We kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende rubrieken voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de services die we kunnen bieden.
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u diensten aan te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te leveren, heeft het weigeren ervan invloed op het functioneren van onze site. U kunt cookies altijd blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren. Maar dit zal u altijd vragen om cookies te accepteren/weigeren wanneer u onze site opnieuw bezoekt.
We respecteren volledig als u cookies wilt weigeren, maar om te voorkomen dat we u telkens opnieuw vragen vriendelijk toe te staan om een cookie daarvoor op te slaan. U bent altijd vrij om u af te melden of voor andere cookies om een betere ervaring te krijgen. Als u cookies weigert, zullen we alle ingestelde cookies in ons domein verwijderen.
We bieden u een lijst met opgeslagen cookies op uw computer in ons domein, zodat u kunt controleren wat we hebben opgeslagen. Om veiligheidsredenen kunnen we geen cookies van andere domeinen tonen of wijzigen. U kunt deze controleren in de beveiligingsinstellingen van uw browser.
Deze cookies verzamelen informatie die in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat wij uw bezoek aan onze site volgen, kunt u dit in uw browser hier uitschakelen:
We gebruiken ook verschillende externe services zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u ze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site aanzienlijk kan verminderen. Wijzigingen zijn pas effectief zodra u de pagina herlaadt
Google Webfont Instellingen:
Google Maps Instellingen:
Google reCaptcha instellingen:
Vimeo en Youtube video's insluiten:
De volgende cookies zijn ook nodig - U kunt kiezen of u ze wilt toestaan:
U kunt meer lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze Privacybeleid-pagina.
Disclaimer en privacybeleid
Niet voor het slapengaan
Wat moet je met een dode baby die je achtervolgt? Omzwachtelen en meedragen. Wat als je favoriete rockster na het album Vlees zichzelf doodt? Hij fluisterde zelf al het antwoord: ‘Drink dan uit mijn ogen.’
Het begint al gelijk in de stijl van het boek. Zoals de personages van Mariana Enriquez verdwijningen meemaken, verdwijnt ook het eerste recensie-exemplaar dat de uitgever mij toestuurde ergens in de verborgen wereld van de posterijen. Zelf zagen zij daar ook wel de symboliek van in. ‘Het is een duister boek maar het boek zelf is blijkbaar ook verduisterd…’, stuurde De Bezige Bij met het tweede exemplaar mee. Ik troost mij met de gedachte dat er nu ergens een bezorger in gestolen pauzemomenten geniet van deze verhalen.
Waar de horror begint
Verdwijningen, vermissingen, bijna elk personage in de verhalen uit deze bundel moet zich tot een gemis verhouden. Al eerder is de lijn getrokken van de geschiedenis van haar geboorteland naar de verhalen van de Argentijnse schrijver. In het laatste verhaal uit de bundel Toen we met de doden spraken, is het essentieel voor de betrokkenen om een vermist familielid of vermiste vriend te hebben. Juist degene zonder trekt aan het kortste eind. Soms wordt Enriquez zelf moe van de politiek in haar verhalen: ‘(…)verdwijningen, dictatuur, politiegeweld, geweld tegen vrouwen, het is onontkoombaar. Maar ik wilde eraan ontsnappen’, vertelde ze eerder op het Edinburgh International Book Festival (link), over een andere bundel met haar verhalen De dingen die we verloren in het vuur (AtlasContact, 2017). Maar zelfs als ze probeert over een van haar vrienden te schrijven, vindt de geschiedenis een weg erin, als planten die maar blijven terugkomen.
De horror is niet iets dat ontstaat wanneer de personages tot leven komen, wanneer het verhaal op gang komt. Het is eerder andersom, in de meeste gevallen is de wereld al verschrikkelijk en zijn de personages daarin terechtgekomen. De verhalen starten daar wanneer de personages in die wereld moeten leven, en dat proberen zo kwaad als dat gaat. Toch lijkt het ze ook goed af te gaan, sommigen althans. Zo gezien zou je het kunnen interpreteren als verhalen over leven in een verschrikkelijk wereld, die angstwekkend veel lijkt op de onze behalve dat de verhalen duidelijker maken waar de horror begint.
Wachten op een doorbraak
In klare zinnen zet Enriquez haar personages snel neer. Binnen enkele alinea’s of een pagina zijn de verhalen op gang gekomen en ontvouwen zich daarna verder. De heldere structuur (begin, midden, wendingen, eind) doet de verhalen tot hun recht komen. Er worden wel dingen achtergehouden en er is genoeg spanning, maar het wordt lezers niet extra moeilijk gemaakt. Misschien juist als tegenhanger voor de inhoud.
De verhalen zijn sterk, stuk voor stuk. Internationaal bejubeld – de bundel haalde de shortlist van de International Booker Prize – maar in Nederland nog niet doorgebroken. Vergeleken met Nederlandse korte verhalen is dit werk anders dan gebruikelijk, er zit meer magie in, meer politiek zonder dat het een aanklacht is, en de opbouw en helderheid zijn anders dan je bij de meeste korte verhalen van Nederlandse schrijvers vind. Hopelijk komt er een heruitgave van haar eerdere verhalen of vertalingen van nieuwe verhalen.
En het gevaar van roken in bed? Lees het boek.
De gevaren van roken in bed
Schrijver: Mariana EnriquezUitgever: De Bezige Bij
Prijs: 23,99
Bladzijden: 200
ISBN: 9789403105512
Misschien ook iets voor u
Film met korte adem
De documentairefilm United we stand van David van Tijn kent drie lagen: korte muziekfragmenten, korte interviews en flitsen van de oorlog in Oekraïne. Als kijker moet je er eigenlijk je eigen, vierde laag of invulling aan geven om de film ten volle binnen te laten komen.
