Muziek / Album

Een nieuwe koers voor Pip Blom

recensie: Pip Blom – Bobbie

Pip kiest voor pop! Het roer omgooien is een spannende beslissing voor een band, en niet altijd even succesvol. Het Amsterdamse indie trio Pip Blom liet zich op eerdere albums Boat en Welcome Break inspireren door indie, rock en punk. Maar voor het nieuwste album Bobbie nemen ze een nieuwe route. Gitaargeluiden worden vervangen door strakke synthesizers en een drumcomputer. Maken ze hiermee een goede keuze?

Doei gitaar, hallo synthesizers!

De Nederlandse indie band, passend vernoemd naar hun frontvrouw, doet het al een tijd goed bij onze buren in Engeland. Voor hun eerste album Boat uit 2019 werkten ze al samen met de Britse singer-songwriter en producer Dave McCracken en die samenwerking is voor Bobbie (oktober 2023) hervat. Samen slaan ze behendig de nieuwe koers in. De toon van het nieuwste album is vrolijk, zorgeloos en hier en daar euforisch. Het geluid van Bobbie wordt gekenmerkt door sterke baslijnen zoals in het nummer ‘Fantasies’ en veelvuldig terugkerende synthesizers in nummers als ‘7 Weeks’ en ‘Tigers’. Als het aan de melodieën zou liggen en aan teksten van nummers als ‘I Can Be Your Man’ en ‘Where’d You Get My Number’ zal je als luisteraar haast denken dat Bobbie een luchtig album is om te luisteren. Toch zijn daar nummers als ‘Again’ die met een iets duisterder toon niet alleen maar de optimistische kant van de liefde bezingen. Bobbie is met recht een (indie)popalbum te noemen, maar écht zorgeloos is het niet.

Indrukwekkende samenwerkingen

Op het album zijn ook twee geslaagde samenwerkingen te vinden. De eerste is die met Franz Ferdinand’s leadzanger Alex Kapranos. Het nummer ‘Is This Love?’ werd eerder al als single uitgebracht en straalt rijkelijk van de hitpotentie. Bij de start van het lied word je als luisteraar gegrepen door de indringende zangstem van Pip, terwijl de melodie langzaam maar zeker aanzwelt. Het nummer bevat een duidelijk opbouw en zodra de herkenbare stem van Alex Kapranos zich eraan toevoegt, is duidelijk waar het naartoe werkt. Het nummer is al goed, maar met zijn stem als toevoeging kan het niet meer misgaan. Met een sterke melodie, indringende tekst en twee dijken van stemmen is dit duidelijk het prijsnummer van het album.

Op het zwoelere ‘Kiss Me By The Candlelight’ is de stem van Willem Smit, zanger van de band Personal Trainer en tevens Pips partner, te horen. Hoe romantisch de titel ook mag klinken, de inhoud van het nummer mag een kleine leeftijdswaarschuwing met zich meedragen. De stijlen van de bands mixen mooi in dit nummer, maar écht memorabel wordt het niet. Daarvoor is de lat te hoog gelegd door de heer Kapranos.

Nieuwe koers: even wennen

Het album Bobbie staat als een huis, dat is duidelijk. Alleen de straat waar dit huis staat, die is anders dan we van Pip Blom gewend zijn. Pip Blom en rammelende gitaren, die gingen immers hand in hand samen. Fans die ooit vielen voor de indie rock kant van de band kunnen daar tijdens het luisteren naar al die electropop heimwee naar krijgen. Zeker bij nummers als ‘7 Weeks’ waar Pips prachtige stem wordt bedolven onder autotune, zal het gemis alleen maar groeien. Maar dat maakt het album nog niet vervelend om naar te luisteren. Immers, de ogenschijnlijk zorgeloze electropop met lekkere uptempo nummers kan een nieuw publiek aanspreken.

Pip goes pop, een slimme en geslaagde zet. Eerdere fans zullen even moeten wennen, maar het nieuwste Pip Blom album heeft de potentie om een nieuwe schare fans aan te boren voor de band. Als iets het succes in het Verenigd Koninkrijk kan doen overwaaien naar Nederland, dan is het Bobbie wel.

Kunst / Expo binnenland

Een moment met Ai Weiwei

recensie: Ai Weiwei - In Search of Humanity

Kalm komt hij de zaal binnenlopen. De fotografen staan klaar met hun camera’s voor de pers preview. Hij wacht even, poseert, en loopt vervolgens naar de talkshowachtige setting op het podium.

De mensen in de zaal worden steeds enthousiaster naarmate ze beseffen dat de wereldberoemde kunstenaar nu echt voor hun neus zit. Naast de professionele camera’s komen nu ook de mobieltjes tevoorschijn. Iedereen neemt foto’s. Als antwoord hierop begint Ai Weiwei met foto’s maken van het publiek. Ook op zijn telefoon. De aanwezigen lachen. Het interview geleid door de directeur van de Kunsthal, Marianne Splint, begint.

Het gesprek is als een wals. Waarbij nauwkeurig voorbereide onderwerpen bruut maar zorgzaam afgekapt worden met de sterke meningen van Weiwei. Zo waarschuwt hij ons voor ‘mainstream thinking’ in de media en benadrukt hij dat we allemaal zowel ‘goed’ als ‘slecht’ kunnen zijn. Oftewel, de keuze is aan ons. Ook het levensverhaal van Ai Weiwei komt aan bod, en zijn luchtig aandoende humor krijgt vrij spel. Splint geeft met haar vragen secuur vorm aan de gevatte ironie die het zware levensverhaal van Ai Weiwei omvat. Hierdoor ontvouwt zich, net als in de expositie, een mensenleven.

