Muziek / Concert

Electro-troubadour Jack Garratt in Bird

recensie: concert Jack Garratt

In een uitverkochte zaal van Bird, Rotterdam staan de spullen opgesteld van een opkomende eenmansartiest. Een multi-instrumentalist die oude waarden van de blues, soul en folk op een creatieve manier versnijdt met synth-geluiden en electro, als we de geruchten van Reading (Leeds, UK) en SXSW (Texas, US) mogen geloven. Een belofte die de 23-jarige, rossig bebaarde jongeman nog maar eens moest zien in te lossen.

Een elektrische gitaar, drumpads, een keyboard, aardig wat pedaaltjes, een Macbook Pro en microfoons met één versterker is alles wat Jack Garratt nodig heeft om een hele show op te zetten. Alles wijst nog op de manier waarop hij ooit begon. Toen de aanvankelijk akoestische singer-songwriter vooral had ontdekt wat hij niet wilde en bijna zijn gitaar in de wilgen hing, begon hij te experimenteren met nieuwe geluiden van de drumpads en synthgeluiden in zijn slaapkamer. Hij bracht zijn muziek zelf uit en wordt daardoor ook wel de ‘bedroom producer’ genoemd. Nu zijn muziek meer voeten in de aarde heeft, is het tijd om op pad te gaan.

34464-electro-troubadour-jack-garrat-in-birdOnzekerheid

Al gelijk met het openingsnummer ‘I Couldn’t Want You Anyway’, het lied waarmee hij zijn digitale explosie begon, is de spanning van zijn gezicht af te lezen. Op zich niet zo opzienbarend, aangezien het concert in Bird het eerste concert is van zijn eerste Europese tour. Jack Garratt probeert zich zo goed mogelijk te concentreren en speelt vrijwel de gehele tijd met zijn ogen gesloten. Dit voorkomt echter niet dat hij een aantal slordigheidsfoutjes maakt en wat slagen op de drumpads mist. Zelfs de praatjes die hij tussen de nummers door maakt, worden heel onhandig verwoord. Uit zijn gezichtsuitdrukking is af te lezen dat hij soms spijt heeft van wat hij zojuist heeft gezegd, waarmee hij lijkt te willen zeggen: “Had ik dat nu maar niet gezegd en gewoon gespeeld…”

Desalniettemin laat Jack Garratt zien hoe perfectionistisch hij kan zijn met de timing van zijn ritmische slagen. Daarnaast beschikt hij over een enorm goede controle over zijn kopstem, waarin geen enkele noot vals is. Hij sluit daarom ook af met een krachtige uitvoering van ‘Worry’ en knalt er nog even een heerlijke gitaarsolo uit. Het is vanaf dit punt dat het publiek pas echt op stoom komt. Jammer genoeg verlaat Jack hierna het podium, na slechts zes liedjes gespeeld te hebben. Op zich niet zo verwonderlijk met nog maar twee EP’s (Remnants en Synesthesiac) op zak, maar daardoor deed het concert wel aan als een voorprogramma in plaats van een hoofdact.

34464-electro-troubadour-jack-garrat-in-bird-2Een echte rookie

Zijn optreden laat zien dat hij nog niet helemaal klaar is voor het echte werk; dit is allemaal nog voorbereiding. Dat erkent hij ook zelf tijdens een interview voor SXSW: “Het is allemaal een grote leercurve.” Toch baant hij zich mooi een eigen weg door alle genres heen. Hij is een kunstenaar die met zijn poëtische teksten een uitzichtloze liefde ten tonele voert. Dit is kunst maken door zijn leven op muzikale wijze te vertellen, haast op een geïdealiseerde en ceremoniële manier door optimaal gebruik te maken van zijn apparatuur van matige kwaliteit. Ondanks dat hij nog maar aan het begin van zijn carrière staat, brengt hij dit met volle overtuiging en dat maakt het optreden een waar genot om te zien. Wat een expressie!

Zijn optreden op Lowlands dit jaar heeft hij moeten afzeggen, omdat hij deze zomer in het voorprogramma van Mumford & Sons zal spelen. Dat is een unieke kans voor de jonge soloartiest om zich verder te ontwikkelen en op veel plaatsen zijn kunsten te vertonen. Wie hem wil bewonderen kan nog wel uitkijken naar Rock Werchter en het Pitch! Festival, hoewel het wel te hopen is dat hij de grote podia zal mijden. Juist tijdens intieme sessies komt zijn ware troubadour-act het best tot zijn recht.

Theater / Voorstelling

Een geperverteerd Wonderland

recensie: Abbatoir Fermé - Alice

De absurde droomwereld van Lewis Carrolls Alice’s Adventures in Wonderland (1865) en het surrealistische theater van Abattoir Fermé lijken elkaar voorbestemd. Het komt dan ook niet als een verrassing dat de 150ste verjaardag van de klassieker door het Mechelse gezelschap wordt gevierd met een ontregelende voorstelling over Alice.

