Film / Films

Voer voor de fans, oordoppen voor de neutrale toeschouwer

recensie: One Direction: This Is Us

Vorige week vond de wereldwijde voorpremière van One Direction: This Is Us plaats, inclusief rode loper première. Ondergetekende aanschouwde de film die morgen in première gaat vanuit de lokale bioscoop. Een sfeerverslag.

Samen met Ashley (een 21-jarige fan van Harry Styles en altijd op zoek naar iemand die kleiner is dan haar 1.56) heb ik 3,5 uur kunnen ‘genieten’ van de mannen van One Direction. Harry Styles, Niall Horan, Louis Tomlinson, Zayn Malik en Liam Payne hebben vrijwel direct na hun eliminatie uit de Britse X-Factor van 2010 een sterrenstatus bereikt die zijn weerga niet kent. Een wereldtournee van maar liefst 140 shows volgde en tijdens deze tournee is het nodige beeldmateriaal opgenomen. Nu zijn deze beelden gebundeld en worden ze onder het mom van een documentaire vertoond. Een commerciële exercitie, of toch misschien de moeite?

~

Ashley kon haar lol op. Zo zag ze Harry Styles op het grote doek en bijna iedereen was kleiner dan 1.56. Het publiek bestond namelijk uit meisjes tussen de tien en vijftien jaar. Dat meisjes van boybands houden is van alle tijden en mij wel bekend. De docu zelf refereert zelfs nog naar de Beatlemania uit de zestiger jaren. Mij minder bekend is het oorverdovende, hoogfrequente kabaal – ook wel krijsen genoemd – dat deze meisjes kunnen produceren als een van hun idolen in beeld komt. En die situatie deed zich nogal eens voor. Gelukkig werd er af en toe ook meegezongen met een liedje. Normaal heb ik daar een hekel aan, maar nu kwamen die momenten als een ware bevrijding.

Monsters, Beliebers en Directioners 

Je bent binnen als je fans zich verenigen onder een naam. Ze nemen als het ware een identiteit aan, waardoor ze boven gemiddelde fans uitstijgen. Zo zijn er ‘monsters’, ‘beliebers’ en in dit geval ‘directioners’. Voordeel van zo’n schare fans is dat ze niet bepaald kritisch zijn, iets dat wel bleek tijdens de rode loper première. Anderhalf uur kijken naar een boyband die handtekeningen uitdeelt is saai, maar daar denken directioners dus anders over. Zet Harry Styles anderhalf uur op een krukje terwijl hij zo nu een dan een knipoog richting de camera geeft en het is goed. Koren op de molen van producent Simon Cowell, wiens vermogen evenredig groeit aan de populariteit van One Direction. Dit jaar alleen al harkte Cowell zo’n 95 miljoen dollar bij elkaar.

~

Dat de fans met weinig genoegen nemen is terug te zien in de documentaire. Voor een documentaire die This Is Us heet, kom je bijzonder weinig te weten over de mannen. Liam wilde eigenlijk brandweerman worden en natuurlijk zijn de mannen zo lekker gewoon gebleven, maar achtergronden, liefdesperikelen en persoonlijke ideeën blijven achterwege. Begrijpelijk dat Harry niet over zijn escapades praat in het bijzijn van miljoenen 14-jarigen, maar toch.

Ode aan de fans

De ene helft van de documentaire bestaat uit een live registratie van een concert – in spectaculaire 3D – en de andere helft zijn met name beelden opgenomen tijdens de tournee. Hotelkamers, beetje lol trappen voor het optreden en uiteraard beelden van de uitzinnige meisjes. Meest opvallend zijn de constante verwijzingen naar de fans. Zowel tijdens de rode loper première als in de film wordt voortdurend gerefereerd aan de fans en aan het feit dat zonder de fans One Direction niet had bestaan. One Direction cijfert zich weg, zoals een spits na een hattrick het belang van het team benadrukt.

En daarmee doen ze zichzelf toch iets te kort, deze mooie jongens uit het Verenigd Koninkrijk. Want die liedjes zijn behoorlijk catchy, de clips lekker zomers en het opgenomen concert klinkt goed en oogt gelikt. Ze hebben een goede band, grootse lichteffecten en de poprock knalt uit de speakers. De concertregistratie is zeker de moeite waard, maar de interviews en achtergronden vallen tegen. One Direction: This Is Us blijft steken als ode aan de fans.

Wim: 2.5

Ashley: 5.0

Film / Films

Metafictie versus hack&slash

recensie: This Is the End

De geslaagde komedie This Is the End is de zoveelste film deze zomer waarin het einde der tijden nabij is. De hoofdrol is dit keer echter niet weggelegd voor wetenschappers of actiehelden, maar voor Seth Rogen en Jay Baruchel zelf.

Metafictie, de stijlfiguur waarbij een boek of film bewust verwijzingen naar het betreffende medium opvoert, is niets nieuws. Zo koos Julia Roberts’ personage Tess er in Oceans Twelve voor zich te vermommen als Julia Roberts en blinkt televisieserie Supernatural uit in meta-afleveringen, waaronder eentje waarin de twee hoofdrolspelers in een parallel universum terechtkomen waar ze acteurs blijken te zijn in een televisieserie. Dat verbleekt allemaal bij This Is the End, waarin regisseurs Seth Rogen en Evan Goldberg zoveel mogelijk acteurs hebben opgetrommeld voor een cameo… als zichzelf!