Grootste overzichtstentoonstelling tot nu toe

De Kunsthal heeft geen eigen collectie, maar vertelt verhalen. Dit keer het verhaal van Ai Weiwei. In Search of Humanity is de grootste overzichtstentoonstelling van de kunstenaar tot nu toe. Enkele bekende werken zoals de Sunflower Seeds en de Study of Perspective serie springen er bij binnenkomst meteen uit. Een grote slang gemaakt van kinderrugtasjes introduceert de volgende ruimte. Het indrukwekkende werk genaamd Snake Ceiling vertelt over de angstaanjagende aardbeving van 2008 in Sichuan waarbij duizenden kinderen om het leven kwamen. Een ander ontzagwekkend werk is de installatie Crystal Ball. De grote bal lijkt vol te zitten met zeewater. De zwemvesten gaan letterlijk gebukt onder het gevaarte. De wanhoop en de fysieke zwaarte die de mensen moeten doorstaan om te vluchten wordt voor een moment invoelbaar. De tentoonstelling heeft ook een persoonlijke kant. De tijd die Ai Weiwei in China in gevangenschap doorbracht heeft hij namelijk tastbaar gemaakt door zijn cel op ware grootte te repliceren.

Op zoek naar zichzelf

Het oeuvre van Ai Weiwei is binnen de muren van de Kunsthal overzichtelijk, maar verliest daarbij niks van haar grootsheid. Zijn persoonlijke zoektocht is duidelijk in zijn werk. Zo bediscussieert hij op een beeldende manier het lot van China’s culturele erfgoed, komt zijn worsteling met de politieke structuren van zowel China als van de westerse wereld naar voren en klinkt zijn drang naar gerechtigheid door om hen die geen stem hebben een stem te geven. Toch noemt Ai Weiwei zichzelf geen activist. Hij is vooral bezig met wat hij denkt en voelt dat hij moet doen in het moment. ‘Freedom of expression is an essential quality of life’, aldus de kunstenaar. En zo wordt in de visie van Ai Weiwei de kritische houding er een die ons allemaal zou moeten treffen als essentieel aspect van ons leven. Persoonlijke vrijheid en subjectieve expressie zijn volgens Ai Weiwei belangrijk bij de zoektocht naar jezelf in de wereld. Een uitspraak die lijkt te materialiseren in het moment dat hij ook van de pers foto’s maakt. Met een flinke scheut ironie, die een scherpheid van waarneming verklapt, en door de simpele act van het foto maken, gooit Ai Weiwei het gemaakte uit de sociale interactie weg, waardoor hij deelneemt aan het gesprek als mens van vlees en bloed.

Eerlijke kunst vraagt om eerlijke kijkers

Ai Weiwei’s kunst is naast een persoonlijke zoektocht, een uiting van betrokkenheid bij mensen en gebeurtenissen in de wereld. Dit blijkt niet alleen uit zijn werk, maar ook uit zijn aanwezigheid. Met deze betrokkenheid sluit hij ook het interview. We hebben allemaal een verantwoordelijkheid naar elkaar. ‘Use you personal judgement rather than propaganda’, vertelt Ai. Deze woorden zijn ook treffend voor de tentoonstelling. Het werk nodigt uit om door een eerlijke lens bekeken te worden. Eerlijk in de zin van erkennen vanuit welke ‘echte’ problematiek het werk is voortgekomen ondanks dat de boodschap verpakt is in een ‘show’. De expositie is niet bedoeld voor bezoekers die louter komen om foto’s voor socials te maken. Nee, Weiwei’s kunst verlangt óók naar persoonlijke verantwoordelijkheid. Het vraagt om onafhankelijk nadenken zodat wij streven naar het menselijke in onszelf.

 

Film / Films

Een aangrijpende verfilming van een huiveringwekkende realiteit

recensie: Women Talking - Sarah Polley
Filmposter Women Talking© 2022 Orion Releasing LLC. All Rights Reserved/Pathé Thuis

Als adaptatie van het gelijknamige boek is Women Talking (Sarah Polley, 2022) gebaseerd op de gruwelijke gebeurtenissen die nog geen vijftien jaar geleden boven water kwamen over een mennonietengemeenschap in Bolivia. De film onthult een onderdrukte waarheid die schuilging achter stilgehouden misdaden, door velen in de gemeenschap afgedaan als het werk van de duivel.

Wanneer de keuze is om te blijven en niks doen, te vechten of te vluchten, blijkt al gauw dat niks doen geen optie meer is voor een groep mennonitische vrouwen. Bestaande uit een bijzondere cast, met onder meer Rooney Mara, Claire Foy, Jessie Buckley en Judith Ivey, besluit de groep vrouwen het heft in handen te nemen om de – op zijn zachtst uitgedrukt – misselijkmakende gebeurtenissen binnen hun gemeenschap onder de aandacht te brengen. De vrouwen zijn vastbesloten om verandering teweeg te brengen en delen afgezonderd van anderen uit hun gemeenschap hun ervaringen met en trauma’s veroorzaakt door seksueel misbruik en mishandeling met elkaar. Samen willen zij deze geweldplegingen tegengaan en de vooruitzichten voor de mennonietengemeenschap verbeteren. Met confronterende cinematografie geeft Polley de ongehoorde vrouwen een stem en openbaart een verhaal dat vaak wordt toegedekt.

Licht in de duisternis

Doordrenkt van symboliek en emotionele intensiteit heeft Women Talking een diepgaande impact op de kijker. Veelal gevuld met close-ups van de verschillende sprekers, accentueert de cinematografie een benauwende omgeving waarin de vrouwen zich bevinden. Een haast somber, troosteloos kleurenpalet creëert een sfeer die er niet enkel naar streeft om de sobere leefstijl van mennonieten te reflecteren, maar die tevens de onderdrukking van de vrouwen accentueert.

Ondanks de sombere omstandigheden worden de vrouwen niet tot slachtoffers gereduceerd. Ze zijn luchthartig en goedlachs, maar tegelijkertijd vastberaden om weerstand te bieden en in staat kritische vragen te stellen die op hun beurt de toeschouwer stof tot nadenken geven. In het bijzonder zetten de woorden van Ona (Rooney Mara) de kijker aan het denken: ‘Why does love – the absence of love, the end of love, the need for love – result in so much violence?’ vraagt zij zich af. ‘Surely, there must be something worth living for in this life, not only in the next’, voegt ze later toe. Deze woorden tonen dan ook dat veilige omstandigheden cruciaal zijn. Terwijl Salome (Claire Foy) onwrikbare hoop betoont in haar uitspraak: ‘Jesus was able to return to life, live for thousands of years, and then drop down to Earth from Heaven to scoop up his supporters. Surely he’d also be able to locate a few women who left the colony’. De variatie aan perspectieven en stemmen van de vrouwen geeft de vertelling diepgang en legitimiteit en stimuleert tevens tot nadenken.

