onno Kosters. Zoals de titel verraadt, is dit verboeking van de Dirty Harry-films. Kosters deelde zijn gedicht op in vijf delen, die hij elk de titel meegaf van één van de vijf films. Daarnaast verwerkte hij talloze citaten van Harry Callahan in zijn gedicht. Het was, vertelt Kosters, echter niet zijn bedoeling een adaptatie te maken. “Het is eerder zo dat Dirty Harry het vehikel wordt voor mijn hoofdpersoon, iemand die vooral in zijn hoofd leeft en allerlei problemen heeft op te lossen. Deze figuur zoekt een mythische held, iets wat groter is dan hijzelf. Daarom adopteert hij Dirty Harry.”

In Nederland worden ook commerciële verboekingen gemaakt, zij het dat het fenomeen hier minder algemeen is dan in Hollywood. Ook kunnen auteurs in meer vrijheid werken, althans, dat ervoer Akke Holsteijn, die voor producent Lemming de kinderfilms Lepel en Knetter noveliseerde. “Maar,” zegt ze, “die vrijheid heb ik niet aangegrepen om dingen te veranderen ‘om het veranderen’, of om te laten zien dat ik zelf zo goed kan schrijven. Het originele idee is van de scenarioschrijver, en in grote lijnen probeer je dat uit te werken in het boek.”

Film / Films

Naar muziek moet je luisteren

recensie: Jazz is my religion

Jules Deelder is bovenal dichter, meent hij zelf. Maar de afgelopen jaren trad hij steeds meer naar buiten met zijn passie voor jazz. In een onstuitbare verzameldrang heeft Deelder een ongekende collectie jazzplaten bij elkaar gebracht – en van iedere plaat kent hij alle details. Hij bracht de pareltjes uit die collectie bijeen op drie prachtige cd’s (Deelder draait, Deelder draait door en Deelder blijft draaien) en draait zijn eigen favorieten als dj op gezellige dansavonden. En nu is er dan de dvd over zijn passie: Jazz is my religion.

~

Deelder is een icoon in de moderne Nederlandse cultuur, en verdient – ongeacht wat je van de man vindt – alleen daarom al een mooi portret. Filmmaker en fotograaf Gerard Wessel heeft daar zijn uiterste best voor gedaan. De film is deels in kleur en deels in 8 en 16 millimeter zwart-wit. Vooral in die kleurloze beelden creëert hij een sfeer die past bij de oude jazz. Wessels: “Ik wilde Jules vastleggen in de stijl van zijn favoriete jaren veertig en vijftig; in stemmig zwart-wit met een groffe korrel.” Jazz is my religion is zodoende een mooi vormgegeven film, maar inhoudelijk valt er wel wat op af te dingen. Wessel, die ook het scenario voor zijn rekening heeft genomen, lijkt aan de hand van de jazz een portret van Deelder als geheel te willen neerzetten. Daar gaat het echter mis: inhoudelijke uitstapjes naar de Tweede Wereldoorlog en het onvermijdelijke drugsgebruik zijn evenwel interessant, maar maken de film onevenwichtig.

Interviews

Deelder kan gepassioneerd praten over jazz, maar zelf geeft hij ook al aan dat je eigenlijk niet moet praten over muziek, maar er naar moet luisteren. Daarin schuilt ook de kracht van de film: sfeervolle beelden op bijvoorbeeld het strand (spelende hondjes, surfers, Deelder op een bunker) met fantastische muziek eronder gemonteerd.

~

Wellicht juist omdat alleen praten over jazz niet zo heel boeiend is, probeert Wessel verder te gaan en de gehele Deelder te portretteren. Interviews met onder andere Simon Vinkenoog, Bart Chabot en Deelders acht jaar oudere zus bieden een aardig beeld van de persoon, hoewel Bart Chabot – als altijd – beter uit de film geknipt had kunnen worden. Met zijn boek over Herman Brood prominent voor zich vertelt Chabot niets van jazz te weten. Hij is een vriend van Deelder, maar dit levert, zoals zo vaak bij Chabot, weinig op.

Spelen op de bunker

Ook de delen over zijn drugsgebruik en interesse in de Tweede Wereldoorlog hangen er een beetje losjes erbij. De verbanden met jazz worden wel gelegd: jazzmusici verloren zich in de drugs, en inspireerden Deelder naar eigen zeggen om ook te gaan experimenteren. En de nazi’s verfoeiden tijdens hun macht de op dat moment zo hippe zwarte muziek. Maar echte logica zit er niet in het verhaal. Deze passie van Deelder wordt slechts oppervlakkig aangestipt, en valt zodoende tussen wal en schip. Dat neemt overigens niet weg dat de beelden ook hier weer erg mooi zijn: Deelder die met collega’s op bunkers klimt, daar muziek maakt, zingt, dicht. Wessel heeft een goed oog voor beeld, maar heeft moeite een sterk verhaal te vertellen.

