‘The making of’ questions
What inspired you to create this documentary about eunuchs? How did you come upon this subject, which is practically unknown and unmentioned nowadays?
Marcel Theroux: ‘I am very interested in true crime, the last documentaries I have made were true crime documentaries as well. During these crime documentaries I was introduced to the fact that there are often larger communities involved, and a number of other issues are in play. The company that I worked with told me that they had been looking into a story about a group of men that castrated themselves. I found this story amazing. It was not even very clear if a crime was committed and the role of Gustavson was not even clear at that point. I said to myself: if this is not interesting, I do not know what is! It is a real wow-story. How come that men cut off each other’s penis in just an ordinary part of London?’
‘One of the researchers had made contact with Gustavson himself, so I started to email him. I had so many questions: is it a gender identity, is it a kink etc? And Gustavson was very forthcoming, he wrote me back from prison and I went to meet him. What also fascinated me is that he told me that I have to look up the ‘skoptsy syndrome’. I knew that ‘skoptsy’ were a Russian sect in the 19th century who castrated each other. There were thousands of them, a whole community. And Gustavson told me that to understand this you must dig deeper in history. So that’s what I did.’
‘When the story developed, we started talking to people that were involved with Gustavson and had undergone castration. People who would choose to undergo this radical procedure, under these dangerous circumstances and to transform themselves utterly. The fact that there was a whole community that was interested in undergoing this procedure or watching it and paying for it, its extraordinary. I just could not think of something more interesting! The only thing that I could think of was ‘why?’, so that was very fascinating for me.’
In your research, did you uncover any misconceptions or myths surrounding eunuchs that you felt were important to address?
‘Well, I did not know anything about eunuchs before. But here is the most interesting thing that I learned about eunuchs (I learned this from an academic): quite a lot of men of a certain age are effectively eunuchs because of prostate cancer – as they must have their penis castrated because of that. There are quite a lot of men who are living with castration, of course in a very different way than that Gustavson was dealing with. So, I did not even have a (mis)conception at the beginning of the filming process.’
‘During the filming of the documentary, I spoke to some people who stated that the eunuch concept is a gender identity. At the end of the journey (after making the documentary) I can say that I am not persuaded as there was a serious BDSM component involved as well. So there are many different views and there is so much that we do not understand from human nature and I would like to have the people watch the documentary and listen what they have to say.’
Additional questions
In the documentary, Gustavson is portrayed both as a ‘jolly’ man who offers desperate people an escape and as a manipulative ‘butcher’ engaging in illegal and dangerous practices. How much do you think his actions were driven by a need to be seen as a hero, versus his deeper desire for control or power over others?
‘That is an interesting question. ‘Jolly’ was exactly how Gustavson came across. He would say that all he did is to help people and that this was not sexual. The judge did not believe that, I do not believe that, but he will maintain to say that it was. I do think that he wants to regard himself as a hero, handling out of noble objectives but in fact he was also ‘a monster’ as the results of his actions were horrible. It is a real puzzle: I enjoyed interacting with him but at the same time it was also frustrating because sometimes I would suggest that it is obvious that his actions were sexually driven. But he could not see that, he would never concede with that. To this day, he does not. You know, if he had not been jolly, people would have not consented and gone home with him. So he had to be this ‘jolly bear’.’
Under UK law, a person’s consent does not hold legal weight if harm is involved, meaning voluntary removal of body parts can still be prosecuted. Do you think laws like this should be reconsidered in cases where individuals make an informed decision regarding their own body?
‘I am not a lawyer, but I always had the liberal assumption that one’s body belongs to yourself. If you want to get your nose pierced or a BBL (Brazilian Butt Lift), you should be free to do that. But there is a danger in it: if people can consent to harm one can end up in a situation arguing about consent. Where one is protected, no one can ever do harm to you because you cannot consent. I think it is an important discussion within our society. One of the things that the eunuchs felt is that in case of transitioning to female, they can have their penis removed as part of the gender confirmation surgery. But they did not want to go from man to female, but from man to eunuch. Such surgery procedure is not being offered by our government. So that is quite a puzzle and an interesting discussion.’
In your final conversation with Gustavson in prison, he still saw himself as a liberator rather than a criminal. What was it like hearing that firsthand, and did it make you question whether he truly believed in his ‘mission’ or was justifying his actions?
‘Gustavson thinks he is a victim of a kind of ‘blind spot’ in the law. He believes that he was softhearted and just wanted to help people. I believe that he believes that, but it is difficult because I cannot see his motivation. The psychiatrist I spoke to at the end, stated that he could never acknowledge that he had performed criminal activities as he just believes that he was helping others.’
‘The Eunuch Maker’ by Marcel Theroux will be on the Crime+Investigation TV channel from March 9, 2025, at 10:00 PM.
Nederlandse vertaling
‘The making of’ vragen
Wat inspireerde je om deze documentaire over eunuchen te maken? Hoe ben je op dit onderwerp gekomen, dat tegenwoordig vrijwel onbekend en onbesproken is?
Marcel Theroux: ‘Ik ben erg geïnteresseerd in true crime, en mijn laatste documentaires waren ook true crime-documentaires. Tijdens het maken van deze misdaaddocumentaires ontdekte ik dat er vaak grotere gemeenschappen bij betrokken zijn en dat er meerdere factoren een rol spelen. Het bedrijf waarmee ik samenwerkte vertelde me dat ze een verhaal onderzochten over een groep mannen die zichzelf castreerden. Ik vond dit verhaal ongelooflijk. Het was niet eens duidelijk of er daadwerkelijk een misdrijf was gepleegd en welke rol Gustavson hierin speelde. Ik dacht bij mezelf: als dit niet interessant is, dan weet ik het ook niet meer! Het is echt een verhaal waarbij je denkt: wow. Hoe komt het dat mannen elkaars penis afhakken in een gewone buurt in Londen?’
‘Een van de onderzoekers had contact gelegd met Gustavson zelf, dus begon ik hem te e-mailen. Ik had zoveel vragen: is het een kwestie van genderidentiteit, is het een fetisj, enzovoort? Gustavson was erg open en schreef me terug vanuit de gevangenis, waarna ik hem ging ontmoeten. Wat me ook fascineerde was dat hij me vertelde dat ik het ‘skoptsy-syndroom’ moest opzoeken. Ik wist dat de ‘skoptsy’ een Russische sekte uit de 19e eeuw waren die elkaar castreerden. Er waren er vroeger duizenden van hen, een hele gemeenschap. Gustavson vertelde me dat ik om dit te begrijpen dieper in de geschiedenis moest duiken. Dus dat deed ik.’
‘Naarmate het verhaal zich ontwikkelde, begonnen we te praten met mensen die betrokken waren bij Gustavson en die een castratie hadden ondergaan. Mensen die ervoor kozen om deze radicale ingreep te ondergaan, onder zulke gevaarlijke omstandigheden, om zichzelf volledig te transformeren. Het feit dat er een hele gemeenschap was die geïnteresseerd was in het ondergaan van deze ingreep, of ernaar keek en ervoor betaalde, is buitengewoon. Ik kon gewoon niets bedenken wat interessanter was! Het enige wat door mijn hoofd bleef gaan, was ‘waarom?’. Dat vond ik enorm fascinerend.’
Ontdekte je tijdens je onderzoek misvattingen of mythes over eunuchen die je belangrijk vond om aan te kaarten?
‘Nou, ik wist eigenlijk niets over eunuchen voordat ik aan deze documentaire begon. Maar hier is het meest interessante dat ik heb geleerd (van een academicus): behoorlijk veel mannen van een bepaalde leeftijd zijn in feite eunuchen vanwege prostaatkanker – omdat ze als gevolg daarvan hun penis moeten laten verwijderen. Er zijn dus veel mannen die leven met castratie, natuurlijk op een heel andere manier dan hoe Gustavson ermee omging. Ik had dus niet echt een (mis)opvatting aan het begin van het filmproces.’
‘Tijdens het filmen sprak ik met mensen die beweerden dat het concept eunuch-zijn een genderidentiteit is. Aan het einde van deze reis, na het maken van de documentaire, kan ik zeggen dat ik daar niet helemaal van overtuigd ben, omdat er ook een serieuze BDSM-component bij betrokken was. Er zijn dus veel verschillende perspectieven, en er is zoveel dat we nog niet begrijpen over de menselijke natuur. Ik wil graag dat mensen de documentaire kijken en zelf hun mening vormen.’
Aanvullende vragen
In de documentaire wordt Gustavson zowel neergezet als een ‘vrolijke’ man die wanhopige mensen een uitweg biedt, als beschreven als een manipulatieve ‘slager’ die zich bezighoudt met illegale en gevaarlijke praktijken. In hoeverre denk je dat zijn acties voortkwamen uit de behoefte om als een held gezien te worden, versus een diepere wens om controle of macht over anderen uit te oefenen?