Daar is-ie weer… de Apocalyps

~

De film is een uitgebreide versie van de korte komedie Jay and Seth Versus the Apocalypse uit 2007. Jay Baruchel (How To Train Your Dragon, Tropic Thunder) zoekt zijn oude maatje Seth Rogen op in Los Angeles voor een ouderwetse sessie vol videogames, afhaalpizza’s en wiet. Hij is niet erg enthousiast wanneer Rogen hem overhaalt naar de  housewarming van James Franco te gaan, vooral omdat hij daar verreweg de minst bekende acteur is. De meeste beroemdheden op het feestje – waaronder Rihanna, Michael Cera en Aziz Ansari – sneuvelen al snel wanneer zich halverwege de party een enorm gat opent in Franco’s achtertuin dat rechtstreeks naar het hellevuur lijkt te leiden. Her en der verschijnen blauwe lichtbundels die mensen opzuigen de hemel in, maar daar horen de feestgangers duidelijk niet bij.

Al snel blijven er slechts zes mannen over in het huis: James Franco, Jonah Hill, Seth Rogen, Jay Baruchel, Danny McBride en Craig Robinson, hetgeen een weg plaveit naar veel penishumor en het op de schop nemen van elkaars films. Nadat het illustere zestal alle deuren heeft gebarricardeerd met Franco’s kunstwerken vermaken ze zich aanvankelijk prima, onder andere door een sequel op te nemen voor de film Pineapple Express, de massa’s aanwezige drugs achterover te slaan en het enige aanwezige pornotijdschrift goed te gebruiken. Maar met een brandend Los Angeles op de achtergrond vermindert het aanwezige voedsel omgekeerd evenredig met de toename van het aantal rondvliegende bloedspetters (‘Geen zorgen, ze komen ons vast als eerste redden… we zijn acteurs!’).

Bier = sterren

~

Geen huis is heilig in This Is the End. Regisseur Evan Goldberg laat zich er trots op voorstaan dat hij elke acteur zover heeft gekregen een stuk van het script te weigeren, Franco en Rogen uitgezonderd. Hill is de meest optimistische happy camper ooit met verdacht veel feminiene maniertjes. Rogen krijgt er veelvuldig van langs voor zijn suboptimale rol in The Green Hornet. Natuurlijk haasten de acteurs zich in ieder interview te vermelden dat hun alter ego’s in de film groteske en gefictionaliseerde versies zijn van henzelf, maar ze weten stuk voor stuk verdomd goed te overtuigen. Samen met de Apocalyps loopt echter ook de humor meer en meer uit de hand; het aan te raden promillage om de bioscoop mee binnen te wandelen is dan ook minimaal 0,3. Per twee biertjes stijgt de sterrenwaardering met een halve punt.

Muziek / Concert

De nadagen van een lange zomer

recensie:

De 013 in Tilburg heeft een zomerprogramma samengesteld onder de noemer Endless Summer, met NoFX, Korn, Smashing Pumpkins, Wu-Tang Clan en Elvis Costello en vele anderen. Bad Religion is de voorlaatste act van deze zomer.

~

De avond begint met driemansformatie Skin Of Tears uit Keulen. Ze spelen een afwisselende set, waarbij ze met gemak meer dan tien nummers in een half uurtje stoppen, waaronder een cover van Don Henley’s ‘Boys of Summer’. Hoewel de zaal grotendeels leeg is en het publiek niet erg actief, heeft Skin Of Tears plezier in hun spel en zijn ze niet van plan zich ergens door te laten afschrikken. Wanneer de zanger zegt dat hij het volkomen begrijpt dat het publiek niet volenthousiast meedanst  – zou hij zelf ook niet doen, zegt hij –  vraagt hij ook om een beetje erkenning: laat het weten als je het goed vindt. De vraag wordt met applaus beantwoord.

~

De volgende band van de avond, het Nijmegense trio Bambix, draait al sinds 1988 mee in de Nederlandse punkwereld. De band is duidelijk ervaren en verzorgt een soepel en geroutineerd optreden. De nummers zijn energiek en technisch goed, maar nauwelijks verrassend. De inmiddels volgelopen zaal danst vrolijk mee, terwijl de liedjes onderling inwisselbaar worden. In vergelijking met Skin Of Tears is het een rustige show. Minder volgepakt met liedjes, minder springerig en muzikaal eenduidiger. Misschien is het de ervaring van Bambix die ervoor zorgt dat het wat saaier overkomt.

Punk in polo-truitje

~

betreft is het een uitstekend geslaagde avond. Door de keuze van liedjes wordt ook duidelijk dat Bad Religion een unieke stem heeft binnen het genre. En hoewel de band hun stijl door de jaren heen consequent vast heeft gehouden, klinkt geen enkel liedje als dertien in een dozijn. De uitstraling van de mannen op het podium is heel anders dan de reputatie van de band als punk-icoon. Bad Religion is al decennia een grootmeester in het genre, wat ook blijkt uit het grote aantal t-shirts met het logo van de band dat op festival en bij optredens opduikt. En bij een concert verwacht je de band eigenlijk niet in spijkerbroek en polo-shirt. Zanger Greg Graffin heeft een beetje de uitstraling van een geschiedenisleraar in een hobby-bandje, terwijl Mr. Brett (Gurewitz) in een skin-tight witte broek met bijpassend jasje zijn gitaar staat te bespelen. Ook al niet wat je er van verwacht. Maar uiterlijk zegt natuurlijk niets en Bad Religion kan rekenen op een enthousiast publiek. En terecht. Bad Religion laat zien waarom de band zo belangrijk en invloedrijk is.

