Theater / Voorstelling

Wat als het burgermansbestaan verandert in drijfzand?

recensie: Schudden - (Perrongeluk) Henk

.

~

Daar ligt hij dan: Henk. Opgebaard, opgebrand misschien zelfs. Ondanks zijn niet al te heftige bestaan heeft hij het toch zwaar te verduren gehad. Op zijn begrafenis wordt hij hartelijk toegesproken door bekenden, maar net op het moment dat er een waslijst aan complimenten volgt, maakt een vliegtuig jammer genoeg net iets teveel lawaai om er iets van te kunnen verstaan. Het is tekenend voor Henk, die toch echt weinig fout heeft gedaan, maar toch genadeloos wordt afgestraft vanwege zijn eenvoudige levensstijl. Dat wordt hem te pas en te onpas duidelijk gemaakt door zijn directe omgeving. Voor Henk is leven daarom lijden, lijden en nog eens lijden, maar wat doet hij nou eigenlijk verkeerd? Emiel de Jong en Noël van Santen (beiden van 1973) maken er in elk geval het beste van. Ze hebben veel plezier in het spel en hebben een ‘filmische’ motoriek in zich, waardoor de vraag rijst of het hier gaat om cabaret, of – en dat lijkt eerder het geval – dat we hier te maken hebben met een genre-overstijgend programma, dat raakvlakken heeft met het werk van filmmakers als de gebroeders Coen en Charlie Kaufman. Filosofie en psychologie wisselen elkaar af, zonder dat het de boventoon voert. Deze benadering is onder meer terug te leiden tot films als The Truman Show, A Serious Man en ook Being John Malkovich: een man die worstelt met zijn bestaan, met zijn omgeving en vooral met verwachtingen. Daar zijn talloze sketches over te maken, want een man zien ploeteren terwijl de onmacht en de wanhoop op de loer ligt, levert komische scènes op. Dat lukt vrij aardig, maar tot zover de inhoud.

~

Hoog tempo
Maar dan: hoe ga je zoiets vormgeven? Het duo Schudden, dat al een tiental voorstellingen heeft gemaakt, heeft er een uitstekende oplossing voor gevonden. Ze weten: show, don’t tell. Het resulteert in een visueel meesterwerk. De montagestructuur biedt veel ruimte om de abstractie op te zoeken, evenals de interactieve stellage op het podium. Het is bewonderenswaardig hoe snel ze zich kunnen verplaatsen: niet alleen fysiek, maar ook in de personages. Het tempo is vrij hoog en dat maakt het boeiend om naar te kijken. De vormgeving is subliem, doordat alles in dienst van de voorstelling staat. Het toneelbeeld verandert continu, het licht bepaalt de sfeer van zeeniveau tot zolderkamer, terwijl het geluid (veel filmische muziek) een extra dramatische dimensie geeft. Het prikkelt de zintuigen 95 minuten lang, terwijl het eigenlijk nóg te kort is. Ook het spel is van hoog niveau, het is duidelijk dat beide mannen van huis uit acteurs zijn en dat de verkleedkist maar al te graag wordt opgezocht. Daarin zit dan ook de grote charme van de voorstelling.

Onvoorspelbare waanzin
Hoewel het tempo en het niveau vrij hoog zijn, valt er ook een kleine kanttekening te plaatsen. Zo houdt het taalgebruik niet altijd over. De mannen hadden net iets beter hun best kunnen doen om taalgrappen aan te laten sluiten bij het hoge niveau van de voorstelling. Cabaret is ook gebruikmaken van literaire constructies en niet de geest van Seth Gaaikema levend houden. Wellicht is de lolligheid ingebracht om de luchtigheid te waarborgen, maar dat zou een te zware concessie zijn. De voorstelling kent weliswaar genoeg lachmomenten, maar de toeschouwer zal in elk geval rekening moeten houden met het feit dat er niet gespeeld wordt op de vette lach, integendeel zelfs. Perrongeluk blijft echter fier overeind staan door de prima uitwerking van een ongemakkelijk thema. Wie van een avond slim, filmisch cabaret houdt en zich wil laten onderdompelen in anderhalf uur pure kunst, komt zeker aan zijn trekken. De mannen van Schudden laten je verwonderen en verbazen door de veelheid aan absurdistische scènes en een door grote schoonheid omgeven geheel van onvoorspelbare waanzin. 

Boeken / Fictie

Opgepast: placebo-effect

recensie: Thomas Blondeau & Roderik Six - De boekendokter

De boekendokter uit de titel is Thomas Blondeau – een bebaarde vernederlandste Belg halverwege zijn thirties – die ten tijde van zijn plotselinge overlijden in 2013 net zijn derde roman had afgeleverd. Vriend en co-auteur Roderik Six selecteerde en bundelde zijn columns.