Ongehoorde stemmen

Waar August (Ben Whishaw) – de enige mannelijke aanwezigheid in het vrouwelijk gezelschap – in de novelle het verhaal doet, wordt deze rol in de verfilming overgenomen door Autje (Kate Hallett). Hoewel de vrouwen ongeletterd zijn – waardoor zij moeten vertrouwen op August om hun bevindingen te noteren – wordt het woord van de vrouw des te meer benadrukt door de voice-over in handen van een jong meisje te leggen. Terwijl Autje worstelt met haar eigen trauma’s en angsten voor repercussies van haar familie en de leiders van de gemeenschap, vindt zij troost en solidariteit bij andere vrouwen met gelijke ervaringen. Het belang van saamhorigheid en verbinding is een boodschap die zij in haar vertelling wenst over te dragen aan de volgende generaties mennonieten.

Women Talking is niet zomaar een film, maar een krachtig pleidooi voor bewustwording en verandering. Een werk dat een schokkende realiteit aan de kaak stelt en je aanzet tot nadenken via kritische uitspraken, humor en dubieuze praktijken. Het is een werk dat ons eraan herinnert dat stilte de grootste bondgenoot is van misbruik en dat het doorbreken van deze stilte de eerste stap naar gerechtigheid is. Met overtuigende cinematografie en indringende vertellers brengt Sarah Polley een belangrijk verhaal tot leven, dat een boekje open doet over helaas nog vaak verzwegen ellende.

 

Gezien op Pathé Thuis

Film / Films

In a galaxy not so far away

recensie: The Creator
THE CREATORFilmdepot

The Creator is een science fiction film geregisseerd door Gareth Edwards, bekend van Godzilla (2014) en Rogue One: A Star Wars Story (2016). De film gaat over de vooruitgang van AI, een bekend thema binnen het genre en nu relevanter dan ooit. Wat voor toekomst schetst de film? En is deze geloofwaardig? Je leest het hier.

Wetenschap en vooruitgang

In de niet al te verre toekomst is AI dusdanig geëvolueerd dat robots en simulants (robots die bijna niet te onderscheiden zijn van mensen) deel uitmaken van de maatschappij. Na een rampzalige gebeurtenis met miljoenen doden tot gevolg zegt de Amerikaanse regering het vertrouwen in de AI op. Robots en simulants mogen niet meer ontwikkeld worden. Overheidsinstanties in Azië weigeren daar gehoor aan te geven en gaan rustig door met de productie. En dat betekent oorlog.

Science (non-)fiction

De vooruitgang die wordt geboekt op het gebied van AI is ongekend. Met name in het afgelopen jaar heeft de toepasbaarheid van kunstmatige intelligentie veel terrein gewonnen. Zo kan het schrijven van teksten of het animeren van mensen nu volledig aan AI worden overgelaten, wat mede heeft geleid tot de stakingen onder schrijvers en acteurs in Hollywood.

Het concept van AI is de bakermat van het genre science fiction. Inmiddels zijn er genoeg klassiekers binnen het genre die ook dit thema behandelen. Of The Creator in de boeken komt te staan als een van de klassiekers valt nog te bezien (misschien pas jaren later met terugwerkende kracht, net als Blade Runner), maar de visuele pracht en indrukwekkende wereldbouw staan in ieder geval als een huis.

Verbluffend design

De wereld van The Creator is prachtig vormgegeven. Ten eerste speelt het verhaal zich voornamelijk af in Azië, waar de AI nog geproduceerd mogen worden. Dit klinkt logisch, maar de setting van menig science fiction film beperkt zich tot Amerika. Dat maakt dat The Creator meteen origineel oogt. De rijstvelden worden bewerkt door simulants en in kleine dorpjes leven robots en mensen met elkaar in harmonie. De integratie van mens en AI is naadloos in de wereld verwerkt. Er zijn religieuze bouwwerken ter ere van AI helden, begrafenissen voor robots, en kinderen en simulants die met elkaar spelen en lachen. De wereld druipt van de inspiratie en is schitterend in beeld gebracht. Met name de CGI ziet er levensecht uit. Dit is vrij ironisch, aangezien het de film, net als veel door AI en computers gemaakte creaties, ontbreekt aan inhoud en bezieling.

Vorm boven inhoud

Het minpunt is namelijk dat er weinig met de interessant vormgegeven wereld wordt gedaan. Het verhaal heeft geen verrassingen in petto en weet qua karakters weinig empathie op te brengen. Daar komt nog bij dat de zielloze dialoog alleen maar daar is om het plot vooruit te duwen. Grote namen als John David Washington (Tenet, BlacKkKlansman), Ken Watanabe (The Last Samurai, Inception), en Alison Janney (I, TonyaThe Help) doen een vergeefse poging het script tot leven te brengen.

Bioscoopfilm

Al met al is The Creator vanwege de originele uitstraling en schitterende beelden een echte bioscoopfilm. Het verhaal laat te wensen over, maar de visuele pracht en prikkelende wereldbouw zullen ongetwijfeld bijblijven en hopelijk meer van dit soort films teweegbrengen.

Film
special: Camera Japan Festival Rotterdam 21 t/m 24 september 2023

Een middag in Japan

Bij de woorden ‘Japanse cinema’ zal bij veel mensen het genre ‘anime’ als eerste te binnen schieten. Maar Japanse cinema is zoveel meer dan enkel dit genre. Het Camera Japan Festival bewijst dit en biedt de kans Japanse parels te ontdekken. Met een liefde voor Japanse cultuur presenteert de 18e editie van het festival een vol programma met voor ieder wat wils.

foto: Romy Struik

Een coming-of-age drama, een snoeiharde horrorfilm of een feelgood drag roadmovie; het filmprogramma is mooi uitgebalanceerd. Er zijn niet alleen shorts, documentaires, animes en Q&A’s maar ook specials, een filmbrunch en films met live muziek. Met zo’n enthousiaste programmering is een grote venue dan ook noodzakelijk. Bioscoop Lanterenvenster is al jaren de locatie voor het festival in Rotterdam en ook deze editie weer leuk aangekleed in Japanse stijl. Tickets koop je onder de torii, de karakteristieke rode boog. Er is ook een kleine Japanse woonkamer waar je plaats kan nemen voor een leuke foto, inclusief Studio Ghibli gimmicks. Dit alles zorgt voor een uiterst gezellige sfeer.

