Boeken / Non-fictie

Eerbetoon aan het boek

recensie: Papyrus - Irene Vellejo (uit het Spaans vertaald door Adri Boon)

In Papyrus vertelt classica Irene Vellejo in geuren en kleuren over haar favoriete voorwerp: het boek. Het resultaat is een persoonlijke hommage over boeken door de jaren heen die verder gaat dan een reguliere geschiedschrijving.

Voordat het woord ‘papyrus’ roem verwierf als cheesy Word-lettertype – Saturday Night Live maakte er een geniaal filmpje over – kenden we het eeuwenlang als medium voor het geschreven woord. Het is één van de dragers die voorbijkomt, naast onder meer steen, kleitabletten en perkament. Zelfs de menselijke huid is gebruikt om belangrijke boodschappen over te brengen. Zo schrijft de Griekse historicus Herodotos over een Atheense generaal die zijn schoonzoon wilde aansporen een opstand tegen het Perzische Rijk uit te lokken. Een brief schrijven zou beide levens op het spel zetten. In plaats daarvan werd de boodschap getatoeëerd op het achterhoofd van een bediende. Nadat diens haar voldoende was aangegroeid, kon de bediende veilig de tocht naar de geadresseerde maken, om daar wederom zijn hoofd te scheren en het geheime bericht prijs te geven.

Vrije associaties

Vellejo gidst de lezer langs vervlogen tijden en verloren gegane bibliotheken, waarvan de voornaamste natuurlijk de bibliotheek van Alexandrië is. Oprichter Ptolemaeus I had geen bescheiden streven met zijn project: de bibliotheek moest (kopieën van) álle bestaande boeken bijeenbrengen. Geleerden uit elk volk werden gerekruteerd om alle niet-Griekse teksten te vertalen. In tegenstelling tot de buitenwereld, leefden in de bibliotheek de woorden van Grieken, Joden, Egyptenaren, Iraniërs en Indiërs vreedzaam naast elkaar.

Laat er geen misverstand over bestaan: Papyrus is géén complete of puur objectieve geschiedenis van het boek. In meer dan 500 pagina’s passeren talloze anekdotes de revue. Het boek is veeleer een essaybundel met verhandelingen over de geschiedenis van het schrift en onze omgang daarmee, waarbij de Klassieke Oudheid het zwaartepunt vormt. De essays zijn enigszins naar onderwerp gerangschikt, maar zijn niet chronologisch geordend.

Empathie

Vellejo heeft de zeldzame gave om de geschiedenis tot leven te brengen door zich in te leven in haar subjecten. Een rol perkament is voor Vellejo niet louter een historisch artefact, maar ook het verhaal van een (geletterde!) tot slaaf gemaakte die belast was met de taal om teksten te kopiëren . In Papyrus duiken hier en daar ook persoonlijke herinneringen op: Vellejo vertelt over pestende klasgenootjes op het schoolplein in Zaragoza die maakten dat zij haar toevlucht in boeken zoekt.

Hoewel deze passage aangrijpend is, had hij ook weggelaten kunnen worden. Het doet enigszins aan als een afrekening, waarvoor dit boek wellicht niet de juiste plek is. Toch is het slechts een kleine smet op een fenomenale prestatie. Papyrus is verplichte kost voor iedere boekenwurm!

Boeken / Fictie

Bitterzoete familiegeschiedenis

recensie: Damon Galgut - De belofte

Zuid-Afrika, eind jaren tachtig. De spanningen in het land lopen hoog op. Op hetzelfde moment speelt er zich voor Amor Swart een klein familiedrama af. In De belofte van Damon Galgut wordt een jong meisje opgezadeld met de ingewikkelde geschiedenis van vorige generaties.

Als het einde van haar leven in zicht komt, laat de zieke Rachel Swart haar man beloven dat hij het huis aan de zwarte hulp, Salomé, zal schenken. De twee vrouwen hebben elkaar hun leven lang gekend en Salomé heeft Rachel tot haar einde verzorgd. Amor, de dochter van Rachel, is getuige van deze belofte, maar haar vader wil hier na de begrafenis niets meer van weten. De rest van haar leven zal Amor worden achtervolgd door gevoelens van schuld.

Geschiedenis van een land

Op jonge leeftijd is het voor Amor nog lastig om te begrijpen in ‘wat voor land’ ze leeft, zoals haar broer Anton tegen haar zegt. Ze is zich niet volledig bewust van de betekenis van de apartheid, die tot een einde begint te komen maar die diepe wonden in Zuid-Afrika achterlaat. Amors jeugdige onschuld weerhoudt haar ervan de ‘logica’ van de ontwikkelingen binnen het land en binnen haar familie te begrijpen.

De verteller beweegt heen en weer tussen Amor en de andere familieleden als een bewustzijn dat van alle perspectieven iets meepikt. Broer Anton ontdekt ondertussen zichzelf door zich af te zetten tegen zijn vader en een eigen weg te zoeken, terwijl Amors zus Astrid zich over angsten heen zet en strategisch opereert. Zelfs de blik van de overleden Rachel duikt af en toe op en ook de gedachten van ooms en tantes zweven voorbij.

