Maar ik kijk natuurlijk niet verder dan m’n neus lang is. De gedachte erachter, zo schrijft creatief directeur Joop Mulder, is niet alleen gebaseerd op het feit dat op Oerol veel theater op locatie is te zien. Nee: ‘De eigenschappen van gras zijn ook eigen voor de kunsten. Gras leeft, groeit door, je moet het bijhouden, soms maaien, dan is het donkergroen, dan weer fris en helder. Gras is voedsel. Maar gras is ook een soort onkruid, anarchistisch, het groeit vaak waar het niet groeien mag en is moeilijk te stoppen.’
Nu het festival bijna voorbij is, kunnen we terugkijken op alle voorstellingen die binnen dit thema zijn gepresenteerd, en dan vooral de voorstellingen die nieuw gemaakt zijn en op Oerol in première zijn gegaan – een dikke twintig. Wat hebben de makers gedaan met het thema, zowel in de algemene opvatting (locatie) als in de meer filosofische (onkruid)?
Uitwisselbaar
De Jongens – Aktieman!
Loodsen, tenten en schuren horen er helemaal bij op een theaterfestival, maar locatietheater kunnen we Heelhuids & Halsoverkop (Loods Zeelen), Discopigs (loods in Kinnum), Mega Poll (tentconstructie in weiland), Altitude (de Zeekraal), Wiek (een ronde doos bij paal 9) of BOT (Schuur Spanjer) toch moeilijk noemen. En hoewel er nog steeds aardig wat voorstellingen in de buitenlucht of op een andere bijzondere locatie staan, wordt die (buitenlucht)locatie vaak gewoon als een vloer beschouwd, die vooral technisch afwijkt van de zaal en wat technische aanpassingen vergt om werkbaar te zijn. Dat is eerder ’theater op locatie’, geen echt locatietheater. De voorstelling Blik bijvoorbeeld, die staat prachtig op de Noordsvaarder, maar daar wordt helemaal niets mee gedaan – kan zo de zaal in en dat is dan ook de bedoeling, aanstaand seizoen. Liquid Space 6.1 kan terecht in ieder niet al te dicht bos met een open plekje. De Jongens hebben het bedrijventerrein op west fantastisch uitgebuit voor hun topvoorstelling Aktieman!, maar zouden die met weinig moeite integraal kunnen verplaatsen naar Groningen, Heerlen of Dordrecht. Voorstellingen als Candyland en De legende van Woesterdam mogen beslist niet ontbreken op een festival als Oerol, maar ze staan even goed in een andere stad op een soortgelijk stukje niemandsland of in een andere parkachtige omgeving – en dat deden ze dan ook vorig festivalseizoen.
Een enkeling zoekt echt een plek uit waar de aanstaande voorstelling het best past; waar dat wat hij of zij wil vertellen het allerbeste tot zijn recht komt. Een plek waar de voorstelling kan ontstaan of pas echt tot wasdom kan komen. Bijvoorbeeld het NUT (Roberto 2), Judith Hofland (Met open ogen), Marjolein Frijling (Droog Land) en de Firma Rieks Swarte en PeerGroup (WAAI). Als een dergelijke voorstelling verplaatst wordt naar een ander festival, komt daar flink wat werk bij kijken; niet alleen technisch, maar ook qua script en qua spel. Het allerbeste locatietheater geeft je het gevoel dat je de voorstelling alleen daar zou kunnen bekijken, dat die nergens anders zou kunnen staan. Dat het geen voorstelling is maar een (natuur)verschijnsel waar je toevallig getuige van bent. Oerol kende daarvan in zijn rijke geschiedenis vele voorbeelden, maar de laatste jaren waren ze zeldzaam, en het is oppassen geblazen dat ze niet uitsterven.
Parade
Goed, her en der groeide dus wel degelijk fysiek gras tussen de planken, al mag het best een onsje meer zijn. Gebeurde dat ook in de meer filosofische zin? Het zou niet fair zijn te beweren dat het helemaal niet zo was; de jongens en meisjes theatermakers lopen heus niet allemaal keurig in de pas en kruipen gerust waar ze niet gaan kunnen. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de gemakzucht van het Paradewerk steeds verder doordringt in de Oerol-gelederen: laten we vooral zorgen dat het leuk is, dan valt er wat te lachen voor de festivalganger. Laten we dat gras uit het thema vooral gebruiken om te kriebelen en te kietelen.