Nagenoeg aan het begin speelt de Russische, in Nederland wonende celliste Maya Fridman (1989) samen met meestercellist Mischa Maisky en pianiste Daria van den Bercken een stuk van Händel. De muziek gaat onder de volgende fragmenten door en snijdt door de ziel, zo mooi is het, zeker in contrast met de gruwelijke beelden en met wat de vader van Maya Fridman, Alexander, via een internetverbinding tegen haar zegt: ‘We zullen overleven!’ En dat ze, als de twijfel toeslaat, echt verder moet gaan met meewerken aan de film van Van Tijn. Telkens weer die haast dwingend gespeelde muziek van Händel.
Maya Fridman brengt musici uit Oekraïne en Rusland samen om tijdens benefietconcerten in Nederland te spelen. Het geld dat binnenkomt, is bedoeld voor humanitaire en medische hulp. Het bij elkaar brengen van de musici en de reacties van het publiek brengt, zegt Fridman, mensen bij elkaar. ‘Het voorkomt dat ik gek word’. Het versterkt de moraal, meent Maisky, wat misschien nog meer waard is.
De violoncel en oorlog
Het opvallende is dat de cello in films vaak met oorlog in verband wordt gebracht. Meestal met de Tweede Wereldoorlog. Dan klinkt er joodse muziek. Ook in deze film is dat laatste het geval. We horen bijvoorbeeld een fragment uit Prayer van Ernest Bloch (1880-1959), een deel uit diens From Jewish Life. Het gedeelte krijgt in deze film een extra lading: het gebed is niet alleen een joods gebed, maar een gebed voor vrede van iedereen. Zoals de oorlog in Oekraïne ook niet alleen een oorlog met Rusland is, zoals Maisky terecht stelt. Het is een denkbeeld dat Van Tijn je zelf, als het lukt, als kijker in laat vullen.
Hetzelfde geldt voor een Spaans liedje van een tijdgenoot van Bloch, de Spaanse componist Manuel de Falla (1876-1946), dat allerlei invloeden (waaronder die van de joodse muziek) in zich bergt. Je kunt die invloeden uiteenrafelen, maar ze laten je ook beseffen dat muziek universele gevoelens uitdrukt.
Korte interviews
Als je als kijker dit niet zelf op het spoor komt, zijn er de korte interviews die je soms verder helpen. Soms – want er zitten ook platitudes en open deuren in. Mooi is het fragment dat de van origine Russische, in Israël wonende pianist Evgeny Kissin speelt: een fragment uit de zogenaamde Heroïsche polonaise van Chopin. Hij vertelt erbij dat Chopin hierin de zege verklankte van de Polen over het Russische leger. Hij pleit ervoor het geld van de benefietconcerten ook ten goede te laten komen aan militaire hulp, want dat moment is nu volgens hem gekomen.
Veelzeggend, meer dan welk interview ook, is het hulpeloze gebaar dat hij maakt wanneer Fridman en hij op een bank zitten en met elkaar van gedachten wisselen. Hij maakt het op het moment wanneer Fridman zegt dat ze haar geboortegrond zo mist en haar twijfel uitspreekt of ze ooit terug zal kunnen keren.
Flitsen van de oorlog
We mogen niet zeggen dat we de flitsen van de oorlog die tussen de muziekfragmenten en korte interviews zijn gemonteerd inmiddels wel kennen, want ze maken nog steeds diepe indruk. Het beeld van kapotte huizen in Marioepol, de metro in Charkov, een verdrietig meisje in de bus, een eenzame dode midden op straat. Ze emotioneren, net als dat stuk van Händel aan het begin en het ‘vurige beest’ op het podium dat Maya Fridman volgens zangeres Channa Malkin óók is.
Het zijn allemaal flitsen die indruk maken, maar als geheel zou een langere adem, wat langere fragmenten en interviews, de film als zodanig goed hebben gedaan.
Nog te zien op picl tot 10 april 2023
United we stand. Musicians in times of war
Regie: David van TijnJaar: 2024
Distributeur: Amstelfilm
imdb: https://www.imdb.com/title/tt24076620/
Misschien ook iets voor u
Een boek over persoonlijke ontwikkeling
Wie kent haar niet? Maryam Hassouni (1985) werd bekend door haar rol als Dunya in de Nederlandse televisieserie Dunya en Desie en won als eerste Nederlandse actrice een Emmy Award voor haar rol in de film Offers (2015) van Dana Nechushtan. In haar boek Wat de Fak spreekt ze zich uit over het wangedrag binnen de filmindustrie. Ze beschrijft haar ervaringen met seksisme en racisme op de filmset en het gebrek aan bescherming door haar werkgevers. Haar verhaal is schokkend en zet de lezer aan het denken.
Maryam is nog maar net negentien jaar oud als haar het meest ondenkbare overkomt. Tijdens de filmopnames in de pauze drukt de regisseur zijn piemel tegen haar billen en laat haar die middag langer blijven om met de acteur die haar broertje speelt te tongzoenen. Het is een verschrikkelijke ervaring die tekenend is voor de rest van haar filmcarrière. Diezelfde dag nog maakt Maryam melding van het incident maar in plaats van hulp krijgt ze te horen dat ze niet langer welkom is op de filmset. Ook krijgt ze niet uitbetaald voor haar verrichte werkzaamheden.
Cliché rollen
Het boek is volledig autobiografisch en bevat elementen uit haar jeugd. Zo beschrijft Maryam de band met haar Marokkaanse ouders en de rol die zij hebben gespeeld in haar ontwikkeling. Hoewel Maryam pas vijftien jaar oud is als ze auditie doet voor de rol van Dunya in de jeugdserie Dunya en Desie, zijn haar ouders stimulerend en begripvol. Zolang ze maar netjes haar huiswerk doet heeft ze van hen weinig te vrezen. Pas veel later gaan haar ouders zich met haar werk bemoeien. Vooral haar moeder maakt zich zorgen over het effect dat het werken voor de camera op haar dochter heeft. Naast meerdere gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft Maryam ook veel last van pesters op de set. Mensen die haar discrimineren en regisseurs die haar in een bepaalde rol willen duwen. Ook dat is iets wat Maryam met haar boek aan de kaak probeert te stellen. Het zijn altijd weer diezelfde clichématige verhalen die verteld worden. Zo vaak speelde ze de rol van onderdrukte moslimvrouw (die gered moest worden van de witte man) of liep ze met een bomgordel rond over de set.
