Boeken / Achtergrond
special: Poëziebespreking: Komijnsplitsers - Marieke Lucas Rijneveld

Aanmoediging voor iedereen en vooral zichzelf

Met acht afdelingen en 63 gedichten is Rijnevelds Komijnsplitsers een lijvige dichtbundel, die niet loslaat en erom vraagt om in een keer uitgelezen te worden.

Marieke Lucas Rijneveld bracht op 20 januari zijn nieuwe dichtbundel Komijnsplitsers uit, die momenteel over de toonbank vliegt. Bij het grote publiek werd Marieke Lucas bekend door het winnen van de International Booker Prize 2020 voor de vertaling van zijn boek De avond is ongemak (2018) en ook zijn volgende roman Mijn lieve gunsteling viel in de smaak. Hij debuteerde echter al in 2015 met de dichtbundel Kalfsvlies en in 2019 verscheen de bundel Fantoommerrie. Nu is er Komijnsplitsers: het boek is niet aan te slepen, wat zeer bijzonder is voor een dichtbundel, maar helemaal terecht.

Harmonie in zichzelf

De bundel opent met een warm welkom voor iedereen, want het gedicht ‘De troostzoekers’ laat weten: ‘(…) voor wie en iedereen is hier de plek.’ Wie verder leest, komt er al snel achter dat de dichter vooral zichzelf lijkt te verwelkomen, te troosten en aan te moedigen.

Komijnsplitsers is opgedeeld in acht delen, die elk een ander onderdeel van het groeiproces van de dichter laten zien. Een dichter die op zoek is naar de harmonie in zichzelf en zichzelf lijkt toe te spreken, als ware het therapie. De bundel staat vol gebiedende wijzen, levensadviezen die de dichter wel lijkt te weten, maar waar hij zichzelf, tussen de levensvragen door, aan probeert te herinneren.

Mooie woorden en slingerende zinnen

Veel dichtbundels zijn te herkennen aan vrij lege bladspiegels, maar bij Komijnsplitsers is zeker niet bezuinigd op het aantal woorden. De zinnen dansen over de pagina’s en de gedichten lijken niet te stoppen. Ze staan vol mooie woorden voor alledaagse zaken, die de realiteit wat minder plat en hard maken. Een realiteit waar kommaneukers komijnsplitsers zijn, of artsen bouwheren, en de vis geen vis.

Verschillende motieven komen steeds terug: bouwen, vogels en het schrijverschap. De dichter ‘ontwerpt’ zichzelf, praat met ‘bouwheren’ en bestaat uit onderdelen als ‘vlottertjes’, een ‘wolfskuiltje’ en moet zijn eigen ‘lijfbieder’ zijn. Hij zoekt een plek om rustig te wonen, om de continue onrust in het hoofd en in het lijf, te overwinnen. De vogels en veren die het ultieme symbool van vrijheid zijn, lijken in deze bundel toch meer gevangen te zitten. Ook het schrijverschap wordt regelmatig genoemd: ‘het goud uit je vingers tikken’, ‘dat er in de bovenkamer van je/ gedachten dichtregels opgerold liggen te slapen’.

Een herkenbare zoektocht in acht delen

Het mooie aan poëzie is dat het veel ruimte over laat aan de interpretatie van de lezer. Wat ik persoonlijk als lezer in deze bundel herken, zal menig cispersoon waarschijnlijk heel anders zien, maar ik heb nog nooit zoveel herkenning gevonden tijdens het lezen. Wat ik herken laat ik zien in deze poëziebespreking.

Noem het troostrijk (1)

De eerste afdeling opent met iedereen welkom te heten ook ‘(…) wie verstrikt zit in eigen-ik’. Dit beeld lijkt bij de dichter zelf te passen: ‘en nergens heb je een plekje waar je moet en tot rust,/ waar je spijkers in het hout kan slaan,’. Hij zoekt zichzelf, om zich te troosten en een hart onder de riem te steken: ‘In deze troebele kennismaking vind ik je waar ik mezelf/ kwijtraakte’.

Tot in het genottelijke (2)

In de tweede afdeling spreekt de dichter zichzelf of zijn jongere ik bemoedigend toe. Dan komt al snel de kern van het probleem naar voren: ‘(…) wat is kalmering als je lichaam/ een schip is in een onrustige zee’ en ’In gezelschap zul je nooit naar kalmering zoeken, je doet het vooral als je alleen bent,’. De dichter is op zoek naar een plek waar hij rustig kan wonen, hij wil de rust in zijn lichaam terugvinden, want die voelt hij nu niet: ‘zie het als een in elkaar gezet Ikea-meubeltje dat niet door de deur past’. De dichter schrijft brieven en noemt zichzelf van ‘neuspeuteraar’ tot ‘schobbejak’ en ook hier blijkt de tweedeling in de dichter zelf ‘we zijn elkaar geworden, lieve schobbejak, zonder de een is de ander zoekgeraakt.’ De dichter is ‘we’, de dichter is twee en geeft een wijs advies ‘verslik je niet in jezelf’. In ‘Lieve wiebelaar’ blijkt dat de onrust blijft en weer volgt er wijs advies: ‘(…) wat heelt is dat je jezelf niet zo vreest.’.

Hoofd vol maakbaarheid (3)

Waar de eerste twee delen ook heel algemeen te lezen zijn (ieder heeft zijn eigen zoektocht), kan ik de derde afdeling niet anders lezen dan een herkenbare beschrijving van iemand die in transitie wil gaan: ‘(…) de hij is bereidwillig om te veranderen,/ de zij niet, muurvast zit ze in het bloeiproces.’ Ook al focust dit deel zich op het transitieproces zelf, hier worden ook al de angstgedachten aan wat anderen ervan vinden beschreven: ‘Ze zullen het je kwalijk nemen, deze jammerdaad’. Maar de zwaarste strijd is niet die met anderen: ‘Halsstarrig is dit handgemeen met het zelf’. En over het cliché van ‘het verkeerde lichaam’ wil de dichter het niet hebben, want dat ervaren velen met hem heel anders.

Paradoxaal genoeg wordt er van hem gevraagd zijn eigen ‘lijfbieder’ te worden, want ‘pas als er wapening in de constructie gaat roesten, wordt er actie/ ondernomen.’ In het gedicht ‘lijfbieder’ wordt vrij duidelijk beschreven welke opties van medische transitie er zijn, maar het onomkeerbare ervan wordt ook benadrukt en de vragen die vooral anderen daarbij hebben: ‘Wat ga je doen als je door melancholie bevangen wordt?’ en ‘Of je klaar bent voor verlies,/ zoals dat van een dierbare, van het meisje,/ ja het meisje, ook al zet je haar nu/ aan de kant van de straat.’ Want kan hij het meisje uit het verleden echt wissen, bestaat er niet een kans tot heimwee? Zelfs na een sociale transitie, zelfs na het kopen van ‘(…) mijn eerste piemel voor zeventienvijftig’, lijken mensen nog altijd onder al die lagen een meisje te zien terwijl de dichter hoopt dat het ontwerpen bijna klaar is: ‘dat ik kan zeggen dat ik iemand en mooi ben geworden.’

Schuurmens hartje polijstwereld (4)

In het vierde deel lijkt de dichter te botsen met de buitenwereld: ‘(…) hoe sta je/ rechtop als de kraanvogel verkeerd/ gevouwen is?’. De dichter hoopt zich in een wereld te redden zonder zichzelf steeds moed in te moeten praten, hij probeert zich groter voor te doen in de gepolijste wereld: ‘ze zien ook hoeveel moeite je hebt met de fluistercampagne tegen jezelf.’ De ‘bouwheren’ constateren dat je te veel moeite hebt, leeft in een ‘burchtverlies’ en ‘tot op het bot gerenoveerd’ moet worden. In het titelgedicht gaat het dan om de mensen die altijd commentaar hebben op alles: ‘de mens met zijn rikketik op de tong’. De dichter heeft er angst voor, maar constateert in ‘conversatieangst’ eindelijk zonder genade van zichzelf te houden.

