Kunst / Expo binnenland

Kunstenaar met een sociale boodschap

recensie: Johan van Hell, op klare toon

In Museum MORE te Gorssel is momenteel een tentoonstelling gewijd aan de kunstenaar en musicus Johan van Hell (1889-1952). De tentoonstelling draagt zijn naam met als toevoeging ‘Op klare toon’. Deze ‘klare toon’ heeft zowel betrekking op zijn werk als beeldend kunstenaar als op zijn werk als musicus. Bij een musicus is die toon wel duidelijk, maar hoe uitte hij dit in zijn schilderwerk en grafiek?

Johan van Hell werd geboren in Amsterdam en volgde daar zijn schilder-, teken- en muzieklessen. Naast het schilderen, was hij tot aan zijn dood werkzaam als tekenleraar op diverse scholen. Verder speelde hij regelmatig als invaller klarinet in het Concertgebouworkest en gaf hij klarinetlessen bij hem thuis. Vanaf 1918 raakte hij actief betrokken bij de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), de jongerenbeweging van de SDAP. De AJC was een socialistische jeugdbeweging, die tot doel had de arbeidersjeugd op te voeden en te ontwikkelen. Hij maakte pamfletten en affiches. In zijn werk probeerde hij kunst voor iedereen toegankelijk te maken, door een herkenbare wereld van alledag te tonen.

Johan van Hell

Opkomend onweer, 1921

Ontwikkeling in stijl

De tentoonstelling geeft in drie zalen een mooi overzicht over het leven van Van Hell. Er wordt aandacht besteed aan zijn vroege en latere schilderwerk, zijn grafiek en zijn liefde voor muziek. Dit laatste komt tot uitdrukking door de vele schilderijen waarop muzikanten worden afgebeeld. Tot ongeveer 1925 schilderde Van Hell voornamelijk portretten en landschappen, waarin hij duidelijk nog op zoek is naar zijn eigen stijl. Daarna is er een verandering te zien in zowel zijn manier van schilderen als de keuze van zijn onderwerp. Zijn thematiek hangt nauw samen met zijn socialistische overtuiging en zijn werkzaamheid tijdens de crisisjaren (1929-1940). Van Hell schilderde deze beelden in zijn eigen gestileerde stijl. Hoewel zijn geometrische composities raakvlakken hebben met De Stijl en het Constructivisme, blijven zijn figuren herkenbaar. Dat had ook te maken met het feit dat kunst voor hem toegankelijk moest blijven voor de gewone mens. Vanaf 1940 kiest Van Hell voor meer levendige en gedetailleerde schildertrant. De tentoonstelling zet hiervan een goed overzicht neer. Je ziet duidelijk de tijdgeest van deze jaren in Amsterdam. Van Hell portretteerde de mensen van de straat. Vaak maakte hij ook litho’s van zijn schilderwerken, om ze toegankelijk te maken voor minder draagkrachtigen.

Straatmuzikanten,1930 Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Straatmuzikanten, 1930, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Crisisjaren

Het schilderij Man met sandwichbord uit 1922 is het eerste werk waar Van Hell zijn betrokkenheid bij de arme stedeling laat zien. Lopen met een sandwichbord doe je alleen als de nood groot is. Amsterdam wordt op dat moment geteisterd door armoede en werkeloosheid. Het is een somber schilderij. De houding van de man en zijn gezicht laten een en al treurigheid zien. De klompen verwijzen naar armoede, die droeg je alleen als je geen geld had om schoenen te kopen. Het gezicht van de man, de achtergrond, de straat en de klompen tonen duidelijk kubistische invloeden.

De wereldwijde economische crisis die in 1929 ook Nederland trof, veroorzaakte veel werkloosheid.
Vooral arbeiders werden getroffen. De werklozensteun die zij kregen was laag en daarom probeerden zij op allerlei manieren wat bij te verdienen, bijvoorbeeld als straatverkoper, acrobaat of muzikant. De schilderijen: Olieman (1928), Straatmuzikanten (1930), Acrobaten ( 1935) en Fruitkar (1936) tonen duidelijk zijn stijl en thematiek in heldere kleuren.