Muziek / Album

Brainpower geeft tekst en uitleg

recensie: Brainpower - Tekst & Uitleg

Dat Brainpower een tot nu toe glansrijke muziekcarrière achter de rug heeft, valt niet te ontkennen. Na drie succesvolle soloalbums, een samenwerkingsalbum met TLM, Manie en Dicecream onder de noemer ADHD, collabo’s met grote Amerikaanse artiesten als Nas en Kool Keith en meerdere prijzen waaronder een Zilveren Harp en een Edison Award, is het nu tijd voor een overzichtswerk in de vorm van een boek. Tekst & Uitleg is een bundeling van al Brainpower’s teksten met als extra een dvd met al zijn videoclips.

Tekst & Uitleg is opgedeeld in vijf hoofdstukken. De eerste drie bevatten de teksten van Brain’s drie soloplaten. Het vierde hoofdstuk bestaat uit een selectie van lyrics van het ADHD album en het vijfde is een soort van bonussectie met teksten van nooit eerder uitgebrachte tracks. Daarnaast heeft Brainpower een groot deel van de songteksten voorzien van commentaar. Hierin vertelt de mc onder ander hoe bepaalde nummers tot stand zijn gekomen en wat hij ermee heeft bedoelt.

Over 160, keurig vormgegeven bladzijden, sproeit Brainpower zijn woorden over de lezer en laat hij zien waarom hij door sommigen als één van de beste Nederlandse mc’s wordt bestempeld. Slimme en grappige woordspellingen passeren regelmatig de revue. “Vergeet effe al dat gebeweer van al die flierefluiters / Luister naar lyrische lessen en leer zonder dierenhuiden / Doe maar zo macho als je wil / Je checkt meer Kills hun Bill dan die laatste Tarantino films”. Of: “Rappers willen dwellen maar ze gaan toch sneller kas met gimmicks / Ik kom scientific – Professor Barabust me lyrics / De volgende, alles of niets, we moeten doorgaan / Zo sterk overtuigd ik naai Van Gogh nog zelfs een oor aan”.

Raps op papier

Het zijn deze tekstuele hoogstandjes die het lezen van Tekst & Uitleg voor de hiphopliefhebber interessant maken. Toch bestaat het gevaar dat Tekst & Uitleg na een tijdje wat saai wordt. Alhoewel er genoeg ritme zit in de teksten van Brainpower, komen de lyrics zonder een begeleidende beat en de uitspraak en timing van Brainpower niet helemaal tot hun recht. Je kunt raps wel vertalen naar papier, maar de energie van een rap gaat daarbij voor een groot deel verloren. Gevolg is dat Brainpower’s teksten hun kracht verliezen en dat is zonde. Wellicht had Brainpower er beter aan gedaan een greatest hits cd bij deze uitgave te voegen zodat je tenminste enkele nummers met behulp van het boek had kunnen mee blèren.

~

Als extraatje is er bij Tekst & Uitleg een dvd toegevoegd met hierop achttien videoclips van Brainpower waarvan er slechts één exclusief voor deze uitgave is gemaakt. Het gaat om een clip bij het nummer Terug, dat enkel bestaat uit simpel aan elkaar gemonteerde live beelden. Daarnaast hebben de video’s Alles en Even Stil een korte Making Of-clip. Op zich is de dvd niet vervelend om naar te kijken, maar wanneer alles eenmaal gezien is verdwijnt het schijfje terug in de verpakking om vervolgens stof te happen in de kast.

Voor de fans

Al met al is Tekst & Uitleg een aardig overzichtswerk geworden van Brainpower’s werk. Hierbij moet wel gezegd worden dat het boek vooral voor de echte fans zijn meerwaarde heeft. Ben je al bekend met de muziek van Brainpower, dan biedt Tekst & Uitleg een prima gelegenheid om tijdens een luistersessie alles eens rustig na te lezen. Behoor je echter niet tot deze groep, dan doe je er beter aan om één van zijn cd’s aan te schaffen om zo de nummers in hun volle intentie te beluisteren.

Theater
special: Vijfdaags dansfilmfestival in Amsterdam

Dans en film vinden elkaar bij Cinedans

~

Tegelijkertijd met het Julidans festival vond in Amsterdam de afgelopen dagen het Cinedans festival plaats (t/m 4 juli). In dit festival stond de dansfilm in al zijn verschijningsvormen centraal, met documentaires, registratiefilms, fictiefilms en animatiefilms. Het festival vertoonde een uitgebreid en gevarieerd programma met Nederlandse en internationale dansfilms. Artist in focus was Clara van Gool, zij studeerde in 1985 af aan de Nederlandse Film en Televisie Academie en maakt sindsdien met internationaal succes films waarin dans vaak een belangrijke rol inneemt. In het festival waren ook bijzondere dansfilms over o.a. Pina Bausch, Saburo Teshigawara en Emio Greco te zien. Bovendien was er een uitgebreid randprogramma – Cinedans Extra – met debatten en workshop presentaties. En niet te vergeten…. de uitreiking van de Cinedans Award, een jury- en een publieksprijs. 8WEEKLY bracht dagelijks verslag uit.