Firma Rieks Swarte en Peergroup – WAAI
Een festival is onmiskenbaar een goede plek om mensen te laten kennismaken met een rijke schakering aan theatervormen. Dat die niet allemaal zwaar, heftig en filosofisch moeten zijn, staat buiten kijf. Goed gemaakt grappig theater hoort dan ook zeker thuis op Oerol, denk aan De Jongens met Aktieman!, Servaes Nelissen met Black-out in PUR-city, Boogaerdt & VanderSchoot met Dans je de hele nacht met mij (wel wat minder geslaagd dan de geweldige voorganger Tsjechov bij de bushalte), Studio Orka/Kopergietery met weer een serieus geweldige kindervoorstelling en ’t Woud Ensemble met een komische interpretatie van De Beer; zoals Tsjechov het gewild zou hebben. Maar of het er nou zo veel moeten zijn? En of het nou nodig is dat het publiek in een volstrekte deuk gaat bij de platste versie van Midzomernachtsdroom ooit (van Karina Kroft; een theaterdirecteur liet zich in dat kader ontvallen: “Soms moet je een rol die een regisseur je oplegt weigeren te spelen”); bij de kolderieke verwikkelingen rondom een doodskist in een prachtig verhaal over een man die niets anders wil dan vliegen (Altitude van Klemens Patijn); in een flauw toneelstukje als afsluiter bij een originele en typische Oerol-knutselvoorstelling (WAAI van Firma Rieks Swarte en PeerGroup); of bij een kluchtige op-de-knieën-opera (Robinson Crusoë door de Nationale Reisopera), is op z’n minst een heel goede vraag.
Het mocht wat meer kietelen op een vriendelijke, theatrale en toch confronterende manier, zoals in Boukje Schweigmans WIEK en Circolando’s Casa Abrigo.
Allesbehalve vrolijk
Boukje Schweigman – WIEK
Kriebelend gras tussen de planken? Graag met mate, en zolang er maar ruimte overblijft voor wat zand tussen de planken, want dat schuurt tenminste. Dat gebeurde godzijdank ook op Oerol 2009, soms met een knipoog, soms honderd procent serieus. Zo zette Judith Hofland in een opnieuw uiterst vermakelijke wandeltocht de hersens aan het knarsen over wat (massa)communicatie vermag. Had het NUT bijvoorbeeld het lef om in een grimmige voorstelling in het bos een verwarde moordenaar te volgen. Verzamelde NNT/Club Guy & Roni alle verdriet en ongeluk in de zwarte deurenkomedie Heelhuids & Halsoverkop. Kaartte Via Berlin een actueel pijnlijk onderwerp (Afghanistan) aan vanuit een origineel perspectief. Maakte Alexandra Broeder, na Waste Land, met Candyland opnieuw een allesbehalve vrolijke voorstelling met kinderen in de hoofdrol. En zette Tryater een waanzinnige versie neer van het zwartgallige verhaal over twee zeventienjarige Discopigs, die samen tegen de hele wereld schoppen.
Alles bij elkaar bracht Oerol 2009 een gevarieerde theaterprogrammering van een wisselend niveau; dat mag op een jongemakersfestival, zeker aan het begin van het buitenseizoen. Aandachtspuntjes voor de toekomst: wat minder gemakkelijke hilariteit, wat meer filosofie, originaliteit en subtiliteit, wat meer écht locatietheater. Maak van Oerol geen Parade; één groot theatercircus volstaat.
Lees ook Oerolog: foto’s en impressies van diverse voorstellingen.
Marike Jager rockt in Tilburg
Wie Marike Jager een paar jaar geleden bij het verschijnen van haar debuutalbum heeft aanschouwd, zal zich verbazen over de groei die deze zangeres heeft doorgemaakt. Dit jaar was ze zelfs, samen met Ilse DeLange en Trijntje Oosterhuis, genomineerd voor een Edison. Het was mooi geweest als de jonge artieste deze prestigieuze prijs had gewonnen. Maar de concurrentie was groot en helaas voor Jager zijn de prijzen anders verdeeld.
Het voorprogramma van haar show in Tilburg werd verzorgd door Arthur Adam, een singer-songwriter die liefhebbers van het project ‘In a Cabin With’ zeker kennen. Hij was de tweede artiest die in het kader van dit initiatief zich mocht terugtrekken in een huis in Zweden, om korte tijd later met een album onder de arm weer naar buiten te komen. Een geslaagd album kunnen we stellen. Zijn gevoelige performance warmde het publiek op voor een dame die met haar nieuwste album meer rockt dan daarvoor. Het publiek liet de liedjes van Arthur Adam wat gelaten over zich heen komen.
~
Het optreden in Tilburg gaat rustig van start met onder andere ‘Peculiar’ en een greep uit relatief rustig materiaal van haar eerste album. Met ‘Celica Trigger’ gaan voor het eerst alle registers open en ontpopt Jager zich als een echte rockdame. De band speelt solide en Jager blijft prima overeind tussen het geweld van haar sterke begeleiders Mitch Mulder (gitaar), Nicky Hustings (drums) en Henk Jan Heuvelink (toetsen). Met name Mulder schittert samen met Jager in het neerzetten van een stevig gitaar-rockgeluid.