Boeken / Fictie

Diepe val van grote hoogte

recensie: Julian Barnes (vert. Ronald Vlek) - Hoogteverschillen

‘Elk verhaal van liefde is een potentieel verhaal van verdriet’ concludeert Julian Barnes in zijn nieuwste boek Hoogteverschillen. Deze indrukwekkende verhandeling over het omgaan met verlies stijgt tot grote hoogte, waar slechts onpeilbare diepte wordt gevoeld.

Als in 2008 Barnes’ echtgenote na een kort en hevig ziekbed overlijdt, blijft de schrijver na dertig jaar huwelijk alleen achter. Hij verlaat zich op het enige wat hij kan: schrijven en zo proberen zichzelf tot uitdrukking te brengen in die eerste jaren na haar dood. Niet met een tranentrekkend egodocument maar – helemaal op z’n Barnesiaans – in een driedelige ode aan de liefde, verpakt in een subliem gevonden metafoor. 

Ruimte Gods
‘Je voegt twee dingen samen die nog niet eerder zijn samengevoegd. En de wereld is voorgoed veranderd.’ Met dat gegeven beschrijft Barnes hoe in de negentiende eeuw een van de bekendste ballonvaarders op het idee kwam de zojuist uitgevonden fotografie te gebruiken om de eerste luchtfoto’s te maken. Nu de ‘ruimte Gods’ eenmaal was gekoloniseerd kon men ook met behulp van het ‘oog Gods’ de wereld overzien. De sensatie van deze verbinding, en van de ballonvaart in het algemeen, claimt de schrijver als vergelijking met de liefde die hij in zijn voortijds afgebroken relatie heeft beleefd.

De opwinding van het opstijgen, de willekeur van de windrichtingen, de niet te beheersen snelheid en uiteindelijk de onbekende landingsplaats, het past allemaal in het liefdesvocabulaire van Julian Barnes. Zijn metafoor wordt ingeleid door een opmerkelijk hoofdstuk over een drietal ‘aeronauten’ die allen op hun eigen wijze per ballon het luchtruim exploreren: Fred Burnaby, militair en avonturier, Félix Tournachon, de latere luchtfotograaf Nadar en Sarah Bernhardt, gevierd actrice en thrillseeker. Het verband tussen deze ontdekkingsreizigers is de zucht naar het onbekende, de spanning van het betreden van een volledig ­­nieuwe atmosfeer. 

Verdrietwerk
In het tweede deel van Hoogteverschillen verhaalt Barnes van een fictieve liefdesaffaire tussen kolonel Fred Burnaby en Sarah Bernhardt. De robuuste vrijbuiter verliest zich compleet in de actrice, terwijl zij hem om de vinger windt en vervolgens achterlaat, aan het einde van de rij smachtende bewonderaars. Burnaby is een gebroken man, hij zoekt zijn heil in het avontuur en vindt de dood in een verre oorlog.

Het laatste hoofdstuk is gereserveerd voor het verdriet. De schrijver is weer ‘geland’ en heeft met de twee voorgaande delen willen aangeven dat wie diep valt, eerst tot grote hoogte moet zijn gestegen. Nu is het zijn beurt en geeft hij in het resterende deel van Hoogteverschillen uiterst minutieus weer wat er zoal gebeurt als je behept bent met een dramatisch verlies. Verdrietwerk noemt hij dat:       

Het is onbetaald en toch geen vrijwilligerswerk; het is zwaar, toch is er geen opzichter; het is vakwerk, toch is er geen leerschool. En het valt moeilijk te zeggen of je vooruitgang boekt, of wat je vooruit zou kunnen helpen.

Op de tast
Het is dat Julian Barnes zo verrekte mooi kan schrijven, anders zou je deze finale als te algemeen of zelfs obligaat kunnen beschouwen. Groot verdriet heeft nu eenmaal zijn vertrouwde tentakels. Ja, je zou het gemis wel van de daken willen schreeuwen, inderdaad, je ziet nauwelijks perspectief meer en zeker, goede vrienden hebben soms de neiging het onderwerp bewust te mijden. Zelfs de gedachte aan zelfmoord is bij erkende verdrietwerkers geen bijzonderheid.

Maar Barnes houdt maat en brengt gedecideerd zijn meest persoonlijke gevoelens onder woorden. De verfijning die hij toevoegt om zijn gedachten te specificeren is – zoals in al zijn boeken – ongeëvenaard. Op geen enkele wijze is hij op zoek naar de gemakkelijke emotie maar probeert hij juist zijn immense verdriet op de tast te kanaliseren.

Net als met alle ‘door verdriet overmanden’ komt het ook weer goed met Julian Barnes. In zijn slotzinnen laat hij ons achter met de opluchting van een tijdelijk stilgevallen ballonvaarder: ‘Het enige wat er is gebeurd, is dat ergens – of nergens – vandaan een briesje is opgestoken en dat we weer in beweging zijn gekomen.’

Boeken / Fictie

Gebrek aan relevantie

recensie: M. Agejev (vert. L. Becht) - Roman met cocaïne

In Roman met cocaïne geeft de jonge Rus Vadim Maslennikov de lezer een inkijkje in zijn troosteloze leven. Het verhaal achter de roman is echter interessanter dan de roman zelf.

