Boeken / Fictie

Héle lange gedichten

recensie: Daniël Dee - Vrouwen en ik eerst

Een dichter die een verhalenbundel schrijft: als dat maar goed gaat!Om maar meteen duidelijke taal te spreken: het gaat goed. De verhalen van Daniël Dee zijn echte verhalen. En niet stiekem langgerekte gedichten. Hoewel de schrijver soms gelukkig wel heel poëtische zinnen hanteert.De Naakte Waarheid en niets dan..

Die zinnen zijn dan wel uitgekleed tot op hun essentie: de naakte waarheid. Bij Daniël Dee is er geen plek voor overbodig sentiment. Sentiment is sowieso nergens voor nodig. De personages in Vrouwen en ik eerst laten zich vaak meeslepen in de gebeurtenissen. Ze reflecteren zo weinig mogelijk (gevoelens zijn, zo lijkt het, voor watjes) en lopen wezenloos hun pik achterna. Ze constateren zaken, maar distantiëren zich daar ook meteen verontschuldigend van(‘Sander was het charmantst. Hij zag er ook het best uit, niet dat ik daar verstand van heb; ik ben geen homo of zo, maar dat zie je gewoon, daar kun je niet omheen.’).

~

En als ze dan eens een romantisch moment hebben dan gaat het faliekant mis. Zoals in het verhaal ‘Hapjes’. De mannelijke (en enkele vrouwelijke) hoofdpersonen lopen wereldvreemd door hun verhalen heen, worden geleefd, ondergaan en zijn slechts schijnbaar in control. De wereld van Daniël Dee is geen vrolijke wereld. Deze wereld herbergt veel eenzaamheid, troosteloosheid, verkrachtingen en gedode katten. Dit is geen boek om vrolijk van te worden. En toch doe je juist dat.

Vrolijke treurnis dankzij mooie proza
En dat je toch vrolijk wordt van deze trieste wereld komt door het proza van de auteur. Niet voor niets hoor en lees je hier en daar vergelijkingen met Bret Easton Ellis. Maar bij het lezen van Dee’s verhalen komen ook namen zoals Roald Dahl en David Mitchell bij je op. De kale rauwe teksten schetsen niet alleen een vervreemde wereld, maar ook een vreemde wereld. Een wereld waarin katten kunnen praten en koeien zes poten hebben. Een wereld ook waarin je kilo’s aan komt als je seks hebt en je jezelf letterlijk dood kunt neuken.

Het is niet iedereen gegeven deze kille weergave van een bizarre werkelijkheid geloofwaardig neer te zetten. Daniël Dee lukt dit echter schijnbaar moeiteloos. Als een ware taalvirtuoos dartelt hij lichtvoetig door de donkere moerassen van de door hem zelf gecreëerde realiteit. En in het kielzog sleurt hij ons met zich mee. Even lijken we te blijven steken in de sombere zwartheid van dat moeras. Maar al snel laat hij ons dat lichtpuntje aan de horizon zien en trekt ons uit de prut. Daar aan den einder gloort namelijk toch dat kleine beetje menselijke sentiment. Of?….

En daar bleef het bij. Mevrouw Arends hapte even tevergeefs naar adem en zeeg daarna ineen. Vrijwel tegelijkertijd begon het te miezeren.

8WEEKLY

Een swingend begin

Artikel: Tweetakt 2012 Vrijdag

.

De theatervoorstellingen waren ’s middags al begonnen, maar op vrijdagavond werd het Tweetakt Festival 2012 officieel geopend. We kunnen los!

~

Omlijst met een tweetal muzikale openingsacts werd het festival door een Italiaans sprekende meneer geopend. Geheel in Italiaanse Berlusconi-stijl werd hij eerst geïntroduceerd door wulps dansende vrouwen (en een enkele als vrouw verklede man of vice versa). Met hun blonde lokken wapperend in de wind(machines) prikkelden deze lieftallige dames de zintuigen van het publiek. Na enkele onbegrijpelijke woordjes Italiaans was het festival dan officieel geopend.

~

Vlak daarvoor had het muzikale deel van het festival al haar kick-off beleefd in de vorm van de “Genevese-formatie-die-Ethiopië-composities-met-moderne-invloeden-mixt”: Imperial Tiger Orchestra. De jazzy en sleazy geluiden van deze band zijn helaas niet door heel veel mensen beluisterd. Het publiek had de weg naar het festivalterrein op het Neude in Utrecht blijkbaar nog niet helemaal gevonden.

Het kan er natuurlijk ook aan liggen dat het festival op dat moment officieel nog niet begonnen was en dat de mensen op het moment van de dansende dames hebben gewacht om zich op de diverse podia te storten. Want feit is wel dat nadat deze daad geschied was er massa’s mensen de zaal binnen stroomden om te komen luisteren naar de tweede act van de avond: Lefties Soul Connection.

We hebben het hier al eerder geconstateerd: LSC is een heerlijke swingende live band, die met Michelle David een fantastische toevoeging aan hun formatie in huis hebben gehaald. De band start met het oude vertrouwde instrumentale werk en heeft daarmee al vanaf de eerste tonen de zaal in z’n greep. Maar op het moment dat David het podium betreed en haar eerste kreten door de microfoon schallen doen publiek én sfeer er nog een schepje bovenop.