Maryam wil verhalen vertellen die inspireren en waar zij en andere jonge vrouwen zich in kunnen herkennen. En daar is nu nog geen sprake van in de Nederlandse tv- en filmindustrie. Of in haar ogen nog te weinig. Waar Maryam dacht het helemaal voor elkaar te hebben door het winnen van een Emmy Award bleek haar carrière als gevestigde Nederlandse filmactrice nog lang niet zo simpel. Keer op keer bleef ze tegen de spreekwoordelijke muur lopen. Om gek van te worden. Zo schrijft ze in haar boek: “Wat snappen mensen niet als je zegt, geen clichés?! Ik heb het tegen de producent gezegd, tegen de hoofdregisseur, maar mensen willen niet luisteren. Of mensen zijn zo fucking dom! Ach ja, sucks to be a woman of colour in this stupid white country.”
Zelfkennis
Tijdens het schrijven van dit boek noemt Maryam bewust geen namen van haar collega’s. Wel deelt ze fragmenten uit het onderzoeksdossier van 2019 dat is opgesteld in opdracht van de omroep naar aanleiding van haar klachten. Toch heeft Maryam dit boek vooral voor zichzelf geschreven. Om te helen van al die keren dat ze mensen over haar grenzen liet gaan. Als lezer word je volledig meegenomen in haar angst voor afwijzing. Denken dat je niet goed genoeg bent en dat als je maar leuk meedoet met de rest het allemaal vanzelf wel een keer overwaait. Maar is dat ook niet wat we als kinderen al vroeg op school leren? Vaak is het aanpassingsvermogen groter dan het werkelijke incasseren. Je moet vooral niet te veel ruimte innemen. Met dit boek neemt Maryam de regie over haar eigen leven terug en breekt de muren waarbinnen onze samenleving zich heeft ingemetseld. En voor de mensen die denken ‘oh daar heb je er weer zo een’: ja dit boek is lekker woke. Vandaar ook de spelfout in de boektitel.
Maryams strijd begint klein vanbinnen, maar eindigt groots. Haar boosheid is niet gericht op de mensen maar op het zieke systeem van de filmindustrie en daarom des te belangrijker om te delen. Een aanrader voor eenieder die geïnteresseerd is om een ander geluid te horen. Het boek leest lekker weg zonder dat het oppervlakkig wordt. Maak wel de kanttekening dat wij er zelf niet bij waren en dat we dus altijd kritisch en tactvol moeten omgaan met de soms subjectieve informatie uit dit boek. Uiteindelijk gaat het vooral om de innerlijke reis die Maryam heeft moeten afleggen om te komen waar ze nu staat. Een sterke jonge vrouw die weet wat ze wil.
Wat de Fak
Schrijver: Maryam HassouniUitgever: De Bezige Bij
Prijs: € 21,99
Bladzijden: 240
ISBN: 9789403188010
Misschien ook iets voor u
Daders zijn slachtoffer, slachtoffers zijn dader
Is hij louter dader, de veearts die zich verlustigt aan het tienermeisje? Of is hij op zijn beurt slachtoffer? En is het begeerde tienermeisje alleen slachtoffer, of roept ze in haar eenzaamheid ook zelf het ongeluk over zich af? Met Mijn lieve gunsteling schreef Marieke Lucas Rijneveld een ongemakkelijk boek. Regisseur Ivo van Hove maakt er met ITA Ensemble een ongemakkelijke – of liever: verontrustende theatervoorstelling van.
Op de speelvloer staan twee echte, uit de kluiten gewassen koeien in een perk dat wordt begrensd door metalen hekken. De vloer is bedekt met hooi, waarvan de sterke geur in het hele theater te ruiken is. De boodschap is niet te missen: we zijn hier op het platteland, het boerenbedrijf bepaalt de levens van alle personages. Boven de speelvloer hangt een podiumbreed projectiescherm waarop de lucht wordt geprojecteerd: zonnig, bewolkt, zwanger van onweer en zelfs voorzien van donder en bliksem. Op het platteland is het weer een dominante factor.
Dat platteland brengt niet per se gelukkige mensen voort. De personages in Mijn lieve gunsteling zijn vrijwel allemaal beschadigd. Het meisje ‘Vogel’ verloor haar broer aan een noodlottig verkeersongeval; haar vader, de boer, heeft die dood van zijn zoon nooit verwerkt. De veearts is pedoseksueel, en hij heeft een verknipte, min of meer godsdienstwaanzinnige moeder. Camillia, de vrouw van de pedoseksuele veearts, trouwde een man die op zoek was naar iemand die zijn lustgevoelens voor jonge meisjes kon maskeren.
Eenzaamheid
Schrijver Marieke Lucas Rijneveld schuwt in zijn romans zware thema’s niet: pedoseksualiteit, leven en dood, zelfmoord, rouw, seksueel geweld, leugens en bedrog, overspel. En natuurlijk eenzaamheid: het komt allemaal langs. Regisseur Ivo van Hove vertaalt zijn fascinatie voor het werk van Rijneveld in een meesterlijke theatervoorstelling.
Het veertienjarige meisje Vogel verdringt haar eenzaamheid door muziek, door met dieren te spelen, door in haar dagboek te schrijven. In de lege en warme zomervakantie vormen de visites van de veearts een welkome afleiding. Vogel leeft in een fantasiewereld, ze heeft een tic voor muziek van vóór haar tijd. Zo noemt ze de veearts ‘Kurt’ naar Kurt Cobain van Nirvana. De veearts geilt op het meisje dat op het punt staat een vrouw te worden en gaat mee in haar spel. Telkens wanneer zijn lust komt bovendrijven, verschijnt de geest van zijn moeder die hem bespiedt, hem veroordeelt. Camillia, de vrouw van de veearts, begrijpt pas laat wat er speelt, de vader van het meisje heeft het te druk met zijn eigen sores.
