Film / Achtergrond
special: IDFA 2013

IDFA: Deel 6

In dit laatste deel van IDFA blikt 8WEEKLY terug op een feministische actiegroep in Oekraïne met een patriarchale twist, het leven van de Argentijnse zangeres Mercedes Sosa, een snowboarder die na een val een hersenbeschadiging oploopt en narcocorridos in een door drugs bepaald Mexico.

DEEL 1 | DEEL 1| DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6

Inhoud: Ukraine Is Not a Brothel | Mercedes Sosa, The Voice of Latin America | The Crash Reel | Narco Cultura

Paradox van een patriarch

Ukraine Is Not a Brothel
Kitty Green • Australië, 2013
3.5

~

In Greens film draait het om de Oekraïense vrouwenbeweging Femen. Verschillende vrouwen die lid zijn van Femen vertellen over de acties en de gevolgen daarvan. Acties die in beeld worden gebracht, waarbij de vaak mooie vrouwen niet schromen hun bovenlijf te ontbloten en kreten als ‘Ukraine is not a Brothel!’ verspreiden. Hun verzet leidt steevast tot interventies met de politie.

Ondertussen heeft Femen een geduchte reputatie opgebouwd. De vrouwen vertellen over hun eigen positie en de posities van vele andere vrouwen in Oekraïne. Als zij geen lid waren geweest van Femen, had hen wellicht een perspectief van prostitutie boven het hoofd gehangen. Maar Femen heeft ook een keerzijde. Het brein erachter is namelijk een man, Victor, wat een behoorlijk andere draai aan het hele gegeven van de vrouwenbeweging geeft. Want in hoeverre is er sprake van feminisme, met een man aan het roer?

Green toont het brein achter de organisatie, die in een confronterend interview toegeeft een patriarch te zijn. En een patriarch tegen een patriarchale samenleving is op zijn minst paradoxaal. In haar documentaire brengt Green die paradox aan het licht door zowel Victor, het brein achter Femen, als zijn vrouwen te interviewen. Het leidt tot schokkende onthullingen, waarbij duidelijk wordt dat Oekraïne in zijn strijd om onafhankelijkheid voor de vrouw nog een lange weg te gaan heeft.

Ukraine Is Not a Brothel is een documentaire die geen sluitende antwoorden geeft. Dat bleek ook uit de verhitte Q&A na de vertoning. Is het echt zo zwart-wit als in de documentaire gesteld wordt? En is er sprake van waar feminisme, of zijn de vrouwen van Femen slechts marionetten in de handen van Victor? Al met al een film die tot nadenken stemt, maar een treurige indruk achterlaat over het lot van de vrouw in een door mannen bepaald land. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Rotsvast in de branding

Mercedes Sosa, The Voice of Latin America
Rodrigo H. Vila • Argentinië, 2013
4.0

~

Mercedes Sosa was een Argentijnse folkzangeres die in 2009 overleed na een roerig bestaan. In Latijns-Amerika verwierf zij bekendheid met haar warme, unieke stem en haar protestliederen. Maar door haar protestliederen tegen het Argentijnse dictatoriale regime werd Sosa verbannen en mocht ze langere tijd niet optreden. De film toont beelden uit haar jeugd, hoe ze haar roeping als zangeres vond en hoe ze haar dromen op een betere samenleving in haar muziek verwezenlijkte.

Sosa had het niet makkelijk. Hoewel ze een groot publiek had, werkte de regering haar in alle opzichten tegen. Ze kreeg ondermeer brieven met doodsbedreigingen en het verzoek het land te verlaten. In Parijs, waar ze altijd van gecharmeerd was, vond ze een onderkomen. Een thuis werd het echter niet – dat was Argentinië, het land wat ze altijd als het hare zag – haar lief en leed.

Mercedes Sosa, The Voice of Latin America toont aan de hand van interviews met familie, muzikanten en haar eigen overpeinzingen het leven van een bijzondere vrouw. Er zijn veel livebeelden van Sosa te zien, waaronder prachtige opnamen in haar beginperiode. Hoewel Sosa doordrongen was van het feit dat ze een mooie stem had, en daarmee ook een gave had, bleef ze dicht bij de aarde en bij haar volk staan.

Haar stem gold niet alleen voor Argentinië, maar voor heel het Zuid-Amerikaans continent. Letterlijk verbeeldt dat zich op het podium, waar de enorme gestalte van Sosa een groot publiek weet in te pakken. Verlegen als ze was sloot ze eerst haar ogen, om vervolgens het publiek in zich op te nemen en haar stem het over te laten nemen. Een stem met een magische werking, waar je ook als kijker door geraakt wordt. Een buitengewoon prachtig en roerend document, waar de invloed van Sosa als voorvechtster van democratie tot ver buiten de grenzen van Argentinië gaat. (Suzan Groothuis) 
Terug naar boven

Boarden of brein

The Crash Reel
Lucy Walker • VS, 2013
3.5

~

Het jaar 2009 kende een keerpunt voor de toen 22-jarige Kevin Pearce. Als kanshebber voor de Olympische Spelen maakte de topsnowboarder tijdens een training een val, waarbij hij ernstig hersenletsel opliep. Na een aantal dagen in coma te hebben gelegen overleeft Kevin het wonderwel, maar hij zal nooit meer de oude zijn.

Walker, ook bekend van Waste Land (2010) die eerder op een IDFA-editie te zien was, had beschikking over uren aan footage. Het begin van haar documentaire laat duizelingwekkende beelden zien van snowboarden op hoog niveau. Pearce, die al vanaf kleins af aan op een snowboard stond, bokst uiteindelijk op tegen snowboardlegende Shaun White. Een jongen die onoverwinbaar leek op de half pipe, totdat Pearce – gedreven en gedisciplineerd om de beste te worden – hem zowaar inhaalt.

Tot dat vreselijke ongeluk, waarvan ook materiaal te zien is. Na een hoge sprong en een misberekening zien we Pearce met ongekende snelheid plat op zijn gezicht vallen. De documentaire staat vervolgens in het teken van Pearces herstel. Zijn uiteindelijk doel (en drijfveer) is weer op een  snowboard te staan. Iets wat de arts hem ten zeerste afraadt, evenals zijn bezorgde familie. Zo vindt er een worsteling plaats tussen een jongen die niets liever wil dan het gevoel van adrenaline en uitdaging op een snowboard en zijn hersenen die herstellende zijn.