Verschillende gedaanten

Door al die verschillende stemmen wordt duidelijk hoe diep sommige stereotypen met het wereldbeeld van de personages zijn verweven, zoals de ideeën over een hulp als Salomé. Volgens de meesten telt iemand als zij eigenlijk niet mee, ze is bijvoorbeeld niet eens uitgenodigd voor Rachels begrafenis. ‘Tante Marina heeft in haar niet mis te verstane bewoordingen laten weten dat ze die niet mocht bijwonen. Waarom niet? Ach, doe niet zo dom.’ De belofte van een eigen huis voor Salomé lijkt steeds onmogelijker.

Amor wordt een volwassen vrouw. Op de achtergrond van haar leven komt er een einde aan de apartheid, maar spelen zich ook dagelijkse dingen af zoals de halve finale tegen Frankrijk van het wereldkampioenschap rugby. Net als het Zuid-Afrikaanse land heeft het leven van Amor soms iets bitterzoets en verzet het zich tegen de kaders van een afgesloten verhaal. Amor laat zien hoe een mens of een land ondanks zijn kernachtige identiteit constant verschillende gedaanten aanneemt en altijd in ontwikkeling blijft.

Theater / Voorstelling

Mooie start operaseizoen

recensie: Der Zwerg - Alexander Zemlinsky

Iedereen kent het schilderij De hofdames van Vélazquez. Het beeldt de Spaanse kroonprinses Donna Clara af, te midden van haar hofdames. Rechts vooraan staat de hofnar. Deze hofnar staat centraal in de opera Der Zwerg van Alexander Zemlinsky, de opening van het operaseizoen van De Nederlandse Opera onder leiding van hun nieuwe chef-dirigent Lorenzo Viotti.

De Oostenrijkse componist Alexander Zemlinsky (1871-1942) moet met de hofnar hebben kunnen meevoelen. Bekend is dat de vrouw waarmee hij een verhouding had, Alma Schindler (de latere Alma Mahler-Schindler) hem ‘ongelofelijk lelijk’ vond. Dat heeft hem niet lekker gezeten; hij baseerde zelfs een opera op het feit dat zij hem verliet (Eine florentinische Tragödie).
In de opera Der Zwerg (1922) vraagt hij het publiek als het ware om empathie en inlevingsvermogen te hebben met iedereen die afwijkt van wat ‘normaal’ heet te zijn

Hoe het oogt

Nu is het niet zo, dat alle nuances in het libretto zijn verdwenen en iedereen even hardvochtig is. Zo is een van de kamermeisjes aan het hof, Ghita (gezongen door Annette Dasch) wel degelijk in staat empathie te tonen met de kleine man. Toch heeft de Nederlandse film- en theaterregisseur Nanouk Leopold, die met deze productie haar operadebuut maakte, primair gekozen voor een letterlijke verbeelding van ‘hokjesdenken’: op het podium van de Nationale Opera & Ballet staat een rij van zeven open kubussen, klein en groot. Hierin zitten de zangers gevangen. Slechts één keer stapt de jarige infante (een prachtrol van Lenneke Ruiten) eruit. Dat gebeurt als de dwerg is overleden nadat de werkelijkheid tot hem is doorgedrongen dat hij lelijk is en de kroonprinses niet op hem verliefd is. Dat lijkt echter verder geen betekenis te hebben.
Ook  de kleine man (sterk gezongen door heldentenor Clay Hilley) zingt vanuit zo’n kubus.
De hofdames leven in een roze sprookjeswereld. Ze zijn in roze, tule kleding gestoken, kostuums die zijn ontworpen door Wojciech Dziedzic.
Dat is de uiterlijke kant van de productie. De videobeelden (van Leopold Emmen) die op de achterwand worden geprojecteerd, staan voor het ambigue karakter van de personages. Daar heeft de dwerg vleugels. Vleugels, omdat hij in zijn eigen verbeelding de lichtheid van een vogel heeft. Vleugels die tevens symbool staan voor wat hij volgens de tentoonstelling met ontwerpen van jonge kunstenaars op het plein voor gebouw van de Nationale Opera en Ballet ook symboliseert: een kunstenaar.

Hoe het klinkt


Maar hoe klínkt het nu? Zemlinsky is een laatromantische componist die een graantje heeft meegepikt van de stijl van bijvoorbeeld Mahler en Wagner. Aan Mahlers orkestratie doen de mandoline en gitaar in het orkest denken, aan Wagner de zogeheten Leitmotive waarmee een personage door de hele opera door herkenbaar is. Zo is er in deze opera bijvoorbeeld een motief in de althobo dat staat voor de dwerg en – aan het begin – stijgende glissandi in de strijkers die klinken wanneer hij zijn haar ijdel naar achteren gooit. Tegen het eind doet hij dat nog een keer, maar dan blijven die glissandi uit, wat een onbedoeld geestig effect heeft.
Het Nederlands Philharmonisch Orkest zit niet in de orkestbak, maar op de bühne en is onder leiding van Lorenzo Viotti buitengewoon goed op dreef. Ze pakken flink uit, maar kunnen ook fluisterzacht spelen. Dat geldt ook voor het koor van de opera (ingestudeerd door Ad Broeksteeg). Allebei treden ze stevig en verfijnd op en treffen de sfeer raak. Zoals in een lome zomermelodie die op een gegeven moment in het orkest langskomt. Lorenzo Viotti is de nieuwe chef-dirigent en gooit hoge ogen met deze openingsproductie van het nieuwe seizoen. Dit smaakt naar meer!