‘Dat is een interessante vraag. ‘Vrolijk’ is precies hoe Gustavson overkwam. Hij beweerde dat hij mensen alleen maar hielp en dat er niets seksueels bij kwam kijken. De rechter geloofde dat niet, en ik geloofde dat niet, maar hij bleef volhouden dat het zo was. Ik denk dat hij zichzelf graag als een held wilde zien, iemand die uit nobele motieven handelde. Maar tegelijkertijd was hij ook ‘een monster’, want de gevolgen van zijn daden waren verschrikkelijk.’
‘Het is een echte puzzel: ik vond het prettig om met hem te praten, maar tegelijkertijd was het ook frustrerend. Soms stelde ik hem vragen waarbij het overduidelijk was dat zijn acties seksueel gemotiveerd waren. Maar hij kon dat niet inzien, en hij zou dat nooit toegeven. Tot op de dag van vandaag niet. Als hij niet zo vrolijk en joviaal was geweest, zouden mensen niet met hem zijn meegegaan. Dus hij moest wel deze ‘vrolijke beer’ zijn.
Volgens de Britse wet weegt iemands toestemming niet mee als er sprake is van een schadelijke lichamelijke mutatie, wat betekent dat vrijwillige verwijdering van lichaamsdelen nog steeds strafbaar kan zijn. Denk je dat zulke wetten heroverwogen zouden moeten worden in gevallen waarin individuen een weloverwogen beslissing nemen over hun eigen lichaam?
‘Ik ben geen jurist, maar ik heb altijd het liberale idee gehad dat je lichaam van jezelf is. Als je je neus wil laten piercen of een BBL (Brazilian Butt Lift) wil laten doen, zou je daar vrij in moeten zijn. Maar er zit ook een gevaar aan: als mensen toestemming kunnen geven voor schadelijke lichamelijke mutatie, kan men uiteindelijk in een situatie belanden waarin er eindeloos gediscussieerd wordt over wat ’toestemming’ precies inhoudt. Als er een beschermingsmaatregel bestaat waarbij niemand ooit toestemming kan geven voor schadelijke lichamelijke mutatie, dan kan je ook nooit kwaad worden gedaan.’
‘Ik denk dat dit een belangrijk maatschappelijk debat is. Sommige eunuchen voelen dat, aangezien trans-vrouwen hun penis chirurgisch kunnen laten verwijderen als onderdeel van transgenderchirurgie, zij hetzelfde recht zouden moeten hebben om eunuch te worden. Maar zij willen niet van man naar vrouw gaan, ze willen van man naar eunuch gaan. Zo’n operatie wordt echter niet aangeboden door de overheid. Dat is een lastige kwestie en een interessant gespreksonderwerp.’
In je laatste gesprek met Gustavson in de gevangenis zag hij zichzelf nog steeds als een bevrijder in plaats van een crimineel. Hoe was het om dat uit zijn eigen mond te horen? Heeft het je doen twijfelen of hij echt in zijn ‘missie’ geloofde of gewoon zijn daden rechtvaardigde?
‘Gustavson ziet zichzelf als het slachtoffer van een soort ‘blinde vlek’ in de wet. Hij gelooft dat hij alleen maar een zachtmoedig persoon was die mensen wilde helpen. Ik denk dat hij dat echt gelooft, maar het is moeilijk, want ik kan zijn diepste motivatie niet zien. De psychiater met wie ik aan het einde sprak, zei dat hij waarschijnlijk nooit zou kunnen erkennen dat hij criminele handelingen heeft verricht, omdat hij er oprecht van overtuigd is dat hij anderen hielp.’
‘The Eunuch Maker’ van Marcel Theroux is vanaf 9 maart 2025 om 22.00 uur te zien op tv-zender Crime+Investigation.
Rommelige voorstelling over zoektocht naar ideaal vrouwbeeld
Een geurig bad nemen, zich optutten, flamboyante kleren aantrekken: vrouwen houden er een hele reeks rituelen op na in hun pogingen zich goed te voelen en ook nog een aantrekkelijk wezen te zijn. In My Fair Human – van Toneelschuur Producties/Club Lam – bekijken drie heel verschillende vrouwen zichzelf vanuit het veronderstelde ideaalbeeld enerzijds, en anderzijds vanuit wie ze zelf – willen – zijn.
In een door mannen gedomineerde wereld vragen vrouwen zich onvermijdelijk af of ze willen meegaan in de wensen van mannen of dat ze zich daar juist tegen afzetten, zich alleen iets aantrekken van hun eigen behoeftes. Dat is ongeveer het uitgangspunt van My Fair Human van Toneelschuur producties/Club Lam (tekst en regie: Marloes IJpelaar).
De drie personages – die Elizabeth, Eliza en Liza, maar eigenlijk alle drie Eliza – vertegenwoordigen vrouwen in drie stadia van het leven. Oda Spelbos speelt de rijpe, getrouwde vrouw-met-kinderen. Ze is in de overgang, heeft al een heel leven achter zich. Ella Kamerbeek zet de alleenstaande dertiger neer, die wel wil daten, maar niet van plan is zich te settelen en kinderen te krijgen. Zij hangt aan elkaar van de pijntjes en kwalen. Valérie van Erven Dorens vertegenwoordigt de milieubewuste Gen Z, inclusief vraagtekens over zaken zoals gender en monogamie.
Schreeuwen
© Daniele Petrovic
Wat hen bindt, is het werk in de bloemenwinkel van de oudste vrouw. Afwisselend in een badkamer – compleet met rood ligbad – en in de bloemenwinkel schreeuwen ze elkaar op extreem luide toon hun meningen toe over het leven, over mannen, over hun hormonale beslommeringen. Dat praten gaat soms zó snoeihard dat het in een klein theater niet echt aangenaam is.
De vertelling haakt aan bij door hormonen gedreven momenten in vrouwenlevens, zoals de menstruatie, de ovulatie, zwangerschap en de overgang. Elk hormonenprobleem drijft de vrouwen verder weg van het – vooral mannelijke – ideale beeld van de vrouw.
Pygmalion
Het onderwerp is vagelijk geïnspireerd op My Fair Lady, een film en musical over de platte Londense bloemenverkoper Eliza; een vertelling die zelf weer is gebaseerd op het stuk Pygmalion (1913) van G.B. Shaw. Eliza wordt van de straat gehaald door taalprofessor Henry Higgins, die aan de hand van deze scheldende muurbloem wil bewijzen dat hij elk ondergeschoven schepsel kan kneden tot een ideale vrouw.
Wie dit verhaal niet kent, zal de verwijzingen ernaar niet echt terugvinden in My Fair Human; op een paar liedjes na. Zoals ‘Wouldn’t it Be Loverly’ gezongen door Van Erven Dorens, die een uitstekende zangstem heeft. Het lijkt erop dat Marloes IJpelaar vooral het gegeven dat er sprake is van een ‘onhaalbaar’ ideaal vrouwbeeld aan de kaak wil stellen.
Vrouwenvoorstelling
Resultaat is een expliciete vrouwenvoorstelling. Met vrouwengrappen, vrouwenproblemen, vrouwengeilheid, vrouweneenzaamheid. Deze drie vrouwen zijn niet per se solidair met hun soort- en lotgenoten. Ze zijn kattig tegen elkaar. Overladen elkaar met schrijnende kritiek: ‘Op jouw leeftijd was ik al getrouwd. Misschien was ik zelfs al zwanger.’ ‘Jij bent aan het schreeuwen in je eigen bubbel!’ ‘Mensen van jóúw leeftijd…’ – het wederzijdse commentaar is niet vriendelijk, laat staan empathisch.
My Fair Human is erg rommelig, fragmentarisch, een verzameling van statements. Een aantal momenten maakt deze voorstelling niettemin de moeite waard. Zoals de geestige monoloog van de zeer sterk acterende Ella Kamerbeek, de middelste in leeftijd, waarin ze uit de doeken doet hoe frustrerend daten is met vage mannen die geen idee hebben wat vrouwen fijn vinden. En de kwetsbare bekentenis van de oudste, gespeeld door Oda Spelbos: ‘Ik ben boos omdat niemand me zegt dat het zo eenzaam is, dat oud worden.’
Maar eenzaam lijken ze alle drie, ongeacht hun leeftijd. Er mist uiteindelijk een pointe aan My Fair Human: wat zou dan wél de sleutel moeten zijn tot het worden van een gelukkige mens?
Tekst: Marloes IJpelaar
Kostuums: Studio HIEM
Scenografie en licht: Jelmer Tuinstra
Compositie en liedteksten: Charlotte Dommershausen
Fotografie: Daniela Petrovic
My Fair Human - Toneelschuur Producties/Club Lam
Regie: Marloes IJpelaarArtiest: Valérie van Erven Dorens, Ella Kamerbeek, Oda Spelbos
Gezien op donderdag 13 maart 2025 in De Schuur, Haarlem
Nog te zien tot woensdag 07 mei 2025
Misschien ook iets voor u
Als je een mens alles afneemt, hoe belangrijk is dan nog het leven?