In zijn boekendokter-columns besprak Blondeau literatuur als geneesmiddel voor veel voorkomende en moeilijk te genezen kwalen. Hij genas de Fyra-reiziger met Agatha Christies Moord in de Orient-express, de gamer met Water van den Bergs De hondenkoning (‘Als u zichzelf toch zo lang alleen kan bezighouden, is het misschien eens goed om aan wat introspectie te doen’) en politieke verliezers met Joubert Pignons Er gebeurde o.a. niets (‘Plotontwikkeling is er nauwelijks, meedogenloos absurdisme des te meer.’).

Columns missen samenhang
Hoe scherp de pen van Blondeau ook is en hoe vaardig hij ook het beste van de Nederlandse en Vlaamse taal verenigt, zijn columns werken het beste waar ze ooit begonnen: als losse columns in plaats van deze bundeling – gepubliceerd met tussenpozen. Hoewel amusant om te lezen zijn Blondeaus pennenvruchten, met maar een halve alinea per onderwerp, nét niks. Een beetje maatschappijkritisch, een beetje grappig, een beetje scherp, een beetje recenserend. Blondeau wekt nieuwsgierigheid en vaker wel dan niet bevatten zijn boekendokter-columns een zeer goed ontwikkeld observatievermogen dat, in combinatie met de uitgebreide literatuurkennis waar hij uit put, je als lezer doet verlangen naar meer. Maar dat meer, dát komt er niet.

L

iteratuur als medicijn
Mensen genezen middels literatuur was een concept waar Blondeau rotsvast in geloofde, zo getuigt zijn laatste boekendokter-column. 

Het is mijn stevige vermoeden dat het lezen van boeken inderdaad mensen hun leven kan verbeteren op een wijze die te vergelijken valt het nemen van medicijnen. Ja, er zit de nodige rommel in het medicijnkastje. Ja, soms is het alleen symptoombestrijding. Ja, er bestaan burgers die nooit naar een pil snakken. En ja, anderen kunnen geen dag zonder hun vaste dosis.

Zelf schreef Blondeau uit ijdelheid, ‘omdat hij iets wilde toevoegen aan wat er al bestond’. Daar is hij in geslaagd want vernieuwend zijn z’n columns absoluut. Het concept van de boekendokter is verfrissend en een mooie nalatenschap. De vraag rijst echter of er niet vooral sprake is van een placebo-effect want voor echte genezing missen zijn stukken diepgang. Voor de literaire patiënt schrijft deze ‘dokter’ voor: Blondeaus columns lezen met mate, in een dosering van 2 à 3 stuks per week.

Muziek / Concert

Show zonder hitjes

recensie: Ben Howard

.


Verschillende reacties

~

Het is wellicht even wennen voor mensen die een show vol hitjes verwachten. Tijdens eerdere optredens in kleinere zalen was het vaak een groot feest. De reacties op de show van de avond ervoor, tevens in de HMH (Howard doet drie avonden de bierhal aan), waren wisselend. De grootste kritiek was juist dit punt: er werden amper ‘bekende’ nummers gespeeld. Ben Howard houdt het ook vanavond ingetogen en hij kiest er tevens voor om bijna alleen maar nieuw werk te spelen. De muzikanten weten van de sfeerloze grote hal voor bijna 1,5 uur een intiem zaaltje te maken.

Je kunt zeggen wat je wilt over het feit dat ze geen hits spelen, maar we hebben dat eeuwige ”oehoehoehoe” van ‘The Wolves’ toch wel een keer gehoord? Bovendien spelen Howard en band de nieuwe tracks erg goed. Hoogtepunten zijn onder andere het adembenemende ‘End of the Affair’, waarin het instrumentale outro iedereen wel kippenvel moet hebben bezorgd, en het donkere ‘Black Flies’, wat live nog meer binnenkomt dan op de plaat. Ook ‘Small Things’, ‘Oats in the Water’ en ‘I Forgot Where We Were’ zijn erg sterk. De singer-songwriter moet er zelf in het begin nog inkomen; zijn stem lijkt nog niet goed opgewarmd. De muzikanten spelen echter vanaf de eerste track subliem. Ze zijn goed op elkaar in gespeeld en gezamenlijk spatten ze van het podium af.

Serieus
Van de twaalf nummers zijn er slechts drie van eerdere releases. Dit zorgt ervoor dat de gehele sfeer in één lijn blijft, met slechts een uitschieter: ‘The Fear’. Het publiek lijkt opgelucht: eindelijk een dansbaar hitje. Hoewel ‘The Fear’ lekker de zaal inknalt, is het een totaal ander nummer in vergelijking met de rest van de set. Het had niet eens per se gehoeven, want het publiek zat net lekker in die duistere mood van I Forgot Where We Were. In veel nummers zet Howard hoger in dan bij de originele uitvoeringen, maar dit leidt niet altijd tot een beter resultaat. Hetzelfde geldt voor de stemvervormer in ‘Small Things’, ‘In Dreams’ en ‘End of the Affair’. Alleen in dat laatste nummer draagt het mooi bij aan een industriële en psychedelische sound, maar bij de rest is het ronduit lelijk.

Howard en kornuiten spelen vanavond een prima, strakke set die met een krappe 1 uur en 20 minuten wel aan de korte kant is. Het is misschien niet de show die velen hadden verwacht, maar dat maakt het niet direct een slechte. Op hitjes kun je nu eenmaal niet altijd voortborduren.

