Muziek / Achtergrond
special: alternatieve kerstplaylist 2021
Kerstman speelt gitaarPexels

Kerstplaylist 8WEEKLY

Meteen na pakjesavond de kerstboom opzetten, alle films van Home Alone kijken en traditiegetrouw met de hele familie gourmetten: het kerstseizoen zit vol met clichés. En waarom ook niet? Het is ook heerlijk om de kerstboom te versieren terwijl je probeert mee te blèren met Mariah Carey. Echter, als ze sinds november al op bijna elke radiozender te horen is geweest en je geen winkel meer in kan zonder die welbekende kerstbellen te horen… dan is het ondertussen echt wel genoeg benadrukt wat zij voor Kerst wil hebben.

Het is echter zonde om hiermee alle kerstmuziek aan de kant te schuiven, er is nog zoveel te ontdekken. Daarom heeft 8WEEKLY een playlist samengesteld met nummers voor iedereen die wel kerstmuziek wilt luisteren, maar geen behoefte heeft aan de zoveelste cover van ‘Baby It’s Cold Outside’. Drie van de artiesten uit de afspeellijst zijn hieronder extra uitgelicht.

De haat-liefdeverhouding van Frank Hamilton

Wie net als Frank Hamilton gemixte gevoelens heeft over de feestdagen, moet zeker naar zijn speciale kerst-EP luisteren. In 2012 begon de zanger en songwriter zijn #OneSongaWeek-project met de uitdaging om een jaar lang elke week een nummer te schrijven, op te nemen en uit te brengen. Richting het einde van dat jaar hoorde daar zeker ook een kerstnummer bij in de vorm van ‘(I Wish This Was A) Christmas Song’. Bij zijn tweede #OneSongaWeek-challenge in 2019/2020 kwamen er ook kerstnummers voorbij, zowel covers als zelfgeschreven nummers. Dit resulteerde in de ‘(I Fucking Hate) Christmas EP’. Anders dan wat de naam van deze EP doet vermoeden lijkt Frank wel een fan te zijn van Kerstmis, want hij organiseert jaarlijks de speciale kerstshow Crikey It’s Christmas.

Kerst als gemeenschappelijke passie van Smith & Burrows

Als twee bevriende muzikanten in dezelfde wijk blijken te wonen dan is het een kwestie van tijd totdat daar iets moois uitrolt. Dat bewijzen Tom Smith (zanger van Editors) en Andy Burrows (o.a. voormalige drummer van Razorlight) wel. De mannen hebben een gemeenschappelijke liefde voor oude kerstplaten en brachten geïnspireerd door deze gedeelde passie in 2011 samen het album Funny Looking Angels uit. Dit kerstalbum lijkt atypisch voor het genre. Bij de eerste luistersessie van het album zal je niet meteen doorhebben dat het vol staat met kerstmuziek, maar zodra er beter op de tekst gelet wordt, valt het niet meer te ontkennen. Op het album coveren ze in geheel eigen stijl kersthits als ‘Only You’, aangevuld met zelfgeschreven nummers zoals ‘When The Thames Froze’ en ‘This Ain’t New Jersey’.

Clean Pete’s uitbundige kerstfeest

Wist je dat in 2019 een Nederlands kerstalbum in de top 10 kerstalbums van het jaar van het tijdschrift Rolling Stone stond? Als je benieuwd bent naar hoe zo’n album klinkt moet je zeker luisteren naar Gloria van Clean Pete. De tweelingzussen Renée en Loes Wijnhoven weten met hun album Gloria een goede balans te vinden tussen covers van bekende kersthits en zelfgeschreven kerstnummers. Zo kunnen we onder meer genieten van verschillende samenwerkingen zoals het nummer ‘Onrust en Wanhoop’ met Thijs Boontjes en een hertaling van het welbekende ‘Santa Baby’ in de vorm van het licht ongemakkelijke ‘Lieve Kerstman’. Het succes van het album oversteeg dus onze landsgrenzen toen Rolling Stone het op de zesde plaats van beste kerstalbums van het jaar plaatste. Naast het album verblijdde Clean Pete hun publiek ook met een uitbundige kerstshow en hoewel deze in 2020 en helaas ook in 2021 niet kan doorgaan, hebben ze beloofd dat ze zo hard kerst gaan vieren dat we ze alsnog in alle uithoeken van het land kunnen horen! Mocht dat toch niet lukken, dan is er gelukkig altijd nog de pas uitgebrachte kerstsingle ‘Slaap Diep, Slaap Zacht’.

Naast de nummers van Frank Hamilton, Smith & Burrows en Clean Pete staan er nog een hoop andere mooie nummers op jullie te wachten in 8WEEKLY’s nieuwe playlist:

  • Christmas Calls – Skinny Lister
  • Kiss Me Babe, It’s Christmas Time – Owl City
  • I Feel It In My Bones – The Killers, Ryan Pardey
  • Winter – Tori Amos
  • Christmas, Hopefully – Bear’s Den
  • Winter Song – Sara Bareilles, Ingrid Michaelson
  • When I Get Home For Christmas – Snow Patrol
  • Christmas Is Finally Here – Milow
  • Not Only During Christmas – a balladeer
  • When The Thames Froze – Smith & Burrows
  • Christmas Morning – Jack Savoretti
  • The Gingerbread House Song – Kyle Harrington
  • I Heard The Bells On Christmas Day – Echosmith
  • Peppermint Winter – Owl City
  • (I Fucking Hate) Christmas – Frank Hamilton
  • HERE (For Christmas) – Lukas Graham
  • The Man With The Bag – She & Him
  • Only You (with James Corden) – Kylie Minogue
  • Christmas Could Have Been Good – Mando Diao
  • I Need You – Reamonn
  • Ho Ho Hopefully – The Maine
  • Date With Santa – Emily West, K.S. Rhoads
  • This Ain’t New Jersey – Smith & Burrows
  • I Wish It Was Christmas Today – Julian Casablancas
  • Every Moment Is Christmas With You – Daði Frey
  • Happy New Year – Frank Turner
  • Lonely This Christmas – Frank Hamilton
  • I Want An Alien For Christmas – Fountains of Wayne
  • Another Year – FINNEAS
  • Onrust en Hoop – Clean Pete, Thijs Boontjes
Boeken / Fictie

Valse levensstart op kostschool

recensie: De gelukzalige jaren van tucht – Fleur Jaeggy

Van de Zwitserse schrijfster Fleur Jaeggy (1940) zijn inmiddels vier titels vertaald. Pas nu lijkt een lezerspubliek ervan doordrongen dat zij aandacht verdient, vooral door haar onvergelijkelijke schrijfstijl op de korte baan.