Een wasteland is het: een kaalgeslagen, zwarte wereld waarin niets rest dan een vrouw en een hond, die toevallig gespaard zijn gebleven. We kijken in De wand van ITA Ensemble naar een wereld na een allesvernietigende ramp. Daarin moet die ene, alleen overgebleven vrouw zien te overleven, terwijl vrijwel alle bestaansmiddelen haar uit handen zijn geslagen.
Wanneer De wand begint, zit het naamloze personage (gespeeld door Chris Nietvelt) al tweeënhalf jaar in haar eentje op een berg. Ze heeft besloten op te schrijven wat haar is overkomen, beginnend bij de dag waarop haar zus en zwager vanaf de berg naar het dorp in het dal afdaalden. Alleen de hond is teruggekeerd naar boven. Als de vrouw gaat kijken waar haar familieleden zijn gebleven, stuit ze op een onverzettelijke glazen wand. Daar houdt haar wereld op. Voorgoed, zo lijkt het. Er heeft zich een natuurramp voltrokken waaraan zij klaarblijkelijk is ontsnapt.
Zelfvoorzienend
Wat zou een hedendaagse mens doen wanneer alle bekende middelen van bestaan ontbreken? Wanneer zij zich eigenhandig moet zien te redden, van eten vinden tot zich verhouden tot seizoenen en weersinvloeden? De naamloze vrouw in De wand van ITA Ensemble zet al gauw de schouders eronder om zelfvoorzienend te worden, geholpen door een hond en een koe.
Apocalyps
De wand is wat je noemt een post-apocalyptisch verhaal. Het stuk is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Oostenrijkse auteur Marlen Haushofer (1920-1970). Het boek kwam uit in 1963, midden in de Koude Oorlog, toen de dreiging van een nucleaire oorlog de vernietiging van de aarde niet ondenkbaar maakte. Nu de oorlogen ons om de oren vliegen, voelt die dreiging opnieuw realistischer dan leuk is. Regisseur Eline Arbo en dramaturg Peter van Kraaij bewerkten het boek voor toneel.
Aarde
Arbo en Django Walon tekenen voor de scenografie. Die bestaat voornamelijk uit een groot carré met zwarte, sterk ruikende aarde – waar het publiek aan vier kanten omheen zit – plus een hemel waaruit licht, neerslag, onweer, mist neerdaalt. Die aarde maakt de acteur het lopen moeilijk. Af en toe doet ze er een bruikbare vondst in. Maar voor het overige fungeert deze aarde als alles wat de vertelling nodig heeft, van een bed tot een hond tot een alpenwei. Arbo en Walon geven de acteur niks tastbaars om haar verhaal te vertellen.
© Fabian Calis
Dat niks biedt Nietvelt eigenlijk te weinig houvast; ze heeft daarmee alleen woorden, haar stem, haar lichaam en een handvol kleren om het verhaal te vertellen. Het probleem daarmee is dat het personage behalve op praktisch gebied niet echt een grootse psychologische ontwikkeling doormaakt. Zo maakt ze opvallend weinig woorden vuil aan het gegeven dat ze zich realiseert dat haar dochters onvermijdelijk dood zijn. Die waren leuk als vijfjarigen, maar uitgegroeid tot niet-leuke volwassenen. Ze is nauwelijks droevig over de dood van haar kinderen. Voor wie zelf kinderen heeft, is deze gevoelloosheid ondenkbaar.
Ook dat haar zus en zwager tijdens de apocalyps omgekomen moeten zijn, brengt emotioneel geen schokgolf teweeg. De dood van een zwerfkat is dan weer wel erg. Daarmee is de vrouw in De wand niet echt een heel sympathieke figuur.
Gedachteoefening
Maar misschien wil Arbo dat ook niet en moet deze vrouw op afstand blijven. Misschien is ze opzettelijk geen realistische mens-figuur maar een idee, een gedachteoefening. Je kunt dit stuk begrijpen op twee niveaus. Het simpelst is de realistische benadering: hoe overleeft iemand onder zulke extreme omstandigheden. De vrouw in deze voorstelling zet al haar basale kennis van de natuur en van dieren in om overeind te blijven.
Belangrijker is echter de rauwe-essentie-interpretatie: als je een mens alles afneemt, hoe belangrijk is dan nog het leven? Tot welke essentiële waarde over het leven komt iemand dan? Vindt een mens zichzelf dan opnieuw uit? Of geeft zo iemand het op, en wanneer dan? In die zin is De wand vooral een denkoefening: hoe zou dat zijn, wat zou jij doen, hoe zou jij je redden? Met niets dan jezelf en je herinneringen?
Beckett
De wand doet onvermijdelijk sterk denken aan de absurdistische, existentialistische teksten van de Ier Samuel Beckett (1906-1989), zoals bijvoorbeeld het toneelstuk Happy Days (1961). Alleen zit de vereenzaamde vrouw bij Beckett vast in een berg zand.
© Fabian Calis
De belangrijkste reden om hoe dan ook naar De wand te gaan kijken is de weergaloze Chris Nietvelt als de dolende vrouw met haar eindeloze overpeinzingen. Ze staat, zit, ligt, knielt in het kale landschap. Klauwt in de aarde, vormt er een bed, een hond, een kalf van. Je gelóóft Nietvelt, dit is hoe de rest van het leven van deze vrouw eruit ziet, met wanhoop en hoop, met elke dag een nieuwe dag.
De wand is geen plezierige, fijne voorstelling, maar wel een die aan het denken zet.
Tekst: Marlen Haushofer
Bewerking: Eline Arbo, Peter van Kraaij
Scenografie: Eline Arbo, Django Walon
Muziek: Thijs van Vuure
Techniek: Quirijn van der Baan, Thijs Veerman, Pepijn van Beek, Vincent Mouet, Rinse de Jong, Xenia Filimonova, Bram Boere
Lichtontwerp: Dennis van Scheppingen
Fotografie: Fabian Calis
De wand - ITA Ensemble
Regie: Eline ArboArtiest: Chris Nietvelt met medewerking van Minne Koole
Gezien op zondag 09 maart 2025 in ITA, Amsterdam
Nog te zien tot zondag 27 april 2025
Misschien ook iets voor u
Nieuwsgierig doorlezen of afstoten
Het essay God door schrijver Coen Theelen draagt als ondertitel Als het eerste bijproduct van onze grote hersenen. Zo’n titel schept natuurlijk direct een uitdaging voor de schrijver en de lezer; het zou wel eens een beperkte groep lezers kunnen trekken. Wie rotsvast gelooft zal dit boek al direct links laten liggen op basis van de titel. Vooral diegene die nieuwsgierig is aangelegd zal zich aangetrokken voelen tot dit boek.
Coen Theelen zet alleen al met de cover alles op scherp rond God. Wat dat direct meebrengt is de vraag of we geloven of een geloofsovertuiging aanhangen. Zonder een van de twee zal God niet eens zoveel zeggen.
Mens en taal
Theelen legt bij het ontstaan van taal, zo’n 300.000 jaar geleden, ook het begin van het denken aan een hogere macht neer. We zijn die macht op een gegeven moment ‘God’ gaan noemen. Allemaal veel eerder dan het wellicht tot op heden werd gedacht. De gedaanten van een hogere macht verschillen nogal als we kijken naar de geschiedenis.
De mens kon nu eenmaal niet zonder het benoemen van een hogere macht aan alles wat er op de wereld en daarbuiten is ontstaan. Domweg het ‘de natuur’ noemen was blijkbaar absoluut onvoldoende om dit te kunnen benoemen als drijvende kracht achter het ontstaan van de mens. De (oer)mens kon al heel snel niet accepteren dat alles wat hij op onze aarde aantrof, zonder inmenging van hogere macht, zómaar was ontstaan als gevolg van evolutie en de transformaties die daarbij hoorden.
De mens had al vroeg in zijn bestaan de behoefte om daar ‘iets’ de schuld van te geven. Dit is de kern van de verhandeling die Theelen ons voorschotelt in dit zeer lezenswaardige essay dat een werkelijke page-turner is voor iedereen die open-minded is en vooral niet een rotsvast geloof aanhangt.
Denken, redeneren en feiten
Coen Theelen noemt zichzelf een ‘denkend schrijver’. Dat is ook helder als men zijn boek God leest. Hij stelt denkbeelden te boek. Op dat moment zijn ze niet meer denkbeeldig. Hij lardeert zijn denkbeelden met veel feiten en waarheden.
Het boek is zeer leerzaam als we kijken naar de feiten die te boek zijn gesteld. De ideeën die Theelen over het fenomeen God verweeft met alle feiten zorgen voor een helder ‘naslagwerk’ van de gedachten van de schrijver. Die leesbare stijl zorgt ervoor dat je graag doorleest om het beeld compleet te krijgen. De schrijver maakt zich zo deelgenoot van zijn gedachtenwereld, maar neemt zelf geen beteugelend standpunt in. Hij activeert zo ook onze eigen kritische gedachten die we zelf met de feiten kunnen vermengen.