Geloofwaardig
De voorstelling van ITA Ensemble wordt gedragen door de fenomenale Eefke Paddenburg als Vogel, en door Hans Kesting als de veearts. Paddenburg transformeert geloofwaardig in een meisje van veertien, met nonchalant rondslingerende armen en benen, met een uitschietende stem, met ontluikende seksuele gevoelens waarvan ze in haar onschuld het effect op anderen niet doorgrondt. Bovendien speelt Paddenburg gitaar en heeft ze een uitstekende zangstem, waarmee de muzikale fascinatie van Vogel gestalte krijgt. De veeboer van Kesting speelt het puberspel van het meisje tot het uiterste mee. Opzettelijk onbeholpen, quasi-kinderlijk, strooiend met bijbelteksten, nu en dan overleunend naar volwassenheid, met nauwelijks bedwongen geilheid.
Katelijne Damen als de vrouw van de veearts verveelt zich breeduit hangend op het lege echtelijke bed; in de dubbelrol als de moeder van de veearts spookt Damen rond als een gefrustreerde demon. Bart Slegers krijgt wat weinig ruimte, hij is vooral ondersteunend in de rollen van de boer, en die van zowel Freud als Hitler, met wie het meisje in haar fantasievolle gekte imaginaire gesprekken voert. De zoon van de veearts heeft een kortstondige amourette met het meisje. Die zoon is opzettelijk anoniem, krijgt nauwelijks een ‘smoel’, Van Hove laat Achraf Koutet vooral op zijn rug of van opzij zien.
Noodlotsdrama
Mijn lieve gunsteling is een meeslepend noodlotsdrama. Alle eenzaamheid, de pijnlijke verlangens, de lompe fantasieën zullen deze mensen naar de afgrond leiden. Jammer is dat de voorstelling met een duur van 140 minuten echt te lang is. Dat komt doordat Van Hove het boek van Rijneveld te trouw vertaalt naar theater. Zo praat Vogel in het boek met Hitler en Freud, en Van Hove laat haar dat op toneel ook doen. Die gesprekken hadden gemist kunnen worden. Desondanks is dit een zeer fraai vormgegeven, uitstekend geacteerd geheel, met als kers op de taart live muziek. Gaat dat zien.
Gebaseerd op het boek van Marieke Lucas Rijneveld
Muzikant: Roos van Tuil
Compositie songs: Wende Snijders en Koen van der Wardt
Scenografie en lichtontwerp: Jan Versweyveld
Hoofd techniek: Reyer Meeter
Mijn lieve gunsteling – ITA Ensemble
Regie: Ivo van HoveArtiest: Eefje Paddenburg, Hans Kesting, Katelijne Damen, Bart Slegers, Achraf Koutet
Gezien op vrijdag 20 januari 2023 in ITA, Amsterdam
Nog te zien tot zaterdag 03 juni 2023
Link: speellijst
Misschien ook iets voor u
De ongemakkelijke waarheid die kolonialisme heet
Het podium staat vol rook. Komt door een bosbrand: het oeroude bos is platgebrand door de Nederlanders. Op deze plek moet een lucratieve rubberplantage komen. Deze opzettelijke bosbrand is het symbool voor het kwaad dat de kolonisator in Indonesië heeft aangericht aan het land, aan zijn inwoners. Korthals Stuurman Theaterbureau brengt daarover een fraaie voorstelling.
Het is een inktzwarte bladzijde in de geschiedenis van Nederland: de kolonisatie van – voormalig – Nederlands-Indië, en de manier waarop de bevolking onder de knoet werd gehouden. Het is geen nieuws dat de Nederlanders zich daar misdroegen; en de overheersers wisten best wat ze deden. Ze vonden alleen dat ze in hun recht stonden en dat de inwoners inferieure wezens waren, die ze mochten behandelen als slaafgemaakten.
Nu koloniaal verleden en slavernij eindelijk onderwerp van gesprek zijn, is een klimaat ontstaan waarin daaraan ook in het theater aandacht besteed wordt. Madelon Székely-Lulofs (1899-1958) schreef in de jaren 30 van de vorige eeuw romans over het leven van de kolonisatoren. Regisseur Olivier Diepenhorst gebruikt de teksten van Székely-Lulofs om er Gelukzoekers op Sumatra mee te maken, onder de vlag van Korthals Stuurman Theaterbureau.
Arrogante kolonisator
Planter Van Hemert (Stefan Rokebrand) staat symbool voor de arrogante kolonisator die met harde hand regeert over zowel zijn witte personeel als over zijn gekleurde slaafgemaakten. Vanuit Nederland wordt Frank (Willem Voogd) naar Van Hemert gestuurd om het aftappen van rubberbomen te inspecteren, begeleid door zijn echtgenote Marian (Yara Alink). Hoewel ze hun best doen op Sumatra te aarden, doet Frank zijn werk vooral in de hoop snel fortuin te maken, terwijl Marian zich zeven slagen in de rondte verveelt. Het belangrijkste vertier is ‘de club’, waarop wordt gezopen, gedanst en geflirt.
© Annemieke van der Togt/Piek
Parallel aan het verhaal van de witte kolonisatoren loopt dat van de gekleurde inwoners. Terwijl het toch echt hún land is, worden ze vanaf Java verscheept naar Sumatra, waar ze onder het mom van een schijn-contract slavenarbeid verrichten, gedwongen door mishandelingen en martelingen. Het lukt Roeki (Joenoes Polnaija) niet om Karimah (Tara Hetharia) uit handen van de geile witte mannen te houden. Zelf raakt hij verslaafd aan gokken, waardoor hij zijn kansen om terug te kunnen naar Java verspeelt.
Schetsmatig
Regisseur Diepenhorst diept vooral de karakters uit van de gefrustreerde en verveelde Marian, de machteloos-kwade Karimah, en de even woedende als hulpeloze Roeki. Zij zetten grote emoties, vertwijfeling, frustratie neer. Huilend, schreeuwend, kronkelend. Van Hemert, zijn knechtje John (Rick van Werd) en Frank blijven oppervlakkig en schetsmatig. Daarbinnen is Rokebrand nog het sterkste: zijn plantagebaas is autoritair, eng en manipulatief, waarbij het in zijn voordeel werkt dat Rokebrand door zijn lengte vanzelfsprekend domineert.