Muziek / Album

Nationaal geluid met internationaal tintje

recensie: Nederpopupdate volume 11

De elfde editie van de Nederpopupdate gaat gepaard met steeds een internationaler tintje. De artiesten zijn allen van eigen bodem maar reiken over de landsgrenzen in taal of locatie. Nynke Laverman zingt Fries en Engels, Boudewijn de Groot trad op in België en Jan Bijnen bedient zich volledig van de Engelse taal.

Er zijn van die albums waar je al lang op wacht, zoals het nieuwe album van het bijzondere Friese talent Nynke Laverman of een onverwachte heruitgave van een liveplaat van Boudewijn de Groot valt ineens op. Jan van Bijnen verrast met zijn nieuwe werkstuk. We komen het deze keer allemaal tegen in deze update.

Nynke Laverman

Op 24 september 2020 bracht Nynke Laverman haar eerste liedje ‘Your Ancestor’ uit. Dit was de start van haar slow-release album Plant. Een album dat uiteindelijke voltooiing heeft gevonden op 17 september 2021. Bijna alle liedjes zijn al via de diverse digitale kanalen verschenen. Twee van de elf liedjes zijn tot die dag nog niet eerder uitgegeven. ‘Stoarm’ en ‘De Dream’ openen en sluiten het album respectievelijk en zijn de nieuwe liedjes die dan hun debuut maken.

Wie bij het horen van de naam Nynke Laverman nog steeds denkt aan een Friese vorm van Fado muziek, komt bij het luisteren van Plant voor een verrassing te staan. Verrassingen kunnen positief en negatief uitvallen. Voor de avontuurlijke luisteraar is het vaak het eerste. Wie de carrière van Laverman gewoon is blijven volgen, beschouwt dit nieuwe album als een fraaie volgende stap in haar ontwikkeling. Plant is een avontuurlijk album dat zijn tijd nodig zal hebben om doorgrond te worden. Een mooie koppeling met de slow-release gedachte. Persoonlijk heb ik gewacht op het volledige album en heb ik de verschijning van de losse liedjes niet gevolgd. Nu het volledige werkstuk aan ons wordt geopenbaard is het volop ontdekken en genieten. Laverman zingt afwisselend in het Engels en in het Fries, haar moedertaal. Wie de vertaling van de liedjes wil lezen, kan deze vinden op haar website. Daar vinden we ook alle podcasts van de reeds verschenen liedjes in de langzame uitgave van het album. Het is een album dat in het teken staat van de klimaatontwrichting waar we middenin zitten. In de eerste single spreekt ze toekomstige generaties aan als huidige generatie om te vertellen over wat zij en wij kunnen doen om de wereld ook over zeven generaties nog leefbaar te houden of te maken. Laverman neemt ons op deze wijze mee in een onthutsende maar ook maakbare toekomstige leefbare wereld. Maar dan moeten we het wel willen! Ze oordeelt niet maar nodigt ons allen uit om na te denken over de toekomst van onze kinderen en van hun achterkleinkinderen. Plant is onderhoudend maar ook te genieten als muzikaal monument voor een beter klimaat. Laverman weet muzikaal zichzelf opnieuw uit te dagen tot grote hoogte.

Boudewijn de Groot

Het album Een avond in Brussel verscheen in mei van dit jaar opnieuw, omdat een vinylrelease de aandacht vestigde op deze fijne concertopname, die reeds in 2005 ooit op cd en dvd verscheen. De dvd-toevoeging wordt nu gemist, maar de muziek op zichzelf is goed genoeg om zonder beeld te laten spreken. Sterker nog: een cd zonder beeld heeft een grotere draaibaarheidsfactor dan een dvd.

Het optreden vond plaats op 22 februari 2003 tijdens de tournee “Andere tijden”, die De Groot deed van januari 2002 tot en met maart 2003. Nu we weten dat De Groot besloten heeft niet meer op tournee te gaan omdat het hem te veel energie en spanning oplevert, is deze liveregistratie een waardevolle aanvulling op zijn imposante oeuvre. Dit vond zijn start in de jaren zestig en strekt zich uit tot de band Vreemde Kostgangers, waar hij zich samen met twee collega’s (Henny Vrienten en George Kooymans) opnieuw uitdaagde en twee albums maakte. Dit is een samenwerking die inmiddels tot een einde kwam nadat Kooymans noodgedwongen zijn muzikale carrière afsloot na de diagnose ALS.

Het optreden uit 2003 ademt de intieme sfeer die past bij de zaal Ancienne Belgique. Voor wie er ooit een optreden bezocht zal dat heel herkenbaar zijn. In achttien liedjes weet De Groot zich slechts van twee hits te bedienen: ‘Als de rook om je hoofd is verdwenen’ en de TOP2000-hit ‘Avond’ sieren de setlist, die verder bestaat uit allemaal prachtige liedjes uit het liedboek dat de zanger ons heeft gebracht. De Groot wordt begeleid door de Jeroen Bosch Band, maar in de gelederen bevinden zich bovendien bekende namen, als Jan de Hont op gitaar, Jan Hendriks op gitaar en Ernst Jansz op toetsen. Om de minder bekenden bandleden niet tekort te doen: die luisteren naar de namen Mark Stoop, Lené te Voortwis, Ake Danielsen en Monique Lansdorp.

Jan van Bijnen

De naam Point Quiet zal liefhebbers meteen doen opveren. Die bandnaam staat immers garant voor kwalitatieve muziek. Jan van Bijnen maakte deel uit van deze fraaie rootsband uit ons land, maar speelde ook met Freek de Jonge, Claudia de Breij en Rob de Nijs. Met het album MODEST MAN zet Van Bijnen de eerste schreden op het solopad. Deze singer-songwritersplaat staat vol met composities van eigen hand, waarbij de zanger/gitarist goed luisterde naar zijn helden John Hiatt, John Prine en Ron Sexsmith, zoals hij zelf schrijft.

In tien liedjes neemt Jan van Bijnen ons mee in zijn muzikale wereld. Hij speelt veel instrumenten zelf, als gitaren, dobro, mandoline, mandola, pedalsteel, banjo, ukelele, bas, contrabas, piano, Hammond, vibrafoon, drums en percussie. Ook krijg hij op een drietal tracks hulp van Marcel van As, Nienke Dingemans, Hans Custers en mede-producer Joost Verbraak. Als liefhebber van Point Quiet mis je even de karakteristieke donkere stem van Pascal Hallibert, maar als je eenmaal gewend bent aan de stembanden van Van Bijnen, komen de persoonlijke liedjes helemaal tot zijn recht. De referentie verdwijnt langzaam uit je brein en je kunt je dan helemaal richten op de muzikaliteit van deze muzikant met ruim dertig jaar ervaring.

In het titelnummer lijkt Van Bijnen zijn leven te overzien en zingt zelfs klaar te zijn voor de heilige daarboven. Het is een leven waarin hij, na geboren te zijn in een klein plaatsje waar hij zich nog steeds thuis voelt, de wereld over reisde met zijn gitaarspel. De school bracht hem niet zoveel, maar de muziek des te meer. Het is natuurlijk niet voor niets de albumafsluiter. Laten we hopen dat het niet de punt is achter zijn carrière. De muziek die Van Bijnen solo maakt draagt voldoende warmte in zich om vaak van te genieten.

 

 

Film / Films

Gebrek aan chaos en creativiteit

recensie: Queenpins - Aron Gaudet, Gita Pullapilly

In Queenpins beginnen Connie (Kirsten Bell) en haar hartsvriendin JoJo (Kirby Howell-Baptiste) een ietwat illegaal handeltje in coupons. Tegen een lage prijs verkopen zij frauduleuze kortingsbonnen op boodschappen en zetten in no time een bedrijf ter waarde van 40 miljoen dollar. Hun succes blijft niet onopgemerkt en zo begint de klopjacht in deze matige film, waar het aan een waar Hollywoodsausje ontbreekt.

Connie is een voormalig Olympische atlete die niet weet wat ze met haar vrije tijd moet doen. Ze stort zich volledig op het fenomeen van ‘couponing’. Urenlang speurt zij door folders om kortingsbonnen te vinden, of ze die producten nu nodig heeft of niet. Het geeft haar een voldaan gevoel om boodschappen ter waarde van 150 dollar mee te nemen voor een schijntje. Het is echter niet genoeg om gat in haar hart – het niet kunnen krijgen van een kind – te vullen en daarnaast helpt een slecht huwelijk ook niet mee aan haar gemoedstoestand.

Uit frustratie opent Connie een doos ontbijtgranen en begint met eten, maar de smaak valt haar vies tegen. Ze stuurt een boze mail naar de fabrikant en enkele dagen later ontvangt zij als goedmaker een aantal coupons voor gratis nieuwe dozen ontbijtgranen. Dit brengt haar op een duivels idee. De ene na de andere megafabrikant – van producten als luiers tot aan wasmiddel – krijgt te maken met een ontevreden Connie en in een mum van tijd ligt haar eettafel vol met kortingsbonnen.

Waargebeurd verhaal

Samen met JoJo, een vlogger met een droom en financiële problemen, komt ze op het idee om de bonnen tegen een lage prijs te verkopen. Zo begint Queenpins, een film geïnspireerd door een waargebeurd verhaal.

De dames weten dat hun inkomstenbron niet geheel legaal is en zoeken naar een manier om hun geld wit te wassen. Het worden haast kartelachtige praktijken wat leidt tot een aantal confrontaties met een smokkelaar, een cyberhacker, een groep oorlogsveteranen en een louche autodealer. Ondertussen krijgen twee mannen argwaan en openen de klopjacht op de vrouwen. Een heus kat-en-muisspel ontstaat. Al hebben Connie en JoJo geen idee dat zij achtervolgt worden.

In de echte versie van dit verhaal werden drie vrouwen van middelbare leeftijd opgepakt door de politie. Er werd een hoop aangetroffen bij de politie-infiltratie: coupons ter waarde van 40 miljoen dollar. Daarnaast vond men ook overige spullen met een waarde van twee miljoen dollar, 240.000 dollar aan voertuigen, 22 geweren en een speedboot van ruim 12 meter. Het onderzoek van de politie duurde maar liefst acht weken en er werden zelfs undercoveragenten ingezet om de dames die ‘van het grote leven genoten’ te pakken.

Klein gehouden

Er zijn genoeg mogelijkheden om alles volledig uit de hand te laten lopen, maar regisseurs Aron Gaudet en Gita Pullapilly houden het klein. Ondanks dat de film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, lijkt het een groot gemis om binnen de lijntjes te blijven kleuren. Het opkopen van geweren op een wapenhandel en de verkoop daarvan aan oorlogsveteranen – wat zeer vriendelijk verloopt – is het meest spannende dat Connie en JoJo meemaken. Van een undercoveroperatie is in Queenpins overigens ook geen sprake, laat staan dat je de twee dames volop ziet genieten van hun miljoenen.

Less is more is in deze situatie niet geheel van toepassing. Het ontbreekt Queenpins aan chaos en creativiteit, wat je wel graag ziet in dit soort films. Ondanks dat gemis, blijft de film wel een leuke crime komedie die zeer geschikt is om met het hele gezin – jong en oud – te bezoeken in de bioscoop. Heel veel meer dan dat hoef je van Queenpins niet te verwachten.

Queenpins is nu te zien in de bioscoop.

 

Kunst / Expo binnenland

Krullende lippen

recensie: Alida Pott in Groninger Museum

In het Groninger Museum is momenteel een kleine maar fijne tentoonstelling te zien met werk van kunstenares Alida Pott (1888-1931). Slechts dertig werken zijn er te zien, in een doorloop naar andere exposities. Misschien is het een opmaat, want het smaakt naar méér.

Alida Pott, Portret van een jonge vrouw, 1921, Collectie Stichting De Ploeg

‘Ik was vooral gecharmeerd van haar bovenlip, die helemaal de vorm had van die gestileerde zeemeeuwen die kinderen met kleurpotloden tekenen’. Dat schrijft John Banville in zijn roman De blauwe gitaar over zijn ‘kleine meisje’, maar het zou net zo goed over bijvoorbeeld het Portret van een jonge vrouw van Alida Pott kunnen gaan.

Alida Pott was het eerste, maar niet het enige vrouwelijke lid van de Groningse schilders die bekend stonden onder de naam De Ploeg. Het meeste werk van haar dat wordt getoond, stamt uit  de jaren twintig van de vorige eeuw, toen de Ploegschilders hun hoogtepunt beleefden. Zij schilderde op expressionistische wijze, wat je goed ziet in de blauwe bomen op het schilderij Het Blauwborgje (1920), een boerderij even buiten Groningen.

Ploegschilder en méér dan dat

Pott was getrouwd met Ploegschilder George Martens (1894-1970). Hij gebruikte een snelle toets, terwijl krullende lippen en de expressieve manier waarop handen werden geschilderd typerend zijn voor Pott. Lang was onduidelijk of het grote olieverfportret van de voetballer Hans Tetzner (1927), een familievriend, nu was geschilderd door Martens of Pott. Voor het eerste pleit de snelle toets voor het Pott. Onder andere vanwege de uitwerking van de handen. En die krullende lippen…

Pott overleed op tweeënveertigjarige leeftijd aan een longziekte. Om onduidelijke redenen wilde haar man het werk van zijn vrouw na haar dood niet tentoonstellen. Als vrouwen overigens al een plaats kregen op exposities, want dat was in haar tijd niet vanzelfsprekend. Het is jammer dat Pott nooit een plek heeft gekregen op een expositie, want ze overtreft het werk van haar man en van menig andere Ploegschilder.

Expressionistisch én subtiel

Haar werk heeft iets eigenzinnigs. Op bijna alle getoonde portretten is het hoofd bijvoorbeeld iets geneigd, alsof de geportretteerden richting de nieuwsgierige kijker willen zeggen: ‘Wat nou, kijk maar eens goed! Ja, ik ben een Ploegschilder met mijn expressionistische, dikke lijnen die je onder andere ziet op mijn landschappen. Maar ik kan ook klein en intiem werken, subtiel en met maar een paar rake lijnen. En in terracotta een aandoenlijke oude vrouw neerzetten. De handen gevouwen op haar schoot, de boezem hangend. Niet “mooi”, maar o zo treffend. Toch?’