Theater / Voorstelling

Komische stukken en intieme liedjes

recensie: Carolien Borgers - Zeker Weten

Een stoere, scherpe vrouw met een enorme bos krullen: dat is cabaretier Carolien Borgers. In het Haagse theater Diligentia ging op 19 december haar vierde voorstelling Zeker Weten in première. Het afgelopen jaar is haar relatie verbroken en kreeg haar vader kanker: ‘kortom, dit wordt een topvoorstelling’, zegt ze sarcastisch. Zeker Weten blijkt uiteindelijk over iets heel anders te gaan, waar deze gebeurtenissen echter naadloos op aansluiten.

‘Alles in het leven is een keuze, dus je hebt het helemaal zelf in de hand.’ Borgers groeide op met dit maakbaarheidsprincipe, waar voornamelijk haar vader zo in geloofde. Maar hoeveel invloed hebben we op ons eigen leven? In Zeker Weten stelt Borgers zichzelf deze vraag naar aanleiding van haar liefdesverdriet en de kanker van haar vader. Een duidelijk antwoord krijg je niet. Wel speelt ze de voorstelling vol enthousiasme, waarbij ze vaak in haar eigen verleden duikt. De nostalgische voorbeelden, zoals de vakanties met familie en de bezorgdheid van haar ouders, zijn herkenbaar en worden met veel gelach ontvangen door het publiek. Ook het deel waarin zij zichzelf speelt zoals haar vader het soms graag gezien zou hebben, met Rotterdams accent, is ijzersterk. Later vertelt Borgers op een luchtige manier over haar vader die kanker krijgt. Het onderwerp is heftig en het komische komt weinig aan. Ook legt ze zo hier en daar de zaken net iets te veel uit, terwijl de grap al is overgekomen.

Prachtige liedjes
Aan het einde weet Borgers de voorstelling mooi aan elkaar te knopen. Er is echter nog een ding niet aan bod gekomen: haar liedjes. Daar waar Borgers steeds aanstalten maakt om achter de piano te kruipen, ziet ze daar op het laatste moment vanaf. Aan het eind van de voorstelling begint ze dan toch te zingen. Haar zelfgeschreven nummers, onder begeleiding van gitarist Ocker Gevaerts, zijn prachtig en worden vol (subtiele) overgave gebracht. Het zijn stuk voor stuk intieme liedjes over haar liefdesverdriet. Muziek is dan toch het medium bij uitstek om dit bespreekbaar te maken. Vooral in het a cappella gezongen Jij Hebt Me raakt ze je met haar mooie stem. Al zingend brengt Borgers Zeker Weten tot een einde en heb ik een voorstelling gezien vol komische stukken en intieme liedjes.

Muziek / Concert

Het vuur is nog niet gedoofd

recensie: dEUS

.

~

Naar aanleiding van hun twintigjarig bestaan verscheen onlangs een fijne compilatie met de beste dertig (!) songs van Tom Barman en kornuiten. In een uitverkocht Paradiso speelt de band twee achtereenvolgende avonden een twintigtal songs uit dat rijke verleden. Mooi is het om te horen welke ontwikkeling dEUS in die jaren heeft doorgemaakt: van weerbarstige en (niet zelden) vrij luidruchtige alternatieve rock, via avant-garde tot het meer gepolijste, soms zelfs wat bombastische geluid van hun laatste albums, dat steeds vaker gebaseerd is op een groove. Dat de band al lang niet meer zo progressief is als in de jaren negentig weerhoudt ze er niet van om vanavond de pannen van het dak te spelen.

Verrassend
Al snel wordt duidelijk dat Tom Barman er zin in heeft. Na wat gehannes met een microfoon (en de bekende stuurse blik van Barman) gaat de band voortvarend van start met ‘Via’, zo’n typisch dEUS-nummer: beetje dreinerig, en met een aantal tempowisselingen, weirde wendingen en felle gitaarerupties. Het siert dEUS dat er vanavond niet alleen gekozen wordt voor het bekende werk. ‘Instant Street’, ‘The Architect’ en ‘Little Arithmetics’ ontbreken uiteraard niet, maar verrassender is de begeesterde versie van ‘Morticiachair’: een geweldig, pittig nummer afkomstig van Worst Case Scenario. Van hetzelfde album speelt de band voor het eerst sinds 1994 ook het ingetogen ‘Secret Hell’.

Luchtgitarist
Barman maakt een bezielde indruk, maar ook gitarist Mauro Pawlovski laat zich niet onbetuigd middels prima zangpartijen, een strakke begeleiding en venijnige solo’s. Tijdens de climax van ‘Instant Street’ vertoont hij zijn niet geringe gaven als luchtgitarist. Een echte toegift is er niet; na het onheilspellende slotnummer ‘Bad Timing’ volgt na een seconde of wat het knallende (en niet geheel onverwachte) drieluik ‘Theme from Turnpike’, ‘The Roses’ en ‘Suds & Soda’. Bij dat laatste nummer nemen een fiks aantal bezoekers bezit van het podium. Springend en dansend doen ze de begintijden van de band herleven.