The Crash Reel toont zowel die adrenaline en de schoonheid van het snowboarden, als de gevaren die de sport met zich meebrengt. Kevin Pearce brengt het er nog goed van af ten opzichte van anderen die ten gevolge van een val hersenbeschadiging hebben opgelopen. Ofwel de val is fataal, ofwel er is sprake van zo’n beschadiging dat het totaal onherkenbare mensen worden – voor zowel zichzelf als de omgeving.

Hoewel Walkers documentaire naar het eind toe wat aan de lange kant is en vooral stilstaat bij de gevolgen van een hersenbeschadiging en de lange weg die patiënten te gaan hebben, is The Crash Reel een duizelingwekkende ervaring, waarbij Kevins worsteling met zijn wensen en drijfveren en zijn gezondheid voelbaar en tragisch is. De snelle montages (knap gedaan uit al die uren footage) en indringende soundtrack van onder andere Grizzly Bear, Bon Iver en M83 vullen de sfeer van de film goed aan. (Suzan Groothuis) 
Terug naar boven

Verval en verheerlijking van de kartels

Narco Cultura
Shaul Schwarz • VS/Israël, 2013
3.5

~

De drugsoorlog in Mexico leverde eerder de beklemmende documentaire El Sicario (2010) op, waarin een huurmoordenaar vertelt over een Mexico beheerst door drugskartels. Narco Cultura borduurt daar deels op voort, door beelden te laten zien van hoe een forensisch onderzoeksteam te werk gaat in Ciudad Juárez, een van de gevaarlijkste steden ter wereld.

Dagelijks worden er lijken ontdekt, danwel verbrand in een auto, danwel onthoofd of in mootjes gehakt. Het onderzoek naar de moorden levert naar verhouding niets op. Sinds 2006 zijn er 60.000 mensen vermoord, een aantal dat alleen maar oploopt. 97% van de moordzaken wordt niet opgelost. Dat de kartels verantwoordelijk zijn is zeker, maar wie en binnen welk kartel, is een groot vraagteken.

Terwijl onderzoeker Soto wordt gevolgd tijdens zijn werkzaamheden, blijkt dat de forensisch onderzoekers hun eigen leven niet zeker zijn. Diverse collega’s van Soto zijn al doorzeefd met kogels, op weg naar werk of terug naar huis. Het weerhoudt Soto er niet van zijn werk te doen; iemand moet het doen.

Tegenhanger van de oneindige moordpartijen en wrede situaties in Juàrez vormen de narcocorridos. Liederen, een soort mix van mariachi en rap, waarin de levens van de Mexicaanse drugsbazen bezongen en verheerlijkt worden. Terwijl de artiesten een steeds grotere populariteit krijgen, met name net over de grens in het Texaanse El Paso, heeft het forensisch onderzoeksteam dagelijks te stellen met bedreigingen en moordzaken.

Prijswinnende fotograaf Shaul Schwarz brengt dit alles zonder opsmuk in beeld. De vraag die zijn documentaire oproept, is wat de toekomst brengt met de drugsoorlog in Mexico. Het beeld van Juàrez is grauw en uitzichtloos. Als de narcocorridos het enige is wat Mexico overeind houdt, dan wordt het tijd dat over de grens de ogen geopend worden. De narco-cultuur overheerst, zoveel is duidelijk, en afschuw en verheerlijking bestaan naast elkaar.

Waar in El Sicario woorden genoeg kracht hadden om de ernst van de situatie te schetsen, doet Schwarz daar een schepje bovenop door de gruwelijke en levensechte beelden van de moordzaken met de kijker te delen. Interviews met betrokkenen zeggen echter al genoeg, zoals een vrouw die alle pijn en onmacht van zich af schreeuwt nadat haar zoon levend onthoofd is. Desalniettemin levert Narco Cultura wel een indringende en moedige kijk in een onteerde samenleving, waarin de hoop op een normale en leefbare situatie steeds kleiner wordt. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven

Muziek / Album

Bijzonder project

recensie: Leyla McCalla – Vari-Colored Songs

.

Vari-Colored Songs heeft als ondertitel A Tribute to Langston Hughes. Langston Hughes was dichter en McCalla kreeg als kind van haar ouders boeken van hem te lezen. Hughes maakte diepe indruk op de jonge McCalla. Nu grijpt ze de kans om de gedichten van Hughes op muziek te zetten. Dit zijn dus liedjes om tekstueel te ontleden.

Amerikaanse muziekhistorie

~

De benadering die McCalla kiest wortelt diep in de Amerikaanse muziekhistorie van New Orleans en Louisiana. Met haar Cajun en Creoolse muzikale omlijsting en melodieuze ondersteuning van de teksten roept ze een heel puur gevoel op. De instrumentatie bestaat uiteraard uit cello, maar dan heel beperkt, met banjo, bas, viool en gitaar. McCalla zingt niet alleen in het Engels maar ook in het Afrikaans. Dit past bij de geëngageerde teksten van Hughes, die voorvechter was van de vrijheid van de Afrikaanse bevolking en tegen de rassendiscriminatie. Deze onderwerpen zijn nog altijd actueel. De sfeer van het album wordt onderstreept door de verpakking van de cd waarop McCalla poseert in kleding uit de laatste helft van de negentiende eeuw. Ook het boekje ademt de sfeer uit van weleer.

Traditioneel rootsalbum van het jaar
McCalla heeft een aantal jaren in Ghana gewoond en zingt op dit album in de taal van dat land. Zo horen we ‘Mesi Bondye’, ‘Kamèn sa w fè?’, ‘Manma Mwen’ en ‘Latibonit’, waarvoor we naar het tekstboekje moeten grijpen om de teksten te doorgronden. Het is knap hoe McCalla de gedichten op muziek heeft gezet: nergens klinkt het gekunsteld. De soms gortdroge begeleiding is smaakvol. Vaak zorgt de banjo voor de belangrijkste klankbeleving in de begeleiding. Maar de stembanden van de van oorsprong Haïtiaanse Leyla McCalla is de belangrijkste troef van Vari-Colored Songs. Ze heeft de tijd die ze overhoudt naast Carolina Chocolate Drops een prima invulling gegeven.