Dinsdag 4 juli

Dance with farm workers

foto: still uit Dance with farm workers
foto: still uit Dance with farm workers

In deze documentaire van Wu Wenguang zien we de Chinese choreografe Wen Hui (ook te zien in Julidans op 7 en 8 juli) aan het werk tijdens de repetities van de voorstelling Dance with farm workers. We volgen het maakproces van de productie waarin Hui samenwerkt met tien professionele dansers en dertig voormalige boeren uit de arme regio van de Sichuan provincie. Verlangend naar een beter leven trokken de boeren naar Peking. Daar werken ze nu in de constructiebouw, vaak onder slechte omstandigheden. Hui wil met deze voorstelling de boeren een stem geven en aandacht vragen voor hun situatie. Daadwerkelijk iets aan de situatie veranderen kan zij niet, maar door de boeren een centrale rol in de voorstelling te geven, maakt zij ze zich wel hard voor hen. Het is fascinerend om te zien hoe Hui de boeren uitnodigt en stimuleert om zich te uiten in zang en beweging. Alhoewel de boeren in het begin nog wat terughoudend tegenover het project staan en zich vooral zorgen maken over de financiële vergoeding, weet Hui ze met subtiele overredingskracht steeds meer te enthousiasmeren voor het project. Met als uiteindelijk resultaat dat ze vol overgave en passie de voorstelling spelen. Jammer is dat de documentaire soms wat langdradig is en dat het uur vooral gevuld wordt met aan elkaar gemonteerde repetitiebeelden. We komen weinig meer te weten over de drijfveren van Wen Hui. De repetitiebeelden in combinatie met interviews of een voice-over hadden wellicht een nog boeiender verhaal opgeleverd.

Cielo azul cielo negro

foto: still uit Cielo azul cielo negro
foto: still uit Cielo azul cielo negro

De afsluitende Cinedans film is Cielo azul cielo negro van de Argentijnse regisseurs Paula De Luque en Sabrina Farji. Het is een fictiefilm die draait rondom vier personages: Violeta, Abel, Gabriel en Ana. We krijgen fragmenten uit hun levens te zien, die elkaar op sommige momenten kruizen. In eerste instantie lijkt te zijn gekozen voor een abstract concept, zonder duidelijke verhaallijn, maar later in de film wordt het verhaal juist heel expliciet en gedetailleerd. Dit creëert een vreemde stijlbreuk, die niet bijdraagt aan een consistente vorm. Het verhaal ligt er bovendien nogal dik bovenop en in combinatie met sentimentele muziek wordt het geheel behoorlijk melodramatisch. Het aandeel dans in deze film is op wat fragmenten van dansers na onduidelijk en meestal ver te zoeken. Ook is de kwaliteit van de filmbeelden nogal mager. Alles bij elkaar doet de film eerder denken aan een niet zo geslaagd afstudeerproject van een student van de filmacademie, dan aan een volwaardige film. In ieder geval niet een heel sterke keuze om het festival mee af te sluiten.

Terugblik

Janine Dijkmeijer. Foto: Marc McClain
Janine Dijkmeijer. Foto: Marc McClain

Met Cielo azul cielo negro is een einde gekomen aan de vierde editie van het Cinedans festival. In zijn geheel genomen een succesvolle en boeiende editie, al was de programmering van de eerste twee dagen toch het meest overtuigend. Directeur Janine Dijkmeijer kijkt ook terug op een geslaagd festival. Het is een festival voor liefhebbers en die zijn zeker op hun wenken bediend. Ook het randprogramma met workshops en debatten voor professionals is enthousiast ontvangen. Ondanks het warme weer en de voetbalmanie zaten de zalen een aantal avonden goed vol. Cinedans is bovendien uitgenodigd om komend jaar vergelijkbare festivals te organiseren in Beijing en India, dus ‘Cinedans goes international’! Maar volgend jaar zomer komt het festival zeker ook weer terug naar Amsterdam. (Maaike van Geijn)

Maandag 3 juli

Double Skin / Double Mind

De Spaanse filmmaakster Maite Bermudez volgde Emio Greco | PC tijdens workshops in Amsterdam en Wenen. Emio Greco en Pieter C. Scholten werken sinds 1995 samen in een zoektocht naar een nieuwe dansvorm. Ze zijn erin geslaagd een nieuw en uniek bewegingsidioom te ontwikkelen. Nieuwsgierigheid naar het lichaam en haar innerlijke motieven vormen voor hen het vertrekpunt. In de documentaire zijn beelden te zien van workshops, repetities en voorstellingen. Ook komen Greco, Scholten en een aantal dansers van het gezelschap uitgebreid aan het woord. Idee achter deze documentaire is om de kijker meer inzicht te geven in het gedachtegoed en de drijfveren van Emio Greco en Pieter C. Scholten.

Still uit de film: Double Mind / Double Skin
Still uit de film: Double Mind / Double Skin

Alhoewel in de documentaire intrigerende en pakkende beelden te zien zijn, is Bermudez niet in haar opzet niet geslaagd. De interviews verwarren eerder dan dat ze helderheid en begrip opwekken. De bezoeker verlaat de bioscoop geïmponeerd door de prachtige beelden, maar met grote vraagtekens over wat Emio Greco, Pieter C. Scholten en de dansers ons nou in godsnaam probeerden duidelijk te maken in de interviews en gesprekken onderling. Uit de wirwar van termen blijft je bij dat ademhaling en de intentie achter de bewegingen essentieel zijn voor Greco, maar dat is wel mager voor een documentaire van een uur. De keuze van Bermudez om vooral opnames van gesprekken tussen de makers en zijn dansers te gebruiken, werkt niet goed. Dit zijn immers echte insider discussies, die voor een buitenstaander maar moeilijk te plaatsen of bevatten zijn.

