Bombino Moctar
Muziek / Album

Bombino – Azel

recensie: Het gemis van de woestijnblues
Bombino Moctar

Afrikaanse harmonieën in een vierkwartsmaat. Omara “Bombino” Moctar, geboren in Niger en afkomstig van de Toeareg, een nomadische stam uit de Sahara woestijn, heeft er inmiddels een patent op. Na een eerdere geslaagde samenwerking met The Black Keys’ Dan Auerbach, wordt hij deze keer productioneel ondersteund door Dirty Projectors’ Dave Longstreth. Met deze samenwerking wordt weer een nieuwe weg ingeslagen met een meer ingetogen, rootsy geluid als resultaat.

Het grote publiek leerde Bombino vooral kennen door zijn voorlaatste plaat Nomad. Voor deze plaat werd Bombino destijds ontboden bij Dan Auerbach van The Black Keys. Het resultaat van deze bijzonder geslaagde samenwerking was een bluesplaat, waarbij Oosterse en Westerse elementen op knappe wijze werden gecombineerd. Geen jeans, maar een jurk. Geen kalebas of sitar, maar een stratocaster. En geen truckerscap, maar een hoofddoek. Noord-Afrikaanse volksmuziek met dito toonladders, melodieën en teksten en een mysterieuze taal (waarschijnlijk lofzangen op de woestijn of trieste verhalen over het leven in de Toeareg-stam) maar dan op zijn Westers gespeeld… Een nieuw genre was geboren: woestijnblues.

Van blues naar roots

Op Azel wordt het bluespad helaas niet doorgetrokken. Het repeterende, hypnotiserende gitaargeweld is wel gebleven, waardoor ook deze plaat weer een duidelijk psychedelisch randje heeft gekregen. Bijzonder aangenaam en aanstekelijk om naar te luisteren. Maar nu Auerbach niet meer in beeld is, wordt toch wel een duidelijk ander pad bewandeld. Op Azel staan meer ingetogen nummers waar Bombino op een andere wijze zijn klasse toont en wat dichter bij zijn roots lijkt te komen. Ook wordt het stopcontact herhaaldelijk vermeden in de verschillende akoestische nummers. Dit levert bij elkaar nog steeds een meer dan interessante diversiteit aan muziek op waarbij de cliché-omschrijving groeiplaat gerust van stal gehaald mag worden. Veelvuldig wordt er van genre gewisseld en datzelfde geldt voor het tempo in de muziek. Alle versnellingen worden namelijk gebruikt.

Met repeterende, broeierige gitaarriffs worden de grenzen van de blues- en rockmuziek opgezocht, maar even zo vaak worden deze losgelaten. Na Nomad, waarop Auerbach duidelijk iets toevoegde aan het geluid van Moctar (of wellicht was het zelfs wel andersom), was het wachten op een vervolg. Ook hier kruisen Oosterse en Westerse muziek elkaar, maar blijft alles toch iets aan de veilige en voorzichtige kant. Met Azel lijkt Bombino een afslag gemist te hebben. Verdwaald is hij overigens zeer zeker niet, maar een vervolg op het eerdere ingeslagen bluespad had waarschijnlijk een interessantere en spannendere plaat opgeleverd. Gemiste kans?

Boeken / Non-fictie

Op vakantie met een taaljournalist

recensie: Gaston Dorren - Vakantie in eigen taal

Het kan een fikse klus zijn om leesvoer voor op de camping te verzamelen. Dit jaar is het niet zo moeilijk: neem in elk geval Vakantie in eigen taal van Gaston Dorren mee in je koffer.

Als zelfbenoemd taaljournalist publiceerde Dorren reeds meerdere boeken. Taaltoerisme werd al in het Engels vertaald, en andere internationale edities zijn onderweg. Wie Vakantie in eigen taal leest, begrijpt waarom Dorrens werk een groot publiek trekt. Hij schrijft uiterst leesbare, overwegend korte stukjes. Daarbij neemt hij zowel taal als zichzelf niet te serieus, maar tegelijkertijd blijft hij niet aan de oppervlakte steken.

Dat is fout!

Vakantie in eigen taal biedt een gevarieerd geheel aan onderwerpen. Een pleidooi om het gebruik van de trema te beëindigen, een tip om het e-book dat je leest niet te vergeten, een bespreking van de mooiste versus de lelijkste taal, de uitspraak van ‘pass’, misvattingen over gebarentaal en een uitleg over het juiste gebruik van de puntkomma: het is slechts een kleine opsomming van de afwisselende kwesties die de revue passeren.

Een thema dat in een boek over taal niet lijkt te mogen ontbreken, is taalverloedering. ‘Me’ in plaats van ‘mijn’, ‘irriteren aan’, ‘hun hebben’: er zijn genoeg moppermogelijkheden. Daar doet Dorren niet aan mee. In plaats daarvan wil hij liever af van zijn ‘conservatieve taalreflex’, en legt hij uit waarom de gemaakte fouten volgens hem eigenlijk bijzonder logisch of helemaal niet erg zijn. Is het een probleem om ‘irriteren’ als een wederkerend werkwoord te gebruiken, net als bij ‘ergeren’? Nee, vindt de taaljournalist: de Fransen, van wie we het woord geleend hebben, doen het zelf ook.

Is er dan geen enkel taalverschijnsel waar Dorrens nekharen recht van overeind gaan staan? Toch wel. Soms wordt het zelfs hem te veel:

Hoe kranig ik mezelf ook voorhou dat taal nu eenmaal verandert, dat dat niet erg maar juist hartstikke interessant is en dat ik daar al helemaal niets aan kan doen – het helpt niet.

Wat de emmer doet overlopen? De uitspraak van dementie. Waar je op basis van soortgelijke zelfstandige naamwoorden (assistentie, ambivalentie, frequentie) deméntie zou verwachten, ligt de klemtoon tegenwoordig op de laatste lettergreep. Tot ongenoegen van Dorren: ‘Ik hoor: dementíé, en ik denk: stomme sukkel, dat is fout!’