De speeltijd van het kassiewijle (5)

In de vijfde afdeling flirt de dichter met de dood: ‘Je vertelt dit omdat je er niet langer alleen mee wil zijn,’ want je twijfelt aan je bestaan. Het leven lijkt de dichter niet te passen in ‘het komt hierop neer’. De twijfel ontstaat onder meer door de ‘vrees om iemand te worden/ die de ander niet kan hebben’ en wordt verder geïllustreerd door mooie zinnen als ‘(…) dat je nog zo/ hard voor de waarheid kunt vechten, maar dat de waarheid ook voor jou/ het harnas in moet’. Maar in ‘klapwiekgevaar’ komt ook een andere vrees: om niet te herkennen wanneer genoeg genoeg is. Hoe ver kun je doorgaan met groeien? Ook spreekt er een verlangen naar een wederhelft: ‘(…) de werkthee koud laten worden/ omdat je van andermans warmte hebt gedronken’. Helaas weerklinkt ook meteen het besef dat diegene misschien nooit gevonden wordt. Aan het einde van deze afdeling zegt de dichter ‘het schikt’  tegen de buitenwereld, ook al blijven zijn schoenen te groot, het masker gaat weer op.

Scheluwe dagen (6)

In het zesde deel komt de ruwheid van het bestaan naar voren. ‘De spijtoptant’ is doordrenkt van spijt en woede, maar spijt waarvan? Van het jarenlange zwijgen of juist van het zeggen waar het op staat?  Of van beide? De reis lijkt nooit klaar en zit vol hobbels en is behoorlijk complex: ‘(…) over hoe je het meisje moet/ vergeten om de jongen te onthouden,’ en zelfs de basisdingen in het leven lijken al moeilijk en als je zelfs de vis neerbuigend tegen je laat spreken ‘schrijvertje van likmevestje’ is de weg lang. Die eeuwige hoop dat het beter wordt, blijft.

Ze zeggen dat de zee van niets weet (7)

In de zevende afdeling blijft het een zoektocht: ’je bent (…) een jutter die vooral zichzelf zoekt.’ Ook weer het verlangen om iemand te hebben om niet zonder mee te kunnen en voor iemand veel te kunnen betekenen. Maar het gaat de goede kant op: in ‘Schuldenlast’ denkt hij vooral aan het positieve van zichzelf, al denkt hij snel weer aan zichzelf als bouwpakket, maar een volledige renovatie lijkt onmogelijk. Hij houdt zich zelf ook een spiegel voor en laat de lezer twijfelen: ‘je schrijft scheef als het over jezelf gaat.’

Dit land met zijn tinnen inborst (8)

Het laatste deel sluit de zoektocht toch nog redelijk positief af.  ‘In plukhoogte’ wordt duidelijk dat de dichter de goede kant op gaat, maar het fijner zou vinden als zaken op ‘plukhoogte’ hangen zodat de strijd wat minder hard is. Maar acceptatie volgt: ‘(…) Ik heb de schaar in mijn haar gezet en waterpas een/jongetje uit me geknipt’. Toch laat de twijfel ‘die stemmen/ in je hoofd’ de dichter niet los. De dichter komt tot de conclusie dat hij niet langer leeft voor de ander, niet meer ‘(…) voor wie mij ziet, wil ik leven.’ De dichter is oorlogsmoe en moet het maar doen met het land dat hij heeft. Ook wankelen lijkt nut te hebben en alles zou nu bewoonbaar zijn, ook zijn lichaam.

Meerdere interpretaties

Dat de gedichten multi-interpretabel zijn, wordt wel duidelijk met het laatste gedicht ‘Alles bewoonbaar’ dat Marieke Lucas schreef naar aanleiding van de ophef omtrent het feit dat hij vertaler zou worden van het inauguratiegedicht van Amanda Gorman (toen heeft hij zich teruggetrokken). Een gedicht dat duidelijk inspeelt op de actualiteit, maar juist in het kader van de reis in de bundel ook lijkt te passen in het lijf dat bewoonbaar moet worden en ook moet strijden voor de moeilijkheden van anderen en niet alleen voor zichzelf.

Of die geïmpliceerde dichter te vereenzelvigen is met schrijver Marieke Lucas Rijneveld, is nog maar de vraag. Zulke vergelijkingen zijn verleidelijk, maar gevaarlijk. In interviews sprak Marieke Lucas openlijk over zijn zoektocht naar zijn lichaam, zijn identiteit, zijn seksualiteit. Marieke Lucas meldde eerder deze maand dat hij graag met ‘hij’ aangesproken wil worden. Daar kwamen helaas ook critici op af, die in deze bundel Komijnsplitsers al bekritiseerd worden, voordat ze hun commentaar konden leveren. Zo lijkt er toch sprake van autobiografische elementen in deze bundel, maar ontkomt menig dichter daar niet aan en doorstaat niet iedereen een zoektocht naar zichzelf? Heeft iedereen zich niet weleens ‘een in elkaar gezet Ikea-meubeltje dat niet door de deur past’ gevoeld?

De gedichten laten niet los, de lappen tekst klinken het mooist als je ze hardop voorleest en je het ritme duidelijk hoort: de aanmoediging, maar ook het onheilspellende. De mooie, ongewone en lieve woorden voor alledaagse en harde zaken steken de gedichten in een mooi jasje, maar zetten zeker aan het denken. Staat er wat er staat? Kortom, iedereen die zich wil verliezen in of vereenzelvigen met de zoektocht en het groeiproces van de dichter, is bij deze bundel aan het goede adres.

 

Het gedicht ‘De troostzoekers’ gezongen door Wende Snijders

Boeken / Poezie

Verbannen dichtkunstenaar

recensie: Ai Qing - Sneeuw valt op het land van China

De dichter Ai Qing is van grote invloed geweest op de ontwikkeling van het vrije vers in China. De bundel Sneeuw valt op het land van China maakt zijn werk bereikbaar voor een nieuwe generatie. Samengesteld door de ene zoon en voorzien van een voorwoord door zijn andere zoon.

De dichter Ai Qing ondergaat omwille van zijn schrijfwerk moeilijke tijden in zijn leven. Door het regime van China wordt hij verbannen. Hoewel hij een vertrouwensband met Mao Zedong had, belandt hij in Klein Siberië. Ondanks dat blijft hij schrijven.

Poëzie wordt begrijpelijk

Het lezen van en begrijpen van gedichten is niet voor iedereen weggelegd. Wonderlijk genoeg is Sneeuw valt op het land van China voor menigeen goed leesbaar. Ook is het werk van Ai Qing voor velen goed te lezen en te doorgronden. Dit is vooral te danken aan het baanbrekende werk van de schrijver om poëzie te schrijven in een vrije versvorm en gebruik te maken van heldere zinnen in plaats van veel beeldspraak.

Toch is Qings werk wel degelijk poëzie. Hij maakt namelijk gebruik van strofen en in korte teksten weet hij veel te vertellen. Nergens krijg je het gevoel dat het proza is. De teksten zijn een heldere weergave van de binnenwereld van Qing en van observaties van zijn omgeving en zijn belevenissen. Soms voel je het ritme in zijn teksten en ontstaat een duidelijk kader van tijd doordat voorvallen gelinkt worden aan geschiedkundige gebeurtenissen. Zo lezen we twee strofen van het gedicht ‘Sneeuwval in de ochtend’:

          Zonder geluid valt de sneeuw, valt de sneeuw

          zonder ophouden van de sneeuw, valt de sneeuw

          witte sneeuw heeft de tuin bedekt,

          witte sneeuw heeft de bladeren bedekt,

          hoe stil is de hele wereld, hoe stil.

 

          ……..

          ……..

 

          We zijn al lang niet meer geweest in bos

          waar alle bomen hun bladeren verloren;

          van niemand is nog een schaduw,

          maar ik herinner me nog altijd dat kind

          en zijn heel, heel zachte zang,

          al zou ik nu niet meer weten in welke hut hij woonde.

Periodes tekenen

De bundel Sneeuw valt op het land van China werd samengesteld door zijn zoon en schrijver Ai Dan. Het voorwoord werd geschreven door zijn zoon uit een ander huwelijk, de beeldend kunstenaar Ai Weiwei.

