Film / Films

De stem van de leider

recensie: The King's Speech

Weinig mensen hadden gehoord van The King’s Speech toen de film afgelopen jaar in première ging op het filmfestival van Toronto. Twaalf Oscarnominaties en tientallen miljoenen later is er van dat verrassingselement weinig over en is The King’s Speech uitgegroeid tot een film waar iedereen het over heeft. Dat hoeft niet altijd te betekenen dat de film zelf dan ook goed is, maar dat is met dit verhaal over een buitengewoon onwaarschijnlijke vriendschap gelukkig wel zo.

 

~

Tom Hooper en scenarist David Seidler vertellen in The King’s Speech zo’n enorm boeiend verhaal dat de vraag zich opdringt waarom het niet eerder het grote doek heeft gehaald. De film speelt zich af in Groot-Brittannië aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog en draait om prins Albert (Colin Firth), die na het plotselinge overlijden van zijn vader (Koning George V) en de abdicatie van zijn broer Edward, die trouwde met zijn maîtresse, onverwacht op de troon moet. Albert, die we nu vooral kennen als George VI, heeft echter al zijn hele leven last van een stotterprobleem, wat lastig is als je regelmatig het gehele Britse volk moet toespreken. Om te herstellen van zijn spraakgebrek, besluit zijn vrouw Elizabeth (Helena Bonham Carter) contact te zoeken met de excentrieke logopedist Lionel Logue (Geoffrey Rush), wiens onorthodoxe methoden controversieel maar niet minder effectief zijn.  

Geschiedenis

The King’s Speech is hier en daar al vergeleken met The Queen van Stephen Frears, die een paar jaar geleden ook een moeilijke periode uit de geschiedenis van het Britse koningshuis gebruikte om te laten zien hoe zwaar het is een leider te moeten zijn. Die vergelijking is echter niet helemaal terecht, omdat The King’s Speech een veel meeslepender film is en in tegenstelling tot The Queen daadwerkelijk weet te ontroeren.  

~

Dit heeft alles te maken met de wijze waarop de relatie tussen Albert en Lionel Logue zich gedurende de film ontwikkelt. In het begin weten de twee mannen nog niet goed wat ze aan elkaar hebben en is hun relatie onwennig. Zeker als Logue een volledig vertrouwen van zijn patiënt eist en wil dat ze elkaar als gelijken zien, hoe ongelijk ze in status dan ook mogen zijn. Maar gaandeweg ontstaat er een bijzondere vertrouwensband tussen de twee heren, die gebaseerd is op wederzijds respect. Logue herkent in Albert een groot leider en probeert hem dat duidelijk te maken door zijn angsten weg te nemen en zijn zelfvertrouwen te vergroten, terwijl Albert op zijn beurt beseft dat de methoden van de therapeut zo gek nog niet zijn. 

Vreemde oefeningen

De scènes in de werkkamer van Logue, waarin de prins gedwongen wordt de vreemdste oefeningen te doen om te genezen van zijn spraakgebrek, zijn dan ook de sterkste (en vaak ook de grappigste) van The King’s Speech. Zeker als Albert, na het overlijden van zijn vader, Logue in vertrouwen durft te nemen en hem deelgenoot maakt van de twijfels die hij nooit heeft mogen uiten, begin je de stijve, stotterende prins steeds beter te begrijpen.  

~

Regisseur Tom Hooper, die eerder de tv-serie John Adams en de speelfilm The Damned United maakte, kiest er in The King’s Speech wijselijk voor niet al te veel op de voorgrond te treden en vooral zijn acteurs de kans te geven te schitteren. Die kans grijpen ze dan ook met beide handen aan. Helena Bonham Carter bewijst na haar excentrieke rollen in films van echtgenoot Tim Burton dat ze ook als de warme Queen Mother uitstekend tot haar recht komt, maar het zijn toch Geoffrey Rush en Colin Firth die hier de mooiste rollen hebben. De twee vormen een bij vlagen komisch duo en maken de onwaarschijnlijke vriendschap tussen hun personages zeer geloofwaardig. Hoewel Firth, in de beste rol in zijn carrière, als de stotterende koning logischerwijs de meeste aandacht krijgt en eind februari zeer waarschijnlijk een verdiende Oscar gaat winnen, is de extraverte stijl van Rush minstens zo belangrijk voor het succes van de film. De twee herinneren de kijker er weer eens aan hoe mooi het is om te kijken naar acteurs die alles goed doen. Of het nu gaat om articulatie, tempo, gebaren; alles klopt aan de acteerprestatie van Firth en Rush. De twee vullen elkaar aan en zorgen ervoor dat The King’s Speech uitgroeit tot een meeslepend drama dat alle lof die het de laatste maanden krijgt toegezwaaid meer dan verdient.