~

Het Tweetakt festival kan zich geen betere start wensen dan die van vrijdagavond. Met de lente in de lucht genoot menigeen van een drankje en een hapje. Afgerond met een spetterend optreden van Lefties Soul Connection, kun je alleen maar constateren dat we een lekkere festivalweek tegemoet gaan. Dus haast je richting het centrum van Utrecht, want daar is het de komende week te doen!

Boeken / Non-fictie

De psychiatrische dierentuin

recensie: Antoine de Kom - Het misdadige brein

.

In tien fictieve gesprekken met bekende misdadigers uit het verleden vraagt De Kom, voorheen werkzaam als forensisch psychiater in het Pieter Baan Centrum, zich af wat hen tot hun daden bracht. Hoe kwamen zij tot ingrijpende beslissingen en hoe probeerden zij deze vervolgens te rechtvaardigen? Dit maakt Het misdadige brein. Over het kwaad in onszelf een spannende vertelling.

Wat beweegt de misdadiger?


De verschillende personen die De Kom bespreekt, onder wie Markies De Sade, Adolf Eichmann en Reynaert de Vos, hebben allemaal iets gemeen(s): allemaal hebben ze hun medemensen mensen verkracht, vermoord of verminkt. Wat veel mensen niet begrijpen is waarom ze deze misdaden pleegden. En wanneer is er dan sprake van een psychiatrische stoornis?

In zijn boek construeert De Kom gesprekken met de tien misdadigers alsof hij hun behandelend psychiater is en gaat hij op zoek naar wat hen tot hun daden bewogen kan hebben. Hij spreekt hen privé in hun cel, of, zoals bij de gevallen Romeinse keizer Tiberius, in de rechtszaal, waar een advocaat hen bijstaat. Dit laatste is interessant: de advocaat trekt de diagnose van de psychiater in twijfel. Dit dwingt De Kom om te de rol van de psychiater te verduidelijken. Het dierenrijk biedt dan uitkomst.

De psychiater als schildpad


In de gesprekken stelt De Kom zich de verdachten regelmatig voor als een dier. De een is een wurgslang, die zich om zijn prooi wikkelt en niet meer loslaat; de ander is een vos, op het oog mooi en vriendelijk, maar ook sluw en meedogenloos wanneer hij de kans krijgt. De psychiater is volgens De Kom een schildpad:

… hard vanbuiten, maar zacht vanbinnen, ik kan veel verdragen, kom langzaam maar gestaag vooruit, en ik blijf vriendelijk, ik ga geen gevecht aan. Als ik word aangevallen trek ik me even terug om weer naar buiten te komen als het veilig is.

De verdachte handelt, de psychiater luistert. Zo probeert hij de gedachten en het handelen van de verdachten te ontrafelen, en blijkt de tragiek die achter veel van hen schuilgaat. De Kom excuseert hen niet, verklaart slechts, en doet dat op intrigerende wijze.

Er is eigenlijk maar één probleem met het boek van De Kom: alle gesprekken zijn verzonnen. Sommige misdadigers hebben echt bestaan, anderen zijn net zo echt als Barbapapa – over wiens misdaden overigens weinig bekend is. En wanneer de misdadiger echt heeft bestaan, kunnen we natuurlijk nooit weten of zij echt op de manier over hun misdaden zouden praten zoals De Kom ze dit in zijn boek laat doen – hij legt hen slechts woorden in de mond. Hierdoor zweeft het boek in een soort niemandsland tussen fictie en non-fictie. Het is een boek over mogelijkheden, niet over feiten. Geen enkele diagnose kan met zekerheid gesteld worden en blijft dus altijd fantasie.

Motieven zijn er altijd


De Kom probeert het handelen van de misdadiger te begrijpen, niet te veroordelen. Hoe vreselijk de misdaad ook was, De Kom wil weten wat de misdadiger tot zijn daad dreef. Soms is het een psychische stoornis, zoals bij de megalomane Nero, maar soms ook niet, zoals bij berekenende Eichmann, die miljoenen Joden liet vergassen en nooit spijt toonde. Maar motieven zijn er altijd en de misdadiger is zelf verantwoordelijk voor zijn daden. Dit maakt Het misdadige brein zo spannend en zo eng: het kwaad heeft vele gezichten en hangt af van de keuzes die we zelf maken.

Boeken / Fictie

Donkere en adembenemende beleving van Noord-Korea

recensie: Adam Johnson (vert. Miebeth van Horn) - Gestolen leven

Johnson schreef een bestseller die het gesloten Noord-Korea tot leven wekt in een ongeëvenaard verhaal. Gestolen leven neemt de lezer mee op reis door een krankzinnige dictatuur. Het vertelt een verhaal over duisternis in jezelf en om je heen.

