Theater / Voorstelling

Een voorstelling die tijd en medium overbrugt

recensie: When Harry Met Sally

.

Seks. Dat is de reden waarom een man en een vrouw geen vrienden kunnen zijn. Seks zal een vriendschap tussen man en vrouw altijd in de weg staan. Tenminste, dat vindt Harry Burns in When Harry Met Sally. Harry krijgt gelijk.

~

De inmiddels iconische romcom When Harry Met Sally uit 1989, met Billy Crystal en Meg Ryan in de titelrollen, is door Albert Verlinde Entertainment naar de Nederlandse theaters gebracht. Ook de toneelversie van deze film bevat uiteraard de orgasme-scène en de befaamde discussies over vriendschap en seks. Maar de voorstelling is meer dan simpelweg een film die op de bühne wordt opgevoerd. De vertaalslag is niet alleen zichtbaar in de vernederlandsing van de situatie, maar ook in de theatrale laag die is toegevoegd.

Herkenbaarheid en toeval

Het verhaal komt wat langzaam op gang. Harry (Daniël Boissevain) en Sally (Isa Hoes) zijn Amerikanen die zich in Nederland gaan vestigen, compleet met onovertuigend accent. De start van het toneelstuk hangt van toevalligheden aan elkaar (iets te toevallige ontmoetingen, treinvertragingen en gedeelde vrienden) waardoor dit deel ongeloofwaardig overkomt. Ook na overgangen moet het publiek even zoeken hoeveel tijd er verstreken is tussen de scènes, maar dit zijn de enige manco’s van de voorstelling. Het verhaal staat vooral bol van herkenbare situaties op liefdesgebied: miscommunicatie, mislukte koppelpogingen, eenzame kerstdagen en troebele gevoelens.

Overtuigender dan zijn Amerikaanse accent is het spel van Boissevain. Hij lijkt zich thuis te voelen in de rol van rokkenjager met een groot hart. Hij vertolkt zijn Harry erg natuurlijk en sympathiek genoeg om geen hekel aan hem te krijgen wanneer hij bij elke vrouw smoesjes verzint om maar niet de hele nacht te blijven slapen. Isa Hoes komt soms wat gemaakt over, maar dit past ook wel bij de rol van Sally. De meest interessante prestatie is echter het rake acteerwerk van Rein Hofman die een scala van typetjes perfect neer weet te zetten. Hij switcht moeiteloos van sullige collega naar verwaande ober of Oh Oh Cherso-achtige patser en steelt daarmee de show.

Levend(ig) decor

~

Van toegevoegde waarde voor de theaterervaring is het decor. Dit bestaat uit een honderdtal witte stoelen en enkele tafels tegen een witte achtergrond. Veranderingen van locatie – de trein, een restaurant, een bed, feestjes – geschieden schijnbaar moeiteloos. Er is echt werk gemaakt van de overgangen tussen scènes. Een enkele stoel wordt verzet en kleding wordt net iets aangepast, maar als de spelers zich verplaatsen in de ruimte is vrijwel direct duidelijk waar Harry en Sally zich op dat moment bevinden. De vier medespelers fungeren misschien als ‘levend decor’, maar zij doen zit vol overgave en vormen een waardevolle toevoeging aan de scène.

Ontkende aantrekkingskracht, scheidingen, miscommunicatie en eenzaamheid mogen dan wel de thema’s van When Harry Met Sally zijn, maar deze worden met ontzettend veel humor verbeeld. Gesprekken integreren met de achtergrond, zoals wanneer Harry een vriend tijdens een tenniswedstrijd over zijn scheiding vertelt. Het tenniskijkend publiek wordt langzaam bij het gesprek betrokken en de emotionele ontladingen van zowel spelers als publiek onderstrepen het gespreksonderwerp op humoristische wijze. Dit soort vindingen en humoristische toevoegingen van de medespelers lopen als een rode draad door de hele voorstelling en bieden op inventieve  wijze verlichting.

Gelukkig is When Harry Met Sally niet slechts een poging om met de naam van een bekende film gemakkelijk een kaskraker op de planken te zetten. De vertaling van film naar toneel is succesvol mede door de theatrale overgangen, het gebruik van het decor en het spel van de vier bijrolacteurs. En al is de film intussen ruim twintig jaar oud, het verhaal is nog even herkenbaar en de thema’s net zo relevant als toen. Dus is het gemakkelijk je door de beslommeringen van Harry en Sally mee te laten voeren.

When Harry Met Sally is nog te zien t/m 31 januari 2012 door heel Nederland.

Boeken / Fictie

Verhaal van verbinding strandt in stereotypen

recensie: Mathias Enard (vert. Katrien Van den Berghe) - Vertel hun over veldslagen, koningen en olifanten

Mathias Enard vertelt ons hoe de jonge Michelangelo Buonarroti, hofkunstenaar van de paus, kennismaakt met de entourage van de sultan in Istanboel. Een ontmoeting tussen twee werelden, die volgens Enard veel van elkaar konden leren. Toch werpt de novelle de vraag op hoe zo’n ontmoeting eigenlijk beschreven moet worden.

