In de voorstelling vertelt Emma Lesuis samen met Damani Leidsman en Rory Ronde over wat ze vond op haar documentaire reis door Suriname, middels filmfragmenten, muziek en tekst. Ze neemt het publiek mee in haar familiegeschiedenis, maar stelt ook vragen aan het publiek en aan zichzelf. Na afloop vertellen Emma en Damani me in de foyer meer over de voorstelling.
Emma, hoe is het idee voor de voorstelling Meer dan Bauxiet ontstaan?
Emma: ‘Een paar jaar geleden erfde ik een groot filmarchief van een goede familievriend. Ik liet de beelden digitaliseren, en in die tijd vroeg Theater Na de Dam of ik iets wilde maken over het herdenken van de Tweede Wereldoorlog. In 2022, net na de lockdown, ben ik naar Suriname gegaan om daar onderzoek te doen. Ik sprak getuigen en dook in archieven. Sommige van de archiefbeelden en gesprekken zitten nu als film in de voorstelling. Er was zoveel dat ik niet wist, en dat terwijl geschiedenis mijn favoriete vak was op school!’
Kun je iets vertellen over die verzwegen geschiedenis?
‘Veel mensen kennen slechts één verhaal over Suriname in de Tweede Wereldoorlog: dat er bauxiet werd gewonnen, de belangrijkste grondstof voor aluminium, waarmee wapens en vliegtuigen werden gemaakt. Maar Suriname was meer dan bauxiet. Mijn opa en vele anderen vochten voor Nederland, maakten kleding en stuurden voedsel op. Weinig Nederlanders weten dat de eerste pyjama’s die ze na de oorlog droegen, door Surinamers werden gemaakt en gestuurd. Of wist je bijvoorbeeld dat tweehonderd Surinaamse vrouwen meteen naar Nederland reisden toen er dringend verpleegsters nodig waren? Veel van deze verhalen zijn nooit erkend. Vergeten, verzwegen en dus niet geweten.’
Is deze voorstelling dan eigenlijk een archief van die verzwegen verhalen?
‘Ja, absoluut. Maar een archief dat constant aangevuld wordt en verandert door nieuwe gesprekken en ontdekkingen. Het is een doorlopend onderzoek naar de geschiedenis van Suriname tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen ik deze voorstelling in Suriname speelde, met een Surinaams team, kreeg ik bijvoorbeeld ook nieuwe informatie van mensen uit het publiek. ’’Ken je dit verhaal al? Heb je hier al van gehoord?’’ Zo bleef de voorstelling zich ontwikkelen.’
‘Gisteren nog sprak ik hier in Bellevue een 85-jarige vrouw na de voorstelling die zei: ‘’Dit is mijn geschiedenis, mijn jeugd.’’ Zij vertelde dat zij in Suriname ook kleding moesten maken voor Nederlanders na de Watersnoodramp van 1953. Deze verhalen moeten nú dus worden gedocumenteerd, dacht ik toen ik thuiskwam! Straks zijn de mensen die het kunnen navertellen er niet meer. Het is superbelangrijk dat deze verhalen worden vastgelegd met mensen die er daadwerkelijk bij waren. Dat er erkenning komt voor hoe belangrijk Suriname is geweest voor Nederland en hoe de ongelijkheid uit het verleden nog steeds diepgeworteld is in ons heden.’
Hoe was het om onderzoek te doen naar je persoonlijke familiegeschiedenis, je opa?
‘Het onderzoek naar mijn opa had, eigenlijk heel mooi, een helende werking, vooral voor mijn moeder. Mijn opa was geen fijne vader voor haar. Door dit onderzoek kon zij hem beter begrijpen, waarom hij deed wat hij deed. Ondanks dat hij in Nederland nooit is erkend, was hij in Suriname een held. Er kwamen door dit onderzoek heel andere verhalen over mijn opa boven tafel.’
In de voorstelling vraag je jezelf af of jíj dit verhaal wel moet vertellen. Waarom is dat?
‘Ik krijg subsidies, ik krijg kansen, maar hoe vaak zie je een Surinaamse theatergroep die dezelfde middelen krijgt? Ik struggle daarmee. Maar in Suriname zeiden mensen na de voorstelling tegen me: “Jij mag dit verhaal zeker vertellen, want anders doet niemand het.” Ik wil op een duurzame manier samenwerken, ook na deze voorstelling en het herdenkingsjaar. Daarom ben ik bezig een productiehuis op te zetten met een Surinaamse theatermaker, zodat er een blijvende, duurzame samenwerking komt.’
Damani Leidsman komt bij het gesprek zitten
De hele voorstelling wordt begeleid door muziek. Waarom hebben jullie daarvoor gekozen?
Damani: ‘In de voorstelling heb ik bekende Surinaamse nummers gedeconstrueerd en opnieuw geïnterpreteerd. Caribische muziek speelt met contrasten. Het klinkt vrolijk, maar de teksten zijn vaak triest. Mensen herkennen de melodieën, maar ze klinken net anders. Dat roept een gevoel van verwarring op: wat is hier aan de hand? Daarmee versterkt het de thema’s van de voorstelling, die ook vol contrasten zitten.’
Emma: ‘Ik ontmoette Damani bij Babs’ Woordsalon. Damani zag een stukje van Meer dan Bauxiet en zei: ‘’Ik moet hieraan meedoen!’’ Toen Silbersee me vroeg naar een muzikale toevoeging, dacht ik meteen aan Damani. Al de ideeën over de nummers en muziek zijn van hem. Sommige Surinaamse nummers zijn onherkenbaar geworden, terwijl andere juist hard worden meegezongen door het publiek.’

foto: Geert Snoeijer
Waarom is theater een goed medium voor dit onderzoek? Waarom geen artikel of documentaire?
Emma: ‘Een documentaire kun je met een half oog op een scherm bekijken, maar theater is indringender. Live muziek en filmbeelden brengen naar mijn mening het archiefmateriaal echt tot leven. Het maakt het verhaal tastbaarder en zorgt ervoor dat het beter beklijft. Ook sta ík er, en het verhaal gaat ook over mij, over het hier en nu.’
Damani: ‘Omdat film en theater worden gecombineerd, lijkt het bijna alsof het archiefmateriaal uit het filmbeeld springt. Je kijkt naar een projectie en dan stapt Emma letterlijk uit het beeld naar voren. Het wordt 3D! Ik denk dat deze voorstelling mensen helpt om de context rond de Surinaamse onafhankelijkheid beter te begrijpen, en dat is belangrijk. Het is namelijk een gedeelde geschiedenis.’
Wat heeft je het meest verrast aan het onderzoek?
Emma: ‘Wat mij het meest heeft verrast, is de enorme emotie die naar boven kwam. We hadden heel vaak huilende mensen, die hun geschiedenis herkenden. Witte mensen die zich schaamden. ‘’Ik weet niks van deze geschiedenis, waarom niet?” Zwarte mensen die zichzelf herkenden en ook weinig over deze geschiedenis wisten, ook in Suriname zelf. Die emotie heeft me het meest verrast. Eerlijk gezegd dacht ik na de aanvraag van Theater Na de Dam: ik maak dit onderzoekje voor deze editie en dan is het klaar. Maar doordat er zoveel reacties op kwamen, ben ik doorgegaan.’
Dank je, Emma en Damani! Emma, nog één laatste vraag: wat zijn je plannen voor de toekomst?
Emma: ‘Ik werk nu aan een documentaire die start bij een archief van een procureur-generaal in Suriname. De opa van mijn schoonvader. Hij zat tijdens de tweede wereldoorlog in het koloniale bestuur. Nu ga ik meer de kant van de kolonisator induiken. Ik ga volgende week naar Suriname om te filmen. Ik blijf dus onderzoek doen over die periode en verhalen verzamelen. Hoe meer ik weet, hoe beter mijn werk wordt!’
Tot 21 februari is ‘Meer dan Bauxiet’ in Bellevue te zien en in het najaar tourt de voorstelling door het hele land. Ga dat zien!