Toen Roman met cocaïne in de jaren tachtig naar het Frans werd vertaald, nadat het ooit in 1934 in een obscuur Russisch migrantentijdschrift was verschenen, werd gedacht dat de grote Vladimir Nabokov (schrijver van onder andere Lolita) achter het pseudoniem M. Agejev schuilging. In werkelijkheid bleek ene Mark Levi de eigenlijke schrijver te zijn, die het manuscript vanuit Istanbul naar Parijs gestuurd had. De Nederlandse vertaling kwam voor het eerst uit in 1984 bij Het Spectrum. Dit jaar besloot Van Gennep het boek opnieuw uit te geven.

Degelijk
Waarom ook niet? Een link met Nabokov, ook al is het maar een halve link, maakt mensen altijd nieuwsgierig. En dan is er ook nog het verhaal zelf dat op het eerste gezicht tot de verbeelding spreekt. Een Russische jongeman raakt na zijn middelbare schooltijd verslaafd aan cocaïne en beschrijft zijn ervaringen van intense pijn en intens geluk onder invloed van de drug.

Daar kan toch weinig mee misgaan, zou je denken. In zekere zin is dat ook zo. Roman met cocaïne is een degelijke roman. Hoofdpersonage Vadim beschrijft zonder poespas achtereenvolgens zijn leven als scholier, als afgestudeerde en als cocaïneverslaafde. Zijn tijd op school kenmerkt zich vooral door de constante strijd waarin zijn vrienden verwikkeld zijn om de meest intelligente leerling van de klas te worden. Eenmaal geslaagd ontmoet hij tijdens zijn vakantie zijn grote liefde Sonja. Als Sonja Vadim de bons geeft, grijpt hij naar de cocaïne die hem al snel nog verder doet afglijden.

Maar de echte rode draad is het egoïsme van Vadim. Hij gaat naar bed met een meisje, terwijl hij weet dat hij haar kan besmetten met zijn ziekte en neemt al het zuurverdiende spaargeld van een kamermeisje aan, zodat hij zelf ’s avonds uit kan gaan. Alsof dat allemaal nog niet erg genoeg is, jat hij geld en de meest waardevolle bezittingen van zijn moeder, die hij er zo slecht vindt uitzien dat hij haar straal negeert als ze elkaar op straat tegenkomen.

Snel en makkelijk te vergeten
Het gedrag van Vadim begint steeds meer te irriteren naarmate het verhaal vordert. Het is echter niet zijn gedrag dat het grootste probleem van de roman vormt. De grote zwakte is vooral het feit dat Vadim geen enkele ontwikkeling doormaakt. Zijn omgeving verandert een paar keer drastisch, maar zelf verandert hij niet. Niets, noch de breuk met Sonja, noch zijn cocaïneverslaving is in staat om een verandering in Vadim teweeg te brengen. Het maakt de roman ongeloofwaardig en irrelevant.

Roman met cocaïne is niet slecht geschreven en ook het verhaal op zich is niet oninteressant. Het grote probleem is echter het gebrek aan relevantie. Roman met cocaïne leest snel en gemakkelijk weg, maar is even snel en gemakkelijk weer vergeten.

Boeken / Kunstboek

De getemde natuur op foto

recensie: Sebastian Mölleken - Tagebau / Ursula Böhmer - All Ladies

.

Sebastian Mölleken en Ursula Böhmer zijn Duitse fotografen met een overeenkomstige fascinatie: ze zien de invloed van de mens op de natuur als iets positiefs. De boeken Tagebau en All Ladies werpen beide de vraag op of het eigenlijk erg is dat de mens de natuur temt.

De landschapsfotografie uit Tagebau laat de maakbaarheid van onze omgeving zien. Tagebau, of dagbouw, is een vorm van mijnbouw waarbij het landschap door de manier van ontginning in grote mate wordt aangetast, dit in tegenstelling tot de zogeheten gesloten mijnbouw. Sebastian Mölleken fotografeerde deze vorm van mijnbouw in Duitsland en legde het effect op de omgeving vast. Hij presenteert de mijnen als een schone lei waar complete rust heerst. Een unieke plek waar de destructie van de natuur plaatsmaakt voor een artificiële woestheid.

De menselijke hand in de natuur wordt ook goed geïllustreerd door het gedomesticeerde dier, waarvan de koe een herkenbaar voorbeeld is. Voor All ladies fotografeerde Ursula Böhmer koeienrassen en markante beestenkoppen uit de Europese Unie. Parlementariërs en bestuurders in Brussel hadden de Europese identiteit niet treffender kunnen visualiseren.

All Ladies. Foto: Ursula Böhmer

All Ladies. Foto: Ursula Böhmer

Je zou verwachten dat de foto’s vooral een leuke gimmick zijn, maar de zwart-witte portretfoto’s van de koeien werken in All Ladies heel aanstekelijk. Als een echte boer kijk je naar de individuele dieren. De kracht van het boek schuilt in de geposeerde stijl van de fotoserie. Niet het human interest verhaal over het boerenleven wordt verteld, maar alleen de identiteit van de koeien krijgt de ruimte van Böhmer. Wanneer de Klara’s en Bertha’s recht in de camera kijken, blijken ze een stuk gracieuzer dan wanneer je ze in het voorbijgaan in de wei ziet staan.

Fotografe Ursula Böhmer startte haar carrière met architectuur en landschapsfotografie, maar inmiddels is de koe haar belangrijkste onderwerp. Zij verheft het portretteren van de koe tot ware kunst doordat er sprake is van direct oogcontact met de dieren. De kijker verwondert zich over wat zich mogelijk afspeelt in de belevingswereld van het beest. Door deze stijl van documentairefotografie creëert Böhmer een reflectieve, haast tastbare ervaring van de natuur. Natuur die door de mens eerst beteugeld en daarna vastgelegd is.