“I’m afraid I can’t explain myself, sir. Because I am not myself, you see?” De onzekerheid die Alice in Carrolls beroemde verhaal voelt als gevolg van haar vele metamorfoses vormt het uitgangspunt van Abattoir Fermé’s Alice. In de bewerking van regisseur Stef Lernous is Alice een recalcitrante puber die op haar rode sofa bezoek krijgt van de meest uiteenlopende figuren: van veel te oude vriendjes tot oversekste moeders, psychiaters en hersenspinsels. De vele vergrotingen en verkleiningen die Alice in Carrolls roman ondergaat worden in de voorstelling vertaald naar de typische problematiek van de volwassenwording: je omgeving ziet je nog als een kind terwijl je serieus genomen wilt worden als volwassen vrouw. Toch is Alice meer dan een klassieke coming of age. Balancerend op het randje van slapeloosheid en dromen maakt Alice een ‘trip down the rabbit hole’ die tegelijkertijd een verkenning van de diepste krochten van het menselijke onderbewustzijn is, zoals we intussen van de voorstellingen van Abattoir Fermé gewend zijn. Lernous hanteert daarbij een droomlogica waar Freud zijn handen vol aan zou hebben gehad. Terwijl Alice, die zichzelf herhaaldelijk omschrijft als een actrice, voortdurend andere rollen aanneemt, beginnen haar bezoekers door een inventief spel met taal, gestes en rekwisieten steeds meer op haar te lijken. Alice’ zoektocht naar een eigen identiteit krijgt zo bijzonder unheimliche trekjes.

Een bevreemdende coming of age

De surreële wereld van Alice in Wonderland sluit perfect aan bij de voorliefde van Abattoir Fermé voor onderhuidse fantasieën en absurde taferelen. Toch vormt Alice een uitzondering binnen het oeuvre van het Mechelse gezelschap. Terwijl de groep bekendstaat om hun sterk visuele en vaak woordeloze theater, primeren in deze voorstelling niet de beelden, maar de dialogen. Die zijn net als in Carrolls roman bijzonder spitsvondig. Wie echter een chronologisch consequente één-op-één-bewerking van Alice in Wonderland verwacht, zal waarschijnlijk teleurgesteld huiswaarts keren. De referenties aan de succesroman zijn even versplinterd als Alice’ identiteit en worden bovendien aangevuld door verwijzingen naar andere werken van de Britse schrijver zoals Through the Looking Glass (1871) en zijn nonsensgedicht The Hunting of the Snark (1876), dat tevens de inspiratie vormde voor de eerste voorstelling van Abattoir Fermé uit 1999. Flarden van beroemde dialogen en trekjes van bekende figuren als de March Hare, de Cheshire Cat en de Mock Turtle passeren de revue en krijgen een nieuwe betekenis in deze bevreemdende coming of age.

Een speciale rol is weggelegd voor de oude vriend van Alice, die op haar aandringen het verhaal vertelt van een meisje dat een wit konijn achternagaat en in een konijnenpijp valt. Zijn personage lijkt de incarnatie van de schrijver zelf, wiens Alice in Wonderland volgens de overlevering ook ontstond uit het vertellen van een verhaal aan een meisje genaamd Alice. Het blijft in de voorstelling niet bij deze ene biografische verwijzing. Referenties aan de vermeende pedofilie van Carroll zijn niet van de lucht: zo heeft Alice een opmerkelijke voorliefde voor oudere mannen en probeert men haar te verleiden met snoepjes en kinderboeken. Abattoir Fermé’s Alice is dan ook een stuk minder onschuldig dan het origineel. Hier wordt een geperverteerd Wonderland afgeschilderd waarin de ultieme onschuld van Alice een felbegeerde buit is.

Alice revisited

Door het droomlandschap uit het origineel te vertalen naar een volwassenenwereld waarin Alice haar weg moet zien te vinden, weet Abattoir Fermé aan het overbekende verhaal een interessante nieuwe wending te geven, die bovendien ook interessant is voor mensen die niet bijzonder bekend zijn met het boek. Het iconische beeld van Alice die opgesloten zit in een huis dat haar veel te klein is geworden, krijgt zo de metaforische betekenis van een ontgroeide kindertijd. Bewerkingen die een waardevol inzicht weten toe te voegen aan het origineel zijn zeldzaam. Met deze versie van Alice vormt Abattoir Fermé gelukkig een uitzondering op die regel.

Muziek / Album

R&B van een andere planeet

recensie: THEESatisfaction – EarthEE

Sub Pop, vooral bekend van de indierock en folk, is haar horizon aan het verbreden. Na de noisy hiphop van clipping. en de bizarre spacehop van Shabazz Palaces doen ze ook aan R&B die van een andere planeet lijkt te komen: THEESatisfaction.