Voor alle helderheid: het boek gaat over hoe Theelen dat hogere wezen of die God ziet en is absoluut geen feit.
Hij zet God neer als een hogere macht, misschien is dat dan de natuur in het algemeen of toch nog iets anders. Het koppelen aan een of ander geloof staat er vooral los van. Hoe Theelen er wérkelijk zelf over denkt, leren we eigenlijk pas in de laatste bladzijden van dit lezenswaardige essay.
Het beeld van God
De beeltenis van God verschilt evenzeer als zijn wezen, zijn ‘zijn’. Het oudste beeldje van een hogere macht is naar alle waarschijnlijkheid een Venus van een half miljoen jaar oud dat gesneden is uit een stuk lavasteen. Bewijs dat de oermens al trachtte om die hogere macht uit te beelden.
Theelen neemt ons mee langs alle soorten en maten van wat men God noemde/noemt. Daarnaast verweeft hij in zijn essay de huidige tijd en worden machtige mensen als Poetin, Trump en andere tijdgebonden figuren veelvuldig aangehaald. De macht die een Poetin denkt te hebben wordt afgewogen tegen de macht die God heeft. Gelukkig pakt het gunstiger uit voor de God-figuur. Door dit soort vergelijkingen is het essay natuurlijk wel een product van deze tijd en niet een roman die een langere houdbaarheidsdatum zou hebben.
De schrijfstijl van Theelen is van het makkelijke leesbare soort. Hij neemt de lezer in zijn stijl en zijn heldere gedachtegang mee en weet je te binden aan het papier dat snel tussen de lezende vingers zal glippen.
Theelen laat je na het lezen van zijn essay achter met een andere kijk op wat wij God noemen en het besef dat het veel langer bestaat dan de 2000 jaar dat bijvoorbeeld het christendom bestaat. Als lezer weet je door de uiteenzetting dat er al honderdduizenden jaren over een god wordt gesproken. Voor iedereen die open-minded over een hogere macht durft te denken is God een heel lezenswaardig boek. Een aanrader!
God – Als het eerste bijproduct van onze grote hersenen
Schrijver: Coen TheelenUitgever: CeTeS
Prijs: € 22,90
Bladzijden: 282
ISBN: 9789079608058
Misschien ook iets voor u
Van tweeën één
Bezoekers kunnen de tentoonstelling met werk van Anselm Kiefer (1945) in het Amsterdamse Van Gogh Museum en Stedelijk Museum goed voorbereiden. Daar hebben beide vestigingen wel voor gezorgd. Op de website van eerstgenoemd museum staan bijvoorbeeld enkele ‘Veel gestelde vragen over de tentoonstelling’. Enkele daarvan vormen de handvatten voor deze recensie.
De eerste vraag is uiteraard: ‘Wie is Anselm Kiefer?’ Edwin Becker (hoofdconservator van het Van Gogh Museum) licht tijdens de press preview een tipje van de sluier op; een korte, inhoudelijke bijdrage na de plichtplegingen van de directeuren van beide musea, die er nu eenmaal bij horen.
Kiefer in relatie tot Van Gogh
Al vroeg (1963) wordt Kiefers aandacht getrokken door het werk van Van Gogh. Niet in emotionele zin, maar vooral door de rationele structuur van diens schilderijen en tekeningen. Kiefer noemt Van Goghs werk ‘overweldigend’ (overigens geldt dit ook in het kwadraat voor zijn eigen werk). Vooral door het verband dat wordt gelegd tussen licht en donker. Bijvoorbeeld in Sterrennacht (1889), dat Kiefer ziet in het Museum of Modern Art in New York. En door Van Goghs zonnebloemen, die voor Kiefer staan voor leven, dood en geboorte.
Eén tentoonstelling in twee musea
Leontine Coelewij (conservator van het Stedelijk Museum) stelt tijdens de perspresentatie dat het uniek is dat we zowel het oude als nieuwe werk van Kiefer tezamen kunnen zien. Op haar vraag aan de kunstenaar of hij dit ook zo ziet, blijft deze het antwoord schuldig. Hij vindt dat de kunst voor zich moet spreken. Onder diens werken bevinden zich vroege tekeningen naar Van Gogh, maar ook twee nieuwe installaties.
Rondom de monumentale trap in het Stedelijk Museum – die onder meer naar de eregalerij leidt – is Sag mir wo die Blumen sind (2024) aangebracht. De andere installatie, die een hele zaal in beslag neemt, betreft Steigend, sinke nieder (2024), bestaande uit fotoafdrukken op papier.
Alleen daarom al zou je beide musea moeten bezoeken. Dat als antwoord op de vraag waarom je deze tentoonstelling toch moet gaan zien als je verleden jaar al naar de expositie in Voorlinden bent geweest.
De huidige tentoonstelling ‘vertelt een uniek verhaal over de ontwikkeling van Kiefer als kunstenaar’, stelt genoemde website. Dat klopt – als je in de voorhal van het Stedelijk Museum begint. Daar hangen als opmaat twee vroege werken, waaronder Resurrexit (1972). Hierop zien we al de slang en de bloedrode kleuraccenten die we later terugzien. Respectievelijk in de cockpit van de sculptuur Voyage au bout de la nuit (1990), die niet alleen aan Joseph Beuys doet denken, maar ook lijkt op zowel een model voor een B-1 bommenwerper als op Waldsieg (2023) met rode blaadjes.
Maar er is meer. Er kan ook kennis worden gemaakt met enkele films van Kiefer, waaronder een met Min Tanaka (1945), die binnen de installatie Sag mir wo die Blumen sind danst. De armen wijd, als een omarming of als een kruisbeeld? De beschouwer mag het zeggen.
Tweede Wereldoorlog
De volgende vraag betreft ‘het zware oorlogsonderwerp’. Het antwoord (‘interessant om te laten zien hoe een kunstenaar ermee omgaat’ en hoe je je er als bezoeker toe kunt verhouden) bevredigt niet helemaal.
Misschien kun je beter naar de zaal in het Stedelijk Museum gaan waar vier werken uit dezelfde periode (2019-2020) hangen. Zij lijken eenzelfde uitwerking te hebben:
De lucht is op alle vier donker en dreigend, net als op enkele schilderijen van Van Gogh, zoals het bekende Korenveld onder onweerslucht (1890). Toch gloort er bij Kiefer duidelijk licht doorheen. Net als die slang die voor hoop staat, omdat hij vervelt, of zoals bij Steigend, steigend, sinke nieder (2016-2024). Daar, binnen dat glas en staal, is een uitgebloeide zonnebloem te zien waarvan het zaad op enkele boeken valt en zo figuurlijk verder leeft. Een werk dat verwant is aan Uitgebloeide zonnebloemen (1887) van Van Gogh, dat moge duidelijk zijn.
Een enkele keer is een overeenkomst wat vergezocht. Zoals Kiefer in yogahouding op Sol Invictus (Onoverwinnelijke zon, 1995) dat pal bij een zelfportret van Van Gogh (1887-’88) hangt. Eerder komt een vergelijking op met een gevallen soldaat op; Sag mir wo die Blumen sind. Een titel (de laatste vraag) die verwijst naar het gelijknamige oorlogslied van Pete Seeger dat tevens bekend werd door Marlene Dietrich.
Anselm Kiefer, Sol Invictus, 1995. Emulsie, acrylverf, schellak en zonnebloemzaden op jute, 473 × 280 cm. Collectie van de kunstenaar. Foto: Charles Duprat.
Ook de zaalteksten in het Stedelijk en het Van Gogh Museum schuren soms. En dan gaat het niet alleen om het feit dat de grote solo-expositie van Kiefer in het Stedelijk Museum bij de een in 1984 en bij de ander in 1986 werd gehouden (het laatste is correct), maar ook om inhoudelijke accentverschillen. Zoek die verschillen en lees de catalogus met onder meer een essay van Simon Schama om nog meer te weten te komen dan de ‘Veel gestelde vragen’ en zaalteksten vertellen. Maar vooral: bezoek de tentoonstelling! Het is goud dat er blinkt. (Soms letterlijk, in de vorm van bladgoud.)
Anselm Kiefer – Sag mir wo die Blumen sind
Gezien in: Stedelijk Museum, AmsterdamNog te zien tot: maandag 09 juni 2025
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Een ‘gestrande’ roman
Bij de drie woorden ‘zon’, ‘zee’ en ‘zand’ denkt menigeen aan een heerlijk dagje vertoeven aan het strand op een zomerse dag. Op de kaft van de nieuwe roman van Elena Conrad, bekend van de Jasmijnserie (een nog niet voltooide trilogie), worden de drie begrippen aangeprezen als dé ingrediënten voor een nieuwe start, namelijk die van hoofdpersonage Maike. Hoewel het vrij appetijtelijk klinkt dat ze een prachtig strandhuis mag erven op een Duits Waddeneiland, is de werkelijkheid nogal taai. Het eerste deel van de Eilandhuis-serie, Het eilandhuis geheten, is zo’n boek waar je niet om hoeft te treuren als het op het strand wegwaait of in de zee valt.
