Boeken / Non-fictie

Filosofie op webloglengte

recensie: Mark Vernon (vert. Karin Westerdiep) - Een beetje geluk met filosofie

Filosofie bedrijven op webloglengte en daar ook nog een interessant boek uit samenstellen, zonder aan zeggingskracht in te boeten. De Britse filosoof Mark Vernon bewijst dat het kan in Een beetje geluk met filosofie.

Rare vertaling, die titel, die oorspronkelijk luidt: 42. Deep Thought on Life, the Universe, and Everything. Een verwijzing naar The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy, waarin ’42’ als antwoord uit de computer rolt op de vraag naar, tja, alles. Vernon presenteert 42 korte filosofische overdenkingen, met als vertrekpunt sprekende citaten. Die gaan van Horatius’ ‘Pluk de dag’ tot Woody Allen: ‘Ik wil niet onsterfelijk worden door mijn werk; ik wil onsterfelijk worden door niet dood te gaan.’ Zo komt inderdaad alles aan bod, niet alleen geluk, en ook niet ‘een beetje’.

Bedrieglijke toegankelijkheid


Van Montaigne is wel eens gezegd dat hij in deze tijd een weblog zou bijhouden. Dat medium is het ideale platform voor de zoekende, persoonlijke stijl die Montaigne kenmerkt, en die ook Vernon hanteert. Hij vermengt persoonlijke anekdotes met tekstanalyses van de klassieke filosofen, maakt uitstapjes naar film of muziek en eindigt met een conclusie die hoogstens voorlopig is. Dat maakt Een beetje geluk met filosofie tot een toegankelijk filosofisch werk.

In kort bestek weet Vernon echter grote vragen op zo’n manier uiteen te zetten dat je haast meer tijd kwijt bent met het nadenken over wat je net hebt gelezen, dan met het lezen zelf. De toegankelijkheid is in die zin bedrieglijk. Hier geen heideggeriaanse neologismen, kantiaanse tangconstructies of derridaiaanse raadselachtigheid, Vernons stijl is zonder moeite te volgen. Maar wat hij schrijft werpt je terug op de grondslagen van wie je bent en wat je denkt. Het raadselachtige citaat van Jacques Derrida – ‘Een geschenk is iets waar je niet dankbaar voor kunt zijn’ – legt hij bijvoorbeeld uit in drie pagina’s via verwijzingen naar cadeaus bij het Chinees Nieuwjaar en de rol van wederkerigheid in vriendschap. Na lezing begrijp je Derrida’s citaat én de beperking ervan. Dat is knap.

Gedachte-experimenten gefileerd

De mooiste stukken staan in het deel over ‘Het onderzochte leven’. Nummer 32 bijvoorbeeld. Via David Hume fileert Vernon het gebruik van gedachte-experimenten als methode om ethiek te bedrijven. Iedereen kent die flauwe dilemma’s die ook geliefd zijn in Hollywood: moet je een boot vol onschuldige burgers laten ontploffen als je daarmee een miljoenenstad kunt redden van de ondergang? Vernon is stellig:

Ethiek, wanneer zij wordt geponeerd als rationele beslissingen die stapsgewijs worden genomen, is nauwelijks ethiek te noemen. Op het moment suprême laat de rede ons in de steek. Zoals David Hume het geestig uitdrukt: ‘Het is niet in strijd met de rede om de vernietiging van de hele wereld te verkiezen boven het krabben van mijn vinger.’ Het punt is dat de werkelijke taak van ethiek het hele leven moet omvatten, want ethiek is niets waard als het niet gaat over het grote project van hoe we moeten leven. (…) Ethiek is leven in zijn geheel; ethisch denken is een manier van leven.

Als ik dit op een weblog tegenkwam zou ik erg benieuwd zijn naar de comments. Aan het weblogkarakter van dit boek kleven ook nadelen. Zo blijft het een verzameling korte stukken die niet echt een geheel vormen. De essays vormen een netwerk, zou je kunnen zeggen, maar dat is op papier niet tot leven te wekken. Door ze toch onder te verdelen in thematische afdelingen, wordt de suggestie gewekt van een zinvolle opzet. Een ander nadeel hangt hiermee samen: er is geen noodzaak dit boek in één keer van a tot z uit te lezen. Met een lelijk woord zou je zeggen dat de urgentie mist. En ja, ook in de filosofie mag je dat toch wel verlangen?