In zekere zin heeft ze een onverbiddelijk mensbeeld gemeen met Thomas Bernhard, die ze persoonlijk gekend heeft. Diens mensbeeld kan niet los worden gezien van familie- en medische malheur. Jaeggy heeft heel wat kinderjaren op kostscholen verspild, wat ook in ander werk opduikt. Ze ontkent autobiografisch gelezen te moeten worden. Haar thema draagt dan ook door de vertelwijze genoeg autonome trekken. Dat maakt het verhaal des te boeiender.

Ritmiek

De beheerste, alleen onderhuids rancuneuze Jaeggy bedient zich meestal van korte en ultrakorte zinnen. Die ontsnappen aan eentonigheid door een toch bedaarde ritmiek, zoals in de monologues intérieurs die door je hoofd gaan, gebroken fragmenten die zich van de hak op de tak bewegen. 

In het vertaalde I beati anni del castigo (1989) kijkt de veertienjarige naamloze ik terug op haar jarenlange verblijf in een kostschool. Later weet ze dat in de buurt Robert Walser dertig jaar in een gesticht zat, lange wandelingen maakte (‘In Appenzell ontkom je niet aan wandelen’) en onderweg per ongeluk stierf. Wie weet gaat er nu door haar heen dat dat haar voorland had kunnen zijn, weliswaar ontvlucht, maar niet als schrijfster. 

Aftastend

Op de kostschool hangt ‘een zweem van mortuarium’. Tucht bestaat in het zogenaamd braaf verdragen van de afwezigheid van gewenst leven. ‘Veel meisjes bezitten een dagboek. Met beslag. Met een sleuteltje. Ze denken dat ze hun leven bezitten.’ De opsluiting wordt gedeeld in aanwezigheid van (bijna alleen) vrouwelijk personeel en andere meisjes in de puberteit. De komst van een nieuwe leerling is een belevenis. Belangrijk voor het imago is om nauwlettend aftastend met een novice bevriend te raken. Frédérique heet ze. Met haar Duitse kamergenote Marion heeft de ik nauwelijks contact. 

Bijzonder is hoe de strakke psychologie tussen de meisjes gestalte krijgt in de beschreven herinnering van de volwassen ik. De bewoordingen in de overwegend korte zinnen zijn in hun ongewoonheid des te treffender. Op een kerstconcert speelt Frédérique piano. ‘Ze toonde geen emotie, geen ijdelheid, geen bescheidenheid, het was of ze haar eigen stoffelijke omhulsel volgde.’ 

Prooi

Halverwege de roman komt er een nieuw meisje. ‘Haar rode haren waren prachtig, een prooi, ze leken wel gefotografeerd. Toen ze de Speisesaal binnenkwam viel er opeens een stilte. Bestek bleef roerloos in de lucht hangen.’ Stilzwijgend laat Frédérique zich verdringen. Micheline is extravert en vrolijk, heeft een dito daddy. ‘Ze omhelsde me zoals ze een menigte zou omhelzen.’ Later in hun vrije leven mislukken hun contacten even zielloos als ze dat waren in het kostschoolregime. 

Ook al ken je de treurigheden van het bestaan onderhand nu wel, er is niet aan te ontkomen als ze met de meest nodige woorden en precisie worden opgetekend. 

Boeken / Non-fictie

Neil Young voor de camera

recensie: Gijsbert Hanekroot & Gijsbert Kamer - Neil Young by Hanekroot

Een fotoboek in woorden vatten is een uitdaging. Beelden zeggen vaak meer dan vele woorden bij elkaar. Gijsbert Hanekroot schoot ooit de foto die de hoes van Tonight’s the Night mocht worden. Neil Young by Hanekroot vertelt het verhaal van Neil Young tijdens concerten in binnen- en buitenland met Hanekroot achter de lens.

Een fotoboek vol zwart-wit foto’s is voor de Neil Young fans het ultieme kerstcadeau van 2021. Wie iemand ermee wil verrassen moet snel zijn want de uitgave is gelimiteerd. De periode die het boek beslaat is 1971-1976 als Young in een creatieve ‘vibe’ is en ook nog met Crosby, Stills, Nash & Young op tournee gaat.

De iconische foto

Op de hoes van het album Tonight’s the Night staat een foto  van Gijsbert Hanekroot. Deze foto, die hij schoot tijdens het concert in London’s Rainbow Theatre op 5 november 1973, is technisch gezien niet zijn mooiste foto. De belichting laat te wensen over. Toch is het een tot de verbeelding sprekende foto volgens de muzikanten zelf. Het is een beeld van een moment in het concert waarop Young iets belangrijks lijkt te zeggen.

Door het grillige releasebeleid in die jaren, veroorzaakt door wispelturigheid van de artiest, verscheen het album pas in 1975. En dat terwijl het album al anderhalf jaar klaar lag. Dat Young wel meer opnam dat bleef liggen weten we inmiddels. Het album Homegrown dat direct na Tonight’s the Night werd vastgelegd, bleef maar liefst vijfenveertig jaar op de plank.

Het beeld op de hoes van Tonight’s the Night vertelt het muzikale verhaal van Young zoals Hanekroot het waarnam door zijn cameralens, niets wetende van de verhalen achter de muziek van Young. Hanekroot was feitelijk alleen uit op de mooiste beelden.

Wie op zijn gemak door het fotoboek bladert hoort als het ware de muziek in zijn hoofd klinken. Voorwaarde hiervoor is natuurlijk wel dat je goed ingevoerd bent in de muziek van Neil Young.

Beelden vertellen verhalen

Het fotoboek verhaalt over de vele concerten die Hanekroot bezocht om Young vast te leggen. Gijsbert Kamer vertelt over de reizen die Hanekroot maakte om de foto’s te maken, gelardeerd met het verhaal rond de albums die Neil Young in de verbeelde periode opnam.

Dat we nu alle albums kunnen noemen die Young opnam, geeft een heel ander beeld dan het in de jaren zeventig was. Dat maakt het boek duidelijk een werkstuk van 2021. We lezen over albums waarvan we nu weten dat Young ze wel opnam, maar die hij soms vele jaren op de plank liet liggen. Het releasebeleid van de muziek van Young heeft de laatste jaren een vlucht genomen waarbij veel historisch live- en studiomateriaal plots werd uitgegeven en ontbrekende studioalbums alsnog verschenen.