Meer dan Bauxiet: theater als levend archief
/ door: Gigi van Erven Dorens / beeld: Emma Lesuis en Damani Leidsman, Oerol 2024, foto Geert Snoeijer 0 SterrenHet is donderdag 13 februari 2025, 14:00 uur, en ik ontmoet theatermakers Emma Lesuis en Damani Leidsman in Theater Bellevue, net nadat ik hun prachtige voorstelling Meer dan Bauxiet in samenwerking met Silbersee heb gezien.
In de voorstelling vertelt Emma Lesuis samen met Damani Leidsman en Rory Ronde over wat ze vond op haar documentaire reis door Suriname, middels filmfragmenten, muziek en tekst. Ze neemt het publiek mee in haar familiegeschiedenis, maar stelt ook vragen aan het publiek en aan zichzelf. Na afloop vertellen Emma en Damani me in de foyer meer over de voorstelling.
Emma, hoe is het idee voor de voorstelling Meer dan Bauxiet ontstaan?
Emma: ‘Een paar jaar geleden erfde ik een groot filmarchief van een goede familievriend. Ik liet de beelden digitaliseren, en in die tijd vroeg Theater Na de Dam of ik iets wilde maken over het herdenken van de Tweede Wereldoorlog. In 2022, net na de lockdown, ben ik naar Suriname gegaan om daar onderzoek te doen. Ik sprak getuigen en dook in archieven. Sommige van de archiefbeelden en gesprekken zitten nu als film in de voorstelling. Er was zoveel dat ik niet wist, en dat terwijl geschiedenis mijn favoriete vak was op school!’
Kun je iets vertellen over die verzwegen geschiedenis?
‘Veel mensen kennen slechts één verhaal over Suriname in de Tweede Wereldoorlog: dat er bauxiet werd gewonnen, de belangrijkste grondstof voor aluminium, waarmee wapens en vliegtuigen werden gemaakt. Maar Suriname was meer dan bauxiet. Mijn opa en vele anderen vochten voor Nederland, maakten kleding en stuurden voedsel op. Weinig Nederlanders weten dat de eerste pyjama’s die ze na de oorlog droegen, door Surinamers werden gemaakt en gestuurd. Of wist je bijvoorbeeld dat tweehonderd Surinaamse vrouwen meteen naar Nederland reisden toen er dringend verpleegsters nodig waren? Veel van deze verhalen zijn nooit erkend. Vergeten, verzwegen en dus niet geweten.’
Is deze voorstelling dan eigenlijk een archief van die verzwegen verhalen?
‘Ja, absoluut. Maar een archief dat constant aangevuld wordt en verandert door nieuwe gesprekken en ontdekkingen. Het is een doorlopend onderzoek naar de geschiedenis van Suriname tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen ik deze voorstelling in Suriname speelde, met een Surinaams team, kreeg ik bijvoorbeeld ook nieuwe informatie van mensen uit het publiek. ’’Ken je dit verhaal al? Heb je hier al van gehoord?’’ Zo bleef de voorstelling zich ontwikkelen.’
‘Gisteren nog sprak ik hier in Bellevue een 85-jarige vrouw na de voorstelling die zei: ‘’Dit is mijn geschiedenis, mijn jeugd.’’ Zij vertelde dat zij in Suriname ook kleding moesten maken voor Nederlanders na de Watersnoodramp van 1953. Deze verhalen moeten nú dus worden gedocumenteerd, dacht ik toen ik thuiskwam! Straks zijn de mensen die het kunnen navertellen er niet meer. Het is superbelangrijk dat deze verhalen worden vastgelegd met mensen die er daadwerkelijk bij waren. Dat er erkenning komt voor hoe belangrijk Suriname is geweest voor Nederland en hoe de ongelijkheid uit het verleden nog steeds diepgeworteld is in ons heden.’
Hoe was het om onderzoek te doen naar je persoonlijke familiegeschiedenis, je opa?
‘Het onderzoek naar mijn opa had, eigenlijk heel mooi, een helende werking, vooral voor mijn moeder. Mijn opa was geen fijne vader voor haar. Door dit onderzoek kon zij hem beter begrijpen, waarom hij deed wat hij deed. Ondanks dat hij in Nederland nooit is erkend, was hij in Suriname een held. Er kwamen door dit onderzoek heel andere verhalen over mijn opa boven tafel.’
In de voorstelling vraag je jezelf af of jíj dit verhaal wel moet vertellen. Waarom is dat?
‘Ik krijg subsidies, ik krijg kansen, maar hoe vaak zie je een Surinaamse theatergroep die dezelfde middelen krijgt? Ik struggle daarmee. Maar in Suriname zeiden mensen na de voorstelling tegen me: “Jij mag dit verhaal zeker vertellen, want anders doet niemand het.” Ik wil op een duurzame manier samenwerken, ook na deze voorstelling en het herdenkingsjaar. Daarom ben ik bezig een productiehuis op te zetten met een Surinaamse theatermaker, zodat er een blijvende, duurzame samenwerking komt.’
Damani Leidsman komt bij het gesprek zitten
De hele voorstelling wordt begeleid door muziek. Waarom hebben jullie daarvoor gekozen?
Damani: ‘In de voorstelling heb ik bekende Surinaamse nummers gedeconstrueerd en opnieuw geïnterpreteerd. Caribische muziek speelt met contrasten. Het klinkt vrolijk, maar de teksten zijn vaak triest. Mensen herkennen de melodieën, maar ze klinken net anders. Dat roept een gevoel van verwarring op: wat is hier aan de hand? Daarmee versterkt het de thema’s van de voorstelling, die ook vol contrasten zitten.’
Emma: ‘Ik ontmoette Damani bij Babs’ Woordsalon. Damani zag een stukje van Meer dan Bauxiet en zei: ‘’Ik moet hieraan meedoen!’’ Toen Silbersee me vroeg naar een muzikale toevoeging, dacht ik meteen aan Damani. Al de ideeën over de nummers en muziek zijn van hem. Sommige Surinaamse nummers zijn onherkenbaar geworden, terwijl andere juist hard worden meegezongen door het publiek.’
foto: Geert Snoeijer
Waarom is theater een goed medium voor dit onderzoek? Waarom geen artikel of documentaire?
Emma: ‘Een documentaire kun je met een half oog op een scherm bekijken, maar theater is indringender. Live muziek en filmbeelden brengen naar mijn mening het archiefmateriaal echt tot leven. Het maakt het verhaal tastbaarder en zorgt ervoor dat het beter beklijft. Ook sta ík er, en het verhaal gaat ook over mij, over het hier en nu.’
Damani: ‘Omdat film en theater worden gecombineerd, lijkt het bijna alsof het archiefmateriaal uit het filmbeeld springt. Je kijkt naar een projectie en dan stapt Emma letterlijk uit het beeld naar voren. Het wordt 3D! Ik denk dat deze voorstelling mensen helpt om de context rond de Surinaamse onafhankelijkheid beter te begrijpen, en dat is belangrijk. Het is namelijk een gedeelde geschiedenis.’
Wat heeft je het meest verrast aan het onderzoek?
Emma: ‘Wat mij het meest heeft verrast, is de enorme emotie die naar boven kwam. We hadden heel vaak huilende mensen, die hun geschiedenis herkenden. Witte mensen die zich schaamden. ‘’Ik weet niks van deze geschiedenis, waarom niet?” Zwarte mensen die zichzelf herkenden en ook weinig over deze geschiedenis wisten, ook in Suriname zelf. Die emotie heeft me het meest verrast. Eerlijk gezegd dacht ik na de aanvraag van Theater Na de Dam: ik maak dit onderzoekje voor deze editie en dan is het klaar. Maar doordat er zoveel reacties op kwamen, ben ik doorgegaan.’
Dank je, Emma en Damani! Emma, nog één laatste vraag: wat zijn je plannen voor de toekomst?
Emma: ‘Ik werk nu aan een documentaire die start bij een archief van een procureur-generaal in Suriname. De opa van mijn schoonvader. Hij zat tijdens de tweede wereldoorlog in het koloniale bestuur. Nu ga ik meer de kant van de kolonisator induiken. Ik ga volgende week naar Suriname om te filmen. Ik blijf dus onderzoek doen over die periode en verhalen verzamelen. Hoe meer ik weet, hoe beter mijn werk wordt!’
