Theater / Voorstelling

Het schip van de macht koerst af op de kademuur

recensie: Momentum

Disbalans. Langzaam stort de wereld van de minister-president in. Hij haalt uit naar partijleden en journalisten, zijn populariteit daalt. Iedereen wendt zich van hem af; zelfs zijn vrouw is hem beu. Onevenwichtig is Momentum van Korthals Stuurman überhaupt nogal, ondanks het feit dat er een paar uitstekende acteurs aan het werk zijn.

Minister-president Miro Hoffman is al vijf jaar de hoogste baas in het land. Maar hij zit er doorheen, eigenlijk kan hij het niet meer opbrengen te strijden voor de idealen die hem in het zadel hielpen. Hij strompelt van incident naar incident, en de vraag is of hij er niet beter aan zou doen gewoon af te treden. Zijn bevlogen en ambitieuze vrouw Ebba en zijn adviseur Dieter moeten alle zeilen bijzetten om hem heelhuids naar de volgende verkiezingen te loodsen.

Een presidentieel koningsdrama

De veelgeprezen toneelauteur Lot Vekemans (haar Gif gooide hoge ogen) schreef met Momentum in feite een koningsdrama. Met een vertwijfelde minister-president, type Macbeth, die ondanks tegenslagen de macht niet uit handen wil geven. En met een ‘first lady’ Ebba, een Lady Macbeth die door ruiten gaat om haar man op zijn troon te houden. Zoals in Macbeth, zo hebben ook in Momentum de hoofdpersonen hun eigen ontembare demonen die rondspoken.

De verwijzing naar Mark Rutte is overduidelijk, ook al heeft die geen echtgenote. De macht van de minister-president is tanende, zelfs al klampt hij zich daar nog zo aan vast, onder het mom het nog niet ‘klaar’ zijn met alles wat nog zou moeten gebeuren. Verder komt John F. Kennedy langs, met al zijn ziektes en kwalen. En wie hen erin wil herkennen, ziet ook Bill en Hillary Clinton in dit koningskoppel.

Deze verwijzingen komen tot de toeschouwer die in staat is door de oogharen te kijken; want de teksten van Vekemans zijn vaak wel erg abstract, of zelfs vergezocht-filosofisch. En de regie van Maaike van Langen biedt de acteurs weinig houvast. Van Langen kiest voor veel heen en weer lopen en veelal voor lange lijnen, waardoor acteurs tijdens dialogen vaak vele meters uit elkaar staan. Communicatie wordt daardoor lastig. Dat is natuurlijk precies de boodschap, maar het beeld wordt keer op keer herhaald en verliest daardoor aan kracht.

Onevenwichtig decor als hindernisbaan

Het decor (ontwerp: Ascon de Nijs) zit ook in de weg. Elf verticale stalen zuilen, plus een aantal dwarsbomen met ballen eraan vormen een spel van evenwicht en onevenwichtigheid. Ze kunnen bewegen en worden door het imaginaire kind van de first lady uit balans gebracht. De spelers moeten er omheen manoeuvreren, of ze kunnen elkaar gewoon niet goed zien. Terwijl Van Langen haar spelers naturel laat acteren, is alles van tekst tot decor abstract.

Hoofdrollen stelen de show

De moeite waard is Momentum vooral vanwege de drie belangrijkste acteurs. Waldemar Torenstra pingpongt moeiteloos met de rol van minister-president Miro. Hij zit ondanks de vaak ongemakkelijke tekst goed in zijn vel, timet goed en is geloofwaardig als de gelikte leider. Door zich simpelweg na elke inzinking opnieuw fysiek op te richten, stáát de premier er telkens weer. Astrid van Eck als Ebba mag heen en weer bewegen van innemend naar cynisch naar hysterisch. Vincent Croiset is spindoctor Dieter die het schip van de macht op volle kracht op de kademuur af ziet koersen. Handenwringend, met opgetrokken schouders en ingehouden adem zet Croiset de onmacht neer van de politiek adviseur die alles doorziet, maar feitelijk niet kan ingrijpen.

Ingewikkeld is het idee Ebba te laten stalken door een imaginair kind (Maas Muhren). En dan is er nog een dichter die geen woord op papier krijgt (Marijn Claes) die mogelijk het erbij bungelende, ondergeschoven kind ‘cultuur’ in de politiek vertegenwoordigt, maar dat personage komt niet uit de verf.

Auteur Lot Vekemans levert met Momentum een tekst af waarin ze (te) veel wil zeggen, maar die lang niet zo helder, scherp of empathisch is al haar hartverscheurende Gif. Dat de acteurs daarbinnen overeind blijven, is louter hun verdienste.

 

Kunst / Expo binnenland

Gesamtkunstwerk Fiona Tan

recensie: Fiona Tan. Mountains and Molehills
Gray Glass (2020), still courtesy de kunstenaar en Frith Street Gallery, Londen/the artist and Frith Street Gallery, Londoncourtesy de kunstenaar en Frith Street Gallery, Londen/the artist and Frith Street Gallery, London

Je kunt de prachtige tentoonstelling met het uiteenlopende werk van Fiona Tan in Eye Filmmuseum in Amsterdam uitbreiden zoveel als je maar wilt. Met voorpret (films, talks) en met napret (waaronder de catalogus). Of omgekeerd. Om maar zo lang mogelijk de sfeer ervan vast te kunnen houden. Een duik in tijd en ruimte, verleden en landschappen die ons wat te vertellen hebben. Al met al een mooi overzicht van Tans werk.

Fiona Tan (1966, Pekan Baru, Indonesië) groeide op in Australië en studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en de Rijksacademie van beeldende kunsten in Den Haag. Haar installaties (video, film en foto) worden terecht wereldwijd geroemd. Haar werk was onder meer te zien op de documenta 11 in Kassel (2002), de Biënnale in Venetië (2009) en is opgenomen in tal van gerenommeerde collecties. Nu is er dan de grote solotentoonstelling met een rijk randprogramma in Eye Filmmuseum.

Film als voorpret

Om te beginnen de film Ascent die je voorafgaande aan je bezoek kunt streamen. Het is een verstild werk over een berg, de Mount Fuji. Een berg die we kennen van beroemde Japanse prenten. Een film over iets dat zo vast staat als het maar kan en op die manier een contrast vormt met de eilanden die op de tentoonstelling voorbij komen, zoals Brendan’s Isle. Ascent is een verhaal over leven en dood, natuur en cultuur op de grens van film en fotografie, zoals veel van Tans werk. Je moet het, net als haar andere films, helemaal uitzien om het ritme dat erin zit optimaal te kunnen ervaren. Maar dat is geen straf; de film duurt ruim een uur, korter dan een speelfilm.

