Muziek / Album

Vrolijke Schotse koekjes

recensie: 1990s - Cookies

Neem een flinke hoeveelheid sixties rock ’n roll en meng dit met een dosis powerpop. Voeg hier zowel een snufje LCD Soundsystem
als een mespuntje Primal Scream
aan toe. Maak van dit geheel twaalf eenheden van pakweg drie minuten. Het resultaat is een verzameling vrolijke powerpop-liedjes, maar verpakt in een standaard koekjesdoos.

~

Leadzanger Jackie McKeown maakte in, jawel, de jaren ’90 nog muziek met Alex Kapranos en Paul Thomson van Franz Ferdinand. Hun band The Yummy Fur stopte er in 1999 mee en de bandleden gingen ieder hun eigen weg. Van deze samenwerking is op Cookies (op het versnellende refrein van You’re Supposed To Be My Friend na) niks meer terug te vinden. Ondanks dat beide bands opgewekte gitaarpop maken, hebben 1990s langzamere ritmes, geen synthesizers en vooral minder dikke baslijnen in hun nummers dan de heren van Franz Ferdinand.

Ouwe koek

Muzikaal gezien brengen 1990s absoluut niks nieuws. Cookies staat vol voorspelbare ritmes en akkoordenschema’s die we bij veel beginnende Britse bands al eerder hoorden. 1990s onderscheidt zich dan ook nauwelijks van andere hippe Britse bandjes. Het openingsnummer You Made Me Like It zet direct de toon voor de rest van de plaat: makkelijke rijmen, een toegankelijke meezingmelodie en veel herhaling van lalala, oh yeah en more and more maken het liedje heel catchy.

Drugs en seks

~

Helaas klinkt de stem van leadzanger Jackie McKeown bij vlagen mat, zoals op Situation, het laatste nummer van de plaat. Gelukkig wordt McKeowns stem gecompenseerd met hilarische teksten, waarin vaak de woorden ‘drugs’ en ‘fucking’ terugkeren. In het nummer Weed wordt een uitzonderlijk saai persoon aangezet tot het gebruik van drugs omdat hij dan veel grappiger en vrolijker is: “Why don’t you take drugs again? You were never funnier than you were back then“. Ook op Cult Status, waar de draak gestoken wordt met het muzikale sterrendom, is de tekst lekker puberaal: “My cult status keeps me fucking your wife“. Het gevaar van al deze relaxedheid is dat de plaat oppervlakkig blijft.

Nog meer koekjes?

~

De drie heren van 1990s, die eind 2006 nog te zien waren op London Calling, hebben met hun debuutalbum een onderhoudend geheel afgeleverd: de perfecte zomerplaat en zeer geschikt voor cruisen in de cabrio in de zon. De twaalf nummers van Cookies doen allemaal ongedwongen aan, zitten niet te ingewikkeld in elkaar en zijn zeker niet zo pretentieus als de platen van The Fratellis en Kaiser Chiefs. 1990s maken gewoon lekkere no nonsense powerpop. Hopelijk blijft de deksel niet voor lang op de trommel zitten.

Boeken / Fictie

Lezen die haai!

recensie: Steven Hall - Gehaaid

Je moet het maar bedenken. Steven Halls roman Gehaaid heeft nog het meeste weg van een op papier gestelde droom, een nachtmerrie waarin logica en rede ver te zoeken is. De idee achter het verhaal is zo ambitieus en abstract dat de roman gemakkelijk zou kunnen vastlopen in zijn eigen theoretische labyrint. In plaats daarvan speelt Hall het klaar een ongekend intrigerend verhaal af te leveren.

Gehaaid was al voor verschijning een sensatie en veroorzaakte een stormloop op de filmrechten. Het gerucht gaat dat Nicole Kidman zo onder de indruk was van Halls boek dat ze hem persoonlijk belde om te vragen de hoofdpersoon alsjeblieft te veranderen in een vrouw zodat zij de hoofdrol kon spelen. Hall heeft haar verzoek niet ingewilligd. Waarschijnlijk zou een vrouwelijke hoofdpersoon ook minder geslaagd geweest zijn, want Eric Sanderson is nu eenmaal heel overtuigend Eric Sanderson: de wat verlegen onzekere man die op een dag wakker wordt en zich niets meer kan herinneren. In de brief die hij vind wordt hem gevraagd naar ene dokter Randle te gaan, die hem bijpraat over zijn aandoening. Eric lijdt aan een ernstige vorm van geheugenverlies en wordt, volgens dokter Randle, regelmatig wakker zonder enig besef van het verleden en zijn identiteit. De Eric die nu voor haar zit is de elfde Eric na zijn ongeluk, waarbij zijn toenmalige vriendin Clio om het leven kwam. Deze traumatische gebeurtenis heeft er volgens Randle toe geleidt dat Eric een dissociatieve stoornis heeft ontwikkeld die zijn geheugen aantast.

De ludoviciaan

Wat dokter Randle niet weet is dat de eerdere Eric’s de nieuwe Eric ook informatie verschaffen. Zij vertellen hem in een stroom aan brieven en objecten een heel ander verhaal. Een verhaal waarin de ludoviciaan de hoofdrol speelt. Deze conceptuele vis zou jacht maken op Eric’s geheugen en leven van zijn herinneringen. De ludoviciaan is namelijk de agressiefste van alle conceptuele vissen, een zogenaamde apex predator, een roofdier aan de top van de voedselketen. Een conceptuele witte mensenhaai om precies te zijn. In de semiotische zee die de bewoners van deze aarde voortbrengen scharrelt de ludoviciaan zijn kostje van gedachtespinsels, ideeën en herinneringen bij elkaar. Heel af en toe richt hij zich op één persoon; om onduidelijke redenen heeft hij het op Eric voorzien. In een duizelingwekkend avontuur gaat Eric samen met het meisje Scout en zijn chagrijnige, zeer grappige kat Ian op zoek naar meneer Niemand die de conceptuele vissen al sinds jaar en dag bestudeert, wordt hij verliefd in on-ruimte – de verborgen ruimtes in gebouwen en achter muren – en vaart hij met een conceptuele boot op de gevaarlijke buitengaatse wateren om de haai op te sporen en te doden. Maar in de conceptuele wereld is niets wat het lijkt en overal loert gevaar. Wie kun je immers vertrouwen als je jezelf niet eens kent?