Tot 21 februari is ‘Meer dan Bauxiet’ in Bellevue te zien en in het najaar tourt de voorstelling door het hele land. Ga dat zien!
Interview met theatermakers Emma Lesuis en Damani Leidsman
Misschien ook iets voor u
Het beest in de mens
Het is haast onbeschrijfelijk: het vreugdegevoel dat je ervaart als je hoort dat er een nieuwe roman van Joël Dicker (1985) op de markt is. Wie kan deze Zwitserse auteur – bekend van de bestseller De waarheid over de zaak Harry Quebert – evenaren als het gaat om het creëren van personages met veel diepgang en het uitzetten van een ingewikkeld plot? Een wild dier is wederom een zeer spannend boek dat je bij je nekvel grijpt en zijn klauwen diep in je vel zet.
Een wild dier draait kortweg om twee criminelen die plannen om een juwelier in Genève te overvallen. Helaas voor hen is politieman Greg Liégean al helemaal op de hoogte. Tenminste, dat denkt hij … Voorafgaand aan deze geplande overval lees je over de buurvrouw van Greg die voor haar veertigste verjaardag een ring in de vorm van een panter krijgt. Het blijkt een moment te zijn dat haar leven volledig op z’n kop zet en dat uiteindelijk het startsein is voor de hoge val van niet één personage, maar zelfs meerdere karakters. In deze intrigerende psychologische roman raken allerlei zaken met elkaar verstrikt.
Vertrouw op je instinct
Niet alle huwelijken verlopen even voorspoedig. Neem het huwelijk van Greg en Karine Liégean, een echtpaar dat met hun twee jongens in Genève woont. Hoewel ze allebei succesvol zijn in hun baan – hij bij het arrestatieteam van de politie en zij in een kledingwinkel – worden ze beiden geplaagd door onvervulde verlangens. Gregs behoefte aan lichamelijk contact in het echtelijk bed blijft onvervuld en Karine zou zo graag meer willen lijken op Sophie Braun, de perfecte girl next door. Nou ja, next door is overdreven. Sophie woont namelijk met haar man Arpad en hun kinderen in een ontzettend chic huis aan het Meer van Genève, terwijl Karine het moet stellen met een ‘aardig huis’ in de wijk die de niet al te positieve naam ‘De puist’ draagt. Niet alleen Karine beschouwt Sophie als de belichaming van de perfectie zelve; ook haar man vindt dat Sophie toch wel erg knap, fantastisch, charmant enzovoorts, enzovoorts is.
Gregs obsessie met Sophie groeit uit tot stalking. Het uitlaten van zijn hond wordt een manier om Sophie stiekem te begluren als ze zich ’s ochtends aankleedt. Iedere ochtend ziet hij hoe Sophie de gordijnen opent en haar ranke lijf weer in de mooiste kledij hult of… haar man een plezierige ochtend biedt. Na een inbraak in het huis van de Brauns ziet Greg zijn kans schoon: om Sophie nog beter te kunnen bespieden, biedt hij aan om op hun huis te letten, terwijl zij hun familie opzoeken in Saint-Tropez. Greg smokkelt een beveiligingscamera mee van zijn werk en installeert deze in hun slaapkamer, zodat hij thuis alles op zijn mobiel meekrijgt. Het betekent het begin van een ratrace tegen het addergebroed: Greg ontdekt allemaal dingen over Arpad, die ertoe leiden dat Greg zijn buurman graag achter de tralies ziet…
Groener gras bij de buren?
De jacht op Arpad blijkt al snel een persoonlijke afrekening te zijn met de man op wie Greg het jaloerst is. Een man die altijd onberispelijk gekleed de deur uit gaat en die het wél lukt om een harmonieus geheel te vormen met zijn gezin. De lezer verneemt al gauw dat achter al het uiterlijke vertoon meer verscholen ligt dan het oog kan waarnemen. Doordat er wordt gefocaliseerd vanuit de belangrijke personages, krijg je meer informatie toegediend en lijk je de personages altijd net een stapje voor te zijn. Maar hoe verder je in de roman verwikkeld raakt, hoe meer bedrogen je zelf uitkomt. Aan het einde van het boek blijkt pas hoe weinig je eigenlijk weet over de Brauns. Dat is de meestertruc van Dicker: de lezer iedere keer naar het puntje van zijn of haar stoel laten bewegen, de lezer vervolgens genoeg voeden met informatie zodat deze even achterover kan leunen en dan – bam! – de lezer bijna van de stoel af laten vliegen door het prijsgeven van diepe geheimen. Je wordt als lezer haast zelf een wild dier, dat dolgraag gevoed wil worden. Het is echter Dicker die, als een ware temmer, in control is. Hij weet het beest in jou zowel genoeg stil te krijgen als aan te wakkeren wanneer dat nodig is. Het grappige is dat je op een gegeven moment denkt: nou, kom maar op met die ontknoping, Dicker, ik snap hoe het web van leugens in elkaar zit. En dan kom je zo ontzettend bedrogen uit (net als Greg zelf overigens).
Genève: het decor voor achterdocht
Het is verrassend te noemen dat Dicker als setting eindelijk een Europese stad verkiest boven een Amerikaanse. Zijn eigen geboortestad, Genève, is bij uitstek geschikt als thuisbasis voor een stel rijkaards als de Brauns. De stad symboliseert zoveel meer dan alleen luxe: het is algemeen bekend dat een bankrekening openen in Zwitserland om verscheidene redenen heel gunstig kan zijn (niet in de laatste plaats om belasting te ontduiken). Als je hoort dat Sophie en Arpad beiden werkzaam zijn in het bankwezen én de beschikking hebben over een constante cashflow, weet je gewoon dat er stront aan de knikker is. En hoe! Het is wel jammer dat de personages een beetje in hun stereotiepe beeld blijven hangen: de succesvolle zakenman, de knappe trophy wife, de hardwerkende politieman en de ongelukkige huisvrouw. Ook komen ze allemaal niet bepaald sympathiek op je over en staan ze ver van je af, omdat je maar weinig gelijkenissen kunt zien tussen hen en jezelf (neem bijvoorbeeld Greg en zijn opmerkelijke hobby om zijn buren te begluren). Dat maakt dat het lezen soms een beetje afstandelijk voelt en het je ook niet erg uitmaakt hoe hun levens zich zullen ontvouwen.
Hoewel de personages dit keer minder getroebleerd zijn dan in andere werken van Dicker en er in de eerste hoofdstukken zelfs geen vuiltje aan de lucht is, is er genoeg drama dat met ieder hoofdstuk aangedikt wordt. Het concept van dit boek is wel echt anders. Natuurlijk, de intrige is een vast onderdeel, daar kun je bij Dicker op vertrouwen, maar de lezer krijgt een heel andere vibe bij dit boek. Nieuwe omgevingen, nieuwe karakters en nieuwe sectoren krijgen aandacht. Het is niet de Dicker die je misschien zou verwachten, maar hij weet de lezers weer te verbluffen met een ijzersterk verhaal en een intrigerende schrijfstijl. Het boek rekent genadeloos af met de schijn die mensen vandaag de dag ophouden. ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’, zei dichter Martinus Nijhoff ooit. Deze wijsgerige spreuk is ook zeker van toepassing op dit boek: ‘Zie maar, we zien niet wat we zien’.
Een wild dier
Schrijver: Joël DickerUitgever: De Bezige Bij
Prijs: € 24,99
Bladzijden: 448
ISBN: 9789403132624
Misschien ook iets voor u
Als een leeuwerik
Al geruime tijd houdt 8WEEKLY een paar componisten in de gaten. Een daarvan is Joey Roukens (°1982). Recent ging zijn tweede Vioolconcert in première. 8WEEKLY zag de stream van de uitvoering in het kader van het AVROTROS Vrijdagconcert op 31 januari 2025 vanuit TivoliVredenburg in Utrecht (www.npoklassiek.nl/live) en bezocht Het Zondagochtend Concert op 2 februari 2025 in het Amsterdamse Concertgebouw. En was onder de indruk.