Gevoelige toets
De gevoelige snaar is er natuurlijk nog steeds: het is de toets van de piano bespeeld door Jager zelf. Ergens in het midden van haar show gaat Marike achter haar instrument zitten en verdwijnt haar band van het podium. Zichzelf begeleidend op de toetsen brengt ze haar songs tot grote hoogte. ‘Bucket full of ice’ is een van die hoogtepunten: een nummer dat ze opdraagt aan alle kinderen die gepest worden. Het betreft een gepest kind dat met een emmer met ijs andere kinderen te grazen wilt nemen; bijtend, gevoelig en klein zoals je dat verwacht van een verbeten kind.
‘Like You’ heeft ze voor haar ouders geschreven en voor alle ouders van kinderen die de muziek in willen. Bezorgde ouders vinden het maar niks. Het nummer gaat natuurlijk over doorzetten en het overwinnen van de tegenwerking.
Toekomst
~
Een ster die straalt moet ook door het grotere publiek gezien kunnen worden. Jager heeft genoeg in petto om meer in Nederland te bereiken.
Marike Jager
Gezien op vrijdag 06 maart 2009 in 013 Tilburg,Link: Marike Jager Myspace
Link: Marike Jager
Misschien ook iets voor u
Uit de bossen
/ 0 Reactiesdoor: Erik Meijers / beeld: Erik Meijers 0 SterrenHoeveel opties heb je als je in een klein stadje in de bossen van Zweden woont? Je kunt hockey gaan spelen, zwaar aan de drank gaan of je start een bandje. En dat laatste deden de jongemannen Fred, Jake, Eric en Håkan. Ondertussen beter bekend als The Durango Riot.
~
Bravoure
Het gesprek komt steeds meer op gang en neemt vele onverwachte wendingen. Van Freds vriendin waar hij bij inwoont naar de onvermijdelijke hokjesgeest in de muziekwereld, om uiteindelijk terecht te komen bij het gebrek aan lengte van de geslachtsdelen van de bandleden en de bijbehorende kosten van correctieve chirurgie. Tussendoor wordt uiteraard ook nog de ontstaansgeschiedenis van de bandnaam aangestipt: Durango vanwege de film A Clockwork Orange en Riot vanwege de impact die ze wilden hebben op de muziek. Dat er dan ook nog eens een grote opstand in een gevangenis heeft plaatsgevonden in het Amerikaanse plaatsje Durango was achteraf een ‘leuke’ bijkomstigheid. En op de vraag wat ze van de opmerking van sommige recensenten vonden dat hun muziek een soort ‘formulerock’ is kon Fred heel duidelijk zijn: ‘We doen gewoon wat we leuk vinden en pikken hier en daar aansprekende invloeden van anderen op. We doen gewoon lekker ons ding. Het is rock, geen rocket science!’
The Bones
Het wordt tijd om eens te kijken wat de heren op het podium te brengen hebben. The Durango Riot opent het voorprogramma van Social Distortion in de grote zaal (The Max) van de Melkweg. Samen met het eveneens uit Zweden afkomstige The Bones warmen ze het publiek op voor de hoofdact. En hoewel de uitverkochte zaal op dat moment nog niet geheel volgelopen is staat er al een aardig groot publiek op de jonge beloftes uit Zweden te wachten. Op het moment dat de band het podium betreedt is de kalmte van voor het optreden volledige verdwenen. Hier komen vier brokken puur enthousiasme vol bravoure het podium op. En vanaf de eerste tonen spat de energie van de bandleden af. Ze zetten een perfecte opwarmer neer voor het publiek dat nog op gang gebracht dient te worden. En ondanks hun jonge leeftijd en onervarenheid weten ze de bezoekers een eerste applaus te ontlokken. Bezoekers uit alle windstreken, die toch hoofdzakelijk voor Social Distortion zijn toegestroomd.
~
Misschien ook iets voor u
Seks als wapen
Swoon, de debuutfilm van Tom Kalin, werd bij uitbreng in 1992 al snel in het hokje ‘queer cinema‘ gestopt. Een hok waarin ook de rond die tijd uitgekomen films van Gregg Araki (The Living End) en Todd Haynes (Poison) belandden. Ook uit commerciëlere films uit dezelfde periode, zoals My Own Private Idaho en The Crying Game, blijkt dat homoseksualiteit in film ‘hot’ was in de vroege jaren negentig. Maar dat thema is dan ook zowat het enige dat Swoon met zijn lotgenoten deelt.
~
Alfred Hitchcocks Rope uit 1947 was ook gebaseerd op de zaak, maar daarin lag de nadruk vooral op de arrogantie van de twee mannen en de mogelijkheid om daadwerkelijk een perfecte misdaad te plegen. Bij Compulsion (1959) ging het vooral om de sensatie die het proces opriep, en de spectaculaire rol van Orson Welles als Darrow. Tom Kalin brengt de homoseksuele relatie van Leopold en Loeb naar voren, en legt zo een derde accent in de serie verfilmingen van deze beroemde misdaad.