Multicomplex

Gehaaid is een zeldzaam briljant boek. Een onmiddellijke cult klassieker die de hype verdient. In een van de vele interviews die Hall gaf naar aanleiding van zijn succesvolle debuut geeft hij aan hoe hij op het idee van de conceptuele haai is gekomen: “Ik dacht na over de bewoordingen waarmee we over taal spreken; ‘stream of consiousness’, ‘flow of words’. Toen begon ik te denken aan taal als een zee en vroeg ik me af welk monster er dan in die zee zou leven.” De haai beweegt zelfs op de pagina’s van het boek, er is een gedeelte opgenomen waarin hij letterlijk van de bladzijden naar het oog van de lezer toe zwemt. De typografische, postmoderne elementen zijn een overblijfsel van Halls eerdere carrière als conceptueel kunstenaar, maar bepalen maar één manier om naar de roman te kijken. Ze doen denken aan bijvoorbeeld Mark Z. Danielewski’s House of Leaves. Gehaaid is echter multidimensionaal en multicomplex. Hall wilde zelf voornamelijk een liefdesgeschiedenis schrijven, maar de roman overschaduwt zijn eigen romantische ambities als metaforische puzzel of thriller. De Engelse editie heeft een voorkant met een Rorschach-afbeelding die naar de psychologie van het verhaal verwijst, voor de oplettende lezer is er zelfs een snufje quantummechanica in verwerkt.

Conceptenzee

Gehaaid werd in recensies onder meer het liefdeskind genoemd van de Matrix, Jaws en de Da Vinci Code, maar vergelijkingen doen de roman eigenlijk geen recht. Halls romanconcept is nieuw, origineel en heel goed uitgevoerd. We bevinden ons in een virtuele cyberpunkwereld, waarin we zwemmen in de zee van de psyche en waar we allerhande diepe en minder diepe stromingen vol met gevaar tegenkomen. Het is een gegarandeerde page-turner waar Freud zelfs lyrisch van was geweest. Enige obstakel op zijn weg naar de status van meesterwerk is wellicht juist het onconventionele karakter van de roman. Niet iedereen zal het boek vatten. Het idee van de ludoviciaan zal voor sommige lezers vaag zijn en een verhaal dat gedragen wordt door de zoektocht naar de conceptuele haai gaat wellicht sommigen boven de spreekwoordelijke pet. Meegaan in het concept is als een duik in het diepe. Als je echter bereid bent te duiken in de conceptenzee die Hall heeft gecreëerd kom je verfrist en aangenaam verrast boven water.

Kunst / Expo binnenland

CBK Rotterdam viert feest!

recensie: Minimum snelheid 25 km per uur

Het Centrum Beeldende Kunst in Rotterdam (CBK), dat in 1982 werd opgericht, viert deze maand haar vijfentwintigste verjaardag. De hele maand mei staat in teken van het jubileum en dat is uiteraard niet onopgemerkt voorbijgegaan. Er worden gedurende deze maand verschillende activiteiten georganiseerd, met als grote uitschieter de jubileumtentoonstelling Minimum Snelheid 25 km per uur. Daarnaast zijn er discussie- en filosofiemiddagen en natuurlijk is er de altijd aanwezige collectie schilderijen die vanaf een paar euro per maand gehuurd kunnen worden. De jubileumtentoonstelling is te zien tot en met 3 juni 2007 en is vrij toegankelijk.

Tot vijfentwintig jaar geleden kon je de coolste auto’s kopen bij autoshowroom Pietersen op de hoek van de Nieuwe Binnenweg en Gouvernestraat. Denk aan een Chevrolet, een Buick of een Cadillac. In 1982 vertrok deze showroom en nam het Centrum Beeldende Kunst haar plek in. De jubileumtentoonstelling gaat terug naar het jaar 1982 om de autoshowroom te herdenken. Ditmaal zijn er echter een heel ander soort auto’s te zien. De grote lichte ruimte van het CBK is gevuld met werken van Atelier Van Lieshout, Barry Berkenbosch, BLOK meubel, Kim Engbers, Olaf Mooij, Helmut Smits en Snodevormgevers. Allemaal hebben ze creaties gemaakt die zijn afgeleid uit de wereld die ‘auto’ heet. De tentoonstelling is al vanaf buiten te bewonderen. Wie de bijzondere werken van dichtbij wil bekijken kan zo naar binnen lopen om de tentoonstelling te zien. Je hoeft geen entree te betalen, alleen de vriendelijke dame achter de balie ‘goedendag’ te zeggen. De tentoonstelling kent gelukkig een duidelijke route en bij elk kunstwerk staat aangegeven wie het heeft gemaakt.

Een opvallend werk dat je meteen bij binnenkomst ziet is de BLOK bike van BLOK meubel. Deze op een stuk speelgoed lijkende motor voor grote kinderen is gemaakt van eikenfineer, heeft een paardenzadel en zelfs een tweed stofje. Verder bevat hij alles wat een echte motor nodig heeft om te rijden: een motorblok, een uitlaat, handremmen en alle andere details. De mensen van BLOK meubel hebben de motor omgebouwd, alle oude en moderne onderdelen verwijderd en er vervolgens een geweldige creatie van gemaakt. Ook het werk van Kim Engbers is bijzonder. Zij heeft diverse autonaambordjes in plastic samengesmolten tot een heus steigerend paard.

Pimp my ride

~


Snodevormgevers heeft het anders aangepakt. Geen snelle auto’s of motoren, maar gewoon een ouderwetse DAF 33 trapwagen, waarin je met vier personen een gezellig tochtje kan maken. Twee personen moeten fietsen, de andere twee kunnen genieten op de achterbank. Het verwarrende is dat je denkt dat het een auto is totdat je binnenin gaat kijken. Dan blijken daar alleen maar trappers te zitten. Hans Wap heeft diverse verkeersborden gepimpt met vogels, vissen of katten. Daarnaast maakte hij cartoonachtige lino-afdrukken op papier. Deze werken, die uiteraard ook te huur te zijn, hebben wel iets weg van de strips van Frank Miller. Van een afstand zag ik het werk van Olaf Mooij, dat een glas-in-loodraam leek te zijn. Toen ik me bedacht dat het om een autotentoonstelling ging, besloot ik het maar eens van dichtbij te bekijken. Daar bleek het volledig van plastic. Niet zomaar plastic, maar geheel opgebouwd uit autolampen. Deze tentoonstelling blijft je verbazen. Ik zou nog maar eens goed bedenken wat je allemaal kunt doen met je auto voordat je hem naar de sloop brengt.