Alle gedichten werden geschreven tussen 1933 en 1980. De schrijver Qing leefde van 1910 tot 1996. De gedichten worden in de bundel ingedeeld in zes periodes van de schrijver die steeds ingeleid worden door een duidelijk beeld te schetsen van de periode in het leven van de schrijver, zijn omstandigheden en zijn levenswandel. Een levenswandel die het lezen waard is omdat de periodes in zijn leven met ontberingen hem toch niet weerhielden om fraaie poëzie te schrijven die ook in deze tijd nog steeds zijn waarde en waardering kan vinden.

De bundel is het lezen meer dan waard en is voor minder geoefende poëzielezers een aanbeveling door de wijze van dichten. Bovendien heb je daarna nog de mogelijkheid om veel meer toegankelijke poëzie te lezen, want Qing kreeg vele navolgers.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

PLAYLIST: Valentines’ Mixtape Essentials

Februari, met name Valentijnsdag, is de tijd van het jaar waarin de liefde wordt gevierd: of dat nu gaat om de liefde voor je partner, je vrienden, je familie of je geheimzinnige crush. De creatiefste cadeaus staan klaar in de winkel, maar je kan het dit jaar ook anders aanpakken: zelf iets maken! En nee, dan hebben we het niet over ingewikkelde knutselprojecten die je toch na dagenlange wanhoop opgeeft, nee, we hebben het over een ouderwetse mixtape. Een mixtape? Jazeker.

Vroeger werden mixtapes met grote zorgvuldigheid samengesteld en op een casettebandje of CD gezet, tegenwoordig is dat een eigen Spotify playlist. Al vraagt de samenstelling van zo’n mixtape nog wel op de nodige aandacht. Eén zoekopdracht in Google naar de manier om de perfecte mixtape te maken leert al gauw dat er een hele kunst achter schuil gaat, van het kiezen van de thema’s en de liedjes tot de alles bepalende volgorde die zou moeten zorgen voor een goede flow. Goed, de eerste paar stappen heeft 8WEEKLY al gezet, het medium (Spotify) en het thema (liefdesliedjes) zijn duidelijk. De gekozen, energieke nummers vertellen elk op hun eigen vrolijke manier een duidelijke boodschap aan een (potentiële) geliefde. Nu is het verder aan jou om schaamteloos deze nummers te kopiëren en te plakken in die prachtig samengestelde mixtape. Heb je meer context nodig bij enkele nummers? Lees dan even verder!

Vrolijk nummer mét vrolijke tekst: uniek voor The 1975

Als je al jaren bevriend bent met iemand en je aan deze persoon duidelijk wil maken dat je verliefd op hem of haar bent geworden, dan moet je overwegen om ´Me & You Together Song’ van The 1975 te verwerken in jouw playlist. Wat betreft de melodie en de tekst had het nummer zo in een romantische komedie uit de jaren 2000 kunnen zitten. De bandleden geven toe dat dit voor The 1975 vrij uniek is. Over het algemeen is het zo dat wanneer een nummer van deze band vrolijk klinkt, men ervan uit kan gaan dat de tekst dat niét is. Dit nummer werd als een uitdaging beschouwd, het was lastig om het écht positief te houden. De band ging deze uitdaging aan en met succes, dit nummer mag dan ook niet ontbreken in jouw playlist!

Naar het Rijksmuseum met Thijs Boontjes

Wil je graag duidelijk maken dat je iemand wel ziet zitten en je de nacht wel samen wilt doorbrengen? Dan kan ‘Deze Nacht’ van Thijs Boontjes niet ontbreken! Hoewel Thijs Boontjes eigenlijk op bezoek was bij de ochtendshow van 3FM om zijn nieuwe nummer ‘Het Regent in Parijs’ te promoten, was het zijn cover van ‘All Night Long’ van Lionel Richie die viral ging. Het aanstekelijke nummer heeft een duidelijke boodschap en dat is niet zo vreemd, meneer Boontjes heeft eerder aangegeven dat hij bij liefdesliedjes niet van vaagheid houdt. Of je nu een nummer zoekt voor je mixtape of overweegt een serenade te geven aan iemand, dit lied is uitermate geschikt.

De liefdesballade van een pessimist

Als je een hekel hebt aan veel dingen, maar duidelijk wil maken dat dit niet geldt voor die ene persoon, laat ze dan vooral het nummer ´I Hate Everything But You´ van de tv-serie Crazy Ex-Girlfriend horen. Deze muzikale tv-serie gaat over het leven van advocate Rebecca Bunch en behandelt veel belangrijke thema’s, waaronder mentale gezondheid en LGBTQ+. De vele nummers uit de serie zijn vaak geïnspireerd op bepaalde musicals, artiesten en/of specifieke liedjes. In het geval van ‘I Hate Everything But You’ is de kunst duidelijk afgekeken bij Bruce Springsteen. Het resulteert in een humoristische ballad met één hele duidelijke boodschap: ik mag dan veel dingen haten, jij bent de grote uitzondering.

Natuurlijk is de playlist er ook voor iedereen die geen mixtape wil maken. Het is immers ook zonder Valentijnsdag leuk om naar energierijke liefdesliedjes te luisteren. Veel luisterplezier!

  • She Makes Me Feel Like – The Struts
  • Your Love Is My Favourite Band – The Vaccines
  • Taken a Tumble – Stereophonics
  • Charlene – Go Back To The Zoo
  • Like Sexy Dynamite – The Orion Experience
  • Anna-Leigh – Royal Republic
  • Weg Van Jou – Rob Dekay
  • I Dare You – The Regrettes
  • Me & You Together Song – The 1975
  • 23:59 – McBusted
  • Next To You – The Police
  • Growing on Me – The Darkness
  • Breakthru – Queen
  • I Hate Everything But You (feat. Skylar Astin) – Crazy Ex-Girlfriend Cast, Skylar Astin
  • I Want You To Want Me – Cheap Trick
  • Ruby – Kaiser Chiefs
  • Deze Nacht (All Night Long) – Thijs Boontjes
  • Heartbeat – Scouting For Girls
  • I Really Like You – Carly Rae Jepsen
  • Oh shit… are we in love? – Valley
  • Vapour Trail – Ride
Boeken / Fictie

Dit riekt te zoetsappig

recensie: RECENSIE: Sophia’s wens – Corina Bomann
Bron: Mohamed Hassan via Pixabay.

In het tweede deel van De kleuren van schoonheid-trilogie van Corina Bomann – Sophia’s wens – blijven nog heel veel open vragen onbeantwoord. Sophia loopt vele bekenden uit deel 1, Sophia’s hoop, tegen het lijf en dat zorgt soms voor kleine momenten van geluk of het leidt tot ongekende misère.

Een onplezierig wederzien

In het eerste deel van de trilogie overkwam de twintigjarige, prille studente Sophia Krohn zoveel ellende dat je het haast niet voor ‘waarheid’ kon aanzien: ze werd bezwangerd door haar docent, werd het huis uit verbannen door haar strenge vader, ging met haar beste vriendin naar Parijs, kreeg een baan aangeboden door Helena Rubinstein, werd verliefd op ontwerper Darren O’Connor én heel hard door hem gedumpt en werd uiteindelijk ontslagen als scheikundige in het laboratorium van Rubinstein vanwege een bezuiniging. In het tweede gedeelte stapelen de gebeurtenissen zich niet in zo’n hoog tempo op als in het eerste boek. Prima, maar toch blijft er ‘genoeg’ over om de aandacht van de lezer vast te houden. Het tweede deel start precies waar het eerste deel eindigde: met de brief die een onbekende afzender naar Sophia stuurde. In de brief beweert iemand dat haar zoontje – die ze de naam ‘Louis’ heeft gegeven – nog leeft:

U kent mij niet, en waarschijnlijk zullen we elkaar nooit ontmoeten, las ze hardop. Ik wil u slechts één ding zeggen: uw zoontje leeft. Ik weet niet waar ze hem naartoe hebben gebracht, maar hij leefde en ademde toen ik hem de laatste keer zag. Meer kan ik niet zeggen.