Onevenwichtige relatie
~
Door het grofkorrelige zwartwitbeeld en het inventieve camerawerk lijkt Swoon een typische exponent van de onafhankelijke cinema, waarin plot en karakterontwikkeling vaak ten koste gaan van gesuggereerde diepzinnigheid en kunstzinnige pretenties. Pretenties heeft Kalin zeker, maar vergis je niet. Hij stopt zijn beelden vol met informatie, die een onoplettende kijker al snel over het hoofd ziet. Swoon is een goedgevulde schatkist van filmische effecten en connotaties, die een enkele kijkbeurt niet allemaal aan het licht zal brengen. Zo brengt Kalin een hommage aan Hitchcock door Leopold en Loeb elkaar op eenzelfde manier te laten kussen als James Stewart en Grace Kelly dat deden in Rear Window. Swoon is een gedurfd statement over herenliefde en ongezonde obsessies, een ode aan de cinema en aan een onschuldig lijkende tijd die desalniettemin vol venijn zat.
Swoon
Regie: Tom KalinJaar: 2024
Distributeur: Homescreen
Misschien ook iets voor u
Het eigenzinnige van The Sheer is verdwenen als sneeuw voor de zon
Vrijwel alle bands of artiesten zoeken gedurende hun loopbaan voortdurend naar vernieuwing en verfrissing van de eigen stijl. Zij het om het spannend te houden voor de luisteraar en zichzelf, of om niet in herhaling te vallen, een heel scala aan redenen is te bedenken waarom zij nieuwe wegen inslaan. Dit hoeft niet per definitie goed af te lopen voor een groep of solist. Zo bewijst ook de Nederlandse band The Sheer met zijn nieuwe album Here and Now and Long Before.
~
Weg met de vrijheid blijheid
Met het derde album van The Sheer is dit alles echter vrijwel verdwenen. Niets geen blije toestanden meer. De band heeft ervoor gekozen een serieuzer pad te gaan bewandelen. Dat is natuurlijk niet verboden, maar in dit geval wel heel jammer. Alles wat The Sheer zo leuk maakte en waarmee de Haarlemmers zich wisten te onderscheiden van het gros van de Nederlandse bandjes is hiermee van tafel, op het typerend stemgeluid van zanger Bart van Liemt na.
Dit wil niet zeggen dat Here and Now and Long Before een slecht album is. Slecht is immers een groot woord. Het is een luisterbare plaat met aardige folkmelodieën en ook het stemgeluid van Van Liemt doet het weer goed. Jammer alleen dat het daarbij blijft. Zowel teksten als muziek bieden weinig spanning en het geheel blijft behoorlijk aan de oppervlakte. Het is dan ook zeker niet de nieuwe parel in het oeuvre van de band.
Neem de eerste single van de nieuwe plaat, ‘The Devil on His Own’. Op zich een aardig liedje, maar toch mist het iets. Het sprankelt niet, het leeft niet. Het grijpt je niet bij de kladden en voert je niet mee. Het is eerder vrij saai en vlak. Zelfs de achtergrondvocalen van Stevie Ann kunnen het nummer niet op het juiste pad helpen.
Here and Now and Long Before weet dus niet te overtuigen. Zeker niet als je kijkt naar het eerdere werk van The Sheer. Het is dan ook de vraag of dit album het enige uitstapje zal zijn naar de rustige, folkachtige kant van de muziek of dat dit de lijn is die de band in de toekomst zal voortzetten. Voorlopig gaat The Keyword is Excitement maar even de speler in en mag deze nieuwe plaat voor nu opgeborgen worden.
The Sheer
Album: Here and Now and Long BeforeLink: The Sheer (MySpace)
Link: PIAS
Misschien ook iets voor u
Een jubileumbundel vol vergankelijkheid
Het is inmiddels vijfentwintig jaar geleden dat Frans Budé debuteerde. Door de Maximalen werd zijn soort poëzie bij monde van Joost Zwagerman polemisch weggezet als bloedeloos, onuitnodigend en behorend tot de school van Kouwenaar. Wie zich achteloos op dergelijke kritiek verlaat, verliest de mogelijkheid zich te laten meevoeren door Budés gedichten.
Natuurlijk is een verwantschap met de poëzie van Kouwenaar niet te ontkennen. Sterker nog, het verwantschap is opvallend. Ook Budé (1945) hanteert overwegend een van rafelrandjes ontdane, gecomprimeerde taal en net als bij Kouwenaar problematiseert Budé de mogelijkheden van taal, waarvan hij de uiterste mogelijkheden graag opzoekt. Die ingeklonken taal maakt dat je voor Budés gedichten de tijd moet nemen. Ook komen ze het best tot hun recht als je de dichter nu eens niet in de schaduw van de grootmeester plaatst.