Gestolen leven is een brute maar adembenemende culturele beleving van Noord-Korea. De jongen Pak Jun-Do maakt opmars van soldaat in gangenstelsels tot inlichtingenofficier. Als Jun-Do ontvoeringen van Japanners naar Noord-Korea uit eerste hand heeft meegemaakt komt hij op het schip Jun Ma om buitenlandse militaire signalen af te luisteren. Hier verwerft hij op onwaarschijnlijke manier de heldenstatus. Door de privileges die hij krijgt als held wordt hij in hogere kringen geïntroduceerd. Dit zet hem op een pad tot nog grotere daden voor de Noord-Koreanen.

Hallucinante propagandadroom
Vechten in het donker is de metafoor voor het leven van Jun-Do. Hij is getraind in het gangenstelsel onder de gedemilitariseerde zone tussen Noord en Zuid Korea en zal die kwaliteiten in zijn verdere leven hard nodig hebben. Het leven van het hoofdpersonage is ontwapenend, keihard en bitter. Meer dan andere personages gaat Jun-Do op een naïeve manier om met een omgeving waar een westerling maar al te graag de ellende van afleest. Het hart van de lezer opent bij zoveel maatschappelijk en persoonlijk lijden. Doordat Johnson de personages dit alles gelaten laat beleven krijgen we een cultureel sensitiever beeld dan we van een Amerikaan zouden verwachten. Hij slaagt erin om exotisme in zijn vertelling te vermijden.

Gestolen leven is veeleer een relaas over hoe het leven doorgaat in een verstikkende dictatuur. Het boek leidt de lezer in een hallucinante droom van propaganda met eufemistische bewoordingen van een dictatoriaal regime, zoals veelbetekende ‘zelfkritieksessies’. De werkelijkheid van ondervoeding en een continue stroom van verdwijnende mensen wordt verpakt in grootsprakerige idealen. Idealen waarvoor het lijden van de gewone mens evident is. Door het hele boek lees je even bizarre als briljante berichten door de Noord-Koreaanse luidsprekers die in elke flat zijn geïnstalleerd, zoals het verbod om zwaluwen te eten omdat die insectenpopulaties onder controle houden.

Bouwwerk van verhulde realiteit
Adam Johnson weet een hoop ballen tegelijk omhoog te houden. In korte passages weet de schrijver een hele wereld te vervatten. Maar in dit bouwwerk van verhulde realiteit laat hij op verbluffende wijze personages hun intrede doen en terug komen. In een land waar de glans van het verhaal over het gebeurde belangrijker is dan waarheidsvinding geeft hij zijn personages onnatuurlijke mogelijkheden om zich te presenteren en vervormen. Toch voelt het boek documentair aan. Johnson weet een flinterdunne lijn tussen fictie en werkelijkheid te creëren en onrealistische wendingen binnen de interne logica van het verhaal te laten passen.

Ondanks deze wendingen laat de roman een gevoel van urgentie achter. In het eerste deel geeft Johnson een chronologische ontwikkeling weer van Jun-Do’s levenspad waarin hij naïef de Noord-Koreaanse maatschappij beziet. Als het bij de lezer nog niet aangekomen was wordt in het tweede deel de onmenselijke kant van Kim Jong Ils regime op onverstane wijze geportretteerd. In een stijl die is afgeleid van traumavertellingen worden brute martelverhalen indirect verteld. Gestolen leven roept zo de natuurlijk suspense van de dictatuur op die het vermengd met de krankzinnige humor van Kim Jong Il en aftopt met een grote dosis compassie. Een donker meesterwerk, nu al boek van het jaar.

Muziek / Achtergrond
special: Interview Nik Kaloper / the Jezabels

Opvallende nuchterheid bij groots klinkende band

.

De Australische band the Jezabels combineert op natuurlijke wijze complexe songstructuren en zeer bombastische muziek met aanstekelijke popmelodieën. 8WEEKLY stelde de band enkele vragen over deze bijzondere combinatie. Natuurlijk vroegen we ze ook naar hun optreden op zondag 25 maart in Paradiso.

Drummer Nik Kaloper geniet hoorbaar van het succes van de band als we hem telefonisch spreken. Hij praat honderduit over de aanstaande tour en hun debuutalbum. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk en resulteert in een geanimeerd gesprek met de slagwerker van een gedreven band.

~

De nummers op jullie nieuwe album Prisoner zijn qua productie zeer episch en groots te noemen. Was dit een bewuste keuze of is dit zo geëvolueerd tijdens het schrijfproces?
‘Dit was min of meer een bewuste keuze. We hadden voordat we de studio in gingen al het idee dat we wilden kijken hoe ver we konden gaan met de sound. Gelukkig hebben we een producer die zelf in een black metalband speelt, dus die weet wel van wanten als het aankomt op het maken van een overweldigend geluid, haha. We wilden gewoon kijken hoe theatraal we het allemaal konden maken. Om eerlijk te zijn weet ik niet of het overweldigend of een tikje belachelijk is, maar in de opzet zijn we zeker geslaagd, haha!’