Kunst / Achtergrond
special: Het eindejaarslijstje van de 8WEEKLY Kunstredactie

Top 10 beste tentoonstellingen van 2014

.

Marlene Dumas, The Wall, 2009. Foto: www.stedelijk.nl
Marlene Dumas, The Wall, 2009. Foto: www.stedelijk.nl

1. Marlene Dumas – The Image as Burden, Stedelijk Museum Amsterdam

Met deze grote tentoonstelling van een van de beroemdste hedendaagse Nederlandse kunstenaars heeft het Stedelijk een grote primeur. Dumas’ schilderijen, veelal geïnspireerd op confronterende beelden uit de persfotografie, manipuleren de toeschouwer en nemen deze mee in een diepe emotionele beroering.
Nog te zien t/m 4 januari 2015 – Lees de recensie: Opzettelijk subjectief, onbedoeld chaotisch

2. Mark Rothko, Gemeentemuseum Den Haag
Het Gemeentemuseum toont een uniek overzicht van het werk van abstract expressionist Mark Rothko. Niet alleen Rothko’s zinnenprikkelende klassieke werken zijn te zien, maar ook zijn weg naar deze abstractie wordt getoond met vroeg figuratief werk. De bezoeker kan op deze manier niet alleen in vervoering gebracht worden, maar ook meer kennis over de kunstenaar opdoen.
Nog te zien t/m 1 maart 2015 – Lees de recensie: De weg naar emotie in abstractie

Johannes Moreelse, Democritus ca. 1630, Centraal Museum Utrecht
Johannes Moreelse, Democritus ca. 1630, Centraal Museum Utrecht

3. Emoties – Geschilderde gevoelens in de Gouden Eeuw, Frans Hals Museum

In de Gouden Eeuw werd het afbeelden van emotie in een schilderij gezien als het moeilijkste onderdeel van de schilderkunst. Het realistisch weergeven van de gemoedstoestand van een figuur werd dan ook zeer gewaardeerd. Deze veelzijdige tentoonstelling toont de overredingskracht en het artistieke talent van de zeventiende-eeuwse meesters. De bezoeker krijgt een kijkje in het dagelijks leven uit de Gouden Eeuw en de toen geldende normen en waarden.
Nog te zien t/m 15 februari 2015 – Lees de recensie: Gemengde gevoelens

4. Meer macht, Museum de Fundatie

In de tentoonstelling Meer macht onderzoekt criticus Hans Den Hartog Jager met werk van o.a. Steve McQueen, Ai Weiwei, Joseph Beuys en Yael Bartana of hedendaagse kunst nog invloed kan uitoefenen op de maatschappij. Kunstenaars kunnen streven naar macht, maar dit overstijgt vrijwel nooit de muren van de kunstwereld.
Lees de recensie: Macht binnen de muren van kunst

Meester van de Aanbidding te Antwerpen, Aanbidding der Koningen, ca. 1500-1530, Zuidelijke Nederlanden. Collectie KMSKA.
Meester van de Aanbidding te Antwerpen, Aanbidding der Koningen, ca. 1500-1530, Zuidelijke Nederlanden. Collectie KMSKA

5. De ontdekking van de wereld, Rijksmuseum Twenthe


De ontdekking van de wereld toont grootheden als Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en Albrechts Bouts. Kostbare miniwerkjes uit de vijftiende en vroege zestiende eeuw zijn op de juiste manier in de spotlights gezet, waarbij frisse muurteksten het verhaal van de tentoonstelling vertellen. Een mooie balans, die ervoor zorgt dat er voor de bezoeker iets nieuws te ontdekken valt.
Nog te zien tot 4 januari 2015 – Lees de recensie: Emotioneel inleven in Jezus, zijn moeder en Jan

6. Jeff Wall: Tableaux Pictures Photographs 1996-2013, Stedelijk Museum Amsterdam

Uitstekende werken, uitstekende hoeveelheid werken en een uitstekende hoeveelheid informatie bij de werken maken Jeff Wall: Tableaux Pictures Photographs 1996-2013 niet uit welke top 10 dan ook weg te denken. De nauwkeurig uitgedachte fotowerken vertoonden meer gelijkenis met klassieke schilderijen dan met werk van andere fotografen.
Lees de recensie: Schilderijen, films en reclames

Zaaloverzicht. Foto: www.uitinnoordholland.nl
Zaaloverzicht. Foto: www.uitinnoordholland.nl

7. From the Guggenheim Collection to the Cobra Museum, Cobra Museum

De tentoonstelling From the Guggenheim Collection to the Cobra Museum of Modern Art bood het Nederlandse publiek een uniek kijkje in de collectie abstracte kunst uit de periode 1949-1960. Verschillende stromingen binnen deze periode worden belicht door werk van bekende kunstenaars als Mark Rothko en Jackson Pollock, maar het waren juist ook de minder bekende werken die de bezoeker wisten te verrassen en te intrigeren.
Lees de recensie: Cobra ontmoet Guggenheim