Fruitkar, 1936, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Fruitkar, 1936, Collectie Stedelijk Museum Amsterdam

Op klare toon

Van Hell gaf door middel van zijn onderwerpkeuze duidelijk zijn socialistische opvattingen weer. Een combinatie van verhalende kunst weergegeven in heldere kleuren, vorm en inhoud. Hij liet geen groot oeuvre achter, omdat hij aan zijn dubbele talent, kunst en muziek, evenveel aandacht schonk. Ondanks het feit dat zijn werk geen vrolijk onderwerp heeft, wekken de meeste werken, door veel gebruik van felle primaire kleuren, geen verdrietige emoties op.

Theater / Voorstelling

Verrukkelijk danstheater voor kinderen van 8 tot 88

recensie: Maas theater en dans - Liefde

In Liefde gaan acht performers op zoek naar de liefde. Kinderen kunnen zichzelf herkennen, ouderen in feite ook. Maas theater en dans maakt een heerlijke voorstelling waar je ademloos naar kijkt en helemaal rozig van enthousiasme uitkomt.

Het toneel is kaal met op de achtergrond een brede uit drie treden bestaande trap gemaakt van metalen roosters met een piepklein fonteintje bovenop. Acht jonge performers – dansers, mimers, spelers – lopen rond in het soort kleren dat kinderen graag dragen: behaaglijke vesten en mutsen met berenoren. Sommigen hebben een knuffel die al snel in de hoek wordt gegooid. Het bewegen is aanvankelijk minimaal, iedereen kijkt vooral de kat uit de boom.

Verandering

Dan komen er veranderingen: de bewegingen worden groter, speelser, risicovoller. Sommige jongens worden durfallen die van de trap af springen of vallen. De meisjes gaan mooie jurken dragen. Er is een jongen die ook graag jurken draagt, maar die hem steeds door een van de meisjes worden afgepakt. Uiteindelijk brengt hij haar alles wat hij vindt en zo krijgt ze een prachtig prinsessengewaad met een heel wijde rok.

4_hr_liefde_maas-theater-en-dans_philedeprezHet zijn kinderen die we langzaam tot jonge mensen zien uitgroeien. De jongen met de grote bek die iedereen wegduwde ontplooit empathie en het verlegen meisje danst in een opvallende outfit de sterren van de hemel. Het steeds naar ons lachende kind wordt stil en trekt zich terug en de nette jongen krijgt tot zijn verrukking alle meisjes achter zich aan. We zien hoe aanvankelijk iedereen zich uitslooft en laat zien wat ze allemaal durven en kunnen. Later zoeken ze bewust contact met elkaar en proberen ze zelfs te zoenen, aanvankelijk op een prachtig gevonden manier met de handen voor de mond. Een van de jongens is dolenthousiast als het hem echt lukt, hij vormt een hartje met zijn vingers en geeft aan dat ze nu bij elkaar horen, maar het meisje trekt een vies gezicht en veegt haar mond af.

Zielig

Op een discofeest waar iedereen elkaar de loef probeert af te steken met hippe kleren en de allerbeste moves wordt een zwart meisje door de anderen in de steek gelaten. Als ze weer probeert aansluiting te zoeken, lukt dat niet. Een kind naast me verzucht: ‘zielig’. Hoe het zit en waarom dat gebeurt wordt niet uitgelegd. Dat is zowel frustrerend als mooi. In het leven gebeuren vaak onbegrijpelijke dingen. Door het te laten zien en het daarbij te laten, raakt het des te meer.

5_hr_liefde_maas-theater-en-dans_philedeprezWaterballet

Liefde is een adembenemende en, soms letterlijk, spetterende voorstelling, waarin je als publiek constant gefascineerd kijkt naar wat er gebeurt, hoe iedereen met elkaar omgaat en op elkaar reageert. Er wordt prachtig en aanstekelijk bewogen en gedanst. Er zijn mooie vondsten: een jongen trekt glimmende rode schoenen aan waarna hij, zoals in het sprookje, niet meer kan stoppen met dansen. Er wordt een potje voetbal gespeeld waarbij de spelers gracieuze posities uit het klassieke ballet aannemen. En we zien een jongen die heel graag wil zoenen, maar het niet durft en het meisje op het laatst dan maar snel op haar billen kust. Wat ze niet kan waarderen.

