Boeken / Fictie

Een Engelse familietragedie

recensie: Jonathan Coe (vert. Cecilia Tabak) - De regen voor hij valt

In zijn nieuwe roman slaat de Engelse schrijver Jonathan Coe een geheel nieuwe weg in. Werden zijn vorige romans gekenmerkt door satire, politiek en experiment, met De regen voor hij valt duikt Coe het huisvrouwenbestaan in en schurkt hij op het einde zelfs tegen tranentrekkende sentimentaliteit aan. Maar een goed boek blijft het.

Wie De regen voor hij valt zou lezen zonder de naam van de auteur te kennen, zou niet op het idee komen dat het een roman van Jonathan Coe betreft. De lezer zou er waarschijnlijk van overtuigd zijn dat het werk geschreven is door een vrouw. Zowel het onderwerp en de personages (bijna allemaal vrouwen) als de sfeer die het verhaal vanaf de eerste zinnen kenmerkt doen denken aan een echt ‘vrouwenboek’. Dat maakt de breuk met het voorgaande werk van Coe alleen maar bewonderenswaardiger; weinig schrijvers zijn in staat zichzelf zo te vernieuwen. En misschien kunnen ook weinig mannen zich zo verplaatsen in drie generaties vrouwen.

Cassettebandjes
Gill, een moeder van middelbare leeftijd, moet zich na het overlijden van haar tante Rosamond over de nalatenschap ontfermen. Rosamond is thuis gevonden met de pick-up nog aan en een microfoon op schoot, Alsof ze zich in haar laatste ogenblikken aan een karaoke gewaagd heeft. Al snel wordt duidelijk dat de microfoon gebruikt is voor het inspreken van een viertal cassettebandjes. De tapes zijn bestemd voor een vrijwel onbekende erfgename, Imogen. Alleen in het geval dat Gill deze vrouw niet kan opsporen, mag ze zelf de bandjes afluisteren, en het is de weerslag van deze luistersessie die het hart van de roman vormt.

Imogen is de kleindochter van Rosamonds nichtje Beatrix en zij is op haar derde blind geworden. Haar gruwelijke familiegeschiedenis heeft ertoe geleid dat Imogen onvindbaar is. Maar daar gaat Rosamond niet vanuit en als deel van de erfenis heeft ze, alsof Rosamond Imogen alsnog een gezellig samenzijn wil aanbieden, Imogens geschiedenis aan de hand van een reeks foto’s op de bandjes gezet. Het is, zoals dat zo vaak is met goede ideeën, een even eenvoudige als geniale vondst van Coe om zijn verhaal op deze wijze vorm te geven. De beschrijvingen van de foto’s zijn secuur en scheppen een beeld van een halve eeuw Engelse geschiedenis, zonder nadruk op de grote namen en gebeurtenissen. Bovenal bieden ze Coe de mogelijkheid om de vertelling een door de ouderdom ingegeven beschouwende, wat afstandelijkere aard mee te geven, zodat de familietragedie er nooit te dik bovenop komt te liggen.

Dat is maar goed ook, want het zou al snel te veel kunnen worden. In de Tweede Wereldoorlog wordt Rosamond geëvacueerd naar het platteland, naar haar oom en tante. Daar ontmoet ze nichtje Beatrix en een levenslange vriendschap lijkt geboren. Beatrix gaat echter gebukt onder de ijselijke terreur van haar moeder en dat ontwricht haar leven op tal van manieren. Ze raakt op jonge leeftijd zwanger, moet trouwen, maar scheidt ook snel weer, vindt andere mannen en behandelt tussendoor haar dochter Thea al even gruwelijk als zij behandeld werd. Rosamond is er getuige van hoe Beatrix Thea met een groot mes te lijf wil gaan. Deze geschiedenis herhaalt zich, met soms bijna te nadrukkelijk gezochte parallellen, tussen Thea en haar dochter, Imogen. Rosamonds rol hierin is die van gedwongen toeschouwer, onmachtig als ze is tegenover het geweld van de moeders en dochters. De regen voor hij valt is dan ook vooral een roman over falend ouderschap als gevolg van een ontwrichte jeugd, binnen een al even ontregeld sociaal milieu.

Perfectie
Pas op het einde van de roman, als de verteller het woord weer neemt en Gills gedachten over Rosamonds verhaal weergeeft, lijkt Coe even de regie over zijn familietragedie kwijt te raken. Voor de meest opvallende overeenkomst tussen de levens, of beter: de dood, van Beatrix en Imogen die Coe opdist, moet de lezer wel over een erg sterke maag beschikken, wil hij het accepteren. Zeker omdat het Gill verleid tot wat huis-, tuin- en keukenfilosofietjes over toeval en zich herhalende patronen van de geschiedenis.