Wel is het mooi om te zien hoe de dansers in de workshop zich de complexe bewegingstaal van Greco eigen maken. In het begin zijn ze voorzichtig, terughoudend en naar het lijkt ook licht in verwarring, maar uiteindelijk zie je dat de zo kenmerkende bewegingen langzaam in hun lichamen neerdalen. (Maaike van Geijn)

Lees hier de recensie over de nieuwste voorstelling van Emio Greco | PC, Hell.

Zondag 2 juli

Saburo Teshigawara, danser l’ invisible

Regisseuse Elisabeth Coronel (Frankrijk) portretteert in deze documentaire één van de grootmeesters van de Japanse moderne dans: Saburo Teshigawara. Met zijn eigen gezelschap Karas maakt hij sinds 1985 zeer vernieuwende dansvoorstellingen. Zijn bewegingstaal is geheel eigen en uniek, waarbij de nadruk ligt op totale expressie. Teshigawara vermengt in zijn choreografieën westerse (breakdance, moderne dans) en oosterse (noh, tai chi) danstradities en smeedt daaruit een nieuwe stijl. Zijn gezelschap Karas is een graag geziene gast op internationale podia en festivals.

Still uit de film: Saburo Teshigawara, danser l' invisible
Still uit de film: Saburo Teshigawara, danser l’ invisible

In de documentaire van Coronel zien we Teshigawara aan het werk in Tokyo, Parijs, Lille en Yokohama. Alhoewel Teshigawara vrijwel nooit over zijn werk spreekt, liet hij zich voor deze documentaire gedurende een aantal maanden volgen en filmen. We zien hem aan het werk tijdens de repetities van Kazahana in Lille en krijgen ook beelden te zien van de uiteindelijke voorstelling. Teshigawara werkt geconcentreerd met de dansers en besteedt veel aandacht aan het toelichten van sfeer en expressie waar hij naar op zoek is. Ademhaling en een gebalanceerde verdeling van energie zijn voor hem essentieel. Naast repetities met professionele dansers volgt Coronel Teshigawara ook bij de repetities van Prelude for Dawn, een choreografie die hij maakte met blinde kinderen. Het is indrukwekkend om te zien hij hoe hij heel voorzichtig met deze kinderen werkt en ze prachtig laat bewegen. In de documentaire verweeft Coronol beelden van repetities en voorstellingen met een aantal interviews waarin Teshigawara uitgebreid aan het woord komt. Hij vertelt over zijn jeugd in Japan, zijn keuze voor dans en beslissende momenten in zijn leven.

Saburo Teshigawara, danser l’ invisible is een boeiend en mooi document over deze intrigerende choreograaf, waarin we meer te weten komen over de werkwijze en drijfveren van Teshigawara. Minpuntje is dat de documentaire wat traag is en met momenten iets te lang stil blijft staan bij een repetitie of een persoonlijk verhaal van Teshigawara. Hierdoor wordt de aandacht van de kijker niet altijd vastgehouden. Desalniettemin is Coronel er in geslaagd een heel persoonlijk portret neer te zetten dat een verrassende blik biedt in de wondere wereld van Saburo Teshigawara.

Cinedans debat

Foto: Marc McClain
Foto: Marc McClain

Op zondag 2 juli en maandag 3 juli gaan specialisten uit de vakgebieden choreografie, technologie, interactieve media en dansnotatie met elkaar in gesprek over de documentatie, overdracht en ontwikkeling van hun werk. Doel van deze ontmoetingen is om kennis uit te wisselen en samen nieuwe mogelijkheden te onderzoeken. Er zijn onder meer presentaties van Scott deLahunta (onderzoeker Amsterdamse Hogeschool voor de Kunst), Bertha Bermudez (ex-danseres, repetitor en onderzoeker Emio Greco/PC) en Chris Ziegler (media ontwerper en kunstenaar). Het debat wordt maandagavond afgesloten met de vertoning van de documentaire Double Skin/ Double Mind van Emio Greco/PC. (Maaike van Geijn)

