Boeken / Fictie

Be the monster

recensie: Walter van den Berg - Van dode mannen win je niet

Het is zijn schuld niet. Het is de schuld van het zoontje dat gaat zitten janken, van diens moeder die haar liefhebbende blik afwisselt met een van angst. Of toch de schuld van de drank. Maar niet zijn schuld, dat niet.

De verteller van Van dode mannen win je niet richt zijn verhaal tot het zoontje, Wesley, van een van de vrouwen die hij heeft versleten, Dimphy. Het is geen verhaal dat om vergeving vraagt, of uitleg biedt, hoewel hij wel aangeeft wat de vrouwen allemaal fout hebben gedaan. Toch is vooral Wesley bij hem blijven hangen, staart hij nog steeds naar Wesley’s vroegere schoolplein en koopt hij elk computerspel dat Wesley jaren later maakt. Deze lijken allemaal gebaseerd te zijn op hem, met titels als ‘Be the monster’. Van den Berg, zo stelt de achterflap, heeft zelf in zijn jeugd te kampen gehad met een gewelddadige stiefvader, dus deze roman is zijn ‘Be the monster’.

Ik heb je gelukkig gezien
Dimphy heeft hem te snel aan Wesley voorgesteld. ‘Dat is niet hoe het hoort.’ Hij bleef langer bij Dimphy en Wesley voor hem – of door hem, beter gezegd. ‘…godverdomme, Wes, alles wat er later is gebeurd, als jij niet had zitten janken…  Ik bleef voor jou.’ En toch heeft hij geprobeerd goed te doen, dat laat Walter van den Berg’s roman ook zien. Hij koopt een caravan en ze gaan naar de camping zodat Wesley de deur uit komt. Ze gaan varen. Hij koopt cadeaus. Er zijn momenten van geluk en hoop. ‘Je was gelukkig, Wes. Een mens onthoudt nooit alles, maar dat heb ik voor jou onthouden; ik heb je gelukkig gezien.’

De manier waarop de roman is geschreven – gericht aan Wesley – is soms vervelend. Je deed dit, je deed dat, ik zei dit en jij zei dat. Toch werkt het wel, want die manier van schrijven voelt aan als de manier waarop de dronkenlap in het café praat, wat geheel van toepassing is op de verteller. Simpel taalgebruik, veel herhaling, veel zogenaamde wijsheden en bevelen. ‘Ze koos voor mij. Dat weet je, toch?’, vraagt hij Wesley. Dat is haar fout geweest, dat is eigenlijk wat hij Dimphy het meest kwalijk neemt. ‘En ik vroeg het haar toen: wat ben je voor moeder als je mij in je gezin toelaat? Wat ben je voor moeder?’

Een ongemakkelijke leeservaring
Het geweld zelf wordt ingeleid, maar hij neemt je nooit helemaal mee. Je ziet het aankomen, en dan gaat als het ware de deur dicht. Wesley was er zelf dan ook nooit bij als het zwart werd voor de ogen van de man zijn moeder sloeg. Deze manier van spanning opbouwen en er dan overheen stappen maakt van het lezen van de roman een ongemakkelijke ervaring. Je weet wat er telkens weer gaat gebeuren, en het voelt bijna gemeen naar de vrouwen toe om door te lezen, omdat ze door jouw verder lezen weer dat geweld moeten beleven. Die ongemakkelijke leeservaring heeft Walter van den Berg knap gecreëerd.

De verteller maakt geen persoonlijke groei door. De man komt niet tot inkeer, het enige wat verandert is dat hij telkens een nieuwe vrouw zoekt. Er is geen zelfreflectie, geen zielzoekerij. Maar toch zijn er genoeg momenten waaruit blijkt dat hij het anders had willen zien, dat hij er vooral voor Wesley had willen zijn. ‘Ik probeerde het nog, weet je? Ik probeerde nog sorry te zeggen (…). Ik begreep je niet, Wes. Ik deed m’n best voor je, maar ik begreep je niet.’ Wij begrijpen hem niet, en de vrouwen die bij hem blijven ook niet. Toch blijven we zelf ook, door verder te lezen. Misschien toch uit dezelfde hoop dat het beter wordt, of op z’n minst om te zien waar dit verhaal eindigt. Wat we in elk geval begrijpen is dat Walter van den Berg een knap staaltje schrijverschap heeft afgeleverd.

Muziek / Concert

Stand-in ‘St. Nicholas’ William Fitzsimmons pakt Bitterzoet in

recensie: William Fitzsimmons

.

Dat je genoeg kan hebben aan een baggy overall, een goede baard en een akoestische gitaar bewijst de eigenzinnige William Fitzsimmons. De link met Sinterklaas is door de immense baard vlot gelegd (dat merkt hij zelf ook op). Alleen heeft deze Sint geen zak met cadeautjes meegenomen, maar een uitgebreide set met prachtige nummers.Het einde van de show nadert en Fitzsimmons gooit er nog de nieuwe liedjes ‘Lions’ en ‘Sister’ in. Het zijn beide prachtige nummers, maar de laatste track op de setlist is de echte afsluiter: het passende ‘So This is Goodbye’, een – voor Fitzsimmons’ begrippen – wat meer uptempo nummer. Ook dit lied weet hij vol gevoel tot achter in Bitterzoet over te brengen. Hoewel het eigenlijk het laatste nummer van de set is en het publiek een kreet slaakt van teleurstelling, schudt Fitzsimmons de mensen even wakker: “Come on, you all know how this goes. I am leaving for one minute, but then I will be back for a couple of more songs, that’s how it goes!”.