Sebastian Mölleken Tagebau • Verlag Kettler • 3.5 sterren • 144 pagina’s • 34,90 euro • ISBN 978-3-862-06181-5

Ursula Böhmer • All Ladies • Kehrer Verlag • 4 sterren • 128 pagina’s • 39,90 euro • ISBN 978-3-868-28334-1

Boeken / Fictie

Op bezoek in Loserville

recensie: Johan Bordewijk - Zwerfvuil

Gelukkig geven uitgeverijen ondanks deze matige tijden nog steeds onbekende schrijvers een kans om een verhalenbundel te publiceren. Het is dan jammer dat sommige daarvan, zoals Zwerfvuil, niet aan de verwachtingen voldoen.

Na zijn debuutroman Morgen vlieg ik terug uit 2012 besloot Johan Bordewijk het te proberen met een verhalenbundel. Zwerfvuil bevat 18 korte verhalen, het merendeel tussen de 1000 en 2000 woorden, met als gemeenschappelijk thema ‘het leven van alledag’. Bordewijk vertelde in een interview voor veel verhalen uit zijn eigen leven te putten en andere te baseren op een krantenbericht, zoals ‘Anne alleen’, waarin een peuter bezwijkt aan de hitte in een auto. Het bericht op nu.nl zorgde vorig jaar voor veel ophef, maar Bordewijk wijdt maar vier pagina’s aan het verhaal, niet genoeg om de situatie uit te diepen.

Een ander verhaal, ‘Twee paarden’, baseerde hij op een ‘lelijke eend’, een deux chevaux, die bij hem in de straat uitbrandde onder de carport. Hij filosofeert wat de betekenis was van de auto en maakt het tot een emotioneel beladen voorwerp, dat de hoofdpersoon doet terugdenken aan de tijd waarin hij zijn ex-vrouw ontmoette.

Trutten in kleine truitjes

Voor het prototype Vinex-wijkbewoner bevatten de verschillende belevenissen van moeders, vaders, verslaafde broers en losgeslagen kinderen wellicht een grote mate van herkenbaarheid; een ander standpunt is dat de verhalen in Zwerfvuil vooral vallen in de categorie ‘dertien in een dozijn’. Bordewijk probeert krampachtig zijn overwegend passieve personages onderscheidende karaktertrekken mee te geven, maar daarvoor zijn de verhalen simpelweg te kort.

Puber Alain meet zich in ‘Twee paarden’ bovendien ouderwetse en geforceerde zinsnedes aan als ‘Die meiden, die trutten, stonden ons met hun kleine truitjes en strakke broeken op te geilen’ en ‘Eindelijk mocht ik van pa alleen met Bas de stad in. Wel vet, dat het mocht.’ Andere archaïsmen, die de roestbruine theepot uit grootmoeders tijd op de omslag matchen, zoals ‘heur haar’ en ‘gluiperd’, doen weinig voor de leesbaarheid van het boek. De lezer krijgt zo een rondreis in Loserville. In ‘Bert schrikt’, een verhaal over een mentaal gehandicapte, is de simplistische gedachtegang van de desbetreffende Bert meer ergerlijk dan empathiebevorderend. Zinsneden en het leesniveau vallen helaas beneden het kaliber ‘literatuur’:

Even later schrikt Florianne wakker van Tibor. Het mannetje staat bij haar stoel. Net te laat ziet ze de mangoresten aan zijn vingers. Verdorie, een veeg op haar jurkje. Ze duwt de peuter opzij, beent naar binnen en poetst de vlek weg. Evengoed is het met zorg gekozen, weinig verhullend kledingstuk verpest door die koter.

Stroef

Bordewijk gebruikt veel schrijftechnieken die in de juiste handen tot een prachtige spanningsboog leiden, maar ongepolijst niet werken. Zo probeert hij eenheid te creëren door personages in meerdere verhalen terug te laten komen, in het ene verhaal als hoofdpersoon, in het volgende als bijpersoon. Een interessant idee, maar doordat de personages weinig worden uitgediept en ze in hun tweede verhaal vaak slechts in een of twee regels worden genoemd komt het niet uit de verf. In ‘Mens erger je niet’ weet de auteur binnen tien pagina’s van perspectief te wisselen tussen een winkeleigenaar, zwerver Hubert, zijn broer Lambert, een agent en een niet nader benoemd persoon die controles uitvoert onder zwervers. Bovendien geeft hij voor de geoefende lezer te veel informatie weg op de eerste pagina, zodat er weinig te raden overblijft.

Toegegeven, Bordewijk weet emoties op te roepen met zijn roman, maar dat zijn vooral gevoelens van onbehagen en ergernis, zoals wanneer een meisje de gehandicapte Bert verleidt zijn hand op haar bovenbeen te leggen, hem er vervolgens van beschuldigt een viezerik te zijn en spoorslags haar vader haalt om hem in elkaar te timmeren. Zwerfvuil weet te raken, maar niet op de juiste manier. Nu kwam de zeer vruchtbare schrijverscarrière van F. Bordewijk, Bordewijks beroemde voorvader, eveneens langzaam op gang. Misschien zit het in de genen.