Minifestival

~

Naast de tentoonstelling werd nog een keur aan activiteiten door het CBK georganiseerd. Zo vond op zondag 20 mei CBK Adventures plaats. Dit is een programma voor nieuwsgierige kunstverslaafden die de Rotterdamse kunstwereld van binnenuit willen beleven. Verder startte op donderdag 24 mei TAMTAM, een serie bijeenkomsten voor kunstenaars over diverse onderwerpen die spelen in de Rotterdamse kunstwereld. Op de laatste dag van mei is de première van Beats Van De Binnenweg, de afstudeerdocumentaire van Tenny Tenzer. De toegang tot deze avond is gratis, maar reserveren is verplicht. Naast deze premièreavond wordt er overdag een ‘minifestival’ op de Nieuwe Binnenweg georganiseerd waarbij verschillende muziekgenres worden gecombineerd met beeldende kunst.

Betrokken bij kunststad

Het CBK is nauw betrokken bij haar ‘kunststad’ Rotterdam. Naast de afwisselende tentoonstellingen beschikt de artotheek over meer dan achtienduizend kunstwerken die variëren van schilderijen en bronzen sculpturen tot kunststof objecten. Deze werken zijn met een speciaal abonnement te huur vanaf twee euro per maand voor een periode van maximaal vier jaar. Ook bedrijven kunnen hier terecht voor advies over kunstwerken en het samenstellen van bedrijfscollecties. Tevens heeft het CBK speciale afdelingen voor onder andere tentoonstellingen en kunst in de openbare ruimte. Het CBK is zeker een instelling om in de gaten te houden. Voor zowel de Rotterdammer als de toerist is dit een plek om informatie te vergaren op het gebied van muziek, kunst en cultuur in Rotterdam.

Muziek / Album

De piano in de remix

recensie: Hauschka - Versions of the Prepared Piano

Onlangs bracht hij zijn eerste plaat Room to Expand uit bij het Fatcat label, bekend van Múm, Animal Collective en Sigur Rós. We hebben het hier over Volker Bertelmann, die als Hauschka minimale pianomuziek maakt. Dit jaar bracht hij eveneens een remixplaat uit, met bewerkingen van nummers van zijn album The Prepared Piano uit 2005. Een selectie internationale muzikanten ging met de muziek van dat album aan de slag en dit resulteerde in Versions of the Prepared Piano.

In 2005 bracht Hauschka het album The Prepared Piano uit, waarop de ‘geprepareerde’ piano centraal stond. De piano werd bewerkt met schroeven, stukjes rubber en er werden gitaarsnaren om de pianosnaren heen gewikkeld om zo de conventionele klanken te bewerken. Een klassiek geschoolde componist die van de academische conventies afwijkt, is natuurlijk niets nieuws. John Cage (1912-1992) gebruikte de piano en het begrip compositie al op geheel nieuwe wijze. Een van zijn bekendste werken is 4’33” waarin geen enkele noot gespeeld wordt, en het geluid in de concertzaal de compositie vormt. Opvallend is dat Hauschka na een onconventioneel album de ogenschijnlijke conventionele keuze maakt voor een remixplaat.

Remixers

De minimale klanken van Hauschka dienen bij remixers Barbara Morgenstern en Eglantine Gouzy vooral als basis waarover zij zoetgevooisd zingen. Gouzy kiest daarbij voor additionele elektronica, waar Morgenstern blazers inzet.

Japanners zijn meesters in de ambient muziek en trekken vaak de aandacht met met hun spannende releases. Zo ook op Versions of the Prepared Piano. Nobukaza Takemura gaat met Kein Wort aan de slag en bewerkt dit nummer zodanig dat een gefragmenteerd en sterk bewerkt geluid overblijft. Een geluid dat doet denken aan het werk van Boards of Canada en de rustige momenten in de muziek van Autechre. Takeo Toyama kiest voor een jazzy aanpak en zet zo hetzelfde Kein Wort in een totaal ander kader dan collega Takemura.

~

De muziek van Rachel’s en Kammerflimmer Kollektif is nooit ver weg bij de uitvoeringen op Versions of the Prepared Piano. Vergelijkbaar met deze bands is het mengen van klassieke muziekinvloeden met contemporaine popstructuren en middelen. De ene keer staat de piano van Hauschka centraal en worden er lagen toegevoegd, de andere keer wordt de basistrack gebruikt en tot een drijvende popsong getransformeerd zoals in Things, bewerkt door TG Mauss. De Berlijnse componist Frank Bretschneider kiest net als Nobukaza Takemura voor een experimentele aanpak en bewerkt bijtonen van pianoklanken tot er een geluid overblijft dat ver van het traditionele pianogeluid af staat. Een van de bekendste acts, Tarwater, kiest ervoor om het nummer Two Stones te voorzien van spoken word. Een weinig verrassende aanpak voor zo’n gevestigde naam in het Duitse elektrocircuit.

Onconventioneel

De muziek van Hauschka kenmerkt zich door de minimale aanpak van losse noten, gebroken akkoorden en de boventonen ervan. Dit brengt een zekere verstilde schoonheid met zich mee maar leidt tegelijkertijd tot eenzijdigheid. Op zijn debuutplaat Room to Expand onderving hij dit door gebruik te maken van andere instrumenten en rijkere arrangementen. Op Versions of the Prepared Piano wordt dit probleem opgelost door de verfrissende ideeën van andere muzikanten. Echter, waar gekozen wordt voor een ‘popversie’ van het origineel, ligt de nadruk niet meer op de bewerkte piano en gaat de verstilde schoonheid verloren. Dit album biedt dan ook enerzijds remixen die recht doen aan het origineel, en anderzijds bewerkingen die het karakter uit de muziek halen. Hoe dan ook, Versions of the Prepared Piano is een onconventionele remixplaat geworden. Vooral dankzij de inventiviteit en het verschil in aanpak van de betrokken muzikanten. Het album kan dan ook prima op zichzelf staan, al kan het beluisteren van de originele muziek de plaat extra diepgang geven en dus het luisterplezier verhogen.

8WEEKLY

Eén van Duitslands grootste na-oorlogse schilders overleden

Artikel: In memoriam: Jorg Immendorf

.