Een kleine greep uit de programmering

Polan (door Kota Nakamura) gaat over een ouderlijk stel dat tijdens de coronapandemie noodgedwongen hun fysieke antieke boekenwinkel moet sluiten. De film toont hiermee een verhaal dat zich niet alleen in deze boekenwinkel in Japan afspeelt maar wereldwijd de realiteit is voor heel veel kleine ondernemingen. Dit in combinatie met de zichtbare passie voor boeken en de wijze levenslessen van de integere eigenaar van de winkel, Kyosuke, maakt het tot een documentaire die de toeschouwer aangrijpt en niet onberoerd laat.

Suncream and Windchimes (door Eiichi Takahashi) is dan weer heel andere koek. Een surrealistische film over wantrouwen en paranoia waarin personage Hajime zo overtuigd raakt van het idee dat hij zijn vrouw in vreemde kleding op straat heeft gezien dat hij camera’s in heel zijn woning ophangt, met alle gevolgen van dien. Door het coole acteerwerk en de schaarste aan dialoog is het moeilijk te begrijpen wat Hajime voelt of denkt, waardoor zijn handelingen nogal arbitrair lijken. Zo achtervolgt hij de dame die hij aanziet voor zijn vrouw zonder echt de moeite te doen om te ontdekken of ze het nu wel of niet is. De personages lijken zo van elkaar vervreemd dat er twijfel ontstaat of ze überhaupt registreren wat de ander tegen ze zegt. Gestelde vragen worden niet beantwoord en conversaties lijken in het niets op te lossen of nergens naar toe te gaan. Dit maakt het een ambitieuze debuutfilm die net niet helemaal goed genoeg in elkaar steekt om het surrealisme op overtuigende wijze over te brengen.

De anime Macross Plus (door Shinichirō Watanabe) wint de harten van het publiek door de opmerkelijke up-beat soundtrack in combinatie met fantastisch geanimeerde sequenties. Hoewel de sci-fi klassieker al in 1995 uitkwam is hij door het thema AI (en de gevaren die hierin schuilen) nog altijd opmerkelijk modern. Het voor anime typerende overdreven stemacteerwerk en de soms wat afgezaagde one-liners brengen bijna 30 jaar na dato een zekere onbedoelde humor met zich mee.

Meer dan alleen film

Hoewel de focus van het cultuurfestival op de Japanse film ligt, is er niet alleen veel te zien maar zeker ook veel te doen. Kinderen kunnen meedoen aan de ‘kids day’ waar allerlei leuke knutselactiviteiten en spelletjes te doen zijn. Aansluitend zijn er voor het jongste publiek een aantal korte Japanse films geprogrammeerd. Op donderdagavond is er voor de volwassenen een origami workshop, op zaterdagavond een whiskey proeverij en op zondagochtend een workshop maki-e (een traditionele Japanse lakdecoratietechniek waarbij afbeeldingen en patronen op specifieke voorwerpen worden getekend). Samen met de uitgebreide filmprogrammering weet het festival op deze manier iedere doelgroep aan te spreken.

In de Taiyaki zit een vulling, traditioneel zoete rodebonen pasta maar tegenwoordig ook custardcrème, chocola of zelfs kaas

Wie na afloop van activiteit of film zijn of haar smaakpapillen op de proef wil stellen is aan het juiste adres: in Lantarenvenster is een erg leuke markt waar je authentiek Japans eten koopt, veelal ter plekke vers bereid. Sushi, Taiyaki (gevulde wafels in de vorm van een vis), Sake maar ook snoepgoed zijn volop beschikbaar. Tijdens het middaguur hangt er een heerlijke lucht in Lantarenvenster door de lunch, bestaande uit Japanse lekkernijen, die wordt geserveerd in het restaurant.

Het festival bevat door al deze activiteiten een educatief aspect. De twee fotoreeksen Becoming a Geisha door Paul van der Veer en Commute Rush door Aoyaga Mitsuhi dragen hier ook aan bij. Van der Veer kreeg namelijk toegang tot het geishahuis Hanafusa waar hij de kans kreeg om de afstudeerceremonie van trainee Kikuya te fotograferen, waarna zij een volwaardig geisha zal zijn. Dit wordt maar zelden vastgelegd door buitenstaanders en is daarom extra bijzonder. De foto’s worden vergezeld van teksten die meer uitleg bieden over de rituelen. Samen schetsen ze een beeld van een wonderlijk beroep dat bestaat uit dag in dag uit hard studeren en werken. Mitsuhi’s fotoreeks heeft het dagelijks reizen in de grote Japanse steden als uitgangspunt. De foto’s zijn energiek en dynamisch, exact zoals de grote Japanse steden.

In plaats van de focus op het populaire of stereotyperende te leggen is het duidelijk dat balans het uitgangspunt is op het cultuurfestival. Wie gefascineerd is door de Japanse cultuur moet dus zeker een volgend festival bezoeken. Maar ook wanneer het enkel een kleine nieuwsgierigheid naar het onbekende betreft, is het Camera Japan Festival een goed begin om meer te leren over deze bijzondere en veelzijdige cultuur.

Bekijk hier de aftermovie van de 18e editie.

 

Theater / Voorstelling

Het recht om zelf te bepalen wie je bent

recensie: Orlando – Toneelschuur Producties

De verwachtingen van anderen: die maken het leven moeilijk. ‘Ik ben Orlando, en ik bepaal zelf wie ik ben.’ Daarmee definieert Orlando de kern van diens personage: afhankelijk van hoe die zich ‘voelt’, is Orlando man, dan weer vrouw. Orlando laat zich niet in een hokje stoppen.