Wat vind je eigenlijk leuker om te doen, in de studio werken en perfectie nastreven of live spelen en de energie van een enthousiast publiek ervaren?
‘Dat is erg lastig om te zeggen, want beide dingen geven een ander soort beloning. Het mooie aan in de studio spelen is dat je honderd takes kunt doen van een bepaalde partij, tot je precies die perfectie en die sound hebt die je zocht. Aan de andere kant is een liveoptreden een momentopname, waar je je hoofd helemaal in kunt verliezen en echt kunt opgaan in dat moment. Eigenlijk vullen ze elkaar dus perfect aan. Ik zou niet zonder een van beide kunnen.’

Jullie nummers zijn qua opbouw vaak behoorlijk complex, en qua productie hebben jullie ook het maximale uit de studio gehaald. Hoe vertalen jullie dit naar jullie liveoptredens?
‘Pure trucage, smoke and mirrors, haha. Het is inderdaad zo dat we niet dezelfde technieken tot onze beschikking hebben op het podium als in de studio. We proberen het gebrek aan sonische kracht live op te vangen door een stukje presentatie toe te voegen die je op een album niet kwijt kunt. Ook benaderen we live de liedjes gewoon anders. We hebben zelfs na het opnemen van de plaat speciaal gerepeteerd om te kijken hoe we de nummers in een livesetting konden brengen. We proberen dus niet de plaat na te spelen, maar geven gewoon een andere interpretatie van het materiaal.’

~

Jullie muziek is lastig te omschrijven. Het album begint met een monumentaal klinkend kerkorgel en laat niet veel later een aanstekelijke popmelodie horen. Is het een bewuste keuze om zo eclectisch te klinken?
‘Dat is niet echt een bewuste keuze. Wat wel een goede verklaring is, is dat alle bandleden een andere achtergrond hebben en dat we vrij democratisch werken tijdens het schrijven van liedjes. Je kunt soms duidelijk horen wie zijn stempel op een nummer heeft gedrukt. Als het bijvoorbeeld vol zit met tegendraadse ritmes is de kans groot dat ik daar iets mee te maken had, haha. We starten altijd met een idee en gaan daar vervolgens zo vrij en speels mogelijk mee om. Maar het is niet zo dat we denken “kom, nu gaan we eens een operetesk nummer van vijf minuten schrijven”.’

Kijken jullie ernaar uit om op 25 maart in Amsterdam te spelen?
‘Jazeker, heel erg zelfs. We hebben vaker in Nederland gespeeld en dat is altijd erg goed bevallen. Het publiek is altijd erg enthousiast en vriendelijk, en dat werkt zeer motiverend. Daarnaast is het opvallend dat er in Nederland bij de zalen waarin we spelen vaak een expertise en technische kennis aanwezig is die in andere landen nog weleens ontbreekt. Dat maakt onze taak een stuk makkelijker en een stuk leuker!’

~

Stel, een enorm mainstreamsucces is mogelijk, maar dan zou er wel iets aan de complexiteit en ontoegankelijkheid van de liedjes moeten veranderen. Zou je zo’n concessie qua songwriting overwegen?
‘Ik denk niet dat we dat zouden doen. Mensen vinden het vaak snobistisch als je zegt dat je graag zo eerlijk mogelijk naar jezelf toe bent, maar dat is onzin. Het geeft gewoon een ontzettende bevrediging om authentiek en compromisloos bezig te zijn! Als we de muziek zouden maken die we nu maken en er zou niemand naar luisteren, dan zouden we wellicht wel ijdel genoeg zijn om een andere richting op te gaan. Er komen nu echter genoeg mensen en dat geeft een enorme voldoening. Als we door te doen wat we nu doen een stadion vol kunnen krijgen zou dat fenomenaal zijn, maar we zouden er niet snel concessies voor doen!’

Zie je de band in de nabije toekomst een andere weg inslaan dan waar jullie nu mee bezig zijn?
‘We zijn er niet mee bezig om bewust een andere kant op te gaan met de band, maar ik kan me wel voorstellen dat we op een volgende album iets anders gaan klinken. Als je de ep’s die we hebben gemaakt en het album in chronologische volgorde beluistert, dan valt het op dat de muziek steeds epischer wordt. Als we die trend door zouden zetten zouden we op een nieuwe plaat weleens ridicuul kunnen klinken, haha. Het zou dus best kunnen dat we op een volgende plaat het allemaal iets soberder en kleiner gaan houden. Aan de andere kant zijn we vier mensen die elkaar goed kennen, zowel persoonlijk als muzikaal. Echt hele drastische veranderingen qua geluid voorzie ik dus niet.’

Live in Nederland:
25 maart 2012: Paradiso, Amsterdam (uitverkocht)

Boeken / Fictie

Een geniale broer en zijn krankzinnige zus

recensie: Goce Smilevski (vert. Roel Schuyt) - De zus van Freud

Vier bejaarde Joodse zussen worden in 1942 vanuit Wenen naar Theresienstadt gedeporteerd. Geen van hen overleeft de oorlog. Saillant detail: hun broer had de macht zijn zussen naar Londen te verhuizen, maar weigerde. Saillanter detail: hun broer was Sigmund Freud.

