Theater / Voorstelling

Lof voor zotheid

recensie: Zot

Denk je aan Hamlet, dan denk je aan ouderwets zo niet onbegrijpelijk taalgebruik, kostuums, schedels en drama. Heel veel drama… Met de voorstelling Zot laat theatergroep Wolfsjong in de NWE Vorst in Tilburg zien dat het ook anders kan.

~

De climax van Zot is dus vooral de zelfmoord van Ophelia en helaas niet de laatste scène waarin ook de rest van de personages in Zot de dood vindt. Het lijkt erop alsof Wolfsjong goed heeft gekeken naar de komische interpretatie van Hamlet van het Reduced Shakespeare Company, want het einde is, net als in The Complete Works of William Shakespeare (Reduced), een afwisseling van play-rewind-play waarbij iedere actie net iets verder gaat dan de voorgaande totdat ieder personage dood is. Dit was nog een mooi einde geweest, ware het niet dat de inmiddels overleden personages eerst nog een dans op moeten voeren en de band net iets te lang en te heftig door blijft spelen. Een jammerlijk einde van een mooie en soms ook ontroerende voorstelling.

Theater / Voorstelling

Nog wat tijd nodig

recensie: Lab 3

.

LAB 1, 2 en 3 is een mobiel, choreografisch laboratorium voor onderzoek en ontwikkeling. Afgelopen donderdag stond de laatste uit deze reeks, Lab 3, in de Melkweg. Andrea Boll, choreografe en voormalig oprichtster van het inmiddels opgeheven Hans Hof Ensemble, boog zich met haar dansers over het thema ‘onverschilligheid versus kwetsbaarheid’ en over de thematiek van het buitenlander-zijn. Wat is het buitenland als je al heel lang in een ander land woont en wat is dan je thuis?

~

Vijf dansers betreden het toneel met klapstoelen en een oranje tafeltje. Ze draaien de klapstoelen driftig in het rond – een element dat ook te zien was in de eerdere Labvoorstellingen – en daarmee een terugkomend motief vormt. Vervolgens verplaatsen ze met grote snelheid de stoelen en het tafeltje door de ruimte. Ze houden nauwelijks rekening met elkaar en zoeken voortdurend naar een plekje rond de tafel, dat vaak door de dynamische danser Peter Kádár wordt afgepakt of wordt verstoord.

Op de achtergrond speelt live het orkest ‘de ereprijs’. Het orkest blijkt wat later in de voorstelling geheel geïntegreerd: de dirigent praat mee in de discussies met droge opmerkingen: “Wat u zojuist heeft gehoord is de compositie van …”

Slordige monologen

Dialogen en monologen worden afgewisseld met energieke dans. Het bewegingsmateriaal bevat een aantal rare mimische vormen: een tong wordt uitgestoken, een mond groot opengetrokken, iemand lijkt in zijn neus te peuteren. Het experiment is duidelijk te zien maar komt niet helemaal tot zijn recht. Het thema onverschilligheid is bewust dan wel onbewust te letterlijk aanwezig en is te vervangen door het begrip slordigheid. In de dialogen hoor je een aantal buitenlandse accenten, verkeerd uitgesproken woorden en zinnen met een rare zinsopbouw. Omdat de thematiek ook gaat over het buitenlander-zijn is het wellicht beoogd door de choreografe, de dansers hebben immers ook een dubbele nationaliteit, toch is het storend. De monologen lopen niet lekker en zouden zeker wat dramaturgisch advies kunnen gebruiken. Ook het toneelbeeld laat te wensen over: een herkenbaar Ikeatafeltje en kleding die iedereen vooral zelf prettig vindt om aan te trekken. De orkestleden en de dansers dragen vale trainingsbroeken, T-shirts met tijgerprintjes en roze batikmotiefjes. Tot slot zijn de heftige mimische vormen niet te plaatsen in het andere bewegingsmateriaal en is het constant elkaar in de rede vallen en niet laten uitpraten voor de hand liggend. De voorstelling blijft onbegrepen maar ook wat voorspelbaar.

Wat overeind blijft is de stijl van de zelfrelativering van het Hans Hof Ensemble, de laconieke grappen en de virtuoze bewegingen. Door dit alles is het brouwsel zeker vermakelijk te noemen. Er heerst een relaxte sfeer waarin prestatiedruk geen grote rol heeft gespeeld.

De frisse start van Andrea Boll was zeker geen slechte beslissing maar heeft wellicht nog wat tijd nodig. Het wordt niet voor niets een experiment genoemd.

In november zal de nieuwe voorstelling Lost & Found van Bollwerk te zien zijn.

Muziek / Album

Animal Collective verliest zichzelf op premature ep

recensie: Animal Collective - Water Curses

.