THEESatisfaction onderhoudt warme banden met Shabazz Palaces; ze doen ook regelmatig mee op elkaars albums. Dat EarthEE regelmatig aan de muziek van laatstgenoemde formatie doet denken, is dan ook niet verrassend. De opvallendste overeenkomst zit in de synthesizers en drumcomputers die tegelijkertijd de jaren tachtig en de nabije toekomst suggereren. Bovendien is EarthEE net als Shabazz Palaces’ Lese Majesty (2013) opgezet als een bijna doorlopend album waarin nummers regelmatig in elkaar overvloeien.

Esthetiek staat voorop

Het probleem met EarthEE is, net als met Lese Majesty, dat de aandacht na een tijdje verslapt. THEESatisfaction zet een uitstekende sfeer neer, maar de nummers worden snel eenvormig. Als bijvoorbeeld op de tweede helft van het album ‘Post Black, Anyway’ langskomt, zal Satisfactie de meeste luisteraars wel (even) kwijtraken. In dat ruim drie minuten emmerende nummer blijft rapper Stas maar wat voor zich uit mompelen. Als intermezzo had het vast gewerkt, maar met deze lengte niet.

De esthetiek en producties staan op EarthEE overduidelijk voorop, de vocalen komen daarna pas, en van echt sterke liedjes is geen sprake. THEESatisfaction lijkt ergens in de ruimte te zweven, als een moderne austronautenversie van TLC, maar mag de grond best wat vaker raken. Zangeres Cat levert net als Stas prima werk, maar memorabel wordt het nergens. Een virtuoze productie of verse, of gewoon een sterke uitschieter, dat is wat eraan ontbreekt. Laat staan dat er een potentiële klassieker van de allure van ‘Waterfalls’ of ‘No Scrubs’ op staat.

Funky genoeg voor balans

Misschien dat het gebrek aan uitschieters de reden is dat het album op de koptelefoon (of op een andere manier heel aandachtig beluisterd) eigenlijk niet echt overtuigt. Over een paar goede speakers heen klinkt het geheel echter best prima. Dat de aandacht af en toe verslapt maakt dan niet zoveel uit; het lukt meestal wel om na een paar nummers toch weer aan te haken. Daar is de plaat funky wel genoeg voor.

EarthEE zorgt er zelf voor dat ze uiteindelijk vrij gebalanceerd uitvalt. Anders dan bij Shabazz Palaces’ Lese Majesty is het gewoonweg niet jammer dat de aandacht soms verslapt en je uit de plaat valt, want je zit er zo weer in. Maar eerlijk is eerlijk: de kans is ook weer niet heel groot dat EarthEE geregeld opgezet gaat worden, want daar mist de plaat toch dat beetje extra kwaliteit voor.

 

 

Film / Serie

Russische spionnen in Amerikaanse suburb

recensie: The Americans: seizoen 2.

Kletsen over televisieseries is uitgegroeid tot een nationaal tijdverdrijf bij het koffiezetapparaat. Wie na alle briljante HBO- en Netflix-producties nog een beetje origineel uit de hoek wil komen, geeft zich over aan twee seizoenen van The Americans. Bepaald geen straf.

 

1The Americans startte twee jaar geleden bij de Amerikaanse kabelzender FX. Hoofdpersonen zijn de twee KGB-agenten Elizabeth en Philip Jennings die al jaren in een aangeharkte Amerikaanse suburb wonen en zich voordoen als een keurig getrouwd die een reisbureau runnen. Uit het geënsceneerde huwelijk hebben ze twee kinderen en het gezinsleven combineren ze zo goed en kwaad met spionageactiviteiten.

Ronald Reagan

Tijd en handeling is begin jaren tachtig. De KGB en de Amerikaanse geheime diensten gunnen elkaar geen millimeter ruimte en Ronald Reagan is de president van dienst. Het vak van spion bestaat nog uit ouderwets handwerk. Denk aan afspraken op duistere plekken, afpersen van hoge regeringsfunctionarissen en wetenschappers. Geen werkdag is compleet zonder een nieuwe vermomming.

Dat maakt van The Americans al een sterk Koude Oorlog-epos in de stijl van John Le Carré. Maar2 eigenlijk gaat de serie over het moeizame huwelijk van het echtpaar Jennings. Elizabeth is een communistische hardliner. Philip is meer praktisch ingesteld. Hij ziet ook voordelen aan de Amerikaanse samenleving en luistert niet altijd naar de orders van het KGB-hoofdkwartier. Toch is in de loop der jaren de liefde tussen de twee gegroeid. Maar de relatie komt iedere keer weer onder druk te staan door de ‘buitenechtelijke’ klussen die de twee moeten opknappen. Net als bij Engelse collega 007 liggen ook de Russen regelmatig in vreemde bedden.