Tentoonstelling als totaalconcept

Tans werk beweegt zich niet alleen tussen film en foto, maar ook in stiltes tussen de beelden, zoals in Inventory dat uit zes schermen bestaat waarvan er af en toe één of meerdere oplichten. Tussen rust en onrust (een handheld camera in Island die je zeeziek maakt), droom en werkelijkheid, klein en groot werk. Met echo’s en schaduwen, zoals die op straat in Downside up. Met voorafkondigingen van wat later terugkomt, zoals de overstroming in de nieuwe installatie Footsteps, die Tan in opdracht van Eye maakte en die apart, in een Zaans huisje wordt getoond.

Footsteps (2022), stillcourtesy de kunstenaar en Frith Street Gallery, Londen/the artist and Frith Street Gallery, London

Footsteps (2022), still, courtesy de kunstenaar en Frith Street Gallery, Londen

Door de combinaties van beeld, voice under (een term van Tan) of voice over, geluid en muziek ontstaat een Gesamtkunstwerk waarin alles op elkaar is betrokken en samenvalt. De tentoonstelling als totaalconcept. Waarbij opgemerkt, dat Fiona Tan deze expositie niet alleen zelf inrichtte, maar ook nog eens zelf minimal music schreef bij enkele films, zoals Inventory met beelden uit het huis van Sir John Soane in Londen, een verzamelaar van oudheden.

In vitrines langs de wanden liggen onder meer schetsboekjes en affiches, die inzicht bieden in de ontstaansgeschiedenis van de werken. Interessant is bijvoorbeeld dat Gray Glass in opzet werd uitgedacht als bestaand uit vier grote schildersezels of spiegels van gelijke grootte met als titels Flashes, – ,  Landscape, Clouds. Uiteindelijk werden het er drie van verschillende omvang, die in gesprek lijken te gaan met de fotoserie Närsholmen met haar bomen en wolken. ‘De wereld bekijken alsof het een schilderij is’, noemt Tan het in een essay in de catalogus.

Catalogus als napret

Want bij de tentoonstelling en het randprogramma is door Eye Filmmuseum en nai010 uitgevers een prachtig uitgevoerde catalogus verschenen. Verkrijgbaar als Nederlandstalige of Engelstalige uitgave. Het ontwerp is van Joseph Plateau en – ook hier weer – Tan zelf. Al kijkend en lezend komt een beeld naar boven van de plaatsen waar Tan is geweest of die ze in haar verbeelding voor zich ziet: Brandaans eiland, Gotland.

Die plaatsen bieden volgens een essay van Hanneke Grootenboer ‘een moment van stilte in een hectische wereld, een moment van rust dat ons gelegenheid geeft tot nadenken’. Ja, zeker – maar dat niet alleen, want wat bij Armando ‘een schuldig landschap’ heet, is bij Tan een landschap dat niet alleen maar stil en rustig is, maar ook een dat ten prooi dreigt te vallen aan het water of aan de klimaatcrisis. Dan kun je niet alleen maar nadenken, maar moet je ook in actie komen om het te behouden. Tan roept er mede toe op, minder uitgesproken dan de lading die haar installatie Options & Futures in de Rabo Kunstzone in Utrecht (2014) had, maar onmiskenbaar.

Verder nadenken

Als je de tentoonstelling uitloopt, ligt er een lang gedicht van Marion Bloem (Thuis) dat je ter overdenking mee kunt nemen. En in de winkel van Eye ligt een stapeltje boeken met op een display per titel een toelichting. Boeken die, zo blijkt, Tan hebben geïnspireerd en boeken die, net als het gedicht van Bloem, verwant zijn aan haar manier van denken. Zoals De onzichtbare steden van Italo Calvino in een vertaling van Henny Vlot (L.J. Veen Klassiek). Volgens een citaat van Jeannette Winterson op het omslag ‘Het enige boek dat ik nodig zou hebben op een onbewoond eiland’. De cirkel is rond, om zo weer opnieuw te beginnen. Met voorpret, met napret. En met het meermaals bezoeken van de tentoonstelling, want die vraagt erom. Alleen al vanwege het anderhalf uur durende Footsteps.

 

Kunst / Expo binnenland

Gustav Klimt: On the shoulders of giants

recensie: Golden Boy Gustav Klimt – Van Gogh Museum
Gustav Klimt, Waterslangen II, 1904, Bewerkt 1906-1907, Olieverf op doek, 80 x 145 cm, Privécollectie, courtesy of HomeArt, Privécollectie, courtesy of HomeArt

De tentoonstelling Golden Boy Gustav Klimt. Inspired by Van Gogh, Rodin, Matisse… in het Van Gogh Museum plaatst iconische werken van de Oostenrijkse avant-gardist tussen zijn internationale inspiratiebronnen. En dat zijn er heel wat; die drie puntjes aan het eind van de titel zeggen genoeg. Het resultaat is een solide kunsthistorische tentoonstelling met een veelvoud aan visuele connecties.

Niet alles wat schittert is goud. In het geval van Gustav Klimt – je weet wel, de man van De Kus (1907-1908) – kun je dat positief opvatten, want hij is veel meer dan zijn bladgoud en decoratieve patroontjes. De uitgebreide tentoonstelling, een samenwerking tussen het Van Gogh Museum en het Belvedere Museum in Wenen, toont de kunstenaar in al zijn facetten. Door Klimts oeuvre naast dat van zijn Westerse tijdgenoten te tonen, laat het museum goed zien hoe hij inspiratie haalde uit bijvoorbeeld Lawrence Alma-Tadema, Jan Toorop en Edvard Munch. Maar ook hoe hij deze inspiratie verwerkte tot zijn eigen originele stijl.

Gustav Klimt, Portret van Hermine Gallia, 1903-104, Olieverf op doek, 170,5 x 96,5 cm, The National Gallery (in 1976 aangekocht).

Gustav Klimt, Portret van Hermine Gallia, 1903-104, Olieverf op doek, 170,5 x 96,5 cm, The National Gallery

Een schat aan vergelijkingen

Gustav Klimt (1862-1918) was academisch opgeleid. Geleidelijk bewoog hij weg van zijn vroege traditionele werk. Klimt was een van de oprichters van de baanbrekende kunstenaarsvereniging Secession (1897). De vereniging haalde voor haar tentoonstellingen veel internationale, moderne kunst naar Wenen. Zo stond ook Klimt zonder veel te reizen oog in oog met de Europese artistieke pioniers. Daar stak hij heel wat van op. De tentoonstelling toont dit semi-chronologisch aan de hand van de verschillende thema’s in Klimts werk. Van het klassieke begin gaan we naar de subtiele kleurschakeringen en dromerige sfeer van zijn ‘stemmingskunst’. Het Portret van Hermine Gallia (1903-1904) hangt naast Harmonie in wit en blauw (c. 1872-1874) van James Abbott McNeill Whistler. In beide schilderijen smelten de modellen samen met hun achtergrond in de decoratieve eentonige kleurcomposities.