In De zus van Freud werpt Smilevski een nieuw licht op de wereldberoemde psycholoog en filosoof Sigmund Freud. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van Freuds jongere zus Adolphine. Haar leven is zwaar: ze is vaak ziek, sociaal niet erg vaardig en ze wordt mentaal mishandeld door haar moeder. Ze heeft dan ook geen enkel vertrouwen in zichzelf of in haar toekomst. Haar enige troost is de liefde van haar broer Sigmund, die haar – buiten het zicht van hun moeder – boeken uit de bibliotheek brengt, met haar over allerlei onderwerpen spreekt en haar introduceert aan interessante mensen uit de hogere kringen van Wenen.

Wanneer de voortreffelijke student Sigmund op kamers gaat wonen, wordt het leven van Adolphine steeds ellendiger. Ze blijft achter met haar moeder, ziet hoe haar broers en zussen trouwen en kinderen krijgen en moet een abortus ondergaan omdat de vader van het kind niet wil trouwen. Uiteindelijk ontvlucht ze samen met haar goede vriendin Clara haar zware bestaan. Ze kloppen aan bij een ‘krankzinnigengesticht’ – psychiatrische instellingen zoals we die vandaag de dag kennen bestonden nog niet.

Vlucht naar Londen
De levens van Adolphine en Sigmund lopen vanaf haar opname nog verder uiteen. Adolphine sluit zich af van de buitenwereld terwijl het naziregime komt opzetten en haar broer zijn eerste grote successen op professioneel vlak boekt. Het is ironisch: Sigmund bedacht zijn opzienbarende behandelmethoden voor ‘krankzinnigen’, terwijl zijn eigen zus op dat moment ook als ‘krankzinnig’ werd bestempeld.

Na de annexatie van Oostenrijk door Hitler krijgt de Joodse Sigmund de kans om naar Londen te vluchten. Hij mag een lijst maken met mensen die met hem mee mogen. Ondanks verschillende verzoeken zet hij zijn zussen niet op die lijst, mede omdat hij verwacht dat de situatie in Europa niet tot oorlog zal leiden. De werkelijkheid is echter anders. In 1938 vertrekt hij uit Wenen, in 1942 worden zijn zussen gedeporteerd en later vermoord. 

Een Macedonische roman
Het gebeurt niet iedere dag dat een Macedonische roman naar het Nederlands wordt vertaald. Dat De zus van Freud wel in onze taal te lezen is, heeft vast en zeker te maken met het feit dat het boek in 2010 de European Union Prize for Literature won. Gelukkig maar, want het werk is meer dan de moeite waard. Smilevski beschrijft in De zus van Freud het persoonlijke drama van een geestelijk gekwelde vrouw en plaatst dat in een historisch kader.

Wanneer het boek niet vanuit Adolphines maar vanuit Sigmunds perspectief zou zijn geschreven, hadden politieke en maatschappelijke beschouwingen ongetwijfeld de overhand gekregen in het boek. Juist door vanuit Adolphines kleine en beschermde wereldje te kijken, komt het ‘verraad’ extra hard aan. Door de situatie van Wenen in de jaren dertig en veertig nauwelijks te benoemen, is De zus van Freud veel meer dan alleen het verhaal van Sigmunds fatale inschattingsfout. Het boek biedt een intrigerende kijk in het Wenen van het begin van de twintigste eeuw, maar vooral in het hoofd van een vrouw die zich wegens haar zware leven geen enkele illusie meer maakt.

Boeken / Fictie

Houd moed, verdomme!

recensie: Roberto Bolaño (vert. Arie van der Wal) - De ijsbaan

.

Inmiddels zou een introductie van Roberto Bolaño overbodig moeten zijn. Maar ‘is’ en ‘ought’ vallen niet vaak samen, en al helemaal niet in de literaire wereld (volgende vraag is natuurlijk of dit per se betreurenswaardig is). Dus nog eenmaal en in het kort: Bolaño, nu bijna tien jaar geleden overleden aan een leverziekte, is de Chileense auteur van de bijna 1100 pagina’s dichtbedrukte tekst die 2666 vormt, een alleszins verbluffend boek. Zij die dit werk aandurfden erkenden onmiddellijk Bolaño’s genie, waarna de lopende band van vertalingen werd aangeslingerd.

Een moord

Het karakteriseren van Bolaño’s genie bezorgt hoofdbrekens, maar in ieder geval is ook De ijsbaan hier weer een intrigerend voorbeeld van. Het zal onvermijdelijk zijn dat deze titel, zo net na het luwen van de Elfstedentochthysterie, oer-Hollandse associaties oproept met erwtensoep, glühwein en dergelijke. Maar geen zorgen, want evenals Bolaño’s andere romans is De ijsbaan het absolute tegendeel van glühwein.

In De ijsbaan wisselen drie vertellers elkaar in korte hoofdstukken af. De lezer valt hier middenin, zonder dat wordt verklaard waarom zij zeggen wat ze zeggen. Wel direct duidelijk is dat er een moord is gepleegd. Aanvankelijk wordt hiervan niets opgehelderd, slachtoffer noch dader noch plaats van delict.