FBI-buurman

Voor wat extra spanning zorgt de buurman van de Jennings: Stan Beeman. Hij werkt bij de afdeling contraspionage van de FBI en jaagt op geïnfiltreerde KGB-agenten. Hij werft een secretaresse van de Russische ambassade als spion. Zij begint een affaire met hem en voor Beeman het weet werkt hij voor de Russen.

Bedenker van The Americans is Joe Weisberg, die begin jaren negentig zelf bij de CIA werkte. 3Dat waren blijkbaar niet zijn meest gelukkige jaren, want op een pro-Amerikaanse agenda kun je deze op ware feiten geïnspireerde serie – de KGB infiltreerde inderdaad in de VS – niet betrappen. De sympathie ligt vooral bij de Russen. Steeds weten ze op het nippertje aan een ontmaskering te ontsnappen. Het sterke acteerwerk van Keri Russell en Matthew Rhys als het echtpaar Jennings en de fijne jaren tachtig setting, met alle analoge spionagetechnieken, maken van The Americans een van de betere series van de laatste tijd.

Violist en publiek 1942
Kunst / Expo binnenland

In de vitrines ontstaat langzaam de kunstenaar

recensie: Hendrik Werkman (1882-1945) - Leven & Werk
Violist en publiek 1942

Waar anders dan in het Groninger Museum zou je het verhaal van De Ploeg-drukker Hendrik Werkman willen vertellen? In het gebouw dat middenin zijn verleden staat krijgen de kunst en het leven van de kunstenaar alle ruimte.

Wat deze tentoonstelling rijk maakt is dat het leven van de man erachter er onlosmakelijk doorheen geweven is. Zo staat in de eerste zaal zijn prille en gelukkige jeugd centraal en wordt twee zalen verder zijn creativiteit gekoppeld aan de verveling die zijn semi-werkloosheid hem opleverde. De schetsen van zijn vele vrouwen en kinderen getuigen van zijn “nogal ingewikkelde liefdesleven”, en in bijna elke zaal hangt een foto—metershoog—geflankeerd door de collega-kunstenaars en creatievelingen van toen aan wie hij grote inspiratie te danken had. Het zorgt ervoor dat zijn leven letterlijk de achtergrond vormt van het verhaal dat het museum hier gestaag ontvouwt.

Twee paarden en vier figuren

H.N. Werkman, Twee paarden en vier figuren, 1944. Sjabloon en stempel

Nieuwe kunstvorm

“Met zijn zetmaterialen creëerde hij een nieuwe kunstvorm, waar zelfs nog geen benaming voor bestond.” In de openingstekst, nog voor de bezoeker de tentoonstellingsruimte betreedt, staat samengevat waar het om gaat. Hij noemde ze “druksels” en vanaf zaal twee tot zaal vier valt op de muren te lezen en in de lijsten en vitrines te zien wat hij daar mee bedoelde. In eigen woorden wordt zijn techniek aan de bezoekers uitgelegd: “Als pers gebruik ik een oude handpers met hefboom (ong. 1800) de druk geschiedt dan rechtstanding en men moet op gevoel de drukkracht bepalen. Soms is het nodig zwaar te drukken, soms heel licht.”

Iets héél anders, waaruit meteen Werkmans veelzijdigheid blijkt, zijn de olieverfschilderijen die zijn liefde voor het werk van van Gogh en Munch tonen. Bekijk bijvoorbeeld Station (De Punt) uit 1920 of Kerkgang in de sneeuw, waarin duidelijk de Van Gogh-invloed is terug te zien in dikke kriebelverf.

Kerkgang in de sneeuw

H.N. Werkman, Kerkgang in de sneeuw, circa 1919-1920, Collection Fie Werkman, Groningen

Jazzmuziek en de geur van inkt

Wanneer er jarenlang een stichting heeft bestaan die alle materiaal van een kunstenaar opspoort en bewaart is er de mogelijkheid dat werkelijk iemands hele leven wordt tentoongesteld. Het lijkt hier dan ook haast alsof de hele Werkmanzolder is ‘leeggehaald’ en hier tentoongespreid, terwijl men een stap terug zet en kijkt: wat hebben we hier nu eigenlijk? Dat tentoonspreiden gebeurt daarentegen wel rustig, stap voor stap en met veel ruimte voor de bezoeker. Er is weinig zaaltekst en waar uitleg wordt gegeven over zijn persoonlijke stijl en technieken gebeurt dat bijna altijd in zijn eigen woorden, uit brieven en stukjes in kranten. Eerder dan de indruk dat er teveel aan details is vormt er zich de mogelijkheid om in die vitrines van normaal levensmateriaal langzaam de kunstenaar zien te ontstaan.