In het jaar 1506 vertrekt Michelangelo Buonarroti, dertiger en al befaamd beeldhouwer, in het geniep naar Istanboel. Op uitnodiging van sultan Beyazid II zal hij daar werken aan het ontwerp voor een prestigieuze brug over de Gouden Hoorn. De reis naar het oosten is tevens een sneer naar paus Julius II, met wie de trotse Michelangelo in ongenoegen leeft over een opdracht. Behalve een uitnodiging en een schets ontbreken de concrete aanwijzingen dat deze reis daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Een mogelijk bezoek van de huisartiest van het Vaticaan aan het centrum van het islamitisch wereldrijk was voor arabist Mathias Enard niettemin aanleiding voor een vrije interpretatie van de feiten.

‘Een uitbarsting van creativiteit’


De hardwerkende, ascetisch levende kunstenaar weet niet wat hij meemaakt als hij in aanraking komt met de feesten in de omgeving van de sultan. Het bruisende Istanboel trakteert hem op ware liefde en op wat zijn eerste kater lijkt. De achterflap van het boek verklapt dan ook alvast waar dat toe leidt: ‘een uitbarsting van creativiteit die hem een subliem ontwerp voor de brug oplevert’.

Constantinopel blijkt kortom een welkome inspiratiebron, en Enard benadrukt meermaals de invloed die de kennismaking met het Osmaanse Rijk op Michelangelo’s latere werk heeft. Michelangelo is onder de indruk van de mate van tolerantie die het Osmaanse Rijk kenmerkt. Terugdenkend aan de in 1492 uit Spanje verjaagde joden, mijmert hij: ‘Vreemde mensen, die mohammedanen, met hun tolerantie voor alles wat christelijk is.’

Stereotypen


In een interview met het Franse weblog Le globe-lecteur zegt Enard over zijn boek dat hij graag het verleden gebruikt om over het heden te spreken. Door eeuwenoude contacten en uitwisselingen tussen de islamitische en de christelijke wereld als uitgangspunt te nemen, positioneert hij zijn novelle dan ook in het maatschappelijk debat rond de positie van de islam in Europa.

Ironisch genoeg verzandt Enard op zijn beurt eveneens in stereotypen van een exotische wereld; zij het niet die van bebaarde, in esoterische bewoordingen fatwa’s over homoseksuelen uitroepende imams. Michelangelo vindt bezieling in pure, androgyne mensen die sensueel dansen, en van wie hij pas na meerdere ontmoetingen het geslacht kan achterhalen. Het is een wereld waar homoseksualiteit even wijdverspreid en geaccepteerd lijkt als heteroseksualiteit.

Alles in teken van het Schone

Te midden van dit alles worstelt de kunstenaar Michelangelo met zichzelf. Hij is immers niet zomaar een kunstenaar, hij is Kunstenaar. Alles wat hij doet staat in het teken van het Schone. Zoals het een waar Kunstenaar betaamt, is Michelangelo onnavolgbaar in zijn buien en temperament, en worstelt hij met de liefde. En hoewel hij over de gehele spanne van het boek geldproblemen heeft, blijft zijn missie helder:

[H]ij ziet dat hij in de greep is van een lichamelijk en geestelijk genot zoals alleen Kunst, en misschien ook opium en wijn, dat kunnen verschaffen.

Zo blijft Vertel hun over veldslagen, koningen en olifanten hangen in stereotypen. Het romantische stereotype van de kunstenaar die zichzelf buiten de maatschappij plaatst voor het ideaal van Ware Schoonheid, maar ook dat van de wereld die deze kunstenaar aantreft. Het is het klassieke Midden-Oosten als verwoord door schrijvers en dichters, en zo sensueel afgebeeld door romantische schilders als Gérôme en Délacroix. Het is precies deze traditionele weergave van het Midden-Oosten waar Enard zich van bedient die door Edward Said, en andere postkoloniale denkers na hem, als ernstig beperkt werd afgedaan.

Worsteling


De naoorlogse, ‘politiek correcte’ relativering van cultuurverschillen ligt de laatste jaren hevig onder vuur. Mensen willen weer kunnen oordelen over hun medemens; bij voorkeur aan de hand van, zogezegd, onverenigbare culturele tegenstellingen. Het is daarom opmerkelijk dat een verhaal dat onmiskenbaar is geschreven om deze tegenstellingen te overbruggen, eveneens put uit aloude stereotypen. Enard schetst een positieve en rijke weergave van het Oosten, maar put daarvoor uit typeringen van een wereld die onverenigbaar met het Westen zou zijn. Misschien is de novelle daarmee ook wel illustratief voor de intellectuele en maatschappelijke worsteling met globalisering en multiculturalisme; balancerend tussen een universeel cultuurrelativisme en het accentueren van onoverbrugbare culturele scheidslijnen.