Alida Pott, Boomgaard Blauwborgje, 1920, Collectie Stichting De Ploeg

Naast portretten en landschappen zie je ook dadaïstische collages, affiches en allerlei gebruiksvoorwerpen die Pott heeft ontworpen. Zoals een houtsnede à la Wajongpoppen, om nog maar te zwijgen van een servethouder, een poetsdoos, een metalen eierdopje en houten broches. Hierin verheft ze alledaagse gebruiksvoorwerpen tot iets bijzonders.
Dichtte Harriet Laurey (1924-2004) niet:

Dan moet men heel gewone dingen.
Iets jaren ouds, bijvoorbeeld koffie zetten.
Aandachtig op kleine gebaren letten.
Zorgvuldig  bonen in de molen doen.

Een warme, korreldroge geur begint
zich langzaam door de kamer te verspreiden,
de dingen tot hun leven te bevrijden.
De spiegel glimlacht terug. Het water zingt.

Dat is zo’n beetje de sfeer die je inademt als je door deze kleine, door curator Nadia Abdelkaui met zorg samengestelde expositie loopt: letten op kleine dingen, zoals gekrulde lippen. Een tentoonstelling die laat zien dat Alida Pott in al haar veelzijdigheid méér was dan een Ploegschilder.

Kunst / Theater / Kunst / Reportage / Reportage / Reportage
special: Fotoreportage: Festival TweeTakt 2021

Magisch festival op een fort in de bossen

Fotograaf en beeldredacteur Bart van Lier bezocht onlangs Festival Tweetakt (theater, kunst en muziek) bij een monumentaal fort in de Ruigenhoekse polder, vlak boven Utrecht. Hij verwerkte zijn indrukken in zowel tekst als beeld in het onderstaande verslag.

Impressie van mijn bezoek aan Tweetakt

Speciaal voor 8WEEKLY ben ik twee avonden naar het Tweetakt festival geweest voor een fotoreportage en ik heb daar drie voorstellingen bekeken.

Ten eerste was het een verademing om na 1,5 jaar weer naar een festival te kunnen gaan. Waar je je onder genot van hapje en een drankje naar muziek kunt luisteren of een voorstelling kan bekijken en het gevoel krijgt dat het oude normaal weer begint terug te komen.

Dat gezegd hebbende was Tweetakt ook écht een leuk festival om naar toe te gaan. Het wordt dit jaar gehouden op Fort Ruigenhoek. Een prachtige locatie midden in de bossen. Vooral ’s avonds heeft het iets magisch als je er naartoe fietst. Je ervaart de stilte van de bossen eromheen en ziet daarna de mooie sfeerverlichting op het festivalterrein. Ook de drie voorstellingen die ik heb bekeken waren geweldig.

Fantastische show

Screws was interessant omdat je een ander beeld krijgt van je eigen lichaam als twee lichamen samensmelten en een “kunstwerk” worden. The Happy few was een show die je aan het denken zet over hoe je naar mensen kijkt door middel van hun voorkomen. Je ziet hoe één persoon meerdere identiteiten kan aanmeten. Zeer treffend en goed geacteerd. Als laatste heb ik Shake Shake Shake bekeken. Helaas waren ze maar één weekend op TweeTakt maar wat is dat een fantastische show! Er komt 90 minuten lang een brok energie op je af. Dans en muziek wisselen elkaar in rap tempo af. Je ziet dat de dansers er zelf ook plezier én lol in hebben en dat maakt deze show zo leuk om naar te kijken. Voor mij een van de hoogtepunten van het festival.

Festivalsfeer

Maar naast theater en muziek is er ook veel mooie kunst te zien waar medewerkers je graag alles over willen vertellen. Daarna heb ik onder het genot van een biertje en nacho’s nog even kunnen genieten van de festivalsfeer op de binnenplaats. Kortom het was een geslaagd bezoek aan het Tweetakt en ik kom volgend jaar zeker terug!

 

Festival Tweetakt is nog tot en met 19 september te bezoeken op Fort Ruigenhoek.

 

Film / Serie

Problematisch kuuroord

recensie: Nine Perfect Strangers - Jonathan Levine

Blond golvend lang haar, een wit gewaad en een Russisch accent maakt Nicole Kidman in deze miniserie tot Masha, de gastvrouw van het kuuroord ‘Tranquillum’. Ze heeft hier een tiendaags programma opgesteld om negen deelnemers op spirituele wijze te transformeren tot zuivere personen. Een behandeling als laatste redding. De tien dagen die ze er spenderen blijken echter overweldigender te zijn dan verwacht.

Nine Perfect Strangers is een nieuwe Amerikaanse miniserie, gebaseerd op de gelijknamige roman van Liane Moriarty (2018). De cast bestaat uit grote bekende namen als Nicole Kidman, Manny Jacinto en Melissa McCarthy. Dit in combinatie met het interessante kuuroord en de duistere gebeurtenissen schept het een imposante eerste indruk. Al is niet alles wat het lijkt…

Verloren persoonlijkheid

Door herkenbare problemen van de deelnemers, zo als overgewicht, relatiebreuken en werkdruk, is het makkelijk om je in te leven in de emoties die de personages doorgaan. Hoewel de acteurs erg goed zijn, komen hun acties in de serie soms wat geforceerd en ongeloofwaardig over. Het zijn daarbij zeker ook stereotype mensen en dat maakt de personages wat vlak. Toch weten de makers te verassen met diepere frustraties en mankementen. Zo is er echtpaar Heather en Napoleon waarvan hun zoon overleden is. Hun dochter Zoe, die met haar broer een tweeling vormde en nu enig kind is, is met haar ouders mee naar het kuuroord. Elke aflevering kom je dieper in het hart van de personages en ga je mee op zoektocht naar wie ze diep van binnen zijn.