Al vanaf midden jaren negentig timmeren de leden van Animal Collective muzikaal aan de weg, maar pas in 2000 kwam het eerste echte Animal Collective-album Spirit, They’re Gone, Spirit They’ve Vanished uit. Zanger Avey schreef het album en vroeg aan zijn highschool vriend Panda of hij de plaat in wilde drummen. Nadat de plaat uitkwam, toerde het tweetal door Amerika, uiteindelijk versterkt door Geologist en Deakin. Sinds die tijd heeft het viertal acht albums en drie ep’s gemaakt, waarvan Water Curses er één is. Acht bijzonder verschillende albums maar met een duidelijke rode lijn. Chaotische composities, vreemde sounds en meeslepende melodieën.

~

Op die rode draad na veranderde de sound van de band in de loop der tijd. De muziek werd volwassener – beter uitgewerkt en gladder afgemixt. Maar ook kwamen er meer regelmaat, minder experiment en minder uitspattingen. Zo’n ontwikkeling kan slecht uitpakken voor een band, maar het collectief wist er steeds meer kwaliteit in te leggen. Hoogtepunt was waarschijnlijk Sung Tongs uit 2004, maar ook Feels uit 2005 was een sterke plaat met unieke tracks.

Op het laatste album Strawberry Jam werd duidelijk dat het viertal het rustiger aan ging doen. Op de nieuwe ep is dat goed merkbaar. De platenmaatschappij noemt de sound ‘meer uitgekleed dan op de vorige albums’. In werkelijkheid betekent dat, dat de achtergrondchaos die zo kenmerkend is voor Animal Collective is verdwenen. Dat maakt Water Curses in vergelijking met het eerdere werk een ingehouden, weinig spetterend geheel, waarbij veel meer op elektronica wordt gebouwd. Daarmee gaat spontaniteit en herkenbaarheid verloren.

De logische vraag is natuurlijk of ze daarmee slecht werk hebben afgeleverd. Het antwoord is ‘nee’. Er bestaat geen twijfel over de muzikale talenten van zanger Avey die veelal verantwoordelijk is voor de composities. Ook op Water Curses zijn de nummers goed gecomponeerd en mooi vol gebouwd, terwijl ze toch met minimale middelen werken. Het probleem is dat de luisteraars anders verwachten. Bij Animal Collective denk je aan dierengeluiden, geschreeuw, indianen en mannen die op blote voeten door het bos marcheren. Here Comes the Indian of Sung Tong zijn voorbeelden daarvan. Maar op Water Curses komt helemaal niets van dat alles naar voren. Het lijkt wel of de band zo hard werkt aan het verbeteren en veranderen van hun sound, dat ze daardoor alles wat hen eigen is wegfilteren, om uiteindelijk een doorsnee soundscape over te houden.

Ook rijst de vraag waarom deze ep eigenlijk is uitgebracht. Nog geen jaar geleden kwam Strawberry Jam uit en was er een flinke tour. Nu presenteert platenmaatschappij Domino de ep alsof we Animal Collective jaren hebben moeten missen. De conclusie moet helaas zijn dat deze ep een vergissing is, die met Animal Collective weinig te maken heeft. De tracks zijn aardig, maar hadden best een jaartje op de plank kunnen blijven liggen tot er een volledig album uit zou komen. Misschien maken de nummers in de context van een full length plaat meer indruk.

Kunst / Expo binnenland

Verbeelding van de Zuidas

recensie: Expanding the City

Gezien de uitgestrektheid en veranderingen van het nieuwe, prestigieuze bedrijventerrein in Amsterdam-Zuid, de Zuidas, heeft het Virtueel Museum Zuidas opdracht gegeven de ontwikkelingen op fotopapier vast te leggen. De overdracht van deze verzameling foto’s aan het Foam wordt gemarkeerd met de expositie ‘Expanding the City’. Het resultaat van het project is verrassend te noemen. Hoewel je bij zo’n duidelijk omkaderde opdracht, eentje waarbij het gaat om een specifieke locatie, documentairefoto’s zou verwachten, zoekt een groot aantal fotografen het niet in de realiteit, maar in de verbeelding.

Zonder titel, 2002, Anuschka Blommers / Niels Schumm
Zonder titel, 2002, Anuschka Blommers / Niels Schumm

De foto’s van Katja Mater zijn daarvan een goed voorbeeld. Gebouwen bestaan bij haar uit dikke stapels boeken. Mater laat er duidelijk geen enkele twijfel over bestaan, gebouwen komen voort uit theorieën over architectuur en stedenbouw. De vorm lijkt op een sterk vereenvoudigde architectonische schets of maquette. Andere fotografen houden de realiteit meer in het oog en richten zich op fragmenten of details van gebouwen. Ze zoomen soms zo ver in, dat je het overzicht kwijt raakt.