Theater / Voorstelling

Smaakt naar meer diepgang

recensie: De Eetclub - Bos Theaterproducties

Saskia Noort verkocht een half miljoen exemplaren van haar thriller De Eetclub – ook buiten de Nederlandse landsgrenzen. In 2010 verscheen een filmbewerking en nu staat het verhaal op de planken, bewerkt door Léon van der Sanden en geregisseerd door Eddy Habbema. Hoewel het stuk geen moment verveelt, mist het verhaal echter diepgang.

~

Bos Theaterproducties heeft een sterrencast bijeen gekregen voor de toneelversie van De Eetclub. Het zijn bekende tv-gezichten uit onder andere RTL’s Rozengeur & Wodka Lime en de Net 5-serie Julia’s Tango: Nyncke Beekhuyzen, Frederik Brom, Hanna Verboom, Tina de Bruin, Cystine Carreon, Pauline Greidanus, Loek Peters en Chris Tates. Op hun spel valt weinig aan te merken en de productie zit flitsend en strak in elkaar.

Eetclub vol thrilleringrediënten
De Eetclub
zit qua verhaal goed in elkaar. De zwerver die haar man Michel (Tates) voor ’twintig euro’ een mes op de keel drukt, is voor Karen (Beekhuyzen) de druppel. Het stel verkast naar een dorp en laat Amsterdam achter zich. Is ook beter voor de kinderen. Ze blijken niet de enige met dit lumineuze idee, want binnen no time is het koppel onderdeel van een heuse eetclub, bestaande uit drie stellen met dezelfde achtergrond. Wanneer één echtgenoot zich echter van kant maakt, beginnen de intriges. Was het wel zelfmoord? Of is het een complot door de man die het grote geld in handen heeft? Of zijn de affaires de oorzaak van de ellende? De Eetclub heeft alle thrilleringrediënten in huis: de personages zijn op het eerste gezicht helder, maar motieven blijken al snel twijfelachtig en jaloezie heerst. Zeker als ladiesman Simon ook nog eens Karen versiert.

~

In boekvorm leest het verhaal waarschijnlijk als een trein, maar ook als theatervoorstelling weet De Eetclub te boeien. Uitgespeelde situaties worden afgewisseld met momenten waarop hoofdpersonage Karen haar gedachten met het publiek deelt. Dit is even wennen, maar het concept blijkt te werken. De humor, afgewisseld met eindeloos geflirt en emotionelere passages, maken dat de voorstelling geen moment verveelt. Op het toneel ziet alles er bovendien strak uit. Het decor bestaat uit een aantal houten verhogingen waarover de acteurs zich behendig bewegen en de achterwand is bekleed met een stijlvol lijnenspel. Daarnaast is de regie snel en helder. De voorstelling is absoluut een lust voor het oog.

Zoeken naar diepgang

~

Ondanks de flitsende aankleding en de spannende plot blijft na het zien van De Eetclub toch een onbevredigend gevoel over. Het verhaal is snel, maar duikt nergens de diepte in. De personages zijn dienstbaar aan het verhaal, maar blijven oppervlakkig. Nergens verlaat De Eetclub het thrillerniveau, nergens wordt de sfeer echt beklemmend of zet het verhaal aan tot nadenken. Voor wie een leuke avond theater wil, is de voorstelling een aanrader. Wie méér wil dan uiterlijke schijn en zelfs diepgang zoekt, komt niet aan zijn trekken. Wat dit betreft weerspiegelt de voorstelling het milieu dat het schetst perfect: alles blijft aan de oppervlakte, maar ziet er wel bijzonder gelikt uit.

De Eetclub is nog tot en met 31 maart te zien in theaters door heel Nederland.

Theater / Voorstelling

Er valt ook weinig te lachen

recensie: Ivan en de honden

.

‘Ivan and the dogs’ is geschreven door de Britse Nattie Naylor en in 2009 bekroond tot ‘Best BBC Radio Drama’. Het vertelt het waargebeurde verhaal van Ivan die als verwaarloosde vierjarige jongen gedwongen wordt in Moskou op straat te leven. Hij overleeft twee jaar door de hulp van een roedel honden die hem beschermt tegen de gevaren van buitenaf: slechte mensen en extreme kou. Naylor zet dit verhaal neer als een vertelling, dicht bij de waarheid. Het is dan ook niet vreemd dat het de Radio Drama Award won. In de vorm schuilt zowel de kracht als het gevaar.

