Baby Blue
Peter en Marjan lijken aan het begin van Baby Blue gelukkig getrouwd: hij is verzekeringsagent, zij stewardess en samen wonen ze in een nieuwbouwwijk in Almere. Maar de situatie verandert snel als ze nieuwe overburen krijgen: het Britse stel Laura en Ron Wood (een eerbetoon aan de Stones-gitarist met dezelfde naam?). Ron is fotograaf en is vaak weg, even vaak als Marjan, en dus gaat Peter eens wat drinken bij Laura, Laura komt bij Peter eten, van het één komt het ander en een affaire is geboren.
Baby Blue ontwikkelt zich daarna van overspeldrama tot een thriller gemodelleerd naar films als Sleeping With the Enemy en The Hand That Rocks the Cradle, die begin jaren 90 zo populair waren.
Het script van thrillerauteur Tomas Ross is complex maar goed gestructureerd, maar zorgt jammer genoeg nooit voor echte spanning. Twee gegevens – de geschiedenis van Peters ex-vrouw en de verdwijning van een andere vrouw – verlagen het tempo alleen maar en geven het verhaal een bijna fataal gevoel van onrealisme.
Theo van Gogh laat zien dat hij een uitstekende acteursregisseur is met een goed oog: de film ziet er stijlvol uit, met een mooie aankleding en goede cameravoering en Roeland Fernhout is erg goed als antiheld Peter, die moeiteloos beweegt tussen nuchtere Hollandse jongen en sexy verleider en naar het einde toe heel geloofwaardig zelf de touwtjes in handen neemt.