Sophia is bevallen van haar zoontje in Hôpital Lariboisière in hartje Parijs. Ten tijde van de bevallig raakte ze bewusteloos en toen ze na een aantal dagen ontwaakte, vertelden de verpleegsters dat haar baby was overleden. De hoogste tijd voor Sophia om zelf op onderzoek uit te gaan, maar niet voor ze haar vriendin Henny opzoekt. Die woont intussen samen met haar verloofde, monsieur Jouelle, in een ‘voornaam pand in jugendstil’, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de stad en de Jardin du Luxembourg. Het wederzien met Henny is allesbehalve plezierig; haar vriendin, een danseres bij Folies Bergère, is sterk vermagerd en verward. Haar collega-danseressen vertellen dat Henny ‘op de draak jaagt’, oftewel: ze is verslaafd aan opium en de verslaving krijgt haar steeds meer in haar macht.

Lievelingetje van de bazin

In het ziekenhuis wacht Sophia nog een teleurstelling: het verplegend personeel werkt niet mee en wijst haar resoluut de deur. De politie neemt haar aangifte van ‘kinderroof’ totaal niet serieus. Gelukkig komt er hulp vanuit onverwachte hoek: de detective Monsieur Martin heeft de jonge, wanhopige Sophia waargenomen en wil haar – tegen betaling van drie franc – wel helpen bij haar zoektocht naar haar zoontje. Als Sophia’s laatste pogingen om meer raadsels op te lossen – zoals een bezoekje aan vroedvrouw Madame Guérin – niets meer opleveren, besluit ze om terug te gaan naar New York. Ze gaat in op het aanbod van Miss Ardens om voor haar grote cosmetica-imperium te werken. Tot grote verbazing van Sophia wordt ze niet als scheikundige in het lab geplaatst, maar als schoonheidsspecialiste in de salon onder leiding van de jaloerse Miss Hodgson.

Al snel groeit Sophia uit tot het lievelingetje van de bazin: ze mag zelfs mee op allerlei tripjes om de beste vriendinnen van Miss Arden te ontmoeten en haar man Mr Jenkins (om meteen ook deelgenoot te worden van al hun ruzies). Het is dus niet zo gek dat Miss Arden Sophia aanwijst om haar nieuwste project te leiden: een beautyfarm – een soort spa voor rijke vrouwen – in Maine. Maar die klus kan ze natuurlijk niet in haar eentje klaren. Ze krijgt hulp van niemand minder dan… ontwerper Darren, die haar hart vier jaar terug in duizenden stukken heeft gebroken. Hoe kunnen zij twee iets maken van het project als ze elkaar niet eens in de ogen kunnen aankijken?

Een goedkope Pride & Prejudice?

Dit deel verhaalt vooral over de metamorfose die de beautyfarm ondergaat en over de grillen van Miss Arden. Tussendoor krijgt Sophia – uiteraard! – nóg een zware domper te verwerken, wanneer ze erg droevig nieuws krijgt uit Duitsland. Ze reist halsoverkop af naar Berlijn en ziet hoe de prachtige hoofdstad langzamerhand verandert in een beangstigende plek waar joden uit de samenleving worden verbannen. Het opkomende nationaalsocialisme en tevens de economische depressie, worden als historische momenten breed uitgemeten in het boek. De jaren vervliegen in dit boek sneller dan in het eerste deel en dat maakt dat Sophia ook veel volwassener overkomt.

Wie meer van Bomann heeft gelezen, weet dat haar personages altijd erg dweperig zijn en dat de dialogen bol staan van overdreven uitlatingen. Het voelt soms alsof je een goedkope Pride & Prejudice in je handen hebt. Toch is de schrijfstijl van Bomann boeiend en houdt ze het tempo erin. Toch kon Bomann in het eerste deel de spanning hoger opvoeren. In dit tweede deel is de zoektocht van Sophia naar haar zoontje schijnbaar een bijzaak en gaat het meer om het laten uitkomen van haar eigen dromen en ambities. Ook laat dit boek pas écht duidelijk zien wat voor karakterontwikkeling Sophia heeft doorgemaakt: ze houdt zich vast aan haar principes en de keuzes die ze maakt, zullen grote gevolgen hebben voor het verdere verloop in het verhaal. Sophia is een powervrouw avant la lettre, die menige lezer zal verrassen met haar ijzersterke wil. Ze is niet langer het meisje dat in een verdomhoekje wordt weggestopt en leert ons hoe belangrijk het is om op te komen voor je ambities, van je werk tot je geliefde: zorg dat jouw lijst met eisen en voorwaarden bekend zijn bij de ander.

De verwachting is dat deel 3 meer helderheid gaat scheppen over Sophia’s verloren zoon (en waarschijnlijk met een goede afloop, gezien de titel van deel 3: Sophia’s triomf). Het laatste deel zal zich wederom voornamelijk afspelen in New York, in het jaar 1942. Dan zal Sophia maar liefst 36 jaren tellen. Wat zou er in de tussentijd allemaal gebeuren? Het is uitzien naar 8 februari 2022, want dan zal er met deel 3 een einde komen aan al die open vragen die de lezers al met zich meedragen sinds deel 1.

Film / Films

Vijf films die je absoluut moet kijken op het IFFR

recensie: International Film Festival Rotterdam
Hold Me Tight FilmIFFR

Het International Film Festival Rotterdam wordt dit jaar online uitgezonden tot en met 6 februari. We missen het pluche, en op je laptop komt de cinematografie natuurlijk een stuk minder sterk uit dan op een groot bioscoopscherm. Voordeel is wel dat je alle films kan kijken die je wilt. Tegelijk maakt het ontbreken van een blokkenschema de keuze wel heel moeilijk. Hoe word je wegwijs in zo een groot aanbod? Rose Heliczer deed het vuile werk voor je en kwam tot deze best-of selectie.

Stijlvolle film-noir

THE EXECUTION – Lado Kvataniva

Issa viert feest. Hij heeft na tien jaar een van de meest complexe moordzaken uit Rusland opgelost. Althans, dat denkt hij. Dan krijgt hij een telefoontje. Er is een nieuw slachtoffer, dat de aanval overleefd heeft. Hoewel de trailer veel bloed en geweld belooft, is dat niet de reden om deze film te kijken. The Execution is geen heldenfilm, maar een psychologische verkenning van de begrippen goed en kwaad en hoe de twee in elkaar verweven zijn. De film drijft op intelligente wendingen in het plot en een sterke opbouw. De relatie tussen de detective en verdachte wordt steeds persoonlijker. Aan het eind geeft dat, zoals een goede film-noir betaamt, vooral slachtoffers. De Etruskische executie, waarin de crimineel gestraft wordt door zijn eigen prooi, speelt een rol. 
Dankzij de goed gestileerde beelden (die sovjet-auto’s!) en een druppel zwarte humor is deze bij tijden bloederige film goed te verteren. Een prettig opgezet verhaal dat door heen en weer in de tijd te springen naar een verrassend einde toewerkt.

 

Liefde en verlies

HOLD ME TIGHT– Mathieu Amalric

Hoewel de cinematografie erg sterk is en er weinig gesproken wordt, is dit niet je standaard “weinig dialoog prachtige landscapes”- arthouse-film. We volgen Clarisse, die haar gezin verlaat in een prachtige oldtimer die al twee maanden stof stond te happen in de garage. Of dat denken we. Beelden van haar nachtelijke vertrek vermengen zich met hoe de rest van het gezin de volgende ochtend wakker wordt in een huis zonder moeder. Franse filmmaker Mathieu Amalric weet een geslaagd verhaal over liefde en verlies neer te zetten. Kundig speelt hij met tijd, realiteit en fantasie. Wie zit er in wiens hoofd? Wie verliet wie? Of verliet iedereen elkaar op een bepaalde manier? Zinnen als “I imagined that I left” of “I am tired of waiting on spring”, veranderen door de film heen van betekenis. Net als het beeld dat je vormt van deze weggelopen moeder, die indrukwekkend vertolkt wordt door Luxemburgse actrice Vicky Krieps. Een poëtisch getinte film waarbij na afloop pas de gebeurtenissen en uitspraken op hun plek dwarrelen.