Van vaag tot focus


Zonder titel, 2007, Popel Coumou
Zonder titel, 2007, Popel Coumou

Zo zijn er de foto’s die Marike Schuurman maakte van trappen en exterieurs. De beklemmende sfeer ontstaat door de onscherpte van de beelden; er valt moeilijk te definiëren waar de foto’s precies zijn gemaakt. Popel Coumou maakte een zeer onscherpe foto van een raam. Hoewel het er mooi uitziet, doet het geheel meer denken aan een geabstraheerd schilderij dan aan een foto. Het beeld zegt feitelijk weinig over de ontwikkeling van het bedrijventerrein. In tegenstelling tot de foto’s van Coumou, zijn die van Gerco De Ruijter juist haarscherp. Met behulp van een vlieger registreerde hij bouwterreinen. De Ruijter is één van de weinige fotografen die een directe, recht-door-zee registratie maakte van het gebied, en dan ook nog van bovenaf. Door de haarscherpe focus op details en de weergave in intense kleuren geeft de luchtfotograaf een originele draai aan de documentairefotografie.

Menselijke proporties

Wat in Expanding the City opvalt, is dat op vrijwel geen enkele foto mensen zijn afgebeeld. Degenen die bij de bouw betrokken zijn, zoals aannemers en projectontwikkelaars, je ziet ze bijna nergens in de expositie terug. Alleen het werk van Marjoleine Boonstra laat zien wat de wolkenkrabbers en het hele kantorenplan mogelijk maken; namelijk mensenhanden. In haar logboek staan kleine foto’s van de bouwvakkers, aangevuld met hun parafen. Waar Mater de gebouwen reduceert tot papieren ideeën, daar brengt Boonstra alle creaties -hoe groot of groots ze dan ook mogen zijn- terug tot menselijke proporties.

Experimenteerdrift

Beatrixpark, 2006, Betty Ras
Beatrixpark, 2006, Betty Ras

Veel van de foto’s die te zien zijn passen naadloos in het oeuvre van de fotografen. Een aantal van hen is op het Zuid-Asterrein te werk gegaan zoals ze dat normaal ook doen. De stijl van Risk Hazekamp is goed terug te zien in het feit dat ze zich dikwijls met haar object gefotografeerd, zoals hier bij een wolkenkrabber en ook de luchtfoto’s van Gerco de Ruijter zijn onmiskenbaar. De fotografen hebben zich een stuk grond of gebouw eigen gemaakt en het door middel van hun eigen beeldtaal weten te vertalen tot boeiende foto’s. Vincent Zedelius volgt echter het documentaireconcept zeer nauwgezet. Zedelius’ foto’s zijn als een amateuristisch kiekje, en dan vooral een uiterst saai exemplaar. Bij het fotograferen van gebouwen is de combinatie oninteressante opnamehoeken (vaak frontaal) en ‘ordinair’ buitenlicht dodelijk. De fotograaf probeert het nog op te leuken met een afsnijdinkje hier en daar, maar het totaal is nogal fantasieloos. Het overgrote deel van de fotografen heeft gelukkig een meer gevarieerde kijk op het gebied. En dat de oorspronkelijke opdracht, het weergeven van de ontwikkeling van het bedrijventerrein, soms wat lijkt te worden vergeten in al die experimenteerdrift, was voor de organisatie geen bezwaar en zal dat voor het publiek ook niet zijn.

Kunst / Expo binnenland

Een kijkje in het leven van een verzamelaar

recensie: Diverse kunstenaars - Young and Collecting workshop

.

‘Ben je je posters zat en hang je liever een echt kunstwerk aan de muur’ was de openingszin van de promotietekst van Young en Collecting. Vijftig jongeren zagen een eigen kunstwerk aan de muur als een goed vooruitzicht voor de toekomst en gaven zich op. Een verrassend aantal van de deelnemers was al begonnen met verzamelen. Zij maakten dan ook gretig gebruik van de tips die werden gegeven op de workshop. Want verzamelingen zijn er immers om uit te breiden.

Kunstverzamelen voor beginners

Na binnenkomst kun je onder het genot van een muffin en een kopje koffie kort kennismaken met de andere deelnemers. Als er na het nemen van de eerste slok koffie direct een fotograaf voor me staat om een serie foto’s te nemen, is mij duidelijk dat dit een dag is die vol in de belangstelling staat. Logisch, want het is tamelijk uniek dat jongeren worden betrokken in de toch wat verouderde en elitaire wereld van de kunst. De dag kan een investering voor later zijn. De studenten kunnen nu nog niets kopen van hun stufi, maar later zou dat wel eens heel anders kunnen zijn.