Het Van Gogh Museum besteedt altijd veel aandacht aan de opzet van hun tentoonstellingen en dit is geen uitzondering. In een zaal-in-een-zaal installatie hangt een reproductie van Klimts Beethovenfries (1901-1902). Dit monumentale werk markeerde een ommekeer naar scherpere, wervelende lijnen, decoratieve oppervlakken en bladgoud. Klimt creëerde een droomwereld vol fantasiefiguren en symboliek. Onder het fries zijn gestileerde, fragiele en verwrongen figuren te zien van onder meer illustrator Aubrey Beardsley en beeldhouwers George Minne en Auguste Rodin. De zichtlijnen tussen werken leggen duidelijke connecties. De zaalteksten vullen dit mooi aan. Bij Klimts impressionistische werk Meisje in het groen (c. 1898) staat beschreven hoe haar gezicht is geschilderd met pasteltinten geel, rood en blauw. Klimt zou dit over elkaar aanbrengen van kleurtoetsen voor de huidskleur in de volgende jaren perfectioneren. En inderdaad, tot Klimts laatste werk blijven de penseelstreken van zijn handen en hoofden een pracht op zich.

Niet de makkelijkste weg genomen

Op de volgende verdieping komen Klimts landschappen en kleurrijke, expressieve vrouwenportretten aan bod. De kleurenpracht en gestileerde lijnen in zijn latere landschappen tonen de invloed van Claude Monet, Vincent van Gogh en Théo van Rysselberghe. Ook haalde Klimt inspiratie uit Van Gogh en bijvoorbeeld Henri Matisse voor de decoratieve achtergronden en uitgesproken kleuren van zijn latere portretten. Vooral hier had het museum het zich een stuk makkelijker kunnen maken door voor een collectievergelijking te kiezen, maar het werk in de tentoonstelling komt uit een breed scala aan internationale publieke en privécollecties. De makers zijn op basis van het uitgebreid nieuw vooronderzoek achter de zo accuraat mogelijke werken aangegaan. De vermeldingen van waar Klimt een specifiek kunstwerk gezien kan hebben geven blijk van dit monnikenwerk. Met Klimt als uitgangspunt, valt ook op hoe verbonden de Europese kunstwereld eigenlijk was rond 1900. Het resultaat is een solide kunsthistorische tentoonstelling. En als de specifieke vraagstellingen van brongebruik je niet interesseren, is er genoeg moois om gewoon heerlijk naar te kijken.

Klimt vocabulaire

In de trappengang en in de laatste hoek van de tentoonstelling worden de wanden overgenomen door hedendaags design, wat zelf weer door Klimt is geïnspireerd. De Nederlandse ontwerper-kunstenaar Bas van Beek ontwierp voor de tentoonstelling een ‘Klimt vocabulaire’, een vormentaal op basis van de decoraties in Klimts schilderijen. Ook liet hij zich inspireren door Klimts tijdgenoten. De herhaalde patronen zorgen voor duizelingwekkend behang. Deze hedendaagse toevoeging vormt een enigszins abrupt einde van een verder sterke tentoonstelling. Gouden, driedimensionale onderdelen waren eerder al te zien in 2021, in het Van Abbemuseum, tijdens Oog in Oog met Gustav Klimt – met Bas van Beek. Je kan nog virtueel door deze totaalervaring lopen.

Muziek
special: Een middag met Jürg Frey

Componist als pianostemmer

De Zwitser Jürg Frey (1953) is een componist van de kleine lettertjes. En (subtiele) gebaren. Bekend bij weinig mensen, maar daar komt zoetjesaan verandering in. Terecht. In het Amsterdamse Orgelpark gingen onlangs enkele werken van hem in première en tijdens November Music – een festival met hedendaagse muziek in ’s-Hertogenbosch – werd zelfs een hele middag aan zijn composities gewijd, voorafgegaan door een interview. Ondanks dat de hele middag in zijn teken stond, werd in een e-mail Nieuwsbrief over het slotweekend voor van alles en nog wat aandacht werd gevraagd. Slechts onderaan stond eenvoudigweg: ‘En verder nog …’. Jürg Frey dus.

Jürg Frey

Frey gaf in een interview met Emlyn Stam (artistiek leider van New European Ensemble, dat ook optrad) op een gegeven moment een rake omschrijving van zijn muziek: ‘The wind is blowing’, geaccentueerd door een vegende, horizontale beweging met zijn rechterhand, alsof hij de richting die zijn muziek zichtbaar wilde maken. Pianissimo muziek, zacht-zachter-zachtst, met een enkele noot, een enkele dicht bij elkaar liggende consonant (mooie samenklank) of dissonant (wrijving). Een klein stapje omhoog, een klein stapje naar beneden. Of met een telkens herhaalde, zelfde toon. En vooral op de grens tussen klank en stilte, met veel stiltes ertussen, eronder en erboven.

Eerste concert

En in het donker, zoals bij het eerste van de vier concerten van elk een uur door Keiko Shichijo op pianoforte. Donker, als woonde je een recital van pianist Grigori Sokolov bij. In een donkere, en al even muisstille zaal. Het was voorafgaand aan de uitvoering van Les signes passagers (2021) niet nodig om stilte te vragen, zoals tientallen jaren geleden nog tijdens een editie van het Festival Nieuwe Muziek in Middelburg werd gedaan. Daar werd toen werk uitgevoerd van Morton Feldman (1926-1987); inmiddels zijn we (meer?) aan dergelijke zachte muziek gewend geraakt. Met dit verschil dat in Den Bosch elke kleine beweging in de zaal al klonk als een explosie en boze blikken veroorzaakte, en het in Middelburg juist Feldman zelf was die de betovering soms doorbrak door hard te hoesten. Even terug naar de aardse werkelijkheid, leek hij er wellicht mee te willen zeggen.
Iemand in de zaal vergeleek de muziek van Frey, die overigens duidelijk door de meditatieve Feldman is beïnvloed, met gamelanmuziek, maar je zou even goed aan een pianostemmer kunnen denken, die behoedzaam elke toon aanslaat en proeft.