Het zijn dure tijden voor de fans van ’the loner’, zoals Neil Young ook wel genoemd wordt, naar zijn autobiografische lied van zijn debuutalbum. Binnenkort verschijnt een recent opgenomen album Barn dat hij opnam met zijn band Crazy Horse die ook in de vroege jaren zeventig aan zijn zijde speelde.

Als toegift herbergt het boek een aantal foto’s dat Hanekroot achter de schermen maakte. Zo zien we Young met zijn Rolls Royce in Amsterdam en samen met Paul en Linda McCartney tijdens een optreden in Ahoy Rotterdam.

Neil Young by Hanekroot is voor de fan een waardevol document bij de fraaie muziek van dit popicoon. Machtig mooi om met regelmaat eens door te bladeren en te genieten van de muziek die van de beelden lijkt te schitteren.

Boeken / Non-fictie

Hoe je voortborduurt op een paniekstoornis

recensie: Een steekje los - Iris ter Haar
borduurfotoDominika Roseclay Pexels

Een paniekstoornis heeft vele gezichten. Daar weet Iris ter Haar alles van. In haar boek Een steekje los vertelt ze kwetsbaar en met humor over hoe ze een paniekstoornis ontwikkelt, hulp zoekt, op een wachtlijst belandt en hoe borduren haar door die periode heen helpt.

Het boek van Ter Haar hoort thuis in de serie Hoofdzaken van uitgeverij Blossom Books. In deze serie verschenen eerder onder meer Druks van Francien Regelink en Gevalletje Borderline van Kathelijn Hulshof.

Als in maart 2020 heel het land in de kramp schiet door de op handen zijnde coronalockdown, blijft Ter Haar opvallend rustig. Nederlanders krijgen de opdracht om thuis te blijven, maar voor de auteur verandert er niet veel. ‘Ineens is mijn intense drang om het huis niet te verlaten geen symptoom van disfunctioneren meer, maar ben ik gewoon een goede, brave burger!’

Twee lezers

Met deze anekdote vangt Een steekje los aan. Het laat aan lezers zonder paniekstoornis direct zien hoe het leven van Ter Haar er normaliter uitziet. Voor lezers die met soortgelijke psychologische klachten kampen, kan het herkenning oproepen. Beide soorten lezers weet de schrijfster zo mee te nemen in haar verhaal.

In drie delen vertelt Ter Haar hoe je een paniekstoornis ontwikkelt, welke verschillende varianten ervan zijn en wat voor een therapie zij volgde om met haar angsten te leren leven. Ook laat ze haar vriend Steve aan het woord, om te laten zien hoe hij met haar paniekaanvallen omgaat.

In haar tienerjaren heeft Ter Haar wel in de gaten dat haar wereld anders in elkaar steekt dan die van haar leeftijdsgenoten. Maar zoals ze zelf zegt: ‘Als je aan een vis vraagt wat water is, heeft hij geen idee waar je het over hebt.’ Hetzelfde geldt voor Ter Haar, die – zoals ze zelf zegt – altijd al wat bangig is aangelegd.

Knipoog

Ze studeert psychologie, leert alles over de verschillende symptomen van paniek- en angststoornissen, maar ze plaatst zichzelf niet in een van die hokjes. Totdat ze bij de huisarts aanklopt, omdat het zo echt niet langer gaat. Ze belandt op een wachtlijst voor therapie en er gaan 182 dagen voorbij voordat ze die krijgt. Om die periode te overbruggen start Ter Haar met borduren. En dat is direct een knipoog naar de titel van het boek.

Borduren helpt de auteur om haar hoofd rustig te krijgen. ‘De herhalende beweging van de naald door de stof, van achteren naar voor, van voor naar achteren, is een meditatieve bezigheid.’ Het gaat haar zo goed af, dat ze haar eigen webshop opent die ze – vanuit huis – kan runnen.

Metafoormoe

In het verhaal van Ter Haar komen geregeld borduurmetaforen voor. Als ze in het ziekenhuis ligt, lijkt het hechten van haar voet net op borduren. En haar gevoelens, gedachten en gedrag ‘zaten allemaal door elkaar en in de knoop als opgepropte bolletjes garen, waarvan je niet meer wist waar de streng begon en waar die eindigde’. De metaforen zijn leuk gevonden, maar lijken soms ook iets te vergezocht en te vaak terug te komen, waardoor de vaart uit het verhaal gehaald wordt.

Zwangerschapspaniek

Het boek staat vol met voorbeelden waarbij de paniek bij Ter Haar de kop op stak. Het maakt het verhaal tastbaar. Zo vertelt ze bijvoorbeeld over hoe ze in het ziekenhuis belandde met een mes in haar voet. Of over de bewuste keuze om kinderloos te blijven en de angst die ze heeft om zwanger te raken. ‘De keren dat ik voor de zekerheid een zwangerschapstest deed, ondanks het feit dat ik de pil slikte, kan ik niet op één hand tellen.’ Als ze in 2016 plots toch ongewenst zwanger blijkt te zijn, slaat de paniek dan ook toe.

Ter Haar en haar vriend kiezen voor een abortus en daarna dacht ze dat de kous af was. Maar niets is minder waar. ‘Soms raak ik zo in paniek van het idee dat ik misschien zwanger ben, dat ik mijn vriend vraag of hij gebruikte condooms uit de prullenbak wil vissen en er water in wil laten lopen om te controleren of er geen gaatje in zit,’ vertelt ze tegen een psycholoog waar ze uiteindelijk succesvol EMDR-therapie voor deze paniek volgt.

Eigen huisnummer

De voorbeelden die Ter Haar aanhaalt zijn levendig en kwetsbaar en nemen de lezer mee. Tegelijkertijd weet de schrijfster met een nodige dosis humor ook het onderwerp luchtig te houden. Haar tienerjaren brengt ze thuis het meest door in haar slaapkamer. ‘Ik was er een gelukkige ongelukkige einzelgänger (ik ging voor de gothic look in die tijd dus ongelukkig zijn paste ook wel bij mijn persoonlijke aesthetic). Mijn moeder grapte dat ze mijn slaapkamerdeur een eigen huisnummer wilde geven: welkom op nummer 96, onze dochter Iris vind je op 96a.’

Toch leest Een steekje los gemakkelijk weg, ondanks het zware onderwerp. Het boek biedt aan de hand van concrete, openhartige voorbeelden en handige kaders handvatten voor eenieder die kampt met angststoornissen of daar meer over wil weten.