Voor de toegift staan er wat oudere songs op de lijst, “a sort of Greatest Hits, haha”, geeft hij toe. Hij start met ‘Beautiful Girl’ op het podium, maar besluit de laatste twee nummers ‘After All’ en ‘Passion Pit’ midden in het publiek te doen, zonder enige versterking. De dromerige, zachte stem van Fitzsimmons is zo misschien wel op zijn mooist. Achter die grote mond en vooral grote baard blijkt toch een gevoelig ventje te zitten, wanneer hij tot slot zonder enige grappen of grollen het publiek van harte bedankt: “I am so glad that you’re all here on, for you, a celebration day. Drive home safe and happy St. Nicholas”. Voor een show als deze willen we Sinterklaas zeker even aan ons voorbij laten gaan. Pepernoten eten doen we later wel.

Muziek / Concert

The seventies revisited

recensie: Jonathan Wilson

.

Een paar jaar geleden was hij in Utrecht het voorprogramma van Wilco, nu is hij zelf de hoofdact. In een uitverkocht Tivoli de Helling neemt Jonathan Wilson ons mee terug in de tijd, zo lijkt het. De jaren zeventig revisited. Compleet met wierook, kralenkettingen, kapsels en brillen uit die tijd.

Omar Velasco, gitarist uit de band van Wilson, neemt nu het voorprogramma voor zijn rekening. Meteen wordt de toon voor die avond gezet. Goede zangstem en mooi gitaarspel. Helder klinken zijn melodieuze songs door de zaal, het publiek is muisstil. Over dit laatste is ook Velasco zelf verbaasd. Zijn optreden krijgt een warm applaus. We worden dan een half uur verder opgewarmd door opnames van psychedelische muziek die een kruising lijkt tussen het werk van Grateful Dead, The Electric Flag en Pink Floyd. Een zoekactie met Shazam levert echter niets op.

Ingetogen belichting
Wanneer alle wierookstokjes branden, komt Wilson met zijn band op het podium. Ze beginnen meteen met ‘Lovestrong’ van het nieuwste album Fanfare gevolgd door ‘Illuminations’. Praten is niet zijn sterkste kant, hetgeen ruimschoots wordt goedgemaakt door prima muziek. Pas bij het vierde nummer wordt de eerste aankondiging gedaan, ‘Dear Friend’, en maakt hij melding van zijn laatste album. Een ingetogen belichting maakt de show compleet, met kleuren die passen bij de muziek. Nooit krijgt het licht de overhand, het is de muziek waar het om gaat.

Naast muziek van Fanfare speelt Wilson ook diverse nummers van zijn eerste album, Gentile Spirit. Mooie songs, waarin veel ruimte genomen wordt om te improviseren. Breed uitgesponnen, maar geen moment is het saai of duurt het te lang. Live klinkt het nog beter dan op cd; nog dynamischer en helemaal af. Veel invloeden zijn te horen. Soms lijken Crosby, Stills, Nash en Young mee te zingen, dan weer hoor je de gitaar van David Gilmour en het orgel van Richard Wright. Maar nooit wordt het een kopie  Wilson maakt zijn eigen muziek.

West coast
Eén cover wordt vanavond gespeeld: ‘Angel’ van Fleetwood Mac, een nummer uit 1974. Ook nu is er weer veel ruimte voor improvisatie, dit keer voor Jason Borger op Hammondorgel, ondersteund door percussie van de andere bandleden. Volgens Wilson is de mooiste muziek gemaakt in de west coast in de periode 1967-1975. Op Fanfare doen veel iconen uit die tijd mee, zoals David Crosby, Graham Nash en Jackson Brown. Ook is hij bezig de eens zo vermaarde muziek scene in Laurel Canyon nieuw leven in te blazen. Waar dit alles toe leidt, hebben we vanavond kunnen horen.

Boeken / Non-fictie

Wat is er gebeurd en waardoor?

recensie: Frank Westerman - Stikvallei

Kameroen, 1986. Uit een groot meer rijst zo’n massa gif op dat niets rondom in leven blijft. Vele honderden dode mensen en dieren, maar zonder dat er sprake is van schade die zichtbaar is toegebracht. In Stikvallei zet Frank Westerman op een lange rij wat er sindsdien allemaal te berde is gebracht over mogelijke oorzaken en wat de feitelijke gevolgen waren.