Tweede concert

Subtiel en verstilde muziek in ieder geval – net als de liedtekst die de componist zelf schreef voor zijn Windwörter (2017-2018). Mindful, aldus een andere bezoeker; je moet erbij blijven, bij elk woord en het overdenken. Een woord dat telkens wordt herhaald, met een andere intentie en intensiteit:

Licht
Licht

Wind
Wind

Woorden die zijn getoonzet voor viool en sopraan, met niet of nauwelijks vibrato gespeeld en gezongen door respectievelijk Joe Puglia en Karen Motseri. Motseri past deze manier van zingen als een handschoen, als zangeres van onder meer barokmuziek onder leiding van dirigent Joshua Rifkin. Zó zacht, dat je de violist soms zag strijken of aan een snaar plukken, maar oren op steeltjes moest hebben om het te horen. Zó intensief ook, dat een ander geprogrammeerd werk (op tekst van Emily Dickinson) verviel, maar met een brede lach wél weer een korte toegift (Sehnsucht) werd gegeven …

Derde concert

Gaandeweg de ‘volle middag’, zoals de programmabladen het omschreven, gingen er boven het podium steeds meer lampen aan en werd het aantal musici steeds groter, om aan het slot weer af te nemen.
Het eerste ensemblestuk dat werd gespeeld, The wind moves them (2017-2018) was als een weefsel waarin dan weer een draad werd toegevoegd en dan weer draden samen op kleurden en elkaar versterkten. Het tweede stuk voor ensemble, Garden of transparency uit dezelfde tijd en ook gespeeld door het New European Ensemble, leek symmetrisch qua opstelling en opbouw: drie blazers links, grote trom (waarvan het vel alleen met de handen werd beroerd) en piano in het midden en vier strijkers rechts. Maar dat was schijn; er werd met dit idee gespeeld. Opvallend was de keus voor een trompet, die nu eenmaal niet superzacht kan in- c.q. aanzetten. Een beetje als Feldmans aardse verwijzing?

Vierde concert

Het laatste werk was String Quartet No. 4 (2018-2020), uitgevoerd door het Canadese Quatuor Bozzini.
Een meditatief stuk tot slot, waarin het leek of de musici soms als één lichaam ademden. Door de monochrome klankkleur van alleen strijkinstrumenten werden we soms in de tijd teruggebracht. De tijd van bijvoorbeeld een consort in het oude Engeland, met meerdere instrumenten uit één familie in verschillende liggingen. Terwijl we op andere momenten door meer hedendaagse strijktechnieken (met de bovenkant van een strijkstok strijken bijvoorbeeld) in het hier-en-nu verkeerden. Indrukwekkend was de herhaalde hartenklop (pizzicato) van de cello tegen het eind. Wát een slot van een mooie, volle middag met Jürg Frey!
Benieuwd wat November Music volgend jaar in petto heeft! Om nu al naar uit te kijken. En ondertussen veel Frey te gaan luisteren.

 

Een middag met Jürg Frey

Gehoord in: Willem Twee Toonzaal, ’s-Hertogenbosch, 13 november 2022

Kunst / Expo binnenland

Liefde heeft talloze gezichten

recensie: Love Stories - Hermitage Amsterdam

Wie denkt dat over de liefde nu wel alles geschreven of geportretteerd is, zou een bezoek aan Hermitage Amsterdam moeten brengen. Daar zijn ruim honderd historische portretten van beroemde liefdeskoppels bijeengebracht. Elke generatie schrijft haar eigen liefdesgeschiedenis. De expositie draagt duidelijk een Brits stempel, maar de goedgekozen Nederlandse bijdrage mag er ook zijn.

Met Love Stories – Kunst, passie en tragedie heeft Hermitage Amsterdam de Europese première van een reizende tentoonstelling die de hele wereld over gaat. Uit de schatkamer van de Londense National Portrait Gallery zijn vermaarde portretten over de liefde in al haar verschijningsvormen verzameld. In overleg met het Engelse museum en de Dutch National Portrait Gallery is er in Amsterdam een selectie Nederlandse portretten aan toegevoegd. Op vrijwel alle afbeeldingen zien we grote kunstenaars en beroemdheden, en natuurlijk mogen in een Britse tentoonstelling ook royals niet ontbreken. Wat vertellen zij ons samen over al die wondere wegen van de liefde?

Veranderende beeldtaal

De expositie omvat geschilderde en gefotografeerde portretten vanaf de late zestiende eeuw. Hierbij is voor een thematische indeling gekozen, met rubrieken als De muze, Partner in portret en Liefde onder vuur. De historische ontwikkeling in de kijk op liefde blijft wat onderbelicht, maar tussen de regels door vang je er wel een glimp van op. Zo staat op de ‘huwelijksadvertentie’ van bankier Thomas Jenkins en zijn nicht Anna Maria eind achttiende eeuw nog een hondje, symbool van trouw. Een aantal decennia later wordt dichter John Keats op een schilderij gevangen in een melancholisch moment, verzonken in een boek dat verwijst naar het droevige gedicht dat hij diezelfde dag schreef (Ode to a Nightingale). Je ziet in zulke portretten mooi hoe de vroegmoderne hoofse visie op liefde evolueert tot de romantische van de negentiende eeuw; hoe de focus verschuift van eer en trouw naar hunkering en passie.

De schilderijen en foto’s uit de twintigste eeuw vormen vaak een feest van herkenning, een beetje afhankelijk van welke culturele belangstelling je hebt en tot welke generatie je behoort. Zo zijn er prachtige portretten te zien van getrouwde acteurs die theater- en bioscoopbezoekers samen in vervoering brengen. Laurence Olivier en Vivian Leigh bijvoorbeeld, en het roemruchte duo Elizabeth Taylor en Richard Burton. Of neem de groten van de Engelse popmuziek, de vier Beatles met hun partners en Mick Jagger met een paar van zijn liefdes. Stuk voor stuk erg mediageniek en met een verhaal dat sterk tot de publieke verbeelding spreekt. Ook hier zie je trouwens een verandering in de beeldtaal. De wat oudere portretfoto’s van de jaren 30 en 40 hebben duidelijk een ingetogener en formeler karakter dan de meer uitbundige en losse beelden van latere jaren.

Verboden liefde en tragedies

Oscar Wilde; Lord Alfred Bruce Douglas by Gillman & Co (May 1893), © National Portrait Gallery, London

De portretten in de categorie Liefde onder vuur gaan weliswaar lang niet allemaal over homoseksuele relaties, maar die – veelal verboden – liefdes krijgen wel volop aandacht. Virginia Woolf en Vita Sackville-West, Benjamin Britten en Peter Pears, Oscar Wilde en zijn ‘Bosie’ … ; vanaf het einde van de negentiende eeuw doen ze hun intrede in de Britse portretkunst. Bij de beroemde foto van Wilde en Douglas moet je natuurlijk ook al snel denken aan het trieste lot dat Wilde uiteindelijk te wachten staat. Ten tijde van dat portret lacht de toekomst hem nog vriendelijk en vol beloften toe, de verschrikkingen van zijn proces en veroordeling, zijn eenzame dood in Parijs kan niemand dan voorzien. Vanwege zijn seksueel gedrag (‘grove onzedelijke handelingen’) wordt de schrijver in 1895 veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid in de gevangenis van het Engelse Reading. Na vrijlating wijkt hij berooid en uitgekotst uit naar Frankrijk, waar hij vrij spoedig overlijdt aan een hersenvliesontsteking.