In de grote, centrale zaal waar alles op uitkomt is jazzmuziek te horen en staat op een houten plateau een drukpers in het midden. Hier is de belichting expres wat verminderd en de spotjes op de werken geven ze dezelfde kwaliteit als kleine opgloeiende olieverfschilderijen uit de gouden eeuw. De geur van drukverf overheerst. De donkerpaarse achterwanden zijn bekleed met de druksels, in prachtige heldere kleuren uit zijn hoogtijperiode. “Is het wat en betekent het wat?” Die vraag, gesteld in typisch Groningse, nuchtere termen hangt er aan de muur en mag de bezoeker zelf beantwoorden.

Boeken / Non-fictie

Not a good Reed/Read

recensie: Boeken: Victor Bockris - Transformer: Het verhaal van Lou Reed

Vanaf de eerste pagina’s voel je dat het niet goed zit met deze biografie. En helaas zijn de volgende pagina’s daar alleen maar de bevestiging van. Niet alleen is Victor Bockris een abominabele schrijver, hij bezondigt zich ook meteen aan enkele basiswetten van non-fictie schrijven.

In 2013 verloor de wereld één van de iconen van de rockmuziek: Lou Reed. Hij liet een meer dan indrukwekkende muzikale erfenis achter, die in de jaren zestig begon en tot op het einde voor verrassingen zou zorgen, zoals toen hij een plaat opnam met de mannen van Metallica. Zijn privéleven was bewogen, mede door zijn norse en opvliegende karakter. Zo had hij relaties met vrouwen en transgenders, maakte hij pijnlijke scheidingen mee, en vernederde hij meer dan eens journalisten wanneer de vragen niet naar zijn zin waren.

Speculatief

Stof genoeg voor een boeiend boek, zou je denken, maar dat is buiten Victor Bockris gerekend. Zijn Transformer: The Lou Reed Story, is ten eerste heel slecht geschreven, ten tweede meer dan eens speculerend (zo wil hij de lezer er per se van overtuigen dat Reed in zijn jeugd een asociale weirdo was, maar zijn voorbeelden die dat moeten staven wegen wel heel licht), en ten derde onvoorzichtig in zijn bronvermelding. Hoewel het een grondige herziening is van de eerste editie, die in 1994 verscheen, is het geen verbetering.

Zo veronderstelt Bockris dat Reed een problematische relatie met zijn moeder was, omdat het joden waren en joodse mannen altijd een problematische relatie met hun moeder hebben. Zijn bewering kan hij voor de rest niet staven. En verder barst het boek van citaten en herinneringen, maar altijd door ‘een jeugdvriend’, ‘een klasgenoot’, ‘iemand uit de dichte omgeving van Reed’. Anders gezegd: hij kan schrijven wat hij wil, het kan toch niet gecontroleerd worden. Het geeft het boek ook het aura van een roddelblaadje, waardoor we ook geen enkel nieuw inzicht in zijn werk(wijze) krijgen.

En die slechte zinnen? Wat dacht je hiervan:

In januari, tijdens zijn eerste solo-optreden in de Alice Tully Hall in New York, droeg hij een zwartleren broek en jack en was hij volgens de aanwezigen uiterst opwindend. Diezelfde maand trouwde de seksueel ambivalente Reed, die zichzelf als een ridder vond en in knappe prinsessen geloofde, met de vrouw die hij als een volgzaam vrouwtje beschouwde.

Wispelturig

En hoewel over smaken en kleuren niet valt te twisten, gaat Bockris ook nog eens zwaar uit de bocht door te beweren dat Lulu, het album dat Reed in 2011 met Metallica maakte en door critici wereldwijd werd afgebroken, te beschrijven als het beste dat Reed ooit maakte. Een afwijkende mening hebben mag natuurlijk, maar dit is gewoon tegendraads zijn, of iets beweren omdat het past als positieve noot om mee af te sluiten. Des te meer hypocriet, omdat de eerste editie uit 1994 heel negatief eindigde, met Reed als emotioneel wrak. Nu hij gestorven is, wil Bockris er opeens een halve heilige van maken – de periode van 1994 tot 2013 kon hij blijkbaar niets verkeerd doen. Nee, dit is geen goede, laat staan betrouwbare biografie.

Theater / Voorstelling

Nieuw Utrechts Toneel maakt een geschiedenis

recensie: Nieuw Utrechts Toneel - Geheim

Wanneer Floor Leene op een dag in de boekenkast van haar grootmoeder neust, valt haar oog op een kistje dat ze nooit eerder gezien heeft.