Grote vraag voor de wetenschap was of er een vulkanische uitbarsting had plaatsgevonden of een ontploffing door kooldioxide die zich onder water verzameld had. De twee kampen, wetenschappers uit IJsland en VS versus uit Frankrijk, bleven onverzoenlijk tegenover elkaar staan. Van heel andere, ronduit mythische ordes is dat het water door evangelisten vergiftigd zou zijn, dat er sprake was van een aanslag of een biologische dan wel chemische wapentest, dat een naburige stam afgodsbeelden aanbeden had. Ook zou niet uit te sluiten zijn dat de Kameroense president, die liefst de hele ramp verdoezeld had, de Engelstaligen in zijn land had willen uitroeien. Weer anderen namen voor zeker aan dat de god Mawes door het stukslaan van een pythonei op de bodem van het meer een dodelijke stank verspreidde omdat er niet meer aan hem geofferd werd.

Natuur of mens?            
Mythisch van aard zijn ook de verbanden te noemen die gelegd werden met mogelijk soortgelijke rampen die eerder hadden plaatsgevonden, zoals de ontploffing in 1984 in een naburig meer en de uitbarsting van de Indonesische vulkaan Tambora in 1815. In 1979 waren op het Javaanse Dieng-plateau ook gave doden aangetroffen. Is de natuur in deze gevallen haar eigen gang gegaan of zit de mens erachter?

Omdat de toedracht van de gebeurtenissen in de vallei niet kon worden opgehelderd, tot op de dag van vandaag niet, worden er slagen naar geslagen van wel zeer uiteenlopende aard. Overlevenden van diverse komaf en religie, rivaliserende wetenschappers, journalisten, politici en missionarissen doen vanuit een variëteit van achtergronden en oogmerken hun duit in het zakje. De wirwar van feiten en veronderstellingen wordt in Stikvallei ongeveer letterlijk op de voet gevolgd. Westerman heeft er in de loop van de jaren heel wat voor afgereisd en tientallen mensen het naadje van de kous gevraagd.

Leentjebuur     
We zijn van Westerman al allesbehalve gortdroge non-fictie gewend, maar niet eerder speelde hij zo graag leentjebuur bij de literatuur. Her en der schieten stijlbloempjes op, waaronder jongensboekachtige cliffhangertjes en sfeertekeningen als ‘Jaap schonk koffie uit een thermoskan, ik kreeg er een krakeling bij.’ Het leest prettig dat hij zo’n beetje overal in persoon bij lijkt geweest te zijn. De fragmentarische opbouw zorgt voor een goed tempo en per hoofdstukje wordt lenig van locatie en periode gesprongen. Ook verleden en tegenwoordige tijd wisselt hij af naar willekeur. De vele dialogen doen je half in een roman wanen. Vooral in het begin zuigt de stijl je de raadselachtige gebeurtenissen binnen.

Vervolgens vallen minder sterke punten in het oog. Westerman heeft al te volledig willen zijn in het aandragen van gevonden, soms ook wat dun materiaal. Zijpaadjes brengen hem om de haverklap van het hoofdpad af. Dat maakt het boek wat aan de volle kant, ook al omdat niet ieder hoofdstukje even sterk bijdraagt aan zijn oogmerk om duidelijk te maken hoe werkelijkheid en mythen zich tot elkaar verhouden. Die intentie laat zich enigszins mistig afleiden uit de titels van de drie grote hoofdstukken: Mythedoders, Mythebrengers, Mythemakers. Hij maakt er, vertellend en ook theoretiserend, veel werk van. De lezer kan zich intussen afvragen of Westerman niet wat al te moeilijk doet. Is het niet sinds onze taligheid nogal algemeen menselijk om sterke verhalen op te dissen waar feiten zich niet laten doorgronden? Vraagtekens blijken nu eenmaal vervelend om mee te leven. Alle mythologieën en godsdiensten laten daarover aan duidelijkheid niets te wensen over.

Wat de spanning ook enigszins vermindert, is dat Westerman niet heeft kunnen verheimelijken dat er geen ontknoping als kers op de slagroom voorhanden is. Zoiets kan in een roman een voortdrijvende kracht zijn. Die kracht mist de lezer gaandeweg in Stikvallei steeds meer.

Muziek / Achtergrond
special: Grasnapolsky Festival

Namen voor het nieuwe Grasnapolsky Festival

.

Festivals blijven tegen elkaar opboksen. Hoewel er in Nederland al tientallen muziekfestivals zijn, blijven er jaarlijks nieuwe festivals bij komen. Zo hadden we dit jaar de eerste editie van Where The Wild Things Are in Center Parcs Eemhof, en het veelbelovende en uitverkochte Best Kept Secret Festival in vakantiepark de Beekse Bergen. Voor het komende jaar staan onder andere twee nieuwe aanwinsten op het programma: Down The Rabbit Hole, wederom in een vakantiepark in Nijmegen, en het Grasnapolsky Festival op de Veluwe, dat terug is van weggeweest. Hoe kan een festival als Grasnapolsky slagen in dit toch al drukke festivalprogramma?