Met onze kennis achteraf blijken wel meer beloftevolle portretten de opmaat voor gebroken harten en tragedies te zijn. Wat te denken van de vrolijke foto van Sylvia Plath en Ted Hughes? Hoe kijken we naar Elizabeth Taylor die liefdevol het haar van Richard Burton knipt? Twee keer met elkaar getrouwd, twee keer weer gescheiden. In gedachten hoor je hun knetterende scheldpartijen uit de oh zo relevante filmversie van Who’s Afraid of Virginia Woolf (1966)? Maar wanneer Taylor in 2011 sterft, neemt ze in haar kist alsnog de laatste brief van Burton – al overleden in 1984 – mee. Love Stories heet de expositie, niet Love Portraits.

Going Dutch

In Amsterdam is zoals gezegd ook een selectie Nederlandse portretten toegevoegd. De eerste (stiekeme) foto van Beatrix en Claus; Johan en Danny Cruijff in een kakelbonte slaapkamer; Mathilde Willink door de ogen van Carel… het zijn belangrijke historische beelden. Ook vergeet de stad  haar reputatie op het gebied van vrije liefde niet. Op 1 april 2001 voltrekt burgemeester Job Cohen er het allereerste homohuwelijk ter wereld. In de Hermitage hangt een foto met de vier gelukkige paren.

Hoe ongelofelijk veel gezichten heeft de liefde. En wat een mooie kans is het om even stil te kunnen staan bij al deze gezichten. Liefde in donkere dagen, dat kunnen we wel gebruiken.

Theater / Voorstelling

Feest om jezelf te zijn

recensie: Queer Planet - HNTjong

Op Queer Planet is queer-zijn de norm. De voorstelling zit vol sketches, nummers en scènes die veel herkenbare momenten en worstelingen van lbhti+-ers weergeven. Grappig, maar ook indringend, leerzaam en zeker feestelijk.

Rick Paul van Munnigen en de andere castleden van HNTjong, ‘een all queer cast’, heten het publiek welkom bij en op Queer Planet. Een show bestaande uit verschillende herkenbare en minder herkenbare scenes over queer-zijn, zoals coming out-verhalen, eerste dates en meer spannende avonturen.

Herkenbaar, vol ironie en kritiek

Met humor als wapen gaat de voorstelling de strijd aan tegen heteronormativiteit. Denk bijvoorbeeld aan de vergadering van The Gay Agenda, een genootschap dat iedereen queer wil maken. Door het zo letterlijk neer te zetten, wordt de angst van homofobe personen voor ‘the gay agenda’ ineens heel absurdistisch. Of denk aan de scene waarin een non-binair persoon naar de wc wil, maar door de bureaucratie wordt tegengehouden.

Queer Planet snijdt grote actuele queer thema’s aan, waardoor het herkenbaar zal zijn voor veel mensen uit de queer community en heel leerzaam voor de gemiddelde cis hetero. Zo zijn er verschillende coming out-scenes, variërend van verdrietig tot weinig spectaculair tot die van een niet zo excentrieke homo die zich niet thuis voelt in de flamboyante lbhti+-gemeenschap.

De acteurs laten heel mooi de genderfluïditeit zien. Met wat kleine veranderingen in bewegen is iemand zo wat mannelijker of vrouwelijker en dat staat nog weer los van kostuums en personages. Het laat de vrijheid van de voorstelling zien, er zijn geen grenzen. Toch zit ook in deze voorstelling soms het aloude lachen om mannen in vrouwenkostuums: een paar keer op momenten als Rick Paul een vrouw speelt. Zonde, want de voorstelling ging nou juist tegen alle hokjes en normen in.

Mooie planeet

De planeet bestaat uit de jurk van één van de personages. De stof is gedrapeerd over het podium en bevat hier en daar beeldschermen waar gedurende de voorstelling van alles op te zien is. Ook de verschillende kostuums van de personages zijn zeer feestelijk. Hoe uitbundig de Queer Planet ook is, er is ook ruimte voor de niet zo extraverte queerpersoon, al staan vooral de verhalen van de extraverte diva’s centraal.

De voorstelling is gemaakt door een ‘all queer cast’, maar wat dit precies inhoudt, wordt niet duidelijk. De verhalen die verteld worden lijken redelijk universeel voor verschillende mensen uit de lhbti+-gemeenschap, nergens lijken ze écht persoonlijk te worden. Alleen Rick Paul van Mulligen heeft een korte monoloog waarin hij enigszins persoonlijk wordt en dat raakt dan ook meteen.

Queer Planet is een voorstelling van HNTjong en is vanaf 15 jaar, voor jongeren is het zeker een aanrader, maar ook voor volwassenen. Je hoeft echt niet queer te zijn om de voorstelling te begrijpen, want deze is juist heel leerzaam. Vrijwel alle letters van lhbti+ komen voorbij en dat is ook een feestje in inclusiviteit.

 

Boeken / Fictie

Fictionele dramatisering

recensie: Neubach – Erik Voermans

Het lezen van een detective of thriller en raden ‘wie het heeft gedaan’ is leuk, maar het lezen van een sleutelroman en raden wie er achter sommige personages zit, is op z’n minst even onderhoudend.

 

In de debuutroman Neubach van Erik Voermans komen heel wat personages langs die al dan niet gecombineerde karaktertrekken hebben van een of twee levende, of dode, mensen. Sommige namen, zoals Jan Flotterus van Herkema (voor Marius Flothuis) liggen voor de hand, andere minder maar laten zich toch raden. Zoals dirigent Arturo Costoso voor Riccardo Chailly, met wat trekjes van Mariss Jansons. Andere personages en gebeurtenissen zijn aan de werkelijkheid ontleend, zoals Sjostakovitsj, Wolfgang Sawallisch en Maria Joedina en het verhaal dat zij voor Stalin moest spelen. Hij vond haar spel zo mooi, dat hij er een opname van wilde hebben. Die bestond nog niet en werd in allerijl gemaakt.
De naamloze personen in deze debuutroman van musicoloog, componist en oud-recensent Voermans zijn grotesken, zo weggelopen uit de grote Russische literatuur van bijvoorbeeld Gogol. Grotesken met de nadruk op het lichamelijke: ‘een kromlopende man (…) die onfris uit zijn mond ruikt’ en ‘vrijwel zwarte ondertanden heeft’.

Vladimir Ivanovitsj Neubach

De hoofdpersoon is componist Neubach. Hij heeft veel elementen van andere componisten, om het voor de lezer nog uitdagender te maken. Wat past is een disclaimer als ‘fictionele dramatisering’, zoals Netflix bij hun dramaserie The Crown plaatst.
Dat is de leuke kant van het boek, maar de roman graaft dieper dan dat. Neubach lijdt aan stilte in zijn hoofd en krijgt geen compositie meer op papier. Laat staan een werk van en met betekenis, ‘de diepte, de wening’ (Bijbels voor wenen, geween) – het soort woorden die Voermans vaker gebruikt: nucleus (kern), odalisk (slavin, concubine).