 

Lippenstift en drugskartels

NOCHE DE FUEGO – Tatiana Huezo

Drugskartels in Mexico. Zijn we daar ondertussen niet op uitgekeken? Nou: Nee. Tatiana Huezo laat ons meekijken in het dagelijks leven van Ana, een jong meisje dat de oversteek naar adolescentie aan het maken is in een dorp dat beheerst wordt door een drugskartel. Als je op de papavervelden werkt beschermen ‘ze’ je. Maar ‘ze’ nemen ook jonge meisjes mee van huis. Daarom hebben Ana en haar moeder een kuil gegraven waarin Ana zich kan verstoppen als het nodig is. De moeder-dochterband speelt een grote rol in de film. Het wordt steeds begrijpelijker waarom Ana’s moeder zwaar aan de drank gaat, of razend wordt als ze ziet dat haar negenjarige dochter lippenstift draagt.

De meisjes worden gedwongen hun haren af te laten knippen tegen de luizen. Ana’s moeder verklaart dat het meisje met de hazenlip niet geknipt hoeft te worden omdat luizen alleen van zoet bloed houden, en dat van haar is bitter. De kijker weet wel beter. Ana is een dapper kind dat haar weg vindt in een verstoorde wereld. Die overigens in prachtige beelden en door knap acteerwerk (de blik van de jongere Ana!) vastgelegd is. Noche de Fuego is ook sonorisch erg aantrekkelijk. Er wordt veel nadruk gelegd op het gehoor, omdat de meisjes getraind worden om goed te luisteren waar welk geluid vandaan komt. Wiens hond blaft. Waar er geschreeuwd wordt. Welke auto op hun huis afkomt. Een film over vriendschap, moeders, en manieren om je te redden in de dreigende dagelijkse realiteit dat alles van het een op het andere moment afgelopen kan zijn.

 

Vergane Glorie

GÉZA – Reyndert Guiljam

Er staan veel films op de IFFR-programmering. Vergeet daarom vooral niet ook wat shorts te kijken! Reyndert Guiljam, de maker van Géza, is er één om in de gaten te houden. ‘Alles wat de dag me brengt dat is goed’, zegt Géza Szegedi, subject van de korte documentaire. Hij was ooit Neerlands grootste strafrechtadvocaat. We zien beelden van hem in de rechtszaal. We horen hoe hij op zijn knieën over de vloer van de zaal kroop om ‘het recht te zoeken’. Deze markante en extreem succesvolle advocaat maakte een duikvlucht naar beneden toen vanaf de jaren tachtig het een en ander veranderde in de regelgeving omtrent advocatuur in Nederland. Hij verloor zijn bezittingen en is zelfs dakloos geweest. De vraag die door de documentaire heen blijft zinderen is: is Szegedi geniaal of gek? En zou het kloppen dat hij, zoals zijn zoon stelt, een motor zonder standaard is? Een motor die op volle kracht door moet blijven rijden om niet om te vallen? Géza is een slim gemonteerd, onderhoudend verhaal. We spreken de geliefde van Géza, een oud seksbaron, een zoon, een vriendin. Het wordt nergens te sentimenteel en blijft afwisselen tussen lichtvoetigheid en tragiek, zoals Géza zelf bloedserieus en clownesk door het leven wandelt. Al dan niet met een enorme bontmuts op zijn hoofd.

GÉZA Film

Géza | IFFR 

Dromenland

Please Baby Please – Amanda Kramer

Gezien maker Amanda Kramer de IFFR Focus van 2022 is, kun je de openingsfilm Please Baby Please eigenlijk niet missen. Maar wat valt erover te zeggen? Kijk hem niet als je brak bent. Of kijk hem juist als je brak bent. Want dit is geen logische film. Zet hem aan en word meegevoerd in deze hypergestileerde draaikolk over seksuele voorkeuren, mannelijkheid en de aantrekkingskracht van gevaar. Maak een val van de realiteit naar een spookachtig droombeeld. Mijmer over de functie van ‘stoer zijn’ en word verliefd op Karl Glusman die in zijn doorkijktanktop zwoele blikken in de camera werpt. Maar verwacht geen pakkende verhaallijn of een enorme spanningsboog. Wel is de film de moeite van het kijken waard. Het is een interessante afwisseling op conventionelere cinema, vanwege zijn extravagante karakters, droomachtige sfeer en het sporadische musicallied.

International Film Festival Rotterdam is te zien tot en met 6 februari 2022.

 

Please Baby Please Film

 

Boeken / Fictie

Moriarty wijkt nimmer af van haar receptuur

recensie: Appels vallen niet - Liane Moriarty

De Australische schrijfster Liane Moriarty schreef veel boeken die de basis vormden voor grootse  tv-series. Niet zelden speelde Nicole Kidman daarin de hoofdrol. Met Appels vallen niet, Moriarty’s nieuwste roman, weet ze vast weer de aandacht te trekken van producers in de wijde omtrek.

Een nieuw ingrediënt

Het hoofdpersonage van Appels vallen niet (oorspronkelijke titel: Apples Never Fall) is ditmaal geen jonge vrouw die worstelt met haar leven. Dat is het enige ingrediënt dat Moriarty niet toevoegde aan het receptuur van dit nieuwe boek en dat ze keer op keer wel toevoegde aan haar eerdere romans. Nu is het woord aan de zevenenzestigjarige dame Joy Delaney. De energieke Joy  slijt haar dagen met het luisteren naar The Migraine Guy Podcast, met als doel om haar vier kinderen en haar man Stan te imponeren. Joy heeft weinig omhanden en neemt zonder slag of stoot de rol van huisvrouw op zich. Poetsen en koken behoren nog steeds tot haar taken, zelfs nu al haar kinderen al lang en breed het huis uit zijn gevlogen en zij en haar man genieten van hun pensioen. ‘Genieten’ is een groot woord. Joy zou niets liever dan een roedel kleinkinderen willen, maar van hun inderen Amy, Troy, Logan en Brooke hebben allemaal zo hun redenen waarom een kind er niet inzit. Onderling wedijveren deze twee zonen en twee dochters met elkaar en dat strijdelement lijkt hen met de paplepel ingegoten te zijn. Hun ouders runden namelijk Delaneys Tennis Academy. Hoewel geen van de kinderen de tennisschool heeft overgenomen, blijkt uit het verhaal wel dat de tennisschool het leven van Joy en Stan heeft getekend.

Een mysterieuze verdachte

Gaat het boek dan volledig over tennis? In het begin zéker wel, maar het is niet de spil in dit verhaal. Centraal staat de mysterieuze verdwijning van Joy. Van de ene op de andere dag is ze verdwenen, zonder ook maar één enkele brief na te laten aan Stan. Wel heeft ze een merkwaardig WhatsAppbericht gestuurd naar haar kinderen. De man en kinderen van Joy worden onderworpen aan onderzoeken, maar er is één aparte verdachte de politie niet op het spoor kan komen: Savannah, een meisje met zwartgeverfde haren en een grunge look die enkele maanden voor Joys verdwijning opeens ‘moord en brand schreeuwend’ op de stoep voor hun huis stond en over wie Stan en Joy zich enkele maanden hebben ontfermd. Leiden alle wegen naar deze onschuldig lijkende jonge vrouw?

Roddels en achterklap

Enerzijds laat Moriarty zien wat er tussen Stan, Joy en Savannah is voorgevallen – maanden voor Joys verdwijning – en anderzijds werpt ze telkens een blik in een van de levens van Joys kinderen. Het lijkt alsof zij stuk voor stuk zijn vastgelopen in hun eigen leven. Die struggle met het dagelijkse leven weet Moriarty heel levensecht te beschrijven. Je begint bijna net zo hard te balen als Joy zelf als je leest wat voor zooitje haar kinderen ervan maken, terwijl ze alles mee hebben. Ook is het genieten om weer al die roddels die vorm beginnen te krijgen in de hoofden van buurtbewoners, vrienden en kennissen mee te krijgen. Opvallend is dat de bijfiguren maar héél kort aan bod komen, maar Moriarty geeft ze een eigen stem en gezicht door meteen een hele levensgeschiedenis van een bijfiguur te schetsen. Dat maakt dat de bijfiguren nooit een oppervlakkige toevoeging aan het verhaal vormen, maar écht een waardevolle bijdrage leveren.