Het personage is echter ook zoekende en vindt tijdens die zoektocht eigenlijk noch geluk, noch liefde, noch rust. Daarmee is Orlando van Toneelschuur Producties een verwarrende voorstelling die de toeschouwer aan het denken zet: is het nu bevredigend of juist onbevredigend om je niet te voegen naar conventies?

Het beroemde en controversiële boek Orlando, een biografie (1928) van de Britse schrijver Virginia Woolf is ettelijke keren bewerkt voor theater, voor film. Woolfs fictieve personage leeft vanaf de zeventiende eeuw, de tijd van koning Elizabeth I van Engeland, tot het begin van de twintigste eeuw. Orlando is edelman, man, vrouw, dichter, soldaat, geliefde, rivaal: het personage laat zich uitdrukkelijk niet vastpinnen op één identiteit.

Genderfluïditeit

In onze tijd, waarin meer en meer mensen merkbaar worstelen met gender, identiteit en seksuele voorkeur is de keuze van de makers van Toneelschuur Producties voor Orlando actueel. Woolf was haar tijd ver vooruit: genderfluïditeit was toen niet bepaald een issue; haar vertelling was eerder vervreemdend dan dat mensen er hun eigen problematiek in herkenden.

Regisseur Loek de Bakker zet zijn Orlando tussen hoge transparante schermen. Die kunnen open en draaien en wisselende ruimtes vormen (scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck). De acteurs kunnen daar doorheen, er omheen. Daardoor kan Orlando suggereren dat die zich verplaatst naar een volgend tijdperk, een andere locatie, met andere personages. Per slot leeft Orlando drie eeuwen. De schermen kunnen open en dicht. Het zijn barrières, maar ze bieden ook veiligheid.

Bovenlip

Milou van Duijnhoven speelt Orlando. Gekleed in jas over jas, broek over broek; nu en dan door andere personages voorzien van weer een volgend kostuum. Zo wordt Orlando steeds een volgend personage (kostuumontwerp: Rebekka Wörman). In de interpretatie van Toneelschuur Producties heet dat personage weliswaar steeds hetzelfde, maar in feite is het steeds iemand anders. Constante is dat Orlando in elke gedaante met de tong langs de bovenlip likt, een gebaar dat evengoed triomf als wellust kan uitdrukken.

Van Duijnhoven speelt Orlando goeddeels met een nogal strak en onbewogen gezicht. Binnen die beperking speelt ze trots, hooghartigheid, cynisme en nu dan onzekerheid. Opvallend is dat ze eigenlijk nooit lacht. Alsof Orlando ondanks diens onafhankelijkheid en ongrijpbaarheid het geluk niet vindt. Intrigerend aan Van Duijnhoven is dat ze behalve acteur ook danser is, haar bewegingen raken de grenzen tussen spel en dans.

Rembrandtkraag

foto: Gergely Ofner

Alicia Boedhoe, Michael Muller en Thom Vendrik nemen met zijn drieën alle rollen op zich van de personages die Orlando in drie eeuwen ontmoet. Sterk is Michael Muller in de rol van koningin Elizabeth I van Engeland. Het hoofd vastgeprikt op een stijve witte Rembrandtkraag, brengt Muller haar nukkig, autoritair, verwend, maar ook geestig. Alicia Boedhoe wisselt probleemloos en overtuigend van man naar vrouw en terug. Thom Vendrik maakt brede gebaren met handen en armen, waardoor zijn spel doet denken aan de standaardfiguren uit de Italiaanse commedia dell’arte.

Een aantal scèneovergangen wordt begeleid door muziek en liedjes die Muller, Boedhoe en Vendrik goeddeels live brengen (muziek: Reinier van Harten). De voorstelling krijgt daardoor een bijzondere muzikaliteit mee.

Gevecht, dans of vrijpartij

Jammer is dat regisseur De Bakker ervoor kiest Orlando zo weinig blij, vrolijk of zelfs gelukkig te laten zijn. Daardoor ontstaat het gevoel dat deze manier van leven niet echt tot aanbeveling strekt. Orlando gaat weliswaar nooit een verbintenis aan, maar wordt daar ook niet zichtbaar blijer van. Eigenlijk maakt deze Orlando nauwelijks echt contact met diens omgeving, behalve tijdens de laatste ontmoeting, een zeer fysieke, die het midden houdt tussen een gevecht, een dans, en een vrijpartij.

Sterk aan Orlando is dat het een fraai kijkspel is dat de toeschouwer aan het denken zet: is zo’n ‘eeuwig leven’, met al zijn mogelijkheden en beperkingen, prettig? Word je gelukkig van het verwerpen van conventies, van het weigeren van verbintenissen, van je nooit echt overgeven aan een beminde? Van het steeds veranderen van identiteit? Echte antwoorden geeft deze Orlando niet.

 

Geïnspireerd op ‘Orlando, een biografie’ van Virginia Woolf
Vertaling en bewerking: Geraldine Franken, Loek de Bakker, Tjeerd Posthuma

Regie: Loek de Bakker
Spel: Alicia Boedhoe, Milou van Duijnhoven, Michael Muller, Thom Vendrik
Scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck
Kostuumontwerp: Rebekka Wörmann
Lichtontwerp: Casper Leemhuis
Muziek: Reinier van Harten
Choreografie: Xiomara Virdó
Fotografie: Gergely Ofner

Muziek / Concert

Protestpunk van Hang Youth verhit de gemoederen

recensie: Hang Youth – Patronaat

De neopunksensatie Hang Youth schopt met puntlaarzen tegen de maatschappelijke schenen. Met hun linkse teksten zijn ze een vaste gast bij demonstraties en een absolute firestarter, in de woorden van The Prodigy. De punkmuziek is weer helemaal terug, en daarmee eveneens de protestliederen. Hang Youth is de stem van de hedendaagse onlust.

Al hun nummers hebben titels met kapitalen en zijn vaak een klare samenvatting van de inhoud. Met GECENTRIFUGEERDE MEMEPUNK duidt Hang Youth zichzelf als band, maar het is net zo goed als scherts te lezen. Toch duren hun nummers vaak niet langer dan een minuut en soms zelfs maar tien seconden – alsof je door een X-stream heen scrolt. Alles bondig en vaak humoristisch. Ook gericht op de steeds korter wordende spanningsboog van nu. Hun nieuwste EP duurt bij elkaar niet meer dan zeven minuten, het album ervoor zestien.