In het kistje blijken tien brieven in te zitten. Ze zijn geschreven door vijf verschillende schrijvers en bespreken allemaal dezelfde gebeurtenis uit 1923. In een rustig decor dat de indruk van vergeelde foto’s wekt onthult Floor samen met haar medespeler Greg Nottrot een geheim dat 92 jaar lang goed bewaard leek te zijn. Greg haalt de vader van de geschiedschrijving Herodotus aan, die al begreep dat echte objectiviteit niet bestaat, en stelt dat geschiedenis voor de ene helft wordt bepaald door de feiten en voor de andere helft door de geschiedschrijvers. Bovendien zou je een bron pas op waarde kunnen inschatten wanneer je deze goed kent. Dit laatste blijkt een legitiem excuus om tijdens de voorstelling ook Floor en Greg beter te leren kennen om zo de objectiviteit van hun verhaal zoveel mogelijk te kunnen waarborgen.

Floor raakt na haar vondst verwikkeld in het verhaal van Mies: een ongetrouwde vrouw van 31 jaar die op vroege leeftijd haar moeder heeft verloren en nu bij haar vader woont om hem te verzorgen. Mies’ leven neemt een onverwachte wending wanneer zij op slag verliefd wordt op de aantrekkelijke autoverkoper Cornelis en zij, zonder dat iemand het ook maar doorheeft, zwanger wordt van zijn bastaarddochter Marie. Onwetendheid en naïviteit lijken hand in hand te gaan wanneer uit de brieven blijkt dat zelfs zij zich pas bewust werd van haar zwangerschap ten tijde van de verschrikkelijke nacht waarin zij moest bevallen. Bestraft worden moeder en kind naar de St. Magdalena Stichting in Breda gebracht om deze schandalige geschiedenis zo goed als kan te verhuizen.

geheim1‘Dan nu de geschiedenis.’

De verhalende geschiedenis van Floor en Greg baseert zich zeker op feiten. Ze putten niet enkel uit de brieven, maar schetsen ook een beeld van de geschiedenis door middel van foto’s die zij uiteen stallen op schildersezels. Wanneer de ingewikkelde stamboom van de tandartsenfamilie van Floor en Mies wordt gepresenteerd, doet dit haast denken aan een lesje Griekse mythologie. Daarnaast doet het duo ook een beroep op verschillende literaire bronnen om een beeld te schetsen van dat wat wellicht Mies’ grootste vijand was: haar tijdsgeest. Mies leefde in een tijd van grote vernieuwingen en uitvindingen waarin de rol van de vrouw een ware metamorfose onderging. De korsetten werden aan de kant gegooid en de vrouw ontpopte zich tot een jongensmeisje en een hard werkende femme fatale. Tegelijkertijd werd aan diezelfde vrouw het begrip ‘hysterie’ gekoppeld en ontstond er een grote angst en weerstand voor deze anarchistische vrouwen met korte haren die ineens van alles wilden en broeken gingen dragen.

Scherp spel

De verschillende interpretaties en het gemak waarmee Floor en Greg in de verschillende personages lijken te schieten, houden de toeschouwer scherp en laten de geschiedenis tot leven komen. Feit en fictie lopen naadloos in elkaar over en worden aangevuld met persoonlijke verhalen. Dit levert soms treffende overeenkomsten op: zo kregen Floor en Mies op dezelfde leeftijd hun dochtertje, hebben zij beide een zwak voor autoverkopers en schelen ze precies 90 jaar en één dag. Daarnaast wordt juist een schrijnend contrast voelbaar wanneer Floor vertelt over hoe liefdevol zij werd ontvangen na haar bevalling en hoe gezellig haar ziekenhuiservaring was. Haar positieve herinnering staat haaks op de bijna fatale bevalling van Mies en haar verstoting.

geheim2Schitterende archeologische vondsten

Geheim speelt in Castellum Hoge Woerd, een historische plek waar de restanten van een Romeins fort in de grond zijn aangetroffen. Hierop wordt momenteel het fort opnieuw gebouwd. Dit element van verder bouwen op de geschiedenis maakt de locatie natuurlijk uitermate geschikt voor deze voorstelling. Ook het aansluitende driegangendiner blijkt een voltreffer: volgens recept van over-over-over-overgrootmoeder krijgt het publiek heerlijke smaken uit het verleden voorgeschoteld terwijl eenieder op verzoek geheime briefjes schrijft die over precies 90 jaar en één dag gelezen mogen worden. Tijdens de epiloog wordt de toeschouwer zelf overgeleverd aan speculatie: waar was Cornelis al die tijd en hoe liep het af met Mies en Marie? Voordat Floor en Greg de antwoorden hierop met ons delen, wordt iedereen uitgenodigd om eerst hardop mee te denken. Er heerst een broederlijke sfeer en onze fantasie wordt uitgeschreven en getekend op de ondervloer van het theater. Ons geheim zal hierop worden bewaard wanneer de uiteindelijke vloer zal worden gelegd. Onze geheime briefjes in het kistje worden begraven in de historische grond van het Castellum om daar bewaard te blijven tot ze worden opgegraven door het stadsarchief. Deze poëtische versmelting van verleden, heden en toekomst maakt de voorstelling tot een unieke ervaring.