Wat een roman nodig heeft, is een hoofdpersonage in wie je je kunt herkennen, die je kunt zien als een voorbeeldfiguur, een heldin die (uiteindelijk) sturing kan geven aan haar eigen leven, of die je verwondert. Maike Schuster, de protagonist, is helaas niet zo’n type. Ze woont met haar vijftienjarige puberende dochter Tessa in Frankfurt. Haar ex-man Florian zit gelukkig met zijn nieuwe en veel jongere lief Nathalie kilometers van haar verwijderd in zijn prachtige penthouse in Berlijn. Tot overmaat van ramp besluit Tessa, aan wie Maike zich min of meer vastklampt, dat ze bij haar vader gaat wonen. Het is niet zozeer het feit dat Tessa openlijk het gezelschap van haar vader verkiest boven dat van haar moeder, nee, het is de astma van Tessa die nogal wat zorgen baart. Hoe moet dat arme kind in godsnaam nog ademhalen in zo’n grote stad als Berlijn waar de uitlaatgassen je om de oren en de neus vliegen (‘Paniek! Paniek! Paniek!’)?
De overbezorgde Maike kan er niet al te lang over peinzen, want ze ontvangt een wel heel opmerkelijke brief: Hilde, de tante van Florian laat nota bene aan Maike haar strandhuis op Spiekeroog na. Een plek die meteen warme herinneringen bij Maike oproept en waar ze met haar gezin gelukkige tijden heeft mogen beleven. Natuurlijk reist ze meteen af naar dit Oost-Friese eiland en stuit daar op twee nogal voor de hand liggende typetjes: de paranoïde Famke Wilken die een winkel runt die vastzit aan het strandhuis van Hilde en die Maike heel kritisch onder de loep neemt én de zeer charmante en zeker niet lelijke Jarik Martens en zijn autistische zoon Nils. Veel meer dan de dagelijkse sleur krijgen we niet echt mee. Lange tijd is de penibele situatie tussen Famke en Maike het ‘grootste’ probleem binnen het verhaal, maar pas veel later werkt het verhaal pas toe naar een échte climax wanneer Florian het huis opeist. Uiteraard beginnen Maike en Jarik al snel om elkaar heen te draaien en komt Tessa tot inkeer.
Boring boomers
Deze roman beklijft helaas niet. ‘Saai’, zo zou je het boek in slechts één woord kunnen omvatten. Het is al langdradig vanaf de eerste pagina. Jezus, wat moet je jezelf door dit boek heen slepen. Maike is misschien wel een realistisch persoon, maar ze is wellicht iets té veel van vlees en bloed. Ze heeft gewoon letterlijk niets te melden. Het boomer-gehalte wordt iets te erg aangedikt en haar gedachtes – die over elkaar heen lijken te tuimelen – gaan vaak over de meest futiele zaken. Haar ex Florian is overigens een kwal, haar dochter is een verwend nest en ook de andere personages zijn karikaturen van zichzelf, met name die Famke die vanaf tel één heeft besloten dat ze Maike niet mag (niet dat je dat gek vindt), maar hier echt véél te erg in doorslaat.
Aan het begin van het verhaal wordt er op zo’n zalvende toon gepraat over die ‘allerliefste’ Hilde alsof je haar ergens van moet kennen. Er wordt zo lang gezeverd over die Hilde dat je er doodmoe bij neervalt en bij haar in de kist zou kunnen worden gegooid. Ook de schrijfstijl van Conrad is erg oppervlakkig. Er worden talloze details genoemd. Zo krijg je het gehele reisschema van Maike te horen als ze ergens naartoe gaat. Het zou niet gek zijn als Conrad uitvoerig zou spreken over de stoelgang van haar personages. Je krijgt zoveel informatie voorgeschoteld, waarbij je denkt: wat moet ik hier als lezer mee? Het voegt vaak to-taal niets toe aan het verhaal en al die extra onnodige informatie vertraagt ook nog het leesproces.
Zand tussen je…
Al met al stelt dit boek erg teleur. Zeker omdat de serie die Conrad hiervoor schreef, de Jasmijnserie, nog best wat om het lijf had. In die boeken had je tenminste nog gelaagde personages, met een interessant verleden, die toewerkten naar een hoopvolle toekomst (zij het natuurlijk met de nodige dosis drama). In Het eilandhuis gaat het gewoon iets te veel over koetjes en kalfjes. In de tijd dat je lectuur als deze roman tot je neemt, zou je net zo goed bij de koffieautomaat op je werk kunnen bijkletsen. Eerlijk is eerlijk: dit eerste deel betekent geen vliegende start voor de schrijfster. Het is een ongeïnspireerde roman, die weinig te vertellen heeft. De diepgang is ver te zoeken. Dit boek zet je slechts op één manier aan het denken: Wat is nu eigenlijk erger: deze roman als lezer voltooien of zand tussen je billen op het strand?
Kan er dan geen enkel positief geluid luiden over dit boek? Vooruit, het achtergronddecor is vrij origineel. Want hoeveel romans spelen zich nu af op zo’n idyllisch eiland? Ook verwijst Conrad in haar boeken naar de actualiteit en laat ze haar personages een mening vormen over de dingen die in onze wereld spelen. Conrad doet ook een dappere poging om het taalgebruik van de 15-jarige te laten aansluiten bij die van leeftijdgenoten vandaag de dag. Hoewel, hoeveel tieners noemen hun ouders bewust ‘mom’ en ‘dad’, omdat dit cool klinkt…? Ach, Conrad heeft een poging gedaan om weer een nieuwe serie te beginnen met een geheel nieuw format. Wellicht had ze eerst een eind moeten breien aan de Jasmijnvilla-serie, voordat ze zich aan een nieuwe trilogie waagde. En als de inkt op was na het schrijven van de eerste twee delen van de serie, of liever gezegd de ‘creativiteit’, had ze zichzelf wellicht een langere pauze moeten gunnen voordat ze de pen weer oppakte. Of deel 2 in deze reeks beter wordt? Het is maar te hopen. In de tussentijd zou ik vooral dit boek links laten liggen (of begraven op het strand of verbannen naar de diepten van de zee) en lekker bij de koffieautomaat het weekend bespreken met je collega’s.
Het eilandhuis
Schrijver: Elena ConradUitgever: HarperCollins
Prijs: € 20,99
Bladzijden: 288
ISBN: 9789402714371
Misschien ook iets voor u
Word een betere eter
Kookboekenschrijver Yvette van Boven en culinair journalist Teun van de Keuken bundelden hun krachten al in de podcast Etenstijd!. Nu is ook een gelijknamige publicatie verschenen, waarin de twee doen waar ze goed in zijn: keuvelen over eten.
Het handzame gidsje voert de lezer langs allerhande eet- en kookgerelateerde zaken, van specifieke ingrediënten als daslook, seitan en linzen tot fenomenen als de snelkookpan, guilty pleasures en keukenkastfossielen (waarover later meer). Sommige onderwerpen zijn vooral herkenbaar en van andere hoofdstukken steek je wat nieuws op. Wat alle thema’s gemeen hebben, is dat ze lekker weglezen.
Geordende willekeur
Etenstijd! leest als een bundeling columns. Alle onderwerpen zijn netjes alfabetisch geordend, maar de auteurs nodigen expliciet uit om het boekje kriskras te lezen. Onder elk stukje staan verwijzingen naar andere lemma’s, waardoor de lezer een eigen pad uit kan stippelen. Zo kom je bijvoorbeeld van bonen naar de voorraadkast naar vakantiewaar naar keukenkastfossielen.
Zo’n fossiel kan de vorm aannemen van onder meer een onaangeroerde ijsmachine, slowcooker of broodbakmachine. Vaak vol goede bedoelingen aangeschaft, maar al gauw verbannen naar de achterste krochten van de keukenkastjes. Yvettes en Teuns advies: krijg eerst de basis van het koken onder de knie met een paar pannen, een goed mes en een houten plank. En weet welke apparaten ‘eigenlijk niet nodig’ zijn.
Recepten ondergeschikt
Natuurlijk mogen recepten niet ontbreken, al spelen ze echt een bijrol en gaat het vooral om basisrecepten. Dus geen hele maaltijden, maar zaken als zanddeegbodem, pizzadeeg en cashewroom. De bundel bevat ook handige overzichten van bijvoorbeeld goede kookwebsites, tips om voedselverspilling tegen te gaan en een seizoensgroentekalender.