8. Richard Mosse – The Enclave, Foam

Met zijn project The Enclave verbeeldt Richard Mosse het geweld van rebellen tijdens de bloederige burgeroorlog in Congo. Waar oorlog normaal voor afschrikwekkende beelden zorgt, maakt Mosse het tot iets mythisch, iets moois.
Lees de recensie: De schoonheid van het conflict

Damien Hirst, Memento (Butterfly), 2008, Monique Zajfen Collection
Damien Hirst, Memento (Butterfly), 2008, Monique Zajfen Collection

9. Damien Hirst – Memento Mori, Gemeentemuseum Den Haag

Tussen de grijnzende schedels van Damien Hirst, afgewisseld met zijn felgekleurde vlinders, wordt de dood als realiteit ontdaan van de gebruikelijke mystieke metaforen. Dit is wat het is. De imponerende beelden van Hirst tonen in samenhang met de doodsgrafiek van de negentiende-eeuwse kunstenaars Rodolphe Bresdin en Odilon Redon de ontwikkeling in verbeelding door de eeuwen heen. Een troostrijk stiltecentrum voor fijnproevers.
Lees de recensie: Met de dood voor ogen

10. Robert Zandvliet – Stones & Sketches, tekeningen en schilderijen, De Pont

De tentoonstelling Stones & Sketches en het werk van Zandvliet in het bijzonder valt het best uit te leggen aan de hand van het motief van de achteruitkijkspiegel (Rückblick, zoals er onder een van deze schetsen staat). Een achteruitkijkspiegel verbindt twee zaken met elkaar, ze overbrugt en fungeert als een metafoor. Ze brengt dat wat achter je ligt samen met dat wat voor je ligt en dat doet ze in het nu. Dat is precies de kracht van de tentoonstelling en de reden dat geen van de werken slechts gelegitimeerd wordt door de context die ze bieden. Elke serie is een metaforische achteruitkijkspiegel en al het werk bij elkaar is intrigerend als een eindeloos spiegelparadijs.
Nog te zien tot 4 januari 2015 – Lees de recensie: Een stapje hoger op de meta-ladder

Muziek / Achtergrond
special: De Staat - Vinticious Versions

Een tijdloos geluid

Na drie goed verkochte albums, een optreden op Glastonbury en een kast vol 3FM Awards, zou logischerwijs een Best of-plaat volgen. Maar niet bij De Staat.

Geen verzamelalbum of EP met akoestische versies voor De Staat. Wie Nederlands grootste Underground-formatie met een gitaartje rondom een kampvuur wil zien, heeft pech. De Nijmeegse rockers, onder leiding van zanger Torre Florim, lenen zich niet voor dat soort praktijken. Vinticious Versions EP bevat bewerkingen van eerder uitgebrachte nummers op Wait for Evolution (2009), Machinery (2011) en I_CON (2013). De kortspeler neemt je mee op een tocht langs een allegaartje van stijlen: van soul tot onvervalste hip-hop.

Op de acht nummers die de EP rijk is, wordt vaak geknipoogd naar de jaren ’60 en ’70. Florim heeft geprobeerd een zo compromisloos mogelijk beeld te schetsen, geïnspireerd door Harry Belafonte, George Baker en nummers uit een gemiddelde Tarantino-film. Een tijdloos en vintage geluid – vandaar de titel Vinticous Versions. ‘Input Source Select’ is daarbij het hoogtepunt, waarbij het vijftal het nummer ombouwt tot een heuse ode aan de Beastie Boys.

Ook noemenswaardig zijn ‘Down Town’, waarbij Florim gromt op een zware, soulvolle beat en ‘Wait For Evolution’, waar de band onverwachts keihard op de rem gaat staan. Toch zijn niet alle nummers goede verbeteringen. Zo voelen ‘All Is Dull’ en ‘Devil’s Blood’ eerder aan als gepolijste versies van het origineel, dan nieuwe vintage composities. Al bij al weten de mannen verrassend uit de hoek te komen. Geen Best-of of akoestische verzamelaar dus. Helemaal De Staat-proof.

Boeken / Fictie

Ergens op het kruispunt tussen klassiek en modern

recensie: Paul Verlaine (vert. Peter Verstegen) - Honderd gedichten

Paul Verlaine (1844-1896) is iemand die geregeld opduikt in de literatuurgeschiedschrijving, bijvoorbeeld omdat hij een grote invloed had op Martinus Nijhoff, een van de grondleggers van onze moderne poëzie.

Ondanks zijn grote naam is Verlaines werk vrij lang niet beschikbaar geweest in het Nederlands. De laatste bloemlezing, Een droom vreemd en indringend, dateerde alweer van 2002 en was al geruime tijd niet meer verkrijgbaar. Vergelijk dat eens met zijn minnaar Arthur Rimbaud, wiens verzamelde poëzie nog steeds in Nederlandse vertaling te koop is. Gelukkig is het boek uit 2002 als herziene uitgave opnieuw opgedoken, onder de titel Honderd gedichten.

