Vriendschap tussen oud schroot
.
Het openingsshot van The Selfish Giant laat een nachtelijke sterrenhemel zien waaronder paarden rustig grazen. Een schoon, haast sprookjesachtig beeld dat in groot contrast staat met de daarop volgende beelden van een grimmig Noord-Engeland, omgeven door troosteloosheid en armoede.
In die omgeving groeien de twee tieners Swifty en Arbor op. De jongens zijn met hun karakter tegenpolen van elkaar: Arbor een opstandig joch met ADHD tegenover de introverte en goedmoedige Swifty. Toch hebben de jongens – al dan niet door hun troosteloze omgeving tot elkaar veroordeeld – een onlosmakelijke vriendschap met elkaar.
Afglijdende toekomst
Vanaf het moment dat de twee jongens met Kitten in aanraking komen, lijkt hun toekomst steeds meer een afglijdende zaak. School past niet meer in het plaatje, geld verdienen met oud metaal wel. En wat wil je, als de deurwaarder ieder moment voor de deur kan staan om inboedel weg te nemen, of je broer je ADHD-medicatie steelt?
Troosteloos Bradford
The Selfish Giant valt met zijn thematiek van armoede en troosteloosheid in het rijtje van sociaal-realistische Britse drama’s van filmmakers als Ken Loach en Mike Leigh. Clio Barnard vond inspiratie voor haar film tijdens het maken van de experimentele semi-documentaire The Arbor (2010), waarin zij het tragische leven verbeeldt van toneelschrijfster Andrea Dunbar. The Selfish Giant speelt zich wederom af in het landschap rond Bradford, een industrieel stadje in het noorden van Engeland. Barnard leerde de twee jonge hoofdrolspelers kennen tijdens het maken van The Arbor; niet voor niets vormt Arbor met zijn naam een verwijzing naar haar eerste film.
Pure vriendschap
Ondanks zijn zware en uitzichtloze thematiek is de film geen asgrauw drama geworden over twee jongens wiens toekomst zich als een donkere wolk over hen uitstrekt. De beelden waarin de jongens hun eerste pogingen ondernemen om oud schroot te vinden hebben zelfs iets komisch – gewapend met een kinderwagen gaan ze de straten af op zoek naar verkoopbaar materiaal. Daarbij geven de bijdehante opmerkingen van opdondertje Arbor (‘I worked my ass off, yeah’ of ‘I’m a fucking scrapman, me’) de film de nodige lucht.
The Selfish Giant vormt met zijn schitterende spel een mooie aanvulling op het Britse sociaal realisme en is inmiddels al met diverse prijzen bekroond. De oprechte vriendschap tussen de twee jongens staat voorop in Barnards eerste fictiefilm. Een vriendschap die door diverse gebeurtenissen onder druk komt te staan, maar nooit zijn waarde verliest. Waarmee het uiterst deprimerende einde, hoe tegengesteld dat ook klinkt, toch nog iets hoopvols krijgt.