De in 1945 in Bleckede (Duitsland) geboren Jorg Immendorf kreeg op de kunstacademie van Düsseldorf onder andere les van vermaard kunstenaar Joseph Beuys. Tijdens die lessen bleek al gauw zijn talent. De grote Beuys was bijvoorbeeld laaiend enthousiast over een schilderij waarin Immendorf de tekst “Hört auf zu mahlen” schreef .

Immendorf zal de geschiedenisboeken ingaan als sociaal bewogen observator en commentator. Hij nam alles wat zich in de maatschappij voordeed in zich op. De kunst beschouwde hij als een weerspiegeling van de beschaving. Hij maakte een diagnose van zijn tijd en voorzag die van snedig commentaar. In het Duitsland van voor de eenwording zag hij vooral veel misbruik van macht, ongelijkheid en armoede, onderwerpen die hij gretig verwerkte in zijn betrokken schilderijen. Door al die misère was hij vrij somber gestemd over het functioneren van de hedendaagse maatschappij. Alleen de kunst zou de geestelijke ontwikkeling kunnen redden. Die ontwikkeling zou leiden tot een menswaardiger bestaan. Juist dat streven naar een menswaardiger bestaan is tot op het allerlaatste moment zijn grootste drijfveer geweest.

Neo-Expressionisme

Café Deutschland, 1984, olie op doek, 285 x 330 cm
Café Deutschland, 1984, olie op doek, 285 x 330 cm

Het persoonlijke verhaal, de eigen ervaring gebruikte hij als uitgangspunt voor zijn vaak grimmige, verhalende schilderijen. Dat deed hij zo voortreffelijk dat hij inmiddels wordt beschouwd als één van Duitslands bekendste kunstenaars van na 1945 en als voornaam exponent van de nieuwe verhalende schilderkunst. Hij is vooral beroemd geworden door zijn portret van toenmalig bondskanselier en vriend Gerhard Schröder en zijn in groot formaat geschilderde serie Café Deutschland (de titel is een verwijzing naar een discotheek in Düsseldorf). De personages die daarin figureren symboliseren het conflict tussen de toenmalige BRD en DDR. Samen met Duitse collegae als Sigmar Polke, Gerhard Richter, Georg Baselitz, Anselm Kiefer en A.R. Penck wordt Immendorf gezien als vertegenwoordiger van de zogenaamde Neue Deutsche Malerei, een Europese stroming die in het Duitsland van de jaren ’70 en ’80 voet aan wal kreeg en sterk geïnspireerd was door het expressionistische gedachtegoed. Kernbegrippen van die stroming zijn figuratie, emotie, geschiedenis, symbolisme, subjectiviteit en oerdrift. In een tijd waarin de minimal art en de conceptuele kunst zegevierden, was het figuratieve, meer op de maatschappij gerichte Neue Deutsche Malerei een bijna exotisch buitenbeentje.

Strijdlustig

Solo, 1988, olie op doek, 200 x 150 cm
Solo, 1988, olie op doek, 200 x 150 cm

Doordat de schilderkunst de afgelopen tijd aan een revival bezig was, kwam ook Jorg Immendorf weer bovendrijven. Zo had hij verleden jaar samen met Jonathan Meese een expositie in De Hallen in Haarlem. Ook was hij met onder anderen Marlene Dumas, Peter Doig, Luc Tuymans en Martin Kippenberger vertegenwoordigd op de driedelige tentoonstelling ‘The Triumph of Painting’ , samengesteld door de beruchte Engelse kunstmagnaat Charles Saatchi. In 2005 besteedde de VPRO aandacht aan de dan inmiddels aan een rolstoel gekluisterde Jorg Immendorf in een uitzending van televisieprogramma R.A.M.
De beelden van Immendorfs fysieke staat waren ontluisterend. Op dat moment werden zijn schilderijen al voornamelijk geschilderd door assistenten. Toch bleef Jorg Immendorf tot het laatste moment strijdlustig. Zo beweerde hij dat democratie in de kunst gelijk stond aan fascisme. Als je het volk zou vragen wat er in een museum moest komen te hangen, zou dat niks dan troep opleveren. Ook wees hij de schilderkunst nog maar eens resoluut van de hand. Kunstenaars moesten direct ophouden met schilderen. “Schilderen was voor hem een vervalsing van een maatschappelijke realiteit die je moet veranderen”. Schilderen heeft weinig invloed op de maatschappelijke situatie, het kan hoogstens bepaalde ‘problemen’ aankaarten en bevragen. Voor de kunstenaar Immendorf was dat niet voldoende. Immendorf vond dat kunstenaars zich moesten bezighouden met politiek en maatschappij. Jorg Immendorf werd slechts 61 jaar oud.

Theater / Achtergrond
special: Stad 8

Stad 8 of: hoe mooi een lelijke wijk kan zijn

Ieder jaar trekt multidisciplinaire werkplaats L’Avventura een Tilburgse wijk in met een ontdekkingstocht langs onontdekte plekjes en culturele hapjes. Aflevering 8 stond afgelopen Pinksteren op het programma. Tegen de duizend mensen wandelden mee door de Noordhoek. Lelijke wijk, zo werd me van tevoren toevertrouwd door een inheemse Tilburgse. Maar zij rekende buiten de neus voor moois van L’Avventura-mensen, en buiten de creativiteit van de jonge meewerkende makers om het voor een avond of vijf nog mooier te maken.

Doken we vorig jaar de straatjes, gaten en hoeken ten oosten van de ringbaan in, dit jaar was het de bomenbuurt ten westen van het kerkhof op de Bredaseweg die we verkenden tijdens de avontuurlijke stadwandeling.

Na een gastvrije ontvangst door de

~


bewoners van het Lindeplein met koffie, thee én originele zeemansliederen van de Rotte Herders gaan we op pad. Dahaag, zwaaien de zangers, de violiste en de Lindepleiners ons uit.

We zijn nog niet onderweg of we duiken een steegje in dat we zonder gids zo voorbij zouden zijn gelopen. Een deur gaat open. Nergens aankomen, kijken met de ogen, is het devies, en vooral goed luisteren. Ook ruiken is hier onvermijdelijk; de lucht van papier en drukinkt komt ons tegemoet. Maar wat toch het meest opvalt terwijl we tussen de pakken papier en drukpersen van drukkerij Gianotten doorlopen, zijn de geluiden die uit de schappen komen en ons omringen. Stemmen, muziek, gelach. Een sprookjesachtige soundscape van Jeroen Strijbos en Rob van Rijswijk die ons doet geloven dat er op deze vrijdagavond ‘gewoon’ wordt doorgewerkt.
Veel tijd om erover na te denken, hebben we niet. We staan zo weer buiten. Om de hoek herkennen we een poster waarvan er ook op het plein al een boel hingen. Erop staat zanger/entertainer Michael van Dun, een Jan Smit-achtige type. Raar, zo’n jongen past toch helemaal niet tussen de hoge kunsten die we vanavond zullen gaan zien? Nou goed, ons niet te veel laten afleiden, want dan missen we de volgende act.