Knap aan de regie is dat het verhaal van personages op de achtergrond zonder woorden doorloopt, terwijl zich op de voorgrond een gesproken scène afspeelt. Mooi aan het contrast tussen de Indische en de Nederlandse wereld is dat de Indische wordt begeleid door een zware, monotone soundscape, terwijl de Nederlandse een jazzy ondertoon heeft (muziek: Mark van Bruggen).
Verzuipen
Het decor (ontwerp: Lidwien van Kempen) van kale metaalkleurige palen symboliseert de rubberplantage. Slagen op een reusachtige houten ‘gong’ dienen om iedereen in het gareel te houden. Een groot houten raamwerk midden op de speelvloer verbeeldt alles van het slavenschip tot het plantershuis. Een grote ronde ton met water kan zowel worden gebruikt om slaafgemaakten half te verzuipen als ze niet doen zoals opgedragen, als om de handen van de daders in onschuld te wassen.
Dankzij een feeëriek licht, ballet-achtige soepel vallende kostuums en de lichtvoetige manier van spelen, komen bewegingstaal en fysieke communicatie over als dans. Vooral tegen het einde ziet het spel er bijna uit als een choreografie. Oogstrelend en tegelijk effectief. Gelukzoekers op Sumatra is zo een even esthetische als hardhandige manier om een ongemakkelijke waarheid over Nederland als kolonisator te vertellen.
Decor: Lidwien van Kempen
Kostuums: Nola van Timmeren
Licht: Yuri Schreuders
Muziek: Mark van Bruggen
Gelukzoekers op Sumatra – Korthals-Stuurman Theaterbureau
Regie: Olivier DiepenhorstArtiest: Stefan Rokebrand, Tara Hetharia, Willem Voogd, Yara Alink, Joenoes Polnaija, Rick van Werd
Gezien op donderdag 19 januari 2023 in Koninklijke Schouwburg, Den Haag
Nog te zien tot zaterdag 01 april 2023
Misschien ook iets voor u
Wat je moet weten over Hopper
/ door: Rose Heliczer0 SterrenEdward Hopper, was dat niet een nogal uitgekauwd subject dat al ongeveer honderd jaar de aandacht kreeg waar types als Nellie Mae Rowe alleen maar van konden dromen, dacht de criticus, toen ze met een kaartje in de hand nog even eerst koffie ging halen voor ze binnentrad bij Hopper’s New York in het Whitney Museum of American Art. Toch ligt hier een opengeslagen Hoppercatalogus en is er een biografie aangeschaft. Vijf verrassende feiten voor de Hopperleek.
1. Hopper was een reclametekenaar
Reclametekening van Hopper, voor Bricklayer’s Coffee Break 1907-1910 Whitney Museum of American Art, New York; Josephine N. Hopper Bequest
Rights and reproductions
© Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York
Edward Hopper was een laatbloeier. Hij was een gesloten, zwijgzame man die zijn geld verdiende met reclametekeningen in een stijl die moeilijk te herkennen is als van de hand van de kunstenaar. Zonder zijn vrouw Jo Nivison Hopper, die Edward niet alleen onder de aandacht bracht van het Brooklyn Museum, maar ook de communicatie voor hem deed, was Hopper misschien wel een nukkige reclametekenaar gebleven, die in zijn vrije tijd schilderijen maakte.
2. Hopper haatte Parijs
Edward Hopper, Île Saint-Louis, 1909. Whitney Museum of American Art, New York; Josephine N. Hopper Bequest © Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York
Oké. Hij haatte Parijs niet echt. Maar hij had een hekel aan fauvisme. ‘For the most part very bad’, schrijft hij na een bezoek aan Salon d’Automne naar huis. Dus toen hij in 1906 in Parijs was, trok hij niet naar Cézanne en consorten die een revolutie in de schilderkunst ontketenden, maar pakte zijn schilderspullen en begon met name gebouwen te schilderen, in een opvallend impressionistische stijl. In die tijd schenen wel meer New Yorkers naar Parijs te gaan, geschrokken van de hevige bouwambities in hun geliefde Manhattan.
3. Jo Hopper stond model voor haar man
Whitney Museum of American Art, New York; Josephine N. Hopper Bequest
Rights and reproductions
© Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York
Het valt niet meteen op, maar alle vrouwen op Hoppers schilderijen zijn een en dezelfde vrouw: Jo Verstille Nivison Hopper. Ze stond model voor haar man, verkleedde zich zelfs geregeld. Hoewel het Whitney Museum de nadruk legt op hoe de Hoppers graag naar theater gingen, of hoe de twee samen hele karakters bedachten voor op de schilderijen, was het helemaal niet zo gezellig bij de Hoppers thuis als je zou denken.
Jo ondersteunde haar man in zijn werk, maar werd niet door hem gesteund. Terwijl zij, in tegenstelling tot Edward, een zelfstandig werkend kunstenaar was. Tot ze op haar 41e trouwde met meneer Hopper. Haar werk is nooit meer zo goed ontvangen als vóór het huwelijk.
Ook vochten de Hoppers elkaar vaak de tent uit, zowel fysiek als mentaal. Zij was geen goede huisvrouw, hij geen goede geliefde. Ze aten vlees uit blik en brachten, ondanks het huiselijk geweld, grote delen van de tijd samen door, waarin niet alleen gevochten, maar ook veel geschilderd werd. Op de expositie hangt New York Movie (1939), met daarnaast de schets voor het schilderij. Waar Jo op de schets glimlacht, is daar op het schilderij niks meer van over. Ook in Morning Sun (1952) komt ze anders uit de verf. Jo, getekend als een oudere dame op de schets, is op het schilderij op bepaalde vlakken jonger geverfd. Het draagt bij aan een zekere vervreemding die het – in principe vredige – tafereel opwekt.