Te veel randinformatie?

Zodoende stapelen de karakterschetsen zich in deze roman op. Toegegeven: Moriarty vervalt in dit boek meer dan anders in details en er wordt écht te veel randinformatie gegeven die met gemak weggelaten had kunnen worden. In het begin van het boek moet Moriarty duidelijk nog écht opstarten. Het verhaal gaat in het begin erg traag. Het is alsof ze de boel aan het rekken is. Als een tennisster die aan haar rokje blijft frunniken uit bijgeloof, voordat ze aan haar service begint. Er wordt gewoon buitengewoon véél verteld over de familie Delaney, terwijl je iets meer informatie wil vergaren over de hele zoektocht naar Joy. Tevens zijn de laatste hoofdstukken van het boek méér dan onnodig, aangezien je dan alleen de ontknoping hebt gelezen. In die hoofdstukken gaat Moriarty opeens in op corona en op de nasleep daarvan, zonder dat het nog echt teruggrijpt op het verhaal zelf. Als de helft van het boek geschrapt zou worden, zou dat het verhaal niet tenietdoen (maar wellicht zelfs versterken).

Game, set, match

Máár… en nu komt de ‘maar’ natuurlijk aanzetten: door de manier waarop ze al die overbodigheden op papier heeft gezet, waardeer je het boek uiteindelijk toch. Moriarty is zo’n schrijfster van wie je hoopt dat ze nooit zal stoppen met het schrijven van boeken meto’n hoog entertainmentgehalte. Het is niet zozeer dat het boek boordevol grapjes staat (het gaat meer om de binnenpretjes van menig personage), maar de interacties tussen de personages onderling zijn zo vlot van aard. Ook leiden vele misverstanden tot geestige momenten. Je ziet deze familie al helemaal voor je, al komt de samenstelling van het gezin nog zo bevreemdend op je over. Het is alsof Moriarty ontzettend veel typetjes in haar hoofd heeft, die ze met ieder nieuw boek uit haar hoofd kan ‘schrijven’. Ongetwijfeld bezit deze auteur een grote dosis mensenkennis. Gelukkig maar, want dat sterkt het idee dat deze schrijfster nog veel heeft om over te schrijven.

Dit boek is niet voor mensen met een ontzettende hekel aan tennis. De Delaneys zijn regelrechte fanatici die over niks anders kunnen denken of praten. Wie echter houdt van een boek waarin een mysterie wordt opgelost, maar ook houdt van het spel dat de psyche met de mens kan spelen, zal hier zeker van smullen!

Dexter: New Blood - nieuwe serie
Film / Serie

Dexter is nog net zo onweerstaanbaar als vroeger

recensie: Recensie: Dexter: New Blood
Dexter: New Blood - nieuwe serie

Note: deze recensie bevat géén spoilers van Dexter: New Blood. Wél van Dexter seizoen 8.

Hoe meer details van Dexter: New Blood hoe meer spoilers. Maar wat in ieder geval zeker is: de flinke dosis sarcasme, droge humor en zelfspot van Dexter Morgan (a.k.a. ’s werelds meest geliefde seriemoordenaar) zijn immer alive and kicking! Om over zijn ‘Dark Passenger’ nog maar te zwijgen…

De tiendelige Showtime serie Dexter: New Blood is een vervolg op Dexter, die van 2006 t/m 2013 te zien was bij diezelfde zender. Het vertelde het verhaal (soms angstaanjagend maar vaak ook bijzonder komisch) van bloedspatpatroononderzoeker bij Miami Metro en tevens seriemoordenaar ‘tegen wil en dank’: Dexter Morgan. En als we er voor het gemak van uitgaan dat we een seriemoordenaar op zijn blauwe ogen kunnen vertrouwen vertelt Dexter aan het begin van deze nieuwe serie dat hij de drang om te doden (zijn “Dark Passenger”) de afgelopen jaren met succes wist te onderdrukken. Hij kreeg daarbij hulp van de geestverschijning van zijn zus Debra. Zij sprak hem regelmatig streng toe en wist hem op het rechte pad te houden. Maar 10 jaar is lang… te lang. En bloed kruipt waar het niet gaan kan. Nieuw bloed zelfs! Krijgen de doorgewinterde Dexter-fans dan nu eindelijk het eind waar ze al sinds 2013 naar smachten?

Oregon vs Argentinië

Laten we wel wezen, de laatste aflevering van seizoen 8 was een bijzonder treurig en teleurstellend einde van een fantastische serie. Dexter bleef moederziel alleen achter in een groot donker bos in Oregon. Met een bizarre baard én een hakbijl (vermoedelijk om hout in stukjes te hakken in plaats van mensen…). Nadat hij op het nippertje kon voorkomen dat hij ontmaskerd zou worden als The Bay Harbour Butcher, vermoordde hij zijn zus Debra (in een poging haar te redden), zette hij zijn eigen dood in scène en vluchtte. Gek genoeg droeg hij zijn toenmalige killer-girlfriend op om, samen met zijn zoon Harrison, naar Argentinië te vluchten. Waarom hij niet met hen meeging? Aan die verontwaardiging zijn vele Facebookgroepen gewijd. Sowieso sprak tout social media jaren na dato nog steeds schande van deze bijzonder slechte serie ‘finale’.

Nieuw begin

Natuurlijk is het nooit makkelijk om een bevredigend einde te vinden voor een serie waar kijkers jaren bij meeleven. Toen Dexter uitkwam was bingen nog niet de norm en moest je braaf iedere week wachten op een nieuwe aflevering. Dus als je acht jaar meeleeft met een bijzonder charmante, maar toch ook gruwelijke seriemoordenaar die steeds dieper in het nauw gedreven wordt, dan verwacht je op zijn minst een spectaculair eind. Dat was de vlucht naar Oregon allesbehalve. Het voelde als een natte wind in het gezicht van de kijkers. En zij ervoeren dat niet alleen zo. Ook Clyde Philips (Dexter-showrunner t/m seizoen 4) en hoofdrolspeler Michael C. Hall konden zich niet verenigen met het lot van de titelheld. Ze wilden zich revancheren. Gelukkig dacht Gary Levin, directeur van Showtime, daar ook zo over en gaf Philips in 2019 de opdracht te gaan schrijven.

Philips benadrukt dat Dexter: New Blood niet gezien moet worden als seizoen 9, maar als een nieuw begin. En om ervoor te zorgen dat het eind dit keer wél spectaculair zou zijn, begon Philips met het schrijven van de laatste scènes, en werkte zo terug naar het begin…

Vincent van Goat

In ‘dat begin’ zien we dat Dexter zich ver weg van Oregon en Miami gevestigd heeft in het koude Iron Lake. Een piepkleine gemeenschap (2700 inwoners) vlakbij een Seneca Nation reservaat. Hij woont in een houthakkershut midden in het bos met een paar geiten (zijn favoriet is “Vincent van Goat”) en werkt in een gun shop. Voor het gemak gaat hij door het leven onder de veelvoorkomende naam Jim Lindsay. Zijn vriendin, Angela Bishop (Julia Jones), is de eerste native American ‘chief of Police’ van de stad. Het korps is overigens maar klein want hoeveel misdadigers kunnen er zijn in zo’n gehucht? Je raadt het al, genoeg. En Dexter is niet de enige… Zijn ‘Dark Passenger’ krijgt dan ook meer en meer de neiging in het licht te treden. Maar op du moment dat hij zijn ‘Dark Passenger’ toe wil laten, dienen zich een paar oude bekenden aan die heel goed weten dat Jim gewoon Dexter heet.