Film / Films

Arthousethriller met synthesizerpop en Don Johnson

recensie: Cold in July

Ooit was de genrefilm synoniem voor verwerpelijk. Want: commercieel, een knieval naar je publiek, artistiek volledig oninteressant. Geen onafhankelijke cineast die zich aan een thriller of actiefilm waagde.

Maar zie nu eens: Ook regisseurs met een tikje meer pretentie willen graag een publiek voor hun film. En dus worden we de laatste jaren overspoeld door de ene na de andere arthousethriller. Denk aan fijne titels als Prisoners, Killer Joe, Blue Ruin, Mud, Joe en Drive. Aan dat rijtje mag nu Cold in July worden toegevoegd, een broeierig Texaans misdaadverhaal dat de kijker steeds weer weet te verrassen zonder te vervallen in goedkope plottwists of schrikeffecten.

Cold in July begint met een scène die uit een campagnespotje van de Tea Party zou kunnen komen. Richard Dane (Michael C. Hall – met matje) betrapt een indringer in zijn huis en knalt hem af. Dat de man ongewapend was, vindt de politie en de publieke opinie verder geen probleem. Opgeruimd staat netjes.

Suburbia

Na dit explosieve begin, schakelt regisseur Jim Mickle in Suburbia-modus. We zien hoe de geschrokken Dane de schade repareert en zijn huis en gezin probeert te beschermen. Dus wordt er uitgebreid gesopt, gesausd en geplamuurd. Er wordt een nieuw bankstel aangeschaft. Voor de ramen komen dikke tralies.

Toch blijft er, ook wanneer alle visuele herinneringen aan het incident zijn weggepoetst, iets knagen aan Dane. Hij bezoekt de begrafenis van het slachtoffer en krijgt de vader van de man achter zich aan. Deze ex-bajesklant (Sam Shepard als een soort Halloween-engerd) schuwt geen middel om hem uit de weg te ruimen. Dan ontdekt Dane op het politiebureau een opsporingsposter met de naam van de man die hij neerschoot. Het portret is niet hetzelfde als van zijn slachtoffer.

Jaren tachtig

Cold in July slaat na dit slasher-intermezzo vrolijk weer nieuwe zijwegen in. Dane tekent de vrede met zijn achtervolger. Samen gaan ze op zoek naar zijn zoon. Bij de opsporing krijgen ze hulp van privé-detective annex varkensfokker Jim Bob, een nogal relaxte Texaan die zich verplaatst in een knalrode buitenmodelslee (glansrol Don Johnson).

Zo valt er nauwelijks een etiket op Cold in July te plakken. Net wanneer we denken naar een thriller, horror, sociale satire of een familietragedie te kijken, zet de film je op het verkeerde been met een nieuwe geweldsuitbarsting of droogkomische scène. En aan goedbedoelde boodschappen of een alles oplossende finale doet regisseur Mickle ook niet. Wel aan vederlichte synthesizerpop. Dankzij de jaren tachtig setting en de aanwezigheid van Don Johnson kregen we zowaar visioenen van roze flamingo’s en snelle Ferrari ’s. Zou dat oversized colbert met T-shirt nog passen?

Film / Films

Zwijgen is goud?

recensie: Im Labyrinth Des Schweigens

Terwijl de meeste Duitsers eind vijftiger jaren de oorlog achter zich willen laten, begint openbaar aanklager Radmann de gebeurtenissen in Auschwitz te onderzoeken. Hij is vastberaden de waarheid boven water te krijgen, maar wordt uit elke mogelijke hoek tegengewerkt.

Journalist Thomas Gnielka (André Szymanski) werkt aan een verhaal over een SS-er die na zijn gruweldaden in Auschwitz als leraar op een school is gaan werken. Het blijkt geen uitzondering. Vele nazi’s zijn na de oorlog niet berecht voor hun oorlogsmisdaden en leiden anno 1958 weer normale levens. Gnielka veroorzaakt stampij op het OM, maar wordt niet gehoord. Bijna niemand is geïnteresseerd in dit soort gevoelige zaken.

Verkeersdelicten en Auschwitz

De enige openbaar aanklager die interesse toont is Johann Radmann (Alexander Fehling), een fictief personage gebaseerd op de drie openbare aanklagers (Joachim Kügler, Georg Friedrich Vogel en Gerhard Wiese) die het Tweede Auschwitz-proces hebben voorbereid. Radmann is een jonge, gedreven jurist die maar al te graag de verkeersdelicten inruilt voor een schijnbaar onmogelijke missie: het opsporen en berechten van achtduizend Auschwitzbewakers.