Film / Films

Een goed jaar voor Woody Allen

recensie: Blue Jasmine

Sinds 1982 brengt Woody Allen jaarlijks een film uit. Je kan de klok erop gelijk zetten. En dit jaar is een goed jaar.

Jasmine (Cate Blanchett) is gelukkig en heeft alles wat haar stenen hartje begeert. Ze leeft een luxueus leven, wordt verwend door manlief Hal (Alec Baldwin) en doodt de dagen met hangen in het zwembad onder het genot van een cocktail. Werken doet ze niet, neerkijken op het gepeupel wel.

Hal blijkt echter niet zo’n toffe vent als hij doet voorkomen. Zijn gladde praatjes verdoezelen veel, maar wanneer de FBI hem oppakt voor grootschalige zwendelpraktijken, moet Jasmine van het ene op het andere moment op eigen benen staan. En daar is ze niet zo goed in. Ze wordt gedwongen bij haar zus Ginger (Sally Hawkins) in te trekken, een persoon die Jasmine nog niet zo lang onder het kopje ‘gepeupel’ schaarde. Dat Hal het vermogen van Ginger en haar toenmalige man Augie (Andrew Dice Clay) heeft doen verdampen met zijn malafide investeringen is voor Jasmine geen issue, maar daar denken anderen anders over.

Familiedrama’s en affaires

~

Het omvangrijke oeuvre van Woody Allen kenmerkt zich door familiedrama’s in alle soorten en maten. Vaak zijn het affaires die ten grondslag liggen aan het drama. De films blijven echter luchtig en vervallen zelden in louter doffe ellende. De mix van humor en drama – beide aspecten komen in Allens goede films volledig tot hun recht – is wederom op prachtige wijze aanwezig in Blue Jasmine, absoluut een van zijn betere films.

Blue Jasmine draait volledig om Jasmine. Andere castleden vervullen (vaak komische) bijrollen en kennen, afgezien van de naïeve Ginger, geen subplots. Waar vaak in voorgaande films allerlei verhalen door elkaar heen lopen, kiest Woody Allen dit keer bewust voor een hoofdpersoon met een verhaal. Het feit dat Cate Blanchett gecast is als Jasmine is goud.

Cate Blanchett steelt de show

Cate Blanchett zet een machtige rol neer als neerbuigende, egoïstische en neurotische ‘trophy wife‘. Ze houdt niet op met praten over Hal (‘Hal always used to…’) en zelfs wanneer er niemand in de buurt is praat ze hardop in zichzelf. Jasmine zoekt haar toevlucht in leugens, glazen sterke drank en luxeartikelen, maar wordt snel gedwongen te werken. In aanraking met de alledaagse realiteit komt ze echter nooit, daarvoor heeft ze te lang in weelde geleefd en is haar werkelijkheid te bekrompen.

~

Tot aan het einde toe blijft Jasmine boeien. Dat is knap, want van een aimabel karakter is weinig sprake. Cate Blanchett speelt echter zo fascinerend en naturel, dat je met haar te doen hebt. Ook opvallend is dat hoe slecht Jasmine er ook aan toe is, ze altijd een bepaalde aantrekkingskracht blijft houden in haar mantelpakjes van Chanel en met tasjes van Vuitton. Cate Blanchett is zelfs mooi als ze een emotioneel wrak is. Het is maar weinigen gegeven.

Naast Cate Blanchett valt er te genieten van het niet-chronologisch vertelde verhaal en de mooie, melancholische muziekjes zoals Blue Moon, het liedje dat Jasmine op het lijf geschreven is. Woody Allen levert dit jaar een klein meesterwerkje af, net zoals hij dat twee jaar geleden ook al deed met Midnight in Paris. Momenteel filmt hij zijn film voor 2014, al zal dit jaar overtreffen nog een hele opgave zijn.

Boeken / Fictie

Grillig boek over grillig Milaan

recensie: Giorgio Faletti (vert. Marieke van Laake) - De vrouwenverkoper

Bravo probeert als pooier in Milaan zijn hoofd boven water te houden. Wanneer er een bloedbad plaatsvindt op een seksfeestje van een vooraanstaand politicus, valt de verdenking op hem. Dan blijkt dat hij niemand kan vertrouwen en op zoek moet naar de waarheid.

Vanaf de eerste bladzijde windt Giorgio Faletti er geen doekjes om. Het karakter Bravo, vanuit wiens perspectief het verhaal wordt verteld, introduceert zichzelf als volgt: ‘Ik heet Bravo en ik heb geen lul.’ Zo eerlijk en direct wordt Faletti hierna niet meer, want wat volgt is een onnavolgbaar, duister verhaal over de Milanese onderwereld.

Bravo is een succesvolle pooier, die zijn meisjes aan de rijke bovenklasse van Italië prostitueert. Hij heeft een aantal kennissen maar geen echte vrienden. Met zijn blinde overbuurman Lucio komt hij nog het dichtst in de buurt van vriendschap: elke dag dagen ze elkaar uit met het oplossen van cryptogrammen.

Bunga bunga

Wanneer Bravo een nieuw meisje onder zijn hoede neemt, lijkt dat een goede zet; Carla valt erg in de smaak bij de klanten. Maar de ochtend na het bloedbad tijdens het seksfeestje – de link naar de bunga bunga-feestjes van Berlusconi is snel gelegd – blijken alle aanwezigen gedood. Behalve Carla, zij is spoorloos.