Het album is tot stand gekomen via een moderne manier om budget te verzamelen: via het internet heeft een kickstarter-project de basis gelegd voor dit bijzondere album. McCalla heeft met dit debuut misschien wel het mooiste traditionele rootsalbum van het jaar afgeleverd.

Muziek / Achtergrond
special: Nick Cave & The Bad Seeds - Live from KCRW

Live ook meesterlijk

Met Push the Sky Away maakte Nick Cave voor velen al het album van het jaar. Met Live from KCRW rondt hij het Cave-jaar af.

Officiële live-albums van Nick Cave zijn er niet veel. Met Live from KCRW staat de teller op vier. Maar als Cave met een live-plaat komt, kun je rekenen op kwaliteit. Voor dit album, opgenomen voor een radio-uitzending, is dan ook niets aan het toeval overgelaten.

Voor de productie tekende niemand minder dan Bob Clearmountain, wat resulteert in een haarzuiver geluid. Het materiaal van Cave is voornamelijk van een rustig kaliber. Cave’s stem en de piano zijn al voldoende om te overtuigen in composities als de opener ‘Higgs Boson Blues’ en het prachtige liefdesliedje ‘No More Shall We Part’. Ook het titelnummer van zijn jongste studioplaat ‘Push The Sky Away’ krijgt een live-bewerking. Het publiek probeert met verzoeknummers invloed uit te oefenen op de setlist, waarop Cave zegt “Als jullie doorgaan met zoveel verzoekjes te roepen, staat een aantal van hen sowieso op deze kleine setlist!”

De volledige bezetting van The Bad Seeds is vooral in een ondersteunende rol aan het werk. Pas bij de albumafsluiter ‘Jack The Ripper’ gaan even alle remmen los. Cave heeft met dit radio-optreden andermaal een fraai hoofdstuk aan zijn live-repertoire toegevoegd. Wie vinyl koopt, krijgt er twee extra tracks bij.

Boeken / Fictie

Lolbroek

recensie: Marten Mantel - Invasie op het eiland

.

Generaal Betty denkt van haar vrije dag te kunnen genieten, Angelique verheugt zich op haar trouwerij en Vincent en Marieke verheugen zich iets minder op de trouwerij van Vincents zus Angelique. Deze dagelijkse beslommeringen worden echter ruw verstoord wanneer een UFO op Texel landt. Betty wordt opgetrommeld om deze crisissituatie te controleren en schiet de eerste reusachtige worm die de moed heeft de UFO te verlaten dood. Het gevolg is dat Texel binnen no time belegerd wordt door destructieve wormen die geen vierkante centimeter van het eiland heel lijken te willen laten.

De pretentie hilarisch te zijn
Het is altijd bewonderenswaardig wanneer schrijvers de pretentie laten voor wat ze is en een verhaal schrijven dat zo vermakelijk is dat de afwezigheid van enige diepgang nergens gemist wordt. Het lijkt erop dat ook Mantel dit heeft willen proberen met deze ‘sciencefiction-streekroman’, de treffende omschrijving die op de achterflap van het boek prijkt. Maar al vrij vlot wordt duidelijk dat Mantel met Invasie op het eiland de pretentie heeft gehad niets minder dan een hilarisch boek te schrijven. Een boek dat je niet in de trein durft te lezen omdat je niet anders kan dan hardop lachen om de ene na de andere goeie grap.

Een boek waarvan de mensen zeggen: ‘Weet je wat ik nu gelezen heb? Een boek over buitenaardse wormen die de wereld kapot komen maken. Het klinkt misschien vergezocht, maar het is ge-wel-dig. Nog nooit zo hard gelachen om een boek.’

Een ergerlijk trucje
Invasie op het eiland gaat helaas gebukt onder die pretentie. In bijna iedere zin probeert Mantel iets grappigs te schrijven en ieder personage moet een grappige, vergezochte eigenschap hebben. Dat is de eerste pagina nog wel vermakelijk. Zo wordt de lezer met een zin ‘Vincent ging rechtop in bed zitten en keek hongerig naar de korst van tomatensoep op het slapende gezicht van zijn vrouw’ wel op scherp gezet en nieuwsgierig gemaakt. Doordat iedere zin echter zo raar en absurdistisch is, verwordt Mantels stijl al snel tot een trucje dat niet meer interessant, maar ergerlijk is.  Een trucje ook dat het vertellen van een verhaal in de weg staat. Een spanningsboog in het verhaal blijft afwezig en de lezer blijft uiteindelijk zitten met een leeg verhaal dat nergens leuk wordt. 

Invasie op het eiland is daarom een kwelling om te lezen. Telkens hoop je dat Mantel toch nog ergens een écht goede grap vandaan weet te toveren, dat het verhaal toch nog ergens een interessante wending neemt. Die hoop blijkt na 190 pagina’s echter ijdel te zijn geweest.

Film / Films

Groots verhaal over kleine wezens

recensie: The Hobbit: The Desolation of Smaug

Het Midden-Aarde van Peter Jackson (The Lord of the Rings) is een wereld op zich, die met elke toevoeging rijker en mooier wordt. The Hobbit: The Desolation of Smaug is hier een mooi voorbeeld van. Toch had Jackson wel wat minder ambitieus mogen zijn.

Naar deel één van de Hobbit-trilogie, An Unexpected Journey, werd met veel verwachting uitgekeken. De film was zeker een succes, maar er was ook genoeg kritiek. Met name de beslissing van Jackson om het kleine boekje (geschreven door J.R.R. Tolkien) over drie films uit te spreiden werd met onbegrip ontvangen. Toch werd het een leuke film die humor, avontuur en spanning knap combineerde. Daarnaast gaf het inzicht in aspecten van Midden-Aarde die in The Lord of the Rings niet erg naar voren kwamen. Zo geeft deze trilogie ons maar liefst twaalf dwergen om van te genieten. Maar, het moet gezegd worden, het kon niet tippen aan de grensverleggende trilogie die Jackson tien jaar eerder maakte.