Roukens blijft min of meer bij de karakteristieken van het vioolconcert, tot een virtuoze, grote cadens (solopassage over het thematische materiaal) aan toe. Het werk gaat in een grote beweging door, maar kent desondanks vier subsecties: Rage and Lament (Woede en klaagzang), In Flux (In beweging), Sanctuary (Heiligdom), Upsurge (Opleving) en een Epilogue (Epiloog).
De ondertitel luidt Out of the Deep en roept daarmee al dan niet bedoeld reminiscenties op aan Psalm 130 in een zetting van Johann Sebastian Bach, Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir, die ook in de diepste diepten van – in dat geval – het orgel begint. Al legde Roukens in een interview in de pauze van het concert in Tivoli – dat ook op NPO Klassiek rechtstreeks werd uitgezonden –primair uit dat de compositie deze keer van ‘ver moest komen’.
Allerlei stijlen buitelen over elkaar
In zijn muziek buitelen – net als in die van bijvoorbeeld Mathilde Wantenaar (1993) – allerlei stijlen over elkaar heen en toch is het onmiskenbaar Roukens. De introductie doet filmisch aan en wordt gevolgd door een klaaglijke, haast oosters aandoende inzet van de viool. Er zit een herinnering aan de barok in het werk (derde onderdeel) en een prachtige althobosolo die wordt overgenomen door vioolsoliste Simone Lamsma, voor wie Roukens het concert op verzoek schreef.
De muziek is dan klagelijk en breed en dan weer springerig en swingend. De soliste verwijlt als een leeuwerik in het hoogste, ijle register van de viool én het orkest soms in de diepste krochten (basklarinet, contrafagot!). De componist laat ons niet alleen alle karakteristieken horen van de viool (en Lamsma’s intense spel), maar ook van de omvangrijke orkestbezetting, het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van de Duitse dirigent Markus Stenz. Hij was van 2012-2019 chef-dirigent van dit orkest.
‘De vijfde’
Opvallend is hoe het Vioolconcert rijmt op de Vijfde symfonie van Ludwig van Beethoven die erna wordt gespeeld. Soms zelfs letterlijk; de dubbelslag in de althobosolo bij Roukens (een versiering op een noot, van boven naar die noot en nog een keer naar beneden) komt ook in de hobosolo in het eerste deel van de symfonie terug. Toeval? Wie zal het zeggen. In ieder geval vermeldt het programmablad in Amsterdam niet voor niets dat Roukens’ Vioolconcert ‘een dramatiek heeft die zijn bewondering voor Beethoven verraadt’.
Het rijmt ook mooi in diepere zin, omdat zowel Roukens als Beethoven de donkerte achter zich laat.
Onder Markus Stenz wordt een buitengewoon fraaie uitvoering van de symfonie gegeven. Hij weet de spanning mooi op te bouwen, van ontspanning naar spanning, van hard naar zacht en in geladen momenten van stilte. Zijn lichaamstaal is duidelijk en daar wordt door het orkest alert op gereageerd.
Beide werken – niet in de laatste plaats het Vioolconcert van Roukens – krijgen vanuit de zaal, zowel in Utrecht als Amsterdam een enthousiast en warm onthaal. Terecht!
Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Markus Stenz, Simone Lamsma (viool)
Gezien op zondag 02 februari 2025 in Concertgebouw (Grote Zaal), AmsterdamMisschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Chaotische alleenstaande moeder pakt de draad weer op
Het is een zooitje in het huis van Bridget Jones. Die puinhoop is een soort afspiegeling van de chaos in haar hoofd: rommelig, maar wel gezellig. Haar vrienden vinden het de hoogste tijd dat Bridget de schouders eronder zet om het tij te keren.
Voor Bridget Jones-fans die het maar suf vonden dat hun idool dankzij haar moederschap klaar was met haar eeuwigdurende mannenjacht, betekent Bridget Jones: Mad About the Boy bij voorbaat feest. Schrijver Helen Fielding en de filmmakers moeten hebben gedacht: er is voor die diehard fans vast nog méér te verzinnen rond de onhandige Britse. De regie is voor deze vierde film in handen van Michael Morris.
Om een vervolg te kunnen maken waarin Bridget (Renée Zellweger) opnieuw op mannenjacht gaat, moet wel haar Grote Liefde Mark Darcy (Colin Firth) het veld ruimen. Als de film begint, is Bridget weduwe. Mark is omgekomen tijdens een humanitaire missie in Soedan. Mark is in deze film alleen aanwezig als een geest die op bijzondere momenten meekijkt over Bridgets schouder. De treurende ‘mrs Darcy’ heeft een zoon en een dochter van Mark.
Alleenstaande moeder
Uitgangspunt is zo een werkloze alleenstaande moeder die nauwelijks in staat is haar twee koters te beteugelen. Steun en toeverlaat is de vuilbekkende uitgever Daniel Cleaver, die van voormalige love-interest is verworden tot een huisvriend die door de kinderen ‘uncle Daniel’ wordt genoemd.
Bridget opereert als eenzame single in een vriendenkring die integraal bestaat uit bemoeizuchtige heteroseksuele koppels. Het meest empathisch zijn nog de drie vrienden die haar al sinds deel één terzijde stonden (Sally Phillips, James Callis en Shirley Henderson).
Vermakelijk
Om van de hangerige eenzaamheid los te komen, solliciteert Bridget naar haar vroegere baan, als producer bij de televisie. Ondertussen is ze ook wel weer toe aan een nieuwe vent. Dat deel van de plot is extreem voorspelbaar, maar wel zeer vermakelijk. Je verklapt snel te veel over deze film, dus laten we het erbij houden dat tenminste twee mannen dingen naar haar hand. Bridgets aanbidders worden gespeeld door Leo Vincent Woodall als de jeugdige parkwacht Roxster en door Chiwetel Ejiofor, die goed op zijn plek is als de strenge schoolmeester.
Deze vervolgfilm is behoorlijk goed gelukt. Bridget woont niet in een net designhuis, maar in een kleurrijke puinhoop met rondslingerend speelgoed en druk behang. De kinderen, beiden met hun eigen verdriet om de verloren vader, moeten ondanks alles gewoon naar school. Omdat moeder na vier jaar thuis zitten weer werkt, krijgen ze een oppas. Het leukst is de film wanneer Bridget echt plezier heeft, zoals wanneer ze mag dansen en zingen met de kinderen.
Geloofwaardig
De rol van Bridget Jones past Renée Zellweger als een handschoen, ze hoeft nauwelijks haar best te doen om het personage geloofwaardig neer te zetten. Wel is deze Bridget karikaturaler dan die in eerdere film: Zellweger moet bijna de hele film een duckface trekken met getuite lippen, en ze loopt met stapjes van twintig centimeter.
Hugh Grant is prettig op zijn plek als Daniel Cleaver, de rokkenjager voor wie eenzaamheid dreigt nu de ouderdom hem in zijn greep heeft. Knap is dat Grant zonder te schmieren een sympathiek personage neerzet: met meer overdrijving zou Daniel meteen een eikel zijn geworden.
Daarmee is de grote kracht van Bridget Jones: Mad About the Boy niet zozeer de plot, als wel het sterke acteerwerk. De personages zijn vrijwel allemaal behoorlijk geloofwaardig. Regisseur Morris geeft zijn team wel de ruimte, maar heeft tegelijkertijd scherp voor ogen waar hij heen wil. Met een geslaagde vervolgfilm als resultaat.
Bridget Jones: Mad About the Boy
Regie: Michael MorrisDistributeur: Universal Pictures
imdb: https://www.imdb.com/title/tt32063050/
Misschien ook iets voor u
8WEEKLY door de jaren heen
/ door: Joris Hollaar0 SterrenWist je dat 8WEEKLY al bestaat sinds 1998? Ons online cultuurmagazine begon namelijk ooit als Gronings studentenblaadje 8 Zuid Weekly. Uiteindelijk groeide het culturele magazine uit tot een website, één van de eerste plekken waar amateur kunst- en cultuurkritiek geschreven werd op het internet.