Het Grasnapolsky Festival is een intiem winterfestival dat op 15 en 16 februari 2014 plaats zal vinden. In 2010 is er in Bunnik in het StayOkay-hostel reeds een kleinere editie van Grasnapolsky geweest. De 2014-versie zal echter op een wat grotere schaal worden aangepakt, want deze keer zal het op een wel heel bijzondere locatie worden georganiseerd, namelijk: het monumentale gebouw van Radio Kootwijk op de Veluwe. Vooral de locatie wekt nieuwsgierigheid op, daar je normaal gesproken alleen op afspraak of tijdens excursies het gebouw mag betreden. Hoewel er nog maar enkele namen bevestigd zijn voor het festival, waaronder Moss, Kim Janssen, Afterpartees, Nuno dos Santos, Weval en Most Unpleasant Men, gonst het Grasnapolsky Festival langzaam maar zeker over het wereldwijde web, met name op de sociale media. Op Twitter en Facebook brachten ze eerder al de namen naar buiten in morse code een knipoog naar de bijzondere locatie en een originele manier om mensen even flink te laten puzzelen.
 Radio_Kootwijk.jpg
Juist de sociale media is voor opkomende festivals een van de beste manieren ooit om goed te kunnen promoten. Met behulp van onder andere Facebook en Twitter wordt het nieuws over nieuwe festivals op een gemakkelijke en vooral snelle manier verspreid. Mede hierdoor was het toen nog opkomende Best Kept Secret Festival binnen aanzienlijke tijd uitverkocht… en dat terwijl het de allereerste editie was! Ook dit jaar is het rond de voorverkoop van Best Kept Secret op 7 december weer ‘lekker’ druk op media als Twitter en Facebook. Mensen willen zo snel mogelijk een kaartje regelen voor dat festival waar iedereen het vorige zomer over had, ook al zijn er nog amper namen bekend. Down The Rabbit Hole doet het anders. Dit kleine zusje van Lowlands start de voorverkoop zonder line-up; pas op 9 december komen de eerste (en wat voor!) namen op de poster te staan. Ook na dit bericht is het haast onmogelijk om over de timeline van Twitter te scrollen zonder iets te lezen over het nieuwe festival.

Fear Of Missing Out

De nieuwe festivals werken als een soort verslaving. Steeds meer mensen hebben last van ‘Fear Of Missing Out’, afgekort ook wel FOMO genoemd. Het is de angst die je kunt hebben om leuke dingen te missen. Juist met de komst van sociale media kun je er niet omheen wat je (online) vrienden allemaal doen. Als zij naar die vette nieuwe festivals gaan, vind jij het vast ook leuk, dus koop je een ticket. Veel festivals zijn de laatste paar jaar binnen de kortste keren uitverkocht. Kijk maar eens naar Lowlands: waar je in 2008 nog een maand voor het evenement een kaartje kon scoren, mag je nu al blij zijn als je er een te pakken krijgt op de dag van de voorverkoop.

Welnu, Grasnapolsky. Wat dit nieuwe festival anders maakt dan bijvoorbeeld Down The Rabbit Hole of Best Kept Secret, is dat het in hartje winter wordt georganiseerd. Een erg slimme zet, aangezien het merendeel van de festivals in de lente of zomer plaatsvindt. In de winter zijn er amper tot geen meerdaagse festivals, dus dat is voor de organisatoren van Grasnapolsky een enorme impuls. Daarnaast kan de bijzondere locatie een interessante publiekstrekker zijn. Radio Kootwijk heeft altijd iets mysterieus gehad; om daar twee dagen naar binnen te kunnen in combinatie met fijne muziek zal een mooie ervaring zijn. Ook heeft de organisatie van dit festival het via de sociale media op slimme wijze aangepakt. Ze hebben een indrukwekkende site weten op te bouwen en heel veel gepromoot via Facebook en Twitter. Al deze elementen, in combinatie met de drang van jongeren om overal bij te moeten of te willen zijn, zullen we hoogstwaarschijnlijk terugzien in de kaartverkoop van het festival. Wij zijn in ieder geval erg benieuwd naar dit nieuwe winterfestival!

Grasnapolsky zal 15 en 16 februari plaatsvinden in het monumentale pand van Radio Kootwijk op de Veluwe. Line-up tot nu toe: Moss, Kim Janssen, Town of Saints, Weval, Klarälven, Douglas Firs (BE), Nuno Dos Santos, Most Unpleasant Men, The Future’s Dust en Afterpartees.
Kaartverkoop via de officiële website.

Boeken / Fictie

Een kat in het nauw

recensie: George Saunders (vert. Harm Damsma en Niek Miedema) - Tien december

.

De personages in Tien december hebben altijd goede bedoelingen, maar worden door externe factoren gedwongen of verleid het slechte te doen. Zo beschrijft Saunders in ‘Ereronde’ een jongetje dat er alles voor over heeft zijn buurmeisje te beschermen, in ‘Al Roosten’ een man die uit frustratie een streek levert aan de plaatselijke makelaar die alles perfect voor elkaar heeft en in ‘Mijn ridderlijk fiasco’ een man die uit een ridderlijk gevoel van rechtvaardigheid in het openbaar verkondigt met wie zijn baas vreemdgaat.

Verontrustend
Saunders praat de acties van zijn personages niet goed, maar wil de lezer wel laten begrijpen dat mensen die het gevoel hebben geen kant op te kunnen soms rare dingen kunnen doen. Saunders toont in tien indringende verhalen wat sociale ongelijkheid en onderdrukking, maar ook wat intense emoties — zoals in het geval van liefde of verlies — met een individu kunnen doen. Het maakt Tien december tot een relevante en urgente verhalenbundel.