Visueel


Honderd gedichten
is volgens de inleiding een keuze uit de ruim duizend (!) gedichten die van Verlaine bekend zijn, waarvan een flink deel niet al te interessant zou zijn. De selectie die in deze nieuwe bloemlezing gepresenteerd wordt, doet in elk geval representatief aan. Ze vertegenwoordigt de verschillende gedaantes van deze dichter: Verlaine als decadent, als chroniqueur van heteroseksuele, homoseksuele  en lesbische liefdes, als neoclassicus, als vormvernieuwer, enzovoort. Verlaine de christen komt er echter bekaaid vanaf. Er is opvallend genoeg maar één gedicht uit Sagesse vertaald, terwijl die bundel verschillende keren in de aantekeningen genoemd wordt. Vertaler Peter Verstegen excuseert zich hier weliswaar voor; de christelijke lyriek van Sagesse ligt hem naar eigen zeggen niet, maar opvallend blijft het wel.

De (hernieuwde) kennismaking met Verlaine is opvallend fris. In tegenstelling tot dat van veel van zijn tijdsgenoten, is zijn werk nauwelijks gedateerd, maar zonder te verraden dat het niet in deze tijd is geschreven. Verlaines poëzie is geregeld modern op een manier waarop die van Nijhoff en Rimbaud ook modern is: door een nadruk op het visuele, het plastische. De beklemmende of geestverruimende waanbeelden van Rimbaud zijn ver weg, maar in Honderd gedichten is menig fraai beeld te vinden:

Schelpen, in de grot ingebed
Waar wij elkaar in de armen vielen,
Ze hebben elk hun eigenheid.

[…]

Die [schelp] heeft de gratie van je oortje
Knap nagebootst en die het roze
Van jouw mooi halsje, ’t dikke, korte;

Maar er was er een die me deed blozen.

Veel van de technieken die Verlaine gebruikt zijn inmiddels gemeengoed in de Nederlandse én internationale poëzie, maar doen nog steeds fris aan. Hij maakt onder meer van de buitenwereld een spiegeling van de binnenwereld van de ‘ik’, zoals in zijn bekendste gedicht, dat begint met de regels ‘Weer huilt het in mijn hart / Zoals het buiten regent’. Nijhoff bijvoorbeeld nam dit procedé over van Verlaine. Opvallend modern aan Verlaines gedicht is overigens dat hij zich niet zozeer op een natuur-, maar een stadsbeeld beroept: ‘O zacht regengeluid / Op straat en op de daken!’ Zo bevindt deze poëzie zich op een kruispunt tussen klassiek aandoend (natuurbeelden) en modern (geen ongerepte natuur: de mens is duidelijk aanwezig).

Voorbeeldige uitgave

De aantekeningen achter in de bundel zijn van niveau. Vertaler Verstegen geeft per bundel iets korts weer over het boek waar de gedichten uitkomen. Per gedicht geeft hij vaak een parafrase van de inhoud, verklaart hij de mogelijk duistere verwijzingen en haalt hij en passant enkele vertaalmoeilijkheden aan. Daarnaast krijgt de lezer tussendoor ook een beknopte biografie van Verlaine mee, en dat is erg fijn gezien de beste man een fascinerend leven had.

Op het grotendeels afwezig zijn van Verlaines christelijke poëzie na, is Honderd gedichten een voorbeeldige uitgave van vertaalde, non-contemporaine poëzie. Als honderd gedichten plus uitvoerig commentaar je het gevoel geven dat je echt een overzicht van Verlaines oeuvre hebt gekregen, is deze bloemlezing al geslaagd. Dat oeuvre blijkt bovendien divers, rijk en nog altijd uiterst leesbaar te zijn.

Boeken / Achtergrond
special: De 8WEEKLY-boekenredactie selecteert de beste boeken van het afgelopen jaar

De beste boeken van 2014

.

Nederlandse en vertaalde romans, poëzie en non-fictie: zoals je van de boekenredactie van 8WEEKLY mag verwachten is de eindejaarslijst een afwisselende verzameling geworden met prachtige titels.

André van Dijk)
Nu we zo ongeveer alles weten van WOII en de Holocaust blijft als enige de onbeantwoorde Warum-Frage over. Martin Amis probeert daar greep op te krijgen door een overrompelende roman te schrijven over liefde, leven en dood in een nazivernietigingskamp. Een literair hoogstandje: snoeihard en emotioneel, brutaal en hilarisch, maar vooral van een aangrijpende dichtbijheid.

Maartje Wortel – IJstijd (Eva Heijnen)
IJstijd is een verhaal over de liefde, over het schrijverschap maar vooral: een zoektocht van de hoofdpersoon om zijn leven zin te geven. Want de hele dag Franse kazen eten en dure wijn drinken is ook niet alles. Met haar meeslepende stijl en droge humor weet Maartje Wortel deze grote thema’s prachtig te omvatten, wat niet zelden leidt tot herkenbare situaties.

