Grillig en gevarieerd
Lowlands anno 2007 was massaal. Massaler dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Tegen de zestigduizend bezoekers. Waar voorheen nog lege plekken op het festivalterrein te vinden waren, werd nu elke vierkante meter benut. Toch was het nergens echt vervelend en waren de rijen nooit exorbitant lang, want de puike organisatie had ervoor gezorgd dat alles vlekkeloos verliep, van start tot finish. Lowlands bleek grillig en gevarieerd: matige dagen afgewisseld met de beste programmadag die ik ooit op een festival heb meegemaakt (de zondag), grote verrassingen, maar ook teleurstellingen. Kortom, alles wat een festival goed maakt. Drie dagen gekte met veel caipirinha’s, waarbij de enige chill-plek bestond uit de Oxfam Novib-tent.
Teloorgang Britrock
De vorige editie van Lowlands stond bol van de nieuwe Britse bands, maar dit jaar wordt duidelijk dat de houdbaarheid van deze lichting minimaal is. Het optreden van The Rakes en de meeste andere Britse (gitaar-)bands van Lowlands (Jamie T, The Rifles, The View, Pigeon Detectives, Just Jack) laat de zeer povere staat zien waarin veel van de muziek uit Engeland op dit moment verkeert. Een haast eindeloze stroom van dertien-in-een-dozijn bandjes waarvan de muziek het ene oor ingaat en het andere weer uit. Elke band heeft het op zich wel in zich om een aardige single te maken, maar is niet in staat om ook maar een enigszins boeiend concert of een fatsoenlijke plaat af te leveren. Laat staan een tweede of derde. En elk bandje klinkt verdorie ook nog eens als Arctic Monkeys (die het trouwens wel kunnen; goeie muziek maken) of als Mike Skinner van The Streets, zonder dat ze ook maar een paar procent van het songschrijverstalent van de eerstgenoemden hebben. Inspiratieloze en totaal inwisselbare meuk volgens een haast vast format, en zang met een zwaar accent. Nergens overtuigend, live zelfs nog minder dan op plaat, waar ze er bij vlagen nog wel mee wegkomen. Engeland – Rest van de wereld: 0-1
Singer-songwriter
Op deze editie van Lowlands waren veel acts die min of meer onder het kopje singer-songwriter kunnen worden geschaard, al dan niet uitgewerkt tot een voltallige band. De programmering in dit genre liet zien dat deze scene divers en bloeiende is, en dat er velen zijn wier muziek van hoge kwaliteit is. Innemende en originele persoonlijkheden, met humor en zonder overdreven sterallures die meestal wonderwel wisten om te gaan met het gebrek aan intimiteit dat er altijd is op festivals. En kennelijk hebben evenzovelen naar Jeff Buckley geluisterd, maar dat terzijde. Onder de verrassingen bevond zich Patrick Watson, die vroeg op de zondag wist te imponeren met zijn aanstekelijke mix van Buckley en Coldplay en zelfs in staat was om een toegift af te dwingen bij de festivaldirectie. My Brightest Diamond, alias Shara Worden, bleef mij eveneens meer dan boeien met haar classy verschijning en dito muziek, waarin PJ Harvey, Tori Amos en dezelfde Buckley doorklonken, met een enkel uitstapje naar exotischer oorden zoals Roy Orbison, waarmee ze contact zocht in het hiernamaals via haar Elvis kapsel. Wat een stem!
Patrick Wolf |
Onder het kopje ‘net-niet’, stond Damien Rice, die iets te krampachtig probeerde zijn muziek aan te passen aan het grote podium waarop hij stond. Veel grootser gebracht dan strikt noodzakelijk, hoewel het uiteindelijk absoluut niet slecht was. Alleen net iets te veel overkill. Eenzelfde gevoel had ik bij het optreden van Patrick Wolf, dat grillig was, over the top in zijn verschijning en extravagant in zijn muziek. Toch wist hij mij maar voor een deel te overtuigen met zijn set. Misschien kwam het door het geluid dat bij vlagen beroerd was, maar ik miste hier en daar toch een stukje spanning of verrassing, hoewel het geheel zeker niet beneden peil was.