Als vanouds

Toegegeven, de pilotaflevering is even doorbijten. Los van Michael C. Hall (die nog steeds onweerstaanbaar goed is) laat het acteerspel soms te wensen over. Ook de bij vlagen hysterisch schreeuwende Deb wekt wat irritatie op. En sommige voorvallen hebben een vrij hoog “ja hoor” gehalte. Maar gelukkig wordt het naarmate de serie vordert beter. Er zitten genoeg elementen in die nieuwsgierig maken. Het duurt dan ook niet lang of je zit er weer ‘als vanouds’ in. Hopend dat Dexter ermee wegkomt… of toch niet?

Philips levert met Dexter: New Blood een spannende en zeer vermakelijke serie af die menig oud (en nieuw!) fan zal bekoren. Over de grande ‘finale’ zal ongetwijfeld nog lang doorgepraat worden, maar dat die spectaculair is staat buiten kijf!

 

 

Muziek / Album

Een naam om te onthouden

recensie: Joey Roukens
Joey RoukensDonemus Publishing

Wie zijn composities kent, zal zijn werk vanaf dat moment volgen. En voor wie ze nog niet kent, is dit een gouden tip: Joey Roukens is de naam. Een naam om te onthouden. Als het goed is, krijgen we dit jaar genoeg kansen om zijn werk te horen.  

De componist werd in 1982 in Schiedam geboren. Hij studeerde compositie bij Klaas de Vries aan het Rotterdams Conservatorium, en had privélessen piano bij Ton Hartsuiker, een voorman van de moderne (piano)muziek. Toch beweegt hij zich als componist vaak een andere kant op, met tal van verwijzingen naar pop(ulaire) muziek, jazz en techno. Hoewel hij in zijn werk vaak een klassieke, driedelige vorm hanteert: vlug – langzaam – vlug. En er een symfonie voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest op stapel staat, die – al even klassiek – vier delen zal omvatten. Niet voor niets zei Roukens eens in een interview, dat hij de symfonieën van Mahler en Bruckner nauwkeurig bestudeert op ‘hoe deze grootheden omgingen met vorm en harmonie’.

Boundless (Homage to L.B.)

Een paar sprekende voorbeelden. Het eerste is Boundless (Homage to L.B.), het derde stuk dat Roukens in 2016 schreef voor het Koninklijk Concertgebouworkest. L.B. staat voor Leonard Bernstein, een jeugdheld van hem. Duidelijker kan niet: de klassiek geschoolde dirigent en componist die zich tevens op het terrein van jazz en musical (West Side Story!) bewoog. In een kort interview voorafgaand aan een radio-uitzending vijf jaar geleden, waarin een uitvoering van het werk was te horen, vermeldde de componist dat Bernstein als dirigent zijn kijk op Mahler heeft veranderd. En zo werd zijn Homage niet alleen een hommage aan de componist, maar ook aan de dirigent Bernstein.  

Het stuk bestaat uit een energiek Manically (met een citaat uit Bernsteins Anniversaries), Glacially als middendeel, en Propulsively met ‘flarden rock, techno en jazz’ als derde deel. Juist in dat tweede deel meen je de geest van Mahler te ontwaren. Gekneed door de handen van een Nederlands componist, in herinnering aan de dirigent die zijn symfonieën zo weergaloos over het voetlicht wist te brengen. Tussen die twee energieke hoekdelen vormt het een weldadig rustpunt.  

In Unison

Iets soortgelijks doet zich voor in het tweede voorbeeld: In Unison (2017), een driedelig concert voor twee piano’s en orkest, dat Roukens schreef voor Arthur en Lucas Jussen en het NTR ZaterdagMatinee. Eind vorig jaar werd het nog door de pianotijgers uitgevoerd met het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van hun chef-dirigent Karina Canellakis. Er werden toen ook cd-opnamen gemaakt door Universal.

De titel slaat op het feit, dat er veel unisono-passages in voor komen, waarin beide pianisten dezelfde noten spelen. In het eerste deel komen al, net als later in sterkere mate, flarden filmmuziek voorbij. Het tweede deel eindigt met de knokkels bespelen van de piano, wat prachtig wordt ondersteund door de woodblocks uit het orkest. Het zou zomaar kunnen dat dit het ‘etherische’ (vergeestelijkte) element is waar het programmablaadje over repte. In het derde en laatste deel komen ook wat van soortgelijke modernistische elementen terug; beide pianisten eindigen met hun armen op de toetsen rustend, als waren ze uitgeput door hun huzarenstuk. Topsport is het in ieder geval.

Earnest and Game

Het is te kort door de bocht, om op grond van deze driedeligheid meteen te concluderen dat het hier gaat om het concept these – antithese – synthese. Toch zijn er een paar werken van Roukens die in de buurt van dit aan de filosoof Hegel ontleende idee komen. Een voorbeeld tot slot: Earnest and Game voor strijkkwartet (2007). Het bestaat inderdaad (weer) uit drie delen: Prelude (Memory Fragments) – Ecstasy – Longing, maar er is meer.

De titel is ontleend aan het denken van de middeleeuwse Engelse dichter Geoffrey Chauser, die het aan de ene kant had over ernst (these) en aan de andere kant over luim (antithese), over het serieuze en het lichte, en – heel actueel in onze tijd – waarheid en fictie. Hier is het, in tegenstelling tot de werken die eerder de revue passeerden, juist het middendeel dat vrolijk en popachtig klinkt, maar het gaat nu om het laatste deel. Dit vormt in allerlei opzichten het zwaartepunt van het kwartet. Het deel begint langzaam, vol verlangen naar het verleden. Mahler komt er ook weer in voor, net als in Boundless (Homage to L.B.). Op een gegeven moment slaat de sfeer om en komt het karakter van het vrolijke tweede deel terug, maar dan met een wrange bijklank, zoals Sjostakovitsj een wals kon omvormen. Hier vindt de synthese plaats, die tot het slot doorzet, wanneer het stuk in de ijlte eindigt, zeg maar de etherische sfeer van het slot van het tweede deel uit In Unison.   

Zo kun je stellen dat de buitenkant van Roukens’ muziek, met zijn talrijke verwijzingen naar pop(ulaire) muziek, jazz en techno ook een binnenkant heeft. Een driedelig raamwerk dat soms doet denken aan het Hegeliaanse concept these – antithese – synthese. Het is muziek die je keer op keer kunt horen en die doet uitzien naar komende uitvoeringen, zoals tijdens het aanstaande, gerenommeerde festival November Music in ’s-Hertogenbosch, waar zijn Bosch Requiem in première zal gaan.

Boeken / Non-fictie

De kunst van het dagboekschrijven

recensie: Vrouw doet dit, dat – van Sytske Frederika van Koeveringe
Dagboekfotohttps://unsplash.com/photos/I3adKpDNAjM

In Vrouw doet dit, dat – grijpt auteur Sytske van Koeveringe terug op dagboekschrijven wanneer ze de diagnose van borstkanker krijgt. Wat volgt is een waar kunstwerk vol essays, hersenspinsels, een lach en een traan.

Als Sytske van Koeveringe de diagnose borstkanker krijgt, helpt dagboekschrijven haar door die periode heen. Verschillende passages uit die tijd zijn gebundeld in het boek Vrouw doet dit, dat –. Maar het werk is meer dan een verzameling alleen. Het is een kunstwerk dat je door scherpe waarheden laat lachen en aan het denken zet.

Dagboekschrijven

In 2019 krijgt Van Koeveringe de diagnose borstkanker. In die periode pakt ze het dagboekschrijven weer op, iets wat ze in haar kinderjaren ook al veel deed. Denk daarbij niet aan verhalen die beginnen met ‘Lief dagboek’, maar eerder aan essay-achtige gedachtes. Aan de hand van werken van bekende schrijvers als Susan Sontag, Doeschka Meijsing en Mensje van Keulen herontdekt Van Koeveringe de schoonheid van dagboekschrijven.

‘Het is dat kleine. Dat alledaagse. Dat wat er allemaal in je hoofd omgaat maar niet per se boeiend is om te vertellen. Maar óók dat wat zich allemaal om je heen afspeelt, niet per se boeiend is om te benoemen. Of misschien wel boeiend is om te vertellen maar het simpelweg geen ruimte heeft omdat er constant zoveel is om te vertellen terwijl ondertussen alles doordendert.’

