Tag Archief van: 8WEEKLY

Film / Documentaire

Film met korte adem

recensie: United we stand. Musicians in times of war

De documentairefilm United we stand van David van Tijn kent drie lagen: korte muziekfragmenten, korte interviews en flitsen van de oorlog in Oekraïne. Als kijker moet je er eigenlijk je eigen, vierde laag of invulling aan geven om de film ten volle binnen te laten komen.

Nagenoeg aan het begin speelt de Russische, in Nederland wonende celliste Maya Fridman (1989) samen met meestercellist Mischa Maisky en pianiste Daria van den Bercken een stuk van Händel. De muziek gaat onder de volgende fragmenten door en snijdt door de ziel, zo mooi is het, zeker in contrast met de gruwelijke beelden en met wat de vader van Maya Fridman, Alexander, via een internetverbinding tegen haar zegt: ‘We zullen overleven!’ En dat ze, als de twijfel toeslaat, echt verder moet gaan met meewerken aan de film van Van Tijn. Telkens weer die haast dwingend gespeelde muziek van Händel.

Maya Fridman brengt musici uit Oekraïne en Rusland samen om tijdens benefietconcerten in Nederland te spelen. Het geld dat binnenkomt, is bedoeld voor humanitaire en medische hulp. Het bij elkaar brengen van de musici en de reacties van het publiek brengt, zegt Fridman, mensen bij elkaar. ‘Het voorkomt dat ik gek word’. Het versterkt de moraal, meent Maisky, wat misschien nog meer waard is.

De violoncel en oorlog

Het opvallende is dat de cello in films vaak met oorlog in verband wordt gebracht. Meestal met de Tweede Wereldoorlog. Dan klinkt er joodse muziek. Ook in deze film is dat laatste het geval. We horen bijvoorbeeld een fragment uit Prayer van Ernest Bloch (1880-1959), een deel uit diens From Jewish Life. Het gedeelte krijgt in deze film een extra lading: het gebed is niet alleen een joods gebed, maar een gebed voor vrede van iedereen. Zoals de oorlog in Oekraïne ook niet alleen een oorlog met Rusland is, zoals Maisky terecht stelt. Het is een denkbeeld dat Van Tijn je zelf, als het lukt, als kijker in laat vullen.

Hetzelfde geldt voor een Spaans liedje van een tijdgenoot van Bloch, de Spaanse componist Manuel de Falla (1876-1946), dat allerlei invloeden (waaronder die van de joodse muziek) in zich bergt. Je kunt die invloeden uiteenrafelen, maar ze laten je ook beseffen dat muziek universele gevoelens uitdrukt.

Korte interviews

Als je als kijker dit niet zelf op het spoor komt, zijn er de korte interviews die je soms verder helpen. Soms – want er zitten ook platitudes en open deuren in. Mooi is het fragment dat de van origine Russische, in Israël wonende pianist Evgeny Kissin speelt: een fragment uit de zogenaamde Heroïsche polonaise van Chopin. Hij vertelt erbij dat Chopin hierin de zege verklankte van de Polen over het Russische leger. Hij pleit ervoor het geld van de benefietconcerten ook ten goede te laten komen aan militaire hulp, want dat moment is nu volgens hem gekomen.

Veelzeggend, meer dan welk interview ook, is het hulpeloze gebaar dat hij maakt wanneer Fridman en hij op een bank zitten en met elkaar van gedachten wisselen. Hij maakt het op het moment wanneer Fridman zegt dat ze haar geboortegrond zo mist en haar twijfel uitspreekt of ze ooit terug zal kunnen keren.

Flitsen van de oorlog

We mogen niet zeggen dat we de flitsen van de oorlog die tussen de muziekfragmenten en korte interviews zijn gemonteerd inmiddels wel kennen, want ze maken nog steeds diepe indruk. Het beeld van kapotte huizen in Marioepol, de metro in Charkov, een verdrietig meisje in de bus, een eenzame dode midden op straat. Ze emotioneren, net als dat stuk van Händel aan het begin en het ‘vurige beest’ op het podium dat Maya Fridman volgens zangeres Channa Malkin óók is.

Het zijn allemaal flitsen die indruk maken, maar als geheel zou een langere adem, wat langere fragmenten en interviews, de film als zodanig goed hebben gedaan.

Nog te zien op picl tot 10 april 2023

Film / Documentaire

Film met korte adem

recensie: United we stand. Musicians in times of war

De documentairefilm United we stand van David van Tijn kent drie lagen: korte muziekfragmenten, korte interviews en flitsen van de oorlog in Oekraïne. Als kijker moet je er eigenlijk je eigen, vierde laag of invulling aan geven om de film ten volle binnen te laten komen.

Nagenoeg aan het begin speelt de Russische, in Nederland wonende celliste Maya Fridman (1989) samen met meestercellist Mischa Maisky en pianiste Daria van den Bercken een stuk van Händel. De muziek gaat onder de volgende fragmenten door en snijdt door de ziel, zo mooi is het, zeker in contrast met de gruwelijke beelden en met wat de vader van Maya Fridman, Alexander, via een internetverbinding tegen haar zegt: ‘We zullen overleven!’ En dat ze, als de twijfel toeslaat, echt verder moet gaan met meewerken aan de film van Van Tijn. Telkens weer die haast dwingend gespeelde muziek van Händel.

Maya Fridman brengt musici uit Oekraïne en Rusland samen om tijdens benefietconcerten in Nederland te spelen. Het geld dat binnenkomt, is bedoeld voor humanitaire en medische hulp. Het bij elkaar brengen van de musici en de reacties van het publiek brengt, zegt Fridman, mensen bij elkaar. ‘Het voorkomt dat ik gek word’. Het versterkt de moraal, meent Maisky, wat misschien nog meer waard is.

De violoncel en oorlog

Het opvallende is dat de cello in films vaak met oorlog in verband wordt gebracht. Meestal met de Tweede Wereldoorlog. Dan klinkt er joodse muziek. Ook in deze film is dat laatste het geval. We horen bijvoorbeeld een fragment uit Prayer van Ernest Bloch (1880-1959), een deel uit diens From Jewish Life. Het gedeelte krijgt in deze film een extra lading: het gebed is niet alleen een joods gebed, maar een gebed voor vrede van iedereen. Zoals de oorlog in Oekraïne ook niet alleen een oorlog met Rusland is, zoals Maisky terecht stelt. Het is een denkbeeld dat Van Tijn je zelf, als het lukt, als kijker in laat vullen.