Zaterdagavond 1 juli

Passion

Still uit de film: Mountain Air
Still uit de film: Mountain Air

In het programmaonderdeel Passion zijn drie dansfilms gebundeld waarin liefde en, jawel, passie centraal staan. De eerste film die vertoond wordt is Jeg Dig Elsker (I You Love) van de Deense filmmaker Ulrik Wivel. Danser Nikolaj Hübbe gaat op zoek naar de diepere beweegredenen van de hoofdpersoon James in de balletklassieker La Sylphide; een romantisch liefdessprookje met tragische afloop. In de film zien we veel drama en pathos in combinatie met zware, sentimentele muziek. Het is allemaal net iets ‘over the top’, waardoor de film niet meer ontroert. Daarna wordt de korte film Iris van de Duitse regisseur Lutz Gregor vertoond. Iris is onderdeel van een vierluik waarin Gregor samenwerkt met ex-dansers van het fameuze Ballet Frankfurt. Deze film noir werkt met spannende en vooral ook mooie beelden toe naar een noodlottig hoogtepunt. De laatste film in het Passion programma is Mountain Air van de Nederlandse filmmaakster Annick Vroom, gemaakt in samenwerking met het Hans Hof Ensemble en geïnspireerd op de productie Höhenluft. Het verhaal speelt zich af in een Zwitsers sanatorium, waar een bourgeois gezelschap probeert te herstellen van zieke longen. Aan de hand van enkel beweging en muziek komen we meer te weten over de levens van verschillende patiënten en de relaties onderling. Mountain Air ziet er prachtig uit en is als leuke en frivole dansfilm fijn om naar te kijken.

Shorts II

Still uit de film: Tra la la
Still uit de film: Tra la la

In het programma Shorts II razen tien korte films van tussen drie en vijftien minuten over het doek. Eén van de hoogtepunten is de film Tra la la van de Engelse regisseuse Magali Charrier. Zij neemt ons mee naar een lyrische fantasiewereld waarin drie vrouwen terugblikken op hun kindertijd. Verstilde zwart-wit beelden worden versierd met kindertekeningen van giraffen en olifanten. Een indrukwekkende korte film met beklijvende subtiele en poëtische beelden. Van geheel andere orde is de dansfilm A.P.A.A.I. van Spaanse regisseur Guillem Morales. In een razendsnelle aaneenschakeling van beelden en bewegingen krijgen we drie versies van een scenario in een lobby te zien. Morales film is explosief, verontrustend en roept met momenten een horrorachtige sfeer op. Spannend is ook de korte film Alt I Alt van de Noorse filmmaker Torbjørn Skårild. Een jongen staat op de hoge duikplank van een futuristisch aandoend zwembad, hij lijkt de sprong te gaan maken. Maar in de vier minuten durende film zoomt Skårild juist in op het moment vóór de sprong, we zien de duikplank ritmisch heen en weer gaan en de sprong blijft uiteindelijk uit.

Cinedans Awards

Cinedans Award winnaar Rodrigo Pardo. Foto: Marc McClain
Cinedans Award winnaar Rodrigo Pardo. Foto: Marc McClain

Na een enerverende filmavond is het tijd voor de uitreiking van de Cinedans Awards, maar eerst wordt het publiek nog getrakteerd op de wondere en hilarische wereld van poppenspeler Duda di Paiva de Souza. De Souza nodigt ex-danser Derrick Brown uit om de winnaar van de publieksprijs bekend te maken. Van de in totaal 220 inzendingen uit 32 landen mocht de jury slechts één winnaar kiezen. De juryprijs gaat naar Rodrigo Pardo voor zijn film Dos Ambientes (zie recensie hieronder). De jury is erg enthousiast over zijn (eerste!) film waarin hij zelf danste en zowel de choreografie als de regie verzorgde. De publieksprijs gaat naar Tra la la van Magali Charrier (zie recensie hierboven), een terechte winnaar. En dan ….is het tijd voor een feestje met DJ’s in het café van De Balie. (Maaike van Geijn)

Zaterdagmidag 1 juli

Shorts I – verschillende makers

Still uit de film: Pod
Still uit de film: Pod

Het leuke van een uur gevuld met korte dansfilms, zoals Shorts I, is dat je om de 5 á 10 minuten een ander wereldje in geslingerd wordt. Als het goede films zijn tenminste, die je met sterke, verrassende beelden in een gecomprimeerde spanningsboog meteen bij de lurven grijpen. Pod is zo’n film. De Britse Shelly Love laat in een sinistere wachtkamer een witte doek tot leven komen, door middel van een reverse-techniek. De doek worstelt met de aanwezige heren en dames. Uiteindelijk verstikt de lap alles en iedereen.

The Hunt intrigeert door buitenissigheid. Onder de serene klanken van een monnikenkoor begint een bijkans naakte man oncontroleerbaar te schokken. In extreme close-ups zien we het zweet uit zijn poriën opwellen. Zijn spieren trekken zich samen als hij een imaginaire boog spant. Hij schiet, verheft zijn armen als de Messias en lacht in zijn gekte. Muziek, beweging en cameravoering spannen samen tot een koortsachtig slachtvisioen.

Saaie films waren er ook, zoals Seawall, een registratie van dans op locatie. Mooi hoor, het beeld van een witgejurkt danseresje dat contractions en releases maakt bij een plasje met veren erin, of dansers in oranje overals die tegen een pier oprennen, maar verder gebeurt er weinig. De vraag ‘Waarom doen zij dit?’, dringt zich op en dat is een slecht teken.