Lotta Blokker, Falling Man, 2019, was, bruikleen van de kunstenaar
Kunst / Achtergrond
special: Lotta Blokker
Lotta Blokker, Falling Man, 2019, was, bruikleen van de kunstenaar

Schaduwbeelden

In 2022 is Lotta Blokker tot Kunstenaar van het Jaar benoemd, reden om ook op 8WEEKLY aandacht aan haar werk te besteden. Immers: deze verkiezing op grond van vele duizenden stemmen geeft aan hoezeer haar werk in brede kring wordt gewaardeerd. In deze special vergelijken we oud en nieuw werk van haar met elkaar.

Nu er twee tentoonstellingen in Museum de Fundatie in Zwolle achter ons liggen zijn de catalogi van deze exposities nodig om de kunstwerken die in 2014 en 2021 werden getoond te kunnen vergelijken. Je zou kunnen zeggen dat er iconen uit de kunstgeschiedenis doorschemeren in de beelden van Lotta Blokker (1980) die Museum de Fundatie in 2014 toonde. De beelden die het museum in 2021 exposeerde lieten veelal nieuwe schaduwbeelden zien. En dat zijn niet alleen iconen meer!

Iconen

Achter de beelden die in 2014 waren te zien, schemeren iconische afbeeldingen zoals we kennen van christelijke figuren uit de kunstgeschiedenis. Zo is voor Blokker het houten beeld Maria Magdalena van Donatello (1386-1466) het ultieme beeld. Dat zegt ze in een interview met Ralph Keuning, directeur van Museum de Fundatie, in de catalogus bij die expositie uit 2014: The Hour of the Wolf. Dat beeld van Donatello doemt nog steeds op achter haar werk, zo sterk staat het op haar netvlies. Bijvoorbeeld bij het wassen beeld Loss (2020): twee vrouwen die lijden, toen en nu.

Behalve iconen lijkt Blokker ook haar eigen, eerdere werk als schaduwbeeld te gebruiken. Zo grijpt het beeld Refugee (2018) terug op See me, een kruisbeeld uit 2007, dat op die manier opnieuw tot leven komt. Heeft de Christusfiguur het hoofd naar links, dat van de vluchteling neigt naar rechts. Hangen de armen en handen van de Christus af, die van de vluchteling zijn gedraaid en omhoog gericht, als wil hij vliegen. Zie je bij de Christusfiguur de ribbenkast, de vluchteling lijkt op het eerste gezicht weldoorvoed. Ten slotte heeft de Christusfiguur de voeten naast elkaar op de aarde geplant waar de vluchteling de rechtervoet heeft opgetild als wil hij loskomen van de aarde.

Schaduwbeelden

Lotta Blokker, Falling Man, 2019, was, bruikleen van de kunstenaar

Lotta Blokker, Falling Man, 2019, was, bruikleen van de kunstenaar

De schaduwbeelden achter de recente beelden zijn niet alleen iconen meer, niet alleen voorbeelden uit de (christelijke) kunstgeschiedenis, maar ook foto’s van mensen die iedereen uit de media kent. Van Alan Kurdi, het aangespoelde jongetje op het strand van Bodrum. De foto die Richard Drew maakte van de Falling Man, die op 9/11 uit het raam van het World Trade Centre sprong. Van Settela Steinbach, het meisje met haar hoofd tussen de deuren van de trein die haar in 1944 transporteerde van Westerbork naar Auschwitz-Birkenau.

Alleen is de vallende man door Lotta Blokker rechtop gezet, pal voor hij valt. Je neemt als toeschouwer een tussenpositie in. Je kijkt naar de mensen die Blokker uitkoos om de wereld om ons heen ‘te pakken’, om ons gevoel en ons verstand aan te spreken. Want dat is wat haar kunst doet en misschien wordt het daarom ook zo gewaardeerd. Je valt stil, je bevriest een beetje, net als de beelden doen op het momentum, het moment waarop de fotograaf afdrukte. Pal voor de deuren dicht gaan, pal voordat de val inzet.

Het was maar een kleine expositie in Museum de Fundatie, en het is ‘maar’ een dunne catalogus, bestaande uit opnieuw een indringend interview met Lotta Blokker door Ralph Keuning en vijftig foto’s in kleur en zwart-wit. Maar met wát een impact. Lotta Blokker heeft ons heel wat te (ge)zeggen als Kunstenaar van het jaar! Dat was zo in 2014 en dat is nog steeds zo. We kunnen in 2022 vast meer van haar verwachten.

Kunst / Expo binnenland

Mooie legpuzzel in Leeuwarden

recensie: Icons. Topstukken uit de National Portrait Gallery
Zaaloverzicht IconsFries Museum Ruben van Vliet

Stel dat het mogelijk was om je ’s nachts in het Fries Museum in Leeuwarden in te laten sluiten, dan zouden vast heel wat topstukken uit de Londense National Portrait Gallery die er nu te zien zijn, kunnen worden verhangen.

Er is in Leeuwarden namelijk niet gekozen voor een chronologische reis door vijfhonderd jaar portretkunst, maar voor thema’s als: zelfportret, roem, identiteit en macht. En daar wringt een beetje de schoen. Want waar in het werkelijke leven steeds meer wordt afgestapt van etiketten ten gunste van meerdere lagen van een persoonlijkheid, of van een fluïde identiteit, wordt een afgebeeld persoon hierdoor juist weer vastgepind op een deel van zijn of haar wezen.

Zelfportretten

Natuurlijk: het is prachtig gedaan, dat hoekje in de eerste zaal met als thema zelfportretten, waarop twee personen staan afgebeeld. Zoals bijvoorbeeld David Hockney met Charles Dare Scheips (2005) en twee aanvullende doeken uit de collectie van het Fries Museum zelf: het zelfportret van Wouter van Riessen met een clown (2004) en van Sir Lawrence Alma-Tadema met de Engelse Laura Theresa Epps (1871-1872). Maar Hockney past voor hetzelfde geld ook in de zaal of het vakje Identiteit, waaronder homoseksualiteit wordt begrepen. En Alma-Tadema zou daar ook ’s nacht naartoe kunnen verhuizen, vanwege de symboliek voor nationaliteit op dit schilderij: de tulp staat voor Nederland en de roos voor de Engeland. Dat past overigens ook nog eens perfect in de vaderlandslievende insteek van de National Gallery in Londen, die in 1855 opende en dit als uitgangspunt nam.