Die urgentie komt het duidelijkst naar voren in de langere verhalen ‘Ontsnapping uit de Spinnenkop’ en ‘De Semplicadagboeken’. Beide verhalen lijken zich in de nabije toekomst af te spelen en zijn op z’n zachtst gezegd verontrustend. In ‘Ontsnapping uit de Spinnenkop’ worden gevangenen blootgesteld aan verregaande experimenten met verschillende nieuwe soorten drugs. Wanneer de ik-persoon te horen krijgt dat hij het gedrag van mensen onder invloed van Darkenfloxx — een drug die een ongebreidelde neiging tot zelfdestructie veroorzaakt — moet beschrijven, neemt hij een ingrijpend besluit om te voorkomen dat de proefpersonen het destructieve goedje toegediend krijgen.

Variatie
In ‘De Semplicadagboeken’ beschrijft een vader het schuldgevoel dat hij tegenover zijn kinderen heeft, omdat hij en zijn vrouw niet veel te besteden hebben. Wanneer hij tienduizend dollar wint, besluit hij niet zijn schulden te betalen, maar een nieuwe tuin aan te laten leggen voor zijn jarige dochter zodat ze het gevoel krijgt niet onder te doen voor haar vriendinnetjes. Er worden zelfs een aantal S-jes aangesleept, arme kinderen van over de hele wereld die betaald worden om als statussymbool in tuinen van rijke mensen te prijken.

Het zijn deze verhalen die de meeste indruk maken, maar wat de bundel vooral sterk maakt, is de afwisseling waardoor de lezer scherp gehouden wordt. Sommige verhalen beslaan minder dan tien pagina’s en lezen meer als sfeerschetsen, terwijl in de langere verhalen Saunders’ visie op de samenleving vorm krijgt. Tel daarbij op de fascinerende personages die in uiteenlopende contexten gesitueerd worden en je hebt de gevarieerde, indrukwekkende bundel die Tien december heet.

Film / Achtergrond
special: Suits: Seizoen 1

Karikaturen in maatpakken

Suits is niet de meest realistische advocatenserie, maar wel een van de vermakelijkste. Reden zijn de leuke typetjes, hetgeen ook meteen het grootste minpunt is.

Mike Ross (Patrick J. Adams) is hyperintelligent en heeft een fotografisch geheugen. Ideaal voor het beroep van advocaat, waar menig rechtszaak wordt gewonnen op details. Wanneer Mike echter wordt aangenomen bij advocatenkantoor Pearson Hardman beschikt hij niet over een rechtendiploma, want hij is van school getrapt wegens fraude en heeft nooit de moeite genomen om weer te gaan studeren.

Arrogant, maar rechtvaardig

~

De enige die zijn geheim kent is degene die hem aanneemt, zijn toekomstige leermeester Harvey Specter (Gabriel Macht). Harvey is arrogant, maar rechtvaardig. Alleen de duurste maatpakken kunnen zijn ego bekleden, zijn gevatte opmerkingen worden steevast gevolgd door een zelfingenomen glimlach en zijn aerodynamische kapsel zit altijd hetzelfde en altijd goed. Harvey evenaart qua arrogantie welhaast House. Veel scheelt het in ieder geval niet.

Dat Suits niet al te serieus genomen moet worden, blijkt uit de eerste paar afleveringen. Pearson Hardman is een toonaangevend advocatenkantoor dat alleen maar alumni van Harvard rekruteert, maar ze doen geen background check? Niet erg waarschijnlijk. Suits moet het dan ook meer hebben van de personages, waarbij naast Mike en Harvey ook hun aartsrivaal Louis (Rick Hoffman) en enkele vrouwen een rol spelen. Afgezien van Harvey’s bazin Jessica Pearson (Gina Torres) en Harvey’s assistente Donna (Sarah Rafferty), zijn de aanwezige vrouwen helaas net zo inwisselbaar als de veroveringen van Hank Moody.

Hapklare brokjes sarcasme

~

In de twaalf afleveringen van het eerste seizoen worden Harvey en Mike slechts mondjesmaat ontwikkeld. Veel tijd gaat zitten in de diverse zaken, die overigens prima te volgen zijn zonder enige kennis van het Amerikaanse rechtssysteem. Weinig aandacht is er voor de persoonlijke achtergrond of de ontwikkeling van de relatie tussen Harvey en Mike. Ja, ze groeien langzaam naar elkaar toe, maar delen zelden tot nooit persoonlijke details. Slechts een vertwijfelde boks, laat in het seizoen, toont de gemaakte stappen tussen de twee. Persoonlijke tintjes zijn veelal uiterlijk vertoon, zoals een volle platenkast en gesigneerde basketballen. Een leuke anekdote over een van de elpees ontbreekt.

Bij de aanwezige vrouwen in de serie is het helemaal bar en boos is gesteld. Meeleven met bazin Jessica, paralegal Rachel (Meghan Markle) of fleurige vriendin Jenny is er dan ook niet bij. Alleen bitchy Donna is echt een toevoeging. Ze is het sarcasme zelve, de ideale secretaresse voor Harvey en een van de weinigen die tegen hem op kan boksen.