Schumann
De bundel bestaat uit eenentachtig gedichten die zijn opgenomen in elf in zichzelf coherente delen of reeksen. Dat is een forse hoeveelheid voor een bundel, die doorgaans uit zo’n veertig gedichten bestaat. Deels hebben de gedichten een vrije vorm. Maar in de reeks ‘Hoe alles gebeurt’ volgt zeven keer een elf terzetten groot gedicht op een kort vers. Elke reeks heeft zijn eigen onderwerp. ‘Schumann’ heeft de gelijknamige componist als thema en in ‘Niemand ziet’ reageert Budé steeds op een ander schilderij.
Hoewel het achterplat Bestendig verblijf een gevarieerde bundel noemt over reizen in ruimte en tijd, blijft Budés poëzie circuleren rondom het thema van de vergankelijkheid, een van de overkoepelende thema’s uit zijn werk. Dood, verandering, ontwikkeling en het bijeenkomen van uitersten zijn veelvuldig in zijn gedichten terug te lezen. Zo sterft er een meisje onder een boom, spreekt hij in de reeks gedichten ‘Niemand ziet’ over fruit in termen van rotting en verderf en bezigt hij regelmatig een aan dood gelieerd taalgebruik. Een krachtig voorbeeld is het onderstaande korte gedicht uit de reeks ‘Stilte’, het is een In Memoriam voor de beeldhouwer Hans Bartelet.
De dood in Budés dictie hierboven, schuilt enerzijds in het agrammaticale karakter en anderzijds in de fragmentarische vorm ervan. Ze werken een vlotte en gemakkelijke lezing tegen. Je wordt tijdens het lezen telkens opgehouden en tegengewerkt. Zo werkt de dood ook: ze is steeds een einde in de eeuwige cyclus van het leven op aarde.
Prijs: 17,95
Bladzijden: 120
ISBN: 978 90 290 8456 7
Misschien ook iets voor u
Rouwverwerking in den vreemde
Michael Winterbottom profileert zich graag als een cinematografisch duizendpoot. Van literaire bewerking (Jude) tot rauw Brits realisme (Butterfly Kiss) en van uitstapjes naar postmoderne farce (24 Hour Party People en A Cock and Bull Story) naar dystopische science fiction (Code 46) en arty porno (9 Songs).
Als regisseur is Winterbottom schijnbaar ongebonden aan een genre. Dat daarbij zijn enthousiaste genrehoppen vaak ten koste gaat van het verhaal blijkt sterk uit zijn nieuwe film, het rouwverwerkingdrama Genova. De film, die qua toonzetting erg leunt op Nicolas Roegs klassieker Don’t Look Now, ademt veel sfeer uit, terwijl het verhaal geruisloos voorbij gaat zonder de kijker echt geboeid te houden.
~
Het gezin verkeert na het ongeluk in een staat van rouw. De jonge Kelly is door schuld getekend, terwijl Mary haar het ongeval kwalijk neemt. Om de herinneringen te ontvluchten en een nieuw leven op te bouwen besluit de vader van het gezin (Colin Firth) om naar Europa te gaan. Hij krijgt een kans om in Genua te doceren en zijn dochters reizen vertwijfeld met hem mee naar de Italiaanse stad. De relatie tussen Mary en Kelly verslechtert als ze in een vreemd landen gedwongen worden om snel te aarden. De puberende Mary doet dit voornamelijk door Kelly te negeren en zich te storten in het uitgaansleven. Ze ontdekt haar seksualiteit en crosst met Italiaanse jongens achterop scooters door de stad. Kelly trekt zich daarentegen verder terug en wandelt vaak alleen door de sinistere steegjes van het centrum. Haar ondraaglijke schuld zorgt voor een paranormale wending in het verhaal als zij de gedaante van haar gestorven moeder denkt te herkennen.
Verdwaald in de steegjes
~
Ondanks wat sterke punten lijkt Genova toch slechts een vingeroefening van een regisseur die zich weinig lijkt te bekommeren om zijn publiek. De film werkt het beste als een bij vlagen sensueel reisverslag zonder een diepere inhoud. Een poging tot rouwverwerking die uiteindelijk uitmondt in een zonnig, maar oppervlakkig uitje in den vreemden.
Genova
Regie: Michael WinterbottomJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Wachten op een piepende viool
Jennifer Aniston kiest na haar populaire rol in Friends voor de ene matige romantische komedie na de andere. Management van regisseur Stephen Belber is opnieuw geen hoogvlieger. Wie hoopt op een Psycho-parodie komt er bekaaid van af.