Aan het einde blijkt het kleine fonteintje ook te zijn gegroeid en kunnen we genieten van een heerlijk waterballet met grappige momenten, maar ook ontroerende, waarin iedereen eventjes het middelpunt van alle aandacht is.

Liefde, danstheater voor kinderen van acht tot achtentachtig: het nieuwe jaar kon niet beter beginnen.

Toon Michiels - Holiday Motel
Kunst / Achtergrond
special: De 8WEEKLY-kunstredactie selecteert de beste tentoonstellingen van het afgelopen jaar
Toon Michiels - Holiday Motel

De beste tentoonstellingen van 2016

Traditiegetrouw heeft de kunstredactie zich gebogen over de bijna onmogelijke vraag: wat waren de beste tentoonstellingen van 2016? Het resultaat is een gevarieerd lijstje met stuk voor stuk imponerende tentoonstellingen die gezamenlijk een representatie vormen van het afgelopen jaar op gebied van kunst. De volgende tien tentoonstellingen zetten wij graag nog een keer in het zonnetje.

Ai Weiwei safepassage recensie

Safepassage, Facebook. Ai Weiwei Camps

1. Ai Weiwei – #SafePassage, Foam

Het Foam fotografiemuseum toonde afgelopen jaar een nieuwe reeks foto’s van de controversiële Chinese kunstenaar en activist Ai Weiwei (1957), bekend om zijn sociale projecten, objecten en interventies in de publieke ruimte. In deze fotoserie verbindt hij vluchtelingenkampen in Europa overtuigend aan zijn eigen ervaringen van gevangenschap in China. Ai Weiwei is altijd op zoek naar maatschappelijk kwesties die hij aan kan kaarten, en wat is nu actueler dan de vluchtelingenproblematiek? Met zijn kunst spreekt hij vooral jongeren aan, door gebruik te maken van vluchtige foto’s en het gebruik van de #, wat een directe verwijzing is naar Instagram. Een indrukwekkende tentoonstelling die aan het denken heeft gezet.
Lees hier de recensie: Het systeem versus het individu

2. Toon Michiels – American Neon Signs by Day & Night, Nederlands Fotomuseum

Ontwerper en fotograaf Toon Michiels (1950-2015) reisde in de jaren zeventig van de vorige eeuw langs Amerikaanse autowegen en fotografeerde systematisch de neon signs die zijn pad kruisten. Zijn prachtige serie ‘tweeluiken van vergane glorie’ was te zien in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.
Lees hier de recensie: Magie in licht en donker

Title: Zoo, Oxford Artist: Craigie Horsfield Date: January 1990, 2008 Material: tapestry Size: rhino 1 370x552 cm, rhino 2 370x552cm Photo: courtesy the artist

Craigie Horsfield, Zoo, Oxford, January 1990, 2008. Photo: courtesy the artist

3. Craigie Horsfield – How the world occurs, Centraal Museum

De eerste solotentoonstelling – bestaande uit zo’n veertig werken – van de Engelse kunstenaar Craigie Horsfield (1949), in de voormalige negentiende eeuwse stallen van het Centraal Museum in Utrecht, kwam ongenadig hard binnen. Een relevante tentoonstelling, nog te zien tot en met zondag 5 februari 2017 in het Centraal Museum.
Lees de recensie: Kunst als grenservaring

4. Robin de Puy – If this is true… 10.000 km door Amerika op een motor, Fotomuseum Den Haag

Fotografe Robin de Puy (1986) trok 10.000 kilometer door Amerika. Alleen, op een motor, met de camera paraat en op zoek naar nieuwe beelden. Fotomuseum Den Haag toonde de uitkomst van deze opzienbarende reis: veel weirdo’s met bijzondere uitdrukkingen en in ontwapenend zwart-wit.
Lees hier de recensie: Beeldmaker op de vlucht

Jheronimus Bosch, Adoration of the Magi, ca. 1470-80, New York, The Metropolitan Museum of Art, John Stewart Kennedy Fund, 1913. Photo Rik Klein Gotink and image processing Robert G. Erdmann for the Bosch Research and Conservation Project.