Haat tegen kapitalisme?

De frontman blikt tijdens het concert op de playlist: ‘Oké, dit was nummer 21. We gaan er 50 voor jullie spelen.’ Verderop: ‘Dit was nummer 29.’ Maar hé, wacht eens even, lopen ze hiermee niet zelf in de kapitalistische val waar ze op afgeven in het nummer JE HAAT GEEN MAANDAG, MAAR HET KAPITALISME? Waarin de vrije wil onder druk staat door verplichtingen die je hebt bij een betalende begunstiger – hier het poppodium. Dat ze niet meer dan hun lijstje aflopen om er maar van af te zijn? Je weet het soms niet bij de band, ook gezien het hoge kunstgehalte. Sowieso sijpelt overal de ironie tussen door. Zelfs in het decor met allerlei cynisch opgehangen vlaggen: je ziet het logo van Shell, van McDonalds, maar ook de VVD en de PVV.

Generationele onvrede

‘Ik snap wel dat het bestaat, maar het is gewoon kankerkrom geregeld! Belastingdienst! Belastingdienst!’

Hang Youth haakt overduidelijk in op de maatschappelijke onvrede. Oké, misschien zijn hun eisen soms wat gechargeerd en toornig, maar dat mag als je ontevreden bent; in woede schuilt ook hoop. Het neoliberalisme begint steeds meer te wankelen op zijn voetstuk, het zou zo maar kunnen dat het een keer tegen de grond dondert. Velen zullen dansen op het lijk. Net zo energiek als het publiek van het concert, dat alle songteksten mee weet te brullen.

‘Wie heeft 9/11 meegemaakt?’ of ‘Wie heeft zijn rijbewijs?’ vraagt de band bij intermissies. De helft van de mensen stemt maar in. De concertbezoekers zijn inderdaad veelal jong, en overduidelijk links – als je daar al uiterlijke karakteristieken aan kunt hangen. Het is de generatie van het protest. Die net als Greta Thunberg al van kinds af aan meedoet met de klimaatdemonstraties en haar stem laat horen in de debatten over klimaat, gender en ongelijkheid. De generatie die verbetering wil, maar die niet gehoord wordt, die het systeem veranderd wil zien worden, maar nul op rekest krijgt. De generatie die zich laat horen in het soepsmijten en Extinction Rebellion. Die zelfs contempleert over het opblazen van een oliepijpleiding omdat het water ons aan de lippen staat. STEEK DE MONA LISA IN DE FIK. Juist, die generatie.

Protestliederen in de tijdgeest

De energie van Hang Youth werkt als een dynamo voor een elektrisch geladen ruimte. Alleen waar eindigt deze hoogspanning? Heeft het een leven verder dan de oproer? En stoppen ze pas als het kapitalisme echt is gevallen? De droom van elke gefnuikte anarchist. De frontman Abel van Gilswijk is sowieso een bezig baasje. Hij is al in het theater beland met een show geïnspireerd op de filosofen Slavoj Žižek en Mark Fisher, heeft op hip-hop gebied eveneens een naam gecreëerd en is zelfs als acteur en presentator bezig. Zit dat wellicht het voortbestaan van de band in de weg? Of kunnen we nog meer verwachten?

Wat we sowieso weten is dat protestzangers altijd gewaardeerd zijn en dat altijd zullen blijven, kijk maar naar Bob Dylan, Nina Simone of in ons land Boudewijn de Groot. Als we dus over een paar decennia terugkijken op de huidige turbulentie zullen zij als een stem van een tijdperk gezien worden. Hang Youth is dus overduidelijk geschiedenis aan het schrijven. Daarom is er maar een advies: ga ze zien en aanschouw dit fascinerende stukje tijdgeest.

 

Hang Youth is op 5 november 2023 nog te zien in Podium Victorie, Alkmaar

Theater / Voorstelling

Suzan Seegers maakt indruk als Piaf

recensie: Piaf de musical

Aan de bekende Franse zangeres Edith Piaf, de vrouw die van niets spijt heeft, is opnieuw een Nederlandse musical gewijd. Op 13 oktober ging Piaf de musical in première met Susan Seegers in de hoofdrol.

‘Non je ne regrette rien’ is een Frans chanson dat iedereen wel kent, maar wat is het verhaal achter chansonnière Edith Piaf?

Tussen leven en dood

Piaf wil sterven in Parijs, maar dat gebeurt niet. Ze sterft in een gehucht ver van Parijs, beseft nog niet helemaal dat ze dood is en staat oog in oog met de figuren van haar tarotkaarten: de dood, de dwaas, de engel en de duivel. Ze is letterlijk en figuurlijk ‘onderweg’, want haar man transporteert haar in een ambulance naar Parijs, zodat ze daar dood gevonden kan worden.

Piaf kijkt dan terug op haar leven, dat zeker niet over rozen is gegaan. Ze zingt op straat, om geld te verdienen en haar lichaam niet te hoeven verkopen. Hier vindt ze haar beste vriendin en uiteindelijk wordt ze ontdekt als zangeres. Dan wordt ze wereldberoemd, desondanks zit het leven haar niet mee. Haar reuma wordt steeds erger en haar leven staat in het teken van verlies, iets waar ze niet goed mee om kan gaan.

Een mooie vertolking

foto: Annemieke van der Togt

Suzan Seegers weet de reis van Piafs leven geloofwaardig neer te zetten als zowel jonge als oude Piaf. Het verval zet langzaam in en Suzan weet dit mooi gestalte te geven.

Piaf (Suzan Seegers) kijkt terug op haar leven aan de hand van de tarotkaarten die ze telkens legt: de dood (Cystine Carreon) , de dwaas (Hein Gerrits) , de engel (Thomas Cammaert) en de duivel (Job Bovenlander). Het is een kleine musical, dus dit zijn ook meteen alle acteurs. Naast deze figuren spelen de andere acteurs ook alle andere ondersteunende rollen die er zijn: van de verschillende echtgenoten van Piaf tot haar beste vriendin en haar managers. Er wordt goed geschakeld tussen de rollen en ze staan als een huis. Dat komt echt door het spel van de acteurs, want bij een rolwisseling wordt niet een ander kostuum gebruikt.