Door continu bezig te zijn met ontwikkeling van vorm en inhoud is 8WEEKLY uitgegroeid tot wat het nu is. Om verdere ontwikkeling voort te zetten hebben we jouw
hulp nodig! Onze website willen we graag vernieuwen en jij kunt ons daarbij helpen door op ons te stemmen via deze link. Wij maken namelijk, met twaalf anderen, kans om een vernieuwde website te winnen van Webcreators. Je kunt stemmen tot en met 9 februari 2025. Met een nieuwe website zou niet alleen de weergave van onze artikelen een moderne make-over krijgen, maar zullen ze ook beter leesbaar zijn op je mobiel. Zo kunnen we weer met de tijd meegaan en jullie van kritische cultuurtips voorzien.
Terug in de tijd
In 1998 was 8WEEKLY nog een papieren studentenblad, maar het ging al snel online. Zo zie je dat onze website ook een hele reis door heeft
gemaakt van knalrood in 2001 naar geeltinten in 2003. Uiteindelijk hebben we een kenmerkend geel-rood thema gehad van 2004 tot 2014. Sinds 2014 heeft de website voor elke culturele discipline een eigen kleur en hebben we een zalmroze-geel thema. Deze stijl heeft onze website dus al meer dan 10 jaar!
Afgelopen jaar hebben we met studenten van de Hogeschool Utrecht samengewerkt, als schoolopdracht maakten zij nieuwe ontwerpen voor de site van 8WEEKLY. Hier kwamen mooie ontwerpen, stijlen en goede tips uit voort. Deze zouden wij graag implementeren in onze nieuwe website in de toekomst.
Enorm archief
De website is dus steeds in een ander jasje gestoken, maar de redactie van 8WEEKLY blijft altijd over cultuur schrijven,
van film en muziek tot kunst en theater. Inmiddels staan er al meer 14.000 artikelen over cultuur online, het merendeel bestaat uit recensies. Je kunt al deze artikelen nog vinden op onze site. Wie in ons rijke culturele archief duikt, komt er ook snel achter dat verschillende mensen uit het culturele en journalistieke veld ooit bij 8WEEKLY begonnen zijn.
Sinds 2005 is 8WEEKLY zelfs een officiële stichting en onze redactie bestaat dus uit allemaal vrijwilligers die veel leren en veel brengen. Onze doelstellingen zijn het begeleiden van beginnende cultuurjournalisten én een passie voor cultuur aanwakkeren bij onze lezers. Enthousiast geworden? Via deze link kun je op ons stemmen en als je nou ook voor ons zou willen schrijven, dan vind je hier de vacatures.
Help ons aan een nieuwe website!
Misschien ook iets voor u
Mindfulness en moord: een goede combinatie?
Spannende Duitse krimi’s zijn tegenwoordig in overvloed te vinden, maar Achtsam Morden weet zich toch te onderscheiden door een verrassende en komische invalshoek: een advocaat die mindful moorden pleegt. Je moet het maar bedenken.
De achtdelige serie gaat over Björn Diemel (Tom Schilling), een strafrechtadvocaat die zo opgeslokt is door zijn veeleisende werk dat hij door zijn vrouw verplicht wordt om mindfulness-lessen te volgen. Eerst vindt Björn deze suggestie belachelijk en volkomen overbodig, maar al snel begint hij – onder leiding van zijn mindfulness-leraar Joschka Breitner (Peter Jordan) – de voordelen van innerlijke rust te ontdekken. Waar hij voorheen zijn dagen vulde met werk en nauwelijks tijd had voor zijn dochtertje, leert hij nu hoe hij ‘tijdeilanden’ kan inbouwen voor haar; dat betekent minder vaak de telefoon opnemen, in het moment leven en de criminelen die hij vertegenwoordigt even links laten liggen. Al zorgt dat wel voor de nodige problemen, maar ook deze weet Björn met kalmte en reflectie te benaderen.
Fijne balans tussen humor en spanning
Het verhaal van Achtsam Morden is gebaseerd op de gelijknamige boekenreeks van Duitse auteur en advocaat Karsten Dusse, waarvan het eerste deel in 2019 verscheen. Dusse wordt geprezen om zijn unieke en humoristische combinatie van misdaad en mindfulness. De serie behandelt mindfulness niet op een spottende manier, maar benut het juist om de complexiteit van Björns karakter te verkennen. Het contrast tussen de kalme meditatiepraktijken en de gewelddadige situaties waarin Björn zich bevindt, levert niet alleen grappige maar ook spannende momenten op. Achtsam Morden weet hiermee een fijne balans te vinden tussen humor en spanning, wat de serie bijzonder aantrekkelijk maakt voor een breed publiek.
In veel opzichten doet Achtsam Morden denken aan series zoals Breaking Bad (2008) en Ozark (2017), waar een ogenschijnlijk gewone man zichzelf verliest in de morele grijze gebieden van criminaliteit. In tegenstelling tot de personages in deze series, heeft Björn een hulpmiddel tot zijn beschikking dat zijn pad enigszins verlicht: mindfulness. Dit geeft de serie een interessant en onverwacht filosofisch tintje: kan je werkelijk moorden met een kalme geest en goede intenties, of is dit slechts zelfbedrog? Het idee van ‘mindful moorden’ is zowel absurd als intrigerend.
Sterke cast
De opbouw van de serie is sterk: een gestructureerd verhaal dat regelmatig gebruik maakt van voice-overs van Björn, die de kijker bijpraat over zijn innerlijke strijd en zijn voortdurende worsteling met zijn geweten. Deze voice-overs zijn niet alleen functioneel, maar voegen ook een humoristische toon toe die perfect past bij de duistere sfeer die de show uitstraalt. Schilling slaagt erin om de juiste balans te vinden tussen humor, charme en een zekere duisternis, waardoor zijn vertolking van Björn zowel grappig als meeslepend is. De subtiele manier waarop hij de evolutie van zijn karakter door mindfulness en moord laat zien is fascinerend en maakt van de show een echte aanrader voor liefhebbers van zwarte humor.
De bijrollen zijn eveneens uitstekend vertolkt. Marc Hosemann speelt Toni, een enge en onberekenbare crimineel, met een dreigende aanwezigheid die de spanning in de serie weet op te voeren. Zijn koude karakter vormt een interessant contrast met Björns kalme en geordende houding. Ook Sascha (Marathan Muslu) is een goed neergezet personage: een zachtaardige crimineel die Björn overal in volgt en daarom ga je twijfelen aan zijn intenties.
Samenvattend is Achtsam Morden een slimme en onderhoudende serie die zowel een spannende misdaadplot als een luchtige benadering van mindfulness biedt. Het is een verfrissende kijk op de klassieke misdaadserie, met een hoofdpersonage dat probeert zijn geweten te verzoenen met de moorden die hij pleegt.
Achtsam Morden
Regie: Martina Plura, Max ZähleDistributeur: Netflix
imdb: https://www.imdb.com/title/tt30217222/
Misschien ook iets voor u
Verwarrend ronddwalen
Het boek SALOMON vraagt enig doorzettingsvermogen om te lezen. Je hebt niet meteen door dat Jacqueline Zirkzee je meeneemt in de toekomst, en je dwaalt eerst rond in een wereld die je nauwelijks begrijpt. Voor de geoefende fictielezer is dat misschien geen probleem, maar voor anderen is het lastig om erin te komen.
Het duurt lang voordat Zirkzee het plaatje compleet weet te schetsen zodat de context helder is. Het is een boek voor een ervaren lezer. Een boek om echt je tanden in te zetten. De beloning komt aan het einde van het boek als het plaatje in elkaar past. SALOMON is al het negende boek van Zirkzee. Tot op heden was haar meest bekende boek Het heksenhuis (2008) en ze schreef ook een jeugdboek, Zeg maar dat je vijftien bent (2015).
Toeslagenaffaire is de lokker
In de samenvatting van het boek wordt duidelijk gemaakt dat er een link is met de toeslagenaffaire. Dit is niet meteen duidelijk als je het boek leest, aan het leggen van dit verband heb je een behoorlijk zware dobber. Ondertussen ben je in een wereld terecht gekomen met enkel openbaar vervoer naast gewoon lopen als verplaatsingsmiddel. Iets anders is er in die fictieve wereld niet. Zelfs geen fiets.