Jheronimus Bosch, Adoration of the Magi, ca. 1470-80, New York, The Metropolitan Museum of Art, John Stewart Kennedy Fund, 1913. Photo Rik Klein Gotink and image processing Robert G. Erdmann for the Bosch Research and Conservation Project.

5. Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie, Het Noordbrabants Museum

Het leeuwendeel van de schilderijen en – minder bekende – tekeningen van Jheronimus Bosch waren te zien in een publiekstrekker in de plaats waar hij geboren werd en werkte: ’s-Hertogenbosch. Mooi vormgegeven tentoonstelling die uitnodigde om je in Bosch’ werk en tijd te verdiepen én er met volle teugen van te genieten.
Lees de recensie: Hemel en hel

6. Fra Bartolommeo – De goddelijke renaissance, Museum Boijmans Van Beuningen

Fra Bartolommeo (1473-1517) werd aan het begin van de 16e eeuw geroemd om zijn fenomenale schilderkunst. Hij ging daarbij niet over één nacht ijs, maar maakte uitgebreide voorstudies van zijn personages en composities. Prachtige, soms zelfs wat onbeholpen tekeningen en enkele schilderijen van de Italiaanse tijdgenoot van de grote Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël in een fraaie overzichtstentoonstelling in Rotterdam. Museum Boijmans van Beuningen heeft een indrukwekkende tentoonstelling in huis, welke nog te zien is tot zondag 15 januari 2017. Neem er de tijd voor om alles te bekijken, en de uitgebreide tekstbijschriften te lezen.
Lees de recensie: Een monnik met talent

Eye Love You - van der Elsken

Eye Love You, heruitgave Uitgeverij Lecturis (2016)

7. Parademuseum: Eye Love You – Ed van der Elsken, Theaterfestival de Parade

Theaterfestival De Parade was afgelopen editie een nieuwe attractie rijker: het Parademuseum. Geen statische tentoonstelling van beelden uit de oude doos, maar een korte, hevige ervaring die de zintuigen prettig overrompelde. In 2016 verzorgde het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam de aftrap met een dynamische presentatie van het werk van fotograaf en filmer Ed van der Elsken (1925-1990).
Lees hier de recensie: Lust for life

8. Jan Toorop, Gemeentemuseum Den Haag

Jan Toorop (1858-1928) is in Nederland vooral bekend geworden door zijn affiche voor de Delftsche slaolie. Wie denkt dat dit zijn werk zo’n beetje omvat, vergist zich schromelijk. De overzichtstentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag opende vele ogen. De werken die het museum bijeen had weten te brengen waren indrukwekkend.
Lees hier de recensie: Balancerend tussen werkelijkheid en symboliek

Erich Heckel-Vlaamse-vlakte-1916-tempera en olieverf op doek - Stadtisches Museum Abteiberg.

Erich Heckel-Vlaamse-vlakte-1916-tempera en olieverf op doek – Stadtisches Museum Abteiberg.

9. Wilden. Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’, Museum de Fundatie

Museum de Fundatie kreeg het voor elkaar de aandacht van de bezoeker steeds te verleggen en toch vast te houden. Expressionisme, de kunsthistorische canon, maar ook de achtergrond van WO I en een combinatie met verrassend tegengesteld werk maakte van Wilden een imponerende tentoonstelling. De tentoonstelling was inhoudelijk sterk, met prachtige en belangrijke stukken van de Duitse expressionisten en een maatschappelijke en ideologische lading.
Lees de recensie: Idealisme verandert van kleur