Kortom, Etenstijd! is een goedgevuld gidsje dat zeker in de smaak valt bij eetfreaks – de door Van Boven en Van de Keuken gemunte term die overigens een goed alternatief voor het wat uitgekauwde foodie vormt. Yvette en Teun zijn het niet over alles eens en dat maakt dat ze nooit uitgepraat raken over eten, koken en alle aanverwante zaken.
Etenstijd! Hapklare culinaire zaken
Schrijver: Yvette van Boven en Teun van de KeukenUitgever: Nijgh & van Ditmar
Prijs: €22,50
Bladzijden: 207
ISBN: 9789038813547
Misschien ook iets voor u
Journalistiek versus sensatie
5 september 1972: de Olympische Spelen in München zijn in volle gang. Over de hele wereld kijken mensen live mee, totdat de sportuitzending abrupt wordt onderbroken door een gijzeling in het olympisch dorp. Een gebeurtenis die niet alleen de Spelen ontwricht, maar ook de manier van live verslaggeving voorgoed verandert. September 5 vertelt het verhaal door de ogen van een crew sportjournalisten van de Amerikaanse zender ABC.
Regisseur Tim Fehlbaum slaagt er deels in om van September 5 meer te maken dan een simpele reconstructie van de gebeurtenissen in München. De sportjournalisten, gespeeld door onder andere Peter Sarsgaard (Shattered Glass) en John Magaro (Past Lives), worden gepresenteerd als echte underdogs; buitenstaanders die zich plots in deze bizarre situatie bevinden. Op papier klinkt het interessant: in plaats van een bredere invalshoek, zoals Spielbergs Munich (2005), biedt de film het perspectief van een kleine groep journalisten op grotendeels één locatie.
Ethische dillema’s
Hoewel de beperkte focus weinig nieuwe beelden toevoegt aan een gebeurtenis die al talloze keren is vastgelegd en geanalyseerd, werpt de film daarentegen wél een interessant licht op ethische dilemma’s binnen de journalistiek: hoe leg je een tragisch evenement als een gijzeling vast? Hoe presenteer je dat op live televisie?
September 5 doet bij momenten denken aan journalistieke drama’s als Spotlight (2015), The Post (2017) en She Said (2022): strak geregisseerd, puur plotgedreven en spanning op de juiste momenten. September 5 doet er echter nog een schep bovenop. De film probeert de intensiteit van de situatie te vangen met dreigende muziek, scherpe montage en oneliners die uit een Michael Bay-film lijken te komen. Technisch zit het allemaal goed in elkaar, maar de vraag blijft: waarom moet dit verhaal nu – in deze vorm – verteld worden?
Gebrek aan context
De film slaagt er zeker in om de intensiteit in beeld te brengen, maar toch mist er context en een rechtvaardiging voor de gekozen vertelvorm. September 5 lijkt niet geïnteresseerd in de motieven van de gijzelnemers, de impact op de Spelen of überhaupt iets wat zich buiten het nieuwsgebouw van ABC in München afspeelt. De gebeurtenissen worden getoond zoals ze destijds op televisie zijn uitgezonden, waardoor je – net als de journalisten – meer focust op de vraag of de gijzeling wel moet worden uitgezonden en of de juiste beelden worden vastgelegd. Hoewel de film tegen het einde een poging waagt tot reflectie, blijft het gevoel hangen dat er essentiële context ontbreekt; wie waren deze mensen? Waarom deden ze dit?
De film hecht veel waarde aan authenticiteit; de details van de gebeurtenissen binnen het nieuwsnetwerk worden secuur in kaart gebracht. Als thriller werkt September 5 dan ook prima: de film heeft een hoog tempo en is meeslepend en intens, waardoor je tot het einde op het puntje van je stoel blijft zitten. Maar uiteindelijk blijft er iets knagen. De film laat je bewust achter met vragen over de motieven, de mensen achter de gijzeling en de geschiedenis; simpelweg omdat het daar niet in geïnteresseerd is.
Het is interessant dat Fehlbaum kiest voor een no-nonsense thriller, waarbij het uiteindelijk eerder een verhaal wordt over ethiek binnen de journalistiek dan over de historische gebeurtenis zelf. Toch voelt het alsof er méér in dit verhaal had kunnen zitten dan alleen deze invalshoek. September 5 is een keurige thriller die precies doet wat hij belooft – maar ook niet meer dan dat.
September 5
Regie: Tim FehlbaumJaar: 2025
Distributeur: Paramount Pictures (via Universal)
imdb: https://www.imdb.com/title/tt28082769/
Misschien ook iets voor u
Tussen macho en moderne man
De Nederlandse Netflix-serie Haantjes is een schot in de roos. Geestig, scherp en soms pijnlijk herkenbaar brengt de serie de worstelingen van vier vrienden in beeld die zich staande proberen te houden in een wereld waarin traditionele mannelijkheid steeds minder vanzelfsprekend is.
Het centrale thema van Haantjes draait om de vraag: wat betekent het vandaag de dag nog om ‘man’ te zijn? De serie laat op hilarische en confronterende wijze zien hoe de vier hoofdpersonages worstelen met de veranderende sociale normen rondom mannelijkheid, seks en relaties. De quote ‘Heb je een lul, dan ben je een lul’ vat de toon van de serie perfect samen: scherpe humor met een kritische ondertoon.
Buitenlands tintje
Haantjes is de Nederlandse versie van de Spaanse Netflix-hit Machos Alfa en weet de thema’s op een herkenbare manier te vertalen naar de Nederlandse cultuur. Ook doet de serie qua sfeer en dynamiek tussen de mannelijke hoofdrolspelers denken aan de Nederlandse serie Divorce uit 2012, al is Haantjes net iets actueler in zijn maatschappijkritiek.
IJzersterke cast
Een van de grote krachten van Haantjes is de topcast. Waldemar Torenstra, Jeroen Spitzenberger, Benja Bruijning en André Dongelmans zetten geweldige rollen neer en brengen hun personages met veel nuance en komisch talent tot leven. Maar niet alleen de mannen schitteren in deze serie; de partners van de vrienden, gespeeld door Jennifer Hoffman, Eva Laurenssen en Jelka van Houten, stelen regelmatig de show. Ook is er een glansrol voor Frouke Verheijde, die als dochter van Ivo (Bruijning) dates voor haar vader probeert te regelen. De dynamiek tussen de personages is fantastisch en zorgt voor talloze pijnlijke en soms herkenbare momenten.
Humor en actualiteit
Wat Haantjes nog zo sterk maakt is de balans tussen humor en een scherpe blik op de veranderende rolpatronen in onze maatschappij. De serie neemt mannelijkheid onder de loep, maar doet dat zonder belerend te worden. De dialogen zijn scherpzinnig en de situaties waarin de hoofdpersonages belanden zijn zowel absurd als pijnlijk realistisch. De serie weet op luchtige wijze bloot te leggen hoe moeilijk het kan zijn voor mannen om zich aan te passen aan een wereld waarin oude zekerheden niet langer gelden.
Vrouwelijke regisseurs
Een opvallend aspect van Haantjes is dat de regie in handen is van vrouwelijke makers. Dit zorgt voor een frisse en scherpe kijk op de thematiek. In plaats van een serie die centraal stelt hoe ‘zwaar’ mannen het tegenwoordig hebben, krijgen we een evenwichtige en grappige blik op hoe zowel mannen als vrouwen omgaan met veranderende machtsverhoudingen binnen zowel relaties als de samenleving.
Met zijn humor, scherpe observaties en ijzersterke cast is Haantjes een groot succes. De serie slaagt erin om een actueel thema op luchtige, maar treffende wijze te verpakken en weet daarmee een breed publiek aan te spreken. Of je nu zelf worstelt met de verwachtingen rondom mannelijkheid of gewoon zin hebt in een heerlijke komische dramaserie: Haantjes is een absolute aanrader.
Hopelijk komt er snel een tweede seizoen, want dit smaakt naar meer!
Haantjes
Regie: Anna van der Heide en Anna van KeimpemaDistributeur: Netflix
imdb: https://www.imdb.com/title/tt32307068/
Misschien ook iets voor u
The Eunuch Maker; Theroux explains
/ door: Niki Eldering0 SterrenKomende zondag start op tv de opzienbarende documentaireserie The Eunuch Maker. Voor 8WEEKLY had ik een interview met de regisseur, Marcel Theroux. Omdat het gesprek in het Engels plaatsvond, is de tekst eerst in die taal te lezen. Daarna volgt een informele Nederlandse vertaling.
‘The making of’ questions
What inspired you to create this documentary about eunuchs? How did you come upon this subject, which is practically unknown and unmentioned nowadays?
Marcel Theroux: ‘I am very interested in true crime, the last documentaries I have made were true crime documentaries as well. During these crime documentaries I was introduced to the fact that there are often larger communities involved, and a number of other issues are in play. The company that I worked with told me that they had been looking into a story about a group of men that castrated themselves. I found this story amazing. It was not even very clear if a crime was committed and the role of Gustavson was not even clear at that point. I said to myself: if this is not interesting, I do not know what is! It is a real wow-story. How come that men cut off each other’s penis in just an ordinary part of London?’