Inderdaad gaat het boek over de kwalijke gevolgen van bureaucratisering in de jeugdzorg. En men eet er veganistisch omdat het klimaat gered moet worden. Het lijkt een ideaal dat nagestreefd wordt, maar het is te benauwend; zeker omdat er maatregelen gelden om de wereldbevolking niet verder te laten groeien en zelfs te doen krimpen. Het één-kind-beleid is heel streng: zelfs als je zwanger bent van een meerling moeten er embryo’s worden verwijderd om dit te handhaven.
Ouders naar een kamp
Centraal in het boek staat Samenwerkingsorgaan Algemene Leefbaarheid, Orde en Maatschappelijke Ondersteuning Nederzone (SALOMON) dat scherp toeziet of ouders zich wel gedragen als een modelouder. Hoewel het hoofdpersonage – een gescheiden moeder met een dochter – voor deze organisatie werkt, valt ze ook onder het strenge toezicht. Een toezicht dat George Orwell’s slogan ‘Big Brother is watching you ’ (1984) oproept. Doe je het als ouder niet goed, dan word je in een kamp geplaatst terwijl het kind door SALOMON bij een ander ouderpaar geplaats wordt.
De vrouwelijke hoofdpersoon, wiens naam niet genoemd wordt, waakt over haar 6-jarige dochter Juno en wil haar niet kwijtraken. Ze hebben het niet breed terwijl wel bekend is dat haar ex gezegend is met geld dat hij vlak na de scheiding kreeg als smartengeld. Het geeft het hoofdpersonage een vervelend gevoel omdat ze meent hier ook deels recht op te hebben. Het boek wordt spannend als blijkt dat zij niet alles rechtmatig doet voor SALOMON, wat haar uiteindelijk haar baan zal kosten.
Spanning en verwarring
SALOMON vraagt enig doorzettingsvermogen om te doorgronden. Wie het geduld heeft om door te lezen, wordt getrakteerd op spanning gecreëerd door het verzet van het hoofdpersonage. De link met de toeslagenaffaire is er, maar is dunner dan verwacht door de aankondiging en vormt ook niet de kern van het boek. Het feit dat de niet bij naam genoemde hoofdpersoon zich verzet tegen de organisatie SALOMON – iets dat haar duur komt te staan – komt vooral voort uit de liefde voor haar dochter. Om deze reden neemt ze bewust of onbewust risico’s. Natuurlijk is het eigen aan mensen om tegen beter weten in, uit liefde of drang naar vrijheid, te willen ontsnappen uit een wurggreep en daarmee het lot te tarten.
De ingewikkelde schrijfstijl van Zirkzee, gekoppeld aan een toekomstige wereld die slechts langzaam heldere contouren krijgt, maakt dat het boek geen hapklare brok is. Wel is het een wonderlijk stuk literatuur dat lastig op waarde te schatten is.
SALOMON
Schrijver: Jacqueline ZirkzeeUitgever: Uitgeverij Nobel Boeken
Prijs: €22,50
Bladzijden: 240
ISBN: 9789083321257
Misschien ook iets voor u
De sprakeloze stem van het verzet
Het werk van de in 2024 met de Nobelprijs voor de literatuur bekroonde Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang nodigt uit tot reflectie op de sociaal historische context waarin belangrijke thema’s van haar schrijverschap vorm kregen. Neem bijvoorbeeld de roman De vegetariër uit 2007.
Kort samengevat – en essentieel om het werk van Han Kang mede vanuit het historisch perspectief te belichten – onderging (Zuid-)Korea in de twintigste eeuw een opeenvolgende reeks van overheersingen door buitenlandse mogendheden, van geweld en onderwerping en een heftige interne verdeeldheid van de bevolking die uitmondde in een burgeroorlog.
Het dubbele gezicht van de ‘vrije wereld’
In de eerste helft van de vorige eeuw werd Korea gedomineerd en bruut uitgebuit door Japan. De val van het Japanse Keizerrijk aan het einde van de Tweede Wereldoorlog resulteerde voor Korea in zowel Russische als Amerikaanse bewindvoering en aanzienlijke inmenging van deze grootmachten in het interne conflict tussen aan de ene kant de communistische en de gematigder pro-linkse beweging en aan de andere kant het pro-kapitalistische front. Uiteindelijk leidde de burgeroorlog tot een opsplitsing van het communistische Noord-Korea en het kapitalistische en westers georiënteerde Zuid-Korea.
Diverse militaire leiders in Zuid-Korea voerden de opeenvolgende decennia – feitelijk met behulp van de VS – vormen van gewelddadig dictatoriaal bestuur. Studentenopstanden voor meer vrijheid en democratie in de jaren zestig en tachtig van de vorige eeuw werden wreed en nietsontziend neergeslagen door de verschillende regimes, met duizenden slachtoffers als gevolg. Nog afgelopen december werd het wankele pad naar de democratie onder druk gezet door een poging tot staatsgreep van de – nu afgezette – president Yoon Suk Yeol. In de romans Wit en Ik zeg geen vaarwel vertelt Han Kang over de afschuwelijke misstanden, bloedig neergeslagen protesten en de littekens die deze achterlieten in de Koreaanse bevolking.
Vrouwenonderdrukking
Een andere ernstige vorm van repressie in de Zuid-Koreaanse maatschappij treft vrouwen. Systematisch worden zij achtergesteld en voornamelijk gezien als sloof en broedmachine in de extreem patriarchaal ingerichte samenleving. De getallen van geweld tegen vrouwen in de huiselijke sfeer behoren tot de hoogste ter wereld. Sinds enkele jaren groeit een heftig protest tegen deze vorm van ongelijkheid, onderdrukking en geweld. Een steeds groter wordende groep vrouwen sluit zich aan bij de protestbeweging B4 die zich actief verzet door het principieel weigeren van alle vormen van seksueel en relationeel contact met mannen.
De vegetariër vertelt met rauwe, magistrale en poëtische tonen het lot van de gesmoorde vrouwen in Zuid-Korea.
Taal is macht, taal is man
‘Voordat mijn vrouw vegetariër werd, had ik haar in alle opzichten altijd volstrekt oninteressant gevonden.’ Met deze wonderlijke openingszin zet Han Kang onmiddellijk de toon. Onze hoofdpersoon heeft geen stem. De lezer zal het moeten doen met de woorden van drie omstanders, allen representanten van het patriarchale systeem.
In een drieluik schetst Han Kang het verhaal van een gehuwde vrouw die besluit – hoewel sociaal onwenselijk – geen vlees meer te eten na een vervelend voorval met haar onaangename partner en een daaropvolgende bloederige en gewelddadige droom. De sociale afkeuring en de toorn van de echtgenoot en de familie over haar besluit bereiken het dieptepunt als tijdens een gezamenlijk diner de brute vader van Yeong-hye zijn dochter in het gezicht slaat en uiteindelijk met meedogenloos geweld vlees in haar lichaam wil proppen. Niemand vraagt naar de redenen en de gevoelens die haar dit besluit hebben doen nemen. De patriarchale macht structuur eist woordeloze gehoorzaamheid.
Het huwelijk strandt en Yeong-hye belandt in het ziekenhuis en voor enige tijd in een psychiatrische kliniek.
Bloemen en verlangen
Als zij vervolgens haar leven weer probeert op te pakken ontwikkelt de videokunstenaar en onverschillige echtgenoot van Yeong-hye’s zus In-hye een erotische obsessie voor het lichaam van zijn – in zijn ogen – ongetemde en taboedoorbrekende schoonzus. Hij besluit Yeong-hye over te halen om haar naakte lichaam met bloemen te laten beschilderen en zijn erotische verlangen daadwerkelijk te verwezenlijken. In onderstaande schitterende alinea verwoordt Hang Kang zijn verlangen:
‘Het beeld van een man en een vrouw, hun lichamen prachtig beschilderd met bloemen, die seks hadden tegen een ondergrond van onvoorstelbare stilte. Hún bewegende lichamen prozaïsch in dat vacuüm. Een opeenvolging van scènes, heen en weer slingerend van geweld naar tederheid, waarbij geen enkele extremiteit geschuwd werd. Eén verstild uitgerekt moment van kalme verlossing, het extreme veredeld tot een soort vredigheid.’