Bijeenzomeren

Dorren is opgegroeid in het zuiden van Nederland en noemt het Limburgs zijn moedertaal. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Limburgs regelmatig aan de orde komt. Dorren gaat bijvoorbeeld op zoek naar een Nederlands alternatief voor ‘bie-einzeumere’, wat hij als ‘stukje bij beetje verzamelen’ vertaalt. Met name aan het einde van het boek wordt het Limburgs in de spotlights gezet. Voor mensen met een andere moedertaal kan dat wat minder interessant zijn. Maar zeg niet dat Dorren je niet gewaarschuwd heeft: meteen in de inleiding noemt hij diverse redenen om Vakantie in eigen taal vooral links te laten liggen. De hoeveelheid aandacht voor zijn moerstaal wordt aangestipt, net als het feit dat het boek ietsje rommelig en informeel is. Dat is inderdaad het geval. Door dit alles echter zelf al te benoemen, maait de auteur vakkundig het gras voor de voeten van de recensent weg.

Vakantie in eigen taal sluit af met twee toegiften: een puzzel en een overzicht van bezienswaardigheden in de Lage Landen voor de taalliefhebber. Daarmee is Dorrens werk met recht een vakantieboek te noemen. Waarheen de reis deze zomer ook gaat, een vakantie in eigen taal blijkt hoe dan ook een aanrader.

 

Boeken / Fictie

De tol van verborgen homoseksualiteit

recensie: Roger Martin du Gard - De verdrinking

De verdrinking verscheen voor het eerst in 2008, toen als voorproefje van Luitenant-kolonel De Maumort. De novelle over de latent homoseksuele Xavier de Balcourt laat goed zien waar Roger Martin du Gard in staat is.

Xavier de Balcourt, sergeant in het Franse leger, wordt voor een kleine twee weken ingekwartierd in het plaatsje Auney-sur-Marne. Hij neemt zijn intrek in een bakkerij, waar de charmante, zeventienjarige Yves werkt als knecht. Xavier valt voor de jongen met zijn jonge, gladde lichaam – ‘Wat leek dit slanke lichaam puur en fris, wat straalde dit blozende, jonge vlees in het avondlicht, tegen die achtergrond van groen!’ – en er ontspint zich een duister spel van verleiding. Het mag dan 1888 zijn,  en homoseksualiteit is dan al zo’n 100 jaar wettelijk toegestaan, compleet geaccepteerd is het nog niet.

In Luitenant-kolonel krijgt Bertrand privéles van de jonge pedagoog De Balcourt, en na diens zelfmoord vindt hij diens dagboeken, die de titel De verdrinking dragen. Die kennis is voor het lezen van deze novelle niet van belang, maar dat zelfs bijfiguren zo uitgewerkt waren, toont aan hoe zeer Roger Martin du Gard zich in zijn fictionele wereld had verdiept. De verdrinking profiteert daarvan: het verhaal voelt doorleefd en echt.

Betoverd, en zonder hoop

In het eerste dagboek van De verdrinking beschrijft De Balcourt hoe hij in Aurney arriveert en hoe hij langzaam valt voor Yves. ‘Ik heb me nog nooit zo ellendig gevoeld. Betoverd, en zonder hoop…’ schrijft hij na een paar dagen. Want nu eens lijkt Yves tegemoet te komen aan zijn avances, dan weer niet. Wat wil de jongen? Tegelijkertijd is De Balcourt zijn eigen tegenkracht. Zijn seksualiteit kan hij alleen heimelijk belijden: in De verdrinking wordt goed duidelijk hoe voorzichtig hij moet opereren. De Balcourt lijkt die maatschappelijke afkeer geïnternaliseerd te hebben, en zodoende ook zichzelf te haten.

Het tweede deel van het boekje, enkele maanden na De Balcourts verblijf in Aurney geschreven, gaat terug naar de laatste avond dat hij in het dorp was. Yves en hij hadden een afspraak bij een rivier: een laatste moment samen, het consumeren van de liefde – maar het gaat op gruwelijke wijze fout. De Balcourt, terug in Parijs, wordt van moord verdacht, maar weet een geloofwaardig alibi te vertellen.

Dat  De Balcourt vrijuit gaat verandert natuurlijk niks aan Yves’ dood , noch aan de rol die hij wél gespeeld heeft. Martin du Gard weet de spanning – van hoopvolle romance via gruwelijk einde naar mogelijke repercussies – goed op te bouwen en te bewaren. De verdrinking is een mooie, precieze vertelling over de tol van verborgen homoseksualiteit.

Boeken / Non-fictie

Economie voor dummies

recensie: Bas Haring - Waarom cola duurder is dan melk

Economie is voor veel mensen een grijs gebied. Zelfs economen lijken het vaak niet eens met elkaar te zijn, terwijl dat nu juist de specialisten zijn. Filosoof Bas Haring besloot daarom eens zelf in de materie te duiken.

Aan de hand van 29 vragen probeert Haring in Waarom cola duurder is dan melk wat zaken op te helderen. Denk aan vragen als ‘Waar komt geld vandaan?’, ‘Is het verkeerd om schulden te maken?’, ‘Heeft alles van waarde een prijs?’ en natuurlijk ‘Waarom is cola duurder dan melk?’. Een deel van deze vragen heeft Haring voorafgaand aan het onderzoek opgesteld. Maar uit zijn zoektocht naar antwoorden vloeiden ook weer nieuwe vragen (en antwoorden) voort. Sommige onderwerpen licht Haring dieper uit, zoals inkomstenverschillen. Hij gaat in op het waarom hiervan, of ze terecht zijn en of rijke mensen rijk zijn ten koste van armen.