Maar vóór Coe pleit hier dat het natuurlijk ook om een gewone huisvrouw gaat, plotseling geconfronteerd met de schokkende familiegeschiedenis. En als er al iets is wat je tegen gaat staan aan de roman, dan is het wel deze naar perfectie neigende opzet van het werk. Aan elk detail lijkt gedacht. Nergens doet de ingesproken monoloog van Rosamond geforceerd aan, zelfs niet als ze hier en daar wat vooruitwijzingen geeft naar het vervolg van de geschiedenis, ook al voegt Coe ze enkel in om zijn roman wat spanning mee te geven.

De Engelse editie, The Rain before it falls, is ook in Nederland verkrijgbaar: € 19,99

Muziek / Album

David Gray en het optimaal uitbuiten van succes

recensie: David Gray - Greatest Hits

In 2000 brak David Gray in een klap door met zijn vierde album White Ladder. Wereldwijd werd de artiest opgepikt en drongen zijn nummers door in de hitlijsten. Na drie albums min of meer gefaald te hebben, lukt het met zijn vierde album wonderbaarlijk goed. En zoals na ieder commercieel succesvol album volgt er dan een compilatie, of zelfs twee. Of in het geval van David Gray zelfs vijf.

In 1993 debuteert de jonge, verlegen singer-songwriter David Gray met A Century Ends. Een album dat net als zijn tweede album Flesh vol staat met prachtige, breekbare folknummers. Maar het succes wil tot grote frustratie van Gray maar niet komen en label Hut zet de artiest opzij. Bij zijn tweede label EMI houdt hij het zowaar nog korter uit. Ondanks dat album nummer drie qua geluid enigszins aantrekkelijker is voor een groot publiek wordt het geen succes. Het album met de niets verhullende titel Sell, Sell, Sell moet de Engelsman eindelijk op de popkaart zetten. Het album is iets vlotter met naast de fragiele ballads ook een aantal uptempo rocknummers. Het mag niet baten; ook album nummer drie zorgt niet voor het commerciële succes en ook EMI ziet zichzelf genoodzaakt de gefrustreerde artiest te dumpen.

Klein wonder

En dan voltrok zich een klein wonder. Na de breuk met zijn tweede platenmaatschappij besluit Gray maar een eigen label op te richten, IHT, een anagram van het woord ‘hit’. Samen met multi-instrumentalist Craig McClune duikt Gray zijn provisorische thuisstudio in en neemt White Ladder op. Een ongekend briljant album, waaruit blijkt dat de artiest ‘back to basic’ het beste tot zijn recht komt. De wereld opent eindelijk haar armen voor de Brit. De met White Ladder ingeslagen weg van toegankelijke doeltreffende popnummers is ook te horen op de twee albums die volgen. Pakkende nummers, gedragen door vlotte pianoloopjes en catchy gitaarpatronen en een soepel refrein onder het mom van ’twee keer luisteren betekent meezingen’. Beide worden door critici minder ontvangen dan White Ladder, maar verkopen aardig.

Compilatiegolf

Na het succes van, inmiddels tot popklassieker uitgegroeide, White Ladder volgt een onvermijdelijk compilatiealbum, een verzameling van niet eerder uitgebrachte ballads uit de periode 1995-1998 door IHT, Lost Songs. Een aantal maanden later wordt ook door Hut ingespeeld op het succes met de lancering van The EP’s 1992-1994. Een verzameling van nummers van voornamelijk zijn eerste twee albums. Na deze twee, redelijk succesvolle, compilaties volgen twee studioalbums: A new day at midnight en Life in slow motion. En nu is het 2007 en tijd voor nog drie compilaties die in mijn ogen doorborduren op Gray’s succes van rond de millenniumwisseling. Shine: the best of the early years, door EMI, en A thousand miles behind verschenen al eerder dit jaar, en nu een greatest hits, door zijn eigen IHT label. Een album dat volgens de beschrijving het eerste totaaloverzicht geeft van de carrière van Gray.

Verzameling vlotte nummers

Greatest Hits is voornamelijk een verzameling van de vlotste nummers van zijn laatste drie cd’s. Tien van de veertien nummers zijn afkomstig van de laatste drie studioalbums. Hiernaast zijn er twee nieuwe nummers te vinden. Een daarvan is You’re the world to me de single die aan de compilatie is voorafgegaan. Een typisch David Gray-nummer: dragend pianoloopje, meezingbaar refrein en de kenmerkende Gray-uitspraak en uithalen.

David Gray is een geweldig artiest. Er zijn weinig singer-songwriters bij wie zo goed in de emotie van de muziek kan worden meegegaan als bij die van hem. Bijna elk nummer is een voltreffer. Deze compilatie is echter de zoveelste op rij en geeft ook nog eens een slecht overzicht van zijn oeuvre. Prachtige nummers van zijn eerste drie albums ontbreken. Deze stortvloed aan compilaties is in mijn ogen enkel een manier om zijn succes optimaal uit te buiten. Mede veroorzaakt door zijn verschillende platenmaatschappijen. Het is behoorlijk cliché om te zeggen dat een verzamelalbum overbodig is, maar ik doe het bij deze toch. Welke artiest heeft er nou naast slechts zes studioalbums al vijf compilatiealbums op zijn naam staan?