Yeong-hye ondergaat het moment van seksuele eenwording met lichamelijke passie maar ook in het verlangen haar gruwelijke droom, haar woede, uiteindelijk haar ziel te kunnen delen. Helaas valt de man, onmiddellijk na het bereiken van zijn doel, in slaap. De volgende ochtend worden zij ontdekt door de verbijsterde echtgenote en zus In-hye.
Verzet
In het derde deel van het drieluik bevindt Yeong-hye zich wederom in een psychiatrische instelling. Zij weigert nu elke vorm van voedsel. De zorgzame In-hye bezoekt haar regelmatig en beseft schuldig het niet voldoende te hebben opgenomen voor haar jongere zus. Ook zij droomt nu van bloedende gezichten. In-hye – het alter ego van Yeong-hye – realiseert zich dat zij in haar goedheid en volgzaamheid nooit echt heeft geleefd. Dat zij zich zelfs heeft laten verkrachten door haar man op zijn verzoek ‘het maar even te doen’. Stapsgewijs begrijpt In-hye de woede en de wanhoopsdaad van haar zuster.
Yeong-hye wordt niet gehoord en taal is ontoereikend om haar werkelijkheid, haar ziel en verzet in woorden te kunnen vatten. Zij besluit daarom haar lichaam te transformeren in een symbool van verzet, een vlammende zwarte boom.
Over metamorfosen en bekentenissen
Het metamorfose thema verbindt de roman met belangrijke werken uit de westerse literaire canon. In De metamorfosen van Ovidius transmuteert de godin Daphne in een laurierboom. De metamorfose van Gregor Samsa in een monsterlijk insect in De gedaanteverwisseling van Franz Kafka is een allegorie van de sociaal onmogelijke persoonlijke aspiraties en de verstikkende gevangenis van culturele en sociale conventies waarin het personage zich bevindt. De schrijnende zielsverwantschap tussen Gregor Samsa en Hyong-hye is onmiskenbaar.
In weerwil van de geniale vondst de protagoniste vooral te openbaren in de beschrijvingen van haar externe omgeving, doemen in de tekst cursieven op die gedachten en emoties van Yeong-hye ontsluieren. Naast wanhoop en verzet rijst het besef dat zich in Yeong-hye een gewelddadige en moorddadige woede heeft gemanifesteerd. De erkenning van het kwaad in het eigen DNA is schokkend en beangstigend. De keuze voor het vegetarisme is ook – naast een verzetsdaad – een vorm van exorcisme. Schuld en boete, biecht en verlossing, het streven naar zuivering van de ziel door het bekennen van de zonde behoren via Augustinus, Jean-Jaques Rousseau en Fjodor Dostojevski tot grote thema’s van de westerse literatuur.
In het recente en helaas nog niet in het Nederlands vertaalde Greek Lessons – naar zeggen van de auteur een optimistisch vervolg op De vegetariër – zal een vrouw die haar stem verloren heeft deze terugvinden in de klassieke wereld van het Grieks en in de woorden van Plato.
De vegetariër
Schrijver: Han KangUitgever: Nijgh & Van Ditmar
Prijs: € 20,00
Bladzijden: 222
ISBN: 9789038801858
Misschien ook iets voor u
Lange schaduwen
Waarom zou je je aan de bijna achthonderd pagina’s van de nieuwe roman van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård wagen? Wat maakt dat je aan zijn werk verslingerd kunt zijn? Of het nu om zo’n dikke pil gaat of om een dunne novelle als De vogels van de hemel. Ze hebben iets. Maar wat.
Het eerste gedeelte van De wolven der eeuwigheid – want daar hebben we het hier over – gaat over de mystiek van het gewone, dagelijkse leven. Over de 19-jarige jongen Syvert Løyning, die in 1986 uit militaire dienst is teruggekeerd. Over zijn jongere broer Joar, hun zieke moeder en over hun vriendenkring. Ze begroeten elkaar allemaal met ‘Zo zo’ en voeren filosofische gesprekken over dingen als de eerste herinnering, de popmuziek die Syvert beluistert en over voetballen. Dingen die in de boeken van Knausgård vaak terugkomen.
Het wordt allemaal zó beschreven, dat je als leek zomaar van die popmuziek en dat voetballen zou kunnen gaan houden. Ook de personages komen levensecht over. Zoals er van de moeder wordt gezegd: ‘Ze glimlachte een seconde of twee en toen werd haar gezicht weer serieus, waaruit bleek dat het geen echte glimlach was’. Alleen is de achtergrond daarvan een andere dan Syvert op dat moment denkt. Het zijn zulke karakteriseringen die je op scherp zetten en bijblijven.
Genre-bending
De stream of consciousness in de roman wordt soms in de vorm van een gedicht in staccatostijl gegoten, zoals:
Er zijn ook essayistische stukken, over biologie en natuurkunde, treinen, Russische literatuur en de concrete, lichamelijke opstanding in de filosofie van Fjodorov. Ze remmen het verhaal soms af. Genre-bending heet dat, waarbij de grenzen van verschillende genres (roman, poëzie, essays) worden overschreden. Knausgård is er sterk in.
Dat geldt ook voor een detectiveachtige lijn die het boek doortrekt. Syvert vindt namelijk in de paparassen van zijn overleden vader een Russische brief die hij laat vertalen door Krag, met wie hij een goede band krijgt. Hij laat hem Misdaad en straf van Dostojevski lezen. Eerst vindt Syvert er niets aan, vervolgens wordt het onverdraaglijk en tenslotte een zijspoortje dat soms opduikt. De brief blijkt een liefdesbrief te zijn van ene Asja. Syvert slaat aan het fantaseren: ‘Misschien was hij niet dood. Misschien had hij alles in scène gezet, zodat hij daar [in Rusland, red.] kan wonen zonder dat iemand het wist’. De onechte glimlach van de moeder wordt zo duidelijk en slaat niet op verdriet om haar overleden man, maar om diens overspel.
Parallellen
Joar en Syvert zijn bang dat hun moeder, die last heeft van haar rug, ziek is en net als hun vader zal sterven. Dat eerste wordt bewaarheid want ze blijkt inderdaad ziek te zijn. De gedeeltes over dit persoonlijke leed worden in het boek gespiegeld door parallelgedeeltes over Tsjernobil. De radioactiviteit van de kernramp uit 1986 zit ‘in het water, in de aarde. In de dieren, in de bomen, in de bloemen.’ En de kankercellen in de longen van de moeder. Ook dit maakt het boek compositorisch sterk.
Dat geldt ook voor de parallelle wereld die wordt beschreven, een andere werkelijkheid. Syvert heeft daar niets mee; een televisiegesprek met Dario Fo (toneelschrijver en -regisseur) is ‘niet echt iets om over naar huis te schrijven’, waarbij het woordje ‘echt’ een dubbele betekenis krijgt. Mooi vertaald door Marin Mars, die meer werk van Knausgård vertaalde.
Een glazen wand
In het tweede deel van de roman zijn we plotseling in het hedendaagse Rusland beland. Het gaat dan ‘meer over mensen dan over boeken, meer over het leven dan over de theorie’ in vergelijking met het eerste deel. De ik-figuur is nu een vrouw, Alevtina, met een zoon, Seva. Zij studeert en geeft colleges biologie aan eerstejaarsstudenten. Wat ze allemaal vertelt, wordt uitgebreid geciteerd. Op de een of andere manier is dat minder interessant dan de gedetailleerde beschrijvingen die uit het leven zijn gegrepen. Bijvoorbeeld over hoe Joar zijn schoenen aantrekt en veters strikt.
Als de roman een gedicht zou zijn, dan zou je van een chiasme kunnen spreken: een kruisstelling die bestaat uit een omkering; het heet in het tweede deel meer over mensen te gaan, maar eigenlijk is het omgekeerde het geval.
Alevtina (pas twintig jaar) raakt verliefd op Vasja, die iets schrijft dat ze De wolven of De eeuwigheid noemt. Respectievelijk iets concreets en iets abstracts. Met wellicht een glazen wand ertussen, een beeld dat Knausgård regelmatig in verschillende gedaanten gebruikt. Zo kijkt zoon Seva af en toe dwars door Alevtina heen, is er een duidelijke binnen- en buitenshuis en bestaat er een muur tussen de natuurwetenschappen die ze studeert en de geesteswetenschappen die ze eerder studeerde.