Instant Steps / A breath with Pina Bausch

Instant Steps. Foto: Joris Jan Bos
Instant Steps. Foto: Joris Jan Bos

Instant Steps en A breath with Pina Bausch zijn beide documentaires. In de eerste volgt Jellie Dekkers het leven van koning der improvisatie Michael Schumacher. Voor A Breath with Pina Bausch heeft Pina Bausch aan filmmaker Hüseyin Karabey toestemming gegeven om te filmen tijdens haar repetities, uiterst zeldzaam naar het schijnt. Heel voorzichtig heeft hij La Bausch en dansers uit Istanbul gefilmd tijdens een project, dat resulteerde in de voorstelling Nefes. Bausch praat zo min mogelijk. Zij resideert achter een tafel, voor haar voeren dansers om beurten hun improvisatie uit. Ze reageert enkel met een minzaam lachje, een opgetrokken wenkbrauw, een gracieus wegwuiven. Karabey handhaaft Bausch’ geen-tekst-methode. Hij wisselt repetitiebeelden af met die van de uiteindelijke voorstelling. Dat werkt vooral in het begin heel sterk.

Dekker heeft gekozen voor de meer ambachtelijke manier van documentaire maken: we zien Schumacher dansen en reizen. Daarnaast praat hij ook veel over zijn ideeën en werkwijze. Uit de beelden spreekt hoe charmant en humoristisch hij is, overlevingsmechanismen voor een freelance danser. Jammer dat Dekker uiteindelijk te lang uitweidt over Schumachers privéleven. Zijn passie voor dans, zowel in woord als beeld, is boeiender. (Ruth Naber)

Vrijdag 30 juni

Opening Cinedans

Foto: Marc McClain
Foto: Marc McClain

In de grote zaal van debatcentrum De Balie opende directrice en ex-danseres Janine Dijkmeijer met trots deze vierde editie van het Cinedans festival. Sinds 2003 zet zij zich samen met Hans Beenhakker in voor de dansfilm, en met succes. Het festival is dit jaar uitgegroeid van een tweedaags naar een vijfdaags festival, een bewijs dat het goed gaat met de dansfilm. Cinedans krijgt niet alleen steeds meer erkenning van het publiek, maar ook van de fondsen.

Twee films van Nederlandse bodem, Reimerswaal van Clara van Gool en Valse Wals van Mark de Cloe, waren uitverkoren om het festival te openen. Reimerswaal is een korte film van zeven minuten geïnspireerd op het gelijknamige gedicht van Gerrit Achterberg. Met prachtige poëtische beelden laat Van Gool een opbloeiende liefde tussen een man en vrouw zien. De liefde eindigt echter tragisch; in een vlaag van woede vermoordt de man de vrouw. De hele film is geschoten op zee. De sierlijke paringsdans en de uiteindelijke worsteling vinden aan de oppervlakte en diep onder water plaats. Een beeld dat sterk blijft hangen is een radio die onder water dobbert en verwrongen geluiden uitbrengt. Een filmisch zeer fraai document.

Still uit Valse Wals van Mark de Cloe
Still uit Valse Wals van Mark de Cloe

Daarna werd Valse Wals vertoond. De film is een verfilming van drie theaterstukken van Orkater: Valse Wals, Bankstel en Zucht. Hoofdrolspelers in zowel het theaterstuk als de film zijn Ria Marks en Titus Tiel Groenestege. Ook in deze film staat de liefde centraal, we zien het verloop van een relatie tussen een man en een vrouw vanaf het prille begin tot aan de laatste zucht. Geheel zonder woorden, maar met sterk gebruik van beweging en mimiek zien we veertig jaar huwelijk aan ons voorbij trekken. Met name Valse Wals en Bankstel zijn filmisch heel spannend neergezet. Extra visuele effecten, zoals versneld zappen tussen beelden of het laten verdwijnen van personages, zijn effectief en geven het oorspronkelijke stuk met deze filmversie een meerwaarde. In het laatste deel Zucht worden er nauwelijks filmtechnieken toegepast en kabbelt de film traag voort, waardoor de film nogal inzakt. Dat is jammer, wat het doet teniet aan de eerste twee geslaagde delen.

Met Valse Wals eindigde het openingsprogramma in De Balie, maar voor meer dans en film kon het publiek zich verplaatsen naar het Openluchttheater in het Vondelpark. Voor een laaiend enthousiast publiek werden daar Valse Wals en Bankstel live opgevoerd. Tussen de scènes door werd hard geklapt en voor de mensen die net de film hadden gezien, was het boeiend om direct daarna de theaterversie te bewonderen en de twee versies met elkaar te vergelijken.

Still uit Dos Ambientes van Rodrigo Pardo
Still uit Dos Ambientes van Rodrigo Pardo

De zwoele zomeravond werd in het Vondelpark afgesloten met de dansfilm Dos Ambientes van Rodrigo Pardo. In de woonkamer, keuken en badkamer van zijn eigen appartement filmde Pardo energieke dansscènes waarin de tango en vechtscènes de revue passeren. Dansers lopen tegen de muur op, vliegen over het aanrecht en dansen een gecompliceerde tango op en boven het toilet. Een spannende, vaak verrassende en met momenten heel komische dansfilm. Hiermee kwam een einde aan de geslaagde Cinedans opening, we zijn benieuwd wat het festival de komende dagen voor ons in petto heeft. (Maaike van Geijn)

Muziek / Album

Niets om je voor te schamen

recensie: Sufjan Stevens - The Avalanche

Laat ik beginnen met te vermelden dat ik met gans mijn hart van Sufjan Stevens hou. Van zijn stem, zijn teksten, zijn melodieën en de voltallige fanfares die hij op zijn albums zelf inspeelt. De koortjes en zijn banjo. Ik denk dat Come On Feel the Illinoise, zijn vorige plaat, mijn top tien aller tijden wel haalt. Met enige angst en een vrachtlading nieuwsgierigheid beluisterde ik The Avalanche. Niet Sufjans nieuwe plaat, maar “outtakes and extras from the Illinois album”. Of zoals Stevens het zelf op de hoes al aangeeft: “Shamelessly compiled by Sufjan Stevens”.