Thomas van Luijn
Thomas van Luijn

Al snel komen de gesprekken van de deelnemers op gang. Iedereen is benieuwd hoe de andere deelnemers bij de workshop terecht zijn gekomen. Dagmoderator Thomas van Luijn, bekend van de Mike & Thomasshow, opent de dag met eigenlijk dezelfde vraag. ‘Wat doen jullie hier?’ Hierop komen uiteenlopende antwoorden. Er zijn jongeren die daadwerkelijk willen gaan verzamelen, maar er zijn ook veel deelnemers uit nieuwsgierigheid gekomen. Want hoe wordt er een kunstwerk voor een bedrijfscollectie aangekocht? Dit leer je niet tijdens de opleiding. Deze en andere vragen kunnen worden voorgelegd aan het panel bestaande uit: Maarten Kalsbeek (kunstenaar), Leontine Coelewij (conservator Stedelijk Museum), Juliette Jongma (galeriehouder), Colette Olof (FOAM editions) en Jetske Homan van der Heide (expert moderne kunt Christie’s).

de jury
de jury

Nadat iedereen antwoord heeft gekregen op zijn vragen wordt door mevrouw Van der Veen van de NOG collectie van het SNS Reaal Fonds uitleg gegeven over hun bedrijfscollectie. Ze vertelt over de geschiedenis van de collectie en over de lijn die nu gevolgd wordt met betrekking tot de aankopen. Afgesloten wordt met een film waarin diverse werken uit de collectie getoond worden. Dit om de deelnemers een idee te geven van wat er in de huidige collectie zit en waar zij straks aan moeten denken bij het uitzoeken van een werk. Ook worden er een aantal tips gegeven om tot een goede keuze voor de verzameling te komen. Zo zul je al je vooroordelen aan de kant moeten zetten en moet je de kunst laten spreken. Met deze tips gaan de deelnemers aan de slag, maar eerst is het tijd voor een zeer noemenswaardige lunch. Een goede gelegenheid om het programma tot dan toe te bespreken, maar ook om de tegenpartij af te tasten. Want ondanks het leerproces, is een eigen kunstwerk als prijs ook zeer aantrekkelijk.

Klaar voor de start af

Na de lunch worden de groepen gevormd en krijgt iedere groep een eigen rondleider. Dit zijn educatief medewerkers uit het Stedelijk Museum, aan de inhoud zou het dus niet liggen. Al snel blijkt dat iedere groep een eigen tactiek heeft. Een aantal groepen gaat al snel naar de beursvloer om daar rond te kijken. Anderen, waaronder mijn groep, stellen eerst een plan op. Ondanks de verschillende tactieken, blijkt er geen goede -of slechte- te zijn. Het probleem van persoonlijke smaak en verschil in visie op de kunst blijft. Wel staat vast dat er vooral geen tijd te verliezen is, want er is slechts tweeënhalf uur de tijd om tot een beslissing te komen. Ook moet er rekening gehouden worden met het budget van 5000 Euro dat er voor het nieuw te verwerven kunstwerk beschikbaar is gesteld.

de prijs
de prijs

De teamleider van team rood, mijn team, stelt voor om de beurs in stukken te verdelen en deze twee aan twee onder te verdelen. Alles als groep bekijken zou gezien de tijd moeilijk worden. Op deze manier kan iedere groep zijn selectie voor de NOG collectie kunnen laten zien. Je zou denken dat met zoveel keus, het niet moeilijk is om een aantal potentiële werken te vinden. Niets is minder waar. Met moeite komen we na ruim twee uur tot overeenstemming. Het lastige voor velen is om de persoonlijke smaak niet te laten overheersen. Het is tenslotte geen werk voor boven je bank, maar voor in een bank of een ander bedrijf. Uiteindelijk valt de keuze op een werk van Ton Zwerver. Een mooie collage van een tamelijk groot formaat. Hoewel ik in eerste instantie niet zo enthousiast ben, begin ik het werk toch steeds mooier te vinden en zie ik er potentie voor de NOG collectie in. Nu nog SNS Reaal overtuigen van onze keuze.

Er kan er maar een de winnaar zijn

Het laatste onderdeel van de dag is het promoten van het door jouw team gekozen werk. Zeven teams vertellen over hun gekozen kunstwerk. Je zou verwachten dat de teams opvallende kunstwerken met een jong karakter als toevoeging voor de NOG collectie zouden kiezen. Toch blijkt dat er bij de keuze wel degelijk rekening is gehouden met de enigszins behoudende kunst die SNS Reaal bezit. Het resultaat is dan ook niet spectaculair. Het merendeel van de gekozen werken is mij niet eens opgevallen. Het meest opvallende was het kunstwerk dat wordt gepresenteerd bestaat uit een sleutelbos en handboeien. Helaas is dit niet het winnende werk geworden, net zomin als het onze overigens. Het winnende werk is van Philip Loersch, gekozen door team roze. Het bijzondere aan het kunstwerk is dat het tweedimensionaal is, maar driedimensionaal lijkt. Desondanks vond mijn team dit niet het mooiste werk, maar misschien was dat ook omdat nu de prijs aan onze neus voorbij ging. De prijs is een werk getiteld Wilkommen Zwerg gemaakt door kunstenaar Ottmar Hörl, zoals de naam al doet vermoeden is het een dwerg. Goed en grappig idee van de organisatie.