Edward Hopper, New York Movie, 1939. The Museum of Modern Art; given anonymously. © 2022 Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York. Image courtesy Art Resource, New York
4. Hopper mengde zich niet met zijn buren
Jo en Edward Hopper woonden in een studio aan Washington Square Park. Vanwege goedkope huur en tolerante mentaliteit was Greenwich Village in de jaren 20 van vorige eeuw aantrekkelijk voor kunstenaars en mensen met een bohemian inborst. Hopper echter, mengde zich niet met de vernieuwende artiesten. Hij maakte contact met een paar oudere mensen maar besteedde nogal weinig aandacht aan de beweeglijkheid om hem heen. De figuren op zijn schilderijen zijn nooit zichtbaar vrolijk of levendig. Hoewel de meeste kunstenaars om hem heen focusten op ‘the capital on the rise’ (letterlijk), koos Hopper ervoor om die opkomst van gebouwen en de drukte in de stad volledig weg te laten.
5. Hopper wordt gebruikt in scenografie
Edward Hopper, Study for Morning Sun, 1952. Whitney Museum of American Art, New York; Josephine N. Hopper Bequest
© Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York
Morning Sun, 1952. Columbus Museum of Art, Ohio; museum purchase, Howald Fund
© 2022 Heirs of Josephine N. Hopper/Licensed by Artists Rights Society (ARS), New York
Hoppers horizontaal georiënteerde werken laten zich lezen als een bioscoopscherm. Zijn gebruik van licht, compositie en onderwerpen zijn een geliefde inspiratiebron voor filmmakers. Hoeveel acteurs zijn er dankzij Hopper wel niet eenzaam aan een bar neergezet, gefilmd van buitenaf? Volgens de overlevering keek Alfred Hitchcock naar Hopperschilderijen, en liet Hopper zich op zijn beurt inspireren door cinema, onder andere door Hitchcock. Voor beide makers is het voyeurisme in hun werk tekenend. Maar ook Wim Wenders (Paris, Texas) en David Lynch bestudeerden Hopperschilderijen om Amerika weer te geven.
Leestip
Edward Hopper’s New York, hardcover, 256 pagina’s, 65 dollar, te koop via Whitney Museum.
Edward Hopper’s New York
Misschien ook iets voor u
Een ernstige opera met humor en modern spektakel
Egyptische hiërogliefen verschijnen stuk voor stuk in neonverlichting op de metalen paleismuren. Vrijwel ongemerkt verrijst het gebouw als een zich langzaam openende oester. Opeens is er een boven- binnen- en een buitenwereld die inkijk geeft in de overdaad, het machtsmisbruik en de verspilling aan het Egyptische hof. Overdadig schepijs in diverse kleuren lekt aan alle kanten weg, sarrende heersers met losse handjes, dure accessoires aan zee. Spectaculaire video-effecten met adembenemende zang, gelardeerd met grappige kwinkslagen houden het publiek drieënhalf uur bezig. Elke muzikale prestatie door zangers en orkest wordt beloond met ovationeel applaus.
Plot
Cesar gaat de strijd aan met zijn rivaal Pompeo. Tolomeo, niet wars van gevlei en hunkerend naar macht, doodt Pompeo in ruil voor een (vermeend) wit voetje bij Cesar. Nadat Tolomeo’s lijfwacht, Achilla, het hoofd van Pompeo heeft gepresenteerd aan Cesar en Cornelia, de weduwe van Pompeo, brandt de strijdt los om een hoge positie aan het Egyptische hof. Opeens zijn alle ogen gericht op Cornelia. Zij blijkt – op toneel niet uitblinkend in schoonheid – begeerlijk. Haar positie leidt immers in een rechte lijn naar de macht. Maar die weg loopt dood. Cornelia wijst iedereen af. Ook Cleopatra wil koningin van Egypte worden en bedenkt een list om door Cesar te worden begeerd. Nireno, de rechterhand van Cleopatra heeft een plan dat Sesto, Cornelia’s zoon, in staat stelt Tolomeo te doden. Achilla steekt daar een stokje voor. Het nieuws gaat rond dat Cesar in het nauw wordt gedreven en dat hij is verdronken. Cleopatra en Achilla trekken ten strijde tegen hun eigen volk omdat ze Cesar hebben vermoord maar komen bedrogen uit. Tolomeo’s troepen verslaan het leger van Cleopatra en Achilla wordt vermoord. Cesar blijkt echter nog in leven. Hij belooft Cleopatra en Cornelia uit Tolomeo’s handen te bevrijden. Tijdens een nieuwe poging van Tolomeo om Cornelia voor zich te winnen, slaagt Sesto er uiteindelijk in Tolomeo te doden. Cesar kroont Cleopatra tot koningin van Egypte.
Decor
Samen met de Spaanse regisseur Calixto Bieito werkt videokunstenaar en later decorontwerper Rebecca Ringst aan vele producties in heel Europa. Ze is gefascineerd door weidse landschappen en architectonische contructies waar contactmaken niet voorop staat. In het dagelijks bestaan ziet ze kolossale gebouwen door mensenhanden gemaakt maar zonder menselijke ziel. Als decorbouwer heeft ze de mogelijkheid daarop te reageren: ‘Ik speel op het toneel doorgaans met open ruimtes, met contrasten tussen binnen en buiten.’
Zangers
©Monika Rittershaus | De Nationale Opera
Verbluffend hoe de zangers manoeuvreren in en op het metalen paleis. Klimgordels behoeden hen voor een val. En dat is nodig want deelname aan deze opera vraagt opperste concentratie qua samenwerking. Iedere ongeplande beweging is merkbaar.
Spectaculair hoe Cleopatra (sopraan Julie Fuchs) met gemak aria’s zingt als Se pietà di mem non senti (‘Als je geen medelijden met mij hebt’) en Piangerò (‘Ik ga huilen’) in combinatie met haar vermakelijke spel. Ze beweegt verleidelijk op het toneel en tegelijkertijd grappig en streng. Maar ook Cesar (countertenor Christophe Dumaux) is adembenemend. Zijn rol beweegt zich van geniepige heerser en vechtlustige machthebber naar een verleidelijke minnaar. Alle klankgradaties spreidt hij tentoon. En uiteraard verdienen Tolomeo, Achilla, Sesto, Curio en Nireno ook de hoofdprijs. Ook hun aandeel is zowel qua toneelspel als zang fenomenaal.