Geslaagde fusie Ham en Duykers

~

De oude Ivan blikt terug op de periode dat hij op straat leefde. De teksten van de oude en jonge Ivan worden, ongeacht tijd en plaats, door elkaar uitgesproken. De andere personages spreken voornamelijk over zichzelf in de derde persoon. Ook nemen zij soms de rol van Ivan over en praten dan als hem. Deze spannende afwisseling bepaalt sterk het ritme van de voorstelling en zorgt er voor dat de spelers zich niet volledig hoeven te transformeren naar hun rol. Regisseur Theo Ham koos ervoor om de handeling niet letterlijk uit te beelden. Voor deze voorstelling is hij een intensieve samenwerking aangegaan met choreografe Hedwig Duykers. Veel van de gevoelens van de personages en de actie worden omgezet in een abstracte choreografie. Een sterke zet want het tilt dit toneelstuk naar een hoger plan.

De prachtige bewegingen verbeelden zowel de emotie van het personage als de kracht van de jongere die speelt voor zijn leven. Dit lukt in de dans beter dan in de tekst. Omdat alles wordt verteld, bestaat wel het gevaar van ‘het toontje’. Er is hard aan gewerkt, maar bij sommige spelers zie je de tekortkoming van de amateurspeler. Toch maakt Ham slim gebruik van de kwaliteiten van de spelers die met elkaar hetzelfde verhaal vertellen. Het is ook niet nodig om ‘de tijd’ door een volwassene te laten spelen. Het leidt af en de jongere is in zijn ontwapening vele malen overtuigender.

Weinig humor op straat

~

Het enige moment dat de schrijfster de waarheid geweld aandoet is als ze besluit om Ivan op te laten halen uit het weeshuis door een aardige dame met een speels hondje. Het is ook de enige keer dat er iets te lachen valt in de verder loodzware voorstelling. Waarschijnlijk koos Theo Ham niet voor niets deze tekst. Als het wellicht de laatste keer is dat je getuige kunt zijn van het belang van theater met jonge mensen, is dat ook niet iets om vrolijk van te worden.

De voorstelling Ivan en de Honden wordt nog gespeeld tot en met 18 maart 2012.

Zie voor de speellijst www.jeugdtheaterhuis.nl

Theater / Voorstelling

Dynamische Notenkraker met een Hollands tintje

recensie: Notenkraker & Muizenkoning

Het is de best bezochte productie uit de geschiedenis van Het Nationale Ballet: Notenkraker & Muizenkoning in de visie van Wayne Eagling en Toer van Schayk. Hun balletuitvoering is dynamischer, spannender en minder zoet dan gebruikelijk. En met een Hollandse tintje.

Het oorspronkelijke verhaal speelt zich af rond de kerstboom en wordt dan ook dikwijls in deze periode uitgevoerd. De choreografen Wayne Eagling en Toer van Schayk redeneerden dat het begin negentiende eeuw in Nederland niet gebruikelijk was om elkaar met Kerst kadootjes te geven. Zij verplaatsten hun verhaal naar Sinterklaasavond in Amsterdam.

Kerststemming 

~

Met bijna magische decorwisselingen glijden de scènes in elkaar over. Ook de transformatie van de  ballerina Amaljá Yuno als de jonge Clara naar soliste Jurgita Dronina gaat onopgemerkt. Pas als je Clara ziet dansen op haar spitsen met de prins, gedanst door Cédric Ygnace, besef je dat ze niet meer het kleine meisje in het bed is. Vanaf de eerste scène trekken de leerlingen van de Nationale Ballet Academie en de dansers van het Nationale Ballet je mee in het verhaal en laten je pas weer gaan als de solisten hun afscheid halen voor het gesloten doek.

De eerste versie van De Notenkraker ging in 1892 in het Keizerlijke Marijnski Theater in Sint-Petersburg in première. De productie wordt tegenwoordig door meer dan vijftig verschillende balletgezelschappen uitgevoerd. Alleen de choreografie van de grand pas de deux uit de tweede akte is uit het originele stuk overgebleven. De Amsterdamse Notenkraker & Muizenkoning die in 1996 voor het eerst werd opgevoerd, is volgens kenners en liefhebbers één van de allermooiste uitvoeringen van De Notenkraker ter wereld. Diverse gezelschappen hebben deze versie in het repertoire opgenomen, zoals het Nationaal ballet Finland en het Nationaal ballet van Polen. Zij voeren dit jaar deze Amsterdamse versie ook op. 

In de bioscoop
Voor het eerst in het bestaan van Het Nationale Ballet was de Amsterdamse versie van Notenkraker & Muizenkoning op 30 december in diverse bioscopen in binnen- en buitenland te zien. Die middag dansten de stersolisten Anna Tsygankova en Matthew Golding voor één keer respectievelijk de hoofdrollen van Clara en de Prins. De productie verdient het om jaar na jaar weer op het toneel te zijn en zo de Kerst van velen tot een extra feest te maken.