Eén van de drie vertellers is Remo Morán, die zo af en toe een aan lager wal geraakte dichtersvriend een baantje bezorgt op zijn camping. Bijvoorbeeld aan Gaspar Heredia, Gasparín ‘voor willekeurige vrienden en vijanden’ – de tweede verteller. Het is Gasparíns stem die ‘de wetteloze streken’ uit de aanhef oproept. Morán benadrukt dit wanneer hij over hem schrijft dat: 

[Hij] de indruk wekte de wereld de rug te hebben toegekeerd, verborgen te houden wie hij was, hoe hij in het leven stond en hoeveel moed er nodig was geweest om door te blijven lopen (nee, door te blijven rennen!) naar de duisternis, naar het hoogste punt…

De kunstschaatsster en de ambtenaar


Ten derde is er de fysiek onaantrekkelijke, qua karakter saaie maar hooggeplaatste ambtenaar Enric Rosquelles. Zijn verhaallijn wordt verlevendigd doordat hij verliefd wordt op de kunstschaatsster Nuria Marti. Zij bezit schoonheid en talent, maar wordt tegengewerkt door de Spaanse kunstschaatsbond. Dus wat doet Rosquelles? Hij bouwt haar een ijsbaan. Dat doet hij met gemeenschapsgeld en dus in het geheim, in het leegstaande, labyrintische Palacio Benvingut.

Rosquelles’ verhaallijn is het meest onambigu en vormt het houvast voor de lezer. Wanneer de andere twee verhaallijnen zich richting de ijsbaan bewegen, beginnen de panelen te schuiven, en valt het verhaal alleen nog intuïtief te duiden. Menselijke verlangens, schimmig dan wel domweg onbeantwoord, vermengen zich met inkijkjes in andere dimensies, diabolisch aandoende werelden. Het is als Twin Peaks op papier, maar dan vergezeld van Bolaño’s terloopse scherpe observaties en een Latijns-Amerikaanse sfeer.

Hoop en nihilisme

Wanneer ook Gasparín verliefd wordt en bovendien het Palacio Benvingut betreedt, nadert het moment suprême. Het is Bolaño eigen dat alles toch anders verloopt dan verwacht. Een ander raadsel is waarom er op de muur van de leeszaal van het Paleis geen protserige of elegante Latijnse spreuk geschreven staat, maar het Argentijnse ‘Coraje Canejo!’ (‘Houd moed, verdomme!’).

Hoewel, misschien is het wel de meest belangwekkende tekst denkbaar. De paradoxale combinatie van onverschilligheid tegenover de afgrond, nihilistische kracht én een flinter hoop, past zowel bij de sfeer van deze roman als bij al Bolaño’s werk. Het maakt ook De ijsbaan een bijzonder werk, een boek om in te verdwijnen.

Boeken / Non-fictie

Fijne onderzoeksjournalistiek naar één begrip

recensie: Bahram Sadeghi - Waarom bent u zo arm?

De Iraans-Nederlandse televisiemaker Bahram Sadeghi ging naar Sierra Leone met slechts één vraag: ‘Waarom bent u zo arm?’ Dat leverde veel verschillende antwoorden op, die samen een indringend beeld schetsen van wat armoede betekent.

In Waarom bent u zo arm? zijn nauwelijks cijfers te vinden, behalve dan het aantal dollars dat de geïnterviewden verdienen. Die maken indruk, want dat zijn er onvoorstelbaar weinig (in een wasserette bijvoorbeeld 7,5 dollar per week). Verder is er een hoofdstukje gewijd aan verschillende meetschalen voor armoede, maar dat was het wat getallen betreft. En juist daardoor dringt dit boek zo door. Sadeghi probeert armoede niet te vangen in Big Mac-indexen en armoedegrenzen, want dé armoede, bestaat niet volgens hem.

In plaats daarvan richt hij zich op de armoede van een specifiek land: Sierra Leone, dat in 2008 op de laatste plek van de Human Development Index stond. Zijn keuze voor dat land is geheel gebaseerd op die oneervolle titel ‘armste land ter wereld’ – hij koos niet uit passie of persoonlijke betrokkenheid. Kenmerkend voor het boek is dan ook de open en onbevooroordeelde blik van Sadeghi, die bij de weinig creatieve maar oprechte titel begint, en het hele boek stand houdt.

Niet zomaar een bundel interviews

Anders dan de ondertitel suggereert, is Waarom bent u zo arm? meer dan een verzameling interviews met allerlei soorten Sierra Leoners (van een schoonmaker tot een minister tot een Grey’s Anatomy-acteur van Sierra Leoonse afkomst). Het boek bestaat uit verschillende hoofdstukken die elk een andere oorzaak van armoede aankaarten: kolonialisme, de alleenheerser Siake Stevens die lange tijd regeerde, corruptie en de Wereldbank en het IMF. De interviews zijn door die hoofdstukken verweven, waardoor ze een verrijkende context krijgen en de eigen woorden van Sadeghi aan kracht winnen.