Suits is ondanks een gebrek aan diepgang behoorlijk vermakelijk. De afleveringen zijn hapklare brokjes sarcasme in een strak, gelikt jasje. Met name Harvey en Mike zijn hiervoor verantwoordelijk, al zijn de koppen die Louis trekt wanneer Harvey hem weer eens voor joker zet ook niet te versmaden. De bijdehante gesprekken en rake opmerkingen tussen Mike, Harvey en Louis zijn het paradepaardje van Suits, dat het karikaturale karakter gedurende het eerste seizoen niet helemaal van zich af weet te schudden. 

Film / Achtergrond
special: IDFA 2013

IDFA: Deel 5

In dit vijfde deel van IDFA is er aandacht voor de strijd tot beste dirigent, een zoektocht naar obscure kerstmuziek, de passie voor het vak van documentaire maken en het leven van legende Shep Gordon, die Alice Cooper beroemd maakte.

DEEL 1 | DEEL 1| DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6

Inhoud: One Minute for Conductors | Jingle Bells Rocks! | The Art of Observing Life | Supermensch The Legend of Shep Gordon

Zinderende competitie

One Minute for Conductors
Angel Esteban, Elena Goatelli • Spanje/Italië, 2013
3.5

~

Met het brede aanbod documentaires op IDFA kan een competitiefilm natuurlijk niet ontbreken. Esteban en Goatelli volgen 130 deelnemers in een competitie in Italië, waarbij de winnaar uitgeroepen wordt tot beste dirigent. De prijs? Het dirigeren van grote symfonieorkesten in ondermeer Florence.

One Minute for Conductors toont de afvalrace van binnenkomst tot de finale, waarbij vijf finalisten overblijven. Alle deelnemers hebben een passie voor muziek en enige tot veel ervaring in het leiden van een orkest. Opvallend is dat de deelnemers uit alle streken van de wereld komen. Italië, Nederland, maar ook China en Japan zijn vertegenwoordigd. Maestro Gustav Kuhn, leider van de jury, verbaast zich hierover, want eerder waren er vooral deelnemers uit Europa. Een verschil dat volgens hem een gevolg is van het fenomeen internet.

Ondertussen moeten de deelnemers hun kunsten voor de ogen van de jury vertonen, al dan niet gecorrigeerd door de imposante verschijning van Kuhn. Dirigeren is een niet te onderschatten vak, waarbij een grote kennis van de composities vereist is. Maar ook precisie, gevoel en leiderschap. Naarmate de finale dichterbij komt stijgt de spanning. De deelnemers weten hun zenuwen nauwelijks te bedwingen, maar als ze er eenmaal staan neemt de passie voor muziek het over. Dit leidt tot mooie scènes, waar ogenschijnlijk verlegen mensen opgaan in hun rol als dirigent en één worden met het stuk. 

Een manco is wel dat je als kijker weinig te weten komt over de achtergronden van de deelnemers. Zo worden zij niet geïntroduceerd en leert de kijker hen pas gaandeweg kennen. Van de vijf finalisten weet je uiteindelijk dat ze allen een grote passie voor muziek hebben en dat met het winnen van deze competitie een droom uitkomt. Wat ze verder in het dagelijks leven doen wordt niet belicht. Daarmee is One Minute for Conductors een documentaire geworden die vooral oog heeft voor de passie van het vak, maar persoonlijke drijfveren of doeleinden op de achtergrond stelt (Suzan Groothuis).
Terug naar boven

Obsessie voor kerstmuziek

Jingle Bell Rocks!
Mitchell Kezin • Canada, 2013
3.5

~

Kerstmuziek is een ondergesneeuwd kindje onder muziekverzamelaars. Mitchell Kezin, zelf verwoed verzamelaar, gaat stad en land af om bijzondere vinyluitgaven van kerstmuziek te vinden. Het genre maakt niet uit: alternatieve pop, hiphop of soul, zolang het maar obscuur is.

Zijn passie voor kerstmuziek is als klein jongetje ontstaan. Zijn vader was vaak afwezig, wat Mitchell met name tijdens de feestdagen een gevoel van gemis en weemoed gaf. Toen hij de kerstplaat ‘The Little Boy That Santa Claus Forgot’ van Nat King Cole hoorde, was hij direct geraakt.

Jingle Bell Rocks! volgt Mitchell terwijl hij twaalf van zijn meest geliefde alternatieve kerstsongs ontsluiert.  Al trekkend door Canada en de VS ontmoet hij muziekverzamelaars, dj’s en muzikanten als Rev Run van Run DMC en Wayne Coyne van The Flaming Lips. Allen vertellen over hun band met kerst, eigen kerstcomposities of gewilde verzamelobjecten. Dat kerst niet alleen nostalgie bestiert, maar ook vrolijk of maf kan zijn of serieuze thema’s als raciale ongelijkheid en godsdienstvrijheid behandelt, blijkt wel uit titels als ‘Santa Claus Was a Black Man’ en ‘Green Chri$tma$’.