Contra-intuïtief

Economisch denken is voor de leek vaak niet logisch. Illustratief is de vraag of het terecht is dat iedereen hetzelfde betaalt. Een verkoper zou het liefst iemand die meer over heeft voor een product ook meer in rekening brengen, maar zo werkt het niet. Dus stelt hij een prijs vast waarvan hij verwacht de meeste winst te maken. Sprekend is het voorbeeld van de prullenbakkenfabrikant. Die heeft 50 euro productiekosten per prullenbak en verwacht de meeste winst te maken wanneer hij 100 euro voor zijn prullenbakken vraagt.

Er zijn natuurlijk mensen die geen 100 Euro hebben om een prullenbak te kopen. Deze mensen zou de fabrikant nog steeds graag prullenbakken verkopen, bijvoorbeeld voor 60 euro. Hij kan er voor kiezen een ander model te maken, of de prullenbak in een minder mooie kleur uit te brengen. Wat hij ook kan doen, is een deukje trappen in de prullenbak van 100 Euro en deze voor 60 Euro verkopen.

Veel mensen zouden woedend worden wanneer ze horen dat fabrikanten dit opzettelijk doen om zo meer spullen te slijten. Toch is in principe iedereen blij: de fabrikant verkoopt een extra prullenbak en de koper is blij dat hij een dure prullenbak met korting kan kopen. Denk ook aan alle outlet stores die we hebben waar mensen met minder geld toch dure producten kunnen kopen. De nauwelijks waarneembare productiefoutjes nemen mensen graag voor lief. Zou het dan fundamenteel verkeerd zijn wanneer producenten opzettelijk een partij goederen mét productiefoutjes maakt?

Grillig vakgebied

Economie is in vele opzichten een bijzonder vakgebied, niet in de laatste plaats omdat de experts het vaak oneens zijn met elkaar. Wat betreft de oplossing voor economische crisis lopen de meningen sterk uiteen. Waar de een zegt dat er geen geld is om te spenderen en dat de overheid daarom de hand op de knip moet houden, beweert de ander juist dat er méér geïnvesteerd moet worden om groei mogelijk te kunnen maken.

Haring probeert geenzins een sluitend antwoord te vinden op dit vraagstuk. Wel legt hij helder uit hoe het kan dat economen zulke verschillende meningen hebben terwijl ze dezelfde materie bestuderen. Anders dan bijvoorbeeld natuurkundigen, die hun theoriën kunnen testen door middel van experimenten, hebben economen enkel de grillige realiteit om te bestuderen. Ze zijn afhankelijk van aannames en kunnen het menselijk handelen nooit helemaal voorspellen. Geen wonder dus dat ze er soms naast zitten.

Met Waarom cola duurder is dan melk is Haring in zijn opzet geslaagd, namelijk het toegankelijk maken van een vakgebied dat voor veel mensen nog hocus-pocus is. Natuurlijk komen niet alle zaken aan bod, maar dat is ook niet mogelijk in een boek dat als introductie bedoeld is. Een luchtig en verhelderend boek.

bridget riley 8weekly recensie
Kunst / Expo binnenland

Een wervelend en duizelingwekkend lijnenspel

recensie: Bridget Riley: The Curve Paintings. 1961-2014
bridget riley 8weekly recensie

Het gemeentemuseum in Den Haag presenteert momenteel een overzichtstentoonstelling uit de jaren 1961 tot 2014 van de Britse kunstenares Bridget Riley (1931). Riley werd beroemd door haar optische schilderijen. De tentoonstelling laat met schilderijen en voorstudies zien hoe ‘The Curve Paintings’ zich ontwikkelden.

Bridget Riley 8weekly recensie

Bridget Riley, Blue la reserve, 2010.

Verbazing

De tentoonstelling is ruim opgezet, wat het gepresenteerde werk ten goede komt. Bij het werk van Riley moet de toeschouwer zich kunnen bewegen, om het werk volledig te kunnen ‘ondergaan’. In de eerste zaal slaat de verbazing al toe. Wat gebeurt hier? Kijkend naar golvende lijnen, in zwart-wit op een plat vlak, ontstaat er, bij benadering of verwijdering van het werk, beweging. Beweging, waardoor toeschouwers een beetje duizelig of zelfs misselijk worden; het gevoel in een roller coaster te zitten. Onmogelijk om er heel lang naar te kijken. Wat meteen de vraag oproept hoe Riley dit kon schilderen, zonder in de war te raken. Dat vereist wel een ijzeren discipline en precisie! Wat is hier aan de hand? Door middel van een uitgekiend lijnenspel weet de kunstenaar het gevoel van heftige beweging en trillingen in ons brein op te wekken.

Interessant

Hoewel het eenvoudig lijkt (repeterende, gebogen lijnen op een doek), is het dat niet. De voorstudies, gemaakt met potlood, inkt en gouache op blanco of ruitjespapier, tonen berekeningen die aan een doek vooraf gaan. In allerlei vakjes staan aantekeningen van afmetingen en kleuren en waar de gebogen lijnen dikker of dunner moeten worden. In de uiteindelijke compositie schildert ze de ‘zee’ van lijnen en vormen met de hand.

Bridget Riley 8weekly recensie

Bridget Riley, Current, 1964.

Gefascineerd door de curve

Riley is geïnteresseerd in het proces van hoe mensen waarnemen. De kopie die ze in 1959 maakte van het schilderij Le Pont de Courbevoie (1886/87) van Georges Seurat betekende voor haar een grote doorbraak. Geïnspireerd door de ‘op-art’ van Victor Vaserely (1906-1997), experimenteerde ze met geometrische vormen in zwart-wit om een sensatie van licht en energie in haar schilderijen op te wekken. Afhankelijk van de gezichtshoek in het oog, veroorzaken deze werken een sterke illusie van beweging. In 1961 ‘stuitte’ zij op de curve, de gebogen lijn, die zij in de loop der jaren verder ontwikkelde. In eerste instantie werkte Riley alleen met zwart-wit; dat zijn ook de werken waar het contrast het sterkst is. In deze periode (1963-1966) werd door de kledingindustrie in New York misbruik gemaakt van haar werk, door veel van haar op-art-werk te imiteren. Zij kon daar echter niets tegen doen, omdat kunstenaars in de Verenigde Staten op dat moment auteursrechtelijke niet werden beschermd.