De diepte wordt ook aangebracht in de passages waarin Neubach terugdenkt aan de periode dat hij in Moskou studeerde ten tijde van het Stalinregime. Tussendoor filosofeert hij over muziek, woont orkestrepetities bij van zijn oudere composities die opvallend vaak de aanduiding ’desolato’ dragen. En gaat met de journalistes die zijn pad kruisen naar bed. En met zijn assistente, die hem op een dag met een journaliste in bed betrapt. Hij (b)lijkt zich zo beter te kunnen geven dan in zijn composities of pratend over zijn tijd in Rusland; zelfs aan zijn vrouw Zjenja vertelt hij niet alles. Hiermee laat Voermans iets zien van de esthetiek uit de late negentiende- en begin twintigste eeuw; een componist die louter zijn hart uitstort in zijn muziek. Dat Neubachs karakter wat vlak is, kun je als kritiek beschouwen, maar ook zien als een compliment, omdat de schrijver daarmee wellicht het depressieve karakter van Neubach wil benadrukken.

Requiem voor de doden

Op een dag zal Neubach zich wel weer aan het componeren moeten zetten, depressief of niet. Hij krijgt namelijk een opdracht van het Concertgebouworkest tot het schrijven van een Requiem voor het concert op 4 mei. Het Requiem wordt een gevecht. De muziek zit weliswaar in Neubachs hoofd, wat al meer dan stilte is, maar hij krijgt het niet op papier.

Waarom niet, kan de lezer zelf in- en aanvullen. Is leegte beter dan een hoofd vol herinneringen? Herinneringen waar Neubach niet over praat, niet over spreken kán. En dus ook niet in muziek kan omzetten. Dat denk je tenminste. De waarheid ligt genuanceerder. Het Concertgebouworkest speelt uiteindelijk een onvoltooid Requiem, zonder Lux aeterna (Eeuwig licht). Maar is het wel onvoltooid? Wordt het niet voltooid in de vreemde afloop die de uitvoering ervan krijgt, daar in het Concertgebouw? Toch een beetje detectiveachtig, maar wel op een hoog niveau in het voortdurende spel tussen feit en fictie, heden en verleden. Een mooi debuut, dat is het.

 

Boeken / Fictie

Middeleeuwse uitzichtloosheid

recensie: Lapvona
ales-krivec-lf25pgbeizo-unsplashUnsplash

Ottessa Moshfegh neemt niet gauw een blad voor de mond en al helemaal niet in haar nieuwste roman Lapvona. In dit duistere sprookje neemt de Amerikaanse auteur ons mee naar de donkere, donkere middeleeuwen.

In het fictieve dorp Lapvona woont de misvormde Marek samen met zijn vader Jude, die schapenherder is. Hun leven kenmerkt zich door doffe ellende. Zijn het geen plunderende bandieten, of aanhoudende droogte, dan hanteren de twee wel een zweep voor de nodige zelfkastijding. Veel financiële vooruitzichten hebben Marek, Jude en de andere dorpelingen niet. Zonder al te veel protest strijken landheer Villiam en pater Barnabas het gros van de opbrengsten van het primitieve dorp op. Ook Marek stelt zich niet al te veel vragen, totdat het noodlot zijn leven plots een andere wending geeft.

Droogkomisch

Op het eerste gezicht lijkt Lapvona niet meer dan een aaneenschakeling van weerzinwekkende taferelen. Lijken in diverse stadia van ontbinding passeren de revue, om nog maar te zwijgen van het in geuren en kleuren beschreven kannibalisme waartoe de dorpelingen door de droogte worden genoodzaakt.

Ondanks de gruwelijke gebeurtenissen is het moeilijk om Lapvona weg te leggen. Moshfegh bezit de gave om op eender welke setting haar stempel te drukken en de lezer mee te voeren. Net als in haar eerdere romans, waaronder Mijn jaar van rust en kalmte en De dood in haar handen, treffen we ook hier haar onderkoelde gevoel voor humor. Hilarisch zijn de passages waarin pater Barnabas zich probeert te herinneren wat er ook alweer in de Bijbel stond – als ongeletterde moet hij het hebben van vage herinneringen aan zijn opleiding uit een ver verleden.

Doelloosheid

Moshfeghs personages zijn als schaakstukken die worden bewogen door een kleuter – wat zeker geen beschimpende kritiek is. De schrijfster speelt met verwachtingen die uitblijven, ontwikkelingen die volledig aan de personages voorbijgaan en ontknopingen die tot weinig leiden. Geen catharsis, geen conclusie, enkel ploeterende en zelfzuchtige figuren in wisselende juxtaposities.

Hoewel een echt plot ontbreekt, zijn er wel universele thema’s te herleiden. Zoals het tragikomische en willekeurige karakter van het bestaan. Het mag dan uitvergroot en grotesk worden getoond, maar het zijn eigenschappen die het leven ook in de 21e eeuw kenmerken. Het is het talent van Moshfegh om een zwaarmoedige boodschap als deze luchtig te brengen en dat is wat Lapvona ondanks alle smerigheid onweerstaanbaar maakt.

Boeken / Achtergrond
special: Brainwash Festival 2022

Radicaliteit terugkerend thema op festival

Op het Brainwash festival 2022 gingen filosofen, wetenschappers, schrijvers en theatermakers op zoek naar antwoorden op de grote vragen van vandaag. Rond het Leidseplein in Amsterdam was er een veelheid aan lezingen, discussies en theatervoorstellingen. Het terugkerende thema: radicaliteit. Een thema vatbaar voor brainwash.

Hedendaagse onderwerpen kwamen voor het voetlicht: activisme in ongelijkheid, in gender, in feminisme en in klimaat. Maar ook de invloed van technologie, marktwerking en de politiek op ons bestaan. Over het algemeen kwam er geen positief wereldbeeld naar voren. Niet zo gek in de huidige tijd natuurlijk. Schrijver David van Reybrouck waarschuwde zelfs dat we voor de toekomst rekening moeten houden met rationering en een soberder bestaan. Houd je hart dus maar vast!

Radicaal klimaatactivisme

Activisme – en dat van het klimaat – speelde een grote rol bij het evenement. Van Reybrouck pleitte er bijvoorbeeld voor dat we de toekomst moeten gaan ‘koloniseren’, oftewel een strengere handhaving van de problemen. Bij zijn onderzoek voor de Huizinga lezing kwam hij erachter dat de noordhelft van de wereld overdadig meer schadelijke gassen uitstoot dan de zuidhelft, terwijl het Zuiden veel meer last heeft van de klimaatuitersten. In zijn ogen kan je hierin een vergelijking trekken met de historische kaarten van het kolonialisme; met degene die invloedrijk waren en wie niet.
Concreet gaf hij een aantal oplossingen: Rijke landen moeten betalen voor duurzame antwoorden. Richt een globale burgerraad op die burgers laat meebeslissen over belangrijke onderwerpen. Richt een emissierechtenbetalingssysteem op dat de uitstoot laat afnemen. En wees radicaal, want eigenlijk had de verandering gisteren al plaats moeten vinden.