~

The Avalanche is een verzamelplaat van de liedjes die na Illinois op de plank zijn blijven liggen. En dat valt te horen. Niet zozeer omdat de plaat klinkt als een bijeengeraapt zooitje zonder verhaal, maar omdat het logisch is dat deze liedjes Stevens te na aan het hart hebben gelegen om ze niet uit te brengen. Want wat een juweeltjes storten tijdens het beluisteren van deze plaat je oor in.

Oase

Voor een liefhebber is dit album absoluut meer dan een compilatie b-kantjes. Zelfs de drie ‘nieuwe’ uitvoeringen van Chicago zijn een compliment aan het origineel, ook al is het dezelfde melodie, dezelfde tekst. Vooral de akoestische versie vergezelde me regelmatig op de repeat tijdens drukke en rumoerige treinreizen, als een oase van rust. En ach, als een oase van schoonheid, zo ontdaan van alle toeters en bellen.

Op de rest van het album zijn wél veel toeters en bellen te horen. Hier ook wederom een aantal korte instrumentale nummers en daardoor is te horen dat dit outtakes zijn. Op Illinois vormden deze zangloze stukken intermezzo’s die het thema ondersteunden. De reis door een staat. Hier lijken deze nummers eerder losse allegaartjes, die eigenlijk alleen een echt doel dienen als je de sfeer van Illinois in je achterhoofd hebt.

Minder intens

Hoewel ik dus enthousiast ben, denk ik toch niet dat ik iemand die nog nooit van Sufjan Stevens heeft gehoord zal aanraden om te beginnen met deze plaat. Het is duidelijk waarom de nummers het doel van het concept van Come On Feel the Illinoise niet dienden. Dat maakt de nummers an sich niet minder mooi, maar zorgt ervoor dat dit album als geheel niet zo intens is als Sufjans voorgaande platen. The Avalanche is buiten dat een plaat om je vingers bij af te likken. “Shamelessly compiled”: gelukkig wel.

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: The Bridge of San Luis Rey / Asylum / American Soldiers

.

The Bridge of San Luis Rey
(Mary McGuckian, 2004 • Dutch Filmworks)

Dat een matige staat van dienst geen bezwaar hoeft te zijn om Robert De Niro en Harvey Keitel voor je film te strikken, bewijst de Ierse regisseuse Mary McGuckian. Haar films worden op z’n zachtst gezegd niet lovend ontvangen en gaan in Nederland vooralsnog meteen door naar de dvd-boer. Zo ook The Bridge of San Luis Rey, de derde verfilming van het gelijknamige boek uit 1927. Kort na de aanslagen op de Twin Towers verwees Tony Blair in een speech naar het beroemde werk van de Amerikaan Thornton Wilder, dat op slag uit de vergetelheid werd gerukt. En zodoende kreeg McGuckian na tien jaar eindelijk groen licht van de producenten om haar versie van het boek te verfilmen.

~

The Bridge of San Luis Rey lijdt echter aan hetzelfde manco als haar voorlaatste film Best: het door haar zelf geschreven script. De verhaallijn is bijzonder onduidelijk en de personages worden niet of nauwelijks geïntroduceerd. Een priester probeert de overeenkomsten te vinden tussen vijf personen die omgekomen zijn bij het begeven van een oude brug. Waarom hebben juist zij moeten sterven? De aanwezigheid van veel relevante karakters vraagt om een heldere vertelstructuur, maar McGuckian springt van hot naar her. Jammer, want de cast, de muziek en de uitbundige kostuums hadden van The Bridge of San Luis Rey een dramatisch hoogstandje kunnen maken. Keitel, Gabriel Byrne en Kathy Bates spelen aardig, maar De Niro kan door het script niet geïnspireerd raken en dreunt plichtmatig zijn zinnetjes op. Als enige ontbreekt hij ook bij de interviews (lees: gesprekjes van hooguit twee minuten) die als extra zijn toegevoegd. Keitel zegt in zijn interview (van tien seconden!) dat McGuckian een regisseuse is “die gesteund moet worden”. Niets is minder waar. (Rutger van der Meij)

Asylum
(David McKenzie, 2005 • Dutch Filmworks)

De romantische liefde wordt breed uitgemeten in Asylum, een film van de regisseur van Young Adam. Stella (Natasha Richardson), de vrouw van een psychiater, raakt uit verveling en onvrede in de ban van de mannelijke patiënt Edgar (Marton Csokas), een gekwelde kunstenaar die zijn vrouw heeft vermoord.