Bridget Riley 8weekly recensie

Bridget Riley, Streak 2, 1979.

Van curve naar contour

Vanaf 1965 begint zij ook kleuren te gebruiken. De curve is het centrale thema in het werk van Riley tot 1980. In de periode 1980 tot 1997 voeren verticale strepen, diagonalen en verschillende andere beeldvormen, zoals ruiten, de boventoon; de curve verdwijnt echter. Als de curves na zeventien jaar weer terugkeren in het werk van Riley, hebben ze een totaal ander karakter gekregen. Ze bestaan uit een grote variatie van vormen en ruimtes; het zijn niet langer gebogen lijnen, maar contouren van vormen geworden.

Deze tentoonstelling brengt op indringende wijze het werk van Riley tot ‘leven’. Woorden kunnen deze hypnotiserende en duizelingwekkende ervaring niet uitdrukken, die moet je zelf ondergaan!

David Åhlén
Muziek / Album

Zweeds minimalisme

recensie: Albumrecensie: David Åhlén - Hidden Light
David Åhlén

David Åhlén groeide op bij het Zweedse Jesus People en brengt inmiddels het grootste deel van zijn tijd door op een afgelegen kloostergemeenschap op Gotland. Niet vreemd dus dat de singer-songwriter zich vaak laat inspireren door zijn geloof, maar verwacht geen vrolijke nummers vol halleluja’s. Åhlén maakt melancholische, haast sombere muziek met een zware ondertoon. Die melancholie is ook terug te horen op zijn derde album, Hidden Light, dat in september verschijnt en geproduceerd is onder het Nederlandse label Volkoren.

Net als eerdere albums wordt ook dit album gekenmerkt door de zuivere falsetstem van Åhlén. De combinatie van dit heldere stemgeluid met het gebruikte instrumentarium – voornamelijk cello, trompet en piano – zorgt voor een bedrukte sfeer. Hoewel hoorbaar aanwezig is het niet Åhléns stem die de aandacht opeist. Zijn stem lijkt eerder naadloos samen te smelten met de achtergrondmuziek.

Religieus tintje

Zoals de titels van nummers zoals ‘Morning Prayer’ al doen vermoeden verwijst Åhlén ook op Hidden Light meerdere keren naar zijn religieuze achtergrond. Toch zijn die verwijzingen meestal verborgen in de tekst, waardoor er ruimte overblijft voor de eigen interpretatie van de al dan niet religieuze luisteraar. Overigens is Åhléns religieuze achtergrond niet alleen terug te horen in de teksten die hij schrijft: op zowel ‘Majesty’ als ‘In Peace’ heeft de achtergrondzang veel weg van een heus kerkkoor.

Naast een ode aan zijn geloof is Hidden Light vooral een minimalistisch album. Dat minimalisme is een resultaat van de combinatie van een beperkt instrumentarium met veelvuldige repetitie binnen de nummers. Ook lijkt Åhlén complexe melodieën en muzikale uitbarstingen uit de weg te gaan. Dit komt wellicht het beste naar voren in ‘Recapulatio’, een kort nummer waarop alleen eenvoudig pianospel te horen is.

Te veel van hetzelfde?

De stem van Åhlén past goed bij deze minimalistische muziek, maar toch ontbreekt er iets van variatie op Hidden Light. Na enkele tracks beginnen de nummers meer hetzelfde te klinken en begint de melancholische sfeer die Åhlén creëert wat te vervelen. Een uitzondering is het nummer ‘Heal Me Love’ waarop Åhlén wordt bijgestaan door Nicolai Dunger, wiens donkere stem een welkome afwisseling biedt. Doordat een onderscheid tussen de nummers moeilijk te maken is, blijft geen van liedjes echt hangen na het beluisteren van het album.

Het gebrek aan variatie betekent echter niet dat het album niet de moeite van het beluisteren waard is. Niet alleen blijft Åhléns kenmerkende stem prettig om naar te luisteren, de cd heeft genoeg mooie muziek om het een interessante plaat te maken voor liefhebbers van melancholische folk. Toch blijft een echte muzikale openbaring uit en slaagt Hidden Light er niet echt in om de luisteraar naar een hoger spiritueel niveau te tillen.

Boeken / Fictie

Meedeinen op het onalledaagse

recensie: Maarten 't Hart - De moeder van Ikabod

Maarten ’t Hart speelt in zijn nieuwe bundel met oude, vertrouwde thema’s. De achttien verhalen in De moeder van Ikabod, die als ‘sterk autobiografisch’ worden aangeduid, spelen zich af in een tragikomisch universum waarin de lichtheid van het bestaan blijft doorschijnen.

Vanaf 1971 publiceerde Maarten ’t Hart meer dan dertig titels bij De Arbeiderspers. Romans als Een vlucht regenwulpen (1978) en De jacobsladder (1986) werden juichend onthaald, maar ook als schrijver van korte verhalen heeft ’t Hart zich bewezen.

Putten uit eigen ervaringen

De nieuwe bundel heeft een autobiografisch karakter. ’t Hart zal de waarheid hier en daar een handje hebben geholpen, maar het overgrote deel van de beschreven zaken heeft zich zeker in het leven van de schrijver afgespeeld. Ook komen er veel thema’s uit vroegere werken in dit boek naar voren.