Hetzelfde geldt voor een Spaans liedje van een tijdgenoot van Bloch, de Spaanse componist Manuel de Falla (1876-1946), dat allerlei invloeden (waaronder die van de joodse muziek) in zich bergt. Je kunt die invloeden uiteenrafelen, maar ze laten je ook beseffen dat muziek universele gevoelens uitdrukt.

Korte interviews

Als je als kijker dit niet zelf op het spoor komt, zijn er de korte interviews die je soms verder helpen. Soms – want er zitten ook platitudes en open deuren in. Mooi is het fragment dat de van origine Russische, in Israël wonende pianist Evgeny Kissin speelt: een fragment uit de zogenaamde Heroïsche polonaise van Chopin. Hij vertelt erbij dat Chopin hierin de zege verklankte van de Polen over het Russische leger. Hij pleit ervoor het geld van de benefietconcerten ook ten goede te laten komen aan militaire hulp, want dat moment is nu volgens hem gekomen.

Veelzeggend, meer dan welk interview ook, is het hulpeloze gebaar dat hij maakt wanneer Fridman en hij op een bank zitten en met elkaar van gedachten wisselen. Hij maakt het op het moment wanneer Fridman zegt dat ze haar geboortegrond zo mist en haar twijfel uitspreekt of ze ooit terug zal kunnen keren.

Flitsen van de oorlog

We mogen niet zeggen dat we de flitsen van de oorlog die tussen de muziekfragmenten en korte interviews zijn gemonteerd inmiddels wel kennen, want ze maken nog steeds diepe indruk. Het beeld van kapotte huizen in Marioepol, de metro in Charkov, een verdrietig meisje in de bus, een eenzame dode midden op straat. Ze emotioneren, net als dat stuk van Händel aan het begin en het ‘vurige beest’ op het podium dat Maya Fridman volgens zangeres Channa Malkin óók is.

Het zijn allemaal flitsen die indruk maken, maar als geheel zou een langere adem, wat langere fragmenten en interviews, de film als zodanig goed hebben gedaan.

Nog te zien op picl tot 10 april 2023

Boeken / Non-fictie

De kunst van het proeven

recensie: Proefles - Joël Broekaert

Hoe omschrijf je de smaak van umami? Waarom heeft karamel zo’n rijke smaak terwijl het eentonige suiker het enige bestandsdeel is? In Proefles geeft culinair journalist Joël Broekaert antwoord op deze en nog veel meer prangende smaakkwesties.  

Ruiken en proeven worden beschouwd als twee afzonderlijke zintuigen. Toch weten de meeste mensen die een corona-infectie hebben doorgemaakt dat het communicerende vaten zijn; een groot deel van wat je proeft, wordt bepaald door de geur ervan. Broekaert heeft een punt wanneer hij opmerkt dat de gemiddelde mens behoorlijk slecht is in proeven. Tel daar bij op dat we iedere dag minimaal drie maaltijden eten en het is vreemd dat we vaak zo slecht geoefend zijn in het herkennen en benoemen van smaken. Broekaerts missie is om daar verandering in te brengen. 

Een breed palet

Proefles is beslist geen standaardwerk over smaak maar eerder een inleiding aangevuld met persoonlijke anekdotes. Natuurlijk komen de vijf smaken – zoet, zout, zuur, bitter en umami – uitgebreid aan bod. Ook tackelt hij het hardnekkige misverstand dat ‘pittig’ een smaak zou zijn. Hier en daar belandt Broekaert in een technisch verhaal over chemische verbindingen waarbij hij de alfa-lezers even kwijt raakt.  

Gelukkig worden deze passages gecompenseerd door vermakelijke ervaringsverhalen. Bijvoorbeeld de kleurrijke beschrijvingen van Broekaerts top 3 van smerigste dingen die hij ooit in zijn mond heeft gestopt. Zo is Hákarl – gefermenteerde haai – het enige voedsel waar hij letterlijk van moet kokhalzen. Met een bouquet van schoonmaakmiddel, mottenballen en pis klinkt dat niet zo verwonderlijk. 

Aan de slag

Eerder bracht Broekaert Proefles al op het toneel in de vorm van een interactief college. Ook in het boek wordt de lezer uitgenodigd de proef op de som te nemen. Zo stelt hij voor om twee stukjes pure chocola van minimaal 70% te nemen. Door erop te kauwen komt vooral de bittere smaak naar boven. Maar sabbel erop en je smaakpapillen ontwaren een meer zoete, romige smaak met een hint van banaan.   

Andere testjes zijn wat ver gezocht. Ga je werkelijk je tong afplakken en met blauwe kleurstof overgieten om het aantal smaakpapillen te tellen? Storend is ook dat de smaaktests eerst in de lopende tekst voorbij komen, om vervolgens achterin nog eens woordelijk herhaald te worden. Dit was eenvoudig te ondervangen geweest met herkenbare tekstvlakken. Desalniettemin werkt Broekaerts passie voor smaak aanstekelijk. Zelfs een zak chips zul je minder snel naar binnen werken wanneer je weet welke processen er aan vooraf gegaan zijn. 

Theater / Voorstelling

Dansende diva heeft zin in liefde

recensie: Igone de Jongh - Zin in Liefde
Igone de Jongh met twee dansersMark Engelen

‘Diva’s’, zoals Maria Callas, Édith Piaf en Whitney Houston, is het overkoepelende thema van de tweede eigen productie van ballerina Igone de Jongh. In Zin in Liefde komen beide aspecten van deze eigengereide vrouwen aan bod: de glitter en glamour, maar ook de schaduwkant van de roem.

Igone de Jongh is zonder twijfel de bekendste Nederlandse ballerina van de afgelopen twintig jaar. Na haar opleiding aan de Nationale Balletacademie in Amsterdam beklom ze in razendsnel tempo de hiërarchische ladder bij Het Nationale Ballet. Vanaf 2019 ging ze verder als zelfstandig danseres. Zin in Liefde is haar tweede eigen productie, waarin ze samen met drie Oekraïense dansers van het door haar opgerichte The United Ukranian Ballet Company het podium bestiert. De choreografieën zijn gemaakt door Sasha Riva, die ook meedanst in de voorstelling, en Simone Repele.