Cammaert en Carreon steken er, naast Seegers, met kop en schouders bovenuit. Hun Frans is overtuigend, het acteerwerk ook en zeker hun zangkunsten vallen op. Zij tillen met z’n drieën de musical naar een hoger niveau.

Weer Piaf

De musical van De Theater BV is een nieuwe Nederlandse productie, maar niet over een nieuw onderwerp. In 1999 bracht V&V entertainment namelijk al een musical over Piaf met Liesbeth List in de hoofdrol. Voor die rol won List de (eerste) Musical Award voor beste vrouwelijke hoofdrol. In 2009 ging de voorstelling in reprise. Deze musical van De Theater BV is echter een totaal nieuwe,  geregisseerd door Martin Michel met teksten van Allard Blom. Of het leven van Piaf wéér een nieuwe musical waard is, kan deze recensent niet inschatten, want hij heeft de voorgaande musicals niet gezien.

Hoe dan ook, het levensverhaal van Edith Piaf heeft stof genoeg voor een mooie en indrukwekkende musical. De voorstelling staat als een huis door de vertolking van Piaf door Susan Seegers. Piaf de musical is creatief neergezet en spreekt ook een publiek aan dat Piaf niet of nauwelijks kent.

Theater / Voorstelling

De slaafgemaakte die niet breekt

recensie: De smeekbede – Kobra Theaterproducties

Vanuit het comfortabele achttiende-eeuwse Nederland bezien vormen slaafgemaakten in Suriname een anonieme massa. Met de aangrijpende en oogstrelende productie De smeekbede geeft Kobra Theaterproducties een zwarte vrouw en haar verwanten namen en gezichten. Deze voorstelling over het slavernijverleden is in één moeite door een noodkreet: zie ons, luister naar ons, erken ons.

Danser Rohiet Tjon Poen Gie is gehuld in rode kleren, laag over laag over laag. Zijn hijgende adem wordt versterkt, terwijl hij op de zware beat van de muziek een combinatie brengt van breakdance, streetdance, hiphop en modern ballet. Daarbij ontwijkt de danser grote, met bloed besmeurde rotsblokken die aan lange touwen boven de speelvloer hangen.

Die bloedrode rotsblokken staan symbool voor de ondraaglijk zware last die de slavenarbeid vormde in het Suriname van voorbije eeuwen. Onontkoombaar. En die last hing de slaafgemaakten altijd als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Tussen, onder, langs die rotsblokken brengen vier spelers het verhaal van de zwarte Dédé, door de Nederlanders ‘Willemijn’ genoemd, en haar leven op een koffieplantage. Dédé heeft echt bestaan, ze leefde in de achttiende en negentiende eeuw. Lianne Damen heeft haar verhaal bewerkt tot de roman De smeekbede (2020).

Vrijkopen

Met achterlating van haar zoon moet Dédé in het kielzog van een Nederlandse vrouw mee naar Nederland. Dankzij de heersende wetgeving wordt ze daar uiteindelijk vrij. Ze kan terug naar Paramaribo. In 1795 schrijft de vrijgemaakte Dédé vanuit Suriname een brief aan haar voormalige meester die inmiddels is teruggekeerd naar Nederland. Ze smeekt hem haar zoon vrij te laten. Ze zal hem vrijkopen, voor hem betalen; ze is een en al vriendelijkheid en hoffelijkheid, als haar zoon maar wordt vrijgelaten.

Haar brief, haar smeekbede, komt echter nooit aan, want Engelse kapers maken het schip buit waarmee hij wordt vervoerd. Deze brief is een van de 38.000 Nederlandse brieven die via deze onwaarschijnlijke omweg terechtkomen in The National Archives in Londen. Pas in 1980 krijgen onderzoekers toegang tot deze brieven.

Het boek dat Damen schreef over Dédé en haar brief vormt de basis voor de toneelbewerking van De Smeekbede. Het is een van de vijf nieuwe voorstellingen over het slavernijverleden die dit najaar in première gaan; het is 150 jaar geleden dat Nederland de slavernij afschafte.

Overdonderend

foto: Annemieke van der Togt

Vooral het eerste gedeelte van De smeekbede is overdonderend. Qua spel, qua toneelbeeld, qua muziek, maar vooral ook: voor wat betreft de vertelling. De vier acteurs spelen alle rollen, ook danser Tjon Poen Gie neemt nu en dan een personage voor zijn rekening.

We kijken mee met de Utrechtse jurist Engelbert Kelderman (Krisjan Schellingenhout), die min of meer toevallig de baas wordt van koffieplantage Portorico, met de bedoeling er snel geld te maken voor zijn gezin in Nederland. Op de plantage doen slaafgemaakten het werk. Dédé (een ijzersterke Dionne Verwey) blijkt uitmuntend te kunnen koken, waardoor ze een speciaal plekje verovert als ‘huisslaaf’. Dédé heeft een relatie met ‘veldslaaf’ Quassi, met wie ze een zoon krijgt. Maar Quassi verongelukt, waardoor Dédé’s positie er niet sterker op wordt.

De smeekbede wordt goeddeels gebracht als een vertelling waarvan fragmenten worden uitgespeeld. Sterke ondersteuning van het spel wordt geleverd door de prachtige zang van Francesca Pichel.

Choreografieën

Regisseur Olivier Diepenhorst heeft zich al vaker gestort op het slavernijverleden. Effectief en geestig is de lichaamstaal die Diepenhorst zijn spelers in De smeekbede oplegt. Hij maakt in zijn spelregie ruimte voor langdurige en afwisselende choreografieën (choreografie: Rohiet Tjon Poen Gie). Werken, koken, liefhebben: het zijn allemaal een soort dansen. Het spel wordt begeleid door muziek, soms ook door geluiden die de spelers zelf maken met stem en lichaam. Grappig, origineel en boeiend.