Overvloed

~

The Desolation of Smaug is daar grotendeels hetzelfde in. Omdat de drie films (volgend jaar komt het laatste deel There and Back Again uit) één verhaal vormen en in één lange sessie zijn opgenomen, zijn veel van de goede en slechte punten van het eerste deel ook hier van toepassing. Wel zijn er een paar verschillen. Omdat dit het middelste deel van het verhaal is, komt het verhaal hier pas echt tot leven. Alles wat in An Unexpected Journey werd geïntroduceerd, bereikt nu zijn dramatische hoogtepunt. Het maakt echter ook duidelijk hoe overvol The Hobbit is. Er zijn ontzettend veel subplots, waardoor het overzicht na verloop van tijd kwijt is. Naast het hoofdverhaal (hobbit Bilbo probeert met een groep dwergen een schat van een draak te heroveren) is er aandacht voor plots over ziekte, liefde, verraad, wraak en een onverklaarbaar kwaad dat zich over het land verspreidt. Ze worden stuk voor stuk goed behandeld, maar veel voegen ze op zichzelf niet toe aan de hele belevenis. Het voelt soms een beetje alsof Jackson zich noodgedwongen voelde extra veel materiaal in de films te stoppen omdat hij anders de ruwweg acht uur die de drie films samen beslaan, niet vol zou krijgen.

~

Wat ook opvalt is het grote aantal verwijzingen naar The Lord of the Rings. In het boek The Hobbit zijn er natuurlijk ook een aantal te vinden, waarvan de belangrijkste is hoe Bilbo de ring in handen krijgt die hij aan het begin van The Fellowship of the Ring aan Frodo geeft. Die ring komt in het verhaal verder nog een paar keer goed van pas, maar verder is het geen essentieel onderdeel van het boek. In de filmversie heeft de ring een veel centralere rol gekregen, om het belang ervan voor The Lord of the Rings te onderstrepen. Daarnaast zijn er nog meer personages, gebeurtenissen en verwijzingen die meer inzicht willen geven in die epische serie. The Hobbit als filmreeks voelt daarmee steeds meer aan als een proloog in plaats van een op zich staand verhaal. Deze verwijzingen voegen niet ontzettend veel toe aan de belevenis van The Lord of the Rings, en werken The Hobbit voornamelijk tegen door de film vol te stoppen met onnodig materiaal.

Laat je meevoeren
Toch is het weer een plezier om te aanschouwen. Jackson is er een meester in de wereld van Midden-Aarde in beeld brengen. De prachtige omgevingen, mooie CGI en sterke acteerprestaties trekken je al vrij snel mee. De draak (die nu eindelijk vol in beeld komt) ziet er prachtig uit, en weet zich zelfs als een interessant personage neer te zetten. De vechtscènes zijn spectaculair, al richten ze zich te veel op onwaarschijnlijke, maar oh zo badass stunts. Het tempo ligt bovendien ook uitstekend. Er wordt afgewisseld tussen actie en drama of spanning en humor. Al is de film wel iets te lang, er valt uitstekend doorheen te komen. Maar om zeker te weten hoe goed The Hobbit is zullen we het derde deel moeten afwachten. Een schouwspel als The Return of the King zal het waarschijnlijk niet worden, maar als het net zo in elkaar zit als de eerste twee delen wordt het ongetwijfeld weer genieten geblazen.

Muziek / Concert

Zeventien jaar terug in de tijd met de mannen van Hanson

recensie: Hanson

Eind jaren negentig waren de toen nog jonge jongens van het Amerikaanse Hanson niet weg te denken uit de hitlijsten met hun hitje ‘Mmmbop’. Een jaar of zeventien later zijn ze nog steeds bezig met muziek. De drie broers, inmiddels kortharig, toeren momenteel de hele wereld rond ter promotie van hun nieuwste plaat, Anthem.

motie van hun nieuwste plaat, Anthem. Op 10 december stonden ze in een propvolle 013 in Tilburg. Er zijn dus nog steeds mensen die naar Hanson luisteren!

Hoewel de heren vandaag de dag de Nederlandse hitlijsten absoluut niet meer domineren, is de grote zaal van poppodium 013 in Tilburg toch tot de nok toe gevuld met voornamelijk eind twintigers en begin dertigers. Dat Hanson nog een harde kern fans heeft, blijkt wel aan de mensen op de eerste rij. Naast de Nederlandse fans staan er groepjes Duitse, Frans, Engelse en zelfs Italiaanse fans. Aangezien de mannen nooit gestopt zijn met het maken van muziek, is het niet heel gek dat de echte groupies zelfs naar een ander land afreizen voor een concert. Verrassend is het echter wel dat ze met zovelen zijn, want voor de meesten hier is de muziek puur jeugdsentiment.

Dansbare pop


Onder luid gegil uit de zaal begint Hanson met het openingsnummer van hun nieuwste plaat: ‘Fired Up’. Het is lekker poppy met een dansbaar ritme en een aanstekelijk refrein. Dat geldt ook voor het nieuwe ‘I’ve Got Soul’, een nummer met een funky randje dat het live helaas moet stellen zonder de blazers die op het album wel te horen zijn. Uiteraard hebben de heren een volwassener geluid gekregen dan jaren geleden en tot op dat moment zijn de nieuwe nummers ook behoorlijk sterk.

tylor_s.jpgLeadzanger Taylor neemt ons dan mee terug naar 1997, want nummers uit hun hoogtijdagen horen er natuurlijk ook bij. ‘Where’s The Love’ wordt ingezet en de fans in de zaal gaan uit hun dak. Jaren later blijken ze dit nummer ook nog flink te kunnen rocken, want eerlijk is eerlijk; het blijft een leuk liedje, helemaal nu we de vocalen gewend zijn. De trip door de tijd gaat verder naar 2000, met ‘This Time Around’. Opvallend is dat de jongste telg, drummer Zac, veel zang op zich neemt en dat prima blijkt te kunnen. Na dit nummer neemt Taylor een foto van het publiek en verdwijnen ze ogenschijnlijk zonder reden enkele minuten van het podium. Grapjes over de leeftijd van de heren doen al snel de ronde, maar waarom ze daadwerkelijk een pauze inlassen, blijft gissen.