Welk kunstwerk in de zaal Identiteit zou dan plaats moeten maken voor Hockney, Van Riessen en Alma-Tadema? Dat wordt nog een puzzel. In ieder geval niet het portret van Beatrix Potter dat Delmar Banner maakte (1938), want dat is wel zó raak; het is net of je in een van haar boeken binnenstapt.

Zaaloverzicht. Foto: Ruben van Vliet

Portretten van beroemdheden

We vervolgen onze reis in zaal 2, met portretten van beroemdheden en concluderen dat het opbrengen van etiketten er al jong in zit. Een klas basisschoolleerlingen staat met twee meesters voor een portret dat John Collier in 1883 maakte van Charles Darwin. Een meester vraagt, of dit een portret van een wetenschapper is. ‘Ja’, antwoordt de klas. ‘Waarom?’ De meeste kinderen zijn het erover eens, dat dit komt door zijn baard. Dus wetenschappers hebben een baard, is de kinderlogica.

Even verderop in de zaal hangt een portret van Isaac Newton, geschilderd door Sir Godfrey Kneller (1702). Het bijschrift luidt, dat door zijn doordringende blik Newtons genialiteit tot uitdrukking wordt gebracht. Dus niet eens zover verwijderd van wat de schoolklas vond; jong geleerd, oud gedaan.

Zaaloverzicht. Foto Ruben van Vliet

Gewoon genieten

Zo kun je het spel, de legpuzzel zaal voor zaal verder spelen, maar je kunt ook gewoon genieten van de schitterende stofuitdrukking van de kleding van bijvoorbeeld prinses Elizabeth, koningin van Bohemen door Robert Peake (ca. 1610), de juwelen van Mary Neville door de Nederlandse schilder Hans Ewouts (1559) en koningin Elizabeth I door Nicholas Hilliard (ca. 1575). Of van de manier waarop twee bronzen koppen tegenover elkaar zijn neergezet, zodat ze naar elkaar lijken te kijken: William Ernst Henley door Rodin (1884-1886) en Sir Osbert Sitwell door Frank Dobson (1994).

Gewoon genieten dus van vijfhonderd jaar portretkunst, variërend van schilderijen, prenten en tekeningen tot beelden en foto’s met de nadruk op de meer figuratieve stijlen. Daar lijkt het deze tentoonstelling primair om te doen, de vragen oproepende thematische indeling daargelaten. En getroffen worden door de raakheid ervan, van Beatrix Potter tot Dame Zaha Hadid zoals Sir Michael Craig-Martin de architecte in 2008 op LCD-scherm portretteerde. Met dezelfde golvende haren als haar gebouwen en een interieur als het Science Museum in Londen.

 

Muziek / Concert

Raymond 70

recensie: Concert Raymond van het Groenewoud in TivoliVredenburg

Het is een vreemd verjaardagsfeestje. Om te beginnen had het vorig jaar al gevierd moeten worden. Toen werd Raymond van het Groenewoud 70 jaar. Maar om de bekende reden kon die geplande verjaardagstour niet doorgaan. Dit jaar lukt het wel, hoewel het optreden van vanavond meteen ook het laatste avondconcert voor de nieuwe lockdown is. Het publiek in de Grote Zaal van TivoliVredenburg lijkt dit ook te beseffen: vol overgave wordt er meegebruld, gesprongen en gefeest bij grote hits als ‘Je veux l’amour’, ‘Maria’ en ‘Meisjes’.

Die anderhalve meter komt later wel weer, zo lijkt het motto. Of zoals Van het Groenewoud het tegen het eind van het optreden geestig formuleert: ‘We hebben nog dertien minuten te gaan voordat het virus weer toeslaat’. De beminnelijke Belg wordt bijgestaan door een vierkoppige band die af en toe behoorlijk tekeergaat, met name Rik Aerts op gitaar. Soms houden de muzikanten het klein en ingetogen, zoals in de mooie, langgerekte jazzy prelude van keyboardspeler Bram Weijters op Brussels by Night.

Van het Groenewoud  laveert zoals gebruikelijk tussen meligheid (‘Ze heeft geen stijl’, ‘Jezus was sexy’), ontroering (‘Niets heeft nog zin’, ‘Twee meisjes’) en stevige rock (‘Vlaanderen boven’, ‘Zij houdt van vrijen’). Best gedurfd is het om in een volle Utrechtse zaal een ode te brengen aan Amsterdam (‘Gewoon in Amsterdam’), de stad waar hij in zijn jeugd een paar jaar woonde. Na afloop is her en der een licht boegeroep en gefluit te horen, maar dat zal niet serieus bedoeld zijn, want het is moeilijk om geen zwak te hebben voor de sympathieke Belg die zoveel knappe liedjes heeft geschreven.

Zijn presentatie is van een charmante klungeligheid die we van hem kennen. Meerdere keren is hij een stuk tekst of muziek kwijt, misschien begint de leeftijd hem toch parten te spelen? Hoogtepunt van de avond is de verstilde uitvoering van ‘Twee meisjes’, met een prachtig intense gitaarsolo van de man zelf. En het optreden kan natuurlijk maar op een manier beëindigd worden: met zijn swingende gospelhit ‘Liefde voor muziek’. De beste remedie tegen de volgende lockdown.

Kunst / Achtergrond / Expo binnenland

#2 Museum Bredius: ‘verknipte’ schilderijen

special: Museum Bredius

Museum Bredius is niet alleen bijzonder vanwege de huiselijke sfeer die het museum ademt. In deze special staan enkele topstukken uit de collectie centraal, die door de tijd heen nogal wat uiterlijke veranderingen hebben ondergaan.

Wat als je een schilderij koopt, maar niet helemaal tevreden bent met de voorstelling? Dan heb je pech gehad of je had het maar niet moeten kopen, zou je denken. Daar dachten kunstverzamelaars vroeger anders over. Schilderijen werden toen door handelaren of verzamelaars in meerdere stukken ‘geknipt’, of er werd aan restauratoren gevraagd of ze voorstellingen konden overschilderen. Ook werden portretten die gemaakt waren om naast elkaar te hangen vaak van elkaar gescheiden. Een bekend voorbeeld van een ‘verknipping’ is De Nachtwacht door Rembrandt (1606-1669). Het schilderij was te groot voor de muur in het Paleis op de Dam waar het moest komen te hangen, dus werd het schilderij aan alle kanten bijgesneden.