Aaf Brandt Corstius
Aaf Brandt Corstius

De goed georganiseerde en leuke dag werd afgesloten met een column van columnist Aaf Brandt Corstius. Zij vertelde over de verschillende stappen in het kunstverzamelen. Iedere leeftijd kent volgens haar -maar ik denk dat iedereen het beaamde- zijn eigen ‘kunstverzameling’. Deze begint bij een poster van Gustav Klimts de Kus en eindigt met een echt kunstwerk dat past bij de bank. Tussenfases als de Ikea kunstwerken en straatnaambordjes kwamen de meeste deelnemers bekend voor. Kortom: iedereen die nu nog straatnaambordjes of een bewerkte foto van Audrey Hepburn aan de muur heeft hangen, het komt allemaal goed. Eens zal je een eigen ‘echt’ kunstwerk aan de muur hebben hangen. Een hele geruststelling!

Theater / Voorstelling

Ontdekkingsreis voor waaromvragertjes

recensie: De Stilte - ZOOM & Glad IJs

“Het lijkt op schieten over de hoofden heen, maar ZOOM bewijst het tegendeel”, zegt dansgroep De Stilte zelf over haar nieuwste voorstelling, die natuurkunde als onderwerp heeft. Nu is het abstractievermogen van de kleintjes vaak veel groter dan veel volwassenen denken, maar voor kleuters die een beeld van de aarde of de planeten nog niet eens herkennen (vrij normaal voor een kind van die leeftijd) blijft het toch echt steken in een spelletje met ballen – een leuk spelletje, dat wel.

En er mankeert nog wat aan dit werk van gastchoreograaf Jack Gallagher. Want de veelal grafische animaties vol wis- en natuurkundige figuren op de achterwand zijn op punten beslist mooi om te zien, maar ze houden vrijwel nergens een spannend of invoelbaar verband met wat zich op de vloer afspeelt. Ze leiden eerder af dan dat ze iets toevoegen. Ook omdat er op de vloer – met dans én projecties – simpelweg te veel gebeurt om ook nog naar het scherm te kunnen kijken; zelfs voor een lenig geestje vanaf vier jaar. Laten we het zo zeggen: met deze mix van dans en videoprojecties steekt De Stilte de Nederlandse godfather van geanimeerde dansvoorstellingen, David Middendorp, niet bepaald naar de kroon.

~

Maar dat betekent niet dat Gallagher, die gewend is te werken voor volwassenen, compleet heeft misgeschoten. Want de basis van de voorstelling, met vier dierlijke danseressen die een wereld vol ballen ontdekken, zorgt voor kleuters op puntjes van stoelen. Ze zijn geboeid door de soms ongecoördineerde drukte, door de volheid van de vloer, door de kleurige vormpjes van de projecties. En waarschijnlijk herkennen ze in de soms schattig klungelige bewegingstaal tussen de klassieke dansbewegingen door hun eigen leven, hun eigen ontdekkingstocht van de dingen om zich heen.

Zo vergaat het namelijk de vier. Ze beginnen als een soort grote, witte hagedissen, zitten vast aan een enorme witte bal. Ze rollen erover, aaien hem, vinden uit dat hij kan stuiteren. Ze doen een Indonesisch aandoend dansje met op Newtons appel gelijkende giga-stressballen. Langzaam gaan hun zonnebrillen en kapjes af en worden ze menselijker. Waarna ze de mogelijkheden van de ballen verder ontdekken, uitbuiten en – zoals bij de mens te doen gebruikelijk – misbruiken voor een spelletje pesten. Worden Newton en Einstein als inspiratiebronnen genoemd, we kunnen dat lijstje makkelijk aanvullen met nog wat grote namen uit de wetenschap.

~

Wat dat betreft sluit ZOOM goed aan bij Glad IJs, waarin niet het ontdekken van dingen, maar het ontdekken van andere mensen centraal staat. Drie in natuurtinten gekleurde wezentjes vormen bijna één entiteit, zo close zijn ze met elkaar. Ze dollen en spelen zoals jonge diertjes en kleine kindjes dat doen. Plotseling doemt een vierde op, als een Livingstone in Afrika, als een Roald Amundsen op de Zuidpool. Iemand die met haar felgekleurde kleding erg opvalt in deze lichte wereld waarin tot voor kort niets anders bestaat dan de drie wezentjes en drie lampen omringd door plafondhoge touwen. Of de toeschouwertjes de volle betekenis van deze voorstelling meekrijgen, is de vraag. Maar het korte werk van Gertien Bergstra en Femke Somerwil laat op een heel prettige, rustige, sfeervolle manier zien hoe een groepje omgaat met een nieuweling, die eerst afweert, dan besnuffelt, dan beconcurreert en vervolgens binnenlaat.

Het thema ‘de ontdekking’ is in het jeugdtheater populair. Niet voor niets, want het sluit aan bij de fase waarin de doelgroep zich bevindt. Als choreografie komt het misschien een tikkeltje tekort, maar voor kindjes in de waarom-leeftijd is ZOOM & Glad IJs een mooi begin van een enorme berg vragen die papa, oma of de juf mogen beantwoorden.