‘One of the researchers had made contact with Gustavson himself, so I started to email him. I had so many questions: is it a gender identity, is it a kink etc? And Gustavson was very forthcoming, he wrote me back from prison and I went to meet him. What also fascinated me is that he told me that I have to look up the ‘skoptsy syndrome’. I knew that ‘skoptsy’ were a Russian sect in the 19th century who castrated each other. There were thousands of them, a whole community. And Gustavson told me that to understand this you must dig deeper in history. So that’s what I did.’
‘When the story developed, we started talking to people that were involved with Gustavson and had undergone castration. People who would choose to undergo this radical procedure, under these dangerous circumstances and to transform themselves utterly. The fact that there was a whole community that was interested in undergoing this procedure or watching it and paying for it, its extraordinary. I just could not think of something more interesting! The only thing that I could think of was ‘why?’, so that was very fascinating for me.’
In your research, did you uncover any misconceptions or myths surrounding eunuchs that you felt were important to address?
‘Well, I did not know anything about eunuchs before. But here is the most interesting thing that I learned about eunuchs (I learned this from an academic): quite a lot of men of a certain age are effectively eunuchs because of prostate cancer – as they must have their penis castrated because of that. There are quite a lot of men who are living with castration, of course in a very different way than that Gustavson was dealing with. So, I did not even have a (mis)conception at the beginning of the filming process.’
‘During the filming of the documentary, I spoke to some people who stated that the eunuch concept is a gender identity. At the end of the journey (after making the documentary) I can say that I am not persuaded as there was a serious BDSM component involved as well. So there are many different views and there is so much that we do not understand from human nature and I would like to have the people watch the documentary and listen what they have to say.’
Additional questions
In the documentary, Gustavson is portrayed both as a ‘jolly’ man who offers desperate people an escape and as a manipulative ‘butcher’ engaging in illegal and dangerous practices. How much do you think his actions were driven by a need to be seen as a hero, versus his deeper desire for control or power over others?
‘That is an interesting question. ‘Jolly’ was exactly how Gustavson came across. He would say that all he did is to help people and that this was not sexual. The judge did not believe that, I do not believe that, but he will maintain to say that it was. I do think that he wants to regard himself as a hero, handling out of noble objectives but in fact he was also ‘a monster’ as the results of his actions were horrible. It is a real puzzle: I enjoyed interacting with him but at the same time it was also frustrating because sometimes I would suggest that it is obvious that his actions were sexually driven. But he could not see that, he would never concede with that. To this day, he does not. You know, if he had not been jolly, people would have not consented and gone home with him. So he had to be this ‘jolly bear’.’
Under UK law, a person’s consent does not hold legal weight if harm is involved, meaning voluntary removal of body parts can still be prosecuted. Do you think laws like this should be reconsidered in cases where individuals make an informed decision regarding their own body?
‘I am not a lawyer, but I always had the liberal assumption that one’s body belongs to yourself. If you want to get your nose pierced or a BBL (Brazilian Butt Lift), you should be free to do that. But there is a danger in it: if people can consent to harm one can end up in a situation arguing about consent. Where one is protected, no one can ever do harm to you because you cannot consent. I think it is an important discussion within our society. One of the things that the eunuchs felt is that in case of transitioning to female, they can have their penis removed as part of the gender confirmation surgery. But they did not want to go from man to female, but from man to eunuch. Such surgery procedure is not being offered by our government. So that is quite a puzzle and an interesting discussion.’
In your final conversation with Gustavson in prison, he still saw himself as a liberator rather than a criminal. What was it like hearing that firsthand, and did it make you question whether he truly believed in his ‘mission’ or was justifying his actions?
‘Gustavson thinks he is a victim of a kind of ‘blind spot’ in the law. He believes that he was softhearted and just wanted to help people. I believe that he believes that, but it is difficult because I cannot see his motivation. The psychiatrist I spoke to at the end, stated that he could never acknowledge that he had performed criminal activities as he just believes that he was helping others.’
‘The Eunuch Maker’ by Marcel Theroux will be on the Crime+Investigation TV channel from March 9, 2025, at 10:00 PM.
Nederlandse vertaling
‘The making of’ vragen
Wat inspireerde je om deze documentaire over eunuchen te maken? Hoe ben je op dit onderwerp gekomen, dat tegenwoordig vrijwel onbekend en onbesproken is?
Marcel Theroux: ‘Ik ben erg geïnteresseerd in true crime, en mijn laatste documentaires waren ook true crime-documentaires. Tijdens het maken van deze misdaaddocumentaires ontdekte ik dat er vaak grotere gemeenschappen bij betrokken zijn en dat er meerdere factoren een rol spelen. Het bedrijf waarmee ik samenwerkte vertelde me dat ze een verhaal onderzochten over een groep mannen die zichzelf castreerden. Ik vond dit verhaal ongelooflijk. Het was niet eens duidelijk of er daadwerkelijk een misdrijf was gepleegd en welke rol Gustavson hierin speelde. Ik dacht bij mezelf: als dit niet interessant is, dan weet ik het ook niet meer! Het is echt een verhaal waarbij je denkt: wow. Hoe komt het dat mannen elkaars penis afhakken in een gewone buurt in Londen?’
‘Een van de onderzoekers had contact gelegd met Gustavson zelf, dus begon ik hem te e-mailen. Ik had zoveel vragen: is het een kwestie van genderidentiteit, is het een fetisj, enzovoort? Gustavson was erg open en schreef me terug vanuit de gevangenis, waarna ik hem ging ontmoeten. Wat me ook fascineerde was dat hij me vertelde dat ik het ‘skoptsy-syndroom’ moest opzoeken. Ik wist dat de ‘skoptsy’ een Russische sekte uit de 19e eeuw waren die elkaar castreerden. Er waren er vroeger duizenden van hen, een hele gemeenschap. Gustavson vertelde me dat ik om dit te begrijpen dieper in de geschiedenis moest duiken. Dus dat deed ik.’
‘Naarmate het verhaal zich ontwikkelde, begonnen we te praten met mensen die betrokken waren bij Gustavson en die een castratie hadden ondergaan. Mensen die ervoor kozen om deze radicale ingreep te ondergaan, onder zulke gevaarlijke omstandigheden, om zichzelf volledig te transformeren. Het feit dat er een hele gemeenschap was die geïnteresseerd was in het ondergaan van deze ingreep, of ernaar keek en ervoor betaalde, is buitengewoon. Ik kon gewoon niets bedenken wat interessanter was! Het enige wat door mijn hoofd bleef gaan, was ‘waarom?’. Dat vond ik enorm fascinerend.’
Ontdekte je tijdens je onderzoek misvattingen of mythes over eunuchen die je belangrijk vond om aan te kaarten?
‘Nou, ik wist eigenlijk niets over eunuchen voordat ik aan deze documentaire begon. Maar hier is het meest interessante dat ik heb geleerd (van een academicus): behoorlijk veel mannen van een bepaalde leeftijd zijn in feite eunuchen vanwege prostaatkanker – omdat ze als gevolg daarvan hun penis moeten laten verwijderen. Er zijn dus veel mannen die leven met castratie, natuurlijk op een heel andere manier dan hoe Gustavson ermee omging. Ik had dus niet echt een (mis)opvatting aan het begin van het filmproces.’
‘Tijdens het filmen sprak ik met mensen die beweerden dat het concept eunuch-zijn een genderidentiteit is. Aan het einde van deze reis, na het maken van de documentaire, kan ik zeggen dat ik daar niet helemaal van overtuigd ben, omdat er ook een serieuze BDSM-component bij betrokken was. Er zijn dus veel verschillende perspectieven, en er is zoveel dat we nog niet begrijpen over de menselijke natuur. Ik wil graag dat mensen de documentaire kijken en zelf hun mening vormen.’
Aanvullende vragen
In de documentaire wordt Gustavson zowel neergezet als een ‘vrolijke’ man die wanhopige mensen een uitweg biedt, als beschreven als een manipulatieve ‘slager’ die zich bezighoudt met illegale en gevaarlijke praktijken. In hoeverre denk je dat zijn acties voortkwamen uit de behoefte om als een held gezien te worden, versus een diepere wens om controle of macht over anderen uit te oefenen?
‘Dat is een interessante vraag. ‘Vrolijk’ is precies hoe Gustavson overkwam. Hij beweerde dat hij mensen alleen maar hielp en dat er niets seksueels bij kwam kijken. De rechter geloofde dat niet, en ik geloofde dat niet, maar hij bleef volhouden dat het zo was. Ik denk dat hij zichzelf graag als een held wilde zien, iemand die uit nobele motieven handelde. Maar tegelijkertijd was hij ook ‘een monster’, want de gevolgen van zijn daden waren verschrikkelijk.’