Interessant is de titel van de bundel. In de Bijbel is Ikabod de naam van het kind dat wordt geboren nadat de Ark des Verbonds uit Israël is gestolen. In de Ark liggen de stenen tafels met de tien geboden; het fundament van het christendom. Het verhaal van Ikabod, dat letterlijk ‘er is geen eer’ betekent, symboliseert zodoende het einde van het christelijke geloof. Dat is precies wat ’t Hart in de huidige tijd ook ervaart en in het titelverhaal ‘De moeder van Ikabod’ op eigenzinnige wijze beschrijft.

In het openingsverhaal, ‘De stiefdochters van Stoof’, gaat ’t Hart terug naar het dorp waar hij is geboren. Het is de opmaat voor een confrontatie met zijn gereformeerde jeugd. Later in de bundel komt zijn liefde voor klassieke muziek en het orgelspelen ook naar voren, evenals de fascinatie voor biologie en het feit dat zijn vader grafgraver was.

Laten leiden door het leven

In vrijwel alle verhalen overkomt hoofdpersoon Maarten iets onalledaags. Daar verzet hij zich niet tegen; hij laat zich er juist door meevoeren. In ‘Hoe God verscheen in Warmond’ vraagt een jongetje bij het stoplicht of Maarten toevallig ook weet waar God woont. Een jongetje uit zijn klas had van een neefje gehoord dat God in Warmond woonde, en nu wilde hij God graag iets persoonlijks vragen. Maarten fietste mee en heeft het verhaal, zoals het zich verder heeft ontvouwd, nu opgeschreven.

’t Hart tekent op dat hij altijd rond acht uur op bed gaat en bij het kraaien van de haan alweer opstaat. Hij zit niet in het café met andere schrijvers, maar trekt zich liever terug. Van uitspattingen geen sprake; een sobere, calvinistische levensstijl viert hoogtij. De verhalen in de bundel gaan dan ook niet over zijn eigen regelmatige levensinvulling, maar vooral over wat er gebeurt als andere mensen zijn leven gaan beïnvloeden.

Ontwikkelingen door anderen

Die invloed is soms maar klein. In ‘Maartens wietplantage’ zitten twee netgeklede jongetjes in zijn tuinkas te schaken, terwijl een vrouw in zijn tuin vezelhennep (of wietplanten?) aan het zaaien is. Maarten jaagt haar niet weg, maar stelt zelfs voor om te bellen als de eerste plantjes opkomen. Hij drukt het vreemde voorval niet de kop in, maar laat het gebeuren. Als de vrouw aan het einde van de zomer voor de laatste maal langskomt, is het verhaal ook meteen afgelopen.

De wissel die de dame uit het slotverhaal ‘De weegstoel’ op het leven van Maarten trekt, is veel aanzienlijker. Zij is de Zweedse vertaalster van zijn bestseller Een vlucht regenwulpen. Maarten is eerst mopperig over het veel te strak georganiseerde weekend in Stockholm en over de slordig geklede vertaalster, maar valt dan als een blok voor haar. Veelzeggend is de beschrijving dat er op de terugreis in het vliegtuig niemand naast of achter Maarten zat. Hij was weer alleen, het verhaal was weer voorbij.

Maarten ’t Hart laat de lezer in zijn nieuwe bundel geregeld glimlachen. De lichtheid van het leven en het tragikomische van het bestaan komen goed naar voren in de verhalen. Pas als anderen zich er mee gaan bemoeien, komt het leven van Maarten op gang. De mix van zijn meegaandheid, bijna naïeve goedheid en sobere levensstijl heeft geresulteerd in een keur aan verhalen die je het komische en tragische van het leven in laten inzien.

Blues update vol2
Muziek / Album

Blues driemaal anders

recensie: Blues Update volume 2
Blues update vol2

In deze tweede editie van de Blues Update aandacht voor Kyla Brox die zeven jaar stilte doorbreekt. Dan een oude vertrouwde akoestische blues-man, Brooks Williams, die nog niet zo lang geleden ons land bezocht. De stevige kost van Mark Pontin Group is de sluitsteen.

De blues is over het algemeen een mannenwereld. Wat is het dan ook heerlijk om nu weer eens een vrouw binnen het genre te kunnen bespreken. Het is ook leuk om drie totaal verschillende benaderingen van de blues te kunnen combineren in één artikel. De blues mag dan een van de oudste muzieksoorten zijn in de moderne muziek, ze is nog altijd springlevend.

Bloedmooie soul-blues

Kyla Brox nam ooit haar debuutalbum in Nederland op, maar dan moeten we wel terug gaan naar 2003. Vervolgens verscheen er in 2007 en 2009 nog een album De zeven Britse Blues Awards en drie nominaties voor een Europese Blues Award voor haar eerdere albums liggen dus alweer ver achter haar.

Na zeven jaar van stilte is deze blueszangeres, die heel veel soul verwerkt in haar muziek, terug met een prachtig album: Throw Away Your Blues. In de tussenliggende periode vond ze haar liefde Danny Blomery in Australië en stichtte samen met hem een gezin. Nu is ze teruggekeerd naar Lancashire in Engeland. Het nieuwe album werd in Nederland opgenomen in de Jan Kisjes Studio in Dalfsen. Ze zal dan ook later dit jaar hiermee gaan toeren.

Muzikaal zet Brox al bij de opening met ‘If You See Him’ alle registers open. Met haar indringende zang weet ze al in de eerste paar regels van het nummer een enorme indruk te maken, waarbij ze teruggrijpt naar groten uit de muziek, zoals Mavis Staples. Het lied ontpopt zich vervolgens als soul-blues-gospel met een enorme intensiteit. Het visitekaartje van Kyla Brox ligt hiermee al vanaf het eerste nummer als een staalkaart van haar kunnen in een klap op tafel. Brox zingt en speelt fluit, terwijl haar wederhelft bas speelt in de begeleidingsband. Alle nummers zijn van de hand van Brox en meestal samen met Blomery geschreven. Zelfs liefdesliedjes van Brox dragen diepe sporen van de blues, zoals de afsluiter ‘I Will Love You More’, waarin Brox zingt: “When I’m lying in my grave, I wil love you more……” Dit is natuurlijk de echte blues-benadering, het grijpen naar trieste momenten.