Een nadeel aan deze voorstelling is dat er wel erg veel personages de revue passeren. En die worden dus allemaal gespeeld door vier mensen. Dat leidt nu en dan tot verwarring; het is soms moeilijk de draad van het verhaal te blijven volgen. Komt bij dat tekstbewerker Maarten van Hinte erg veel uitwijdingen in de voorstelling heeft willen behouden, waardoor het geheel te lang is. Met name de laatste dertig minuten van de twee uur durende voorstelling missen daardoor focus. Dat is jammer, want tot die tijd is deze in alle opzichten aangrijpend en ijzersterk.

Niettemin. De smeekbede vertelt de geschiedenis van een moedige vrouw die onder extreem zware omstandigheden overeind, zichzelf en integer blijft. Dédé/Willemijn breekt niet onder de tirannie van de verschillende blanken die haar ‘bezitten’. Veel van haar wensen gaan in rook op, maar ze wordt geen slachtoffer. Erg bijzonder.

 

Naar het boek van Lianne Damen
Tekstbewerking: Maarten van Hinte
Regie: Olivier Diepenhorst
Spel: Dionne Verwey, Krisjan Schellingerhout, Francesca Pichel, Rohiet Tjon Poen Gie
Muziek: Carista
Choreografie: Rohiet Tjon Poen Gie
Decor: Lidwien van kempen
Kostuums: Sandro Lima
Fotografie: Annemieke van der Togt

Muziek / Concert

Wonderschoon optreden van PJ Harvey

recensie: PJ Harvey in Paradiso

Het optreden van PJ Harvey in Paradiso is van een ongekende schoonheid. Alles klopt vanavond: de zang, de intensiteit, de sfeer en de melodische pracht van haar liedjes.

Het verwachtingsvolle geroezemoes zwelt aan tot een donderend applaus als PJ Harvey om stipt acht uur het podium van Paradiso betreedt dat tot de nok gevuld is. Haar Nederlandse fans hebben ruim zeven jaar moeten wachten voordat ze weer eens in het land te bewonderen is. Dertig jaar geleden stond ze voor het eerst in Paradiso, als bozige 23-jarige rockartiest. Vanavond is het heel anders.

Feeërieke glimlach

Vorig jaar stond de Britse muzikante nog op Crossing Border, maar niet als muzikante. In Den Haag droeg ze voor uit haar roman Orlam. De teksten van haar laatste album I Inside the old year dying zijn gebaseerd op deze roman in dichtvorm en gaan over haar jeugdjaren op een boerderij in het Engelse graafschap Dorset. Veel liedteksten zijn geschreven in het plaatselijk dialect.

foto Machiel Coehorst

Gekleed in een wit gewaad en met een feeërieke, enigmatische glimlach die het hele optreden niet van haar gezicht zal wijken, vangt PJ Harvey aan met het eerste nummer van haar laatste album, het broeierige ‘Prayer at the Gate’. Als enige van de band wordt ze omgeven door een krans van licht. Met een loepzuivere kopstem en begeleid door bedaarde drums en zachte synths zingt ze die wondermooie openingstrack van I Inside the old year dying.

De twaalf liedjes van het ingetogen, folky en donkere album worden door de zangeres en haar vierkoppige band (met vaste kompaan John Parish op gitaar) integraal uitgevoerd. PJ Harvey zingt prachtig vanavond, gloedvol en intens. De lichte vervorming van haar stem in ‘The Nether-edge’ is bijna storend. Schitterend van duisternis zijn liedjes als ‘See an I’, ‘All Souls’ en ‘I Inside The Old I Dying’.

Kerkklokken

‘A Child’s Question’ gaat door merg en been, zeker als je weet dat het gaat over een 9-jarig meisje dat getuige is van (veelvuldig) seksueel geweld. Het titelnummer en slotnummer ‘A Noiseless Noise’ neigen iets meer naar de bozige PJ Harvey van weleer, maar de mystiek en de duisternis overheersen vanavond, zeker in het eerste deel van het optreden.

In haar lange witte jurk beweegt de zangeres zich sierlijk over het podium. De serene gelaatsuitdrukking blijft onveranderd aanwezig. Lange tijd richt ze geen woord tot het publiek. Ook als er iets vanuit de zaal geroepen wordt, blijft ze stoïcijns in de verte kijken. Af en toe neemt ze plaats op een van de houten kerkbanken of op het spreekgestoelte, die op het podium staan. Het geluid van kerklokken, spelende kinderen en vogels dragen bij aan de gewijde sfeer.

Nadat alle nummers van I Inside The Old Year Dying zijn gespeeld, trekt PJ Harvey zich voor even terug in de coulissen. De korte pauze wordt ingevuld door haar bandleden, die pontificaal vooraan naast elkaar op het podium gaan staan, en een uitgebeende versie spelen van ‘The Colour of the Earth’, compleet met handgeklap en gestamp met de voeten.

Reusachtige schaduw

Als de frêle zangeres terugkeert, vraag je je af of het vanavond nog mooier kan. Er volgen nog bezielde uitvoeringen van een tiental oudere nummers, zoals ‘The Glorious Land’, ‘Send His love To Me’ en ‘Down by the Water’. Mooi is het moment als tijdens ‘The Garden’ haar schaduw reusachtig groot op de muur van Paradiso te zien is. De belichting van de glas-in-lood ramen op de achtergrond tijdens het concert is sowieso bijzonder sfeervol.

Prachtig is ook de uitvoering van ‘Desperate Kingdom of Love’. Meer stevige nummers uit PJ Harvey’s repertoire, zoals ‘Man-size’ en ‘Dress’, krijgen een betrekkelijk kalme uitvoering en dat past wel op deze avond. Ze sluit de reguliere set af met het slepende ‘To Bring You my love’. In de toegift zingt ze nog haar bekende ‘C’mon Billy’ en een  passend ingetogen slotstuk, ‘White Chalk’. Met meerdere buigingen neemt ze samen met haar band afscheid van de razend enthousiaste zaal. Die getoonde dankbaarheid is mooi en oprecht. Wij zijn PJ Harvey dankbaar voor een wonderschoon optreden.