Boeken / Fictie

Zeventig bier en onbaatzuchtige liefde

recensie: Jan van Mersbergen - Naar de overkant van de nacht

De woorden van een dronken man zijn de gedachten van een nuchtere man. Naar de overkant van de nacht bewijst het waarheidsgehalte van deze uitdrukking. Aan het begin van de roman, die zich geheel afspeelt op een carnavalsavond in Venlo, heeft het hoofdpersonage Ralf veertig bier op. Aan het einde van het boek zijn dat er meer dan zeventig. In de tussentijd heeft hij de lezer zijn levensverhaal verteld.

De opzet van de roman lijkt misschien erg eenvoudig, maar auteur Jan van Mersbergen heeft zich er allesbehalve makkelijk vanaf gemaakt. In Naar de overkant van de nacht verwerkt hij drie verhalen. Hij verweeft Ralfs belevenissen tijdens carnaval naadloos met anekdotes uit diens liefdeloze jeugd en uit zijn huidige bestaan met zijn vriendin Sara. Ook haar vier kinderen spelen een belangrijke rol in het boek: de eetverslaafde Maybelle, haar jongere broertje Alvin en de doofblinde tweeling Helen en Nettie.

Relaas van een zatlap
In het begin lijkt het boek meer op het onsamenhangende relaas van een dronken man dan op een weldoordachte roman. Als lezer weet je aanvankelijk niet hoe de verschillende verhaallijnen zich tot elkaar verhouden. Pas op de helft van het boek wordt duidelijk dat deze carnavalsnacht voor Ralf veel meer is dan een wild drankfestijn. Voor hem is deze nacht een ontsnapping: het is zijn enige mogelijkheid om zelfzuchtig en onverantwoordelijk te zijn. Vanaf het moment dat Ralf kennismaakt met Sara’s kinderen, is zij bang dat hij haar zal verlaten. Ralf doet alles om te bewijzen dat hij bij haar zal blijven. Van Mersbergen beschrijft dat op een manier die balanceert op de grens tussen sober, nuchter taalgebruik en poëzie, zoals in de volgende passage naar voren komt.

Maar die middag bleef ik. En die avond ook. Ik had niets anders aan mijn hoofd dan Sara en de meisjes en de andere kinderen. De beslotenheid van dat rijtjeshuis met die heg ervoor. De volgende dag was ik er weer. Alles was duidelijk. Er was maar één doel, één enkele richting. Een eindeloos recht kanaal.

Ongemakkelijke overgangen
Door drie verschillende verhaallijnen samen te brengen, soms binnen de beperkte ruimte van enkele regels, benadrukt Van Mersbergen zowel de chaotische carnavalssfeer als Ralfs dronkenschap. Deze aaneensluiting van uiteenlopende anekdotes heeft dus wel degelijk een functie, maar wordt na enige hoofdstukken storend vanwege de soms ongemakkelijke overgangen. Zo vertelt Ralfs carnavalsvriend ‘De Lange’ over zijn bezoek aan een snackbar. Dit vormt voor Ralf de aanleiding tot een overgang naar een anekdote over Sara’s tweelingdochtertjes.

De Lange zegt: Ik bestelde een portie vlammetjes.
Helen en Nettie zaten bij het kampvuur tegen me aan, in de gloed.

En wanneer andere carnavalsvrienden van Ralf de taxi moeten worden ingedragen, staat er:

Eerst die lange, wijs ik. Dan die kleine voorin, anders komt de kots aan de bekleding.
Alvin moest een keer overgeven in bed.

Het boek staat vol met dergelijke overgangen; functioneel, maar storend in hun onhandigheid.  

Onbaatzuchtige liefde
Het duurt even om gewend te raken aan de toon van Naar de overkant van de nacht. Wie zich echter overgeeft aan de cadans van de carnavalsnacht zal in het boek een prachtig verhaal ontdekken: het relaas van een man die onderzoekt hoeveel hij kan en moet opgeven voor het geluk van een ander. De schrijfstijl van Van Mersbergen is prachtig poëtisch, en het is dan ook niet vreemd dat hij al jaren als een van de grootste Nederlandse literaire talenten wordt beschouwd. Van Mersbergen heeft keuzes moeten maken tussen de functionaliteit en esthetiek van bepaalde passages, en over zijn uiteindelijke keuzes valt te twisten. Ondanks enkele schoonheidsfoutjes is Naar de overkant van de nacht echter een beeldschoon boek geworden over altruïsme, verantwoordelijkheid, vrijheid en vooral over onbaatzuchtige liefde.

Film / Films

De Barmhartige en het Beest

recensie: Tyrannosaur

.

Ze hebben twee hele andere levens, Joseph en Hannah. Hij is weduwnaar en geregeld in de kroeg te vinden, met zijn explosieve karakter ruzies uitlokkend. Zij is getrouwd en lijkt alles te hebben wat ze nodig heeft: een mooi huis met een dure auto voor de deur. Maar als de twee elkaar beter leren kennen, blijken tragiek en ellende een bepalende rol in beide levens te spelen.