De film weet mooi de ambiance te vangen van de vijftiger jaren, inclusief de economische bloei. De sets, locaties en kostuums ademen sfeer en de openbaar aanklager tuft met zijn oude Volkswagen Kever van hot naar her om arrestaties uit te voeren. Iedereen buiten de muren van het OM is schijnbaar gelukkig en zit niet te wachten op nog meer verhalen over oorlogsmisdaden. Dit gevoel wordt sterk verwoord door Radmanns collega Walter Friedberg (Robert Hunger-Bühler) die Radmann cynisch vraagt: ‘moeten alle zonen hun vaders vragen of ze een moordenaar zijn?’

Im Labyrinth des Schweigens is vooral een serieuze film, maar het is gelukkig niet allemaal dramatisch en zwaar op de hand. Met name de chemie tussen Radmann en zijn vriendin Marlene (Friederike Becht) en de mooie scènes in het huis van Gnielka zijn een welkome afwisseling op de vele verschrikkelijke ontdekkingen die Radmann overdag doet.

Grijs gebied

Im Labyrinth des Schweigens belicht een periode uit de Duitse geschiedenis waarin al dan niet welwillende onwetendheid een grote rol speelt. Wanneer Gnielka voor het eerst spreekt over Auschwitz weet Radmann niet eens dat het ooit bestaan heeft. Nu wellicht ondenkbaar, maar toen wilden veel Duitsers het verleden liever achter zich laten en werd over de WO II gezwegen. Radmann gaat echter voor zilver, laat getuigen spreken en dreigt te verdwalen in een labyrint waarvan niemand wil weten hoe het in elkaar zit.

Het onderscheid tussen nazi en burger, schuldig en onschuldig, overtuiging of onderdrukking blijkt niet eenduidig. Radmann bevindt zich steeds vaker in grijs gebied. Het innerlijke conflict laait daarbij op. Radmann wil het juiste doen, maar het is steeds moeilijk te zien wat het juiste is. Was iedereen die bij ‘De Partij’ zat een nazi? Hadden mensen überhaupt een keuze? Deze vragen maken deze prachtige, historische film bijzonder interessant.

Boeken / Fictie

Quirkiness van de bovenste plank

recensie: Miranda July - De eerste foute man

In haar films The future en Me, you and everyone we know liet Miranda July al zien de kunst van het blootleggen van ongemakkelijke situaties goed te beheersen. Ook in haar debuutroman De eerste foute man slaagt ze hierin perfect.

Cheryl Gickmanl is een frêle, eigenzinnige vrouw van middelbare leeftijd. Een die haar oren als snoezige schelpjes omschrijft en drukke ruimtes altijd met een oor ‘voorop’ binnen probeert te komen, zijwaards lopend. Ze werkt voor een non-profitorganisatie die instructievideos voor vrouwen uitgeeft waarin zelfverdediging wordt gecombineerd met fitness. Daar werkt ook de meer dan twintig jaar oudere Philip, op wie ze heimelijk verliefd is maar die op zijn beurt enkel uit is op Cheryls zegen. Die heeft hij naar eigen zeggen nodig om zijn liefde voor een zestienjarig meisje te consumeren.

Merkwaardig stel

Cheryl leeft veelal in een fantasiewereld. Daarin zijn Philip en zij in vele voorgaande levens samen geweest en daardoor is het onontkoombaar dat dit ook in dit leven gaat gebeuren. Daarnaast heeft ze een telepatische band met een jongetje genaamd Kubelko Bondy. Ze herkent hem in verschillende babies en in zwangere buiken, als een eindeloze reïncarnatie.

Haar leven neemt een andere wending wanneer haar werkgevers haar opzadelen met hun 21-jarige dochter Clee. In de eerste instantie zou het tijdelijk zijn, maar al snel groeit Cheryl naar haar toe. Bovendien ziet Clee ook geen reden om iets voor zichzelf te zoeken: ze heeft het comfortabel in de groezelige slaapzak waarin ze op de bank voor de televisie bivakkeert. Er ontstaat een bijzondere relatie tussen de twee, een zoals alleen July die weet te definiëren.

Unieke stem

Humor en droefheid gaan hand in hand in het werk van July. In een podcast van The New Yorker waarin auteur David Sedaris een verhaal van haar voorleest, roemt Sedaris July om dit vermogen. Hij merkt op hoe je gedurende het verhaal blijft lachen tot het allerlaatst, tot je op het eind plotseling een intens droevig gevoel bekruipt. Ook in De eerste foute man weet July dit gevoel te bewerkstelligen bij haar lezers.

July heeft een unieke, quirky stem en dat maakt haar werk meer dan de moeite waard. Wel verlangt ze van de lezer een zekere meegaandheid in de belevingswereld van haar personages. Want hoewel je zeker kunt lachen om de karakterestieke Cheryl, Clee en Philip, blijven ze tegelijkertijd wat vlak. Dat Cheryl passief en een beetje sneu is, blijft een gegeven en heeft geen duidelijke oorzaak. Dat voor lief genomen, is De eerste foute man een heerlijk vreemd boek met cultstatus-potentie.