Multi-talenten


Na de korte stop laten de heren een driestemmige a capella versie van Bee Gees’ ‘Too Much Heaven’ horen. Het resulteert in een goede cover dat iets minder zoetsappig is dan het origineel. Dat ze het er ook solo prima van af zouden brengen, blijkt hierna wel. Gitarist en achtergrondzanger Isaac knalt er met een akoestische gitaar en een heel mooie stem een flink rockende ‘Hand in Hand’ in een nummer over een gebroken hart waarbij hij refereert naar het feit dat dit al geschreven was vóór Taylor Swifts ‘gebroken harten liedjes’-tijdperk. Isaacs performance staat als een huis. Na hem volgt Zac met ‘The Walk’. Hij begeleidt zichzelf daarbij op piano en bewijst hiermee meer te kunnen dan alleen drummen. Taylor sluit af met het nieuwe ‘Lost Without You’, waarin hij af en toe moeite lijkt te hebben met de hoge noten. Bij ‘Juliet’ draaien ze de rollen allemaal even om: Zac op de piano, Taylor op drums en Isaac als leadzang. Talent hebben de Hansons absoluut.

isaac2_s.jpgIn het tweede deel van de show blijft er een goede afwisseling van nieuw werk, zoals het hitjespotentie-nummer ‘Already Home‘ en het swingende ‘Get the Girl Back’, en oude hits, waaronder ‘Lost Without Each Other’ en het jeugdige ‘Minute Without You’. Ze hebben een goede verdeling gekregen in de setlist met zowel hitjes van vroeger, voor de fans van toen, als tracks van de nieuwe platen, voor de fans van nu. Uiteraard komt het hitje ‘Mmmbop’ voorbij, waarin direct alle fototoestellen en smartphones tevoorschijn worden gehaald. ‘Mmmbop’ blijft een aanstekelijk hitje, maar het is zeker niet het hoogtepunt van de avond. Ze sluiten de show af met het vrolijke ‘Something Going Round’, waarin wederom elk bandlid een stuk zang voor 

Na een luid ‘we want more!’ komen ze terug voor een passende toegift, inclusief Isaac met kerstmuts op. Ze spelen nog twee nummers van hun oude kerst-cd: ‘Merry Christmas Baby’ en ‘Run Rudolph Run’. Ze zijn wat aan de zoete kant, maar geven de zaal wel alvast wat kerstsfeer. Na een uitgebreid dankwoord — want attent en dankbaar zijn ze zeker — vertrekken de heren van Hanson. Hoewel de meesten van ons zich op deze avond weer even acht of negen jaar oud voelden en het dus puur jeugdsentiment was, hebben de talentvolle broers toch bewezen dat ze na al die jaren nog steeds in staat zijn om bijna twee uur lang met kwalitatieve songs een zaal compleet op zijn kop te zetten. Chapeau!

Boeken / Fictie

Toon ’t dan!

recensie: Rinus Spruit - Een dag om aan de balk te spijkeren

Maarten Rietgans, de hoofdpersoon in Rinus Spruits Een dag om aan de balk te spijkeren, wil alles, maar krijgt daardoor niets in deze roman die met te weinig genoegen neemt.

Menno ter Braak heeft het werk van de in vergetelheid geraakte schrijfster Ina Boudier-Bakker eens getypeerd als ‘huiskamerrealisme’. Dit waren vlot vertelde, makkelijk leesbare verhalen, in een huiselijke setting. Het genre, ontdaan van de wat beschimpende lading die Ter Braak erin legde, wordt tegenwoordig door veel auteurs beoefend. De romans van Anna Enquist en Margriet de Moor leggen bijvoorbeeld vaak de levens en het drama van kleine lieden vast, middels zorgvuldig gecomponeerde psychologische portretten. Een andere stroming binnen het huiskamerrealisme kent vooral aanhangers onder mannelijke schrijvers, die sober en stemmig schrijven over (jonge)mannen die zuchten onder hun protestantse geloof. Hiertoe kunnen we Gerbrand Bakker, Maarten ’t Hart en Jan Siebelink rekenen. En ook Rinus Spruit.

Een dag om aan de balk te spijkeren, Spruits eerste roman na zijn debuut De rietdekker (2009), is zo’n sober en stemmig verhaal over een jongeman, Maarten Rietgans, die worstelt met zijn leven. Het geloof is minder belangrijk dan bij iemand als ’t Hart of Siebelink, maar speelt zeker een rol. Maarten probeert wat te doen met zijn leven, maar ondermijnt zichzelf telkens weer. Hij wil de beste zijn, hij zoekt naar perfectie – maar hoe velen is die volmaaktheid ook daadwerkelijk gegund en gegeven?

Een klap verkopen
Er is een hoop dat mij stoort aan deze Maarten Rietgans. Het is een in zichzelf gekeerde jongen, die niet of nauwelijks communiceert en pas op zijn leven reflecteert wanneer hij echt niet anders kan. In de liefde zoekt hij de ware en kan zich daarom nooit volledig overgeven aan een relatie, hij wil de beste zijn in zijn werk en komt daarom nooit tot iets. Maarten is een personage om tegen te schreeuwen, een personage dat je het liefst een klap verkoopt in de hoop dat hij zijn leven gaat beteren.

Sympathie kon ik niet opbrengen voor Spruits tragische hoofdpersonage. Het tragische van Maarten is dat hij door zijn eigen karakter nooit kan bereiken wat hij wil worden, nooit kan komen waar hij wil zijn. Hij heeft last van een minder- én een meerderwaardigheidscomplex, zo analyseert hij zelf, en zodra de een bedwongen is, brengt de ander hem ten val. ‘Maarten Rietgans, rondtrekkend verpleegkundige, reiziger in angst, handelaar in ongenoegen,’ heet het in deze roman. In mij schuilde hoop dat het misschien toch nog goed zou komen met Maarten, dat hij over zijn angst en ongenoegen heen zou kunnen komen.