~
Gestuntel met een kurkentrekker
Steve Zahn (Rescue Dawn) speelt Mike, een eenzame figuur die werkt in het motel van zijn ouders. Als de zakelijke Sue (Aniston) er komt logeren, is Mike onmiddellijk verkocht. Dezelfde avond staat hij voor haar deur met een fles wijn. Even is er de hoop op een Psycho-parodie, maar die wordt al snel de bodem ingeslagen. In Management moet de humor komen van Zahns gestuntel met een kurkentrekker. Sue lijkt evenmin haar klassiekers te kennen. Argeloos laat ze de jongen van het management binnen. Ze staat zelfs toe dat Mike kortstondig haar bil aanraakt. Reden voor Mike om haar achterna te reizen naar de andere kant van de VS. En dat gaat Sue nou net wat ver. Of is ze toch geraakt door zijn volhardendheid?
Vlees noch vis
~
Management
Regie: Stephen BelberJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Eb kent geen stormvloed
Op een buitenplaatsje staat een indrukwekkend bouwwerk van hout, netten, jerrycans, reddingsboeien, touwen en allerhande strandspullen. Een vrouw met blond krulhaar wankelt op hoge hakken en met een jerrycan in de hand naar het bouwsel toe. Plotseling krijgt ze door dat ze bekeken wordt en lacht schaapachtig naar het publiek op een manier waar Brigitte Kaandorp trots op zou zijn. En het publiek lacht terug, zelfs als het waterballonnen naar zich toe krijgt gesmeten.
~
‘Op een dag dat het heel hard waaide, kwamen zij aan.’
Af en toe worden de figuren begeleid door pianomuziek of door een stem die uit een ouderwets Polygoon-journaal lijkt te komen. Er wordt gezongen, geschreeuwd en gefloten, dikwijls gapen de drie personages het publiek net zo confronterend aan als het publiek naar de personages kijkt, wat zorgt voor veel vertedering. Terugkerende motieven – zoals het schrille geschreeuw van een van de vrouwen naar haar ‘lieieieiefste!’ – zorgen ervoor dat de voorstelling toch een geheel wordt, ondanks dat die uit allemaal losse scènes bestaat. Sommigen zijn heel kort en bestaan uit een enkele handeling, zoals het doorgeven van een beker. Weer andere scènes worden lekker lang uitgesponnen. Zo stuurt de man een blikje aan een touwtje tussen de twee vrouwen in, die beleefd om het blikje beginnen te vechten. De man laat het blikje van de een naar de ander bewegen, totdat een van hen de inhoud te pakken krijgt. Er blijkt een liefdesgedicht in te zitten, dat de gelukkige vrouw op hartstochtelijke wijze voordraagt. Later stuurt de man hetzelfde gedicht via een blikjestelefoon naar de andere vrouw toe, waarna een nieuw gevecht om dit blikje begint.
‘Liefste, het is hier fantastisch!’
~
Eb was van 2 juni tot 5 juli 2009 te zien op het Schateiland, onderdeel van de pier van Scheveningen.
Firma MES - Eb
Artiest: Firma MESGezien op zondag 05 juli 2009 in Schateiland, Scheveningse Pier, Den Haag
Misschien ook iets voor u
The Fray komt weergaloos
In Nederland is The Fray voorlopig niet zo groot als in thuisland Amerika. Hier moest het viertal het tot voor kort nog even doen met de twee hitsingles ‘Over My Head’ en ‘How to Save a Life’, maar daar is verandering in gekomen. De mannen zijn namelijk gekomen met hun tweede album, getiteld The Fray. Met deze plaat doet de band een serieuze gooi naar het vertrouwen van de Europeanen, om ook aan deze kant van de grote plas door te kunnen breken. Een heel serieuze gooi.
~
De juiste balans
Desondanks wordt het geen eentonig geheel. De plaat biedt voldoende afwisseling om lange tijd te blijven boeien en verdient zeker meerdere luisterbeurten. Neem de nieuwe single ‘You Found Me’. Het nummer biedt zowel bombastiek als rustige momenten, evenzeer muzikaal als tekstueel. Gemoedelijke pianodelen klinken eerst, om vervolgens op prachtige wijze ondersteund te worden door hoge gitaren met een flinke distortion eroverheen. Niet over the top, The Fray vindt de juiste balans tussen de extremen.
Een ander fraai voorbeeld is de song ‘Ungodly Hour’. Dit nummer is in zijn geheel vrij kalm en is zelfs aan te merken als een ballad. De zang van Slade speelt de hoofdrol en wordt bijgestaan door zachte drum- en gitaarpartijen. Normaliter zingt de vocalist op een vrij herkenbare toon, maar hier gebruikt Slade veel variatie in toonhoogte. Van hoog tot laag, niets lijkt een probleem voor deze man.