Muziek / DVD

In een klap een complete collectie

recensie: Testament van de sixties

.

Superlatieven schieten tekort voor de box die platenmaatschappij Universal Music onlangs uitbracht. Tweehonderdvijftig hits op tien cd’s, honderd hits en heel veel tv- en nieuwsfragmenten op vijf dvd’s en dan nog een boek als naslagwerkje. Het kan niet op. Het nadeel van het Testament van de sixties is dat het voor een kleine honderd euro een fikse investering is. Het voordeel dat je nu in een klap klaar bent met je sixties-collectie.

Ook al ben je van na de jaren zestig – zoals ik -, toch ben je je er op de een of de andere manier continu van bewust dat die jaren cruciaal waren op veel gebieden. Sommige oudere ‘hippie-achtigen’ kunnen zelfs nogal meewarig doen over het feit dat jij ‘er niet bij was’. Blijkbaar gebeurde het tóen allemaal en werd het leven daarna alleen maar weer saaier en gewoner. Tja… De eerste maanlanding, Woodstock, de Beatles en de Stones, de moord op John F. Kennedy en Martin Luther King. Het zijn de niet de minste historische feiten en ze staan – in zwart-wit, dat wel – op je netvlies. Ook in het Testament van de sixties komen ze terug, net als de bezetting van het Maagdenhuis en de demonstratie tegen de Vietnam-oorlog.

Klungelige optredens

~

Maar het leukste aan de dvd’s in de box zijn toch de videoclips en registraties van optredens. Het was het begin van het beeldtijdperk; voor iedereen waren camera’s nog onwennig en dat merk je aan alles, bijvoorbeeld aan de klungelige optredens, de zwabberige regie en de letterlijke interpretaties van de teksten die worden gezongen. Willeke Alberti die in Spiegelbeeld drie minuten lang naar haar spiegelbeeld in een bakje water staart en Unit 4+2 die Concrete and Clay zingen in een bouwput. Nog leuker zijn de aandoenlijke choreografietjes in veel clips, die vaak hilarisch zijn om te zien. Grappig is dat de nummers vaak overbekend zijn, maar dat je nu voor het eerst de bijbehorende beelden ziet. Toppers in deze categorie zijn Neil Sedaka met Calendar Girl, Millie met My Boy Lollipop en The Wallace Collection met Daydream.

Naast de muziekclips bestaat de rest van de dvd’s uit korte nieuwsflitsen en fragmentjes uit de populairste televisieprogramma’s uit de ‘roaring sixties’. Swiebertje, Peyton Place en Stiefbeen en Zoon en al die andere helden komen er echter wel enigszins bekaaid van af. De stukjes zijn zo kort dat als je even knippert met je ogen de volgende clip alweer is begonnen. Het gevoel dat je na een lik, je net gekregen ijsje moet inleveren. Want boeiend is het allemaal zeker. Oppervlakkig ook. Een hoog Ivo Niehe-gehalte. De voice-over op de dvd’s is overigens Marcel de Groot, de zoon van Boudewijn, die met Testament waarschijnlijk alleen vanwege de titel is vertegenwoordigd, aangezien het geen hit was.

La Danse de Zorba

~

De rits van tien cd’s begint met Cliff Richard en eindigt met B.J. Thomas. Verder is er niet zoveel te melden over de selectie. Het is een brave verzameling en wat dat betreft niet erg interessant voor de fijnproever. Veel nummers zijn al honderd keer op andere verzamelalbums uitgebracht. Procol Harum, de Moody Blues, Righteous Brothers en Dusty Springfield. Je droomt de titels er ongezien bij. Inderdaad: A Whiter Shade of Pale, Nights in White Satin, Unchained Melody en Son of a Preacherman. Het enige verschil is dat ze op het Testament in een andere volgorde staan. En voor degene die zich dat afvraagt: ja, ook La Danse de Zorba uit 1965 is vertegenwoordigd in de versie van Trio Hellenique. Het is nog steeds de grootste Top-40 hit aller tijden.

Het voordeel van het Testament van de sixties is dat je in een keer klaar bent met je greatest hits-verzameling, al heb je ook ineens nummers in je platenkast waarvan je had gewild dat ze nooit gemaakt zouden zijn: Ik Heb Eerbied Voor Je Grijze Haren (Gert Timmerman), Zwei Kleine Italiener (Conny Froboess) en Tanze Mit Mir In Die Morgen (Gerhard Wendland). De Jan Smit en de Jeroen van der Boom van toen. Maar ja, je wilt het gevoel van de sixties of niet.