Brox verdient met dit album hernieuwde aandacht en hopelijk duurt het daarna niet weer zo lang voordat we weer van haar vernemen. Haar muziek is nu rijp en Brox zingt uit volle borst haar levenservaring in bloedmooie soul-blues.

 

Om te ontdekken

Brooks Williams bezocht in januari van dit jaar ons land direct na de opnames van zijn nieuwe album. My Turn Now moest nog bijna vijf maanden wachten op de release.

Speelde Williams tijdens zijn bezoek in zijn eentje, op dit nieuwe album horen we hem met zijn repertoire in een band-bezetting aan het werk. De elf liedjes zijn voor het grootste deel van de hand van Williams zelf, maar covert hier ook Mose Allisons ‘Your Mind Is On Vacation’, krijgt Kris Kristofferson’s ‘Nobody Wins’ een Williams-benadering en tweemaal zet hij een traditional volledig naar zijn hand.

Brooks Williams is, zoals dat heet, een echte finger-picker in zijn gitaarspel. Vandaar dat hij ook boeit met zijn spel en liedjes als hij ze helemaal solo ten gehore brengt. In zijn achtentwintigjarige carrière heeft Williams de nodige routine opgebouwd, maar die gaat live nimmer ten koste van de nodige diepte en vreugde in het spel. Het spelplezier en de frisheid van het gitaarspel blijven er vanaf springen.

De muziek van Williams valt in de categorie blues en Americana. Het titelnummer ‘My Turn Now’ gaat over een motorrijder die klaar is met steeds verliezen. Het is een compositie in de blues-traditie die doet denken aan Johnny Winter. Op een ander moment horen we weer de invloed van Ry Cooder in het werk van Williams, zoals in ‘Nine Days’ met zijn slidegitaar-benadering.

Voor wie Brooks Williams nog nooit live of van de plaat gehoord heeft is dit nieuwe album een mooi startpunt om hem te ontdekken. My Turn Now is een van de sterkste albums van deze virtuoos.

 

Bluesrock met veel invloeden

Mark Pontin Group tapt uit een heel stevig, vet rock- en blues-vaatje. Daar is vanaf de eerste noten van het album Textures geen misverstand over. Pontin schotelt ons een portie bluesrock voor zoals we dat verwachten, maar doet er hier en daar wel invloeden van andere stijlen in. Met een vleugje pop, jazz, soul en funk houdt Pontin en zijn band de muziek bijzonder spannend en past het – lekker ! – niet helemaal in het hokje van de blues of rock.

Pontin ontpopt zich op dit album als een uitstekend gitarist en een smid die goede songs kan smeden. Dat zijn mooie ingrediënten voor een lekker album. De groep bestaat op Textures uit vijf muzikanten. Naast een klassieke bezetting met gitaar, bas en drum kent de band aanvulling met Hammond en Clavinet. De partner, Ayesha, van Mark Pontin verzorgt de vrouwelijke achtergrondvocalen, maar ze bespeelt ook beurtelings met Tim Hamill de Wulitzer.

Textures is het tweede album en lost de hoge verwachtingen na het debuut, getiteld Days of Destiny, zeker in. Na ‘Outside Inside’, de stevig rockende opener met hardrock-aspiraties, laat Pontin het gas los en horen we een poppy ‘Change’, dat zonder problemen de hitparades zou kunnen bestormen met zijn zoetgevooisde zang en melodielijn. ‘Three Days’ is weer een stevig rockende bluescompositie. Het daarop volgende ‘Rising Up Before the Dawn’ draagt het predicaat rockballad. Dit alles opgeteld geeft een ware staalkaart van waar het allemaal heen kan gaan met deze Mark Pontin Group.

Het album Textures heeft de potentie om een groot en breed publiek aan te spreken, maar voor iedereen die een gevoelig hart heeft zal de deels stevige kost van de Mark Pontin Group mogelijk te heftig zijn. Wie ruimdenkend is en een brede smaak heeft zal vele uren luisterplezier beleven aan dit tweede album van deze band. Ik reken mezelf graag tot de laatste groep.

 

Live in Nederland:

Kyla Brox
10 December 2016 GitGo Blues Festival, Deventer
11 December 2016 Holland Tour

Brook Williams
9 april 2017 Café Cabriunus, Horst
10 april 2017 Meneer Frits, Eindhoven
12 april 2017 Crossroads Session, Bergen op Zoom
13 april 2017 Puur Wit, Terheijden
15 april 2017 Southern Roots Nights, Heerlen

 

Boeken / Non-fictie

Heiligschennis in de voedselkerk

recensie: Martijn Katan - Voedingsmythes

Voeding en gezondheid zijn hot. Regelmatig worden we overrompeld door een nieuwe voedingsrage en zit menig BN’er aan de gojibessen, je vrienden aan de quinoa en je buurvrouw aan raw food. Ondertussen vliegen de superfoods je om de oren, is alles eco en krijgen we nooit meer kanker. Te mooi om waar te zijn? Inderdaad!