‘Het is een echte puzzel: ik vond het prettig om met hem te praten, maar tegelijkertijd was het ook frustrerend. Soms stelde ik hem vragen waarbij het overduidelijk was dat zijn acties seksueel gemotiveerd waren. Maar hij kon dat niet inzien, en hij zou dat nooit toegeven. Tot op de dag van vandaag niet. Als hij niet zo vrolijk en joviaal was geweest, zouden mensen niet met hem zijn meegegaan. Dus hij moest wel deze ‘vrolijke beer’ zijn.
Volgens de Britse wet weegt iemands toestemming niet mee als er sprake is van een schadelijke lichamelijke mutatie, wat betekent dat vrijwillige verwijdering van lichaamsdelen nog steeds strafbaar kan zijn. Denk je dat zulke wetten heroverwogen zouden moeten worden in gevallen waarin individuen een weloverwogen beslissing nemen over hun eigen lichaam?
‘Ik ben geen jurist, maar ik heb altijd het liberale idee gehad dat je lichaam van jezelf is. Als je je neus wil laten piercen of een BBL (Brazilian Butt Lift) wil laten doen, zou je daar vrij in moeten zijn. Maar er zit ook een gevaar aan: als mensen toestemming kunnen geven voor schadelijke lichamelijke mutatie, kan men uiteindelijk in een situatie belanden waarin er eindeloos gediscussieerd wordt over wat ’toestemming’ precies inhoudt. Als er een beschermingsmaatregel bestaat waarbij niemand ooit toestemming kan geven voor schadelijke lichamelijke mutatie, dan kan je ook nooit kwaad worden gedaan.’
‘Ik denk dat dit een belangrijk maatschappelijk debat is. Sommige eunuchen voelen dat, aangezien trans-vrouwen hun penis chirurgisch kunnen laten verwijderen als onderdeel van transgenderchirurgie, zij hetzelfde recht zouden moeten hebben om eunuch te worden. Maar zij willen niet van man naar vrouw gaan, ze willen van man naar eunuch gaan. Zo’n operatie wordt echter niet aangeboden door de overheid. Dat is een lastige kwestie en een interessant gespreksonderwerp.’
In je laatste gesprek met Gustavson in de gevangenis zag hij zichzelf nog steeds als een bevrijder in plaats van een crimineel. Hoe was het om dat uit zijn eigen mond te horen? Heeft het je doen twijfelen of hij echt in zijn ‘missie’ geloofde of gewoon zijn daden rechtvaardigde?
‘Gustavson ziet zichzelf als het slachtoffer van een soort ‘blinde vlek’ in de wet. Hij gelooft dat hij alleen maar een zachtmoedig persoon was die mensen wilde helpen. Ik denk dat hij dat echt gelooft, maar het is moeilijk, want ik kan zijn diepste motivatie niet zien. De psychiater met wie ik aan het einde sprak, zei dat hij waarschijnlijk nooit zou kunnen erkennen dat hij criminele handelingen heeft verricht, omdat hij er oprecht van overtuigd is dat hij anderen hielp.’
‘The Eunuch Maker’ van Marcel Theroux is vanaf 9 maart 2025 om 22.00 uur te zien op tv-zender Crime+Investigation.
Misschien ook iets voor u
Theroux duikt in de wereld van de omstreden nullo-movement
Marcel Theroux, de Britse documentairemaker en broer van journalist Louis Theroux, staat bekend om zijn diepgravende en vaak confronterende documentaires. In The Eunuch Maker duikt hij in een wereld die voor velen onbekend en onbegrijpelijk is: een gemeenschap van mannen die vrijwillig kiezen voor castratie, geleid door Gustavson, een ‘jolly bear’ die onopgemerkt aan het roer staat van een ware eunuchgemeenschap.
In zijn documentaire onderzoekt Theroux Marius Gustavson, een Noorse man die geruime tijd in het Verenigd Koninkrijk verbleef en vanuit daar de zogeheten ‘nullo-movement’ leidde. Gustavson verdiende bijna £300.000 met zijn website, waarop hij tegen betaling en onder erbarmelijke omstandigheden castraties uitvoerde. Vervolgens deelde hij de beelden online en verkocht hij vaak ook de verwijderde lichaamsdelen aan derden. Zijn netwerk trok meer dan 22.841 gebruikers, allen kregen ze toegang tot het schokkende beeldmateriaal van de castreerprocedures. Gustavson onderwierp ook zichzelf aan verschillende mutilaties, waaronder de amputatie van zijn penis en been. Zijn handelingen, die hij presenteerde als hulpmiddel, werden door de rechter beoordeeld als ‘ernstig en levensbedreigend’ met ‘permanente en onomkeerbare’ gevolgen.
De redenen achter de ingrepen
Door diepgaande gesprekken met de verschillende personen uit de eunuchgemeenschap krijgt de kijker een inkijkje in de motieven achter hun ingrijpende beslissingen. Sommige mannen worstelden met hun genitaliën na een traumatische seksuele ervaring, terwijl anderen hun lichaam zagen als iets dat niet bij hun seksuele identiteit paste. Een opvallend interview met een deelnemer genaamd Max, die in de Verenigde Staten een geslachtsoperatie ondergaat, belicht de achtergrond van zijn kwestie: hoewel geslachtsveranderende operaties voor transgenderpersonen vergoed kunnen worden, is er geen medische en financiële ondersteuning beschikbaar voor mensen die zich identificeren als eunuch en zich willen laten castreren. Dit resulteert in schrijnende situaties waarin sommige mannen zich wenden tot illegale en gevaarlijke praktijken, waarbij ze worden ‘behandeld’ door niet-medisch onderlegde mensen in niet-medische omgevingen.
Historische context en juridische vraagstukken
Wat The Eunuch Maker extra gelaagd maakt, is de manier waarop Theroux de geschiedenis van eunuchen in zijn verhaal verweeft. Van voormalige christelijke tradities waarin castratie als een pad naar verlossing werd gezien tot aan de Skoptsy-sekte in het 19e-eeuwse Rusland: het concept is eeuwenoud, maar de manier waarop het vandaag de dag wordt bekeken, is drastisch veranderd. Waar eunuchs vroeger een prominente rol speelden, heerst er nu onbegrip en taboe rondom dit onderwerp.
Daarnaast wordt de juridische kant van het verhaal belicht: hoewel de wet in het Verenigd Koninkrijk stelt dat mensen over hun eigen lichaam mogen beslissen, is vrijwillige castratie een grijs gebied. Zoals een geïnterviewde arts in de documentaire uitlegt: zodra er sprake is van lichamelijke schade, vervalt het concept van ‘toestemming’ en kan de wet ingrijpen. Dit plaatst de handelingen van Gustavson en zijn medeplichtigen in een juridisch schemergebied, waarbij fundamentele vragen over lichaamsautonomie en bescherming tegen zelfbeschadiging worden opgeworpen.
Een indringende documentaire die vragen oproept
In de documentaire wordt Gustavson zowel omschreven als een charismatisch en behulpzaam figuur, die mannen in worsteling met hun seksuele identiteit een uitweg lijkt te bieden, als neergezet als een ‘butcher’ die zonder medische bevoegdheid gevaarlijke en onomkeerbare ingrepen uitvoert. Theroux’ documentaire slaagt erin om zowel afschuw als medeleven op te wekken, zonder ooit te vervallen in sensatiezucht. Zijn interviewstijl, waarbij hij zowel kritische vragen stelt als ruimte laat voor reflectie door de kijker, zorgt ervoor dat The Eunuch Maker een indringende filmervaring wordt. De documentaire biedt niet alleen een blik in de eunuchgemeenschap, maar zet de kijker ook aan het denken over onderwerpen als identiteit, lichaamsautonomie en zelfbeschikking.
Interview met Theroux
In een interview met 8WEEKLY – dat tegelijk als special in het magazine verschijnt – sprak Marcel Theroux over zijn fascinatie voor true crime en hoe hij via onderzoekswerk in aanraking kwam met de bizarre en onderbelichte wereld van vrijwillige castratie. De documentairemaker was daarnaast gefascineerd door de historische context en en de beweegredenen van de eunuchbeweging. Tijdens het interview sprak Theroux over het paradoxale beeld van Gustavson, die hij omschrijft als zowel ‘jolly’ als manipulatief. Ondanks Gustavsons beweringen dat zijn intenties puur waren, kon Theroux zich moeilijk losmaken van de grimmige realiteit van zijn daden.
Een aangrijpende en confronterende documentaire die niet snel vergeten zal worden.
‘The Eunuch Maker’ van Marcel Theroux: vanaf 9 maart 2025 om 22.00 uur te zien op tv-zender Crime+Investigation
The Eunuch Maker
Regie: Marcel TherouxDistributeur: Crime+Investigation
Misschien ook iets voor u