Simone de Beauvoir Misverstand in Moskou (Inge Cohen Rohleder)
Misverstand in Moskou is zowel qua taal als qua diepgang van een grote schoonheid. De elementaire menselijke angsten en twijfels worden zonder opsmuk beschreven op een wijze die bij de lezer de behoefte doet ontstaan meer van Simone de Beauvoir te lezen – zowel haar romans als haar filosofische werk.

Elliot Perlman – Wat nooit is verteld (Madelon van Honk)
De vele demonstraties die in de Verenigde Staten hebben plaatsgevonden na de dood van Michael Brown en Eric Garner onderstrepen het belang van deze roman. Perlman drukt de lezer met een indrukwekkend, waargebeurd verhaal met zijn neus op de feiten: er is weinig verschil tussen hoe joden vroeger behandeld werden en Afro-Amerikanen nu behandeld worden; we hebben niks geleerd van de geschiedenis.

~

Een nieuwe Nederlandse striptekenaar die nog veel van zich gaat laten horen. Zonder filter is een persoonlijk verhaal over zelfrealisatie dat niet alleen goed geschreven is, maar ook opvalt door de gevarieerdheid aan stijlen. Het lukt Van Raffe ook nog om een groot verhaal ‘klein’ te houden.

Alfred Schaffer – Mens dier ding (Maarten Buser)
Voor boeken als Mens dier ding is het woord imposant uitgevonden. Schaffers zevende bundel is een soort roman in gedichten geworden, waarin hij het levensverhaal van de Afrikaanse dictator Sjaka Zoeloe (1787-1828) hervertelt. Via wilde vormexperimenten (er is een gedicht als een spelshow, en eentje als een interview) en bizarre anachronismen (Zoeloe zit ook op facebook) ontstaat een rijk geheel waar je je in vast kunt bijten.

Jim van Os – De DSM-5 voorbij! Persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ (Kasper Nijsen)
De Dsm-5 voorbij! is een scherp betoog over een belangrijke vraag: hoe gaan we om met psychische kwetsbaarheid? Van Os ontrafelt praktische misstanden in de GGZ en de conceptuele verwarring rondom DSM-diagnoses. Bovendien geeft hij een aanzet tot een nieuwe aanpak, waarin het hokjesdenken vervangen wordt door aandacht en menselijkheid.

Lydia Davis – De taal van de dingen in huis (Emma Johnson)
Het korte verhaal wordt nog al te vaak niet als een volwaardig genre beschouwd, maar meer als vingeroefening voor langere verhalen. Een doodzonde. Gelukkig is daar Lydia Davis, die met De taal van dingen in huis maar weer eens bewijst dat ze met haar fijnzinnige taalgebruik een meester is in het overdragen van haarscherpe observaties.

~

Een boek waarvan het eerste deel al in 1933 verscheen, maar dat dit jaar pas voor het eerst naar het Nederlands is vertaald. Mann zag het als zijn magnum opus, maar het publiek vond het vierdelige werk grotendeels misstaan in zijn gerenommeerde oeuvre. Onterecht.  Josef en zijn broers is ook vandaag de dag nog een ontroerende, humoristische roman die uit ontelbare verworven lagen briljant is opgebouwd.

Trudy Dehue – Betere Mensen (Ralph Evers)
Zeer urgent boek over de leefstijlpolitiek: iedereen is verantwoordelijk voor zijn welzijn en prestatie en wie anders is, heeft een afwijking. De idee is dat mensen meer op hun gezondheid letten, de uitwerking is dat we steeds sneller gediagnosticeerd worden. Wie wil begrijpen hoe het komt dat er zoveel mensen met een afkorting of diagnose rondloopt, kan niet om dit boek heen.

Fredrik Sjöberg – De Vliegenval (Kim Balk)
Een prachtig uitgegeven boek waarin Fredrik Sjöberg, bekend (zweef)vliegenonderzoeker, zijn passie onder woorden brengt door de lezer mee te nemen in zijn gedachtestroom. Dat levert een mix van essay, (auto)biografie, reisverhaal en natuurbeschrijving op; een persoonlijke tekst die het leven en de hartstocht onderzoekt. Zeer de moeite waard.

Boeken / Non-fictie

Gereïficeerde realiteit

recensie: Trudy Dehue - Betere mensen

Met de vraag wie abnormaal moet of mag heten, opent het nieuwe boek Betere mensen van de Groningse hoogleraar Trudy Dehue. Een uitzonderlijk relevant boek in een tijd waarin allerlei gedrag geëtiketteerd wordt en vervolgens gemedicaliseerd. Tevens een boek dat grondig is en veel maatschappelijke en wetenschappelijke krachten belicht. Een ieder die wil begrijpen hoe de vloedgolf aan stoornissen ontstaat doet er goed aan dit boek te lezen.

Een belangrijke term in dit boek is de term reïficatie. Dit betekent letterlijk: tot ding maken. Hierin wordt versluierd dat het om een menselijk maaksel gaat. Dehue zelf zegt over reïficatie:

Reïficeren is de borgpen van het complexe maatschappelijke proces waarin steeds meer mensen een psychiatrische diagnose krijgen. Haal de borgpen uit een systeem en je krijgt de onderdelen te zien waaruit het bestaat.

