De gokwereld ontrafeld

Met de legalisatie van online gokwebsites is een doos van Pandora geopend, zo bewijst journalist Michael van Dijk nog maar eens in U heeft helaas niets gewonnen. In zijn autobiografische relaas legt hij haarfijn uit wat er schort aan de Nederlandse wetgeving en handhaving.
Het zou Van Dijk gegund zijn dat hij met een ander verhaal kon debuteren. Het leven van deze getalenteerde jongeman wordt namelijk angstaanjagend snel verwoest door een hardnekkige gokverslaving. Schrijnend is het gemak waarmee de verslaving om zich heen kan grijpen, mede door het grote online gokaanbod. Ongehinderd kan Van Dijk zijn spaargeld erdoorheen jagen. En wanneer Holland Casino hem online dan toch een limiet oplegt, blijkt dat niets minder dan een wassen neus. In het Utrechtse filiaal is Van Dijk meer dan welkom om door te gokken, of – in de woorden van de gokindustrie – te spelen.
Meedogenloze industrie
Deels steekt Van Dijk de hand in eigen boezem; hij blijkt aanleg te hebben voor verslaving. Maar hiermee is de kous voor hem nog niet af. Waarom wordt het Van Dijk en velen met hem zo kinderlijk eenvoudig gemaakt om een onschuldig verzetje compleet te laten escaleren? Van Dijk grijpt zijn eigen verslaving aan als leidraad voor een groter verhaal, namelijk de legalisatie van een tiental online casino’s in 2021 en de ellende die daaruit is voortgevloeid.
Ontluisterend is hoe bar slecht het gesteld is met de verantwoordelijkheid van gokbedrijven. Ze doen weinig tot niets aan het indammen van verslavingen onder hun bezoekers. Het mag misschien nauwelijks verwonderen, gezien gokverslaafden voor het leeuwendeel van hun inkomsten zorgen. Desalniettemin worden hiermee wetten overtreden, zo laat Van Dijk zien. Zo hebben casino’s een zorgplicht en dienen gokkers die in korte tijd grote bedragen verspelen tegen zichzelf in bescherming genomen te worden.
We staan erbij en kijken ernaar
Van Dijk moest diep wegzakken en vervreemdde bijna van vrienden en familie, maar gelukkig weet hij het tij te keren. Sterker nog, hij besluit dat er íets goeds moet komen uit zijn verslaving en schrijft een aanklacht tegen zowel de industrie van gewetenloze zakkenvullers als tegen de overheid die grove steken laat vallen in de handhaving hierop.
De vraag resteert wat dit boek daadwerkelijk in gang zal zetten. Van Dijk mag nog zo zorgvuldig uitleggen wat er schort aan het beleid; helaas is het niets nieuws. Hij hoopt dat zijn uiteenzetting een verandering teweeg zal brengen, maar het huidige kabinet bewijst zijn prioriteiten elders te hebben. Hopelijk kan zijn verhaal dienen als een waarschuwing aan anderen.