Herkenbaar
Belangrijk aan The Fray is ook de hoge mate van herkenbaarheid. Het geluid van zowel de zang als het gebruik van de verschillende instrumenten kan inmiddels als typerend voor de band aangemerkt worden. Hiermee creëert het viertal een eigen identiteit en blijken de vele vergelijkingen met Coldplay steeds meer onterecht. The Fray bewijst op zichzelf te staan en niet simpelweg na te doen wat anderen al gedaan hebben.
The Fray zet met het gelijknamige album een hele grote stap in de goede richting. Wanneer ze deze lijn voortzetten zal het niet lang duren eer ook het kritische Europese publiek niet meer om de band heen kan. Het is een diverse plaat geworden die goed de balans weet te houden tussen wat rustigere nummers tegenover wat ruigere nummers. The Fray bewijst de potentie te hebben van een band van wereldformaat.
The Fray
Album: The FrayLink: The Fray (MySpace)
Link: Sony Music
Misschien ook iets voor u
Gras kietelt, zand schuurt
/ 0 Reactiesdoor: Moon Saris0 SterrenHet Oerol-thema van dit jaar is ‘Gras tussen de planken’. Erg algemeen voor een festival dat er prat op gaat veel locatietheater te presenteren. Niet dat het honderd procent houdbaar is, zo’n thema voor een heel festival, maar waarschijnlijk hebben de theatermakers, of toch minstens een deel ervan, in voorgaande jaren meer houvast gehad aan ‘Het eiland van de vorige dag’ en ‘Sterke verhalen’. Daar valt over te filosoferen, daar kun je een eigen draai aan geven, daar voel je iets inhoudelijks bij. Gras tussen de planken, dat is geen uitgangspunt, dat is een bijverschijnsel.
Maar ik kijk natuurlijk niet verder dan m’n neus lang is. De gedachte erachter, zo schrijft creatief directeur Joop Mulder, is niet alleen gebaseerd op het feit dat op Oerol veel theater op locatie is te zien. Nee: ‘De eigenschappen van gras zijn ook eigen voor de kunsten. Gras leeft, groeit door, je moet het bijhouden, soms maaien, dan is het donkergroen, dan weer fris en helder. Gras is voedsel. Maar gras is ook een soort onkruid, anarchistisch, het groeit vaak waar het niet groeien mag en is moeilijk te stoppen.’
Nu het festival bijna voorbij is, kunnen we terugkijken op alle voorstellingen die binnen dit thema zijn gepresenteerd, en dan vooral de voorstellingen die nieuw gemaakt zijn en op Oerol in première zijn gegaan – een dikke twintig. Wat hebben de makers gedaan met het thema, zowel in de algemene opvatting (locatie) als in de meer filosofische (onkruid)?
Uitwisselbaar
De Jongens – Aktieman!
Loodsen, tenten en schuren horen er helemaal bij op een theaterfestival, maar locatietheater kunnen we Heelhuids & Halsoverkop (Loods Zeelen), Discopigs (loods in Kinnum), Mega Poll (tentconstructie in weiland), Altitude (de Zeekraal), Wiek (een ronde doos bij paal 9) of BOT (Schuur Spanjer) toch moeilijk noemen. En hoewel er nog steeds aardig wat voorstellingen in de buitenlucht of op een andere bijzondere locatie staan, wordt die (buitenlucht)locatie vaak gewoon als een vloer beschouwd, die vooral technisch afwijkt van de zaal en wat technische aanpassingen vergt om werkbaar te zijn. Dat is eerder ’theater op locatie’, geen echt locatietheater. De voorstelling Blik bijvoorbeeld, die staat prachtig op de Noordsvaarder, maar daar wordt helemaal niets mee gedaan – kan zo de zaal in en dat is dan ook de bedoeling, aanstaand seizoen. Liquid Space 6.1 kan terecht in ieder niet al te dicht bos met een open plekje. De Jongens hebben het bedrijventerrein op west fantastisch uitgebuit voor hun topvoorstelling Aktieman!, maar zouden die met weinig moeite integraal kunnen verplaatsen naar Groningen, Heerlen of Dordrecht. Voorstellingen als Candyland en De legende van Woesterdam mogen beslist niet ontbreken op een festival als Oerol, maar ze staan even goed in een andere stad op een soortgelijk stukje niemandsland of in een andere parkachtige omgeving – en dat deden ze dan ook vorig festivalseizoen.