10. Amy Winehouse – A Family Portrait, Joods Historisch Museum

Geen glitter en glamour, geen ode aan de dode, maar een gewone familiegeschiedenis. Dat is wat de tentoonstelling over Amy Winehouse in het Joods Historisch Museum wilde laten zien. De bezoeker kreeg een kijkje in haar privéleven en zag haar als tiener en jonge vrouw die nog niet is beïnvloed door de enorme media-aandacht en sensatiezucht die haar later fataal werden. Een ontroerende tentoonstelling, veroorzaakt door haar eenvoud.
Lees hier de recensie: Een doodgewoon joods meisje

Boeken / Fictie

Zekerheden maken plaats voor angst

recensie: Kristine Bilkau
 - De gelukkigen

In De Gelukkigen beschrijft de Duitse journaliste Kristine Bilkau hoe een jong stel omgaat met weggevallen zekerheden als gevolg van de economische crisis. Haar debuutroman wordt geprezen als een sociologisch portret van een generatie. Maar het is meer dan dat.

Isabell en Georg wonen in een hippe wijk van een grote Duitse stad. Hij is redacteur bij een belangrijke nationale krant en zij is celliste. Ze hebben samen een zoontje, Matti. Ze zijn gelukkig en hebben hun leven op orde.

Maar hun zorgeloze leventje wordt aan het wankelen gebracht. Isabell kan haar werk als celliste niet meer voortzetten door trillingen in haar hand. Georg wordt het slachtoffer van een reorganisatie bij de krant. Ze moeten allebei op zoek naar een nieuwe baan.

Frustratie


Terwijl hun inkomen terugloopt, wordt alles om hen heen duurder. De huur stijgt, de koffie bij de hippe koffietentjes wordt steeds duurder en de oude bakker is vervangen door een ambachtelijke bakkerij: ‘authentiek’, maar wel ontzettend prijzig. Ze hebben er altijd aan meegedaan maar als de werkloze Isabell bij de bloemist 35 euro voor wat bloemen moet afrekenen, voelt ze zich bedonderd.

Isabell en Georg gaan met deze nieuwe situatie verschillend om. Georg legt zichzelf en zijn gezin een sober regime op. Het heeft iets weg van boetedoening: als we geen geld verdienen, verdienen we ook niets, zo lijkt Georgs motto te zijn. Hij lijkt voldoening te halen uit het tot op de laatste cent uitrekenen van de uitgaven en het uitpluizen of hij een paar cent kan besparen op de tandpasta.

Ondanks, of misschien wel dankzij Georgs zuinigheid, weigert Isabell te besparen. Ze blijft dure jurken kopen en sushi bestellen, hoewel ze zich dat eigenlijk niet kan veroorloven. Ze ergert zich aan de demonstratieve zuinigheid van Georg. Op zijn beurt verwijt hij haar dat ze zich niet aanpast aan de nieuwe situatie.

Vlucht


Georg droomt van een uitvlucht. Op internet kijkt hij naar boerderijen waar hij met Isabell zelfvoorzienend zou kunnen leven. Maar wil hij dat echt? Als hij het stel opzoekt dat hij ooit voor de krant over hun zelfvoorzienende boerderij heeft geportretteerd, lijkt hij teleurgesteld als hij ziet dat ze het nog steeds volhouden. Hij had ze liever zien falen, dan had hij die optie ook kunnen afstrepen.

Isabell wil juist alles behalve die vlucht naar voren maken. Zij klampt zich vast aan alles wat ze heeft, ze wil ‘zich verstoppen voor de tijd die almaar doortikt’. Tijdens het schoonmaken kan ze Matti’s vingerafdrukken op de deur niet wegpoetsen: ze laat ze zitten, als herinnering.

Ook zij wil vluchten, maar juist de tegengestelde kant op als Georg. Maar omdat dit alles onuitgesproken blijft, groeien de onderlinge frustraties en krijgen ze steeds meer ruzie.

De reden dat dit alles onuitgesproken blijft, is schaamte. Schaamte voor de buitenwereld maar ook voor elkaar. Ze willen niet aan elkaar toegeven dat ze – in ieder geval in hun eigen ogen – zijn ‘mislukt’.