Met sinterklaas en kerst in het vooruitzicht is het Testament van de sixties een cadeau waarmee je aan kunt komen, al moet je er wel je portemonnee voor omkeren. Het is een mooi overzicht van een tijdperk waar alleen senioren live bij waren en dat steeds meer geschiedenis wordt. Dat neemt niet weg dat jongeren er best lol aan kunnen beleven. Met name de dvd’s zouden een welkome introductie kunnen zijn op een geschiedenisles. Daarbij is het een volstrekt ‘veilige’ collectie. Behalve Phil Bloom in Hoepla is er geen bloot in te vinden.

Film / Films

Los zand in de woestijn

recensie: Resident Evil: Extinction

.

Het is een sterk begin van Resident Evil: Extinction. Degene die Resident Evil (het eerste deel) hebben gezien zullen de exacte kopie van de openingsscène herkennen. Het is verrassend maar bovenal vermakelijk, en dat is natuurlijk de reden dat we deze film in de eerste plaats zijn gaan bekijken. Het sterke begin belooft wat voor de rest van de film, iets dat de trailer eerder ook al deed. Hierin zagen we opwindende beelden van Las Vegas. Een bimbo in bikini draait zich bevallig naar ons toe, maar dan hapert het beeld. En blijft haperen. De camera zoomt uit, en het blijkt dat we naar een enorm televisiescherm zaten te kijken, in een verwoest Las Vegas dat grotendeels onder het zand is verdwenen.

Woestijn

~


Een post-apocalyptische setting, veel actie, hordes zombies en aantrekkelijke dames in spannende pakjes. Wat wil een mens nog meer? Nou… een echt goede film zou leuk zijn. Want na het sterke begin wordt al snel duidelijk dat deze film qua niveau niet boven z’n twee voorgangers uitstijgt. Het verhaal speelt zich een aantal jaren af na Resident Evil: Apocalypse (deel twee), en de wereld is inmiddels gereduceerd tot een grote woestijn. Heldin Alice (Milla Jovovich) zwerft alleen door dit desolate landschap, angstvallig proberend uit het zicht te blijven van de satellieten van het megalomane Umbrella Company, die naar haar op zoek zijn. Ze sluit zich uiteindelijk aan bij een klein groepje overlevenden onder leiding van Claire Redfield (Ali Larter: Final Destination, Heroes).

Los zand

De eerste twee delen, Resident Evil en Resident Evil: Apocalypse, hadden door hun gesloten setting (een ondergrondse bunker c.q. een afgesloten stad) nog iets claustrofobisch. Bovendien werkten ze beiden naar een deadline toe, zodat je als kijker in ieder geval een zweem van urgentie meekreeg. In Resident Evil: Extinction ontbreekt dat gevoel, waardoor de film zich van actiescène naar actiescène voortsleept en de film daardoor als los zand in elkaar steekt. Bovendien werkt dit type film eigenlijk alleen als het in al zijn onwaarschijnlijkheid toch geloofwaardig overkomt, òf als het zo over the top wordt neergezet dat het weer leuk wordt. Helaas zweeft deze film daar ergens tussenin, waardoor het een beetje een laffe hap wordt.

Schaamteloos jatten

De filmmakers schuwen bovendien de fijne lijn tussen liefdevol verwijzen en schaamteloos jatten niet bepaald. De beginscène bijvoorbeeld is behalve een leuke verwijzing naar het eerste deel ook heel erg Cube-achtig. De gehele film is het beste te omschrijven als een mix van Mad Max (gepantserde wagens in post-apocalyptisch woestijnlandschap) en Day of the Dead (wetenschappers experimenteren in ondergrondse bunker met zombies). En naast de Cube-verwijzing uit het begin komen we later een grote The Birds-imitatie tegen. Helaas haalt Resident Evil: Extinction geen enkel moment het niveau van één van deze illustere films. Niettemin hebben alle elementen zich voor deel vier al aangekondigd. Of deze niet zo heel erg lovende recensie betekent dat ik die film dan maar ga overslaan? Welnee. Want een portie pulp, hoe middelmatig ook, is zo nu en dan best lekker.

Film / Films

Een laatste zomer om jong te zijn

recensie: Falkenberg Farewell (Farväl Falkenberg)

.

Wat begon als een uit de hand gelopen hobby liep uiteindelijk uit op de Zweedse inzending voor de Oscar voor beste buitenlandse film. Falkenberg Farewell kent een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Regisseur Jesper Ganslandt en zijn vrienden zetten hun gesprekken over hun herinneringen en toekomstbeelden om in een scenario, Ganslandt schoot 135 minuten aan materiaal op DV en dit werd vervolgens met behulp van producente Anna Anthony (Jalla! Jalla!, Together, Fucking Åmål) en editor Michal Leszczylowski omgezet in een film van 91 minuten. Jesper en zijn vrienden vertolkten zelf de hoofdrollen en hielden daarbij hun eigen namen aan.