Omgekeerde wereld

Al snel blijkt dat eigenlijk gastvrouw Masha degene is die hulp nodig heeft. Ze wordt geteisterd door doodsbedreigingen via mobiele berichtjes. Onlogisch hierbij is dat ze vanaf het begin de mobiels van iedereen afneemt, maar zelf bij het geringste getinkel gelijk op haar mobiel kijkt. Afgezien daarvan straalt Masha verder een gloed van rust uit. Als heerseres over de groep weet ze met haar diepzinnige kennis de rest te verlijden. Haar macht gebruikt ze om de negen deelnemers te laten doen wat ze voor hen bedacht heeft. De wanhopige groep gelooft in haar plan en doet wat hen wordt opgedragen. Niet altijd blijft dat legaal.

Liefdeseiland?

Hoewel de mensen komen om hun problemen te overwinnen, lijkt het bijna alsof het meer draait om het koppelen van geliefdes. Sommige deelnemers zijn bewust met relatieproblemen gekomen, en ook de rest van de groep is wel voor liefde vatbaar. Je vergeet soms even dat het gaat om hun gezondheid weer op te beuren. De meeste komen als single aan en toch onderling blijkt er zeker wel iets meer te gebeuren. Blijkbaar is liefde dan toch ook iets wat men echt gelukkig zou maken. Maar daar kan je ook wel van genieten. Een beetje drama krijg je erbij, maar het thrillergehalte valt allemaal reuze mee. Met deze acht afleveringen kun je eens goed gaan zitten en heerlijk tot rust komen, met hier en daar wat aangrijpende gebeurtenissen en vooral geheimzinnige verassingen.

Nine Perfect Strangers is nu te zien op Prime Video.

 

Kunst / Expo binnenland

Een nieuwe kijk op kunst

recensie: Met andere ogen

Elk kunstwerk vertelt een verhaal, maar dat is lang niet altijd in één oogopslag te zien. De tentoonstelling ‘Met andere ogen’ laat op een toegankelijke en interactieve wijze zien dat je door aandachtig kijken meer uit een kunstwerk kunt halen dan je vooraf zou denken.

In de eerste zaal die je betreedt hangt slechts één schilderij. Je zou geneigd zijn om snel door te lopen naar de volgende zaal, maar het idee is juist om plaats te nemen op de bank die ervoor staat en je ogen de kost te geven aan de weergegeven zonsondergang. De lucht baadt nog even in goudgeel zonlicht, terwijl de eerste koelte van de nacht zijn aantrede doet. De donkere bruintinten waarmee het heuvelachtige landschap is bedekt benadrukt die aankomende duisternis. Dat is één interpretatie bij het zien van dit schilderij.

Charles-François Daubigny, Zonsondergang, 1876-1877 © Museum Gouda

Maar…wat zie jij? In de zalen die volgen vormt wat jij wel en niet ziet de rode draad. Via de audiotour word je aangespoord om goed te kijken, luisteren, ruiken en uiteindelijk te ervaren wat voor invloed dat heeft op jouw beleving van kunst. Het maakt deze tentoonstelling een vindingrijke manier om kunst toegankelijk te maken.

Wat zie jij?

Het is lastig om te bepalen wat je ziet als je niet weet waar je op moet letten. De audiotour helpt je daarbij, maar het is de bedoeling is dat je eerst zelf naar de kunstwerken kijkt. Zo sta je in de tweede zaal oog in oog met een schilderij van een interieur. Aan tafel zit een jonge vrouw die een brief aan het schrijven is, een tafereel waar in eerste instantie niets bijzonders aan lijkt. Als je langer kijkt valt op dat er op de achtergrond schilderijen tegen een muur staan en hangen.

Piet Meiners, Portret van Cobi Arntzenius-Witsen in het atelier op Ewijkshoeve, 1896 © Museum Gouda

Zit deze vrouw in een kunstenaarsatelier? Ze draagt een trouwring, dus kun je je afvragen: is dit een getrouwde vrouw die werkt als kunstenares? Is ze getrouwd met een kunstenaar? Of komt ze uit een kunstenaarsfamilie? Via deze vragen kun je zelf aan de slag met het interpreteren van haar rol en de betekenis van het schilderij. De tentoonstelling verrast je steeds opnieuw met zulke inzichten over kunst.