Daarom is het fijn dat er zoiets is als wetenschap, die nuchter bekijkt hoe de dingen nu werkelijk in elkaar steken. Wetenschap heeft wel een vervelend trekje: het smoort onze romantiek en presenteert de kale, saaie feiten. Wetenschap is echter ook niet zo stevig als ze wenst te zijn. Hoe is het onderzoek uitgevoerd en hoe wordt dit vervolgens geïnterpreteerd? Hoeveel gezag heeft de onderzoeker eigenlijk? Auteur Martijn Katan glimlacht ons streng toe op de achterkant van zijn nieuwste boek: Voedingsmythes, het boek dat ons antwoord verschaft op tal van grootse claims over gezondheid uit voeding. We lezen dat hij professor en doctor voedingsleer is aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Zo’n man zal wel vaak lastiggevallen worden door bedrijven die zijn naam maar wat graag onder hun onderzoek zetten. Gunstig voor het bedrijf, want slechts zelden komt er uit door bedrijfsleven gefinancierd onderzoek een ongunstig resultaat. Zo’n gezaghebbende naam als Katan onder je onderzoek geeft veel zeggingskracht. Gelukkig laat Katan zich daar niet voor lenen en veegt hij de vloer aan met tal van moderne uitspraken over gezondheid. Vele daarvan blijken namelijk te rooskleurig of simpelweg mythes. Ook wel jammer, want zijn boodschap wordt er wat saai door en de heilige graal tegen kanker vinden we helaas niet in extra broccoli eten.

Wonderdokters

Een paar jaar geleden kreeg de Vlaamse dokter Kris Verburgh hele bevolkingsgroepen aan zijn voedselzandloper. De belofte op een lang leven, zonder kanker en hartfalen, mits je maar walnoten, bosbessen, zalm en quinoa eet. Die belofte ontkracht Katan. In uitspraken in de media doet hij dit helaas nogal boud (zie bijvoorbeeld dit artikel in  NRC). Fruit gezond? Onzin! Fruit is slechts een kleurig zakje suiker. Veel groente eten om gezonder te leven? Onzin! Wel benadrukt Katan dat een voornamelijk plantaardig dieet veel beter is voor de planeet en onze directe leefomgeving. En voor de kaasliefhebbers, je zou er maar erectiestoornissen door krijgen. Stemmingmakerij, want kaas komt voor de gemiddelde lezer ineens in het verdomhoekje. Je kunt er abrikozenpitten op innemen dat binnenkort een onderzoek verschijnt waarin de gezonde effecten van kaas benadrukt worden. Gelukkig is Katan in zijn boekje genuanceerder en bovendien weet hij zijn ontkrachtingen te voorzien van humor. De mooiste is die over allergieën:

‘Onze afweer is scherp afgesteld en komt daardoor vaak ten onrechte in actie. Je kunt het vergelijken met de meteropnemer die aan de deur komt, je doet de deur voor hem open en zodra hij binnen is begin je als een gek op hem in te slaan terwijl de brave man alleen de meter af kwam lezen. Net zo kan ons afweersysteem te keer gaan tegen eiwitten uit eten terwijl ze ons geen enkel kwaad doen.’

Vette controverse

Wat is dan wel gezond? Hierin is Voedingsmythes saai, doch consistent: drink matig, rook niet, word niet te dik en pas een beetje op met cholesterol. Een simpele conclusie, zoals er meerdere zijn te lezen. Ongetwijfeld omdat het boek 70 mythes wil ontnuchteren en daarbij kun je niet te veel uitweiden, wil je boek nog leesbaar blijven. Zo eindigt de mythe over het vermeende negatieve effect van de mononatriumglutamaten (de E-621, 623 en 631 nummers) met het advies niet teveel van die kant-en-klaarpakjes te kopen, terwijl eerder in dat stuk nog gezegd wordt dat deze E-nummers geen kwaad kunnen. Rondom verzadigde vetten en groenten neemt Katan weliswaar een duidelijk standpunt in, maar de conclusies die hij trekt roepen even zoveel nieuwe vragen op en leiden tot verwarring. Hoe zit het dan namelijk met kiemgroenten, paddenstoelen en gefermenteerde producten? Niet opgenomen in de 70 mythes, dus wel gezond? Wat zegt de ‘gezagsdrager’ op dit gebied, Katan, daarvan? Beter was het wanneer hij iets meer ruimte had genomen om zijn visie op vetten en groenten te onderbouwen.

Orthorexisme

Orthorexia is een eetstoornis waarbij iemand leidt aan de obsessie voor gezond eten. Er lijkt in die zin wel sprake van orthorexisme (waarbij de eetstoornis tot geloof is verheven) in voedingsland. Een interessante opmerking van Katan is dat de klassieke voedingswetenschap berustte op scheikunde en biologie. Tegenwoordig is voedingswetenschap verworden tot een gedragswetenschap. Aangezien gedrag moeilijker te voorspellen is dan de biologie of scheikunde is het lastiger te zeggen wat gezond is en wat niet. Zo is voeding dus meer en meer emotiegedreven en minder ‘hard’ dan voorheen. Slimme reclamemakers spelen daar handig op in. Ze beloven in hun claims een quick fix voor al die alledaagse ongemakken als futloosheid, dun haar, slappe huid, weinig energie en zo meer. Zo krijgt de voedingsleer een religieus tintje, waar de vermeende wetenschappelijkheid de autoriteit van boven wordt. Geen religie zonder twist. Op internet is Katan reeds door meerdere voedingswebsites en bloggers verketterd, omdat hij tegen hun overtuiging ingaat. ‘Vloeken’ doet soms pijn.

Katan heeft vanwege zijn carrière en onderzoek een zeker gezag op het gebied van voeding. Het is jammer dat in Voedingsmythes de nuance af en toe ontbreekt, en dat hij zich her en der tegenspreekt. Desondanks is dit boek een noodzakelijk tegengeluid te midden van de vele gezondheidsclaims die ons dagelijks om de oren vliegen.