~

De vijf boezemvrienden Jesper, Jörgen, David, John en Holger beleven een zorgeloze zomer in het Zweedse stadje Falkenberg. Met een onzekere toekomst in het verschiet hangen ze een beetje rond, zwemmen ze in de zee, proberen ze wat geld bij elkaar te sprokkelen en denken ze terug aan het verleden. De zorgeloosheid is echter niet van oneindige duur. Als een van de vrienden een drastische beslissing neemt lijkt er een einde te komen aan het leventje dat ze zo goed kenden.

Het handheld camerawerk, de locatie-opnames, het gebrek aan kunstmatige effecten en de Scandinavische taal roept al gauw een vergelijking met de Dogmafilms op. Falkenberg Farewell is echter veel te poëtisch en dromerig om in het rijtje van Lars von Trier en collegae te passen. De film lijkt lange tijd niet een duidelijk plot te hebben, maar dit is zeker geen gemis. Integendeel: de prachtige beelden en vermakelijke, soms ontroerende dialogen in combinatie met de alledaagse belevenissen van de hoofdpersonages maken dit een heerlijk simplistische en aantrekkelijke film. De beelden worden begeleid door de mijmeringen over het verleden uit Davids dagboek, wat de film een extra emotionele dimensie geeft. De dramatische wending in de film voelt echter enigszins overbodig en voor de hand liggend aan. Het is een wending die bijna onvermijdelijk lijkt in coming-of-age-drama’s, maar in deze film brengt het niet de beloofde ommekeer in de levens van de personages.

~

De keuze van Ganslandt om geen acteurs te gebruiken maar iedereen zichzelf te laten spelen werkt goed. Het spel voelt natuurlijk aan en de vriendschap tussen de jongens is op deze manier ook erg overtuigend. De gesprekken die eigenlijk over niets gaan blijven toch boeiend en zijn uit het leven gegrepen. Het is voelbaar dat we hier te maken hebben met een groep jongens die elkaar al van kleins af aan kent.

Falkenberg Farewell is een ontroerende en nostalgische film, die werkt door zijn simpliciteit en herkenbaarheid. Het genot van het dwalen in het verleden, waar alle vriendschappen meer betekenis leken te hebben en de verwachtingen die men van je had veel lager waren. De angst voor de onbekende toekomst, en de keuzes die je uiteindelijk zal moeten maken. Jesper Ganslandt heeft deze angsten, dromen en verlangens op een uitstekende wijze weten te vertalen naar het witte doek.

Film / Films

Schuldig genot om je vingers bij af te likken

recensie: I Served the King of England (Obsluhoval jsem anglického krále)

.

De jonge Jan Díte is vastberaden om een succesvolle en rijke hoteleigenaar te worden, een doel waarbij niets hem in de weg mag staan. Toch vertelt hij als oude, arme man zijn levensverhaal. Wat ging er mis?

Het verhaal van Díte begint in het Tsjechië van de jaren twintig. Hij probeert door verscheidene baantjes als ober hogerop te komen in de hotelwereld, en belandt uiteindelijk in het prestigieuze Hotel Parziz in Praag. Daar probeert hij gretig te leren van de grote baas, die van elke klant precies weet waar hij of zij vandaan komt en wat diegene zal bestellen. Alles lijkt voorspoedig te gaan, maar dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit.

~

Een tegenslag die Díte overigens zeker geen windeieren legt. Hij trouwt met Líza, een fanatieke Duitse aanhangster van de Nazi-ideologie (een enorm grappige rol van Julia – Sophie Scholl – Lentsch), waarna zijn carrière een vreemde wending krijgt. Hier wordt al meteen duidelijk dat de gruwelijkheden van de oorlog niet centraal staan in deze film. Eerder wordt er op een satirische wijze gekeken naar de waanzin van bepaalde denkbeelden over het Arische ras, en hoe dit in stand moest worden gehouden. Maar het gaat vooral om Díte en zijn wens om het te maken in de wereld.

De keuzes die de jonge Díte daarbij maakt zijn zeker niet altijd goed te keuren, en soms zelfs immoreel. Maar dat maakt hem niet tot een onsympathiek personage. Met weinig woorden drukt hij zich door middel van slapstickachtige fysieke komedie uit, wat uitstekend werkt in de context van de film. De flashbackstructuur werkt als een scheidslijn voor Díte’s belevingswereld. De wereld van de oude man is grimmig en grauw, en is gesitueerd in de ruïnes van de oude welvaart. In het verleden beweegt de jonge Díte zich door een kleurrijke, absurdistische droomwereld. Daarmee worden er vraagtekens gezet bij Díte’s herinneringen. Zijn belevenissen variëren van idioterie van de bovenste plank (hoge heren die onder het eten dansen van genot), naar ontmoetingen met beeldschone vrouwen (waarbij overigens een enorm onrealistisch, seksistisch vrouwbeeld wordt geschapen), tot tragische gebeurtenissen. En net wanneer we er niets meer van geloven trekt Díte weer een bewijsstuk uit de kast.