Dat publieksparticipatie niet altijd een succes is kon je merken bij Devandra Banhart, die een werkelijk afgrijselijk slecht optreden neerzette, dat tot een van de dieptepunten van Lowlands uitgroeide. De meest gare verzameling nummers die ik in tijden heb gehoord. Net of hij een slechte grap aan het uithalen was of de laatste tijd teveel dope gebruikt. Na een aantal nummers, variërend van gare sixties-pop tot oninteressante Santana-reutels betrad ene Rob uit Amersfoort vanuit het publiek het podium om een nummer te spelen. Hij was slecht, maar bijna nog beter dan Banhart. Kun je nagaan! Gelukkig maakte Loney, dear, voor mij een van de absolute live toppers van het afgelopen jaar, redelijk probleemloos de overstap van het clubcircuit naar het festivalterrein. Hoewel het concert enigszins weifelend op gang kwam, wisten ze uiteindelijk toch een groot deel van het publiek voor zich te winnen en zelfs het uiterste te vergen door de verdraaid lastige meezingstukken waarmee ze ons confronteerden. Hoogtepunt: het moment dat Patrick Watson de band kwam versterken. Loney, dear blijft een zeer bijzondere band.
Oude garde
Sonic Youth en Dinosaur Jr. lieten zien dat de houdbaarheidsdatum van klassieke acts uit de jaren negentig en daarvoor nog lang niet verstreken is. Integendeel zelfs. Sonic Youth begon in een samenstelling waar iedere oude indie-liefhebber zijn vingers bij zou aflikken: naast het gebruikelijke viertal, was er versterking van Mark Ibold van Pavement, en J Mascis van Dinosaur Jr. Nee, het kon haast niet beter, want Sonic Youth is en blijft een band die op eenzame hoogte staat in muziekland. Ze hadden met gemak een greatest hits set kunnen spelen, immers veertien studio-albums die allemaal stuk voor stuk goed tot geniaal zijn te noemen, maar kozen voor veel nieuw materiaal en dat toont klasse. En ze hadden gelijk, want het materiaal van de laatste plaat Rather Ripped (Incinerate, Reena) bleef moeiteloos overeind naast klassiekers van onder andere Daydream Nation (Cross the Breeze) en Dirty (100%). Bandquote (nadat er problemen waren met de apparatuur van Kim Gordon): Thurston Moore: “Lee, our shit is breaking down.” Geen reactie… Thurston (met meer nadruk): “Leehee, our shit is breaking down.” Lee Ranaldo: “Yeah, I know. It’s just like when we started…”
Afsluitende act Dinosaur Jr., in oude bezetting, dus ook met – een schijnbaar dronken, of in een soort lompe rock-kick hangende – Lou Barlow, liet zien hoe makkelijk rocken kan zijn. Op veilige gehoorsafstand van de cocon van gitaarversterkers die Mascis om zich heen had opgetrokken, hoorde ik een Dinosaur Jr. in bloedvorm. De geniale combinatie van poppy nummers met melodie en twee-stemmige zanglijnen, die bij vlagen door merg en been snijden door hun rauwe emotie, en onververvalst harde en vette rock. Daar kan menig band van nu een puntje aan zuigen.
Dance
Jaren terug was de dance op Lowlands beperkt tot de Bravo-tent. Weggestopt achterin het terrein, waar nu de Essent-tent staat. Inmiddels hoor je in vrijwel alle uithoeken van Lowlands regelmatig elektronische dansmuziek voorbij komen. ’s Nachts domineert de vierkwartsmaat zelfs, als dj’s de tenten overnemen en tot tot vier, vijf uur ’s ochtends de massa van de campingvelden weg houdt. Overdag en ’s avonds kon je dit jaar kiezen uit live-optredens van oudgedienden als Laurent Garnier, Basement Jaxx en Groove Armada.