Op originele en verfrissende wijze benadert Mitchell de betekenis van kerstmuziek in de breedste zin. Hoewel hij er in eerste instantie van uitging dat hij de enige was met deze obsessie, blijken er toch flink wat verzamelaars van kerstmuziek rond te lopen. Mocht je dus in een platenzaak een verdwaalde kerstplaat tegenkomen (vaak gecategoriseerd onder kindermuziek!), dan is er nog best kans op een collector’s item.

Jingle Bell Rocks! toont een uniek inkijkje in de obscuriteiten van dit specifieke genre. Dat kerst uiteindelijk toch om nostalgie en familiebanden draait, blijkt uit de persoonlijke noot die Mitchell er in verwerkt: teruggrijpend op het ontstaan van zijn obsessie, wordt er speciaal voor hem een nieuwe uitvoering van ‘The Little Boy That Santa Claus Forgot’ gemaakt. Met zijn specifieke thema zal Jingle Bells Rocks! niet iedereen aanspreken, maar het is wel leuk voer voor vinylverzamelaars en jawel, liefhebbers van kerstmuziek (Suzan Groothuis).
Terug naar boven

Portret van passie

The Art of Observing Life
Marina Goldovskaya • VS/Ruslandë, 2013
4.0

~

In The Art of Observing Life neemt de Russische documentairemaakster Marina Goldovskaya bekende documentairemakers als D.A. Pennebaker, Richard Leacock en Allan King onder de loep.  Goldovskaya, die zelf een behoorlijke staat van dienst heeft opgebouwd, probeert middels interviews te achterhalen wat de documentairemakers in hun vak drijft.

Ze slaagt er wonderwel in de persoonlijke drijfveren en passie van de documentairemakers vast te leggen. De meest intieme en persoonlijke ervaringen die met haar gedeeld worden zijn die van Leacock en King, die bevlogen vertellen over het vak van documentaires maken. De interviews gaan vergezeld van beelden uit hun invloedrijke documentaires zoals A Married Couple (1969), waarin de realiteit met een ziel wordt vastgelegd. Als documentairemaker die ziel zien te vangen is een uitdaging. Oprechtheid en passie zijn van belang, evenals het winnen van vertrouwen van degene die gefilmd wordt. 

In The Art of Observing Life lukt het Goldovskaya de ziel van de documentairemakers te tonen. Zo geeft King dan ook aan dat hij zich bijzonder op zijn gemak voelt voor haar camera. Dat ze allebei een vak, een passie delen, zal hierbij zeker een meerwaarde hebben. Goldovskaya’s documentaire kan dan ook als monument gezien worden voor invloedrijke Amerikaanse documentairemakers, die hun stempel hebben gedrukt op het vastleggen van de realiteit en daarbij niet schroomden waar gevoel en emotie vast te leggen.

Sommige geïnterviewde documentairemakers, zoals King,  zijn inmiddels overleden. Dat maakt van The Art of Observing Life des te meer een must see – een kans om de pioniers van de documentaire aan het woord zien, waarbij ze je gegarandeerd in de ziel zullen raken. (Suzan Groothuis).
Terug naar boven

Van Alice Cooper tot meesterchef

Supermensch The Legend of Shep Gordon
Mike Myers • VS, 2013
3.5

~

Shep Gordon stapte zijn carrière als manager onbevangen in. Het was Jimi Hendrix die hem op het idee bracht, overigens nadat er een wat ongelukkig incident had plaatsgevonden. Shep, die vanuit zijn hotelkamer vermeende dat er een vrouw werd aangevallen, stormde naar buiten om haar uit handen van haar belager te redden. Zijn heldhaftig optreden verbrak echter een wild seksavontuur – tussen Janis Joplin en Jimi Hendrix welteverstaan. Een van de sterke (of waargebeurde?) verhalen die de film rijk is.

Shep begon met het managen van Alice Cooper. Een naam die nogal wat verwarring veroorzaakte, gezien Alice ook wel geboekt werd als vrouwelijke folkartiest. De eerste optredens waren geen succes. Maar met Sheps onconventionele methoden, zoals het meenemen van een kip naar een optreden (die vervolgens door Cooper het publiek in gegooid werd, ervan uitgaande dat het beest kon vliegen) rees Cooper uit tot een van de grote namen in de rockgeschiedenis.

Sheps creatieve vermogens en innemende persoonlijkheid leidden tot het sluiten van goede deals met platenmaatschappijen. Na Cooper kreeg hij andere grote artiesten als Blondie en Luther Vandross onder zijn hoede, waarbij het opvallend was dat Shep zich niet aan een enkele muzikale stijl vasthield. Dat hij van meerdere markten thuis was, bleek ook uit het feit dat hij het fenomeen ‘celebrity chef’ onder de aandacht van de media wist te brengen.

Mike Myers, bekend van Wayne’s World en Austin Powers, levert met Supermensch The Legend of Shep Gordon zijn debuut af. Aan de hand van footage-materiaal en talking heads, zoals goede vriend Michael Douglas, Tom Arnold en Meyers zelf, wordt het succes van Shep uit de doeken gedaan, maar ook vol lof gesproken over de man zelf. Een innemend en creatief mens, die het zakelijk gezien altijd voor elkaar kreeg om mensen effectief in de markt te zetten.