Boeken / Fictie

Een triumviraat van gestoorden

recensie: Steve Toltz - A Fraction of the Whole

A Fraction of the Whole is zo’n boek waarbij de lezer zich voelt als een ontdekkingsreiziger uit een oude wereld op zoek naar nieuwe landen. Voor zijn debuutroman heeft de Australische schrijver Steve Toltz alle registers opengetrokken. Bovendien is A Fraction of the Whole opgebouwd met behulp van een uiterst innovatieve verteltechniek, waarbij de schrijver vaak van perspectief verandert.

Het is maar zelden dat een debuutroman zo’n indruk achterlaat als A Fraction of the Whole. De meer dan zevenhonderd pagina’s tellende roman staat vol met absurde scènes, filosofische gedachten en alles wat de auteur in zijn jaren als beginnend schrijver over het leven heeft geleerd. A Fraction of the Whole blinkt uit in aforismen waarmee Toltz op geheel eigen wijze de wereld weet te beschrijven.
Het verhaal begint als Jasper Dean, de jongste telg uit de vreemde familie Dean, om onbekende reden in de gevangenis zit. Er is een onafgebroken waterval van verhaallijnen. Zo worden naast Jasper Dean ook de twee broers Martin en Terry Dean uitgebreid belicht. De drie mannen zijn door het lot met elkaar verbonden en het blijkt telkens weer dat het lot niet veel goeds voor hen in petto heeft.

Nietsnut

In de gevangenis begint Jasper al snel te vertellen over zijn gestoorde vader Martin. Deze geniale nietsnut heeft zijn zoon in zijn eentje opgevoed, en het resultaat is nogal apart. Maar wat wil je ook met een vader die zijn zoon als een vroegtijdige reïncarnatie van zichzelf beschouwt? In terugblikken leert de lezer meer over de jeugd van Martin en de unieke relatie met zijn zoon. Ook komt Terry, Jaspers oom, aan bod, de criminele held van Australië die nationale faam bereikte met een moorddadige killing spree tegen corrupte sporters.

A Fraction of the Whole start met een ambitieuze opzet. Veel beloften worden ook werkelijk waargemaakt. De roman is soms wat rafelig aan de randen, maar dit valt in het niet bij de overduidelijke kwaliteit van het werk. De personages zijn goed uitgewerkt, vooral de onfortuinlijke Martin Dean, die door zijn eigen leven wandelt als een geest op een bruiloft, en wiens goede bedoelingen steevast eindigen als grote mislukkingen.

Eenzaamheid

Paradoxaal genoeg zijn de hoofdpersonen uit A Fraction of the Whole, hoewel onlosmakelijk met elkaar verbonden, vooral voortdurend eenzaam. Hun eenzaamheid wordt bestreden als een vijand, waarbij de personages soms een kleine overwinning behalen, maar waarbij de uiteindelijke capitulatie onvermijdelijk volgt. In de roman van Toltz worstelt de jonge Jasper voortdurend met de veronderstelde overheersing van zijn karakter door zijn vader en zijn oom. Hij vraagt zich af hoe hij zijn leven kan inrichten zonder geleid te worden door zijn excentrieke opvoeding.

Uiterst treffend weet Steve Toltz de vraag te stellen of het wel mogelijk is om als individu te bestaan te midden van anderen. Martin Dean besluit dan ook om een labyrint te bouwen in de Australische bush waar hij zichzelf kan zijn; een vorm van vrijwillige isolatie van de maatschappij die we ook in Walden van Henry Thoreau tegenkomen. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de titel van A Fraction of the Whole verwijst naar het werk van Thoreaus leermeester Ralph Waldo Emerson, die in een artikel uit 1857 schrijft: ‘Tis fine for us to talk: we sit and muse, and are serene, and complete; but the moment we meet with anybody, each becomes a fraction.’

Film / Films

De degen en de ganzenveer

recensie: Cyrano de Bergerac

.

Cyrano de Bergerac (1990) is een filmbewerking van het gelijknamige toneelstuk van Edmond Rostand. In de film speelt Gérard Depardieu Cyrano, die ondanks zijn moed en poëtische gevoeligheid de mooie Roxanne niet voor zich kan winnen. Regisseur Jean-Paul Rappeneau beeldt dit uit in een klassieke kostuumfilm die een mooi tijdsbeeld geeft en zich op speelse wijze houdt aan de oorspronkelijke toneeltekst.

Cyrano de Bergerac begint met een mooie openingsscène die de toeschouwer een Frans theater uit zeventiende eeuw in leidt. Cyrano wordt als personage geïntroduceerd als hij zich kwaad maakt over de middelmatigheid van een van de acteurs op het toneel. In zijn vurigheid en welbespraaktheid blijkt zijn trotse karakter, maar Cyrano is tegelijk onzeker. Door zijn te grote neus ziet hij zichzelf als lelijk en ongeliefd. Dit vormt ook een obstakel voor de amoureuze verwikkelingen tussen hem en zijn mooie nicht Roxanne.