Verstild tonen
Ook op het proza van Een dag om aan de balk te spijkeren is het een en ander aan te merken. Spruit schrijft doorgaans verzorgd, maar weet ook draken van zinnen op papier te krijgen. ‘Hij krijgt er geen cent voor maar wordt er rijker van’, bijvoorbeeld, of: ‘Vaders hart is stil blijven staan toen die dokter in mijn hart aan het rommelen was.’ Dit is ongeïnspireerd clichéproza, ontdaan van originaliteit en verrassing. Eerder merkte de verteller al op dat Maarten een ‘wij-gevoel’ heeft ‘laten ontstaan’ bij de werknemers in een verzorgingstehuis waar hij werkt, en dan ga je naarstig op zoek in je geheugen naar andere vertellers die dergelijke, lelijke woorden in de mond nemen. Of een verteller die over de hoofdpersoon zegt: ‘Hij zit “te zijn”, te genieten van de rust die hij in zich voelt.’ Hoe onnauwkeurig! Van een roman verwacht ik dat dat ’te zijn’ verder en preciezer ingevuld wordt, en dan wel zo, dat ik ’t zelf niet had kunnen bedenken. Dat gebeurt niet in deze roman.

Er wordt te veel verteld en te weinig getoond in Een dag om aan de balk te spijkeren. Spruit sprint in een kleine 200 pagina’s door een mensenleven, licht episodes uit dat leven en staat er dan even bij stil. Te weinig, want als hij langer rust neemt, kruipt het proza onder de huid van de lezer. Even lijkt Maarten succes te hebben als fotograaf. Hij toont een deel van zijn portfolio aan zijn vader en diens buren en vrienden. Aan het eind van deze prachtige scène staat er: ‘De aanwezigen zagen tot hun verbazing Rietgans vanaf een stilstaand beeld tot leven komen. Ze waren er stil van.’ Dan is de lezer ook even stil en verbaasd; hij heeft de diaserie gevolgd en mentaal gereconstrueerd en dan verstilt de tijd in een serie foto’s van Maartens vader die appels schilt, met minieme verschillen in diens houding. Ik kan het me voorstellen, dit magische moment in de kamer, en het wordt ook mijn magische moment tijdens het lezen. Het hoogtepunt in een roman die meer had kunnen zijn.

Film / Films

Denk jezelf gelukkig

recensie: Happy

.

~

Een riksjachauffeur uit de sloppenwijken van India opent de film. Hij vertelt dat hij ondanks zijn armoede gelukkig is, omdat hij familie en vrienden heeft. Een Amerikaanse vrouw vertelt vervolgens dat zij zich na haar gezichtsverminking gelukkiger voelt dan ervoor. Happy zet hiermee de toon, we zouden ons gelukkig moeten voelen met de dingen die we hebben en geen hebzucht moeten najagen. Kortom: geld maakt niet gelukkig.

Happy numbers


Om dit te bewijzen, worden verschillende onderzoekers en psychologen geïnterviewd die de wetenschap van geluk onderzoeken. De eerste cijfers die worden getoond, liegen er niet om, maar zijn tegelijkertijd ook niet verbijsterend. Ons inkomen is in de afgelopen vijftig jaar namelijk gestegen, maar ons geluk niet. Wat wel bewonderenswaardig is, zijn de resultaten die laten zien waaruit ons geluk bestaat. Zo wordt er gesteld dat vijftig procent genetisch is bepaald. Slechts tien procent bestaat uit status, geld, carrière en objecten. De resterende veertig procent bestaat uit gedrag en het maken van keuzes. Dat betekent dat we veertig procent van ons geluk zelf in de hand hebben en kunnen ontwikkelen. Zoals met alle vaardigheden baart oefening kunst en zul je, naarmate je jouw ‘geluksflow’ vaker ervaart, gelukkiger worden. Deze ‘flow’ kan gehaald worden uit bijvoorbeeld hobbies. Diepte-interviews met mensen over heel de wereld tonen aan dat de meesten van ons hun geluk vinden in altruïsme, tijd doorbrengen met familie en vrienden, delen met anderen en deel uitmaken van een gemeenschap.

Geluk moet je niet najagen

~

Happy geeft hiermee enigszins een vertekend en eenzijdig beeld van het begrip geluk. Er wordt bijvoorbeeld niet ingegaan op de vraag hoe we geluk ervaren en wanneer we geluksmomenten beleven. Het enige waar de makers op hameren is dat geluk in de kleine dingetjes van het leven zit. Daar kunnen wij in onze gejaagde westerse maatschappij nog iets van leren. We zijn te prestatiegericht, waardoor we het eigenlijke doel missen. De tien procent geluk die wij uit carrière en status halen, schijnt volgens de makers van Happy ook averechts te werken. Een inkijk in de Japanse cultuur laat zien hoe te veel werken kan leiden tot de dood. Helaas worden er in de documentaire geen andere ongelukkige voorbeelden gegeven.

Al met al is Happy hoopgevend, omdat we kunnen leren gelukkig(er) te zijn. De documentaire laat zien dat ‘zelfs’ arme mensen, of eigenlijk juist arme mensen, ook gelukkig kunnen zijn. Jammer genoeg biedt deze zes jaar lange zoektocht geen nieuwe inzichten. Het is eerder een verzameling van inzichten die we al hadden, verpakt in een nieuw jasje. Hoe dan ook, de verschillende prijzen die de film heeft gewonnen, zal Belic ongetwijfeld gelukkig stemmen.

Boeken / Fictie

Svevo van begin en einde

recensie: Italo Svevo (vert. Tom de Keyzer) - Een strijd

Italo Svevo, nom de plume van Ettore Schmitz, was één van de grote modernisten en is vooral bekend door zijn roman De bekentenissen van Zeno (1923). Dat Svevo meer lezenswaardigs heeft geschreven bewijst Een strijd.

De kleine Amsterdamse uitgeverij Serena Libri wil het Nederlandse publiek bekender maken met de Italiaanse literatuur. Het smaakvol vormgegeven Een strijd, met daarin het begin en het einde van Svevo’s schrijverschap, vormt daarvoor een goed begin. Daarnaast is het boekje, dat het verhaal ‘Een strijd’ en ‘De novelle van de goede oude man en het mooie jonge meisje’ bevat, ook een goed begin voor eenieder die het oeuvre van Svevo (verder) wil verkennen.