Mislukkelingen


De gegentrificeerde buurt wrijft dat er ongenadig in. Isabell hoort ’s nachts het gelach van de cafétafeltjes bij haar in de buurt: ‘ze drinken wijn en espresso en hebben geen tijd voor zwakkelingen (…), de straten van haar buurt zijn niet voor mislukkelingen.’

Voor Georg is een avondwandeling door de buurt een kwelling geworden. Een blik in de smaakvol ingerichte huizen van vreemden gaf hem voorheen een behaaglijk gevoel. Nu zeggen ze hem allemaal hetzelfde: ‘Wij kunnen het, jij niet’.

Generatieportret


Bilkau’s debuutroman is het portret van een generatie. De dertigers en veertigers startten hun werkende leven in de tijd waarin economische groei vanzelfsprekend leek. Nu worden zij ineens geconfronteerd met het risico dat alles wat ze hebben opgebouwd, zomaar kan verdwijnen.

Maar De Gelukkigen is meer dan het portret van een generatie. Bilkau laat op overtuigende wijze zien wat angst met een relatie kan doen en hoe man en vrouw op elkaar reageren als hun levensplannen dreigen te mislukken. Externe factoren, in dit geval werk en inkomen, kunnen een negatieve uitwerking hebben op de liefde tussen twee personen. Dat is zonde. Want hoewel het geen vanzelfsprekendheid is, heeft juist de liefde de kracht soeverein te zijn.

Boeken / Fictie

Wereldramp op komst gezien door kinderogen

recensie: Irmgard Keun - Kind van alle landen

Irmgard Keun (1905-1982) bewijst met haar exilroman Kind van alle landen maar weer eens dat het verleden meer schatten kan opleveren dan de overladen dag van vandaag. Dat er twee eerdere vertalingen zijn gemaakt, in 1939 en 1980, zegt ook wel iets.

Het is niet de enige roman die vanwege het nazisme door Querido in Amsterdam werd uitgegeven, in 1938, toen ook de Duitse schrijfster al het hazenpad had moeten nemen. In Oostende volgde een liefde met Joseph Roth, waaraan door diens overmatige jaloezie en het nodige gedistilleerd na anderhalf jaar een eind kwam. Intussen had Keun hem de nodige eer gegeven met de op hem geïnspireerde vaderfiguur in Kind aller Länder. Die wordt in de hele roman gezien door de ogen van pittig dochtertje Kully, als verteller het eigenlijke hoofdpersonage.

Kinderlogica

Vader Peter is succesvol journalist, schrijver en innemer. Hij is weinig bij zijn gezin omdat hij voortdurend op reis is om her en der geld te lenen en van zijn uitgevers voorschotten los te peuteren op boeken die hij meestal nog schrijven of voltooien moet. Een thuis is er niet, want er wordt steeds van hotel en ook nog van stad en land gewisseld. Aan de ogen van Kully trekt in die vooroorlogse tijd heel wat turbulentie voorbij. De lezer bevindt zich in de alwetende positie ten opzichte van de wereldramp in voorbereiding. Nog niet de helft daarvan dringt echt tot Kully door. Geen nood, want wat ongerijmd lijkt, rijmt haar fantasie en kinderlogica tot iets wat klopt. Vaak is dat grappig en van een zeker schattigheidsgehalte.

Voor de afwisseling van taal is het goed dat Kully hier en daar van grote mensen een brief leest of gesprekken weergeeft. Het kinderperspectief gaat Keun zo goed af dat je haar ervan verdenkt ook zelf de wereld als een kind bekeken te kunnen hebben. Het is niet alleen een kwestie van denken, maar ook van formuleren: bijvoorbeeld niet ‘tegenwind’, maar ‘de wind hield ons tegen’. Al met al kun je in het verhaal drie lagen zien die elkaar organisch aanvullen: de kinderlijke, de volwassen en de literaire. Niet mis, zo’n compositie.

Onmacht

We beleven het leventje van het meisje goeddeels zintuiglijk. Ze ziet en hoort de wereld om zich heen als een fait accompli, terwijl de volwassenen weten dat die wereld nooit zo had mogen verscheuren en zij angstig en onzeker zijn over de nabije toekomst.