Tinariwen
Muziek / Reportage
special: Reportage deel 1 - vrijdag
Tinariwen

Welcome to The Village

Het leukste dorp van Friesland is voor de vierde keer uit de as herrezen. Hoewel Welcome to The Village slechts drie dagen per jaar te bezoeken valt, voelt het direct vertrouwd aan. Met een geurend boeket van indie, electro, americana en een vleugje hiphop is het voor eenieder met een neus voor muziek uitstekend vertoeven bij het water van recreatiegebied de Groene Ster.

De zes bekende podia en bijbehorende eetstalletjes, met gevatte namen als Cut the Crêpe en Burning Baarch, zijn weer geopend. Op last van de gemeente moest de organisatie op het laatste moment het een en ander aanpassen, wat de nodige stress zal hebben opgeleverd. Bovendien klopt de plattegrond in het festivalboekje nu niet meer. Maar na een eerste verkenningsronde blijkt deze metamorfose helemaal zo slecht nog niet. De tent van Grootegast komt veel beter tot zijn recht op de nieuwe locatie, grenzend aan een zandstrook met ligstoelen en parasols. Zeker gezien het korte tijdsbestek een welverdiende pluim voor de organisatie.

Karavaan

De vrijdagmiddag is altijd lastig om op te vullen. Veel mensen zijn nog aan het werk of bezig hun tent op te zetten. Toch hebben The Hackensaw Boys geen enkel probleem om de tent van Grootegast te vullen. Deze hillbilly’s uit Virginia hebben tijdelijk hun hooivorken neergelegd om Leeuwarden met banjo, mandoline, viool en staande bas op een puik feestje americanastijl te trakteren. Met louter eigen materiaal slagen ze er wonderwel in om de tent te laten wiebelen. De onwetende luisteraar zou zweren dat ze traditionals spelen en dat is beslist een compliment.

De leverancier van WTTV zal vreemd hebben opgekeken toen hij dadels en kamelenvoer op de bestellijst zag staan. Verklaarbaar want de karavaan die Tinariwen heet, maakt na een bezoek aan Roskilde en de studio van Jools Holland nu een tussenstop in de oase van The Village. Op deze handelsroute worden er echter geen waren gesleten, maar authentieke woestijnrock. Waar ze hun stroom vandaan halen in de woestijn blijft een raadsel. Misschien hebben ze een kameel met een stopcontact, maar hoe dan ook ze weten wel hoe ze een elektrische gitaar moeten bespelen. Met hun uitheemse toonladders in combinatie met Afrikaans slagwerk weten ze het publiek voor hoofdpodium Bontebok te bezweren. Aangezien er veel in het Tamasheq wordt gezongen, is het publiek voornamelijk op de muziek aangewezen. Deze wordt op den duur wel wat eentonig. Bij de Touareg is het traditie dat mannen worden gesluierd, hierdoor blijft de interactie met het publiek vrij beperkt. Geen hoogtepunt maar wel een bijzondere ervaring. Overigens zijn er bij een kraampje naast het podium waterpijpen verkrijgbaar om het plaatje helemaal compleet te maken.

Glittercolbert

Na deze exotische indrukken is het tijd voor wat vermaak uit eigen land. Als we langs het water naar de tent bij Blessum lopen komen de diepe bastonen van HATY HATY ons al tegemoet. Een keur aan kleurrijke en gezellige mensen heeft zich voor het podium verzameld. Johannes Sigmond (Blaudzun) heeft zijn indiepop-hoed tijdelijk afgezet om samen met David Douglas dit project te beginnen. De donkere bastonen en geraffineerde samples passen uitstekend bij de kenmerkende stem van Johannes. Als je op de vroege vrijdagavond zoveel mensen aan het dansen krijgt, doe je toch iets goed. HATY HATY doorstaat de vuurproef in Leeuwarden.

Met een overheerlijke Smokey Mexican in onze maag, een hotdog van een van de vele biologisch verantwoorde eettentjes, begeven we ons naar King Khan and the Shrines. Een vreemde eend in de bijt, zo mag je King Khan gerust noemen met zijn zelfgemaakte maskertjes, een broek waar de billen uit zijn geknipt en een glittercolbert waar de gemiddelde James Brown-imitator gillend van klaarkomt. Tel hier de foute capes van de blazerssectie bij op, en je denkt eerder bij de nieuwste musical van Albert Verlinde te zitten dan bij een concert. Titels als ‘69 Faces of Love’ en opmerkingen tussendoor als ‘if you have a mangina we like to see it’ zijn al even banaal. De argeloze WTTV-bezoeker blijft niets bespaard. Deze prettig gestoorde opmerkingen en de ordinaire huisvlijt daargelaten, moeten we wel concluderen dat deze band swingt als een malle. Deze wat ongemakkelijke combinatie verwart echter eerder dan dat ze imponeert.

Dartel publiek

Django Django

Django Django

Misschien dat een koud biertje ons weer enigszins bij zinnen brengt. Naast de gangbare biersoorten en maten stroomt er dit jaar een speciaalbiertje genaamd Kroelebaai uit de tap. Kroelebraai is uitkomst van een bierproeverij die vorig jaar op het festival werd gehouden. Wat ons betreft is dit experiment voor herhaling vatbaar, want het is uit de kunst.

Na deze verfrissing togen wij vol goede moed naar Bontebok voor een confrontatie met Django Django. Deze art rockers weten een geoliede show neer te zetten. Het publiek krijgt een evenwichtige mix van nummers van debuutalbum Django Django en vervolgplaat Born Under Saturn voor haar kiezen. ‘Shake and Tremble’ vindt zijn gehoor bij het dartele publiek. De heerlijke saxofoonuithalen van ‘Reflections’ schallen over de vlakte. Hier en daar haalt de plichtmatige uitnodiging tot armzwaaien het spontane wel wat uit de show, maar dit mag de pret niet drukken. Het publiek hapt gretig toe en eet met nummers als ‘Cairo Skies’ uit de hand van de Schotten. Ze doen hun belofte als afsluiter op het hoofdpodium gestand.