Een strijd is geschreven in 1888, toen Svevo 27 jaar oud was. In zijn voorwoord schrijft vertaler Tom de Keyzer dat de plot van het verhaal nogal negentiende-eeuws is: een dichter en een sporter vechten om de hand van een jonge vrouw, ‘een deerntje’ in de woorden van Arturo, de dichter. Het literatuurhistorische belang van dit verhaal ligt echter daarin, dat Svevo van de dichter een antiheld maakte, een inetto, letterlijk een ‘ongeschikte’; een loser dus.

Een eerste inetto
Deze figuur blijft Svevo in zijn hele carrière gebruiken, met Zeno als bekendste voorbeeld. Ook de hoofdpersoon uit ‘De novelle’, een rijke zakenman uit Triëst, is zo’n inetto. Dit verhaal, dat vertaald werd door Els van der Pluijm, is in 1929 geschreven, slechts een paar maanden voor Svevo’s dood. Zo bevat Een strijd het begin en het einde van zijn schrijverschap, wat iedere lezer tot vergelijken zal uitnodigen. Het maakt van de bundel een extra boeiende uitgave.

Met die kennis in het achterhoofd leest Een strijd inderdaad als een debuut: het is een melodramatisch verhaal vol grote gebaren en grote passies. Er staat hier liefde op het spel, er is rivaliteit tussen twee uitersten, de taal is soms nog wat onevenwichtig. Zoals hier: ‘[Arturo] had Rosina niet nodig; hij had zijn kunst, zijn muze, daar moest hij het maar mee stellen.’ Met die laatste clausule, een soort achterafzin, kleurt Svevo een beetje buiten de lijntjes. Toch spreekt ook hier al een man met zelfvertrouwen, een schrijver die weet wat hij zeggen wil. De verteller leidt de lezer effectief door het verhaal, zoals bijvoorbeeld hier: ‘[Rosina] was echter niet de vrouw die deze liefde in [Arturo] had doen ontkiemen, het was een oude liefde die hij nu op een ander projecteerde.’ Het psychologisch portret wordt scherp geschilderd.

Een sombere man
‘De novelle’ is geschreven door een oudere, meer volwassen schrijver. Het verhaal is bedaard en grauw, de romantiek verdwenen. Een oude man verleidt een jong meisje, of wellicht andersom, maar een hartaanval noopt hem de relatie te verbreken. Vanuit zijn kamer levert hij commentaar op het leven buiten, terwijl hij begint aan een werk over ouderen en jongeren. Die studie illustreert onbedoeld waarom hij zelf is mislukt. De man bedriegt zichzelf, net als Arturo eerder, en allebei doen ze dat zonder het zelf te weten.

Dat maakt van ‘De novelle’ een tragisch verhaal, extra geaccentueerd door de handelingen van de Eerste Wereldoorlog op de achtergrond. De oude man verdient bakken met geld aan de oorlogshandelingen, maar ergert zich wel aan de lange rijen armen die iedere dag voor de bakker staan. Het is, aldus De Keyzers voorwoord, een satire op Svevo’s eigen werkzaamheden gedurende die oorlog, maar past ook perfect in het verhaal: deze oude man kan van alles vinden, uiteindelijk doet hij niks en is hij een inetto. In afwachting van zijn dood sombert hij wat af achter zijn bureau.

‘Heel kinderachtig’
Enige woorden moeten worden besteed aan Svevo’s vertellers, vooral die van ‘De novelle’. Deze steekt voortdurend een belerend vingertje op achter de rug van de oude man, en doorspekt zijn vertelling met zinnen als deze:

Hieraan kunnen we zien hoe oude mensen in de regel functioneren. Bij de jongeren wordt elk afzonderlijk uur in beslag genomen door de meest uiteenlopende gevoelens, terwijl bij ouderen elk gevoel zijn eigen tijd heeft.

Dit proza is  misschien gelicht uit het werk dat de oude man aan het schrijven is. Het mag soms irritant zijn, de tekst is gelukkig ook doorspekt met geestige commentaren: ‘Hij benijdde iedereen die onbelemmerd over straat liep. Heel kinderachtig.’ De inetti worden zeker niet gespaard.

Een strijd verschijnt hier voor het eerst in vertaling, en ‘De novelle’ is opnieuw vertaald. Het zijn prikkelende verhalen, die nieuwsgierig maken naar meer – gelukkig heeft uitgeverij Athenaeum De bekentenissen van Zeno een paar jaar terug nog in hun Perpetua-reeks uitgebracht. De kenners van dat werk raad ik aan Een strijd te kopen en te lezen, en tegen hen die deze roman een te grote hap in een keer vinden zeg ik: Een strijd is het ideale opstapje naar het werk van deze hoogst boeiende auteur.

Film / Achtergrond
special: Pacific Rim

Twee recensenten en een film: Pacific Rim

Twee recensenten, een film en enkele biertjes. Dat moet welhaast tot een hevige discussie leiden, met botsende meningen en verhitte stemverheffingen. Of zorgt Pacific Rim onverwachts voor een harmonieus samenzijn? Wees getuige van een avondje filmische 8WEEKLY-dynamiek en ontdek wat onze recensenten van Del Toro’s blockbuster vonden.

[Erik] Ralph, waar gaat deze film eigenlijk over? 

[Ralph] Deze film gaat over overmaatse insecten uit een andere dimensie (Kaiju) die worden bestreden door stalen macho’s van absurde proporties (Mechrobots). Gegoten in een bombastische film met het tempo van een Formule 1-auto is het voor de kijker vrij lastig om enige diepgang in de film te ontdekken. Met een overkill aan digitale effecten lijkt het al gauw alsof je naar een computerspel kijkt dat gespeeld wordt door verveelde pubers. De een doet de Mechrobot, de ander de Kaiju. Tel daarbij de lelijke belichting op en je begint je af te vragen wat er in hemelsnaam gaande is in blockbusterend Hollywood. En hoe kon Del Toro zich zo verliezen!?

En tsja, tussen de warrige explosies, overdreven vechtscènes en brandende wereldsteden is er een meisje met een trauma en bloeit er uiteraard ook nog een romance op.