Een enkeling zoekt echt een plek uit waar de aanstaande voorstelling het best past; waar dat wat hij of zij wil vertellen het allerbeste tot zijn recht komt. Een plek waar de voorstelling kan ontstaan of pas echt tot wasdom kan komen. Bijvoorbeeld het NUT (Roberto 2), Judith Hofland (Met open ogen), Marjolein Frijling (Droog Land) en de Firma Rieks Swarte en PeerGroup (WAAI). Als een dergelijke voorstelling verplaatst wordt naar een ander festival, komt daar flink wat werk bij kijken; niet alleen technisch, maar ook qua script en qua spel. Het allerbeste locatietheater geeft je het gevoel dat je de voorstelling alleen daar zou kunnen bekijken, dat die nergens anders zou kunnen staan. Dat het geen voorstelling is maar een (natuur)verschijnsel waar je toevallig getuige van bent. Oerol kende daarvan in zijn rijke geschiedenis vele voorbeelden, maar de laatste jaren waren ze zeldzaam, en het is oppassen geblazen dat ze niet uitsterven.
Parade
Goed, her en der groeide dus wel degelijk fysiek gras tussen de planken, al mag het best een onsje meer zijn. Gebeurde dat ook in de meer filosofische zin? Het zou niet fair zijn te beweren dat het helemaal niet zo was; de jongens en meisjes theatermakers lopen heus niet allemaal keurig in de pas en kruipen gerust waar ze niet gaan kunnen. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de gemakzucht van het Paradewerk steeds verder doordringt in de Oerol-gelederen: laten we vooral zorgen dat het leuk is, dan valt er wat te lachen voor de festivalganger. Laten we dat gras uit het thema vooral gebruiken om te kriebelen en te kietelen.
Firma Rieks Swarte en Peergroup – WAAI
Een festival is onmiskenbaar een goede plek om mensen te laten kennismaken met een rijke schakering aan theatervormen. Dat die niet allemaal zwaar, heftig en filosofisch moeten zijn, staat buiten kijf. Goed gemaakt grappig theater hoort dan ook zeker thuis op Oerol, denk aan De Jongens met Aktieman!, Servaes Nelissen met Black-out in PUR-city, Boogaerdt & VanderSchoot met Dans je de hele nacht met mij (wel wat minder geslaagd dan de geweldige voorganger Tsjechov bij de bushalte), Studio Orka/Kopergietery met weer een serieus geweldige kindervoorstelling en ’t Woud Ensemble met een komische interpretatie van De Beer; zoals Tsjechov het gewild zou hebben. Maar of het er nou zo veel moeten zijn? En of het nou nodig is dat het publiek in een volstrekte deuk gaat bij de platste versie van Midzomernachtsdroom ooit (van Karina Kroft; een theaterdirecteur liet zich in dat kader ontvallen: “Soms moet je een rol die een regisseur je oplegt weigeren te spelen”); bij de kolderieke verwikkelingen rondom een doodskist in een prachtig verhaal over een man die niets anders wil dan vliegen (Altitude van Klemens Patijn); in een flauw toneelstukje als afsluiter bij een originele en typische Oerol-knutselvoorstelling (WAAI van Firma Rieks Swarte en PeerGroup); of bij een kluchtige op-de-knieën-opera (Robinson Crusoë door de Nationale Reisopera), is op z’n minst een heel goede vraag.
Het mocht wat meer kietelen op een vriendelijke, theatrale en toch confronterende manier, zoals in Boukje Schweigmans WIEK en Circolando’s Casa Abrigo.
Allesbehalve vrolijk
Boukje Schweigman – WIEK
Kriebelend gras tussen de planken? Graag met mate, en zolang er maar ruimte overblijft voor wat zand tussen de planken, want dat schuurt tenminste. Dat gebeurde godzijdank ook op Oerol 2009, soms met een knipoog, soms honderd procent serieus. Zo zette Judith Hofland in een opnieuw uiterst vermakelijke wandeltocht de hersens aan het knarsen over wat (massa)communicatie vermag. Had het NUT bijvoorbeeld het lef om in een grimmige voorstelling in het bos een verwarde moordenaar te volgen. Verzamelde NNT/Club Guy & Roni alle verdriet en ongeluk in de zwarte deurenkomedie Heelhuids & Halsoverkop. Kaartte Via Berlin een actueel pijnlijk onderwerp (Afghanistan) aan vanuit een origineel perspectief. Maakte Alexandra Broeder, na Waste Land, met Candyland opnieuw een allesbehalve vrolijke voorstelling met kinderen in de hoofdrol. En zette Tryater een waanzinnige versie neer van het zwartgallige verhaal over twee zeventienjarige Discopigs, die samen tegen de hele wereld schoppen.
Alles bij elkaar bracht Oerol 2009 een gevarieerde theaterprogrammering van een wisselend niveau; dat mag op een jongemakersfestival, zeker aan het begin van het buitenseizoen. Aandachtspuntjes voor de toekomst: wat minder gemakkelijke hilariteit, wat meer filosofie, originaliteit en subtiliteit, wat meer écht locatietheater. Maak van Oerol geen Parade; één groot theatercircus volstaat.
Lees ook Oerolog: foto’s en impressies van diverse voorstellingen.
Oerol 2009
Misschien ook iets voor u