~

Cyrano durft zijn liefde voor haar niet te bekennen, omdat hij bang is voor afwijzing. Als zij valt voor de knappe cadet Christian besluit Cyrano hem te helpen in zijn pogingen om haar het hof te maken. In poetische liefdesbrieven die Cyrano schrijft laat hij zijn eigen gevoelens voor Roxanne doorschemeren, terwijl Roxanne denkt dat ze het werk zijn van Christian. Uiteindelijk krijgt de film een tragische wending als Cyrano en Christian door een jaloerse aanbidder van Roxanne gedwongen worden om ten strijde te trekken tegen de Spanjaarden. Cyrano blijft brieven sturen, terwijl een zwakke Christian lijdt aan de gruwelen van de oorlog.

Alexandrijnen

De scriptbewerking van Cyrano de Bergerac lag in handen van Jean-Claude Carrière, die als scenarist ook werkte voor Luis Buñuel en Louis Malle. Carrière handhaafde de Alexandrijnse rijmschema’s van het toneelstuk, waardoor de spreekkunsten van Cyrano hun subtiliteit en gevatheid behouden. De teksten verwijzen ook naar zijn verlichte wereldbeeld en naar de fascinaties die de echte Cyrano had voor sterren en planten.

Zoals veel romantische protagonisten is Cyrano een buitenstaander. Hij is een vrijzinnige levensgenieter die walgt van de hypocrisie en onoprechtheid die hij om hem heen ziet. Zijn grootse daden komen voort uit zijn trots, maar de film toont ook dat ze een sublimering vormen voor de onbeantwoorde liefde van Roxanne.

~

De tragiek is dat de personages niet de eer krijgen die hen toekomt, ook al strijden ze vol moed voor erkenning. Zo is Christian als personage ondanks zijn schoonheid ook onzeker, omdat hij niet in staat is om zijn gevoelens voor Roxanne poëtisch te vatten. Hij is het gezicht van Cyrano’s woorden, maar ook hij ziet in dat hij niet bemind wordt voor wie hij echt is. Beide mannen hebben zo hun eigen tekortkomingen die aan het einde van de film duidelijk worden.

Ivoren toren

Cyrano de Bergerac is een humanistische film die net als Les enfants du paradis gelooft in de kracht van kunst en poëzie om de werkelijkheid het hoofd te bieden. Depardieu weet als Cyrano een overmoedige dichter neer te zetten, die vanuit zijn ivoren toren schrijft over de liefde en de sterren, maar ook weet hoe het is om met beide benen op de grond te staan.

De dvd van bevat afgezien van een trailer geen extra’s.

Film / Films

Ouderwets griezelen in een spookhuis

recensie: El Orfanato

.

De zevenjarige Simón heeft een paar imaginaire vriendjes. Zijn ouders maken zich daar vooralsnog niet al te druk om: het is waarschijnlijk slechts een fase die snel over zal gaan. Als het gezinnetje verhuist naar het oude weeshuis waar Laura, Simóns moeder, ooit heeft gewoond, wordt het gedrag van het jochie echter steeds zorgwekkender. Opeens heeft hij er een hele rits imaginaire vriendjes bij en gaat hij wel heel erg op in hun spelletjes, die steeds minder onschuldig worden.

~

En dat is nog maar het begin: na een nogal ongemakkelijke ontmoeting met een vreemd ogend oud vrouwtje dat bovenmatig in het jochie is geïnteresseerd, verdwijnt Simón op wat een feestelijke dag had moeten zijn. Bij Laura (Belén Rueda, Mar adentro) begint dan steeds meer de overtuiging te leven dat de sleutel tot zijn verdwijning ligt in het bovennatuurlijke en dat haar verleden er op de een of andere manier mee verbonden is.

Spil

Als kijker word je langzaamaan meegesleept in de denkwereld van Laura; zij is immers de spil van het verhaal. Het antwoord op de vraag of er echt iets bovennatuurlijks aan de hand is of dat ze ‘gewoon’ gek wordt, wijst steeds meer in de richting van het eerste. Dat dat geloofwaardig overkomt, heeft voor een groot deel te maken met de sterke acteerprestatie van Belén Rueda. Met haar vertolking staat of valt de film – staat, in dit geval. Ook bij de rest van de cast (waaronder Geraldine Chaplin als medium in een van de meer meeslepende scènes) is het acteren overtuigend te noemen.