~

De passie wordt een wrede obsessie nadat Edgar ontsnapt uit de besloten inrichting. Stella volgt Edgar, gadegeslagen door zijn behandelend psychiater Dr. Cleave (Ian McKellen) die er een eigen agenda op nahoudt. De sfeer van de jaren vijftig komt goed naar voren in beeld en dialoog. Naast de zorgvuldige stijl en goede acteerprestaties heeft Asylum een dubbele bodem die doet denken aan een thriller. Voor de smaak en het tempo van de moderne kijker is Asylum te langzaam, maar dat overspel ook in het verleden een gevaarlijke sport was maakt de film goed duidelijk. (Antoinette van Oort)

American Soldiers
(Sidney J. Furie, 2005 • Paradiso)

De dag begint om 06:35 met gedonder, als de compagnie van sergeant Stalker onder mortiervuur komt tijdens een routinecontrole. De troep wijkt uit naar een ziekenhuis in de rode (Irakese) zone met een gewonde kameraad en dit verandert de dag in een nachtmerrie. De troep is aan zijn lot overgelaten maar vastberaden zich terug te vechten naar de thuisbasis zolang hun gewonde maat hen voorhoudt dat pijn een teken van leven is.

~

Regisseur Sidney J. Furie (The Ipcress File, Iron Eagle) trekt alles uit de special effects-kast; moralistische dialogen en een magere analyse over de zin en onzin van oorlog maken de film een onrealistische optelsom. De rechtschapen compagnie bevrijdt en passant nog wat Irakese gevangenen, de plaspauze wordt een wedstrijdje ‘wie heeft de grootste’, voordat in een volgend vuurgevecht met de haast onmogelijk te herkennen vijand het hele zaakje misschien kwijt raakt. Aan de twaalfurige werkdag van de compagnie komt gelukkig een eind: 12 April 2004 om 18:40 rijdt de troep de basis binnen en is de filmische poging de op die dag echt gevallen soldaten te eren mislukt. (Antoinette van Oort)

Film / Films

Heerlijke fucked up shit

recensie: Slither

De laatste grote film die zich (gedeeltelijk) in Texas afspeelde was Brokeback Mountain. Hierin was duidelijk de machocultuur te zien die het onmogelijk maakte dat twee cowboys een relatie met elkaar hadden. Verder liep men in het ongerepte land en waren de enige bezigheden veehouden, jagen en bier drinken. Vooral het enthousiasme voor het wilde leven in de vrije natuur kenmerkte de Texaanse man in het drama naar het boek van Annie Proulx.

~

Ook Slither – enthousiast ontvangen op het Amsterdam Fantastic Film Festival – speelt zich af in Texas, maar heeft in verhouding tot het jarenzeventigverhaal van Proulx een hedendaagse setting. Toch lijkt er weinig veranderd in het grootste en zuidelijkste van de vijftig staten. Tijdens deze sciencefictionhorror blijkt de Texaan van nu nog altijd een groot liefhebber van het bierdrinken en loadin’ the gun and pointin’ the barrel.

Goede vondst

“Let the hunt begin!” zijn de woorden waarmee burgemeester Jack MacReady het jachtseizoen laat beginnen. Wat hij bij het uitroepen van deze woorden nog niet weet, is waar het hele dorp de volgende dagen op zal jagen. Waar en wanneer kun je een slasher-horror beter ensceneren dan in Texas, dacht regisseur James Gunn; de plek waar per hoofd van de bevolking de meeste vuurwapens te vinden zijn, juist op het moment dat iedereen met een pistool in zijn hand over straat loopt? Het was een goed idee voor zijn film en hij gebruikt het opgewonden sfeertje onder de zuiderlingen dan ook prima in zijn script.

~

Wanneer een dag na het openen van het jachtseizoen in het dorpje Wheelsy de lokale zakenman Grant Grant zich vreemd begint te gedragen, heeft nog niemand in de gaten dat dat verstrekkende gevolgen zal hebben. Niemand weet dat hij op een plek in het bos is geweest waar zich eerder een meteoriet in de aarde plantte en dat het contact met een buitenaards organisme hem geen goed heeft gedaan.

Onorthodox

“Well that is some fucked up shit”, zo vat een van de inwoners van Wheelsy het vervolg samen. Het is nochtans heerlijke fucked up shit: een monster dat het leven in het dorp op zijn kop zet plus een groepje onorthodoxe jagers dat hem op zijn hielen zit. James Gunn gebruikt verschillende elementen uit de klassieke horror- en sciencefictionfilms. Zowel het vreemde en vooral moordlustige buitenaardse monster, als de massa zombies die achter de hoofdpersonen aanzit komen voorbij. Gunn gebruikt hierbij de nodige clichés, maar zorgt dat deze nooit dwarsliggen, zodat de film iets heel eigens krijgt en de b-filmstatus ontstijgt. In Slither is duidelijk de hand te zien van de man die eerder succesvolle scenario’s schreef (zoals de remake van Dawn of the Dead), en je hoopt meteen dat hij nog snel meer van dit soort films in goud mag doen veranderen.