Glitterende start

De titel suggereert een liefdesverhaal, maar de voorstelling centreert zich rondom diva’s. De voorstelling begint veelbelovend met de Jongh, gekleed in een glitterjurk, en haar drie collega’s dansend op Judy Garlands ‘I Got Rhythm’. Een jong meisje op een schommel (gespeeld door Lara Lina Uribe Echevarria of Josephine Krijnen ), vertelt over hoe zij voorbestemd is om een ster te worden: een verwijzing naar de jonge Igone toen zij begon met dansen?

Simpele, maar doeltreffende aankleding

De drie dansers naast de Jongh zijn gekleed in simpele donkerblauwe outfits en geschminkt als pierrots, waardoor hun expressie tijdens het dansen soms lastig is af te lezen. Wellicht is dit de bedoeling, aangezien ze tijdens de voorstelling voornamelijk fungeren als een soort geesten die de diva begeleiden of haar emoties uitbeelden. Het decor is simpel, maar doeltreffend om het verhaal te vertellen. Een kaptafel, vanaf waar de diva droomt van liefde of mijmert over voorbije tijden, en een theatergordijn, maar dan achterstevoren. Hierdoor kijkt het publiek op de rug van de diva en lijkt zo zelf op het podium te staan.

Twee dansers geschminkt als pierrots

Klassieke dans in modern jasje

De dansstijl van de voorstelling kan worden omschreven als klassiek ballet met moderne elementen. Het gracieuze van het klassiek ballet wordt afgewisseld met grovere en schokkerige bewegingen, wat zorgt voor een mooi contrast. Het is verfrissend dat er veel gebruik wordt gemaakt van andere vormen dan stereotype man-vrouw duetten: man-man duetten en trio’s en kwartetten komen allemaal voorbij.

De Jongh is nog altijd een fantastische danseres om te zien en legt moeiteloos een been in haar nek, oftewel een développé in balletjargon. Toch worden de energiekere en technisch uitdagendere choreografieën gedanst door haar collega’s (Alexis Tutunnique, Sasha Riva en Veronika Rakitina). Vooral de petite Rakitina knalt van het podium af. Een lichte teleurstelling waren de te simpele en te lange playbackdans op ‘How Will I Know’ van Whitney Houston en de bureaustoelendans op ‘Padam, padam’ van Édith Piaf. Een dans met zulke attributen is zeer lastig om goed uit te voeren, maar ziet er voor het publiek toch enigszins knullig uit.

Igone de Jongh en een danser

Onduidelijk verhaal

Het verloop van het verhaal is lastig te volgen voor het publiek. De intenties van sommige scènes zijn direct duidelijk, zoals dromen over een nieuwe liefde of het verdriet achter de roem. Echter zijn sommige dansen meer conceptueel en daardoor lastiger te plaatsen binnen de context van het verhaal. Het jonge meisje zou het publiek context moeten verschaffen, maar spreek voornamelijk vage, clichématige zinnen uit, zoals ‘licht zonder donker bestaat niet’. De voorstelling bevat mogelijke autobiografische verwijzingen naar de Jonghs liefdesleven, maar haar nuchtere imago past niet bij het beeld van de getroebleerde diva dat tijdens de voorstelling geschetst wordt. Ten slotte ontbreekt er een grote ontknoping. Het verhaal van de diva eindigt abrupt en laat ons achter met vragen. Komt er een happily ever after of gaat ze ten onder aan de roem?

Prachtige dans voor de liefhebber

Het is jammer dat het verhaal soms onduidelijk en clichématig is, maar de scherpe en energieke dans van de drie ‘pierrots’ afgewisseld met de rustigere stukken van de Jongh, maken veel goed. Zin in Liefde is zeker een aanrader voor liefhebbers van klassiek ballet en moderne dans.

 

Achtergrond

8WEEKLY Playlist: Favorieten uit 2022 (NL/BE)

special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

Er is zoveel muziek uitgekomen in het jaar 2022, dat de kans helaas groot is dat enkele prachtnummers aan je aandacht zijn ontschoten. Dat zou natuurlijk enorm zonde zijn, dus 8WEEKLY helpt je graag door onze Nederlandse en Belgische favorieten uit 2022 op een rijtje te zetten. Het resultaat is een lijst vol heerlijke hits van eigen bodem. Waarom je de nieuwste muziek van bands als flut., FLEUR en Maxine niet mag missen, lichten we graag hieronder toe! 

Herkenbaar ongemak van flut.

De zelfbenoemde ideale-schoonzoonband flut. brengt korte, maar krachtige Nederlandstalige punknummers ten gehore waarin herkenbare en vaak ongemakkelijke situaties centraal staan. Zo bezingen ze de gevoelens rondom smalltalk met de kapper, het moment dat je denkt dat iemand naar je zwaait maar het eigenlijk voor iemand anders was bedoeld en hun negatieve gevoelens tegenover wielrenners. Fans van Want Want en Fokko zullen in flut. een waardige opvolger herkennen, maar ook voor fans van bands als Blink-182 is flut. zeker de moeite waard. Nog niet overtuigd? Ze omschrijven zichzelf als Blink-182 meets Ja Zuster, Nee Zuster en NOFX meets Kinderen Voor Kinderen. Om dit te kunnen begrijpen, moet je wel gaan luisteren naar de nummers ‘Wandelen’ en ´Dan Maar Dansen´!  

FLEURs ode aan de sixties en Frankrijk

In 2022 kwam de Nederlandse Floor Henkelman, bekend als FLEUR, met haar nieuwste album Bouquet Champêtre als opvolger van haar debuutalbum Fleur uit 2022. De Brabantse werd ontdekt door zanger Dave von Raven (The Kik), die haar vroeg om een Franstalig liedje in te zingen. Hoewel ze zelf niet veel meer spreekt dan camping-Frans bleek dit wel een schot in de roos. FLEUR bewijst een ware Yé-Yé diva te zijn die haar eigen geluid goed weet te mengen met geluiden die duidelijk geïnspireerd zijn door France Gall en The Beach Boys, met een vleugje Motown. Hedendaagse muziek die perfect is voor iedereen die geen genoeg kan krijgen van de sound of the sixties.  

Internationale allure van MAXINE

3FM Talent MAXINE is een songwriter die ondertussen ook onder haar eigen naam muziek uitbrengt. MAXINE schreef eerder al voor artiesten als Maan, Son Mieux en Roxanne Hazes. Ze merkt op dat songwriters hard moeten werken, omdat ongeveer vijf van de 100 geschreven liedjes daadwerkelijk worden uitgebracht. Dat harde werken wierp eerder in 2021 al vruchten af in de vorm van het album Minor felt Major met exclusief Engelstalige nummers over vergane liefde. Dit album had al succes in Nederland, maar ook buiten de grenzen. Zo werd het al geprezen door internationale artiesten, waaronder Max Martin. Tegenwoordig kunnen we van MAXINE zowel Engelstalige als Nederlandstalige popmuziek verwachten met een flink meezinggehalte, zoals te horen is in het nummer ‘Veel Meer Pijn’. 

 Naast de nummers van flut., FLEUR en MAXINE staan er nog een hoop andere prachtige hits op jullie te wachten in 8WEEKLY’s nieuwste playlist:  

  • Death04 – Klangstof 
  • JE MAG BEST WETEN DAT IK NOOIT AAN JE DENK – Fred Goverde 
  • Home – KUZKO 
  • Dan Maar Dansen – flut.  
  • Teugels – Linde Schöne 
  • Listen -Banji 
  • Rug Busters – Personal Trainer 
  • Le Capharnaüm – Fleur 
  • TalkieWalkie – Banji 
  • Laat Me Los – S10, BLØF 
  • Wandelen – flut. 
  • Te druk voor liefde – MEROL 
  • Besoin de Personne – Fleur 
  • Niets Tussen – Froukje 
  • This Is Happening – 4B2M 
  • Crawl in Pieces – Beachdog 
  • Ik ben een sukkel – Lucky Fonz III 
  • Gemengde signalen – MEROL 
  • Stilte Na De Storm – The Kik 
  • Gebakje – Fokko 
  • Erase – Greener Grass 
  • Garden Party – Tip Jar 
  • Swords Up In The Air – Beachdog 
  • Strange Again – The Vices 
  • Stupid – MY BABY 
  • Crossroads – Knight Area 
  • Geluksmomentje – Fokko 
  • Watching You Sleep – LAVALU 
  • Ik Zie Ik Zie – WIES 
  • Vrijheid, Gelijkheid, Zusterschap – Sophie Straat 
  • I Had a Name – The Vices 
  • Earth Sick – POM 
  • Wie Wil Je Zijn – Eva van Manen 
  • Bagagedrager – Spinvis 
  • Numbers Up – De Staat 
  • Easy Going – Mood Bored 
  • Veel Meer Pijn – MAXINE 
  • Calling – Elephant 
  • This Is The Moment – Son Mieux 
  • Een Beetje Liefde – Thijs Boontjes 
  • Lost In The Moment – Blanks 
  • Shine On – Orange Skyline 
  • Astro TV – Poodle 
  • Depression Dance – Wasted Youth Club 
  • Lola – FIEP 
  • I’m Staying In Bed Today – Bongloard 
  • Toki Doki – Aili 
  • Wrecking Bed Postst – Black Box Revelation 
  • Good day – blackwave. 
  • Must Have Been New – dEUS 
  • Idiot Paradise – DIRK. 
  • The snakes – Kids With Buns 
  • Quiet – Marble Sounds 
  • Mon amour – Stromae, Camila Cabello 
  • In Limbo – Intergalactic  

 

 

Film / Serie

Het waardige zusje van Game of Thrones?

recensie: House of the Dragon

House of the Dragon speelt zich 172 jaar voor de geboorte van Daenerys Targaryen af. Huis Targaryen wordt uiteengescheurd wanneer een familiestrijd losbreekt: er is een opvolger nodig voor koning Viserys. Het gevolg? Een bloederige burgeroorlog. Is deze prequel een waardige opvolger van Game of Thrones?

Het conflict begint wanneer er geen duidelijke opvolger is voor koning Viserys. Een meer waarheidsgetrouwe naam voor het conflict zou zijn Team Rhaenyra (zijn eerste dochter) versus Team Alicent (moeder van zijn tweede zoon) zijn. Beide partijen zijn bekend onder stoerdere namen, te weten The Blacks en The Greens.

Nieuwe cast belooft veel goeds

Er zitten veel tijdsprongen in de serie. Gedurfd, want op het moment dat je net gewend bent aan Milly Alcock (Rhaenyra) en Emily Carey (Alicent), worden ze vervangen door oudere versies van henzelf: Emma D’Arcy en Olivia Cooke. Tussen de beide gecaste actrices van Rhaenyra zitten veel gelijkenissen. Je krijgt hierdoor echt het gevoel dat je het personage ziet opgroeien. Cooke (28) in de rol van Alicent lijkt echter een verkeerde keuze in casting. De acteurs die haar kinderen spelen zijn 27 en 25. Ze is dus maar één jaar ouder dan haar medespelers, maar vertolkt de rol van hun moeder. Dit maakt het leeftijdsverschil op het witte doek ongeloofwaardig.

Als acteur speelt Paddy Considine (Peaky Blinders) vaak duistere en gevaarlijke personages. Maar zijn rol in House Of The Dragon is die van de goede, plichtsgetrouwe koning. De uitvoering van Considine is in aflevering acht hartverscheurend, (spoiler alert!) wanneer we hem met zijn laatste adem de troon zien beklimmen. Terwijl hij de troon bereikt, staan The Greens aan de zijkant van zijn gemaskerde, door ziekte geteisterde gezicht. The Blacks bevinden zich juist in het gezichtsveld van Viserys, samen met hen die van hem houden. Zo’n klein detail tilt de aflevering uiteindelijk naar een hoger niveau.

Matt Smith (The Crown), speelt de rol van Daemon, de broer van Viserys. Smith is de perfecte acteur om een gelaagd en onvoorspelbaar personage neer te zetten. Hij weet de kijker in te pakken met zijn speelse charisma, maar heeft een plots angstaanjagend randje zoals we dat van de Targaryens kennen.

Veranderingen met genoeg herkenbaarheid

Doordat de prequel ver voor Game of Thrones (GOT) plaatsvindt, zijn er geen bekende gezichten, maar wel te zien zijn de voorouders van Huis Lannister en Huis Stark. De burgeroorlog zorgt ervoor dat leden van deze grote huizen worden gerekruteerd voor hulp. Ingewikkeld wordt het niet, want de serie heeft minder personages en minder verhaallocaties dan GOT.

Sinds GOT te zien was, is het ‘politieke landschap’ in de filmwereld nogal veranderd. De cast bestaat namelijk uit meer acteurs en actrices van kleur. Wanneer actrices D’Arcy en Cooke bij de première worden gevraagd om de serie in drie woorden te beschrijven, antwoorden ze, afzonderlijk van elkaar nog wel: ‘Too many men.’

Goed nieuws voor de GOT fans

Kijkers die fan waren van de muziek van Ramin Djawadi hebben niks te klagen. De openingstitel is dezelfde. De muziek in de serie is voldoende verschillend om fris, maar toch herkenbaar te blijven. Oplettende kijkers horen dat bepaalde noten van het Targaryen-thema in GOT terugkomen in House of the Dragon. Afgezien van een paar extreem donkere scènes die heel snel voorbij zijn, is de productiekwaliteit zoals verwacht – fantastisch, episch en indrukwekkend.

Minder actie, meer emotie

Het eerste seizoen bestrijkt een periode van 25 jaar. De échte strijd moet nog beginnen. Voor sommige kijkers is het verhaaltempo te langzaam. Om de complexe relatie tussen de personages te snappen, is het wel belangrijk om een duidelijke verhaallijn neer te zetten. Anders dan bij GOT focust het script zich wat meer op emotie dan op actie.

Helaas duurt het nog twee jaar voordat we het vervolg kunnen zien. Maar dat is het, gezien de aanloop in het eerste seizoen, meer dan waard!

 

 

Kunst / Expo binnenland

Meesterlijke vrouwen

recensie: Vrouwenpalet 1900-1950, Kunsthal Rotterdam

Sinds kort is de tentoonstelling Vrouwenpalet 1900 – 1950 in haar geheel te zien in de Kunsthal in Rotterdam. Je kon het werk van deze onderschatte groep Nederlandse kunstenaars al eerder bewonderen in Museum De Wieger en Museum Dr8888. Maar nu komen ze eindelijk samen op een wel heel bijzondere plek. Het iconische gebouw van Rem Koolhaas, met zijn verschillende aanzichten, doet helemaal recht aan hun caleidoscoop van stijlen.

De tentoonstelling zelf is ook niet mis en telt een collectie van wel honderd werken. Bezoekers maken kennis met verschillende kunststijlen zoals luminisme, kubisme, expressionisme, cobra en abstract expressionisme. Aan bod komen bekende en minder bekende kunstenaars, onder wie Charley Toorop, Jacoba van Heemskerck, Else Berg, Lou Loeber, Alida Pott, Anna Sluijter en Lemmy van Hoboken. Welke keuzes hebben zij gemaakt en welke wegen hebben zij vrijgemaakt voor de generaties na hen? Je ontdekt het allemaal in deze prachtige reis door de tijd.

Spraakmakende kunst

Bij binnenkomst valt direct de uitgebreide verzameling modernistische kunstwerken op. Allemaal hebben ze hun eigen unieke karakter en vertellen ze iets over de tijd waarin ze zijn gemaakt. Zo bestaan de schilderijen van Jacoba van Heemskerk en Pau Wijnman uit kleurrijke, abstracte vormen, waarin de zichtbare werkelijkheid bijna is verdwenen. En ook de krachtige gebeeldhouwde koppen van Charlotte van Pallandt en de sculpturen van Lotti van der Graag laten zien dat deze kunstenaars van de norm durfden af te wijken. Aandacht voor sociale misstanden is bij veel van deze vrouwen dan ook een terugkerend thema. Charley Toorop en Anneke van der Feer leggen in hun werk het harde arbeidersbestaan vast en Nola Hatterman stelt in haar werk het zelfbewustzijn en de emancipatie van de Zwarte mens centraal.

Het is tof om te zien hoe deze vrouwen met de heersende normen willen breken en zich afzetten tegen het idee dat vrouwen enkel als hobby ‘lieflijke’ onderwerpen kunnen schilderen, zoals landschappen en stillevens. Vrouwen krijgen pas vanaf 1871 toegang tot kunstacademies en het zal daarna nog vijfentwintig jaar duren voordat zij naar naaktmodel mogen schilderen. Maar ondanks deze beperkingen weten veel vrouwen hun plek te veroveren tussen de mannelijke kunstenaars.

Reizen

Charlotte van Pallandt, Vrouwentors (1930), brons, Collectie Museum De Wieger

Veel van de kunstenaars uit de tentoonstelling reizen naar het buitenland – waaronder Parijs – waar ze meer vrijheid ervaren dan in Nederland. Ze doen hier nieuwe contacten op en er is meer ruimte voor het experimenteren met nieuwe stijlen. Dit zie je onder andere terug in het werk van Karin Kluth die tijdens een studiereis in 1927 verliefd wordt op de veertien jaar oudere Rotterdamse kunstenaar Ernst Leyden. De twee vertrekken een paar jaar later wegens oorlogsdreigingen naar New York waar ze zich ontpoppen tot schilders van de high society. Vanaf dan schildert Karin niet alleen, ze ontwerpt ook mozaïeken, tafels en lampen en illustreert voor tijdschriften als Vogue en Harper’s Bazaar. Een van haar werken die direct in het oog springt is het portret van de Amerikaanse beroemdheid Gloria Vanderbilt (1941). Karin schildert haar in een glamoureuze pose omringd door vlinders en een jongetje dat waarschijnlijk de god van de liefde symboliseert. Echter lijkt hij, gewapend met alleen zijn pijl en boog, naar beneden te vallen. Wat mogelijk op liefdesproblemen duidt.

Al met al is Vrouwenpalet een veelzijdige en interessante verzameling van voornamelijk schilderwerk en beeldhouwkunst. Wie geïnteresseerd is in het leven en gedachtegoed van vrouwelijke avant-garde kunstenaars uit de periode 1900 – 1950 wacht een mooie reeks aan verborgen kunstschatten. De kunstwereld was en is een mannenbolwerk, maar deze vrouwen bewijzen dat er zonder vrouwen geen vooruitgang mogelijk was geweest.

Theater / Voorstelling

Absurd sketchcabaret op hoog niveau

recensie: Todesangstschrei - Rundfunk

Na meerdere malen uitstel om bekende redenen, is het eindelijk zo ver: Rundfunk vervolgt hun tour van de voorstelling Todesangstschrei. Het sinistere thema ‘de dood’ speelt de hoofdrol in dit sketchcabaret, maar toch valt er meer dan genoeg te lachen om de absurde karakters en situaties.

Het duo Rundfunk, bestaande uit Yannick van de Velde en Tom van Kalmthout, verwierf in 2015 in razendsnel tempo grote bekendheid door hun gelijknamige komedieserie. De woorden “Jullie hebben allemaal een onvoldoende!… Behalve jij!” die Pierre Bokma als de illustere leraar Duits uitsprak, hebben onder twintigers een cultstatus verworven. Yannick en Tom hebben sindsdien niet stilgezeten. In 2017 trokken zij de theaters in met hun debuutprogramma Wachstumsschmerzen (groeipijn) bekroond met de cabaretprijs Neerlands Hoop in 2018. Todesangstschrei (doodsangstkreet) is volgens de heren van Rundfunk de logische opvolger op hun eerste voorstelling. Nadat je groeipijnen zijn overwonnen en je eindelijk op eigen benen staat, kijkt immers je leven lang de onvermijdbare dood over je schouder mee. Is Todesangstschrei net zo goed als hun debuut?

Sketchcabaret in hoog tempo

Kalmthout en van de Velde beheersen hun kenmerkende stijl, het absurdistische sketchcabaret waar ze in Wachstumsschmerzen mee debuteerden, tot in de puntjes. Gekleed in matching truien en strakke maillots nemen de twee mannen een scala van verschillende personages aan. Het decor is sober, passend bij het donkere thema. Een zwart paneel met alleen een grijze deur zorgt ervoor dat alle aandacht uitgaat naar het duo.

De sketches volgen elkaar in krankzinnig hoog tempo op, van elkaar gescheiden door flikkerende lichten en bombastische operamuziek. Het kan niet anders dan dat het publiek, voornamelijk Millennials en Gen-Z’ers, zich na afloop uitgeput heeft afgevraagd waar het zojuist naar heeft gekeken. De scènes verschillen sterk van elkaar, maar zijn enigszins verbonden door hun gemeenschappelijke thema ‘de dood’. Hierdoor voelt de voorstelling toch als één geheel.

Vieze grappen op niveau

De humor van Rundfunk is gevat, soms flauw, en draait vaak om seks en geweld. Dit alles wordt kundig gemixt met een vleugje maatschappijkritiek. Een voorbeeld hiervan is het terugkerende personage van een vader die na de dood van zijn vrouw zijn puberdochter probeert op te voeden. Tijdens haar eerste menstruatie projecteert hij direct het ‘ongestelde vrouwen zijn boos en onredelijk’-cliché op haar en praat haar, wanneer hij haar betrapt op masturberen, op bizarre wijze een soort elektracomplex aan.

De mannen shockeren het publiek graag van tijd tot tijd, zoals de dans- en circusact in het midden van de voorstelling bewijst. De scène van twee pedofielen die op hun afspraakje wachten in een donker steegje en om de tijd te doden wat keuvelen over het weer, zorgt voor een gevoel van zowel hilariteit als ongemak.

Toch missen sommige sketches de x-factor. Het enige muzikale intermezzo, een rap waarin de karakters reageren op de haat van anderen, mist een goede clou. Vooral als deze rap wordt vergeleken met de briljante gangsterrap van de zevenjarige Rens uit Wachstumsschmerzen. Een ander voorbeeld van een minder geslaagde sketch is de sitcomscène, waarin de lachband stopt met meewerken. Het stuk is origineel wat betreft idee, maar duurt net wat te lang.

Verbazing voor jong en oud

Rundfunk staat garant voor topentertainment, mits de bezoeker harde en soms vulgaire grappen kan waarderen en het moordende tempo kan bijhouden. De korte sketches zijn uitermate geschikt voor het socialmediatijdperk en wellicht daarom zo populair bij de jongere generatie. Toch is Rundfunk ook echt een aanrader voor de wat oudere cabaretliefhebber, vooral voor degenen die het absurdisme, van bijvoorbeeld Jiskefet kunnen waarderen.

Todesangstschrei is een waardige opvolger van Wachstumsschermzen: dezelfde formule, hetzelfde tempo, maar een ander thema. De mannen zorgen voor verwardheid, verbazing en hilariteit bij het publiek door hun voorstelling met een hoge grapdichtheid en absurdisme. Zelfs na afloop van het slotapplaus blijft die verbazing voortduren. Kleine tip: trek oude kleren aan als je op de voorste rij zit!

Theater / Voorstelling

Interactief dilemma met grote consequenties

recensie: Schuld of Onschuld: De Strafmoord

Een lastig dilemma met grote consequenties: moet meneer De Ruiter de gevangenis in voor de moord op Siegert van der Zijl? In het online theaterstuk Schuld of Onschuld: De Strafmoord moet het publiek onderzoek doen en deze vraag beantwoorden.

Een ijzersterk motief

Deze rechtszaak draait om de schuldvraag rondom de moord op Siegert van der Zijl (Waldemar Torenstra). Zijn levenloze lichaam werd aangetroffen in zijn Amsterdamse bovenwoning. Het grote aantal klappen dat Van der Zijl heeft opgevangen met zijn hoofd is hem fataal geworden. Hoofdverdachte Wim de Ruiter, gespeeld door Mark Rietman, heeft een ijzersterk motief: zijn dochter lijkt slachtoffer te zijn in een zedenzaak waar Van der Zijl bij betrokken is. Hij is hiervoor echter vrijgesproken.

Voor de detectiveliefhebbers en true crime lovers

Voor wie graag tv-programma’s als Baantjer en Wie Is De Mol? kijkt of het spel Cluedo speelt, is dit online theaterspel een ideaal tijdverdrijf om de koude wintertijd door te komen. Deelnemers krijgen toegang tot een speciale website, waar van 27 t/m 31 december elke dag meerdere video’s en dossierstukken worden geüpload. De bevlogen betogen van het OM en de advocaat van de beklaagde, maar ook getuigenverklaringen en opnames van gesprekken met 112 moeten kritisch bekeken worden. Op basis hiervan moet het publiek namelijk de volgende vraag beantwoorden: is meneer De Ruiter schuldig of onschuldig? Na het vonnis komt op 2 januari de laatste video online, waar te zien is wat er écht met het slachtoffer is gebeurd. Zo ontdek je als publieksjury of je zojuist een onschuldige de gevangenis in hebt gestuurd of misschien wel de moordenaar te pakken hebt.

Later aansluiten in het spel is gelukkig geen probleem, de video’s zullen t/m 31 januari 2023 online blijven staan. Het enige element dat wegvalt na 2 januari is je mogelijkheid om mee te stemmen op het eindvonnis.

Een grote verzameling BN’ers

Eerdere edities van Schuld of Onschuld, zoals De Kerstmoord en De Droommoord, leken hun sterrencast mede te danken te hebben aan de lockdowns. Door corona waren een groot aantal topacteurs beschikbaar. Voor deze nieuwste editie wisten Stichting TOF en Korthals Stuurman Theaterproducties echter ook een flinke sterrencast te strikken. Zo vertolken Isa Hoes en Roos van Erkel op overtuigende wijze de lastige rollen van echtgenote en dochter van de beklaagde en zien we Jeroen Spitzenberger stralen als de excentrieke buurman. De herkenbaarheid van de deelnemende acteurs is groot en dat verhoogt het speelplezier.

Voor herhaling vatbaar

Louise Korthals en Jan Kooijman nemen voor de vierde keer de rollen van de zakelijke officier van justitie Vera de Rie en charismatische advocaat Jelle Groot Kamerlink voor hun rekening. Tussen de twee is een ware strijd gaande, die door de eerdere edities alleen maar aangewakkerd is. Ze willen allebei graag hun gelijk krijgen en de publieksjury voor zich winnen. Geen van beide acteurs weet van tevoren hoe de vork écht in de steel steekt, de ontknoping op 2 januari zal voor de twee acteurs net zo spannend zijn als voor de deelnemers.

Hierdoor is het goed te begrijpen dat Korthals in een interview aangeeft dat ze zelf graag meeleest op het forum. Deelnemers kunnen namelijk theorieën met elkaar delen en maken goed gebruik van deze mogelijkheid. Wie zich een weg weet te banen door de wirwar aan berichten van anderen, komt tot nieuwe ideeën en inzichten. Details die jou eerder niet opvielen, kunnen door een ander ineens erg belangrijk lijken. Waarom begint buurman Abe Jongeneel (Jeroen Spitzenberger) tijdens zijn getuigenverklaring ineens over het nummer ‘Take Five’ en (waarom) is dit relevant? Daarnaast is er een knipperend fietslichtje wat veroorzaakt zou worden door een kapotte batterij, maar zou het lichtje in kwestie dan niet uit zijn?

De actieve schrijvers op het forum bewijzen telkens weer dat er altijd fanatieke speurders bezig zijn met deze moordzaak en jij niet alleen bent. Dit nieuwe interactieve moordmysterie, Schuld of Onschuld: De Strafmoord bewijst dat dit concept ook zonder lockdown de moeite waard is.

 

Meedoen? Tickets zijn verkrijgbaar via: https://www.schuldofonschuld.nl/

Kunst / Expo binnenland

Leven, werk en vrienden van Mari Andriessen

recensie: Dicht bij Mari Andriessen - Verwey Museum Haarlem

Iedereen kent wel een beeldhouwwerk van de Haarlemse kunstenaar Mari Andriessen (1897-1979) in de openbare ruimte. Of het nu De Dokwerker in Amsterdam is, of het beeld van Cornelis Lely op de Afsluitdijk. Monumentale beelden zijn het, net als zijn verzetsmonumenten in Heemstede, Putten, Enschede en Scheveningen. Andriessen heeft echter veel meer gemaakt: kleine beelden, penningen, tekeningen, schetsen/voorontwerpen, eerst met potlood en houtskool, later ook met balpen. Die tekeningen zijn nu voor het eerst te zien op de tentoonstelling Dicht bij Mari Andriessen in Verwey Museum Haarlem.

Voor alles beeldhouwer

Het zijn mooie tekeningen, daar niet van, maar Mari Andriessen is toch voor alles beeldhouwer geweest. Niet voor niets staat het gipsmodel van De Dokwerker in het hart van de eerste zaal, op een ’bok’ uit zijn eigen atelier, waaruit meer objecten zijn te zien. De teksten in deze zaal gaan in op de manier waarop de beelden technisch tot stand kwamen. Eerst was er een model in de dubbele betekenis van het woord. In het geval van De Dokwerker (1951-‘52) was dat de forse Haarlemse timmerman Willem Termetz die zijn mannetje stond. Dan maakte een technisch specialist een vergroting in gips en tenslotte ging in dit geval bronsgieterij Binder uit Haarlem aan het werk.

Indrukwekkend om te zien is hoe de vorm de inhoud vaak bevestigt. Dat was bij De Dokwerker het geval, maar bijvoorbeeld ook bij het bekende beeldje van Anne Frank (1975) op de Amsterdamse Westermarkt. Op een tekstbordje wordt gewezen op het onrijpe, haast onvoltooid overkomende van de frêle én fiere beeltenis van de vermoorde Anne Frank. De voorstudies die te zien zijn, worden zonder verdere aanduiding getoond, omdat ze eigenlijk voor zich spreken: handen, meisjeskopjes, een cellospeler, moeder en kind.

Brede context

Atelier Mari Andriessen, foto Cor van Weelen

Instructief is de context die wordt gegeven: een stamboom van de kunstzinnige familie Andriessen, de leraar van Mari, Jan Bronner, zijn vrienden, waaronder Godfried Bomans en de beeldhouwer en verzetsheld Frits van Hall en Andriessens enige leerling: Theo Mulder (1928-2017). Hier wordt fijntjes opgemerkt dat prinses Beatrix, die immers ook beeldhouwt, in 1970 bij een bezoek aan Andriessens atelier aanwijzingen van de meester afsloeg. Een meester die overigens lang niet altijd zeker was van zichzelf, en op het eind van zijn leven werd geholpen door zijn leerling Mulder.

Tot de context behoren ook portretten van Mari Andriessen door andere kunstenaars, zoals Willem Hofker (1924) en Otto B. de Kat, die hem vanaf de Tweede Wereldoorlog tot ca. 1978 afbeeldde, een jaar voor Andriessens overlijden. Interessant tenslotte is een foto van de leden van de Haarlemse sociëteit Teisterband, die in de kelder van Café Brinkmann op de Grote Markt bijeenkwam.

Mari Andriessen en Kees Verwey

Interessant is ook Andriessens vriendschap met de kunstschilder Kees Verwey (1900-1995), die net als Andriessen uit een kunstzinnige familie kwam. Naar Verwey is het stadsmuseum in het voormalige St. Elisabeth Gasthuis genoemd. Een museum dat nogal eens van naam veranderde: Historisch Museum (2005), Museum Haarlem (2015) en nu dus als eerbetoon aan de kunstenaar Verwey Museum Haarlem (september 2022). Op de bovenste verdieping is tot 13 februari 2023 de tentoonstelling De stille liefde van Kees Verwey te zien. We kennen zijn schilderijen van exposities in het Frans Hals Museum (locatie Hal), maar het is leuk om de gelegenheid te baat te nemen en nu eens op zoek te gaan naar overeenkomsten tussen het werk van Andriessen en Verwey, afgezien van het materiaal waarmee ze werkten.

Deze overeenkomsten geven zich niet zomaar prijs, maar ze zijn er wel: in de lossere en vrijere toets van de late Verwey en in het vergelijkbare, vrijere, ruimtelijke en zich weinig in details verliezende werk van Andriessen na ca. 1930. Vanaf die tijd was hij niet meer opgesloten in de iconografie van de rooms-katholieke beeldende traditie. Een traditie die onder meer valt te zien in zijn beelden en altaren in wat na de restauratie nu de KoepelKathedraal Haarlem heet (voorheen St. Bavo).

Van Verwey valt een voorjaarsboeket uit 1954 te zien, nog helemaal in klassieke stijl. Dan is er een schilderij uit 1975 waarop hij zijn atelier schilderde, met een sfinxkop. En uiteindelijk ook een vroeg zelfportret dat hij in 1995, het jaar van zijn overlijden weer oppakte. Met portretteren had hij verder niet zoveel, met kijken des te meer. Net zoals Andriessen: goed kijken en het model trachten te doorgronden. Niet altijd tot genoegen van dat model. Maar wel van de kijker op de twee kleine, mooi samengestelde en vormgegeven tentoonstellingen.

 

Boeken / Non-fictie

Wat apen ons leren over gender

recensie: Anders – Frans de Waal

Na boeken over de intelligentie en emoties van dieren, duikt Nederlands bekendste primatoloog Frans de Waal nu in de wereld van gender. Niet alleen laat hij zien dat de apenwereld net zo divers is als de onze, hij toont ook aan dat veel onderzoeken gekleurd zijn door de blik van de wetenschapper.

Wat nou als de bonobo eerder was ontdekt dan de chimpansee, vraagt Frans de Waal zich af in zijn nieuwste boek ‘Anders’ (2022). “Stel je eens voor wat voor fascinerende gevolgen dit had kunnen hebben voor onze ideeën over gender!”

Bonobo’s zijn namelijk vredelievende, gevoelige, seksuele wezens die in groepen leven met een vrouw aan het hoofd. Chimpansees kennen juist een patriarchaal systeem en zijn gewelddadiger. De mens heeft beide apensoorten in de stamboom, toch zijn wetenschappers altijd geneigd geweest om de mens te spiegelen aan de chimpansee.

Het is een van de voorbeelden die De Waal geeft in ons denken over gender. Mensen zijn geneigd om apen als een soort oermensen te zien, die niet beïnvloed zijn door cultuur. Maar, zo toont hij, het ligt er maar aan welke apensoort je als voorbeeld neemt.

Poppen of autootjes

In ‘Anders’ verkent hij in elk hoofdstuk een ander thema. Van de speelgoedvoorkeuren van jonge apen tot de seksuele gewoontes van volwassenen. Zo leren we dat meisjes-apen een aangeboren voorkeur hebben voor poppen en dat jongens-apen juist geïnteresseerd zijn in alles behalve dat, waarmee hij ingaat tegen een populair feministisch idee dat gender enkel aangeleerd is.

Tegelijk laat hij zien dat vrouwtjes-apen ook zelf het voortouw nemen in de voortplanting, waarmee hij juist indruist tegen heersende ideeën over machtsverhoudingen. Als primatoloog heeft hij vrouwelijke apen gezien die ’s nachts stiekem met mannetjes de bosjes indoken. Zij waren duidelijk geen willoos slachtoffer dat simpelweg ‘geïnsemineerd’ wordt door de toekomstige vader.

Natuur of cultuur

Gender, zo laat De Waal zien, is een ingewikkeld samenspel tussen natuur en cultuur. We kunnen veel leren door apen te bestuderen, maar wat je met name leert is met welke bril de wetenschapper naar zijn onderzoeksobject kijkt. Wetenschap is niet altijd objectief, maar vaker juist politiek gekleurd.

De Waal toont zich een uitstekende professor, die de lezer via anekdotes en voorbeelden meeneemt in de primatologie en genderstudies. Hij is een docent die graag vertelt, soms wat afdwaalt in zijn verhalen, maar ook altijd weer op een interessant spoor terechtkomt. ‘Anders’ is een boek vol interessante observaties, die je onbewust meeneemt in je dagelijks leven. Een mooie eye-opener!