Want Sadeghi heeft nergens geprobeerd te verbloemen dat dit zíjn onderzoek naar armoede is. Met zinnen als ‘het was met meel in de mond praten’, zoals hij schrijft bij een interview met de mission chief van het IMF, geeft hij de lezer inzicht in het journalistieke proces. Dat maakt dit tot een journalistiek transparant boek. Tegelijkertijd laat hij met het veelvuldig beschrijven van zijn ervaringen Sierra Leone tot de verbeelding spreken. Sadeghi is niet vergeten dat juist de kleine dingen belangrijk zijn:

Op het eerste gezicht is Sierra Leone een land als alle andere landen. (…) Maar de realiteit is dat al die zaken slechts in de verte lijken op wat ik elders heb gezien: de geasfalteerde wegen zitten vol gaten, de tv-uitzendingen hebben te lijden van overbelichting en een slechte geluidskwaliteit (te hard of te zacht) en de uitlaatgassen van de auto’s zijn in het algemeen nog zwarter dan de huidskleur van de inzittenden.

Inzicht in armoede

Het prozaïsche beeld dat Sadeghi schetst van Sierra Leone is verrassend. Want, zo schrijft hij zelf, ‘er wordt altijd in zeer algemene, zeer generaliserende termen over de oorzaken van armoede in ontwikkelingslanden gesproken’. Met Waarom bent u zo arm? weet hij dat in ieder geval te doorbreken: dit boek is nadrukkelijk géén boek over ‘problematisch derdewerelddeel Afrika’. Door het begrip armoede te verkleinen naar één land en echte mensen wordt dat toch wat abstracte begrip geconcretiseerd.

Jammer is wel dat de burgeroorlog, die elf jaar heeft gewoed en pas tien jaar geleden beëindigd is, inhoudelijk zo weinig aandacht krijgt. De informatie die Sadeghi over die oorlog geeft, roept meer vragen op dan dat ze beantwoordt. Maar het heil van dit boek moet misschien niet gezocht worden in geschiedkundige feiten, maar in het begrijpelijk maken van het begrip armoede. Want daarin is dit boek absoluut geslaagd.

Boeken / Fictie

Blinde liefde

recensie: Mensje van Keulen - Liefde heeft geen hersens

.

Romy werkt als gastvrouw op een kerkhof en als hulp in de huishouding op twee adresjes. Een daarvan is Irma, die net als Romy in het Haagse flatgebouw De Regent woont. Irma is balletdanseres geweest en heeft in haar appartement onder andere een vitrinekast met vierentwintig fijne beeldjes staan. Romy gaat ’s morgens voor haar werk altijd even bij haar langs, maar deze keer reageert Irma nergens op.

Moord?

Irma blijkt te zijn overleden. Erger nog, Romy vermoedt dat ze is vermoord. Haar eerste gedachte is dat Irma’s zoon Cristian misschien de dader is. Irma heeft ruzie met hem gehad en heeft ook haar dochter Blanca zwaar beledigd. Romy’s kinderen komen dan ook niet meer bij Irma langs, terwijl ze vroeger vaak op bezoek kwamen en verzot waren op de mooie beeldjes.
Romy heeft het gevoel dat er iets ontbreekt in de kamer, maar kan er aanvankelijk niet de vinger op leggen. Wat in ieder geval ontbreekt, is de kat van Irma, Freddie. Romy heeft beloofd voor hem te zorgen in geval van nood. Ook Irma’s rozenkrans ligt niet onder haar kussen. Romy besluit haar ontdekking voor zich te houden, eerst wil zij Irma’s zoon spreken.

Bij het verlaten van het flatgebouw komt Romy langs Harro, de huismeester. Harro heeft een oogje op haar en merkt dat ze nerveus is. Hij observeert haar altijd grondig, ook via de aanwezige veiligheidscamera’s. Gaandeweg blijkt Harro een beetje ‘enge’ man.
Wanneer Romy terugkomt, brengt ze de in de kamer van Irma een paar veranderingen aan die duidelijk moeten maken dat zij een natuurlijke dood is gestorven. Nu ontdekt zij ook wat haar ’s morgens ontging, er mist een beeldje uit de vitrine. Zij brengt Harro op de hoogte van het overlijden van Irma en zij wachten samen op de huisarts. Harro denkt aan de nervositeit van Romy die morgen en verdenkt haar van Irma’s dood, maar hij houdt dit voor zich. Romy weet niet meer wie zij als moordenaar moet zien. Er zijn voor haar verscheidene mogelijkheden.

Blinde liefde

Romy is bijna een jaar weduwe en via gedoseerde beschrijvingen maakt Van Keulen duidelijk wat voor huwelijk zij heeft gehad.

Ze zei een keer dat een man op een baviaan lijkt, omdat hij net zo agressief kan zijn. En ik wist dat ze het niet hardop wilde zeggen, maar mijn man bedoelde. Louis de baviaan. Het klopt niet, een baviaan is alleen agressief tegen mannetjes.

Het contact met haar kinderen is weliswaar niet erg warm, maar Romy heeft een blinde liefde voor haar kinderen en zou alles voor hen doen. Harro wil alles voor Romy doen. Blanca voor haar vriend. Inderdaad, liefde heeft geen hersens.