Magisch

~

Regisseur Jirí Menzel weet met I Served the King of England weg te komen met elementen die je normaal als kijker niet zou pikken, zoals de spontaan dansende dinerende heren en het beeld dat hij van vrouwen schept, maar hij geeft de film vanaf het begin een dusdanig magisch sausje dat het allemaal logisch is in het universum van Jan Díte. Hij is de ogenschijnlijk naïeve jongeman die met grote ogen de wereld inkijkt, de helft van de tijd niet door lijkt te hebben wat er om hem heen gebeurt, maar de situatie toch donders goed naar zijn hand weet te zetten om zo hogerop te komen. De karikaturale personages om hem heen maken hem net een klein kind dat alle nare dingen en consequenties kan wegfilteren zodat alleen de plezierige ervaringen overblijven. I Served the King of England is een waar genot om naar te kijken, al is het af en toe met morele vraagtekens in het achterhoofd.

Film / Films

Beul zonder wroeging?

recensie: The Last Hangman

.

In The Last Hangman (2005) wordt een Britse ervaringsdeskundige geportretteerd – een intrigerend perspectief. Albert Pierrepoint was een van ’s lands laatste beulen. Tussen 1933 en 1966 voltrok hij 608 executies; dat zijn er gemiddeld achttien per jaar. Pierrepoint was getrouwd en kinderloos. Hij bedroop zich eerst als handelsreiziger, later runde hij met zijn vrouw een kroeg.

~

Pierrepoint (1905–1992) wordt in The Last Hangman neergezet als een eerzaam man. Geen bloeddorstige sadist, wel een koelbloedige professional die zijn orders nauwgezet uitvoert. Zeker eens per maand reist hij af naar een gevangenis in den lande om een veroordeelde op te knopen. Wanneer volksheld generaal Montgomery – liefkozend Monty genoemd – hem prijst als de beste ‘op zijn terrein’, barst Pierrepoint haast uit zijn vel van trots. Dat Monty hem opdraagt Duitse oorlogsmisdadigers op te hangen, beschouwt hij als een eer.

Omslag in opinie

Maar een strakke planning van dertien executies per dag, week in week uit, breekt zelfs Pierrepoint op. Tegelijkertijd wordt in Groot-Brittannië bekend wie hij is. Het levert hem kortstondige roem op – eerder in de film kwamen bioscoopjournaalbeelden voorbij van de dan net ontdekte verschrikkingen in concentratiekampen. Later verandert de bewondering in afkeur en zelfs walging, als de publieke opinie over de doodstraf omslaat. Pierrepoints beroep wordt steeds meer een strop: het houdt zijn kroeg financieel gaande, maar staat tussen hem en zijn vrouw in.

Helaas krijg je weinig inzicht in de zielenroerselen van The Last Hangman, al geeft Timothy Spall nog zo degelijk en fijnzinnig gestalte aan Pierrepoint. Hij volgt in zijn vaders voetsporen, maar die keuze (als het al een keuze is) wordt niet gemotiveerd.

~

Zijn beroep staat los van zijn persoonlijkheid, zo stelt Pierrepoint zelf, maar tegen het einde begint zijn persoonlijke overtuiging af te wijken van zijn professionele. Een aangrijpende executie lijkt zelfs even een keerpunt. De dramatische spanning die die persoonlijke tegenstelling oplevert wordt echter te weinig benut, waardoor de film teveel leunt op het documentaire-aspect.

Docu of drama?

Uiteindelijk geeft The Last Hangman een mooi en ingetogen tijdsbeeld, dat is de Britten wel toevertrouwd. Maar helaas maakt regisseur Shergold geen duidelijke keuze tussen docu en drama. De mentaliteitsverandering over de doodstraf wordt te diffuus verbeeld om enige zeggingskracht te hebben. Terwijl het luikje keer op keer valt – ontelbaar vaak en telkens met een harde knal – blijft de beul ogenschijnlijk onaangedaan.

Muziek / Album

Routinematig R.E.M.

recensie: R.E.M. - R.E.M. Live

.

De twee cd’s bestaan uit respectievelijk zeventien en vijf nummers en een dvd waar de uitvoeringen van deze nummers te zien en te beluisteren zijn. Wellicht eerst een misverstand uit de wereld helpen: ookal ben je een enorme R.E.M. fan, voor de dvd hoef je deze verzameling niet aan te schaffen. De dvd is slechts een simpele concertregistratie zonder extra’s. Door middel van semi-hippe cameravoering met veel korte shots wordt het optreden van de band, en het geweldige setontwerp, om zeep geholpen. Hierdoor kan je het optreden niet goed observeren en ervan genieten. Overigens dienen met name mensen met een schommelende suikerspiegel en een geschiedenis van epileptische aanvallen deze beelden te allen tijde te mijden.