Eigen graf

Hey, die man daar, in dat donkere hoekje naast de kerkhofpoort, die lijkt verdomd veel op stadsdichter Nick J. Swarth. Inderdaad, het is ‘m. Maar niet zoals vorig jaar in een strak pak zijn geliefde Tilburg bewierokend, maar in een overall zijn eigen graf gravend. Hij doet dat aan de hand van een goed opgebouwd en grappig verhaal over een kever; eerst een beestje, dan een auto en vervolgens de redding van de lelijke stad die Tilburg zou zijn.

Nog nagiebelend worden we een kunstgrasveldje op geschoven. Bij de feesttent erop staat een bord ‘Besloten feest’, maar onze gids doet toch een poging ons binnen te sluizen. Niks ervan, eerst een speech, zegt een jongeman bij de tent. Wie het Tilburgse cultuurlandschap een beetje kent, had in de ‘uitsmijter’ meteen Jeroen herkend en kan daar eenvoudig de naam van zijn maatje Leonard bij plakken. Die steekt binnen schutterend een standaardtoespraak af tussen de herrieschoppende feestgangers. Die staan natuurlijk op band, en het zou ook echt iets voor deze ‘Tilburgse absurdisten’ zijn als we nooit binnen zouden mogen. Verrassing, wel dus! Door een dik pak rook tasten we ons een weg naar het podium, waar Leonard onder de sfeervolle glitterbol een oervals lied ten beste geeft.

Optreden afgelast

~

We zijn nog niet de poort uit of er komen fanfarische klanken op ons af. Op de hoek van de straat speelt actieband ‘De Eeuwigdurende Bijstand’ een deuntje over de teloorgang van de sociale voorzieningen in ons land. Hoe actueel hun aanklacht ook is, ze staan ocherrem alleen op de barricades, want anno nu demonstreren we niet meer zoals in de goeie ouwe jaren tachtig. Overigens wordt mijn aandacht wel afgeleid van deze strijdlustige, muzikale lieden, want op een raam hangen posters van zanger/entertainer Michael van Dun: “Optreden afgelast wegens gesloten”. Wat is dat toch? Komen we vast nog achter, want nu is wel zeker dat het bij deze wandeling hoort, dat kan niet anders.

Een paar deuren verder gaan we kruipdoor sluipdoor in een schattig art deco-pandje naar een minuscuul zaaltje. In dit verborgen theatertje Sapperlipopet geeft choreografe en danseres Ulrike Doszmann als een volleerde comédienne een hilarische demonstratie van onvermogen om je in een te krappe lange rok voort te bewegen. Gracieus is anders, hoe ze haar best ook doet…
Het volgende art decopand wat we binnengaan, is ook heel bijzonder. Het is een van de weinige Brabantse voorbeelden van (onder anderen)

~

Rietvelds stroming De Stijl. In de oude bakkerij, vandaag de dag ontwerpstudio, krijgen we een korte lezing over de architectonische geschiedenis van deze wijk. Veel is verloren gegaan, maar genoeg is bewaard gebleven, zo zien we vanavond ook buiten dit schitterende pand.

Van oud naar nieuw

Van oud wandelen we naar nieuw: een groot gebouwencomplex met een betonnen binnenplaats. Tussen de hekken aan de straat en aan het pleintje staan pilaren. In dit wat grimmige, desolate decor geeft T.r.a.s.h.’s Guilherme Mioto een even kort als heftig optreden. Moderne dans van de bovenste plank op live gespeelde vioolmuziek.

Aan de overkant van de straat worden we nogal lomp ontvangen door een stelletje uitsmijters. Gelukkig ligt het er net te dik bovenop om bang van te worden, anders hadden we niet eens binnen gewild in deze Hall of Fame met z’n kitscherige seventies-uitstraling. Een sterk contrast met het bescheiden optreden in een klein, donker zaaltje binnen, waar de Iranese Roya Kashane een onverstaanbaar en toch enigszins begrijpelijk gedicht van landgenoot Afshin Ellian voordraagt over stadsgenootje Marietje Kessels. Dit meisje werd in 1900 misbruikt en vermoord gevonden in een kerk in de Noordhoek en is anno nu inspiratiebron voor weerbaarheidstrainingen van schoolkinderen. Opnieuw een stevig contrast naar het volgende optreden in een belendende, enorme, lichte zaal; skatehall Ladybird. Daar een vet cool optreden van de snelle band Reckless, die wat stuntende skaters passend begeleidt. En op de uitweg een lekker snel stukje tosti van de lieve dames van Heet Brood, qua sfeer vermoedelijk geïnspireerd door Liesje Diemonts cafetaria ’t Hartje.

Wijkcentrum De Boomtak

En dan, voor het hoogtepunt van de avond, over naar wijkcentrum De Boomtak, waar we naast koffie en thee worden getrakteerd op een inhaken-erbijzijn optreden van, jawel, de enige echte zanger/entertainer Michael van Dun. Hij krijgt er de sfeer goed in, maar het moet gezegd dat ie z’n Amsterdams/Volendamse accent best mag vervangen door authentiek Tilburgs – sorry, Goirles.

We gaan naar het einde van de tocht. Met een mp3-speler in de hand en oordopjes in onze oren horen we de geluiden van een bedrijvige stad: verkeer, de kerkklok, een stem die vertelt over het leven. Maar net als de geluiden in de drukkerij aan het begin heeft het een beetje een surrealistisch, magisch sfeertje. Regisseur van De Kwekerij Joris van Midde en componist bij dansgezelschap LaMelis Joost van Dijk hebben een bijzonder tochtje in elkaar gezet. En geloof het of niet, maar hun hoorspel is zo speciaal dat je nauwelijks vreemd opkijkt als je aan het eind van het parkje een echte olifant ziet opdoemen. Wauw, dat is gaaf, zo rond elven in de avond in een

~

donkere stad waar je door alle bijzondere ervaringen al lang de weg kwijt bent geraakt.
De apotheose wordt verzorgd door choreografe LaMelis, die voor haar nieuwste buitenvoorstelling tientallen kwetsbare meisjes in witte jurkjes-met-verpleegsterskruisje hun weerbaarheid laat tonen – de bokshandschoenen spreken boekdelen. In een strakke choreografie op een kleurrijke boksring vechten de allemaal op elkaar gelijkende roboteske meisjes zich een weg door het leven, in harmonie met het futuristische gebouw van de CZ. Later deze zomer staan ze in een langere versie als openingsvoorstelling op een andere demonstratie van Brabants talent: Festival Boulevard in Den Bosch.