~

Met de opening van de film wordt de toon direct gezet. Een dronken en gefrustreerde Joseph trapt zijn hond dood, om haar vervolgens liefdevol te begraven. Dan wordt hij verder gevolgd op zijn destructieve pad. Zo leidt een ruzie met Pakistaanse bookies ertoe dat Joseph zelf in elkaar gerost wordt. Hij zoekt zijn heil bij een kringloopwinkel, waar de gelovige Hannah werkt. De hulpeloos ogende Joseph doet wat met haar en ze besluit voor hem te bidden. Maar Joseph blijkt gehard door het leven en God is de laatste op wie hij zit te wachten. Ondanks een moeizame start ontstaat er een vriendschap. Een vriendschap waarin duidelijk wordt dat Hannah meer hulp nodig heeft dan Joseph.

Hard brits realisme

Tyrannosaur is het debuut van Paddy Considine, vooral bekend als acteur uit Red Riding (2009) en

~

Olivia Colman en Peter Mullan geven perfect gestalte aan hun personages Hannah en Joseph. Zij probeert te leven volgens haar geloof, maar komt steeds meer in tweestrijd met zichzelf en God. Hij laat zich leiden door impulsen en houdt mensen bewust op een afstand. Subtiel wordt de vriendschap (of liefde?) tussen de twee opgebouwd. De geharde Joseph laat zijn menselijke kant zien en Hannah laat zien wat voor leven zij werkelijk leidt. Maar de steun die ze bij elkaar vinden zet geen rem op de ellende die ze ondergaan. Tyrannosaur is met zijn opeenstapeling van drama en narigheid niet gemakkelijk te verteren. Toch weet de film, mede door het gebruik van humor, perfect balans te houden tussen het expliciete geweld en de tragische levens van Hannah en Joseph.

Maar het is niet het geweld dat de meest verpletterende indruk achterlaat. Vooral de acteerprestatie van Olivia Colman tilt de film naar grotere hoogten. Met een bont en blauw geslagen oog opent ze de winkel, nadat haar man zijn handen weer eens niet thuis kon houden. In het kantoortje van de winkel laat ze haar emoties de vrije loop en drinkt zichzelf moed in. Net op dat moment komt er een klant binnen. De camera vangt van een afstand de transformatie van een ontredderde en wanhopige Hannah in een behulpzame en klantvriendelijke verkoopster. De scène is een voorbeeld van hoe zij fluctueert tussen haar werkelijke situatie en haar verschijning naar de buitenwereld toe. Achter de zonnige lach gaat tragiek schuil die in dagelijkse en vluchtige contacten maar nauwelijks merkbaar is.

Considine levert met zijn debuut een indringende, hardvochtige maar ook liefdevolle kijk in twee levens. Levens die niet gespeend zijn van misère en geweld en waar het rechte pad nog een lange weg blijkt. Als dat rechte pad al bereikt kan worden, want wat blijft er van een mens over als je met zoveel tegenslagen te maken hebt. We were wasted, zingt The Leisure Company in het aftitelingsnummer. Tyrannosaur maakt duidelijk dat geluk niet voor iedereen is weggelegd, maar er resteren nog enkele sprankjes hoop op een beter leven.  

Theater / Voorstelling

Liefde in tijden van oorlog

recensie: Gijsbrecht van Amstel

.

Stand by your man – of toch maar weggaan? Kies je in oorlogstijd voor een veilige vluchtplek met je kinderen, of blijf je tussen het kanonnengebulder bij je Grote Liefde? Voor die keuze staat Badeloch, de vrouw van Gijsbrecht van Amstel. Een hedendaags dilemma in een antiek stuk bij Het Toneel Speelt.

~

Liefde in tijden van oorlog: de bijkomende ellende is door de eeuwen heen hetzelfde. Vluchten en je geliefde achterlaten, zonder de zekerheid dat je hem of haar nog ooit levend terugziet: een onmogelijke keuze. De scène waarin dat dilemma speelt is in Gijsbrecht van Amstel bij Het Toneel Speelt dan ook de actueelste. Amsterdam is belegerd. Gijsbrecht, de strijdende heer van de stad, wil dat zijn vrouw Badeloch en hun kinderen in veiligheid worden gebracht. Maar Badeloch wil niet weg. Ze smeekt, ze dwingt, ze argumenteert, ze wordt kwaad. Ze kan echter niet op tegen haar man. Die buldert, tiert, commandeert. Het huis dreigt in vlammen op te gaan, zijn gezin moet weg. Goedschiks of kwaadschiks. De zeventiende-eeuwse machtsstrijd tussen man en vrouw is niet alleen geloofwaardig, maar zelfs actueel.