De mens maakt dus zelf zijn stoornis. De kwalijke kant aan reïficatie is dat iedereen wel eens ‘afwijkend’ gedrag vertoont. Wanneer dat vervolgens tot een stoornis wordt ‘gebombardeerd’ kom je als vrij individu in de spagaat terecht van afwijken of conformeren. Aanpassen kost ogenschijnlijk minder moeite. Binnen een meritocratie worden we op onze meriten afgerekend; conformisme ligt dan eerder voor de hand.

Meritocratie

De bepaling van de sociale status door prestaties, oftewel de meritocratie, is een kenmerkend fenomeen van deze tijd. We vinden dat ons leven in zekere mate maakbaar is. Succes of pech heb je aan jezelf te danken. Wanneer je moeite hebt met concentratie en daar is een medicijn voor, waarom zou je dit medicijn dan niet gebruiken? Wel, een van de effecten van ritalin (een medicijn dat veelvuldig voorgeschreven wordt in de behandeling van ADHD) is dat je kritiekloos wordt. Daarmee ondermijnt de medicatie je autonomie, je recht op (on)geluk.

Een met meritocratie in overeenstemming zijnde houding van de overheid is de introductie van leefstijlpolitiek, waarin we geacht worden onze eigen gezondheid ter hand te nemen. In hoofdstuk zes gaat Dehue uitvoerig in op wat ze de ‘paradox van de leefstijlpolitiek’ noemt. Kort gezegd komt dit er enerzijds op neer dat je gezondheid een keuze is, en anderzijds dat er overdiagnostiek ontstaat. Steeds meer gedrag gaat als afwijkend gelden en door een toenemende hoeveelheid therapieën en medicijnen is er voor een groeiend aantal (gereïficeerde) stoornissen een behandelmethode, hetgeen de zorgkosten weer doet stijgen.

Dystopie

In haar vorige boek De depressie-epidemie haalde Dehue een voordracht van Aldous Huxley aan. Een voordracht uit 1959, waarin Huxley teruggrijpt op zijn Brave New World. Door Dehues betrokkenheid en geestdrift leest dit boek ook af en toe als een dystopische roman. Hierin is de auteur niet de enige. Ze is voorgegaan door hoogleraren en psychiaters als Paul Verhaeghe (Einde van de psychotherapie en Identiteit) en Dirk de Wachter (Borderline Times).

Het verschil met deze boeken is de mildere toon die Dehue aanslaat. Ze ziet weinig kwaadwillendheid in de commercialisering van wetenschap, stoornis en medicatie. Hierin doet ze soms zelfs naïef aan, bijvoorbeeld wanneer ze het hoofd marketing van farmaciebedrijf Shire oprecht noemt in zijn frustratie over de moeilijkheid op de Europese markt te komen, evenals hun ethische verklaringen rondom mensenrechten, gelijke kansen, verantwoordelijkheid en duurzaamheid. De mensenrechten lijken tegenstrijdig met de bedrijfseconomische wens zoveel mogelijk winst te maken, wat neerkomt op zoveel mogelijk klanten werven.

Wetenschap

Dehue blinkt uit in haar kritische kijk op hoe wetenschap wordt geleerd aan universiteiten en uitgevoerd in de laboratoria. In een tijd waarin er door bezuinigingen steeds minder geld beschikbaar is voor het ‘kweken’ van kritische studenten is haar perspectief uiterst relevant. Veel onderzoek wordt bijvoorbeeld gesponsord door een belanghebbend bedrijf, waarbij steeds vaker deze sponsor onvermeld blijft.

Aan de hand van een aantal wetenschapsfilosofen legt Dehue uit hoe je kritisch naar wetenschap en haar resultaten kunt kijken. Ze gebruikt de idee van wetenschapsfilosoof Bruno Latour over het ontstaan van hedendaagse wetenschap. Latour beschreef de wetenschappelijke wereld als een wereld waarin bondgenoten belangrijk zijn. De wetenschapper met de invloedrijkste bondgenoten krijgt zijn resultaten het breedst gepubliceerd.

Over vrijheid

Het tegengif dat Dehue tegen alle ons bepalende ontwikkelingen inbrengt is de Verlichtingsfilosoof en liberaal John Stuart Mill. Haaks op de leefstijlpolitiek staat zijn uitspraak dat ‘iedereen ergens voor in de wieg is gelegd en dat een ieder dit zou moeten mogen ontdekken en ontwikkelen, of het nu om kleine of grote talenten gaat’. Daarnaast houdt Mill een hartstochtelijk pleidooi voor non-conformisme en excentriciteit: ‘Als we wachten totdat bijna alle mensen identiek zijn gemaakt is het te laat. Als je lange tijd geen afwijkende mensen hebt gezien, wordt variatie iets onvoorstelbaars en zelfs griezeligs.’ Met de afsluitende woorden van Mill sluit dit boek hoopgevend af.

In het kader van transparantie kan ik melden dat ik genoten heb van de colleges van Trudy Dehue in 2002, tijdens mijn studie psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.