Stad 8 zit er weer op. Een bijzonder initiatief, deze culturele stadswandeling. Het theater en zijn liefhebbers ontdekken een wijk waar ze anders nooit zouden zijn gekomen. En aan de andere kant ontdekt de wijk het theater, doordat veel nieuwsgierig geworden buurtbewoners de wandeling meelopen en zo in contact komen met voorstellinkjes die ze anders misschien nooit zouden hebben gezien. Prachtig tweerichtingsverkeer.
En zo heeft creatief Tilburg weer een product dat het beslist verdient te worden geëxporteerd naar andere (makers)steden, net als de maandelijkse proeverijavondjes van L’Avventura in de NWE Vorst die langzaam maar zeker navolging krijgen in het hele land.

Voor informatie over L’Avventura en de theatrale stadswandelingen klik hier.

Theater
special: Positive Sensations

Mode meets dans in Arnhem

Over een aantal dagen is het alweer zo ver! Vanaf 1 juni zal het culturele leven van Arnhem zich een maand lang bewegen rond de jaarlijkse Mode Biennale. Onder de noemer ‘Happy Fashion’ presenteert de Biennale een gevarieerd programma. Mode voert vanzelfsprekend de boventoon, maar er worden ook uitstapjes gemaakt naar andere disciplines, waar dans er een van is.

Acht jonge choreografen van Introdans sluiten zich aan bij beginnende modeontwerpers voor het project genaamd Positive Sensations. Choreograaf/danser Erik Constantin is hiervoor de samenwerking aangegaan met het jonge ontwerpersduo Sjaak Hullekes en Sebastiaan Kramer. Constantin is vanaf 2004 als danser actief bij Introdans Ensemble voor de Jeugd en gooide in 2005 hoge ogen met zijn choreografie Moment of illusion. Hullekes en Kramer studeerden in 2005 af aan de Modeacademie ArtEZ in Arnhem en hebben nadien hun krachten gebundeld in het label Arnheim Fashion.

Belangrijke dag

~


We spreken choreograaf Erik Constantin op een belangrijke dag; over minder dan een uur komen de ontwerpers langs met de proefmodellen en zal er voor het eerst worden gedanst in de nieuwe outfits. Maar echt zenuwachtig is hij niet.” Ik heb de schetsen gezien en ik heb er het volste vertrouwen in dat ze er iets moois van hebben gemaakt.” De ontwerpers laten even op zich wachten, maar wanneer ze arriveren, zijn alle ogen vol spanning gericht op de dansoutfits. Korte shorts met een sportief splitje in de zijnaad en een dubbel, loszittend shirt met laag uitgesneden hals voor de heren en pittige jurkjes met ook een laag uitgesneden decolleté voor de dames. Beide modellen zijn uitgevoerd in donkerbruin met lichtblauwe accenten. Het is even wennen voor de dansers en er wordt vooraf ook volop gefriemeld aan de kleding, maar na afloop van de eerste dansdoorloop zijn er slechts kleine dingen die moeten worden aangepast, zoals een te lange zoom.

“De samenwerking tussen mij en de

~


ontwerpers was geen vanzelfsprekende,” vertelt choreograaf Constantin. “De organisatie van de Mode Biennale kwam op een gegeven moment langs bij Introdans om te praten over welke ontwerpers er mee zouden gaan werken aan het project. We kregen de mogelijkheid om werk van alle acht ontwerpers te bekijken en aan de hand daarvan een eerste en tweede keus op te geven.” En bijna verontschuldigend zegt hij: “Ik moet eerlijk bekennen dat Sjaak Hullekes en Sebastiaan Kramer daar bij mij niet bijzaten. Door moeilijkheden met de planning werd ik uiteindelijk bij hen ingedeeld en ik moet zeggen dat ik er geen moment spijt van heb gehad. Voordat ik ben begonnen met het uitdenken van de choreografie hebben we elkaar een keer ontmoet en we zaten direct op dezelfde lijn. Echt een geluk, want voor hetzelfde geld moet je ontzettend veel compromissen sluiten om tot een goed eindresultaat te komen.”

Gemengd kwartet

“Ik ben heel blij dat de soberheid van de dans terugkomt in de kleding. Eenvoud met een in het oog springend detail.

~

Dat past echt precies bij de choreografie.” En ook al hebben Hullekes en Kramer zich tot nu toe alleen begeven op het terrein van de mannenmode, voor deze co-productie wagen ze zich ook aan kleding voor de andere sekse. “We hebben het er al meteen in het begin over gehad en ze gaven direct aan ook open te staan voor het ontwerpen van vrouwenkleding,” aldus Constantin. Dat kwam goed uit, want de dans zal uitgevoerd worden door een gemengd kwartet; Lotje Gores, Jiska Lieste-Nooijen, Ruben Pit en Erik Constantin die zelf ook mee danst.

Het is voor Constantin niet de eerste keer dat hij zowel in de schoenen van danser als choreograaf staat; sinds zijn eerste choreografie bij het Barcelonese ITDansa heeft hij al meerdere malen beide rollen vervuld. “Tijdens de repetities hebben we zo nu en dan gebruik gemaakt van een understudy voor mijn rol als danser. Het blijft ontzettend moeilijk om, terwijl je zelf deelneemt aan de dans, de afstand te nemen die je als choreograaf nodig hebt om de voorstelling vorm te kunnen geven. Vandaar dat je af en toe buiten het geheel moet gaan staan en de dingen vanaf de zijlijn bekijken.”

Positive Sensations is te zien op 7 (20:00) en 8 juni (16:00 en 20:00), zal op verschillende plekken in Arnhem plaatsvinden en start bij het Museum voor Moderne Kunst. Voor meer info klik hier.