De band tussen Bravo en vrouwen is bijzonder omschreven: vanwege een verboden relatie is hem zijn penis afgesneden. Dat hij seksueel nooit meer kan presteren weerhoudt hem er niet van zijn inkomen met vrouwen te verdienen. Zij blijven een belangrijke rol spelen in zijn leven. Naarmate het boek vordert wordt meer en meer uit de doeken gedaan over de gebeurtenissen die hem, letterlijk, hebben gevormd tot de man die hij nu is.

Desondanks is het moeilijk om grip te krijgen op het verhaal. Gebeurtenissen volgen elkaar in willekeurige volgorde op, waardoor je als lezer steeds weer moet opstarten. Dit haalt het ritme uit het boek en maakt het een cryptogram die je – net als Bravo en zijn overbuurman – moet oplossen. Het is een spannend verhaal, maar verliest zijn kracht omdat het op een te onduidelijke wijze wordt verteld.

Gebrek aan keuze

Dit is niet het eerste boek van Faletti; hij schreef eerder Ik dood en Ik ben God, die goed werden ontvangen. Het zijn zelfs bestsellers in Italië en worden mogelijk verfilmd. Faletti is echter niet alleen schrijver maar ook autocoureur, acteur, advocaat en reclameman. Het lijkt of hij teveel tegelijk wil, wat zijn weerslag vindt in De vrouwenverkoper. Faletti kan geen keuze maken in vertelwijze en flitst heen en weer tussen chronologie en in flashbacks, waardoor de samenhang ontbreekt. Bovendien worden de terugblikken slecht ingeleid.

De vrouwenverkoper is een goed verhaal, maar mist doortastendheid van de schrijver om het goed te vertellen.

Muziek / Achtergrond
special:

Lowlands 2013: de zondag

.


De kater wordt achtergelaten op de camping, en hoewel het rond een uurtje of één minder druk is dan op dezelfde tijd een dag eerder, loopt het terrein toch al aardig vol. Voor de echte vroege vogels is er in de ochtend al Tai Chi in de Lima, maar de meeste spieren worden pas een paar uur later warm gemaakt in de X-Ray. De energieke electropop van het in Stockholm gevestigde Kate Boy galmt uit de bunker. Met beatklappers als ‘Northern Lights’ en ‘In Your Eyes’ weten ze menig Lowlandsbezoeker uit hun brakke roes te halen. Hoewel Kate Boy ook niet op een wat later tijdstip had misstaan, krijgen ze de X-Ray flink aan het dansen op het toch nog vroege tijdstip.

Wegdromen met Kodaline, Mt. Wolf en Bonobo
In de Grolsch staan vlak na Kate Boy de mannen van Kodaline. Hoewel de slaap er net een beetje uitgedanst is, komt deze een beetje terug in de Grolsch. Niet dat de show slecht is, absoluut niet, maar de lieflijke songs met romantische teksten slaan nog niet echt aan in de halfvolle tent. Kodaline maakt prima muziek om nog even bij weg te dromen.

Mt. Wolf

Mt. Wolf

Dit geldt ook voor de droomfolk van Mt. Wolf in de X-Ray, de vervanger voor XXYYXX. Met gemakkelijke psychedelische elektronica en de sprookjesachtige stem van zangeres Kate Sproule brengt dit Engelse viertal de nogal weinige aanwezigen in vervoering. Vooral het nummer ‘Cry Wolf’ doet het goed. Omdat niet alles helemaal goed gaat (het geluid van de microfoon valt enkele keren weg) valt het op dat de leden van Mt. Wolf (nog) niet helemaal op elkaar ingespeeld zijn. Hoewel het hier en daar niet professioneel overkomt, is Mt. Wolf zeker een bandje met potentie.

Onderweg naar de Grolsch voor niemand minder dan Bonobo zien we bezoekers zichzelf inchecken bij een oranje paal van bedrijf Nedap met een speciaal Nedap polsbandje. Het Nederlandse bedrijf heeft zich dit jaar gevestigd op het festival met een speciaal doel: de mogelijkheid om door middel van een polsbandje met chip je vrienden terug te vinden op het festival. Hoewel de polsbandjes binnen no time op waren, zijn er veel bezoekers met een oranje bandje naast hun Lowlandspolsbandje. Ook bij Bonobo hebben tientallen bezoekers zich ingecheckt. De set van Bonobo met zang van Szjerdene moet er flink in komen. De meeste bezoekers wiegen nog net niet hun heupen op de dromerige dance van de Britse producer en zijn al gauw afgeleid van waar het eigenlijk om draait dat moment. De wat meer ritmische nummers slaan overduidelijk meer aan dan de rustige, experimentele dance.

Gitaarmuziek
Omdat de ogen toch echt open gehouden moeten worden, wordt de weg vervolgd naar een van de uiterste puntjes van het terrein: de Charlie. Hier staan de mannen van de Schotse indierock band Frightened Rabbit. De Charlie barst bijna uit haar voegen en al gauw blijkt dat deze sfeervolle tent aan het water te klein is voor de Schotten.