~

Ouderwets vakwerk, dat is wat de Spaanse regisseur Juan Antonio Bayona (en producer Guillermo del Toro, Pan’s Labyrinth) met El Orfanato heeft afgeleverd. Geen genre-cliché wordt geschuwd (het verhaal speelt zich immers af in een groot, leeg, afgelegen huis waarin deuren en vloeren lustig piepen en kraken), maar dat doet geen afbreuk aan deze sfeervolle spookhuisfilm die ondersteund wordt door een fraaie cinematografie. Het is een film die doet denken aan films als The Innocents en The Others, maar die niettemin net niet het niveau haalt van die illustere voorgangers. Naast het feit dat de film uitblinkt in subtiliteiten (zoals de begintitels, en de variant op de openingsscène die later te zien is) en een paar bijzonder effectieve schrikmomenten heeft, zijn er toch een paar punten waarop El Orfanato enigszins uit de bocht dreigt te vliegen. Zo komt de bijna-zenuwinzinking die Laura op het strand krijgt – wanneer zij denkt Ramón te zien – ongeloofwaardig over, en een van de slotscènes was zonder de melodramatische muziek een stuk sterker geweest.

Theater / Voorstelling

Glooiend landschap vol geheimen

recensie: De Theatercompagnie - De eenzame weg

Omdat ze stervende is, besluit Gabriele, een vrouw met een echtgenoot, een zoon en een dochter, haar oude vrienden uit te nodigen. Het zijn de erfgenamen van de Tweede Wereldoorlog en ze behoren tot de generatie waarin meer dan ooit geleefd moest worden. Als Gabriele uiteindelijk overlijdt, worden geheimen onthuld en leiden onderhuidse spanningen tot een dramatische ontknoping. Wederom een topproductie van De Theatercompagnie.

fotograaf: Sanne Peper

fotograaf: Sanne Peper

Het is stikheet in het Compagnietheater tijdens de première van De eenzame weg. De flesjes water die worden uitgedeeld, worden dan ook gretig geconsumeerd. Bezoekers wapperen met programmaboekjes, trekken hun schoenen uit en een enkeling ontdoet zich zelfs van zijn T-shirt. Aan alles is te merken dat de ruimte tropische temperaturen heeft, behalve aan de acteurs.

Glooiend landschap

De Theatercompagnie staat bekend om haar originele en bijzondere decorvorming. Bij De eenzame weg worden de hoge verwachtingen wat betreft de situering meer dan ingelost. Het podium heeft de vorm van een gigantische skate ramp met golvende vormen. De uiteinden reiken tot de laatste rij in het publiek. Achter die rij wachten de acht acteurs op hun cue die ze naar beneden laat slenteren, laat rollen, laat rennen. Dit bijzonder grote decorstuk geeft het gevoel van een glooiend landschap. Van heuvels waarachter van alles schuilgaat. Vlak voor het einde wordt het decor maagdelijk wit en is het publiek getuige van een foutloze verdwijntruc. Hierdoor blijkt het hele decor nog veel complexer in elkaar te zitten dan je al zou vermoeden.

fotograaf: Sanne Peper

fotograaf: Sanne Peper

Door dit buitenproportionele podium dat dwars over de tribune loopt, zit een deel van het publiek aan de zijkant van de ramp. Ook zijn er enkele plaatsen aan het einde van het podium, vlak voor de acteurs. De bezoekers die hier zitten, zijn voor een deel genoodzaakt tegen de ruggen van enkele acteurs aan te kijken. Een voordeel is dat je op deze positie de gezichten en dus de mimiek bij het teruglopen naar boven heel duidelijk ziet. En zo weet je dat er over de wangen van Katja Herbers echte tranen rollen als ze huilt.

Kleine liefdes, grote offers

De eenzame weg is het tweede deel van een Schnitzler-tweeluik. Het eerste deel, Het wijde land, speelde in 2006-2007 en ging over relaties en ontrouw. In deel twee nodigt een terminale vrouw haar oude vrienden uit. De groep is een gevarieerd gezelschap van kunstenaars, exen en familieleden. Als de vrouw sterft worden geheimen uitgesproken en worden duidelijke familiebanden in een klap in twijfel getrokken. Het is een verhaal over het maken van keuzes die op latere leeftijd niet de juiste blijken te zijn geweest. Over kleine liefdes en grote offers. De muziek van Bob Dylan ondersteunt het verhaal over de babyboomers. Op een podium rennen karakters af en aan die altijd het beste met zichzelf en de wereld hebben voorgehad en die handelden uit goede intenties. Dat je soms jaren later beseft dat je alles heel anders had moeten doen, is niet per se een thema uit de jaren vijftig.

Het stuk duurt zo’n drie uur en dat is ook nodig, al was het alleen al om uitgebreid van iedere acteur te genieten. Het is dan ook jammer dat Anneke Blok in haar rol van de zieke Gabriele zo kort op het toneel staat. Gelukkig zijn de andere acteurs op z’n minst net zo geniaal om naar te kijken. Het is uniek om zo’n groep beroepsacteurs als Mike Reus, Katja Herbers, Jappe Claes en Harry van Rijthoven in een stuk als De eenzame weg te zien. Het lukt de acteurs uitstekend om de diepere lagen uit het stuk met veel spanning en hang naar meer te brengen.