Theater / Voorstelling

Vermakelijke clownerie mist samenhang

recensie: Toneelgroep Oostpool - Alptraum

Alptraum ‘een vrolijke nachtmerrie’ is geschreven door Peer Wittenbols. Deze tekst is een cadeautje voor regisseur Ted Keijser, die dertig jaar in het vak zit. Het is een vermakelijke clownerie waarin vijf clowns verwikkeld raken in verschillende achtervolgingen, zoals alleen clowns dat kunnen. De prachtig vormgegeven neuzen en de kostuums, die als gegoten zitten, geven iets van het karakter van de spelers prijs. Blijft wel dat de toeschouwer het genre op zich moet waarderen, want de misverstanden, de oplossingen en de achtervolgingen zijn des clowns, of zoals het ‘de diersoort clown’ betaamt. Het verhaal, in de vorm van een detective, heeft grappige en ontroerende momenten, maar deze zijn vooral te danken aan de individuele spelers. De onderlinge samenhang tussen de spelers is echter als los zand, waardoor er toch niet meer overblijft dan een clownsnummer.

~


Wanneer clown Django (Servaes Nelissen) zijn drie muntjes bij de bank komt brengen, ziet bankjuffrouw Rosalie (Heidi Arts) hem aan voor overvaller. Tegen wil en dank krijgt hij een plastic tasje met geld en bezittingen mee. Het relaas hierover aan zijn beste vriend Toutou (Remco Melles) verloopt tergend langzaam, loopt over van prachtig vertolkte verbazing over wat er gebeurt is, maar bereikt dan toch een verrassende clou: Rosalie valt flauw nadat Django haar met drie kussen bedankt. Uit deze nachtmerrie (Alptraum), dient Django zich te redden. Geen gemakkelijke opgaaf wanneer je clown bent, want de andere ‘soortgenoten’ begrijpen alleen een letterlijke uitleg. Dan is daar ook nog Rosalie die haar zinnen zet op een kindje van Django.

Op hoge hakken, met brede heupen en vette haartjes is Rosalie een clown in een midlife crisis. Ze snakt naar liefde en schreeuwt de eenzaamheid van haar af. Een gemiste kans dat haar intense uithaal juist op de uitgekauwde muziek over een clown moet plaatsvinden. De ontroering die op de loer ligt, glijdt hiermee hard onderuit. Rosalie blijft echter in haar morsige en mopperende rol, waarmee ze sympathie weet te wekken. Het verhaal wordt bijeengehouden door De Verslaggever (Olaf Mamberg) die op enthousiaste wijze verslag doet van de verwikkelingen, maar vaak genoeg ook zelf een rol hierin heeft. Zijn snelle praten met grote ogen en schokkerige bewegingen brengt vaart en spanning in het verhaal.

~

Ongewervelde dieren

De eenvoudig maar doeltreffend vormgegeven kubus van hout en karton op het toneel heeft veel gezichten. Het is een toverbox, waarin Django nog probeert zich aan zijn achtervolgers te onttrekken. Het is een achtervolgingskist waar iedereen in en uit gaat. Maar dan is het toch tijd voor ‘de daad’ . Alleen blijkt dan dat de seksuele voorlichting aan de clowns opgehouden is bij de paringsgewoonten van de ongewervelde dieren. En dan is de doos ineens een jampot; stop ze erin, sla wat gaten in het deksel en dan komen de kindjes vanzelf. Wanneer dat toch niet het gewenste effect heeft en zelfs de raad van De Verslaggever niet helpt, is het tijd voor een taart. Niet zo’n grote, want ‘hoe kleiner de taart, hoe kleiner het meisje dat er uit springt’. Er ontstaat een mooie ontlading wanneer de truc met de taart lukt.

Het is duidelijk dat alle acteurs van Alptraum veel moeite hebben gedaan zich hun rol eigen te maken: het zijn clowns met een identiteit. Wanneer ze elkaar ook daadwerkelijk als soortgenoten gaan zien, is het vast mogelijk dat ook over te brengen aan het publiek.

Alptraum is te zien tot en met 28 juli en van 27 september tot en met 22 december 2007 in diverse theaters in het land. Ook in 2008 is deze voorstelling nog te zien. Voor meer informatie en de speellijst: www.oostpool.nl

Muziek / Album

De vijf gezichten van Tori Amos

recensie: Tori Amos - American Doll Posse

Tori Amos probeert met haar teksten een vlam aan te steken bij iedereen die het wil voelen. Op haar nieuwe conceptplaat American Doll Posse, laat de singer-songwriter meer dan ooit haar uitgesproken mening horen en biedt ze een zeer afwisselend geluid.

Amos opent met de politieke protestsong Yo George! en geeft daarmee een persoonlijk commentaar op de Amerikaanse president. De boodschap is duidelijk. Dat geldt voor meer songs. Haar cryptische songteksten waarbij religie, seks en emancipatie grotendeels centraal staan, laten minder aan de verbeelding over op haar negende studioplaat.

~

Waren haar voorgaande albums The Beekeeper en A Scarlet’s Walk soms wat zweverig, American Doll Posse is recht voor zijn raap. Dat heeft te maken met de vijf centrale archetypische vrouwenpersonages die verwijzen naar oude Griekse godinnen met ieder hun eigen verhaal. In elk nummer is een ander karakter te horen; de een is een idealist, die geen blad voor de mond neemt, de ander is een échte vrouw, die hunkert naar sensualiteit. Amos probeert met deze personages duidelijk te maken dat iedere vrouw, hoe verschillend ook, haar eigen beeld heeft van vrouwelijkheid en emancipatie, en op welke wijze ze probeert iets te bereiken in het leven.

Personages

In muzikaal opzicht levert Amos meer diversiteit, omdat de verschillende personages ieder een eigen sound hebben. De strijder, ExpiraTORIal Pip, verwijst naar Athene. Ze klinkt rauw en hard in pittige rocksongs als Teenage Hustling en zingt een krachtig duet met de sensuele Santa, die verwijst naar Aphrodite (Body and Soul). Amos bewijst wederom dat ze naast prachtige pianocomposities als Father’s Son, Girl Disappearing en Dark Side of the Sun prima uit de voeten kan met een scherper bandgeluid, zoals eerder op The Choirgirl Hotel (1998) te horen was. De tempi en sfeer zijn ook afwisselend.
Het album duurt echter wel te lang. De 23 composities (bijna tachtig minuten!) zijn niet allemaal van dezelfde klasse en dat doet de aandacht van de luisteraar verslappen. Toch biedt American Doll Posse absoluut tekstuele en muzikale kwaliteit van de bovenste plank en klinkt Amos fris, avontuurlijk, en geëmancipeerder dan ooit.