Mary Anne Hobbs |
Voor het avontuur moet je als dansliefhebber naar de kleine, intieme X-Ray tent. Onder het bloedhete koepeldak vind je het muzikaal laboratorium van Lowlands, waar de voorhoede van de dansmuziek speelt. Voor je dagelijkse portie grindcore, dubstep of glitchy elektronica kun je hier terecht. X-Ray trekt een grappig alternatief publiek, waaronder veel dreadies, neo-hippies en nerds. En dat mixt prima met de minder excentrieken die de koepel weten te vinden. Een van de beste optredens kwam van Mary Anne Hobbs. De blonde dame is dj voor het roemruchte BBC Radio 1 en ongekroonde koningin van de dubstep, een trage dansmuziekvariant die het in het midden houdt tussen reggae en drum ’n bass. In haar energieke dj-set schakelde ze op en neer in tempi en sfeer, van vrolijke vocale rootsreggae naar diepdonkere dubstep met flubberende bassen en NASA-geluiden. De X-Ray stuiterde op en neer. Zelf gaf Hobbs het goede voorbeeld door wild mee te springen achter de draaitafels.
Een ander hoogtepunt was het optreden op zondag van de Deense technoprins Trentemöller. Vorige maand nog een van de topattracties van het Amsterdamse 5 Days Off-festival. Toen was de verzamelde muziekpers na afloop unaniem laaiend over de kersverse liveshow van de techno-Deen. Al vroegen we ons toen wel af of de mooie, sfeervolle dubtechno overeind zou blijven in de Flevolandse polder. Maar dat deed het. Trentemöller, live bijgestaan door een drummer en gitarist liet een verbluffend gelaagde technoset horen, vol details, mooie melodieën en loeizware baslijnen. Leuk was de knipoog naar zijn muzikale invloeden. Zo integreerde Trentemöller flarden van New Order, Joy Division en Jaydee (Plastic Dreams!) in zijn composities en leek de gitaar van gitarist Simpson gedoopt in een dressing waarin The Cure en andere new wave-helden van vroeger rondzwommen.
Nederlandse bands
Van de Nederlandse bands was ik eigenlijk alleen benieuwd naar de verrichtingen van Adept, die als ik kijk naar de Nederlandse afvaardiging op Lowlands dit jaar, er met kop en schouders bovenuit stak. Niet zozeer qua muziek, die heel aardig is maar nog een tikje te uniform is en nog wat moet groeien. Nee, vooral door hun attitude en originaliteit, die verfrissend is naast het alweer geprogrammeerde Heideroosjes, en de winnaars van de inmiddels wel erg uitgeholde Essent-awards. Acts als Alamo Race Track, Malkovich, Melomanics en Moke, wier muziek stuk voor stuk uitgekauwd en saai is; nergens ook maar enige verrassing of vernieuwing te bespeuren. Adept wist zich buitengewoon goed te weren in de X-Ray. Ze zijn er nog niet helemaal, maar komen er zeker. Dat geldt overigens ook voor C-mon & Kypski, een ander Nederlands lichtpuntje, die op zaterdag de Bravo-tent deden tollen met een spetterende mix van samples, scratches en livemuziek. En aan de rest van de bands in Nederland: een beetje meer ballen en experimenteerdrang zou geen kwaad kunnen. Kijk en leer!
Battles |
Gevestigd versus in wording
Ook dit jaar waren er natuurlijk weer de gevestigde namen die continuïteit moeten geven aan een festival, bands die de laatste jaren zich steeds weer bewezen hebben in het algemeen evenals op eerdere edities van Lowlands. Een groot deel van deze namen liet ik links liggen, enerzijds omdat ik het niet kon verdragen om nog weer een keer een bepaald nummer te horen, zoals Ruby van de Kaiser Chiefs, anderzijds omdat er interessantere dingen te zien waren, zoals tijdens Editors. Op dat moment speelde in de India-tent namelijk de formatie Battles, die het beste optreden van Lowlands van dit jaar gaven en wat waarschijnlijk tot een van de beste optredens behoort die ik ooit op een festival heb gezien. Een absolute sensatie! Battles knarste, stampte en piepte in een mix van analoge en elektronische muziek en wist haar hypnotiserende structuren steeds verder uit te bouwen door telkens weer lijntjes toe te voegen, langzaam opbouwend tot geweldige climaxen.