Zulke praktijken zijn nu ondenkbaar, maar de gevolgen zijn tot op de dag van vandaag nog merkbaar. Enkele schilderijen uit de collectie van Museum Bredius zijn ook ooit onder handen genomen door verkeerde restaurateurs, ‘knippers’ of zijn gescheiden van hun pendant. Van een onbekende navolger van Adriaen Brouwer, Rembrandt-leerling Willem Drost (1633-1659), tot de wereldberoemde Hollandse meester Jan Steen (1626-1679): niemand ontspringt de dans in de collectie van Museum Bredius.

Navolger van Adriaen Brouwer, Boerenherberg, zeventiende eeuw, Museum Bredius

Een ‘verknipte’ Jan Steen

Links op het schilderij De huwelijksnacht van Tobias en Sarah door Jan Steen zien we Tobias en Sarah, geknield met hun blik naar boven gericht. Ze zijn in de overtuiging dat Tobias op het punt staat om gedood te worden door een demoon die verliefd is op Sarah. De gevoelens zijn alleen niet wederzijds en dat neemt deze demoon haar niet in dank af. Elke keer als Sarah wil trouwen straft hij haar door haar geliefde vlak voor de huwelijksnacht te doden, wat tot dusver al zeven keer is gebeurd.

De houding en gepijnigde gezichtsuitdrukkingen van Tobias en Sarah maken de wanhoop bijna voelbaar. Ze hebben hun blik dan ook gericht op engelen die boven hun hoofd zweven in de hoop dat zij hen beschermen of een boodschap van God overbrengen. Gelukkig is hulp nabij! Op de rechterkant van het schilderij zien we hoe aartsengel Rafaël de demoon stevig heeft vastgepakt en op het punt staat om hem te verslaan. Hoera voor Tobias en Sarah! Maar..

Dat was niet altijd het geval. In de negentiende eeuw heeft een van de vorige eigenaren van dit schilderij besloten om het in twee stukken te ‘knippen’. Beide afzonderlijke delen van het schilderij zijn voor het verhaal onlosmakelijk met elkaar verbonden, dus waarom heeft een van de vorige eigenaren dit gedaan?

Vermoedelijk is het schilderij in de negentiende eeuw ‘verknipt’ en had de eigenaar bedacht dat het linkerdeel met Tobias en Sarah beter zou verkopen. Zo kwam de rechterkant van het schilderij met aartsengel Rafaël in 1907 in handen van Abraham Bredius. Het linkerdeel met Tobias en Sarah kwam in 1931 terecht in de collectie Goudstikker. Uiteindelijk werd in de jaren zestig ontdekt dat deze twee schilderijen ooit één geheel waren en in 1996 werden de twee doeken eindelijk met elkaar herenigd.

Roofkunst

Alleen in 2010 ontstond er een groot probleem. Er kwam boven water dat het linkerdeel met Tobias en Sarah in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers was geroofd van de Joodse kunsthandelaar Jacques Goudstikker (1897-1940). De Goudstikker-erfgename, Marei von Saher, ontdekte dit in 2006 en wilde het schilderij terug. Bredius had echter in zijn testament vastgelegd dat het schilderij het museum onder geen voorwaarde mocht verlaten. Wat doe je dan met één schilderij wat twee eigenaren heeft, maar het museum niet uit mag? Het doek opnieuw in tweeën ‘knippen’ dan maar?

Gelukkig is dat laatste niet gebeurd, maar deze kwestie leidde wel tot een ingewikkelde rechtszaak. Er is uiteindelijk een schikking getroffen met de Goudstikker-erfgename. Hierdoor is het schilderij tot op de dag van vandaag te zien in Museum Bredius. Dit dankzij een gedeeltelijke gift van de erven Goudstikker ter nagedachtenis aan Jacques Goudstikker. Tevens droegen het Mondriaan Fonds en de Vereniging Rembrandt (mede dankzij haar BankGiro Loterij Aankoopfonds) bij. Een leuk weetje over dit schilderij is dat de bovenkant van de vleugels van de aartsengel Rafaël gedeeltelijk weg waren geknipt. De restaurator van het schilderij had dus een voorbeeld nodig om de vleugel op te baseren. Uiteindelijk vond hij in de collectie van het populairwetenschappelijke museum Museon in Den Haag een ideaal voorbeeld: een opgezette zeemeeuw, die je daar nog altijd kan bezichtigen. Zo is het schilderij van Steen ook op die manier een beetje verbonden met Den Haag.

“Me Too”, avant la lettre

Een schilderij werd vroeger dus ‘verknipt’ als door kunsthandelaren of verzamelaars werd gedacht dat twee afzonderlijke delen beter verkochten op de kunstmarkt. Of als een schilderij te groot was voor de plek waar het moest hangen, zoals De Nachtwacht. Wat deden verzamelaars en kunsthandelaren als ze slechts een detail op een schilderij niet mooi vonden? Dan bood een overschildering uitkomst, iets wat het schilderij Boerenherberg door een onbekende navolger van de schilder Adriaen Brouwer (1605-1638) goed laat zien.

Het schilderij toont een groepje mensen in een herberg. Je ziet dat de man met het rode mutsje zijn hand onder de rok van een vrouw steekt, terwijl twee mannen toekijken. De gezichtsuitdrukking van de vrouw spreekt boekdelen. Een van de vorige eigenaren van dit schilderij vond dit waarschijnlijk geen prettig aanzicht. Daarom heeft diegene de uitgestrekte hand van de aanrander laten overschilderen alsof de rok van de vrouw wat breder was. Hierdoor werd de nare gebeurtenis op dit schilderij weggepoetst. Was dit een goede keuze? Of is juist het verwijderen van deze overschildering het beste, omdat daardoor de oorspronkelijke voorstelling weer aan het licht komt? Uiteindelijk is de overschildering in een latere tijd verwijderd. Toch zal deze discussie altijd aan het schilderij blijven kleven. Dit verhaal toont namelijk ook hoe overschilderingen een rol kunnen spelen in veranderende opvattingen over grensoverschrijdend gedrag door de eeuwen heen.

Willem Drost, Portret van een onbekende vrouw, ca. 1653, Museum Bredius

Gescheiden portretten

Naast overschilderingen of ‘verknipte’ schilderijen, kon het ook gebeuren dat portretten van geliefden van elkaar gescheiden raakten. Huwelijken en verlovingen werden in de zeventiende eeuw vaak bekrachtigd met twee individuele portretten van de geliefden die waren gemaakt door dezelfde kunstenaar en samen een paar vormden, zoals Marten Soolmans en Oopjen Coppit door Rembrandt. Zonder de aanwezigheid van beide portretten is het verhaal van het koppel niet compleet. Gelukkig zijn Marten en Oopjen voor altijd ‘bij elkaar’ gebleven, maar dat geldt lang niet voor alle zeventiende-eeuwse koppels.

Velen hadden noodgedwongen een langeafstandsrelatie, omdat ze bijvoorbeeld op veilingen waren gekocht door verschillende kopers. Dit geldt ook voor het Portret van een onbekende vrouw door Willem Drost, een leerling van Rembrandt. Dit portret is gemaakt om een verloving te bezegelen. Aan de ringvinger van haar linkerhand prijkt een trouwring, die subtiel oplicht door het licht wat erop valt.

De handschoen als symbool

Over dezelfde hand heeft de vrouw een handschoen gedrapeerd. Een paar handschoenen cadeau geven aan je verloofde klinkt nu niet als het meest romantische of persoonlijke cadeau. In de zeventiende eeuw hadden handschoenen echter een symbolische functie. In de rijke Hollandse bovenklasse werden ze tot ongeveer halverwege de zeventiende eeuw gezien als statussymbolen.

Handschoenen waren bedoeld om vrouwenhanden te beschermen tegen de zon, om hun huid zacht en blank te houden Tegelijkertijd werden ze echter ook gezien als een sierlijke en modieuze kledingstukken. Een mooi en luxe cadeau in die tijd om te krijgen van je verloofde, waarop vaak ook nog symbolen werden geborduurd die verwijzen naar liefde en trouw.

Willem Drost, Portret van een man (mogelijk zelfportret van de kunstenaar), ca. 1653, Metropolitan Museum of Art

Het Portret van de onbekende man die haar deze handschoenen heeft gegeven bevindt zich in het Metropolitan Museum of Art in New York. De portretten van dit koppel waren in 1903 nog ‘samen’ op een veiling. Ergens in de jaren daarna zijn man en vrouw elkaar uit het oog verloren. Linksonder in de hoek dwarrelt een briefje waarop Drost zijn signatuur heeft achtergelaten. We weten niet wie deze mysterieuze man en vrouw zijn. Er zijn echter vermoedens dat het mogelijk gaat om verlovingsportretten van Drost en zijn vrouw.

Tijdelijke hereniging

Helaas zijn ze door de tijd heen van elkaar gescheiden geraakt. Gelukkig bieden tentoonstellingen tijdelijke oplossingen! Zo waren de verloofden in 1992, ook al was het heel even, drie maanden met elkaar herenigd op de tentoonstelling De leerlingen van Rembrandt die te zien was bij de kunsthandel Hoogsteder & Hoogsteder in Den Haag.

Van schilderijen die van elkaar werden gescheiden, ‘verknipte’ voorstellingen tot overschilderingen… er is altijd wel een mouw aan te passen! Gelukkig worden schilderijen nu goed geconserveerd voor toekomstige generaties. Dat was echter lang niet altijd het geval. Er schuilen soms meer verhalen achter schilderijen en ‘restauraties’ dan je denkt.

 

Muziek / Album

Verrassingen in de blues

recensie: Bluesupdate volume 14: Cuby + Blizzards, Danny Bryant, Cedric Burnside
Pexels: https://www.pexels.com/photo/wood-people-music-musician-9401772/

Zelfs in een oergenre als de bluesmuziek kunnen we verrast worden. De ene keer omdat een album niet meer verwacht werd, zoals het live-album van Cuby + Blizzards, een andere keer door de kwaliteit, zoals die van Danny Bryant of doordat de kleinzoon van een bekend artiest op zijn manier hoge ogen gooit, zoals Cedric Burnside.

Dat er nog een album te verwachten was van Cuby + Blizzards is voor de fans een grote verrassing. De zonen van oudgedienden in de blues verrassen met kwaliteitsalbums. Danny Bryant speelde lang samen met zijn vader. Cedric Burnside komt uit een rijke bluesfamilie.

Cuby + Blizzards
Het is inmiddels tien jaar geleden dat Harry Muskee, de zanger van Cuby + Blizzards, overleed. Met dit album Grolloo Blues wordt volgens de hoes een laatste toegift gegeven op het rijke oeuvre van de band. Het oeuvre werd ooit in de cd-box Alles uit Grolloo samengebracht op 28 cd’s en één dvd. Geluidstechnicus Ed Roose dook voor deze toegift in de archieven en stelde uit een aantal concertopnames dit prachtige album samen. We horen opnames die gemaakt werden tussen 2000 en 2011. Roose heeft al deze concertopnames uit de archieven samengevoegd tot één geheel, waardoor deze toegift voelt als een geweldig concert. Op twee cd’s worden we in vierentwintig composities getrakteerd, iets waar we alleen maar over konden dromen bij Cuby + Blizzards. Natuurlijk is het voor de fan en liefhebber allemaal bekend werk van deze legendarische band. Toch klinkt het fris en vooral als hele eigentijdse muziek. Het poetswerk aan de live-opnames en de productie van het geluid door Roose is natuurlijk tot in de puntjes verzorgd.

Het zou vreemd zijn als we zouden hopen op nog veel meer van dit soort puntgave live-opnames zo lang na het verscheiden van Muskee ‘Cuby’ zelf. Publiekslieveling ‘Window Of My Eyes’, dat Muskee in samenwerking met Eelco Gelling en Herman Brood schreef, prijkt natuurlijk op dit sluitstuk, dat een waardige toegift genoemd mag worden.

 

Danny Bryant
Voorheen opereerde Danny Bryant als Danny Bryant’s Red Eye Band; die toevoeging is nu verdwenen. Met The Rage To Survive verrast Bryant ons met een heel innemend en soms zelfs intiem klinkend blues-album, waar vooral stevig met de snaren van de gitaar wordt geroerd en de stembanden van Bryant als vanouds klinken. Opnieuw is de kwaliteit van het album hoog, zoals we van Bryant en de zijnen gewend zijn. Het rustpunt van het album, ‘Invisible Me’, heeft het intieme karakter dat we van een blues ballad mogen verwachten en geeft het album zijn extra stempel dat zo fijn is. Dat Bryant net als vele muzikanten het live circuit heeft gemist tracht hij met redelijk succes op The Rage To Survive te compenseren door het geluid van de live optredens te benaderen. De sound is mede tot stand gekomen met medewerking van Grammy Award winnaar Ian Dowling, die samen met de muzikant zelf aan de knoppen heeft gestaan. Ze hebben als het ware de nieuwe songs live in de studio gespeeld en dat vastgelegd op dit nieuwe album. Het resultaat klinkt in ieder geval als een welkome lekkernij in de oren.

De innemende energieke sfeer spat werkelijk uit de luidsprekers. Dat de teksten gaan over de periode van de nog steeds woedende pandemie zal niemand verbazen. De eerder genoemde ballad verhaalt bijvoorbeeld over worstelingen met de geestelijke gezondheid en het isolement gedurende de lockdown, die ook deze muzikant voelde. ‘Rescue me’ is misschien wel het logische vervolg op de hartenkreten van ‘Invisible Me’. De albumafsluiter ‘Westport’ is opnieuw uit het ballad-hout gesneden en sluit zo waardig misschien wel een van de beste albums van Danny Bryant af.

Cedric Burnside
Wie al veel langer in de blues meeloopt denkt bij de naam van Cedric Burnside onmiddellijk aan grootheid R.L. Burnside. Cedric is de kleinzoon van deze charismatische icoon uit de rauwe blues die in 2005 overleed. De muziek van Cedric is uit een sensitievere snaar gesneden, maar is wel in de blues-traditie vormgegeven. We horen in voornamelijk akoestische en kleine setting de blues gespeeld en gezongen worden.

Een van de songs van zijn grootvader, ‘Bird Without A Feather’, wordt in dit album op een eervolle manier bewerkt door Cedric Burnside. Elf van de dertien tracks zijn overigens van zijn eigen hand. Misschien is de bijdrage van de klanken van een cello, gespeeld door Caleb Elliott, wel een van meest opvallende stijlelementen van het album I Been Trying. Dit soort details geeft het album in ieder geval een effect dat je doet opkijken terwijl je luistert. Dat is toch prachtige toevoeging aan het oergenre van moderne muziek en dat mag genoemd worden.

Het album is overigens wel een album met verschillende lagen, wat resulteert in het prijsgeven van steeds meer schoonheid als de frequentie van beluistering is toegenomen. Zo’n langzame opening van de diepste lagen heeft geen negatieve invloed op de eerste luisterbeurten. Het album klinkt vanaf de eerste kennismaking zeer aangenaam. In het lof dat reeds is uitgestort over dit album wordt hier en daar gesproken over een Grammy-nominatie. De tijd zal leren of dat ook zo zal zijn. Het album is in ieder geval een aanrader voor de blues liefhebbers.

Boeken / Non-fictie

Een openhartig gesprek met onze kroonprinses

recensie: Amalia - Claudia de Breij

Amalia van Oranje zal ooit haar vader koning Willem-Alexander opvolgen. Ter gelegenheid van haar achttiende verjaardag gaat cabaretier en schrijfster Claudia de Breij met haar in gesprek. Dit boek is eerste publiekelijke kennismaking met de toekomstige koningin van Nederland.

Het boek Amalia is onderdeel van een lange traditie waarin er een boek verschijnt van de troonopvolger op zijn of haar achttiende verjaardag.  De traditie is ooit gestart door Hella Haasse met het boek Portret van prinses Beatrix toen zij achttien werd. Renate Rubinstein schreef een soortgelijk boek over Willem-Alexander toen hij achttien werd.

In ruim honderd pagina’s komen allerlei onderwerpen kort aan bod. De Breij is in afgelopen zomer meermaals bij Amalia thuis op bezoek geweest. Daar krijgt de schrijfster een rondleiding van Amalia door Huis ten Bosch en Paleis Noordeinde en spreekt ze met de kroonprinses over haar passie voor paardrijden en zingen. Ook vertelt wat hoeveel energie het haar heeft gekost om cum laude voor haar eindexamen te slagen.

Verzoend

Amalia heeft zich op haar veertiende al verzoend met haar toekomst. De monarchie wordt in Nederland vaak ter discussie gesteld, bijvoorbeeld als het koninklijke gezin in coronatijd naar Griekenland vliegt. Of denk aan het vakantiehuis dat de familie heeft in Mozambique. Amalia is echter nuchter over de kritische houding van het volk. ‘Ze mogen de monarchie best afschaffen, hoor, dan ga ik ook door met leven. Maar de monarchie is zoveel groter dan mijzelf.’

Het boek leest gemakkelijk weg. De Breij lijkt aanvankelijk nog erg zenuwachtig voor haar eerste ontmoeting met het koningshuis. Voor haar eerste bezoek belt ze nog licht gepanikeerd op naar de Rijksvoorlichtingsdienst. ‘Waar is die achteringang van paleis Huis ten Bosch dan? Ik blijk er al drie keer als een blind paard langs te zijn gereden.’

Vriendschappelijk

Later in het boek lijken de gesprekken bijna vriendschappelijk. Ze praten over Amalia’ s relatie met haar ouders, waarbij de kroonprinses vertelt dat het aan toe gaat zoals bij elk ander gezin. “Haar vader kan er soms, als zij nog denken ‘we zijn gewoon allemaal leuk over en weer grapjes aan het maken’, ineens helemaal klaar mee zijn zonder dat de drie dochters dat hebben zien aankomen.”

Het zijn de hoofdstukken die eveneens kort beschreven worden, maar waar je als lezer meer van wilt weten. Juist omdat het herkenbare situaties zijn, kun je je daar als lezer mee identificeren. Het zorgt ervoor dat de koninklijke familie niet boven het volk staat, maar meer gezien worden als mensen van vlees en bloed.

Onzekerheid

Amalia oogt wijs voor haar leeftijd, maar heeft tegelijkertijd ook de twijfels en onzekerheden die passen bij een meisje van achttien. Zo worstelt ze wel eens met vriendschap en geeft ze aan niet onbezorgd van alles op social media plaatsen wat ze wil. Daarnaast heeft ze ook haar oom (prins Friso) en haar tante (Inès Zorrequieta, de zus van koningin Maxima) verloren. Als het haar te veel wordt, praat ze wel eens met een psycholoog. Dat moet geen taboe zijn, vindt de kroonprinses. “Als ik er behoefte aan heb, maak ik een afspraak. Even je hart luchten, en dan ben ik weer voor een maand klaar.”

Al met al is Amalia een laagdrempelige en openhartige kennismaking met de kroonprinses van Nederland. Dat is onder meer te danken aan de bijna vriendschappelijke toon in de gesprekken tussen De Breij en de toekomstige koningin. Het boek laat zien hoe een meisje van achttien worstelt met dezelfde problemen als haar leeftijdsgenoten en dat maakt het boek tastbaar en herkenbaar.