Radicaliteit kan voor klimaatwetenschapper en politiek activist Andreas Malm zelfs niet ver genoeg gaan: hij betoogde bij zijn talk ‘How to fight in a world on fire’ om niet te kiezen voor de vastlijm- en soepsmijtacties van activisten, maar te richten op zaken die er meer toe doen. Blaas bijvoorbeeld een oliepijplijn of een benzinepomp op. Malm vindt dat je je mikpunten beter moet uitkiezen, anders verlies je het doel uit ogen. Zijn uitgangspunt is logisch te verklaren maar het laat je wel balanceren op de grens van activisme en extremisme. En het is de vraag of je die scheidslijn wilt passeren.

De radicale filosoof Timothy Morton ambieert eerder verandering in gedachtengoed. Hij verhoogt ecologie zelfs tot een religie. Zijn theorieën schuren tegen de esoterie aan en hebben een aparte mix van mindfulness en punkrock. Hij praat over hyber-objects; objecten die zo wijdverspreid verdeeld in tijd en ruimte zijn dat ze ‘het lokale’ overstijgen, zoals klimaatverandering en radioactief plutonium. Volgens Morton worden hyperobjecten niet alleen zichtbaar bij een tijdperk van ecologische crises, maar waarschuwen ze ook voor de ecologische dilemma’s die het tijdperk bepalen. Jammer dat zijn gesprek verzandde in lege frases en de zoektocht naar een ‘soundtrack’ van onze tijd met onnodige muzikale intermezzo’s.

Is technologie de oplossing?

Technologie is actueler dan ooit. Zo ook op het festival. Hoe verhoudt content moderatie van Twitter zich bijvoorbeeld tot de vrijheid van meningsuiting? Wat is onze relatie tot de realiteit en de metaverse? En kunnen we nog zelfbeschikking hebben in tijden van algoritmes? Volgens filosoof Miriam Rasch kan dat laatste wel. In haar ogen zijn de algoritmes niet almachtig, zoals bijvoorbeeld in de documentaire ‘The Social Dilemma’ wordt verkondigd. Zij zegt dat er niemand ‘achter de knoppen’ zit die onze autonomie doet opgeven. Haar oplossing ligt in wat schrijver Marian Donner ‘de grote weigering’ noemt; het niet meer gebruiken van sociale media. De vraag is natuurlijk of dit een reële oplossing is, aangezien algoritmes niettemin een enorme invloed op onze gesteldheid en gedrag hebben. En de mens best een gewoontedier te noemen is. Toch, meningsverschillen mogen er zijn, ook op dit festival.

Technologie kan de oplossing zijn voor onze klimaat- en politieke problemen, zegt blockchain- en crypto-ondernemer Kevin Owocki. In zijn ogen kan crypto zelfs de planeet redden. Hij is uitvinder van Gitcoin, een platform voor open source softwareontwikkeling. Zijn geloof: dankzij de crypto-economie kunnen we een nieuwe wereld bouwen waarin niet geld maar het welzijn van de mens en planeet centraal staat, met de hoofdfocus voor circulariteit. Hij biedt voornamelijk nog een technische blik waar weinig iets van zullen snappen, zoals NFT’s, stablecoins of de toekomstpotentie voor de financiële markt van web3. Daarnaast is het de vraag of crypto echt de oplossing is, aangezien de energie uitstoot van mining-datacentra nog flink de pan uitrijst.

Economie en politiek

Econoom Barbara Baarsma ging in discussie met politicoloog Daniel Mügge in ‘Onze obsessie met groei’. Zij verschilden van mening over het feit dat Baarsma ervoor pleitte om economische groei uit het verdomhoekje te halen en te focussen op ‘groene groei’; groeien binnen ecologische grenzen. Zonder groei kun je, in haar ogen, niks financieren. Mügge wil er juist van af dat alles langs de maatstaven van cijfers – zoals die van de BBP – gelegd wordt. De politiek gaat zo shoppen voor andere of betere alternatieven en kiest dan geregeld minder lucratief. Met kortetermijndenken tot gevolg.

Op dat principe werd ook afgegeven in het gesprek ‘De boer is boos’ met denkers Ad Verbrugge en Gabriël van den Brink. Volgens hen komt de wrevel bij de boeren door het kortetermijndenken van de politiek. Te lang zijn uitstootproblemen voor ons uitgeschoven en daar is de boer nu de dupe van. ‘Hij’ wordt daarnaast op meerdere vlakken aangetast in zijn hele identiteit maar tevens ook in zijn portemonnee door het opgekomen consumentisme. Een kat in het nauw maakt gekke sprongen, zeggen de gespreksdeelnemers. Pas als de politiek verandert, zullen we een ommekeer zien. Ze verwachten dan ook veel meer protesten en ondeugdelijk gedrag.

Ook al staan we als maatschappij negatief tegenover dit soort gedrag, we moeten het  niet uitbannen, vindt filosoof Mandi Astola. Een rotte appel in een mand hoeft niet altijd alle appels aan te tasten. Ons maatschappelijk collectief is er bij gebaat en kan zichzelf zo ijken in haar mening. Ook rare, opruiende uitspraken van een politicus zijn dus niet negatief. Ondeugden en deugden zijn even belangrijk, zegt ze. Zo achterhalen we wat we echt betekenisvol vinden en komen we erachter wat we als goede deugden zien.

Het Brainwash festival kan misschien wel zo samengevat worden: als een collectiviteit voor het ijken van onze deugden. Ook al werd er niet gehakt met spaanders, het bijschaven is net zo belangrijk – pas na polijsten krijgt een sculptuur haar ware schoonheid.

Brainwash festival vond plaats op 30 oktober 2022. Er zijn filmopnames gemaakt bij De Balie en door omroep HUMAN. Via hun kanalen zijn die terug te kijken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Muziek
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY Playlist: Eerste Hulp bij Keuzestress

Het einde van 2022 komt al voorzichtig in zicht en dat betekent dat het alweer bijna tijd is om te stemmen voor de Top2000. Het zal dus ook niet lang duren en de discussies over welk nummer op de eerste plek thuishoort zullen ook weer losbarsten. Wordt het alwéér Queen met Bohemian Rhapsody, of zullen de Eagles met Hotel California ze dit jaar van de troon stoten? Kiezen wat het ‘beste nummer allertijden’ is, is ook best een lastige opgave. 8WEEKLY biedt je graag wat ondersteuning hierbij aan, daarom hebben onze redactieleden enkele van hun favoriete nummers allertijden én hun favorieten uit 2022 op een rijtje gezet.  