Al je zintuigen gebruiken

Naast je ogen, gebruik je in deze tentoonstelling ook je oren en neus. Je ziet een stilleven en kunt via twee geurboxen ruiken aan de vruchten die je ziet. Maar leuker is een schilderij van een interieur in de avond, of in vroeg ochtendlicht. Op de achtergrond zie je een raam waar een beetje licht doorheen schemert. De voorgrond is vrij donker en wordt aan je zicht onttrokken door een half openstaande deur. Op zichzelf misschien niet heel bijzonder, maar de interessante toevoeging komt via de audiotour, waarbij je twee verschillende muziekfragmenten hoort. Als eerste een idyllisch muziekje wat het lege interieur lijkt te verlevendigen en het schilderij een vrolijke twist geeft. Als tweede hoor je een heel onheilspellend stuk, waardoor de donkere kleuren op de voorgrond opeens heel dreigend aandoen. Grappig genoeg beïnvloedt geluid je beleving van het schilderij.

Henri Fantin-Latour, Interieur, 1859 © Museum Gouda

Door de ogen van een ander

Het leuke aan kunst is dat iedereen iets anders kan zien in een kunstwerk. Door te kijken naar kunst via de ogen van iemand anders doe je nieuwe inzichten op. In het laatste deel van de tentoonstelling vertellen inwoners van Gouda wat zij zien in een kunstwerk. Hun perspectieven zorgen er dan ook voor dat je nieuwe dingen ziet in de schilderijen. Door de grote hoeveelheid audio stops en de lengte van de fragmenten is het laatste deel echter eigenlijk te lang. Bovendien zijn er vrijwel geen zaalteksten aanwezig, dus ben je verloren zonder audiotour en kun je ook niet voor kiezen om even snel de belangrijkste informatie te scannen in het laatste deel.

Toch is het een spannende tentoonstelling met een innovatief concept, dus het zou mooi zijn om meer van zulke tentoonstellingen te zien. De interactieve insteek draagt uit dat kunst niet moeilijk hoeft te zijn. Goed kijken vormt de sleutel en dat wordt hier alleen maar aangemoedigd. Zo krijg je, zonder dat je diepgaande kennis mee hoeft te brengen, een mooie introductie op de verschillende manieren waarop je naar kunst kan kijken. Goede kans dat je na afloop ‘met andere ogen’ naar kunst kijkt.

Boeken / Fictie

Instapmodel voor sciencefiction

recensie: Olga Ravn – Het personeel

Op een ruimteschip, ver hiervandaan, in een niet-gedefinieerde toekomst, is een strijd gaande tussen het menselijke en niet-menselijke personeel. Via getuigenverklaringen ontdek je langzaamaan wat er gebeurd is. Met Het personeel onderzoekt de Deense auteur Olga Ravn wat het betekent om mens te zijn.

Het personeel van Olga Ravn speelt zich af op een ruimteschip, die enkele lichtjaren hiervandaan rond een planeet zweeft. Het verhaal bestaat uit getuigenverklaringen van de werknemers, die zowel menselijk als mensachtig zijn. Langzaam ontvouwt zich het verhaal en wordt duidelijk dat de grens tussen mens en mensachtige niet altijd helder is en voor welke problemen dit zorgt.

‘Er zijn menselijken, en er zijn mensachtigen. Zij die geboren zijn, en zij die geschapen zijn. Zij die zullen sterven, en zij die dat niet doen. Zij die zullen vergaan, en zij die niet zullen vergaan.’

Eigen wil

De mensen denken aanvankelijk dat ze hun creaties volledig onder controle hebben, maar gaandeweg blijkt dat ook zij een eigen wil hebben. Ze negeren updates en ontwikkelen gevoelens die niet in hen geprogrammeerd zijn. Ze vragen zich af waarom ze eigenlijk minderwaardig zijn, enkel omdat ze niet uit een mens zijn geboren.

Ondertussen zien de mensen het leven op het ruimteschip ook steeds minder zitten. ‘We gaan gebukt onder de herinneringen aan waar we vandaan komen’, vertelt een van de werknemers. Terwijl hun leven eindig is, leven de mensachtigen voor eeuwig voort doordat hun bewustzijn wordt geüpload in de cloud. Dit besef zorgt voor spanningen, de tweedeling groeit totdat er nog maar één oplossing mogelijk lijkt.

Marginaal

Naast de bespiegelingen over het mens-zijn is het verhaal verder vrij marginaal. Ze zweven rondom een vreemde planeet, vermoedelijk om die te bewonen omdat de aarde niet langer bewoonbaar is, het klassieke sciencefictionverhaal. Ook het idee van mensachtige werknemers is natuurlijk niet nieuw, in Do androids dream of electric sheep van Philip K. Dick (en de filmbewerking Blade runner) werd dit zelfs nog interessanter aangepakt, door twijfel te laten ontstaan over iemands identiteit.

Het personeel is aansprekend door de gekozen vorm. Doordat informatie mondjesmaat wordt prijsgegeven, word je gestimuleerd om door te lezen. In de poëtische beschouwingen lees je dat Ravn een groot schrijver is, maar inhoudelijk is het vrij oppervlakkig. Al met al is Het personeel niet meer dan een leuk instapmodel om kennis te maken met het genre sciencefiction.