In Vrouw doet dit, dat – laat Van Koeveringe haar gedachtes de vrije loop gaan over allerlei onderwerpen die veelal met haar ziekte gepaard gaan. Zo houdt ze een relaas over dat ze veel moet huilen, en zich daar niet voor schaamt. ‘Sowieso dik huilen bij frisse lucht na een slechte nacht slapen (ja toch)’. Ze vertelt uitgebreid over het verliezen van haar haar door de bestralingen en over de angst die ze ervaart, bijvoorbeeld ‘voor verwachtingen, voor het altijd naar meer verlangen, voor teleurstellingen.’

Taal centraal

De essays zitten vol waarheden en rake zinnen die je aan het denken zetten. Die je emoties in korte tijd veranderen van een lach naar bittere ernst. Van Koeveringe heeft het niet alleen over haar ziekte, maar stelt in Vrouw doet dit, dat – ook schrijven en taal centraal. Dat je als schrijver bijvoorbeeld veel teleurstellingen te verwerken krijgt. Indien je een relatie hebt én schrijver bent, betwijfelt Van Koeveringe of het eerste niet ten koste gaat van het tweede. ‘Als ik bij hem zou blijven, zou ik mezelf op de tweede plek zetten. Hij belemmerde me op allerlei vlakken.’

Het meest komische van het hele boek is de quiz die je antwoord geeft op de vraag wat voor een kankerpatiënt jij zou zijn. Op het eerste gezicht niet iets waar je om zou moeten lachen, wel als je de mogelijke meerkeuze antwoorden van Van Koeveringe leest. Zo luidt een van de vragen: ‘Wanneer je goede dagen hebt, loop je een rondje, of lopen? Het is eerder schuiven. Je schuift een blok om. Altijd hetzelfde kleine rondje.’ Of ‘Het viel je eergister op dat er een stokbrood op de hoek van de straat lag, gisteren lag er nog een stokbrood bij, vandaag ligt er óók een bakje hummus naast. Wat doe je?’

Ernst

Is Vrouw doet dit, dat – een komisch boek? Ja. Gaat het ten koste van de ernst van het onderwerp? Zeker niet. Uit dialogen met onder meer haar ouders en scharrels maak je op hoe bekrompen, kort door de bocht en egoïstisch je omgeving kan zijn als je kanker hebt. Zoals deze sms van een ex-scharrel:

Hey, ik ben in het land, zin in bier?

Hey, lijkt me leuk, maar ben ziek dus dat wordt hem niet –

Oh jammer, beterschap!

Haha beterschap, goeie!

Huh? Zeg ik iets verkeerds?

Door het spel met taal, haar openhartige essays en kwetsbare dialogen heeft Van Koeveringe met Vrouw doet dit, dat – een kunstwerk in elkaar gezet, met vele facetten verpakt in een mooie compositie. Het boek zet je aan het denken, is filosofisch en kun je gerust nog eens oppakken en herlezen. Omdat je op zoek bent naar een rake wijsheid, omdat je behoefte hebt aan een lach of een traan, omdat je verrijkt wilt worden. Dan is Vrouw doet dit, dat – het kunstwerk waar je keer op keer rustig voor kunt gaan zitten.

Boeken / Fictie

Koffiedik kijken: de teleurstellende voortzetting van een trilogie

recensie: Sarahs vertrouwen – Paula Stern

Deel een van de Koffietrilogie, Corinnes toekomst, van Paula Stern was al niet bijster goed geschreven en het verhaal beklijfde niet zozeer, maar het vervolg Sarahs vertrouwen laat écht te wensen over.

In Corinnes toekomst maakten we kennis met protagonist Corinne Ahrensberg, telg van de door koffie steenrijk geworden familie Ahrensberg. Ze runt het familiebedrijf dat al sinds de Tweede Wereldoorlog bestaat, samen met haar broer. In deel twee, Sarahs vertrouwen, zet Corinne de handel in haar eentje voort, volledig in de voetsporen van haar opa Eberhard. Dit gaat niet zonder slag of stoot. Ook duikt Sarah op. Maar wie was dat ook alweer?

Sarah wie?

Er gebeurt veel in deze roman. Auteur Paula Stern strooit rijkelijk met verhaallijnen en switcht continu van heden (anno 2021) naar verleden (anno 1945). In 2021 lezen we over Corinne Ahrensberg en Sarah Rosenbaum. In 1945 lezen we over hun families. Sarah Rosenbaum is het enige personage dat een rol speelt in beide tijdsperiodes: in 1945 is ze een jong meisje en in 2021 is ze een oude vrouw. Nu vraag je je waarschijnlijk af: wie is Sarah Rosenbaum? Nou, dat is een weinig opmerkelijke bijfiguur uit deel een dat opeens een iets grotere rol in deel twee krijgt. De vraag die onmiddellijk rijst – gezien de titel – is de volgende: ‘In wie of wat heeft Sarah eigenlijk vertrouwen?’. Dat antwoord krijgt de lezer pas veel te laat aangereikt in dit verhaal. Het lijkt erop dat de schrijfster geen trilogie wilde schrijven met telkens de naam van Corinne in de titel (zoals bij Corina Bomanns trilogie Sophia’s hoop, Sophia’s wens en Sophia’s triomf) en daarom maar voor de titel een van de andere vrouwen koos uit het verhaal. Hetzelfde geldt voor deel drie, dat de titel Magdalena’s droom toegewezen heeft gekregen. Een verwijzing naar Corinne’s oma. Of de titel daar op zijn plaats is, zal moeten blijken. In Sarahs vertrouwen is dit helaas niet het geval. Ondanks dat de titel anders doet voorkomen, blijft Sarah ook in dit deel een beetje op de achtergrond hangen. Voor Corinne is Sarah een ogenschijnlijk belangrijke steun en toeverlaat, maar pas op het einde van het verhaal komt Sarah Corinne fysiek opzoeken.

Onmenselijk

Het draaiend houden van het familiebedrijf gaat niet zonder slag of stoot, maar Corinne Ahrensberg krijgt het voor elkaar. Tenminste: voor heel even. Net op het moment dat ze gelooft dat het leven haar toelacht, krijgt ze te maken met heftige tegenslagen. Ondanks alles houdt ze het hoofd koel en probeert ze een uitweg te zoeken. Dat zorgt ervoor dat je haar een stuk sympathieker gaat vinden dan in deel een. Of ja, ietsje meer dan, want Corinne is zó goedhartig tegen alles en iedereen dat ze redelijk onmenselijk oogt en dat is op zijn zachtst gezegd nogal irritant. Daarnaast kan er geen grapje vanaf bij Corinne. Ze is vreselijk serieus. Haar handelingen zijn weer net zo voorspelbaar als in het eerste deel van de Koffietrilogie, maar soms popt er een diepzinnige overpeinzing op in haar hoofd:

‘Ze kon het niet helpen, maar sinds to trump niet langer alleen een woord uit het    woordenboek was en narcisten de toppen van de macht bereikt hadden en de wereld elke dag deden beseffen hoe ver je kon komen met slecht gedrag en meedogenloosheid – en vooral dat je ermee weg kon komen – had ze de indruk dat zelfs in het dagelijks leven, buiten de wereldpolitiek, slechte manieren en vogue waren.’

Deze sterk geëngageerde gedachte is zeker niet exemplarisch voor het boek. Je hoopt op meer van dit soort bedenkingen die Corinne meer laten lijken dan een oppervlakkig redenerend persoon. Helaas blijft het bij deze ene keer.

Resumerend: er gebeurt voldoende in dit tweede deel van de Koffietrilogie. Het boek heeft een simpele schrijfstijl en je vliegt erdoorheen. Toch mist er een zekere diepgang. Het blijft een oppervlakkig verhaal. Net als deel een heeft ook Sarahs vertrouwen een te voorspelbaar plot, is er weinig tot geen humor in verwerkt en de karakters houden de interesse, maar ternauwernood vast. Hopelijk volgt er een laatste deel dat meer beklijft, zodat deze serie op een waardige wijze kan worden afgesloten.