Op 3 juni staat Tori Amos in de Heineken Music Hall in Amsterdam. 8WEEKLY zal hiervan verslag doen.

Film / Films
recensie: Zwartboek (Special edition)

Aan het ambitieuze, grootschalige en soms omstreden filmproject dat Zwartboek heet zijn al vele pagina’s tekst gewijd. Op de recent uitgekomen special edition-dvd nemen de mensen achter de film in hun audiocommentaren en de twee uur durende extra’s ruimschoots de tijd om zelf een boekje open te doen over deze geschiedenis schrijvende film.

Op de voorkant van de special edition van Zwartboek prijkt de zin “Meer dan 1.000.000 bioscoopbezoekers”. Ik was niet één van die miljoen mensen die stonden te trappelen om Paul Verhoevens eerste Nederlandse film in meer dan twintig jaar te gaan bekijken. Ik ben niet dol op oorlogsfilms, en van de meeste Nederlanse films die de afgelopen jaren veel publiek trokken heb ik ook al niet zo’n hoge pet op. Veel fans zullen nu direct over me heen vallen, want Zwartboek zou toch juist afrekenen met WOII-filmclichés? En met zo’n enorm budget en zulke ervaren makers wordt de lat voor de Hollandse film toch een stuk hoger gelegd?

Na de eerste keer kijken was ik echter niet razend enthousiast; hoewel de film visueel erg indrukwekkend is en er sterk geacteerd wordt, vond ik het toch teveel actie en sensatie, teveel onwaarschijnlijke plotwendingen, en teveel typisch Hollandse blote borstenshots. Ook bepaalde dialogen en oneliners (“Die meid die maken we af. Hoe dan ook waar dan ook wanneer dan ook”) vond ik tenenkrommend.

Geschiedenisles

~


Met lichte tegenzin startte ik het audiocommentaar van scenarioschrijver Soeteman, hopende dat hij wat duidelijkheid zou kunnen verschaffen over bepaalde scènes en personages die ongeloofwaardig overkomen. Dat kon hij. Door Soetemans uitleg werd duidelijk hoeveel van de gebeurtenissen in de film op ware feiten gebaseerd zijn; zelfs de meest onwaarschijnlijke. Zo vertelt Soeteman dat het in werkelijkheid voorgekomen is dat de Duitsers vlak na de capitulatie hun eigen mensen mochten terechtstellen. Ook zijn de meeste personages gebaseerd op mensen die echt bestaan hebben; zelf het personage van Johnny de Mol, dat gemodelleerd is naar een verzetsstrijder die alleen kon schieten als het potentiële slachtoffer begon te vloeken.

Deze waargebeurde, maar ongelooflijke situaties lijken alleen onwaarschijnlijker doordat ze zo herschikt zijn dat ze plaatsvinden in één jaar uit het leven van één persoon: het personage van Carice van Houten. Soetemans uitgebreide commentaar komt aardig in de buurt van een geschiedenisles, maar dan wel een zeer interessante. Bovendien kun je ook het één en ander opsteken over filmmaken in het algemeen; uit Soetemans commentaar blijkt hoe doordacht bepaalde visuele en muzikale elementen zijn, en hoezeer de makers hierbij met ironie hebben gespeeld. Eigenlijk is het jammer dat deze details soms ondergesneeuwd raken door de actie in de film.

Toegevoegde waarde(n)

Meer informatie over de opnames biedt Paul Verhoeven in zijn audiocommentaar. Soms zit er veel overlap tussen zijn commentaar en dat van Soeteman, maar zijn onthullingen over de meer technische kant van bijvoorbeeld de opbouw van bepaalde scènes heeft zeker een toegevoegde waarde. Verhoeven besteedt meer aandacht aan digitale manipulatie, special effects, en de keuze voor bepaalde acteurs en locaties. Ook zijn eigen filmstijl blijft niet onbesproken. Uit beide audiocommentaren blijkt het enthousiasme van de makers, die al enkele decennia rondliepen met plannen voor deze film en veel moeite hebben moeten doen om het project gerealiseerd te krijgen. Ook de ideologische ondertoon van de film komt naar voren, doordat ze verwijzen naar de venijnige aard van de mensen in oorlogssituaties, die altijd weer de kop op kan steken. De korte anekdotes over de eigen oorlogservaringen van Verhoeven en Soeteman maken het geheel nog persoonlijker.

Het houdt nooit op

~


Behalve de audiocommentaren biedt de dvd verschillende extra’s, waarin veel verschillende mensen aan het woord komen, zowel van de cast als van de crew. Behalve de standaard “…is-zó-getalenteerd” uitspraken en de herhaalde uitleg van de plot, zijn er gelukkig ook nog echt leuke fragmenten die tijdens het filmen gemaakt zijn. Zo zie je bijvoorbeeld Van Houten en Reijn in witte badjassen en grote winterlaarzen hun zang- en dansscène oefenen, terwijl Verhoeven even voor enthousiaste Duitser speelt. Erg vermakelijk is ook een fragment waarin Verhoeven aan zijn acteurs voordoet hoe je zoal kunt spelen dat je neergeschoten wordt: hevig schokkend achterover vallend, maar ook ‘heel normaal’ langzaam in elkaar zakken. Verder kom je meer te weten over personages, locaties, en props. Opvallend hierbij is het gedeelte shit happens, over het ontstaan van de poepscène. Tot de extra’s behoren ook een reeds uitgezonden aflevering van De wereld draait door die geheel in het teken stond van Zwartboek, en beelden van de première op het filmfestival in Venetië. Het leuke hieraan zijn bepaalde uitspraken en anekdotes van de acteurs en de makers over elkaar, zoals Soetemans uitspraak: “Paul is zo Nederlands als een Edammer kaasje” en Sebastian Kochs vertolking van het nu al legendarische zinnetje “Houdt het dan nooit op!?”.

Nog net niet gehersenspoeld na uren extra’s en audiocommentaar moet ik toch bekennen dat deze mijn waardering voor de film hebben vergroot, doordat het geheel toch beter uitgedacht is dan aanvankelijk het geval leek. De special edition van Zwartboek is dus niet alleen interessant voor liefhebbers van de film, maar zeker ook voor sceptici zoals ik.