Muziek / Achtergrond
special: Interview Nik Kaloper / the Jezabels

Opvallende nuchterheid bij groots klinkende band

.

De Australische band the Jezabels combineert op natuurlijke wijze complexe songstructuren en zeer bombastische muziek met aanstekelijke popmelodieën. 8WEEKLY stelde de band enkele vragen over deze bijzondere combinatie. Natuurlijk vroegen we ze ook naar hun optreden op zondag 25 maart in Paradiso.

Drummer Nik Kaloper geniet hoorbaar van het succes van de band als we hem telefonisch spreken. Hij praat honderduit over de aanstaande tour en hun debuutalbum. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk en resulteert in een geanimeerd gesprek met de slagwerker van een gedreven band.

~

De nummers op jullie nieuwe album Prisoner zijn qua productie zeer episch en groots te noemen. Was dit een bewuste keuze of is dit zo geëvolueerd tijdens het schrijfproces?
‘Dit was min of meer een bewuste keuze. We hadden voordat we de studio in gingen al het idee dat we wilden kijken hoe ver we konden gaan met de sound. Gelukkig hebben we een producer die zelf in een black metalband speelt, dus die weet wel van wanten als het aankomt op het maken van een overweldigend geluid, haha. We wilden gewoon kijken hoe theatraal we het allemaal konden maken. Om eerlijk te zijn weet ik niet of het overweldigend of een tikje belachelijk is, maar in de opzet zijn we zeker geslaagd, haha!’

Wat vind je eigenlijk leuker om te doen, in de studio werken en perfectie nastreven of live spelen en de energie van een enthousiast publiek ervaren?
‘Dat is erg lastig om te zeggen, want beide dingen geven een ander soort beloning. Het mooie aan in de studio spelen is dat je honderd takes kunt doen van een bepaalde partij, tot je precies die perfectie en die sound hebt die je zocht. Aan de andere kant is een liveoptreden een momentopname, waar je je hoofd helemaal in kunt verliezen en echt kunt opgaan in dat moment. Eigenlijk vullen ze elkaar dus perfect aan. Ik zou niet zonder een van beide kunnen.’

Jullie nummers zijn qua opbouw vaak behoorlijk complex, en qua productie hebben jullie ook het maximale uit de studio gehaald. Hoe vertalen jullie dit naar jullie liveoptredens?
‘Pure trucage, smoke and mirrors, haha. Het is inderdaad zo dat we niet dezelfde technieken tot onze beschikking hebben op het podium als in de studio. We proberen het gebrek aan sonische kracht live op te vangen door een stukje presentatie toe te voegen die je op een album niet kwijt kunt. Ook benaderen we live de liedjes gewoon anders. We hebben zelfs na het opnemen van de plaat speciaal gerepeteerd om te kijken hoe we de nummers in een livesetting konden brengen. We proberen dus niet de plaat na te spelen, maar geven gewoon een andere interpretatie van het materiaal.’

~

Jullie muziek is lastig te omschrijven. Het album begint met een monumentaal klinkend kerkorgel en laat niet veel later een aanstekelijke popmelodie horen. Is het een bewuste keuze om zo eclectisch te klinken?
‘Dat is niet echt een bewuste keuze. Wat wel een goede verklaring is, is dat alle bandleden een andere achtergrond hebben en dat we vrij democratisch werken tijdens het schrijven van liedjes. Je kunt soms duidelijk horen wie zijn stempel op een nummer heeft gedrukt. Als het bijvoorbeeld vol zit met tegendraadse ritmes is de kans groot dat ik daar iets mee te maken had, haha. We starten altijd met een idee en gaan daar vervolgens zo vrij en speels mogelijk mee om. Maar het is niet zo dat we denken “kom, nu gaan we eens een operetesk nummer van vijf minuten schrijven”.’

Kijken jullie ernaar uit om op 25 maart in Amsterdam te spelen?
‘Jazeker, heel erg zelfs. We hebben vaker in Nederland gespeeld en dat is altijd erg goed bevallen. Het publiek is altijd erg enthousiast en vriendelijk, en dat werkt zeer motiverend. Daarnaast is het opvallend dat er in Nederland bij de zalen waarin we spelen vaak een expertise en technische kennis aanwezig is die in andere landen nog weleens ontbreekt. Dat maakt onze taak een stuk makkelijker en een stuk leuker!’

~

Stel, een enorm mainstreamsucces is mogelijk, maar dan zou er wel iets aan de complexiteit en ontoegankelijkheid van de liedjes moeten veranderen. Zou je zo’n concessie qua songwriting overwegen?
‘Ik denk niet dat we dat zouden doen. Mensen vinden het vaak snobistisch als je zegt dat je graag zo eerlijk mogelijk naar jezelf toe bent, maar dat is onzin. Het geeft gewoon een ontzettende bevrediging om authentiek en compromisloos bezig te zijn! Als we de muziek zouden maken die we nu maken en er zou niemand naar luisteren, dan zouden we wellicht wel ijdel genoeg zijn om een andere richting op te gaan. Er komen nu echter genoeg mensen en dat geeft een enorme voldoening. Als we door te doen wat we nu doen een stadion vol kunnen krijgen zou dat fenomenaal zijn, maar we zouden er niet snel concessies voor doen!’

Zie je de band in de nabije toekomst een andere weg inslaan dan waar jullie nu mee bezig zijn?
‘We zijn er niet mee bezig om bewust een andere kant op te gaan met de band, maar ik kan me wel voorstellen dat we op een volgende album iets anders gaan klinken. Als je de ep’s die we hebben gemaakt en het album in chronologische volgorde beluistert, dan valt het op dat de muziek steeds epischer wordt. Als we die trend door zouden zetten zouden we op een nieuwe plaat weleens ridicuul kunnen klinken, haha. Het zou dus best kunnen dat we op een volgende plaat het allemaal iets soberder en kleiner gaan houden. Aan de andere kant zijn we vier mensen die elkaar goed kennen, zowel persoonlijk als muzikaal. Echt hele drastische veranderingen qua geluid voorzie ik dus niet.’

Live in Nederland:
25 maart 2012: Paradiso, Amsterdam (uitverkocht)