Herkenbaar

~


Snel terug naar de muziek. Met de live-opnames is absoluut niks mis, al klinken de nummers af en toe iets te gesmeerd en te geroutineerd zoals bijvoorbeeld Electron Blue. Het was interessant geweest om te horen hoe de nummers zouden klinken als de band iets meer geëxperimenteerd had op het podium, maar het is ook begrijpelijk dat er voor een live-album als dit niet teveel is afgeweken van de herkenbaarheid van de nummers. De R.E.M. Live-hoogtepunten zijn met stip What’s the Frequency Kenneth en het indringende Orange Crush. Hier klinkt de rauwheid en muzikale innovatie door die de beginjaren van R.E.M. kenmerken. In vergelijking klinken de andere nummers vooral degelijk. Dat dit verzamelalbum niet altijd even geïnspireerd klinkt, komt niet zozeer door de uitvoering maar ook door de keuze van de nummers.

Oud en nieuw

Natuurlijk zijn de immer aanwezige klassiekers Losing my Religion en Everybody Hurts aanwezig, maar er is opvallend veel aandacht voor de non-publiekslievelingen. Zo ontbreken Country Feedback en It’s The End of the World As We Know It, maar staan The Ascent of Man en vooral (Don’t Go Back to) Rockville wel op deze verzameling. Door deze keuzes voorkomt de band dat dit album de live tegenhanger wordt van het Best Of album uit 2003. Begrijp me niet verkeerd, ik ben ook een fan van R.E.M., ik kan intens genieten van de krakende uithalen en de onconventionele dansroutines van Michael Stipe en de muzikale prestaties van de rest van de band. En natuurlijk is het gaaf om de nummers in de live uitvoerig te horen, of je nu bij een van de concerten bent geweest of niet. Maar hopelijk komt er in de komende jaren een steengoed nieuw studioalbum uit. Met een bijbehorende tour, zodat R.E.M. Live weer echt live kan worden. In de tussentijd luister ik nog maar een keertje naar Nightswimming.

Boeken / Non-fictie

Zouteloze Haring

recensie: Bas Haring - Voor een echt succesvol leven

.

Bas Haring heeft een probleem: hij heeft een leerstoel aan de universiteit, komt op televisie en publiceert boeken – of ‘boekjes’, zoals hij zijn publicaties badinerend omschrijft. Toch streeft hij naar eigen zeggen niet naar succes of beroemdheid of onsterfelijkheid. Daarom stelt hij zich de vraag waarom hij al deze dingen doet. Is het omdat de maatschappij dit van hem wil? Is het omdat het hem een beter mens maakt? Haring breekt de discussie open met een voorbeeld uit de dierenwereld. Dagelijks komt een koppel eenden brood bedelen aan zijn huis, tot op een dag één van de beestjes (het vrouwtje) niet kwam opdagen. Haring besluit het mannetje te volgen en ontdekt dat diens eega aan het broeden is en haar nest niet verlaat. Fel verzwakt zal zij op het einde haar eieren hebben uitgebroed en dus succes hebben gehaald, maar is ze er zelf beter van geworden? Idem voor de spinnenmoeders die zichzelf te eten geven aan hun kroost. Of het roeiteam dat zich tot kotsens toe inspant om de overwinning te behalen.

Volendammers
Door het boek heen stelt Haring meer vragen dan hij antwoorden geeft. Ook weigert hij een kant te kiezen, hoewel hij duidelijk geneigd is het niets doen en het niet streven naar succes als evenwaardig te beschouwen als een echt succesvol leven:

De boodschap dat een lui leven heus lekker is zit op een dood spoor. Wordt niet gehoord. Omdat de luiaard te lui is om iets te zeggen; maar wellicht lacht-ie in z’n vuistje.

Niet alleen dieren en individuen worden door Haring onder de loep genomen, ook verenigingen, sportclubs, plaatsen en zelfs landen krijgen de vraag voorgeschoteld waarom ze succes zouden moeten hebben, en dat levert af en toe wel een leuke overweging op. Zo vraagt hij zich af of iets dat goed is voor Volendam ook goed is voor de Volendammers. Niet per se. Volendammers zijn harde werkers, echte wroeters. Dat is aan de ene kant goed voor Volendam, dat er welvarend door is geworden, maar aan de andere kant niet goed voor de Volendammers, die vroeg en uitgeput sterven. Waarom zou je dan als Volendammer tevreden zijn met het succes van Volendam? Het curieuze is dat dit toch gebeurt. Haring kan er niet veel mee, het enige alternatief dat hij aanbiedt is ‘niets doen’.