Opvallend in dit verband is haar belangstelling voor de biosemiotiek, omdat die ‘een bonte verzameling [is] van overschrijdingen van vakgrenzen’, zoals Knausgårds genre-bending. Weer zo’n mooie parallel. Bovendien is biosemiotiek een abstract vakgebied. Net zoals bij Alevtina’s vader ‘het abstracte zich binnen in hem afspeelde, het was voor iedereen onzichtbaar behalve voor hemzelf’. Onzichtbaar zoals haar moeder Asja volgens Syvert was; alle moeders zijn volgens hem onzichtbaar en vanzelfsprekend. Zoals Solveig in Knausgårds novelle De vogels van de hemel zegt dat ze haar ouders voor lief neemt.
De slang bijt in zijn eigen staart
De vader overhandigt haar een brief die Syvert Løyning Jr. aan Asja had geschreven. Hij wist toen nog niet dat ze al dood was en dat hij een halfzus heeft, Alevtina. Hij zoekt haar op in Moskou, waar het verstikkend warm weer is en ‘alles lange schaduwen wierp, ik ook’. De slang bijt hier als het ware in zijn eigen staart en we komen zo in het laatste gedeelte van het boek weer uit bij het begin. De vaart die de essayistische stukken soms uit het boek halen, zit er nu duidelijk in en wordt benadrukt door de korte hoofdstukken die telkens over een ander personage gaan. Je zou het filmische scènes kunnen noemen.
Ook op een andere manier bijt de slang in zijn staart, maar dan in die van deel 1 (De morgenster) uit de Morgenster-serie waarvan dit deel twee is: een ‘mystiek hemelfenomeen boven Moskou’ dat ook in genoemde novelle De vogels van de hemel al voorkomt. Dit is een novelle die je als voorstudie van De morgenster kunt beschouwen. Hierin schijnt ‘hoog aan de hemel in het zuidoosten […] een ster’. Het is aan de lezer om dat te duiden. Ook zulke open plekken maken zowel de novelle als deze roman tot literatuur waaraan je verslingerd kunt raken. Telkens weer.
De wolven der eeuwigheid
Schrijver: Karl Ove Knausgård (vertaling Marin Mars)Uitgever: De Geus
Prijs: € 29,99
Bladzijden: 800 pp.
ISBN: 978 90 445 4776 4
Misschien ook iets voor u
‘Oerverhaal’ met halfbakken dramatiek
Utah was in 1857/58 het toneel van een machtsstrijd tussen lokale mormonen en de federale regering in Washington. Andere partijen – inheemse stammen en settlers – werden hier ongewild bij betrokken. De interessante dramaserie American Primeval rakelt deze vrij onbekende geschiedenis weer op.
Historisch is de nieuwe Netflix-serie American Primeval dik in orde. Zoals de titel al doet vermoeden, wordt het vrij snel barbaars: een karavaan van kolonisten wordt overvallen en afgeslacht door een legertje gemaskerde mannen (mormonen), geassisteerd door inheemse Paiutes. Het camerawerk sleept je onverbiddelijk mee in dit Amerikaanse ‘oerverhaal’.
De zogeheten Mountain Meadows Massacre heeft werkelijk plaatsgevonden. In 1857 was de mormoonse beweging in Utah, strevend naar zoveel mogelijk zelfbestuur, in gewapend conflict gekomen met de federale autoriteiten. Alle reizigers werden beschouwd als mogelijke bondgenoten van de vijand; complotdenkers en geruchtenmachines deden hun werk (ook toen al) volop. Met als gevolg dus een paranoïde moordpartij op landverhuizers die totaal niets met de strijd te maken hadden. De gecalculeerde inschakeling van Paiutes had uiteraard tot doel om ‘de wilden’ de schuld in de schoenen te schuiven.
Mooie couleur locale
Het script van de serie is geschreven door Mark L. Smith, die eerder al (mede) tekende voor de terecht bekroonde, uiterst rauwe film The Revenant (2015). In beschrijvingen van de serie wordt vaak gewezen op de dito bloederigheid van American Primeval. Maar eerlijk gezegd valt die best mee. Kijkers zijn het nodige gewend tegenwoordig, en hoewel er flink wat wordt gemoord op de vlakten van Utah heb je geen supermaag nodig om de zes afleveringen te doorstaan.
De beste elementen van de serie zijn de aandacht voor de historische context en de prachtige cinematografie. Alle perspectieven – zeker ook die van de inheemse Shoshone – worden vrij genuanceerd geschilderd en de aandacht voor couleur locale en natuurschoon verdient een groot compliment. Het is wel handig als je iets meer weet over dit tijdsbestek in de geschiedenis van de VS. In 1857 stonden de sterk verdeelde staten aan de vooravond van de Civil War (1861-1865), en de positie van de inheemse volken was inmiddels behoorlijk uitzichtloos geworden. Direct na de burgeroorlog, toen het Amerikaanse leger zijn handen weer vrij had, zouden er nog een paar grote, laatste Indian Wars plaatsvinden. Maar zoals de Shoshone in American Primeval al goed beseften, was vechten tegen ‘de witten’ een verloren zaak. (Leestip: Peter Cozzens, The Earth Is Weeping, 2016.)
Geijkte verhalen
De Netflix-serie concentreert zich verder op enkele individuele verhalen: soms volg je de van elkaar gescheiden echtelieden Pratt, dan weer gevluchte moeder Sara Rowell die met haar zoontje, een zwijgzame gids en een inheems meisje uit handen van justitie/premiejagers probeert te blijven. Hun belevenissen zijn weliswaar onderhoudend, maar ook wat geijkt.
De Pratts zijn de enige overlevenden van de genoemde slachtpartij, maar dat klinkt mooier dan het is. Abish Pratt (Saura Lightfoot-Leon) wordt opgepikt door Shoshone en gedwongen opgenomen in hun stam. Jacob Pratt (Dane DeHaan), half gescalpeerd en helemaal getraumatiseerd, raakt steeds verder van het padje in de zoektocht naar zijn ontvoerde Abish. Ze zullen elkaar nog een keer ontmoeten, maar wat een mooie afsluitende tranentrekker had moeten worden, werkt eerder op de lachspieren. De makers verliezen zich in dit verhaal in een overdaad aan dramatiek.
Moeder Rowell, op de vlucht na een wanhoopsdaad, heeft de beste rol in American Primeval: Betty Gilpin zet een vastberaden vrouw neer die met vallen en opstaan de ongeschreven wetten van het Wilde Westen leert kennen. De tocht met haar zoontje is avontuurlijk en spannend, en de interactie met haar gids (Taylor Kitsch) boeit ook. Al liggen een paar clichés altijd op de loer, zeker aan het eind van de serie.
Half en half
Het verhaal van de Pratts – die ‘getuigen’ waren van de slachtpartij en dus iets te vertellen hebben – is wel intelligent verweven met het conflict tussen mormonen en federale troepen. Beide partijen zijn om eigen redenen in het echtpaar geïnteresseerd. Hun voortdurende kat-en-muisspel leidt aan het eind van de serie tot een verrassende climax.
Uiteindelijk wil American Primeval iets te veel van twee disciplines zijn: geschiedenis en drama. Historisch en visueel tikt de serie goede vinkjes aan, de hele context en aankleding zijn mooi en vakkundig uitgewerkt. Daarmee is het een relevante en onderhoudende interpretatie van een niet zo bekend hoofdstuk uit het Amerikaanse verleden. Als drama is het wat minder geslaagd. De lotgevallen van de hoofdpersonen houden je aandacht wel vast, maar zijn weinig origineel en soms zelfs sentimenteel. Dat voelt een beetje als een gemiste kans. Zo is de serie leuk om een weekendje te bingen, maar niet goed genoeg om in je kijklijst te bewaren.
American Primeval
Regie: Peter BergDistributeur: Netflix
imdb: https://www.imdb.com/title/tt24069848/
Misschien ook iets voor u