Interpol deed wat het aan zijn status verplicht was: een mooie show geven met een fijne mix van nieuw en oud materiaal. Gewoon goed. Ook Arcade Fire wist de lijn van vorige edities voort te zetten, met een fraai uitgevoerde set, waarin ik echter wel vond dat het oudere werk veel beter uit de verf kwam dan de nummers van Neon Bible. Ik heb maar een paar nummers Kings of Leon gezien, aangezien ik mijn best deed om nog wat mee te pakken van een uiteindelijk vrij teleurstellend optreden van UNKLE, die niet echt wisten te imponeren met hun darke wave elektronica, maar wat ik zag was degelijk. The Shins maakten met Wincing the Night Away voor mij een van de betere platen van 2007. Ze zijn erg groot in indie-land en zullen uitgetwijfeld uitgroeien tot een der gevestigde namen in de komende tijd (als ze het al niet zijn). Hoewel het optreden degelijk tot goed was en zeker boeide, miste ik live net die klik die ik heb als ik een plaat van ze opzet; de klik die The Shins van een goede in een geweldige band transformeert. Het kwam net niet tot zijn recht in de Grolsch-tent.
Feestmuziek
Even voor de duidelijkheid: feestmuziek is muziek waar het feest op de voorgrond staat en de muziek zelf een enigszins ondergeschikte rol speelt, ongeacht het genre. Als Bonde Do Rolê het antwoord van het Domino label moet zijn op het succes van Sub Pop met CSS, dan hadden ze toch echt even wat langer moeten zoeken dan ze gedaan hebben. Alles aan deze band slaat voor mij de plank volledig mis. De meest belachelijke hype van dit jaar. Zowel live als op plaat zijn de beats totaal fantasieloos, de raps en kreten totaal niet ter zake doende en de geluidkeuzes bij vlagen afgrijselijk. Daar kon zelfs de uitstraling van frontvrouw Marina Vello weinig meer aan redden. Voor mij een van de dieptepunten van Lowlands dit jaar. CSS deed daarentegen gewoon waar het goed in is: op overtuigende wijze een feestje bouwen met hun aanstekelijke campy muziek. Gewoon erg lekker. Onder de feestmuziek viel voor mij ook de muziek van rockers Eagles of Death Metal en Turbonegro, die voor mij beide hetzelfde manco hadden: als je er over de top uitziet moet je er wel voor zorgen dat je muziek dat ook is. Anders sta je wat mij betreft gewoon voor lul. Bij beide bands was de muziek flinterdun en overtuigde voor geen moment. Veel te gewoontjes en braafjes om goed te combineren met hun podiumpresentatie.
Terminaal of in opkomst
Er zijn muziekgenres die (terecht) met uitsterven bedreigd worden en genres die weer sterk in opkomst zijn. De emo-rockers van Funeral For A Friend vielen keihard door de mand en ik mag hopen dat dit de een van de laatste doodsreutels was van een compleet uitgekauwd genre. Op Lowlands was ook veel muziek met Oost-Europese invloeden, variërend van Balkanmuziek, tot muziek met klezmer- en gypsy-invloeden. Met wisselend succes, wat vaak het geval is met minder bekende genres, zoals mij nog bijstaat van de tijd dat wereldmuziek helemaal het ding was. Oi Va Voi wist een heel aardig optreden neer te zetten helemaal aan het begin van het festival en een behaaglijk gevoel achter te laten, met prachtige instrumentele stukken waarin de viool en bas een hoofdrol vertolkten. Little Cow was daarentegen gewoon beroerd te noemen.
Al met al was Lowlands dit jaar alles wat een festival behoort te zijn, een goede mix van oud en nieuw, van boeiend en minder boeiend, van hoogtepunten en teleurstellingen. Ik kan de festivalleiding alleen complimenteren met de keuze van het programma dit jaar, dat gevarieerd, breed en gewoon erg goed was. Bands, acts, lezingen, films, theater en een bomvolle Magneetbar waar je zelf je geluk op het podium kon beproeven. Enig minpuntje: CocoRosie in de theatertent, waardoor het onmogelijk was om nog iets van het optreden mee te pakken, zeker als er zoveel moois speelt.