Van Keulen maakt ons uitgebreid deelgenoot van de ins en outs van het werken op een kerkhof en weet daarbij opvallende details te melden.

‘Laatste rustplaats’, laat me niet lachen. Als die geruimd wordt, leggen Vleers en de jongens wat ze van de klant kunnen vinden bij elkaar en rijden dat met de kruiwagen naar de bottenkuil.

Mensje van Keulen suggereert en tipt aan, maar benoemt zaken zelden expliciet in deze roman. Hoewel, Romy’s gedachten over de vriend van Blanca zijn weinig impliciet. Van Keulens talent om personages tot leven te brengen maakt Liefde heeft geen hersens bijzonder aanschouwelijk. De sluimerende vermoedens zorgen voor een zekere spanning in het verhaal en de ontknoping is verrassend.

Boeken / Non-fictie

Filosofie op webloglengte

recensie: Mark Vernon (vert. Karin Westerdiep) - Een beetje geluk met filosofie

Filosofie bedrijven op webloglengte en daar ook nog een interessant boek uit samenstellen, zonder aan zeggingskracht in te boeten. De Britse filosoof Mark Vernon bewijst dat het kan in Een beetje geluk met filosofie.

Rare vertaling, die titel, die oorspronkelijk luidt: 42. Deep Thought on Life, the Universe, and Everything. Een verwijzing naar The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy, waarin ’42’ als antwoord uit de computer rolt op de vraag naar, tja, alles. Vernon presenteert 42 korte filosofische overdenkingen, met als vertrekpunt sprekende citaten. Die gaan van Horatius’ ‘Pluk de dag’ tot Woody Allen: ‘Ik wil niet onsterfelijk worden door mijn werk; ik wil onsterfelijk worden door niet dood te gaan.’ Zo komt inderdaad alles aan bod, niet alleen geluk, en ook niet ‘een beetje’.

Bedrieglijke toegankelijkheid


Van Montaigne is wel eens gezegd dat hij in deze tijd een weblog zou bijhouden. Dat medium is het ideale platform voor de zoekende, persoonlijke stijl die Montaigne kenmerkt, en die ook Vernon hanteert. Hij vermengt persoonlijke anekdotes met tekstanalyses van de klassieke filosofen, maakt uitstapjes naar film of muziek en eindigt met een conclusie die hoogstens voorlopig is. Dat maakt Een beetje geluk met filosofie tot een toegankelijk filosofisch werk.

In kort bestek weet Vernon echter grote vragen op zo’n manier uiteen te zetten dat je haast meer tijd kwijt bent met het nadenken over wat je net hebt gelezen, dan met het lezen zelf. De toegankelijkheid is in die zin bedrieglijk. Hier geen heideggeriaanse neologismen, kantiaanse tangconstructies of derridaiaanse raadselachtigheid, Vernons stijl is zonder moeite te volgen. Maar wat hij schrijft werpt je terug op de grondslagen van wie je bent en wat je denkt. Het raadselachtige citaat van Jacques Derrida – ‘Een geschenk is iets waar je niet dankbaar voor kunt zijn’ – legt hij bijvoorbeeld uit in drie pagina’s via verwijzingen naar cadeaus bij het Chinees Nieuwjaar en de rol van wederkerigheid in vriendschap. Na lezing begrijp je Derrida’s citaat én de beperking ervan. Dat is knap.

Gedachte-experimenten gefileerd

De mooiste stukken staan in het deel over ‘Het onderzochte leven’. Nummer 32 bijvoorbeeld. Via David Hume fileert Vernon het gebruik van gedachte-experimenten als methode om ethiek te bedrijven. Iedereen kent die flauwe dilemma’s die ook geliefd zijn in Hollywood: moet je een boot vol onschuldige burgers laten ontploffen als je daarmee een miljoenenstad kunt redden van de ondergang? Vernon is stellig:

Ethiek, wanneer zij wordt geponeerd als rationele beslissingen die stapsgewijs worden genomen, is nauwelijks ethiek te noemen. Op het moment suprême laat de rede ons in de steek. Zoals David Hume het geestig uitdrukt: ‘Het is niet in strijd met de rede om de vernietiging van de hele wereld te verkiezen boven het krabben van mijn vinger.’ Het punt is dat de werkelijke taak van ethiek het hele leven moet omvatten, want ethiek is niets waard als het niet gaat over het grote project van hoe we moeten leven. (…) Ethiek is leven in zijn geheel; ethisch denken is een manier van leven.

Als ik dit op een weblog tegenkwam zou ik erg benieuwd zijn naar de comments. Aan het weblogkarakter van dit boek kleven ook nadelen. Zo blijft het een verzameling korte stukken die niet echt een geheel vormen. De essays vormen een netwerk, zou je kunnen zeggen, maar dat is op papier niet tot leven te wekken. Door ze toch onder te verdelen in thematische afdelingen, wordt de suggestie gewekt van een zinvolle opzet. Een ander nadeel hangt hiermee samen: er is geen noodzaak dit boek in één keer van a tot z uit te lezen. Met een lelijk woord zou je zeggen dat de urgentie mist. En ja, ook in de filosofie mag je dat toch wel verlangen?