Amsterdam niet belegerd

Vooropgesteld: Amsterdam is nooit zwaar belegerd geweest door omliggende gemeenten. Het verhaal van Gijsbrecht van Amstel (1639) is dus niet waar gebeurd. Wel waar gebeurd is de moord op graaf Floris V in 1296, toen Gijsbrecht heer van Amstel was. De aanleiding daartoe en de nasleep ervan gebruikte Joost van den Vondel om een heldhaftig verhaal te maken over een belegering van Amsterdam. Het stuk begint daarmee, op 24 december, vlak voor Kerstmis. Winnen ze het of verliezen ze het, de heren van Amstel. Traditioneel opende de Amsterdamse Stadsschouwburg er het jaar mee. Het Toneel Speelt pakt die traditie nu weer op.

~

Gijsbrecht van Amstel heeft – wat je noemt – zijn PR tegen: titel en plot kennen we doorgaans vagelijk van school. Een stoffig stuk van de belerende Joost van den Vondel, op rijm geschreven in de Gouden Eeuw, een tijd waarin mannen in harnassen en vrouwen in corsetten liepen. In die tijd declameerden acteurs hun teksten alsof het zware gedichten waren. Brrr!

Zo pakt de Gijsbrecht van Het Toneel Speelt echter totaal niet uit. Eventjes, een paar minuten maar, moet je als toeschouwer wennen aan de oude teksten. Maar dan komt het ook goed, dankzij de aanpak van regisseur Jaap Spijkers. Hij blaast om te beginnen het stof van het stuk door zijn acteurs de tekst proevend, nadenkend te laten vertellen. De eeuw van Vondel begint te leven, de tijd van de fraaie Rembrandt en van de komische en cynische Shakespeare. Spijkers maakt er een stuk van over bevoorrechte mensen wier levens worden verwoest door de oorlog. Daarnaast gebruikt hij waar mogelijk de maffe types die Vondel opvoert om een komische draai aan het zwaarwichtige verhaal te geven.

Allerbeste acteurs

~

Mark Rietman behoort inmiddels tot de allerbeste Nederlandse acteurs. Als Gijsbrecht is hij superieur. Zelfs van zo’n antiek personage weet Rietman nog een hedendaagse held te maken. Carine Crutzen is volstrekt geloofwaardig als de even verliefde als koppige echtgenote. De glaszuivere Marisa van Eyle neemt in een prachtige, Rembrandt-achtige jurk de Reien voor haar rekening: de burger die vertelt wat er met de stad gebeurt. Haar heldere betogen helpen de toeschouwer de ingewikkelde plot te blijven volgen. Belangrijk in deze voorstelling is de fraaie vormgeving van Guus van Geffen, waarin een kantelende vloer centraal staat. Kijken we tegen de onderkant aan dan zien we het slagveld, of het klooster. De bovenkant vormt de zwart-wit geblokte vloer in het huis van Rembrandt en Badeloch. Door de kleuren waan je je in een schilderij van Vermeer.

De personages van Daan Schuurmans, als de broer van Gijsbrecht, en de toch erg komische Bart Klever als spion en geestelijke komen het slechtst uit de verf. Dit stuk vraagt om zuivere stemmen en een beheerste voordracht, maar beiden raffelen hun teksten af waardoor het onverstaanbaar wordt.

Al met al. Gijsbrecht is geen makkelijke voorstelling, maar wel een mooie, en een bijzondere.

Gijsbrecht van Amstel is tot en met 18 februari te zien in diverse Nederlandse theaters te zien. Kijk op www.hettoneelspeelt.nl voor de speellijst.

Muziek / Album

Labyrint van emoties

recensie: tindersticks - The Something Rain

.

Tussen mei 2010 en augustus 2011 nam tindersticks (geschreven zonder hoofdletter) het album op in de studio van voorman Staples, ergens in landelijk Frankrijk. De video voor de single Medicine werd opgenomen in deze studio die door de bandleden is gedoopt tot ‘Le Chien Chanceux’ (de gelukkige hond). The Something Rain ligt vanaf 21 februari in de winkel.

Spoken word

~

Het negen minuten durende openingsnummer van The Something Rain heet Chocolate. Begeleid door beheerst opgebouwde instrumentatie, luisteren we naar het gesproken verhaal van een man die op een avond in een kroeg door een vrouw versierd wordt. Ze eindigen bij haar thuis en wanneer de twee intiem worden, horen we: “My lips moved up her legs. ‘What the fuck!’ I had a large, hard dick poking me in the eye. ‘Shit, you’re a chap!’” En even later: “His eyes were still beautiful, deep brown, his lips still chocolaty and orangy. ‘Shit’, I said, ‘I was never a breast man anyway’” Een gewaagde, maar geslaagde opener, al zal de luisteraar het na enkele luisterbeurten vermoedelijk overslaan.