Ook boeiend en knap hoe de interactie tussen de operazangers en het verfijnde barokorkest Le Concert d’Astrée (onder leiding van klavecinist en dirigent Emanuelle Haïm) optimaal verloopt. Het orkest dat de zangers muzikaal draagt, klinkt warm en royaal.
Wie op zoek is naar een operafeest met de tactische liefdesaffaire tussen de historische figuren Julius Caesar en Cleopatra als thema, kan tot 5 februari met een gerust hart een ticket kopen bij de Nationale Opera.
Guilio Cesare - Händel
Regie: Calixto BieitoArtiest: Händel
Gezien op maandag 16 januari 2023 in Nationale Opera, Amsterdam
Nog te zien tot zondag 05 februari 2023
Misschien ook iets voor u
Inspirerend en leerzaam
/ door: Irit van der Veldt4 SterrenIn het boekje OK Computer: het album, Radiohead en de wereld in 1997, laten tien auteurs, elk vanuit haar of zijn vakgebied hun licht schijnen op het album Ok Computer uit 1997. Goed idee om dit album op deze wijze te vereeuwigen want wie heeft niet het licht gezien na het horen van de eerste akkoorden van deze cd.
Net zoals voor velen was Ok Computer vanaf het begin ook voor mij verbluffend. Weliswaar ontdekte ikzelf het album pas in 2008 maar toch. Een magisch moment waarbij al bij het beluisteren van de eerste akkoorden een meesterwerk hoorbaar was. De schitterende melodieën, de chaos, de stress, de bevreemdende achtergrondgeluiden met rare piepjes: fascinerend. Honderden keren beluisterde ik die magische opeenvolging van ontregelende nummers die het verhaal vertellen van een samenleving in de knel.
Radiohead is een Engelse alternatieve rockband uit de jaren negentig met Thom Yorke als leadzanger, Jonny Greenwood als gitarist, Ed O’Brien voor zang en gitaar, Colin Greenwood op basgitaar en Phil Selway op drums. In 1992 komt de band met de single Creep: eerst verguisd en later een wereldhit. Op 21 mei 1997 lanceert Radiohead het succesvolle album Ok Computer. Critici waren het erover eens dat dit album zijn gelijke niet kende. Een klasse apart van profetische waarde. De muziek was nieuw en snijdt thema’s aan als consumptiedrang, technologische afhankelijkheid, gebrek aan sociale cohesie en paranoia.
De muzikale analyse van Bertolf in het bijzonder is erg leerzaam. Haarscherp legt hij uit hoe de akkoorden in diverse nummers zijn opgebouwd. Zo blijkt het eerste nummer Airbag voorzien te zijn van een tegenmelodie door Greenwood. Wellicht dat hierdoor dat slepende en toch zo borrelende sfeertje wordt gecreëerd. Zo blijkt Karma Police te zijn opgebouwd uit akkoorden die niet in de toonsoorten thuishoren en onlogisch zijn qua volgorde. Wellicht zijn dit de krenten in de pap die dit magische nummer zo ‘dwars en spannend’ maken. Ook grappig om te lezen dat de bliepjes en piepjes aan het eind van het nummer Let Down een op holgeslagen tape is. Super spannend, volledig passend bij de sfeer van het nummer. Maar oh zo vreemd.
Het was dus een uitstekend idee van muziekjournalist Leo Blokhuis om dit boekje in 2022 op de markt te brengen. Voor ingewijden een bron van herkenning en nieuwe weetjes. Voor de nieuwkomer inspirerende verhalen over een album dat zijn weerga niet kent.
OK Computer: het album, Radiohead en de wereld in 1997
Schrijver: diverse auteurs onder redactie van Leo BlokhuisUitgever: Uitgeverij Ambo|Anthos
Prijs: € 21,99
Bladzijden: 189
ISBN: 978 90 263 5913 2
Link: Album
Misschien ook iets voor u
De kunst van het proeven
Hoe omschrijf je de smaak van umami? Waarom heeft karamel zo’n rijke smaak terwijl het eentonige suiker het enige bestandsdeel is? In Proefles geeft culinair journalist Joël Broekaert antwoord op deze en nog veel meer prangende smaakkwesties.
Ruiken en proeven worden beschouwd als twee afzonderlijke zintuigen. Toch weten de meeste mensen die een corona-infectie hebben doorgemaakt dat het communicerende vaten zijn; een groot deel van wat je proeft, wordt bepaald door de geur ervan. Broekaert heeft een punt wanneer hij opmerkt dat de gemiddelde mens behoorlijk slecht is in proeven. Tel daar bij op dat we iedere dag minimaal drie maaltijden eten en het is vreemd dat we vaak zo slecht geoefend zijn in het herkennen en benoemen van smaken. Broekaerts missie is om daar verandering in te brengen.
Een breed palet
Proefles is beslist geen standaardwerk over smaak maar eerder een inleiding aangevuld met persoonlijke anekdotes. Natuurlijk komen de vijf smaken – zoet, zout, zuur, bitter en umami – uitgebreid aan bod. Ook tackelt hij het hardnekkige misverstand dat ‘pittig’ een smaak zou zijn. Hier en daar belandt Broekaert in een technisch verhaal over chemische verbindingen waarbij hij de alfa-lezers even kwijt raakt.
Gelukkig worden deze passages gecompenseerd door vermakelijke ervaringsverhalen. Bijvoorbeeld de kleurrijke beschrijvingen van Broekaerts top 3 van smerigste dingen die hij ooit in zijn mond heeft gestopt. Zo is Hákarl – gefermenteerde haai – het enige voedsel waar hij letterlijk van moet kokhalzen. Met een bouquet van schoonmaakmiddel, mottenballen en pis klinkt dat niet zo verwonderlijk.