Kort samengevat heb ik de film als een grote teleurstelling ervaren.

Kun jij de film in een of ander perspectief kaderen, Erik? Gezien die Kaiju afgeleid is van de Godzilla-films van weleer.

~

[Erik] Een grote vraag voor een film die verre van grootsheid blijft. Del Toro geeft zelf al aan in een van de vele extra’s op de BluRay dat hij bewust gekozen heeft voor een op zichzelf staande film. Zonder verwijzingen naar bestaande monsters (de Kaiju) of hommages aan andere films. Hoewel hij uiteraard wel de oude Kaiju-traditie nieuw leven in wilde blazen. Helaas is er hier niet echt sprake van nieuwe levenslucht, maar eerder van een kiss of death. In het licht van de huidige technologie zijn de oude stop-motionfilms met plastic poppetjes rondom Godzilla, King Kong et cetera hopeloos verouderd, maar wonderwel kijk ik liever nog een keer een oude Godzilla-film dan Pacific Rim. Nu we het toch over Godzilla hebben: Dit monster verbeelde de angst voor nucleaire technologie zoals de atoombom op Hiroshima in WO II. Het is een beetje vreemd dat een film die het genre wil eren juist kernwapens gebruikt om te trachten de Kaiju te vernietigen. In dat perspectief is dit geen eerbetoon aan, maar een aanval op het Kaiju-genre.

Er is dan misschien wel veel tijd gestoken in het ontwerpen van de diverse monsters, in de film zie je daar weinig van terug. Door de (onder)belichting lijken alle Kaiju op elkaar en valt de beoogde individualiteit in het water. En daarmee krijg je ook geen enkel moment de binding tussen monster en kijker, die je wel hebt bij Godzilla of King Kong. Dat waren echte karakters die de menselijke acteurs vaak ver achter zich lieten. Dat had bij Pacific Rim trouwens ook goed gekund. Niet omdat de monsters zo karaktervol zijn, maar omdat de menselijke acteurs zo inhoudsloos worden neergezet. Nergens kun je de film op enige diepgang betrappen. Sommige rollen zijn zelfs zo eendimensionaal dat je bijna van nuldimensiaal zou gaan spreken. En de romance waar jij op doelt is voor mij niet meer dan een halfslachtige poging tot een romantic interest, die op z’n best uitmondt in een oppervlakkige vriendschap tussen man en vrouw.

Maar wellicht heb jij ergens een diepere laag kunnen ontdekken die mij ontgaan is?

[Ralph] Of ik ergens een diepere laag heb gevonden? Nu ja, onder de Pacific Rim blijkt dus een breach (portaal) te zijn naar een ander universum. Buiten dit om heb ik weinig diepgang gevonden. Ik kan een poging wagen. De film lijkt zich namelijk op meerdere markten te richten. Zoals de Aziatische filmmarkt, waar Hollywood het met de jaren steeds minder goed doet. Door het probleem waar de wereld mee te maken krijgt universeel te maken, zijn allerlei internationale conflicten vrij rap beslecht. Zo kan het dat de Russen naast de Amerikanen en Chinezen vechten en werken een Amerikaan en een Japanse samen. De Arabieren blijven nog even achterwege, dat was waarschijnlijk een brug te ver voor Hollywood.

De Zwitserse psychiater C.G. Jung zei eens dat een buitenaardse bedreiging de meest voor de hand liggende oorzaak voor wereldvrede zou zijn. Tot die tijd zouden de volkeren in hun drift naar hegemonie elkaar blijven bestrijden. Dit idee (al vermoed ik dat dit toevallig in deze film is terechtgekomen) krijgt haar uitwerking in Pacific Rim.

Wat is er eigenlijk echt bij je blijven hangen van de film?

~

[Erik] Alle zaken waarvan je niet hoopt dat ze blijven hangen. Je wilt dat een film beklijft vanwege zijn schoonheid. Een schoonheid die terug te vinden is in de beelden, het verhaal of de diepgang. Je hoopt dat je nog dagenlang mijmert over de diepere betekenis, dat de vragen die de film opwerpt over het leven en de dood nog lang door je hoofd spoken. Maar bij deze film blijft daar niets van hangen. En dat kan ook niet, want dat zit er allemaal niet in. Wat er wel in zit? Slechte acteerprestaties, weinig tot geen karakterontwikkeling, onoverzichtelijke gevechtsscenes en een summier en voorspelbaar plot. Dit alles op middelmatige wijze in beeld gebracht. Dat is wel zo’n beetje wat er is blijven hangen.

Een voorbeeld dat aansluit op jouw verwijzing naar Jung is de rol van Burn Gorman als de Duitse wetenschapper Gottlieb. Zelden heb ik een gestoorde wetenschapper zo verschrikkelijk slecht en clichématig neergezet zien worden. Ook niet in komedies waarin het beeld van de licht waanzinnige wetenschapper sterk uitvergroot wordt om een komisch effect te behalen. In een dergelijke komedie zou Gorman al een modderfiguur slaan met zijn vertolking van een mad scientist, maar in deze film is het ronduit irritant. Je wilt deze man het liefst een langzame pijnlijke dood toewensen. Het is dat ik een beschaafd recensent ben, want anders…

Wat denk je? Kunnen we al een weloverwogen oordeel vellen over deze film?

[Ralph] Ja, er valt weinig aan toe te voegen wat niet reeds gezegd is. De film krijgt van mij een magere anderhalve ster. Del Toro heeft zich lelijk aan dit megalomane wangedrocht vertild! Toch hoeft hij het schaamrood niet op de kaken te krijgen. Daarvoor is er teveel andere troep gemaakt dit jaar.

[Erik] Voor iemand die een pareltje als Pan’s Labyrinth het levenslicht heeft laten zien zou ik dit wangedrocht wel degelijk het schaamrood op Del Toros aangezicht willen laten sieren. En misschien zou ik er nog een halve ster bovenop gooien omdat Pacific Rim toch mooi twee recensenten uren bezig heeft weten te houden. Maar dat zou teveel eer zijn. Anderhalve ster dan maar. En dan mogen ze nog in hun handjes knijpen.