Hoewel Myers met zijn documentaire misschien een wat eenzijdig beeld schetst (de titel is niet voor niets Supermensch) kan je als kijker niet anders dan concluderen dat Shep een bijzonder fenomeen is. Creatief, bereid om risico’s te nemen en een wild leven vol avonturen. Daarbij doemt wel de vraag op of alles zo gegaan is als Shep beweert, buiten een levendige fantasie heeft de man namelijk ook jaren drugs gebruikt. Eigenlijk doet het er ook niet toe: Shep creëert zo mede zijn eigen legende (Suzan Groothuis).
Terug naar boven

Muziek / Achtergrond
special: Peter Broderick - Float 2013

Geactualiseerde potentie

.

Geïnspireerd door moderne componisten en gezegend met veel muzikaal talent nam de Amerikaan Peter Broderick op 19-jarige leeftijd Float op. Twee jaar later in 2008 verscheen het album op het kleine kwaliteitslabel Type. Broderick heeft gelijk als hij zegt dat er in de kleine kunstwerkjes van Float nog zoveel meer potentie zat dan destijds in 2008. Float 2013 klinkt helderder, dieper en dynamischer dan Float. Frahm heeft er goed aan gedaan de details die op Float verstopt zaten naar de voorgrond te halen.

Nu wordt ook duidelijk wat er precies gebeurt naast het piano- en vioolspel dat de basis vormt voor ieder nummer. De maar liefst twaalf andere instrumenten die Broderick gebruikt zijn nu goed te onderscheiden en maken dat de geremasterde versie van Float veel rijker klinkt dan de originele release.

Float 2013 klinkt misschien hoe Broderick het destijds gewild had, maar de lo-fi versie van Float heeft zijn eigen charme en is op een andere manier sfeervol. Het is dan ook het beste om beide uitgaves in je kast te hebben.  

Muziek / Concert

Een bevlogen Belg

recensie: Raymond van het Groenewoud

.

Gekleed in zwart pak, zwart T-shirt met witte Converse-gympen en flamboyante zonnebril, betreedt de eeuwig jonge nestor van de popmuziek uit Vlaanderen het podium. In het kader van zijn Bijna Volwassen Tour is het vanavond de beurt aan Tivoli, in een bijna uitverkochte zaal. Het zou een energiek optreden worden van deze bevlogen Belg.

Zijn eigen website geeft het eigenlijk heel goed weer: ‘Raymond is geworden wat hij was: altijd al wijzer en altijd jong! Als jonge zestiger kan hij rijp aangrijpend zingen over dit bestaan, maar liefst van al leeft de zanger zich uit, gaat hij er flink tegenaan. Bijgestaan door drummer Cesar Janssens, bassist Mich Verbelen, Pieter Van Bogaert op orgel en accordeon, en Leander van het Groenewoud, veelzijdige zoon van de vader en helemaal ingespeeld als jongste lid, toont Raymond z’n woeste meerderjarigheid, zelf volgroeid op gitaar, én mondig, met zijn onverbeterlijke tekst.’

Greatest hits


De band komt wat stroef op gang en zijn zoon Leander oogt enigszins verlegen. Maar naarmate de avond vordert en er fors wordt meegezongen, komt ook het podium tot leven. Afwisselend speelt Van het Groenewoud gitaar en piano. Dit laatste instrument beheerst hij duidelijk veel beter. In het begin klinkt zijn gitaarspel krampachtig, maar dit wordt beter. Zoals hij zelf ook zegt: ‘De snaren worden toegankelijker, daar moet ik snel van profiteren.’

Het zou vooral een avond worden waarop hij zijn vele bekende nummers laat horen. Een feest van herkenning voor jong en oud in de zaal. Het is indrukwekkend om zijn langdurige carrière voorbij te zien en horen komen. Na een wat cynische ode aan zijn moeder (of is het de moeder in het algemeen?) gaat het meteen voluit verder met ‘Maria’, waarbij hij op de actualiteit inspeelt en zijn gehoor aanspoort te acteren alsof ze op het plein in Kiev staan. Uit volle borst klinkt het dan ook ‘Maria, Maria ik hou van jou, voor jou sta ik uren in de kou’. En door gaat het met ‘Joske’, ‘Aan De Meet’ en een mooie uitvoering van ‘Brussels By Night’, met een hoofdrol voor Van Bogaert op de hammondorgel.

Geklets


Wat zich bij het voorprogramma al een beetje afkondigt, gaat fors verder tijdens de hoofdact: eindeloos geklets. Het niet onverdienstelijke optreden van Daan Hofman wordt flink gestoord, maar ook tijdens minder uitbundige nummers van Van het Groenewoud is het geklets echt hinderlijk. Zelf bedankt hij na ‘In M’n Hoofd’ nogal sarcastisch slechts ‘het luisterende gedeelte van het publiek voor haar appreciatie’. Wat meer respect voor de artiesten waar je speciaal voor komt is toch wel het minste wat je als publiek moet kunnen opbrengen!

Na het altijd fantastische ‘Liefde Voor Muziek’ (met vanavond een politiek wel zeer correcte tekst) worden nog drie toegiften gespeeld, met als laatste nummer het lieflijke ‘Maanlicht’.