De beste liedjes van de cd zijn het energieke This Fire Of Autumn, waarin Staples’ baritonvocalen worden bekrachtigd door zangeres Gina Foster en Come Inside: een mooi uitgesponnen lied met schitterende blaaspartijen. Het absolute hoogtepunt is echter Medicine, waarin de geheimzinnige, melancholische melodie en de terneergeslagen teksten feilloos zijn afgestemd. De immer mompelende Staples is hier op zijn best. De vioolsolo aan het slot van het nummer is de kers op de slagroom.

Peinzend en treurend
‘At the albums heart lies the memory of the people we have lost in these last 2 years, but we were in no mood to be maudlin. It’s to them. But it’s for us. We are still drinking, laughing, crying, fighting, fucking, making our music. They wouldn’t have wanted it any other way.’, aldus de bandleden over het album. De kracht van The Something Rain ligt vooral in de afwisseling van spookachtig en wanhopig (Medicine en Frozen) en kalm en verwachtingsvol (Come Inside en het instrumentele slotstuk Goodbye Joe). In het labyrint van emoties dat The Something Rain is, leidt tindersticks de luisteraar steeds naar iets wat lijkt op een uitgang, maar nooit wordt het meer dan een hoopvolle glimp van die uitgang. Nergens wordt het overdreven sentimenteel, maar wel is het steeds peinzend en treurend. Geen album voor vrolijkerds en rouwdouwers, maar voor wie weleens stilletjes in een hoekje wegkruipt, is dit een juweel van een treurplaat.

Live in Nederland:
11-3-2012 Melkweg Amsterdam

8WEEKLY MediaPlayer
Film / Films

De vagina als oorsprong van de teloorgang

recensie: The Invader

De 41ste editie van het Rotterdams Filmfestival (IFFR) staat voor de deur. IFFR start op 25 januari met 38 témoins van Lucas Belvaux. Pas op 19 januari is het complete programma bekend, maar in de aanloop naar het grootste filmfestival van Nederland licht 8WEEKLY alvast drie wereldfilms uit. Te beginnen met The Invader van Nicolas Provost.


Een gewaagde audiovisuele droom waarin de held verandert in de antiheld. Met zijn debuutfilm maakt de Belgische kunstenaar Nicolas Provost (1969) op geslaagde wijze een realistisch immigrantendrama, erotische thriller en videotrip in een. 

De Afrikaanse Amadou (Issaka Sawadogo) en zijn vriend spoelen als enige twee overlevenden van een schipbreuk aan op een Europees nudistenstrand. Daar komt Amadou oog in oog te staan met het ideaal van de blanke vrouw. Betovert door haar schoonheid start hij zijn queeste naar de moderne Westerse vrouw, terwijl hij probeert te overleven in de Belgische hoofdstad Brussel. Beide doelen lukken hem niet. In de stad verliest Amadou eerst zijn zieke vriend, vervolgens zijn menselijkheid en tot slot alle hoop.

Naakte symboliek

~

In zijn debuutfilm schuwt Provost kunst noch naakt. Met een frontale close-up van de vagina van zijn huidige vriendin (het model Hannelore Knuts) als openingsscène van de film verwijst hij rechtstreeks naar Gustave Courbets L’Origine du Monde. Een gewaagde keuze, maar zowel Knuts als Provost kunnen het hebben. Uit de vagina ontspruit een droom. Een droom die Amadou najaagt, maar niet zal realiseren.

Amadou op zijn beurt rijst zwart, groot en gespierd uit het schuim van de zee, de moderne en mannelijk variant van Botticelli’s De geboorte van Venus. Provosts verwijzingen naar de kunst zijn leesbaar voor de kunstliefhebber, maar spreken ook tot de verbeelding van het grote publiek zonder enige kunsthistorische voorkennis.

Monsterlijke antiheld

~

Met zijn titel wekt Provost niet alleen spanning op. Hij verwijst er ook mee naar de buitenlander die een buitenstaander blijft en er niet in slaagt onderdeel uit te maken van zijn nieuwe samenleving. Provost brengt het realistische lot van vele immigranten in beeld, maar wil meer dan simpelweg een politieke boodschap overbrengen. De titel verwijst daarom ook naar de buitenstaander die verandert in een kwaadaardige indringer. Amadou dringt het lichaam van Agnès binnen en vervolgens ook haar huis en privéleven. Onduidelijk is of de The Invader eindigt met een nachtmerrie of de brute realiteit.

The Invader is het resultaat als een kunstenaar, die iets met beeld en geluid doet, een film maakt. De film is ook een logisch gevolg van Provosts eerdere korte films en video’s (Papillon d’amour, Suspension, Exoticore). Het is een volgende stap die hij moest maken in zijn ontwikkeling als verhalenverteller. Met een fotografisch oog bouwt Provost een audiovisueel werk dat een duidelijke ode is aan de kunst en aan zijn grote voorbeeld David Lynch. Met zijn spanning, moderne dramatiek en sterk camerawerk, smaakt deze eerste film van Provost absoluut naar meer.