Op reis door de verhalen van Nick Cave

De naam van Nick Cave komt naar voren op meer dan één lijst, zowel Joost als Sanne zijn duidelijk fan van de artiest. Cave draait al meerdere decennia mee als succesvolle artiest die vooral live een uniek fenomeen schijnt te zijn. Sanne vertelt hierover dat Cave keer op keer het voor elkaar krijgt om zijn gehele publiek, tot aan de allerlaatste rij, muisstil te krijgen. Cave is een verhalenverteller die elke keer in een spanne van enkele minuten een complete wereld weet te scheppen waar de toeschouwer in wordt opgeslokt. Sanne kiest voor het nummer ‘Hollywood’, een van de langere nummers uit het oeuvre van Cave en ze raadt je aan om er eens goed voor te gaan zitten, niks anders te doen en je 14 minuten lang te laten onderdompelen in dit lied. Misschien is het geen toeval dat het nummer ‘Hollywood’ heet, want wanneer je het luistert heb je het gevoel je daadwerkelijk in een film te bevinden. Sanne is dan ook verwonderd hoe het kan dat Nick Cave vrijwel nooit de Top2000 haalt. Kortom, tijd om te genieten van Nick Cave en daar dit jaar verandering in te brengen! 

Keuzestress vanwege The Doors

Een andere gedeelde favoriet van de 8WEEKLY redactie zijn The Doors. Marcel en Sanne zijn allebei enthousiast over deze band. Marcels voorkeur gaat uit naar het nummer ‘The End’ en omschrijft dat dit nummer zo mooi is door de prachtige wisselwerking tussen het Apollinische en het Dionysische, terwijl het nummer verder ook heerlijk Freudiaans is. Sanne kan maar lastig kiezen wat haar favoriet van The Doors is en vindt naast ‘The End’ het nummer ‘You Make Me Real’ prachtig. Ze zou dan ook graag met een tijdmachine terugreizen om Jim Morrison live te zien optreden, zeker met dit echte liefdesliedje.  

Invloed van de theater- en filmwereld

Naast deze gedeelde favorieten zien we ook de invloed vanuit de theater- en filmwereld terugkomen in de lijsten van onze redactieleden. Zo gaat de voorkeur van Jorien uit naar ‘Laat Me’ in de uitvoering van Maarten Heijmans, een nummer dat hij coverde in de tv-serie Ramses. Els heeft een van haar favorieten in het theater leren kennen. Tom Waits zijn ‘Waltzing Mathilde’ zag zij bij een Shakespeare-voorstelling en daar is ze enorm van gaan houden. Ook in Judith’s voorkeur is de invloed van zowel theater- als film terug te zien in het nummer ‘Strangers Like Me’ van Phil Collins, een nummer uit de indrukwekkende soundtrack van Tarzan 

Ben je benieuwd naar de volledige lijst met favorieten van Jeroen, Jorien, Els, Judith, Joost, Karen, Marcel, Sanne, Vick en Malin? Het volledige overzicht is hieronder te lezen en te beluisteren in de nieuwste playlist! 

 

De playlist van november

Jeroen (Kunst, Film) 

  1. Björk – Hyper-ballad 
  2. Dave Brubeck – Blue Rondo à la Turk 
  3. Donny Hathaway – Take a Love Song 
  4. Hiatus Kaiyote – By Fire 
  5. Kate Bush – Get Out Of My House

Uit 2022: Colter Wall – Let’s All Help The Cowboys (Sing the Blues) 

 

Jorien (Theater, Muziek) 

  1. Within Temptation – Mother Earth 
  2. Apocalyptica ft. Nina Hagen – Seemann 
  3. Apocalyptica ft. Till Lindemann – Helden 
  4. Disturbed – Sound of Silence 
  5. Maarten Heijmans – Laat Me 

Uit 2022: Rammstein – Zeit, Falling in Reverse – Zombified, Motionless in White – Masterpiece, Floor Jansen – Fire, Skillet – Surviving The Game 

 

Els (Muziek, Kunst, Boeken en Film) 

  1. Kyteman – Sorry 
  2. Tom Waits – Waltzing Mathilde* 
  3. Barbara – L’Aigle Noire 

Uit 2022: Nynke Laverman – Your Ancestor 

*staat niet op Spotify, in de playlist te vinden in de uitvoering van Frank Blueka 

 

Judith (Theater) 

  1. Maria Jose Liergo – La luz 
  2. Little Simz – Introvert 
  3. Phil Collins – Strangers Like Me 
  4. Greta Van Fleet – Age of Man 
  5. Creedence Clearwater Revival – Long As I Can See The Light 

Uit 2022: Florence + The Machine – Free 

 

Joost (Muziek, Boeken en Kunst) 

  1. Nick Cave and the Bad Seeds – Into My Arms 
  2. Pink Floyd – Shine On You Crazy Diamond 
  3. The Hollies – The Air That I Breathe 
  4. James Brown – Woman, pt. 1 & 2 
  5. Da Penn – One Of These Days 

Uit 2022: Lady Blackbird – Five Feet Tall, Angel Olsen – All The Good Times, The Slow Show – Blinking 

 

Karen (Eindredactie) 

  1. Moira Lú – A Wing Has Told Me 
  2. Holly Humberstone – Friendly Fire 
  3. The Staves – Devotion (Be Kind Version) 
  4. Monica Martin – Go Easy, Kid 
  5. Selah Sue – Full of Life 

Uit 2022: Anna Rune – The Secret 

 

Marcel (Muziek) 

  1. Bob Dylan – Like a Rolling Stone 
  2. The Doors – The End 
  3. Leonard Cohen – You Want It Darker 
  4. Bob Dylan – A Hard Rain’s Gonna Fall 
  5. Leonard Cohen – Happens to the Heart 

Uit 2022: Bill Callahan – Coyotes 

 

Sanne (Film, Podcast) 

  1. Nick Cave and the Bad Seeds – Hollywood 
  2. Red Hot Chilli Peppers – Eddie 
  3. Grace Jones – Pull Up To The Bumper 
  4. Prince – Musicology 
  5. The Doors – You Make Me Real  
  6. Talking Heads – This Must Be The Place 

Uit 2022: Red Hot Chilli Peppers – Black Summer, Channel Tres – Just Can’t Get Enough 

 

Malin (Muziek, Eindredactie) 

  1. White Lies – Time To Give 
  2. Iggy Pop, Kate Pierson – Candy 
  3. The Wombats – Moving to New York 
  4. The Police – Synchronicity II 
  5. The Beatles – Norwegian Wood (This Bird Has Flown) 

Uit 2022: S10, Froukje – Nooit Meer Spijt, 5 Seconds of Summer – BLENDER, Stromae – Fils de joie, Eddie Vedder – Brother the Cloud 

 

Vick (Podcast) 

  1. The Proclaimers – I’m Gonna Be (500 Miles) 
  2. Red Hot Chilli Peppers – By The Way 
  3. Coldplay – Clocks 
  4. Pokémon – Theme Song 
  5. Kanye West ft. Jamie Foxx – Gold Digger 

Uit 2022: Glass Animals – Heat Wave