Aan de slag
Eerder bracht Broekaert Proefles al op het toneel in de vorm van een interactief college. Ook in het boek wordt de lezer uitgenodigd de proef op de som te nemen. Zo stelt hij voor om twee stukjes pure chocola van minimaal 70% te nemen. Door erop te kauwen komt vooral de bittere smaak naar boven. Maar sabbel erop en je smaakpapillen ontwaren een meer zoete, romige smaak met een hint van banaan.
Andere testjes zijn wat ver gezocht. Ga je werkelijk je tong afplakken en met blauwe kleurstof overgieten om het aantal smaakpapillen te tellen? Storend is ook dat de smaaktests eerst in de lopende tekst voorbij komen, om vervolgens achterin nog eens woordelijk herhaald te worden. Dit was eenvoudig te ondervangen geweest met herkenbare tekstvlakken. Desalniettemin werkt Broekaerts passie voor smaak aanstekelijk. Zelfs een zak chips zul je minder snel naar binnen werken wanneer je weet welke processen er aan vooraf gegaan zijn.
Proefles
Schrijver: Joël BroekaertUitgever: Atlas Contact
Prijs: €24,99
Bladzijden: 216
ISBN: 9789045046532
Misschien ook iets voor u
Dansende diva heeft zin in liefde
‘Diva’s’, zoals Maria Callas, Édith Piaf en Whitney Houston, is het overkoepelende thema van de tweede eigen productie van ballerina Igone de Jongh. In Zin in Liefde komen beide aspecten van deze eigengereide vrouwen aan bod: de glitter en glamour, maar ook de schaduwkant van de roem.
Igone de Jongh is zonder twijfel de bekendste Nederlandse ballerina van de afgelopen twintig jaar. Na haar opleiding aan de Nationale Balletacademie in Amsterdam beklom ze in razendsnel tempo de hiërarchische ladder bij Het Nationale Ballet. Vanaf 2019 ging ze verder als zelfstandig danseres. Zin in Liefde is haar tweede eigen productie, waarin ze samen met drie Oekraïense dansers van het door haar opgerichte The United Ukranian Ballet Company het podium bestiert. De choreografieën zijn gemaakt door Sasha Riva, die ook meedanst in de voorstelling, en Simone Repele.
Glitterende start
De titel suggereert een liefdesverhaal, maar de voorstelling centreert zich rondom diva’s. De voorstelling begint veelbelovend met de Jongh, gekleed in een glitterjurk, en haar drie collega’s dansend op Judy Garlands ‘I Got Rhythm’. Een jong meisje op een schommel (gespeeld door Lara Lina Uribe Echevarria of Josephine Krijnen ), vertelt over hoe zij voorbestemd is om een ster te worden: een verwijzing naar de jonge Igone toen zij begon met dansen?
Simpele, maar doeltreffende aankleding
De drie dansers naast de Jongh zijn gekleed in simpele donkerblauwe outfits en geschminkt als pierrots, waardoor hun expressie tijdens het dansen soms lastig is af te lezen. Wellicht is dit de bedoeling, aangezien ze tijdens de voorstelling voornamelijk fungeren als een soort geesten die de diva begeleiden of haar emoties uitbeelden. Het decor is simpel, maar doeltreffend om het verhaal te vertellen. Een kaptafel, vanaf waar de diva droomt van liefde of mijmert over voorbije tijden, en een theatergordijn, maar dan achterstevoren. Hierdoor kijkt het publiek op de rug van de diva en lijkt zo zelf op het podium te staan.
Klassieke dans in modern jasje
De dansstijl van de voorstelling kan worden omschreven als klassiek ballet met moderne elementen. Het gracieuze van het klassiek ballet wordt afgewisseld met grovere en schokkerige bewegingen, wat zorgt voor een mooi contrast. Het is verfrissend dat er veel gebruik wordt gemaakt van andere vormen dan stereotype man-vrouw duetten: man-man duetten en trio’s en kwartetten komen allemaal voorbij.
De Jongh is nog altijd een fantastische danseres om te zien en legt moeiteloos een been in haar nek, oftewel een développé in balletjargon. Toch worden de energiekere en technisch uitdagendere choreografieën gedanst door haar collega’s (Alexis Tutunnique, Sasha Riva en Veronika Rakitina). Vooral de petite Rakitina knalt van het podium af. Een lichte teleurstelling waren de te simpele en te lange playbackdans op ‘How Will I Know’ van Whitney Houston en de bureaustoelendans op ‘Padam, padam’ van Édith Piaf. Een dans met zulke attributen is zeer lastig om goed uit te voeren, maar ziet er voor het publiek toch enigszins knullig uit.
Onduidelijk verhaal
Het verloop van het verhaal is lastig te volgen voor het publiek. De intenties van sommige scènes zijn direct duidelijk, zoals dromen over een nieuwe liefde of het verdriet achter de roem. Echter zijn sommige dansen meer conceptueel en daardoor lastiger te plaatsen binnen de context van het verhaal. Het jonge meisje zou het publiek context moeten verschaffen, maar spreek voornamelijk vage, clichématige zinnen uit, zoals ‘licht zonder donker bestaat niet’. De voorstelling bevat mogelijke autobiografische verwijzingen naar de Jonghs liefdesleven, maar haar nuchtere imago past niet bij het beeld van de getroebleerde diva dat tijdens de voorstelling geschetst wordt. Ten slotte ontbreekt er een grote ontknoping. Het verhaal van de diva eindigt abrupt en laat ons achter met vragen. Komt er een happily ever after of gaat ze ten onder aan de roem?
Prachtige dans voor de liefhebber
Het is jammer dat het verhaal soms onduidelijk en clichématig is, maar de scherpe en energieke dans van de drie ‘pierrots’ afgewisseld met de rustigere stukken van de Jongh, maken veel goed. Zin in Liefde is zeker een aanrader voor liefhebbers van klassiek ballet en moderne dans.
Igone de Jongh - Zin in Liefde
Regie: Ruut WeissmanArtiest: Igone de Jongh, Alexis Tutunnique, Sasha Riva en Veronika Rakitina
Gezien op zaterdag 07 januari 2023 in Schouwburg Orpheus, Apeldoorn
Nog te zien tot woensdag 15 maart 2023
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur: