Tag Archief van: landscape

Meer in Deosai National Park (Pakistan)
Boeken / Non-fictie

Wieringa’s reisvitrine

recensie: Tommy Wieringa - Honorair kozak
Meer in Deosai National Park (Pakistan)

In Tommy Wieringa’s nieuwste verzameling reisverhalen, Honorair kozak, zul je weinig inspiratie op doen over reisbestemmingen. Het is geen reisgids, het is ook geen dagboek. Dit is simpelweg een ode aan het reisgevoel, de drang tot dwalen en het volledig loslaten van al het andere.

Het maakt niet uit of het fictie of non-fictie is, Tommy Wieringa kan mooi schrijven. De plaatsen, mensen en situaties die hij in dit reisboek schetst staan op vanuit de pagina en komen tot leven. ‘Laag boven de steppe hangt een half maantje, hemel en aarde zijn van gelijke duisternis, met de horizon als vale lijn daartussen.’ Meteen sta je in dat grasveld, je galoppeert samen met Wieringa door ongerepte landschappen of ontbijt met een Russische handelsman op een boot naar Odessa.

De wereld als decor

De reizen waar Wieringa over schrijft moeten zich wel over een lange periode hebben voltrokken, maar data worden nooit vermeld. Terloops worden verschillende vriendinnen en minnaressen genoemd, dan is er een verloofde, een vrouw, kinderen. Maar de vrouwen vliegen net zo moeiteloos in en uit het boek als ze in en uit zijn leven lijken te glijden. De volgorde van de gebeurtenissen is onbekend. Het enige vaste is de onveranderlijke, altijd reizende Wieringa. De enige verwijzing naar thuis, naar Nederland, is de vitrine die hij daar heeft staan. Vol met objecten die hij met de tijd verzamelde is het een opsomming van zijn reizen. Alsof hij daarmee zijn reizen voor altijd tastbaar kan maken. Zijn reisboeken kunnen gerust als zijn tweede vitrine worden gezien.

In de vitrine vindt de lezer korte stukken, soms maar een pagina lang, waarin Wieringa op z’n gemak de wereld over trekt. De verhalen zijn impressies, momentopnamen, vaak zonder verhaalverloop. Ze worden afgewisseld door zwart-witfoto’s. Verwacht ook hier geen Eiffeltoren of herkenbare taferelen. Wat we zien zijn landschappen, de lokale bevolking en dieren. De verschillende landen die hij bezoekt, Spanje, Oekraïne, Aruba, dienen vaak slechts als decor, soms wordt de naam van de bestemming niet eens genoemd. Andere reizigers, laat staan toeristen, komen zelden op Wieringa’s pad. Alleen trekt hij door het onbevlekte landschap, hooguit vergezeld door lokale Kozakken of andere schrijvers.

Gewoon je kop onder de zon steken

Wieringa noemt zichzelf een ‘onverschrokken wereldveroveraar’. Centraal staat de reislust zelf, het romantische gevoel dat past bij het loslaten van het dagelijkse leven en je overgeven aan het langzame landschap om je heen. De heerlijke illusie dat als je maar op pad gaat, en ergens je kop onder de zon steekt, het allemaal eenvoudig goed komt. En Wieringa weet als geen ander optimaal van dit gevoel te genieten:

Als ooit iemand het verhaal van mijn leven vertelt, zal deze dag vergeten worden. Hij zal niet worden gemist. Terwijl hij een van de gelukkigste van mijn leven was.

Soms neigt Wieringa’s houding naar arrogantie. Het langste verhaal uit de verzameling gaat over een schilderij van Egen Schiele. De daarop geportretteerde man is het evenbeeld van de schrijver. Zoals de lezer het spoor van Wieringa volgt, reist Wieringa zelf zijn dubbelganger achterna en ontmoet zijn biografe. Nadat ook zij geconcludeerd heeft dat de twee net tweelingbroers zijn, laat Wieringa haar zeggen: ‘Een knappe man, een wereldreiziger. Ik bewonderde zijn kosmopolitisme, zijn veerkracht ook. Ik was geloof ik verliefd op hem.’ Het compliment aan zichzelf is moeilijk subtiel te noemen.

Een klassieke vrouwenliefhebber

Hoewel Wieringa weinig spreekt over zijn persoonlijke leven, is zijn persoonlijkheid alomtegenwoordig. Hij heeft een scherpe, observerende pen en een droog gevoel voor humor: ‘Wat doen mensen elkaar aan – een vraag die vooral bij me opkomt in diplomatieke kringen en bij rondleidingen door concentratiekampen.’ Zijn houding naar vrouwen past bij een klassiek idee van de man; hij is net zo bewonderend als bezitterig. Zijn ideaalbeeld: ‘Door de heuvels lopen en wild bespioneren, de wereld bekijken als een weide in mei, een weide vol vrouwen en paarden.’ Die mannelijkheid blijft terugkomen. Hij slaapt in een kuil, eet van het vuur en scheurt met een Audi A4 door de woestijn. Een dronken Kozak in Oekraïne slaat de schrijver tot honorair Kozak. Wieringa lijkt als geen ander in staat de boel de boel te kunnen laten. Wanneer op reis, lijken de dagelijkse zorgen niet te bestaan.

Meer in Deosai National Park (Pakistan)
Boeken / Non-fictie

Wieringa’s reisvitrine

recensie: Tommy Wieringa - Honorair kozak
Meer in Deosai National Park (Pakistan)

In Tommy Wieringa’s nieuwste verzameling reisverhalen, Honorair kozak, zul je weinig inspiratie op doen over reisbestemmingen. Het is geen reisgids, het is ook geen dagboek. Dit is simpelweg een ode aan het reisgevoel, de drang tot dwalen en het volledig loslaten van al het andere.

Het maakt niet uit of het fictie of non-fictie is, Tommy Wieringa kan mooi schrijven. De plaatsen, mensen en situaties die hij in dit reisboek schetst staan op vanuit de pagina en komen tot leven. ‘Laag boven de steppe hangt een half maantje, hemel en aarde zijn van gelijke duisternis, met de horizon als vale lijn daartussen.’ Meteen sta je in dat grasveld, je galoppeert samen met Wieringa door ongerepte landschappen of ontbijt met een Russische handelsman op een boot naar Odessa.

De wereld als decor

De reizen waar Wieringa over schrijft moeten zich wel over een lange periode hebben voltrokken, maar data worden nooit vermeld. Terloops worden verschillende vriendinnen en minnaressen genoemd, dan is er een verloofde, een vrouw, kinderen. Maar de vrouwen vliegen net zo moeiteloos in en uit het boek als ze in en uit zijn leven lijken te glijden. De volgorde van de gebeurtenissen is onbekend. Het enige vaste is de onveranderlijke, altijd reizende Wieringa. De enige verwijzing naar thuis, naar Nederland, is de vitrine die hij daar heeft staan. Vol met objecten die hij met de tijd verzamelde is het een opsomming van zijn reizen. Alsof hij daarmee zijn reizen voor altijd tastbaar kan maken. Zijn reisboeken kunnen gerust als zijn tweede vitrine worden gezien.

In de vitrine vindt de lezer korte stukken, soms maar een pagina lang, waarin Wieringa op z’n gemak de wereld over trekt. De verhalen zijn impressies, momentopnamen, vaak zonder verhaalverloop. Ze worden afgewisseld door zwart-witfoto’s. Verwacht ook hier geen Eiffeltoren of herkenbare taferelen. Wat we zien zijn landschappen, de lokale bevolking en dieren. De verschillende landen die hij bezoekt, Spanje, Oekraïne, Aruba, dienen vaak slechts als decor, soms wordt de naam van de bestemming niet eens genoemd. Andere reizigers, laat staan toeristen, komen zelden op Wieringa’s pad. Alleen trekt hij door het onbevlekte landschap, hooguit vergezeld door lokale Kozakken of andere schrijvers.

Gewoon je kop onder de zon steken

Wieringa noemt zichzelf een ‘onverschrokken wereldveroveraar’. Centraal staat de reislust zelf, het romantische gevoel dat past bij het loslaten van het dagelijkse leven en je overgeven aan het langzame landschap om je heen. De heerlijke illusie dat als je maar op pad gaat, en ergens je kop onder de zon steekt, het allemaal eenvoudig goed komt. En Wieringa weet als geen ander optimaal van dit gevoel te genieten:

Als ooit iemand het verhaal van mijn leven vertelt, zal deze dag vergeten worden. Hij zal niet worden gemist. Terwijl hij een van de gelukkigste van mijn leven was.

Soms neigt Wieringa’s houding naar arrogantie. Het langste verhaal uit de verzameling gaat over een schilderij van Egen Schiele. De daarop geportretteerde man is het evenbeeld van de schrijver. Zoals de lezer het spoor van Wieringa volgt, reist Wieringa zelf zijn dubbelganger achterna en ontmoet zijn biografe. Nadat ook zij geconcludeerd heeft dat de twee net tweelingbroers zijn, laat Wieringa haar zeggen: ‘Een knappe man, een wereldreiziger. Ik bewonderde zijn kosmopolitisme, zijn veerkracht ook. Ik was geloof ik verliefd op hem.’ Het compliment aan zichzelf is moeilijk subtiel te noemen.

Een klassieke vrouwenliefhebber

Hoewel Wieringa weinig spreekt over zijn persoonlijke leven, is zijn persoonlijkheid alomtegenwoordig. Hij heeft een scherpe, observerende pen en een droog gevoel voor humor: ‘Wat doen mensen elkaar aan – een vraag die vooral bij me opkomt in diplomatieke kringen en bij rondleidingen door concentratiekampen.’ Zijn houding naar vrouwen past bij een klassiek idee van de man; hij is net zo bewonderend als bezitterig. Zijn ideaalbeeld: ‘Door de heuvels lopen en wild bespioneren, de wereld bekijken als een weide in mei, een weide vol vrouwen en paarden.’ Die mannelijkheid blijft terugkomen. Hij slaapt in een kuil, eet van het vuur en scheurt met een Audi A4 door de woestijn. Een dronken Kozak in Oekraïne slaat de schrijver tot honorair Kozak. Wieringa lijkt als geen ander in staat de boel de boel te kunnen laten. Wanneer op reis, lijken de dagelijkse zorgen niet te bestaan.

Kuitert
Boeken / Non-fictie

Leve het papieren boek!

recensie: Lisa Kuitert - Het boek en het badwater
Kuitert

Lisa Kuitert, hoogleraar Boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, heeft met Het boek en het badwater een degelijk pleidooi ter verdediging van het papieren boek geschreven. Over de boekenkast die is gevuld met ‘het geestelijk behang, te midden waarvan je je dagelijkse dingen doet’.

De grote boosdoener in dit verhaal is natuurlijk het e-book, de electronische en digitale bedreiging van ons papieren erfgoed. Kuitert neemt van meet af aan een duidelijke positie in: ze is niet tégen het e-book, maar probeert de opmars ervan te nuanceren door te stellen dat voor beide boekvormen een plaats moet kunnen zijn. Sterker nog, volgens de hoogleraar zou het e-book zonder zijn papieren bron helemaal geen bestaansrecht hebben.

Stoffige boekenkast

De directe aanleiding voor Het boek en het badwater is de constatering dat een aantal grote bibliotheken inmiddels zijn begonnen hun papieren boekenbestand om te vormen naar een digitaal beschikbaar en toegankelijk archief. Er wordt opgeruimd, een ontwikkeling die het gevolg is van doorgevoerde bezuinigingen en de algehele afwaardering van het papieren boek. Ook in de gemiddelde huiskamer is een gevulde boekenkast niet langer het zichtbare bewijs van geletterdheid, maar wordt deze vooral gezien als ‘stoffig, slordig en overbodig’.

In een tiental hoofdstukken behandelt Kuitert de bijzondere eigenschappen van boeken, waarbij ze zich niet beperkt tot alleen de fysieke vorm. Het gaat over de nabijheid en aanwezigheid, over het boek als tastbaar object, over de waarde van het lezen, over de sfeer van boekwinkels en de eigenaardige wereld van boekverzamelaars. Dit alles wordt doorlopend in verhouding gezien tot het oprukkende e-book en naar een voor de hand liggende conclusie geleid.

Serendipiteit

Dat e-book heeft veel voordelen, zo erkent Kuitert. Er is de handige vorm, de transportmogelijkheid, de opslagcapaciteit en de leesbaarheid, met name voor mensen die behoefte hebben aan een grote leesletter. Dan is er nog de populariteit van gadgets, in onze geautomatiseerde wereld een argument dat steeds meer nadruk krijgt, ongeacht de werkelijke inzetbaarheid van het product. Toch wijzen de verkoopcijfers vreemd genoeg niet op een algehele doorbraak van het e-book, terwijl tegelijkertijd de papieren-boekenverkoop gaandeweg minder wordt.

Die vaststelling maakt dat Het boek en het badwater een wat opgeklopte indruk wekt en dat Kuitert eerder een manifest tegen ontlezing in het algemeen schrijft dan een verdediging van het papieren boek. Ondanks dat komt ze met aardige inzichten, zoals het fenomeen serendipiteit – gericht zoeken naar iets en stuiten op het onverwachte – dat een kenmerk is van een speurtocht door de boekenkast. Dat is niet of nauwelijks mogelijk met een stapel gedownloade boeken op een e-reader.

Bundeltje papier

En zo is er nog veel meer te zeggen over de emotionele waarde van papieren boeken. De aanwezigheid ervan zorgt voor een telkens terugkerende gedachte aan de herkomst en de onvolkomenheden in het (zichtbare!) omslag en de bladzijden maken boeken tot ’tastbare dragers van leesherinneringen’. Het e-boek is in de ogen van de auteur niet anders dan een draagbare en goedkope versie van een duurzaam en waardevol origineel.

Kuitert heeft met deze samengestelde publicatie geen wetenschappelijk verweer geschreven. Het boek en het badwater is een collage van teksten en bijeengesprokkelde fragmenten die als verzameling een onderhoudend essay oplevert. De strekking is duidelijk: laten we voor het kortstondige leesgemak de e-reader ter hand nemen, maar voor de diepe vervoering onze toevlucht blijven zoeken tot dat uitnodigende en aanraakbare bundeltje papier.

Karel Appel
Kunst / Expo binnenland

Mag het ietsje meer zijn?

recensie: Karel Appel Retrospectief
Karel Appel

Het is even schrikken bij binnenkomst van de tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag: de film ‘De werkelijkheid van Karel Appel’ (1961) van Jan Vrijman, met de beroemde quote ‘Ik rotzooi maar wat an’, is weer eens van stal gehaald. Wat wil dat zeggen over wat wordt getoond?

 

Het bevestigt in de eerste plaats het haast romantische idee dat de kunst van Karel Appel uit het niets kwam; de niet chronologisch maar thematisch opgezette expositie begint als het ware in media res, met de dik geverfde doeken waar Appel bij het grote publiek bekend om is geworden. Alsof er niets aan vooraf is gegaan: geen Van Gogh-achtig korenveld, geen haast impressionistisch dorpsgezicht.

Karel Appel

Karel Appel, Mijn Moeder, 1963, olieverf op doek, 150 x 120 cm © Karel Appel Foundation, c/o Pictoright Amsterdam 2015

Stijlbreuken en voorgangers

Op die manier valt de nadruk op de moderne Appel met zijn stijlbreuken, die er zo’n beetje per decade waren. Waarbij de doeken uit de jaren negentig van de vorige eeuw nog steeds – of weer? – even dik zijn, zoals Naakt in zwart-wit no. 2 (1990). Hoewel het portret van Gertrude Stein (1982) aanmerkelijk dunner is opgebracht.
Maar aan de andere kant wordt duidelijk gemaakt, dat Appel ook in de traditie stond van kunstenaars die hij bewonderde. En dat geeft de tweeslachtigheid van de opzet van dit retrospectief aan. In een portret uit 1945 herkennen we het lange gelaat van Modigliano, het doek Mensen in beroering (1961) is zuiver expressionistisch, in een Landschap met wiel (1980) zien we Van Gogh terug, en in een Japans landschap (1997) tenslotte zweeft een Chagall-achtige wolk of figuur door het beeld.

Karel Appel

Karel Appel, Wolk: Zwarte Wolken boven de Stad (Triptiek), 1984, olieverf op doek, 203 x 345 cm © Karel Appel Foundation, c/o Pictoright Amsterdam, 2015

Voorstudies en klassieke thema’s

Met dat landschap (let op het klassieke thema!) is nog iets anders aan de hand. In een kabinet even verderop in de tentoonstelling stuit de bezoeker op een klein werk zonder titel in acrylverf en acrylstift op drukwerk uit hetzelfde jaar. Het (b)lijkt een voorstudie voor het Japanse landschap te zijn. En zulke verbanden treft de oplettende kijker meer aan. Waarmee maar gezegd wil zijn, dat Karel Appel helemaal niet zomaar wat aan rotzooide, maar op basis van (voor)studies precies wist wat hij deed.
Wat niet wegneemt, dat er behalve klassieke thema’s als naakt, portret, landschap/stadsgezicht, er ook zalen zijn waarin we voor Appel bekendere thema’s tegenkomen als kinderen, psycho-pathological art (zijn belangstelling voor Outsider Art), kind, dieren en Cobra. Want daar kun je als curator toch niet omheen.

Karel Appel

Karel Appel, De ongewenste dynamische sprong in de geluidloze ruimte van het paard, 2000, mixed media sculptuur, 144,8 x 162,6 x 243,8 cm, Collectie Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris, France © Karel Appel Foundation, c/o Pictoright Amsterdam, 2015

Veel en weinig

Dat is alles bij elkaar natuurlijk best veel: een kunstenaar tonen die zowel modern is als in de traditie staat in zevenenzestig schilderijen en meer dan zestig tekeningen. En niet te vergeten met twaalf beelden, zoals de grootse assemblage De ongewenste dynamische sprong in de geluidloze ruimte van het paard (2000). Waarbij het vooral een kleurrijk werk met sterke lijnen als Visage-paysage no. 9 (1977) is dat mobieltjes met camera laat klikken. Maar wat je mist zijn behalve vroege (en overigens ook meer late) werken, ook bijvoorbeeld keramiek en één of meer decorstukken die hij voor een opera zoals Noach (1984) van Guus Janssen maakte. Dat gemis dringt door als je voor het prachtige, kleurrijke doek De zondvloed uit hetzelfde jaar staat.
Het is met andere woorden veel moois wat er te zien valt, maar bij een alomvattende, verwachtingsvolle titel als Retrospectief ter gelegenheid van het feit dat Appel tien jaar geleden overleed, verwacht je uiteindelijk toch ietsje meer. Een volgende keer dan?

together PANGEA @ EKKO
Muziek / Concert

Raggende garagerock uit Los Angeles

recensie: together PANGEA @ EKKO, Utrecht
together PANGEA @ EKKO

Je hebt van die bands die prima een grote zaal kunnen vullen met een show maar die het liever verdelen over een aantal kleinere shows, omdat een kleine zaal gewoon veel beter past. Garagepunkband together PANGEA uit Los Angeles is er daar een van. Eerder deze week stonden ze al in Amsterdam, Hengelo, Rotterdam, Groningen en Eindhoven, vanavond op 2 februari breken ze de boel af in EKKO, Utrecht, de laatste Nederlandse show voor nu. Voor de liefhebbers genoeg kansen dus om deze Amerikanen te checken.

Niet veel artiesten kunnen het hebben om met de introtune van serie Flodder op te komen. Bij together PANGEA past het precies. Vrijwel direct bij het eerste nummer ‘I Looked In Too’ is de halve zaal omgetoverd tot een moshpit. Vliegende biertjes, crowdsurfende mensen, raggende gitaren, de toon voor vanavond is gezet. Het is lang geleden dat er meteen zó’n feestje ontstond bij een band in het Utrechtse poppodium. Met teksten als “My heart is lost, these things mean nothing to me – and my dick is soft, these things mean nothing to me” van ‘Sick Shit’ is het ook wel lastig om niet mee te schreeuwen en onbenullig mee te dansen. Het sfeervolle zaaltje van het uitverkochte EKKO is perfect voor deze stomende rammelpunkrock.

 

Compleet feest

Er wordt goed gevarieerd gespeeld met zowel tracks van de nieuwe EP The Phage als van oude platen Living Dummy en Badillac. Hoe puberaal sommige teksten ook mogen zijn en hoe hard er ook geduwd mag worden in de moshpit, het is niet te ontkennen dat er een aantal erg strakke nieuwe songs tussen zitten. ‘Awful’ neemt ons door de jaren 90 punky edge even mee terug in de tijd met een hele lekkere en aanstekelijke melodie, terwijl ‘My Head Is On Too Tight’ prima in de garagerock-stroming van nu past. Laatstgenoemde is in vergelijking met ouder werk zelfs aardig toegankelijk te noemen. Terwijl de hoofden achter in de zaal voorzichtig meeknikken gaan de tieners voorin compleet los op ‘Too Drunk To Come’, een nummer uit de tijd dat de band nog Pangea heette. Het is inmiddels niet meer bij te houden hoeveel mensen vanaf het podium het publiek in zijn gedoken.

De setlist wordt voor de toegift afgesloten met het energieke ‘Snakedog’ inclusief een fantastische gitaarsolo, zo’n nummer waarbij je nog helemaal geen zin hebt om naar huis te gaan. Inmiddels kan niemand meer stil staan en is de zaal van EKKO officieel in handen van de heren van together PANGEA. Ze sluiten de avond af met een rockende cover van The Dad Horse Experience, wat ze aardig goed weten te doen. Een nummer uit eigen repertoire had echter, gezien de complete gekte in de zaal, zeker niet misstaan hebben. Zorg dat je ze de volgende keer voor de nodige portie bier in je haar en het aantal pubersongteksten zeker checkt, want dat is het allemaal meer dan waard.

Dennis Benedict: Salvation albumhoes
Muziek / Album

De talentenshows hebben het nakijken

recensie: Ontluikende talenten in eigen beheer: Mae Jones & Subimago & Dennis Benedict
Dennis Benedict: Salvation albumhoes

Gelukkig zijn er naast de talentenshows als The Voice of Holland ook andere wegen om furore te maken in de muziek. Je kunt het professioneel doen via de rock- of popacademie, of je kunt meer traditioneel als hobbybandje of singer-songwriter opvallen en intensief het live-circuit bewerken.

Van de drie genoemde opties hebben we artiesten uitgekozen en bespreken we in deze recensie hun eerste EP’s: de eerste schreden op het pad van de opgenomen muziek. In alle gevallen hebben ze eigen liedjes opgenomen en hebben de artiesten zelf geïnvesteerd. De eigen-beheer-producties zien er allen zonder meer gelikt uit.

De popacademie: Mae Jones

Mae Jones komt van de Enschedese popacademie en debuteert met de EP Heart on Fire. De liedjes werden geschreven door zangeres Maud Haarbrink en toetsenist Joris IJland. Verder bestaat de band uit gitarist Remo van Osch, bassist Joshua van de Spreng en drummer Volkan Bilir. Op de EP horen we een groepje achtergrondzangeressen en -zangers als Kimberly Maasdamme, Miranda van ’t Hof en Colin Meyer. Een blazerssectie ontbreekt in het stevige geluid van de band ook niet: Aman Kaemingk, Anne-Marie ten Heggeler en Joris Bolhaar blazen hier en daar een stevig stukje mee. Ondanks dat het gezicht van Haarbrink de cover siert hebben we hier toch echt met een band te maken. De vijf liedjes komen allen voort uit een ‘poppy’ manier van muziek maken.

Het mini-album opent met een stevige compositie die direct alles uit de kast haalt wat Mae Jones te bieden heeft met een stevig bandgeluid. In ‘Right Next To Me’ zingt zangeres Maud Haarbink keurig binnen de lijntjes waardoor eventuele emoties helaas niet zijn doorgedrongen tot de opname. En daar lopen we direct tegen het belangrijkste manco van deze EP op. Het klinkt lekker, goed geproduceerd, geolied en de composities voldoen aan alle stijlkenmerken die de band wil uitstralen. Emotie en net even buiten de gebaande paden gaan, zit er echter niet in. Ook het heel catchy intro met pianoakkoorden van ‘Because of You’ mondt uiteindelijk niet uit in een ballad om in het geheugen gegrift te worden.

We horen voldoende talent om nu los van de academie zich verder te gaan ontwikkelen en vooral op eigen kracht en met eigen inbreng net dat beetje meer te brengen om boven het maaiveld uit te steken en bijvoorbeeld een Beth Hart naar de kroon te steken.

 

 

Het hobbybandje: Subimago

vaak ontstaan er prachtige initiatieven op zolderkamertjes, tussen de schuifdeuren en op tal van andere plaatsen waar muziekminnaars elkaar ontmoeten en samen beginnen te spelen. Subimago is zo’n bandje dat misschien wel per ongeluk ontstaan is.

De band speelt vooral met elektronica naast de geëigende instrumenten uit de pop-rockmuziek maar zonder drum. De sound van de band roept referenties op naar Portishead, Air, Massive Attack en heel af toe naar Prodigy. De lijst met invloeden is nog veel langer als we lezen wat de band schrijft op haar Facebook-pagina. Op het tweede nummer, getiteld ‘Almost Empty’, duikt de band ineens een andere hoek in en horen we welhaast een geestelijke invloed: monnikengezang. Hierdoor mag Enigma ook aan het lijstje met referenties worden toegevoegd.. Het is ook maar heel even in het ruim zeven minuten durende stuk, al dwarrelt het af en toe nog wel na als je het eenmaal hebt opgemerkt.

Bijna alle composities hebben een wat zweverig gevoel over zich. Toch lijkt ‘Collide’ daar een uitzondering op te maken: dit is een liedje met een intro en slot. Dit nummer roept zelfs vergelijkingen op met U2.

Deze vooruitstrevende band heeft gekozen voor de USB-stick om haar muziek op vast te leggen. Dat scheelt meteen rippen om het op een muziekdrager te zetten. Ze leveren zowel een lage resolutie MP3 aan als de WAV-bestanden. Dus voor de audiofreak is er werk aan de winkel om een en ander om te zetten naar het formaat waarin je het liefst naar muziek luistert.

Het album sluit af met ”78′ dat opent met stevige elektronische geluiden, die ons doen denken aan Pink Floyd uit de tijd voor The Wall. De zeven minuten die volgen zijn net zo spannend als de rest van deze EP. Subimago heeft met deze EP het zaadje gepland om verder te groeien en ons te doen uitkijken naar een volledig album.

 

 

De traditionele weg: Dennis Benedict

Er zijn nog steeds veel bandjes en singer-songwriters die via de traditionele weg hun succes beproeven. Na de voorprogramma’s gaan ze mee met gevestigde artiesten op tournee. Zo is Dennis Benedict vaak te zien in voorprogramma’s en hoorden we deze artiest zeker een tweetal keren alleen of als duo met gitarist Frits Appel. De laatste maal zagen we hem optreden als voorprogramma van zijn stadsgenoten uit Oss In My Tree. Hoewel dat optreden niet de zuigkracht uitoefende die deze EP met zich meedraagt, maakte Benedict ondergetekende toch al nieuwsgierig.

De aantrekkingskracht wordt al opgebouwd door het fraaie hoesje waarin Salvation is gestoken. Het toont een prachtig zwart-wit beeld van een stuurs kijkende Benedict, die de avances van een naakt op de rug gekeken dame lijkt te weerstaan.

Eenmaal in de cd-speler ontpopt Dennis Benedict zich als een heel fijn in het gehoor liggende artiest met een stevig bandgeluid in plaats van singer-songwriter geluid. Het openingsnummer ‘Lucky Day’ zou het met wat airplay op de vaderlandse radio best kunnen brengen tot de hit-status. Maar ja, dan moet iemand ze daar in Hilversum er wel attent op maken. De vier composities op deze debuut-EP doen geen van allen voor elkaar onder. Dennis Benedict is een fijne pop-rockband op de plaat.

 

 

 

Francesca Woodman
Kunst / Expo binnenland

Klassieke foto’s met niet alleen naaktheid als onderwerp

recensie: Francesca Woodman – On being an Angel
Francesca Woodman

Rondlopend in een tentoonstelling waarbij je weet dat de maker vlak na de laatst getoonde werken zelfmoord pleegde bestaat het gevaar van hineininterpretieren, maar het is te makkelijk Woodmans expositie alleen te zien als druipend van tragiek.

Wanneer de kunstenaar in een video toont hoe ze een van haar werken maakt is het, na de serene zwart wit foto’s tot dan toe, een schok om haar volkomen natuurlijke blije uitroep te horen over de uitkomst ervan: ‘Oh, I’m really pleased!’  Ook is het gek om aan het einde van de reeks zwart-witte naaktfoto’s ineens kleurenfoto’s te zien, waarin ze kleding draagt.
Een andere serie die ze kort voor haar dood maakte is weer in zwart-wit en toont hoe ze met de natuur bezig is: berkenschors die ze over haar polsen draagt, bijvoorbeeld, of de foto waarin ze haar haar precies zo opgestoken heeft dat het lijkt op een schelp. Licht, compositie, vormen, de natuur imiteren – kortom: dit is niet alleen een tragisch verhaal van een jong gestorvene, Woodman was tweeëntwintig- maar ook een kunstenaar die zeer bedreven was in het uitoefenen van de klassieke principes.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, From Space, 1976
© Betty and George Woodman

Een naakt lichaam in een oud huis

Bijna alle foto’s van Woodman zijn zelfportretten. Ze maakte veel ervan in een oud huis, waarin het zonlicht de ruimte krijgt. Het zijn series waarin ze dingen onderzoekt, zoals in een glazen terrarium opgesloten zitten. Of de reeks met model Charlie, die opgeblazen condooms vasthoudt, of: Polkadot: de stippenjurk die steeds meer opengaat.
De reeks begint met een eerste zelfportret op haar dertiende, waar ze in een nonchalante en stoere houding poseert maar toch verborgen, met haar haren over haar gezicht. Ze draagt een witte kabeltrui, losse broek, heeft haar vrije hand losjes over de leuning van de stoel hangen. Opvallend in deze eerste foto is al de sterke schaduw en het felle zonlicht. De rest van de tentoonstelling toont dat ze zich daarnaast vooral bezig zal gaan houden met naaktheid en het lichaam.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, Self-Deceit # 1, 1978
© Betty and George Woodman

Krachtig, kwetsbaar of sexy?

Een aantal videobeelden die ook worden getoond voegen aan deze tentoonstelling echt iets toe. Je hoort haar stem, die de foto’s als het ware tot leven brengt. Het is alsof je met haar in dat huis bent  en erbij bent als ze de foto’s maakt die je aan de muren ziet hangen. Ze laat namelijk zien hoe ze het doet.
Ook zijn er video’s die zelf kunstwerken zijn. Zoals de film waarin je water hard en onprettig op de houten vloer ziet en vooral hoort kletteren. Of de film die toont hoe ze een foto van haar naakte lichaam op ware grootte voor haar naakte lichaam houdt en verscheurt. Erbij draagt ze nog wel een masker met haar eigen gezicht erop. Het geeft een vreemd exhibitionistisch effect.

Francesca Woodman

Francesca Woodman, Untitled, 1979
© Betty and George Woodman

Wat betekent dat exhibitionisme? De foto’s zijn namelijk niet alleen krachtig en afgrijselijk kwetsbaar maar ook mooi en sexy. Als je, met terugwerkende kracht, uitgaat van een kwetsbaar iemand zou je haar exhibitionisme kunnen zien als zelfhaat en roekeloosheid. Maar wanneer je uitgaat van een sterk iemand die plezier heeft in wat ze doet kan het juist kracht en durf zijn. Los van de sluimerende tragiek-interpretatie is dit in elk geval een tentoonstelling die op een zorgvuldige manier een echt goede, klassieke kunstenaar presenteert.

Kunst / Expo binnenland

’t Is een mooie stad hier

recensie: Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam

Dat het 125 jaar is geleden dat Vincent van Gogh is gestorven, zal weinig mensen zijn ontgaan. Ook kleinere musea en expositieruimten delen in deze herdenking. Zoals het Stadsarchief van Amsterdam. Met succes.

Het is vooral de Van Gogh van rond zijn zenuwinzinking die tot de verbeelding spreekt. En in de van de kunstenaar bekende brieven gingen zijn herinneringen terug naar allerlei plaatsen waar hij woonde. Maar niet naar Amsterdam, terwijl hij daar toch ook ruim een jaar (1877- 1878) vertoefde en tien jaar later nog een keer terugkwam. De tijd waarin onder meer het Rijksmuseum en het Centraal Station werden gebouwd. Als vierentwintigjarige student schreef hij aan zijn broer Theo: ”t Is een mooie stad hier. Wat zou ik graag u allerlei dingen hier wijzen en laten zien.’ Met deze fraaie tentoonstelling krijgt hij bij wijze van spreken de kans dat alsnog te doen.

Slechts twee plankjes

Dirk Schäfer, Markt in de Jodenbuurt, 1915 Pastel Stadsarchief Amsterdam

Dirk Schäfer, Markt in de Jodenbuurt, 1915. Pastel. Stadsarchief Amsterdam

Niet dat zijn productie in die Amsterdamse periodes zo groot is geweest. Slechts twee ‘plankjes’, zoals hij het noemde, resten uit 1877, het jaar waarin hij in de hoofdstad theologie studeerde en door Maurits Benjamin Mendes da Costa werd bijgespijkerd in Latijn en Grieks. En niet te vergeten een tekening met een bijbels thema: De spelonk van Machpela. Spaarzaam, met pen en inkt op papier gezet.
Het Stadsarchief nam, om de context van deze schamele oogst te laten zien, zijn toevlucht tot wat er in de brieven van Van Gogh wordt beschreven. Net zoals de bibliotheek van het Van Goghmuseum de boeken aanschafte die de schilder las. Boeken die overigens ook op deze tentoonstelling zijn te zien, zoals Thomas à Kempis’ Over de navolging van Christus. Van Gogh kocht deze boeken veelal bij joodse handelaren, wat weer aanleiding gaf tot het onderdeel ‘Jodenbuurt’ op de tentoonstelling.

Oom Jan en de anderen

Een ander onderdeel heet ‘Familie’. Zoals oom Johan (Jan) die op het eiland Kattenburg woonde, en waar Vincent inwoonde. Van deze oom is onder andere een foto in albuminedruk en een tekening te zien.
Interessant is dat er litho’s zijn tentoongesteld van kunstenaars die Van Gogh beïnvloedden; van Millet en van Jozef Israëls, en van één van zijn navolgers: Jan Sluijters. Van deze laatste wordt een recente aanwinst in het Stadsarchief getoond: De Baarsjes bij Amsterdam. Dit geeft een mooie omraming aan het geheel.
Natuurlijk kregen de twee ‘plankjes’ een ereplaats. Op het ene olieverfschilderij is Het Singel met de Ronde Lutherse Kerk afgebeeld, op het andere De Ruijterkade ter hoogte van waar nu – fluisterde een suppoost in – de Kamer van Koophandel staat. Beide geschilderd in de donkere aardetinten die we van zijn vroege werk kennen.

De ‘nee’ van Kee

Vincent van Gogh aan Theo van Gogh Brief 114: Amsterdam, 19 mei 1877 Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Vincent van Gogh aan Theo van Gogh
Brief 114: Amsterdam, 19 mei 1877
Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Wat kerken betreft: een oom van Van Gogh, ds. J.P. Stricker, was aanhanger van de zogenaamde Groninger richting binnen de protestantse kerk. De audiotour geeft hier verder geen uitsluitsel over, maar wel over het feit dat Vincent verliefd was op de dochter van deze oom; nichtje Kee. In 1881 deed hij haar een aanzoek, waarop ze antwoordde met: ‘Neen, nooit, nimmer.’ Waarop Vincent later schreef dat hij hoopte dat ze inmiddels aan het ontdooien was. Dit tovert ongetwijfeld een glimlach rond de mond van sommige bezoekers. Zoals de hele tentoonstelling bij tijd en wijle eigenlijk doet. Een glimlach uit een feest der herkenning, of door de fraaie context die op grond van Vincents brieven tevoorschijn wordt getoverd. Brieven van een theologiestudent in Amsterdam die uiteindelijk een wereldberoemd schilder zou worden.

 

Catalogus: Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam door Nienke Denekamp (uitgeverij THOTH), € 14,95

 

ESNS 2016 Colm Mac Con Iomaire
Muziek / Reportage
special: Eurosonic 2016: vrijdag 15 januari
ESNS 2016 Colm Mac Con Iomaire

Steeds op zoek naar vernieuwing

De laatste dag van EuroSonic 2016 is meestal een drukke vrijdag. Er zijn meer mensen op de been dan op de andere dagen die her en der een graantje meepikken van de muziek die het de komende tijd moet gaan maken.

De keuzes voor een avond muziek zijn beperkt, want met slechts vier acts uit het aanbod is de avond voor de recensent al vol. Uit de veelheid aan niet gehoorde acts zijn er vast verschillenden die we de komende tijd zullen gaan horen op de vaderlandse radio en kunnen gaan zien op de vele podia die ons land rijk is.

Vernieuwingsdrang

Heel toepasselijk starten we de avond op podium Vrijdag, waar de Tsjechische formatie VR/Nobody acte de présence geeft. De elektronische muziek wordt weliswaar gespeeld met computers, maar is buiten de toonsoorten en geluidssoorten niet voorgeprogrammeerd; we zien dus wel degelijk een muzikant aan het werk. De zang voegt hier een bijzonder fraai stijlelement aan toe wat zich uit in melodieuze muziek. ESNS 2016 VR NobodyAf en toe wordt een instrument zoals een trom toegevoegd. Het duo speelt nagenoeg in het duister met slechts een vleugje rood of helblauw licht. De muziek klinkt vernieuwend en doet soms denken aan Faithless, maar dan met hoge zanglijnen. De vernieuwingsdrang van dit duo is groot en resulteert in een goed te verteren stuk muziek dat hongert naar meer en je nieuwsgierig maakt naar hoe dit op cd gaat klinken.

In de USVA spelen de Duitse broer en zus Sarah & Julian voor zo’n honderd toegestroomde belangstellenden. Julian speelt akoestische gitaar terwijl Sarah de toetsen laat klinken. Als toevoeging is ook een drummer actief. De liedjes van het duo passen in een singer-songwritersjasje met een licht indie-popsausje. Af en toe horen we het duo een uitstapje maken naar een wat extravaganter geluid, als ze bijvoorbeeld samen als intro opESNS 2016 Sarah and Julian één trom spelen om vervolgens verder te gaan met Sarah achter de toetsen terwijl Julian nog verder speelt op de trom. De stemmen van deze broer en zus kleuren mooi bij elkaar. Ze sluiten hun optreden af met het eerste liedje dat ze ooit samen schreven, ‘Yesterday’. Met z’n tweeën spelen ze quatre-mains op piano van Sarah. Het van origine countryliedje krijgt een hedendaagse make-over, zodat de country roots niet meer hoorbaar zijn.

Ierse wortels

Het hoogtepunt van de avond treffen we in Der AA-Kerk. Ex-Frames lid Colm Mac Con Iomare laat duidelijk zijn Ierse wortels horen. Met zijn altviool speelt hij een indrukwekkende strijkersset waarbij hij af en toe wordt begeleid door bandleden op piano en nog spaarzamer op akoestische gitaar, elektrische gitaar en mandoline. Kortom de band heeft vaak niets te doen. Voor het overgrote deel speelt Iomare alles zelf, gebruik makend van opname-apparatuur en het live in elkaar zetten van verschillende door elkaar afspelende loops. De muziek van deze bijzondere band klinkt in de kerk met zijn galm extra indrukwekkend. Voor iedereen die voorbereid was op dit strijkerswerk is de muziek van Iomare een ware traktatie. Hij waagt zich zelfs aan een stuk genaamd ‘Celeste’ dat hij in opdracht geschreven heeft voor een event dat zal plaatsvinden op 26 januari ter gelegenheid van zes Ierse dichters (niet bekend welke).

ESNS 2016 KieslowskiWe lopen bij de USVA, waar Marble Sounds reeds gestart is met hun set, tegen een grote rij wachtenden aan wat ons doet besluiten om ons door de inmiddels glad geworden straten van Groningen richting Newscafé te begeven. In de kelder speelt de Tsjechische formatie Kieslowski. Het duo speelt gitaar en toetsen waarbij de zang voor rekening komt van beide bandleden. Zo wisselen de vrouwelijke klanken de mannenstem af. De dame speelt toetsen en mondorgel. De zangeres memoreert dat we wel weinig zullen begrijpen van hun Tsjechische teksten. Toch valt er muzikaal voldoende te genieten, zodat we geboeid blijven luisteren: muziek met een elektronische beat, piano- en keyboardklanken, aanvullend met gitaargeluid dat meer op de achtergrond beweegt.

De balans

De balans opmakend van EuroSonic 2016 kunnen we niet om het optreden van Colm Mac Con Iomare in Der AA-Kerk heen. We voegen deze dan ook graag toe aan het lijstje van donderdag. De twee verrassende acts uit Tsjechië, VR/Nobody en Kieslowski, vragen erom om muzikaal gevolgd te worden, ook na EuroSonic Met de drie hoogtepunten van de donderdag erbij is de oogst prima, zeker als we de korte proeverijen van PlatoSonic mogen meerekenen.

 

 

 

Twee vrouwen hebben een droom in Melody
Film / Films

Twee vrouwen met een droom

recensie: Melody (dvd)
Twee vrouwen hebben een droom in Melody

Ze zijn elkaars uitersten en toch hebben ze elkaar nodig, want beiden hebben een droom. De Waalse thuiskapster Melody wil graag een eigen kapsalon openen. De Engelse rederijdirectrice Emily wil graag een kind. En dus betaalt ze Melody voor het dragen van haar baby. De film Melody van Bernard Bellefroid is een ijzersterk drama.

De kapster trekt gedurende de zwangerschap bij Emily in en dan kan in de kapitale Engelse villa het spel van aantrekken en afstoten, van geheimen en plotselinge wendingen beginnen. Melody is een uitstekend geschreven en geacteerd Kammerspiel, waarbij regisseur Bernard Bellefroid het drama en de spanning behendig weet op te schroeven door eerdere situaties verrassend om te draaien.

IJzersterk drama

Ontroerend is hoe de twee totaal verschillende vrouwen, de een een impulsieve straatkat de ander een snoeiharde CEO, naar elkaar toegroeien. Ze vertrouwen elkaar aanvankelijk voor geen cent, maar toch kunnen ze niet zonder elkaar. Zeker niet wanneer Emily ook nog eens ernstig ziek blijkt te zijn.

Ondertussen stelt Bellefroid thema’s als moederschap, afhankelijkheid, armoede en rijkdom aan de orde. De Waalse regisseur doet dat in een documentaire stijl – de film doet aan het werk van de Dardenne-broers denken – maar Bellefroid weet zijn film met subtiele visuele vondsten fraai te stileren. Het verrassende maar ook logische einde bewijst dat Melody een ijzersterk drama is.

Isa Genzken
Kunst / Expo binnenland

Invloedrijk oeuvre inventief gepresenteerd

recensie: Recensie Isa Genzken – Mach dich hübsch!
Isa Genzken

Een künstler’s künstler wordt op een inventieve manier gepresenteerd: de overzichtstentoonstelling van Isa Genzken in het Stedelijk Museum zorgt ervoor dat de bezoeker terug kan kijken op een gevarieerd oeuvre, dat op zijn best verwart en op zijn slechtst irriteert.

In de eerste zaal is voor je neergezet: een groot kader, als een middeleeuws triptiek maar dan minstens drie meter hoog en zonder inhoud; een lijst. Daar loop je recht op af. Er omheen zijn te zien: een bronzen cupidobeeldje met een koptelefoon en een discman, een aantal bustes van de Egyptische godin Nefertiti op een sokkel; telkens anders gestyleerd, panelen die tegen de wand staan met daarop plaatjes van werken uit de canon (Dürer, Caravaggio, Leonardo da Vinci), pilaren met aluminiumfolie eroverheen – ze spiegelen, zodat de bezoeker zichzelf erin ziet – en daarvan is ook een tweedimensionale variant tegen de muur aan gezet: planken met aluminiumfolie bedekt. Het is de installatie die Genzken speciaal voor deze expositie maakte en waarmee ze de bezoeker welkom heet in haar werk.

Isa Genzken

Isa Genzken, Zwei Lampen, 1994, lacquer on wood, 200 x 92 cm. Collection Stedelijk Museum Amsterdam © Photo Stedelijk Museum Amsterdam

Materialen uitproberen

Deze eerste indruk zet de toon: deze kunstenaar geeft de bezoeker weinig houvast, noch in tekst of uitleg bij haar werk, noch in een duidelijke lijn in de expo. Daarbij maakt ze niet altijd gebruik van ‘prettig’ materiaal: de onnatuurlijkheid van de plastic gevonden voorwerpen die ze inzet en haar neonkleurige objecten wekken weerstand op.

Lopende door de rest van de zalen wordt duidelijk wat voor media Genzken nog meer toepast: er zijn films, er is ‘light research’; het uitzoeken van hoe het licht weerkaatst op zwarte en witte glanzende lakverf op hout, er zijn objets trouvée, zoals de megawereldontvanger die op een witte sokkel is gezet. Er zijn opengereten bankstellen, opgehangen aan het plafond, er staan kleine kuipstoeltjes met daarin gepropte ‘mensjes’ van kleding en plastic opgesteld. Genzkens oeuvre bestaat uit het uitproberen van allerlei materialen, uit ramen en kaders, uit spiegeling, uit het citeren van de canon.

Isa Genzken

Isa Genzken, Fenster, 1990, concrete and steel, 257.5 x 88 x 77 cm. Collection Charles Asprey, London © Photo courtesy the artist and Galerie Buchholz, Cologne/Berlin/New York

Installatie

Enige uitleg is wel nodig en die geven de zaalteksten dan ook, maar ze geven geen interpretatie. Er wordt op haar carrière teruggekeken als bij een diashow: dit was toen en toen, dat was daar en daar, en that’s it. Doch hebben haar werken titels die veel verraden, die agressief kunnen zijn of poëtisch, zoals de zaal waarin betonnen kaders op sokkels werden gezet, de installatie die ‘Fenster’ wordt genoemd en waarvan de titel is: ‘Iedereen heeft minstens één raam nodig’.

Deze tentoonstelling is een sortering, niet een duiding. Daarbij is die sortering mooi gemaakt: in plaats van een chronologische presentatie werd gekozen voor het gebruiken van het oeuvre zelf als nieuw materiaal en is de gehele tentoonstelling zelf, dus door het leggen van kruisverbanden, opnieuw een installatie.

Isa Genzken

Isa Genzken, Schauspieler, 2013, mannequin, stool, shoes, wig, wood, fabric, plastic and metal, dimensions variable. Collection Syz, Geneva © Photo courtesy the artist and Galerie Buchholz, Cologne/Berlin/New York

Geen ruimte voor interpretatie

Waarom doet ze dit eigenlijk? Dit is de op zich al interessante vraag die deze kunstenaar oproept. Een antwoord zou kunnen zijn: zij verzamelt, sowieso voor haarzelf, maar ook voor het publiek. Een andere observatie kan zijn dat het maakproces en het proces van inspiratie in haar geval gelijk staat aan het eindresultaat zelf.

Een tweede vraag die Mach dich hübsch! oproept is hoe kritisch ze nu werkelijk is. Genzken wordt gezien als iemand die op subtiele wijze maatschappijkritiek levert, maar is dat wel zo? De kunstenaar wil misschien simpelweg tonen wat zij ziet als ze om zich heen kijkt. De zalen van het Stedelijk laten dat slim zien, omdat de bezoeker met weinig informatie nauwelijks kans krijgt om te interpreteren, zodat er er des te meer ruimte overblijft om gewoon maar te kijken.