Eendje

~

Het grootste probleem van dit vlot geschreven ‘boekje’ is dat Haring ‘verkleuterend’ vertelt: net of hij voor een klasje bengels zit dat ervoor gewaarschuwd moet worden niet te hard haar best te doen. Voortdurend heeft hij het over ‘eendje’ en ‘boekje’ en ‘ploegje’ en een vrouwtjeskrab is ‘Mevrouw Krab’, alsof hij voortdurend tracht de zwaarte van zijn onderwerp te ondermijnen en zodoende niet in de val te lopen die hij zelf heeft opgezet; onder géén beding mag de lezer de indruk krijgen dat ook Bas Haring succesvol wil zijn. Doordat hij ridiculiseert, doordat hij zijn eigen werk enkel met verkleinwoorden benoemt; doordat hij jaloersheid veinst jegens nietsnutten. En doordat hij Gummbah heeft ingeschakeld om tekeningen te maken die Haring gerust te kakken mogen zetten. Alleen jammer dat niet één tekening écht grappig is.

Met Voor een echt succesvol leven wil Haring, zo lijkt het, Alain de Botton en Arnon Grunberg (diens De troost van de slapstick) achterna, maar hij eindigt met een koffietafelboekje voor puberende Flairlezeressen. Ondanks het nobele uitgangspunt eerder een vorm van tijdverspilling. Of zou dat de bedoeling zijn geweest?

Muziek / Album

Bijrol op haar eigen album

recensie: Britney Spears - Blackout

.

Noem het lef, noem het ironie: Britney Spears, of in ieder geval haar platenmaatschappij, heeft gemeend het nieuwe album van de 25-jarige Blackout te moeten noemen. Dat is behoorlijk wrang als je erbij stilstaat dat ze die black-outs regelmatig moet hebben gehad de afgelopen periode. Nou ja, volgens de roddelrubrieken dan.

Als je bij Google de zoektermen “Britney Spears” en “gossip” invoert, krijg je enkele seconden later maar liefst 4.040.000 hits terug. Als ook maar een fractie van al die roddels en geruchten waar is, moet het privé-leven van het voormalige ideale buurmeisje op zijn zachtst gezegd turbulent zijn geweest de afgelopen jaren. Dat het haar in die periode ondanks alles gelukt is een album op te nemen moet misschien wel als een prestatie op zich gezien worden.

Producersplaat

~


De naam Britney Spears staat prominent op de cover van dit album. Maar haar rol blijft niettemin erg beperkt. Waar haar voormalige collega’s van de Mickey Mouse-club (Justin Timberlake en Christina Aguilera) zich steeds meer gaan bemoeien met de nummers op hun albums (niet altijd succesvol overigens) laat Britney Spears zich nog graag bedienen. En het zijn niet de minste namen die zich hiervoor lenen: zo komen composities van de welhaast onvermijdelijke Neptunes voorbij en heeft Timbaland een protégé afgevaardigd in de persoon van Floyd Nathanial Hills, beter bekend als Danja, die overduidelijk goed naar zijn meester heeft geluisterd. Ook het Zweedse hitduo Bloodshy & Avant die eerder onder andere Toxic en Me Against the Music voor haar schreven geven acte de présence. Als ook duidelijk wordt dat anderen Spears’ teksten voor hun rekening nemen en zij regelmatig gedubd wordt door achtergrondzangeressen, blijkt haar rol op het eigen album wel erg klein te zijn.

Het mag duidelijk zijn dat het niet goed gaat met Britney Spears. Haar zeer matige optreden op de MTV awards onderstreept dit. Hoe ironisch is het dat net nu ze de voogdij over haar kinderen heeft verloren, Gimme More, de eerste single van Blackout tot de derde plaats in de Amerikaanse top honderd komt. Dit is haar hoogste notering na de nummer 1-hit die haar in eerste instantie bekendheid gaf: Baby One More Time. Het lijkt er wel heel erg op dat haar platenmaatschappij het fenomeen Britney Spears wil uitbuiten nu het nog kan.

Bijrol

Maar goed, terug naar de muziek. Die is eigenlijk gewoon heel lekker. Blackout staat vol met mid- en uptempo electro-achtige dancetracks, strak geproduceerd en zonder onnodige vocale acrobatiek. Wat dat laatste betreft is het vooral een verademing dat la Spears zich op dit album niet verliest in kwelerige ballads, die al te vaak slechts een legitimatie zijn om alle vocale registers schaamteloos open te kunnen trekken. De rol van Britney Spears is zoals gezegd echter beperkt. Haar stem is regelmatig zo door de mangel gehaald dat die nauwelijks herkenbaar is. Mede daardoor blijft er een wrange bijsmaak achter na het luisteren van dit toch redelijk zoetsappige album. Daarvoor is het contrast tussen de realiteit van Britney, de van haar troon gevallen queen of pop en Britney, de pretentieloze popprinses op Blackout gewoonweg veel te groot. Is dit een album van een vrouw die een net een scheiding achter de rug heeft en de voogdij over haar twee kinderen is kwijtgeraakt? Met het oog op dit laatste is het, zeker niet in de laatste plaats voor haarzelf, wel leuk dat ze weer eens in het nieuws is met haar muziek, en niet omdat ze een fotograaf heeft aangereden of cocaïne van haar borsten heeft laten snuiven.