Noah and the Whale

Noah and the Whale

Midden in de set wordt er flink gedanst op ‘Old Old Fashioned’ en vol aandacht geluisterd naar ‘My Backwards Walk’ en de band kan hun geluk niet op. Hoewel de zang van Scott Hutchison niet altijd verstaanbaar is, blijft deze band een genot om naar te kijken en te luisteren. De band zal de volgende keer absoluut niet misstaan in een grotere tent, zoals de India. Net als Noah and the Whale zullen zij zeker de tent bijna vol krijgen. Noah and the Whale, die een paar jaar terug nog in de grotere Grolsch (!) stond, opent met een instrumentale versie van ‘Bohemian Rhapsody’ van Queen zonder dat ze daarbij zelf op het podium staan. De lichten en de muziek doen hun werk en mensen zingen enthousiast mee. Wanneer de band hun eerste nummer in zet, valt de karakteristieke stem van zanger Charlie Fink op. Zijn zware stem is perfect voor de lome nummers van de band. De folky popmuziek van de Engelsmannen is verder behoorlijk veilig met hier en daar een paar uitschieters, zoals het hitje ‘L.I.F.E.G.O.E.S.O.N.’ en de cover ‘Digital Love’ van Daft Punk. Kwalitatief zetten ze een goede show neer, maar gezien het dalende enthousiasme van het publiek lijken de gouden tijden van de band in Nederland toch echt een beetje voorbij te zijn.

De laatsten van Lowlands 2013
In de Bravo is het tijd voor een show met grote verwachtingen, die van James Blake. De tent staat afgeladen vol en het is er snikheet, maar iedereen is vol verwachting wanneer de snoeiharde bas van ‘I Never Learnt To Share’ in wordt gezet. De toon voor de rest van de show is gezet. Blake combineert perfecte, interessante elektronica met breekbare vocals en houdt gedurende zijn hele show alle ogen strak op zich gericht. Oké, na ‘Limit to Your Love’ gingen hier en daar wat mensen naar buiten, maar dat mag de pret niet drukken. Magische show.

~

Op het terrein staat richting de Pressbarn een opvallend interactief kunstwerk, ‘De Kop van Poetin’, met een hamer en een heldenmeter er naast. Degene die het hardst kan meppen voor de vrijheid is een superheld. Met op Poetin hameren voor de vrijheid van de medemens laat Lowlands zien achter de actuele acties tegen de controversiële uitspraken van de Russische president te staan. Dat scoort zeker punten. Na een verfrissend biertje in de Pressbarn staat Foals in de Grolsch op het programma, een van de betere indierockbands die geprogrammeerd staan in deze tent. Na een uitzinnig intro laat deze band zien dat ze live nog sterker zijn dan op de plaat. Wat opvalt is dat ze ook een stuk harder rocken, wat een aangename verrassing is. Een van de hoogtepunten is ‘Spanish Sahara’, een nogal rustig nummer dat in een hoogstaand muzikaal orgasme eindigt. Raggende gitaren, toch nog een ingetogen zanger Yannis Philippakis en een meer dan enthousiast publiek. De energieke band bedankt het dansende publiek ‘dat toch al drie dagen aan het feesten is’ en sluit af met het luide ‘Two Steps, Twice’, waarin met een uitgebreide instrumentale outro nogmaals duidelijk wordt gemaakt wat de mannen in huis hebben. Tijdens deze show zijn de beruchte (veel Poolse) festivalgangers die plastic bekers rapen voor het eerst ronduit vervelend. We stonden bijna vooraan en zelfs daar duwen ze je nog net niet aan de kant om met een lichtje op hun hoofd de grond af te struinen naar lege bekers. Foals is absoluut een van de hoogtepunten deze dag, misschien wel van het hele festival.

Bij Franz Ferdinand wordt er in de Alpha lekker verder gerockt. De band maakt meer veilige indierock dan Foals en dat is te zien aan het aantal bezoekers in de Alpha. De tent staat lekker vol en het publiek is klaar om te feesten met de Schotten. De ultieme knaller is, en blijft, het oude vertrouwde ‘Take me Out’. Het enthousiasme van de bandleden steekt het publiek aan om ook na deze hit te blijven dansen. De nieuwe single ‘Love Illumination’ wordt dan ook uiterst goed ontvangen en de avond lijkt voor het merendeel van de aanwezigen niet meer stuk te kunnen. Franz Ferdinand zet een solide en toegankelijke set neer en heeft alles tot in de puntjes uitgedacht. De band geeft door de kracht van de show al een soort afsluitend gevoel van de Alpha op Lowlands 2013, waar toch nog echt Nick Cave & the Bad Seeds moeten optreden.

Met The Knife als afsluiter van de Grolsch tent heeft het festival een interessante naam te pakken. Omdat zij eerder een nogal vreemde show weggaven in Paradiso in Amsterdam waren de verwachtingen nogal verschillend voor de set op Lowlands. Misschien dat de Grolsch daarom juist stampvol staat met belangstellende bezoekers. Hoewel de show wordt geopend, of eigenlijk wordt opgewarmd, door een opvallende mannelijke en schreeuwende verschijning (“Waarom in godsnaam?” staat op veel gezichten gedrukt) valt het optreden in alle opzichten behoorlijk mee. De dansers in de blauwe pakjes zijn zo gek nog niet, de vocals zijn prima en de show zit er in. Het is kwalitatief gezien zeker niet de beste act van Lowlands, ook al zou je dat met zo’n naam in het rijtje van de elektronische programmering misschien wel verwachten, maar interessant is het wel. Misschien is het rumoer rondom hun liveshows juist wel goed voor de act, je weet nooit wat je moet verwachten.

Met nog eerst een paar dansjes in de Hacienda, de vervanger voor de Groovetube waar deze avond voornamelijk dertigplussers met een cocktail in hun handen met de voetjes van de vloer gaan, sluiten we Lowlands 2013 af in de Bravo met TNGHT en Noisia. Benieuwd wat Lowlands 2014 ons gaat bieden!