Waarom moet je eigenlijk volwassen worden als je daar alleen maar verdrietig van wordt? (…) Mijn moeder heeft een keer gezegd dat je als volwassene schuldig wordt en niets ter wereld maakt je verdrietiger dan schuldig te zijn.

Moeder Anni, Annchen in de wandeling, lijdt onder de gedurige armoe en de stress er steeds maar alleen voor te staan. De vader lijdt op zijn meer wereldse manier. Door zijn schijnbaar opgewekte onmacht, waaraan heel wat alcoholische slokjes zijn toegevoegd, wordt zijn lijden en daarmee het lijden van zijn gezin niet bepaald verholpen. Tegen Annchen: ‘De tijden zijn erger dan ooit. Eigenlijk zou ik eerst jou en Kully en dan mijzelf moeten vermoorden. Maar je weet dat ik geen greintje verantwoordelijkheidsgevoel heb.’

Springerig

Het kinderlijk associatieve vertaalt zich in springerige alineaatjes, vaak niet langer dan één zin. Kully staat niet lang ergens bij stil. Het is veel meer dat haar zintuigen op scherp staan dan dat ze overdenkt. Dat komt vooral door de stroom van nieuwe ervaringen dankzij de moeilijk berekenbare vader, en dat dan ook nog op een breekpunt in de wereldgeschiedenis. Daardoor geeft de roman naast een indrukwekkend verhaal een uniek tijdsbeeld.

Boeken / Fictie

Populisme slaagt niet altijd

recensie: Arnon Grunberg – Het bestand

Na het lezen van Grunbergs Het bestand voelen lezers zich vooral vol van walging en minder hoopvol. Een duidelijkere inleiding of conclusie heeft een recensie niet nodig.

Rules of the internet (ook bekend als hoofdstuktitels in deze nieuwe uitgave van Het bestand, oorspronkelijk verschenen in 2015): ‘You cannot divide by zero (just because the calculator says so); TITS or GTFO, the choice is yours; no real limits of any kind apply here – not even the sky; there will always be even more fucked up shit than what you just saw.’ Dat laatste statement bevat vast en zeker een kern van waarheid, maar Het bestand heeft zeker geen gebrek aan fucked up shit. GTFO, voor de leken onder ons, staat voor get the fuck out.

Oosterse prinses met koeienbillen wordt wraakengel

Ontmoet Lillian. Lillian ziet zichzelf als een oosterse prinses met koeienbillen, waarschijnlijk veroorzaakt door haar dieet dat voornamelijk uit winegums en chips lijkt te bestaan. En hoe vetter de billen worden, hoe meer ze achter de computer zit. Daar zijn de billen niet te zien. Ze is vijf studies begonnen, maar leeft nu voornamelijk online en woont thuis bij haar ouders, die varkens zijn en de werkelijkheid niet zien. Lillians belangrijkste realisatie is dat ze erachter komt dat ze normaal is, zoals andere mensen erachter komen dat ze homo zijn. Deze oosterse prinses heeft een korte carrière als wraakengel, wanneer ze naakfoto’s van een pedofiel onder zijn vrienden verspreid. Het enige dat Lillian er uiteindelijk toe doet bewegen om achter haar computer vandaan te komen, is haar online mentor, Banri Watanaki, die haar vertelt een baan op zich te nemen bij cybersecurity bedrijf BClever.

Wraakengel en Grunberg ontsporen

Vanaf dat moment wordt de verwarring alleen maar groter, zonder dat de personages of het verhaal de verdieping ingaan. Grunberg voert zijn voorliefde voor controversie te ver door in deze onbegrijpelijke novelle. Dat hij dat zichzelf wellicht ook gerealiseerd heeft, blijkt uit het feit dat het nieuws rondom de publicatie van de eerste versie zich vooral focuste op de 350 mensen die tijdens het lezen van het boek een aantal kenmerken (EEG, hartslag, ademhaling, huidgeleiding en gezichtsuitdrukking) lieten meten. De gepubliceerde uitslagen: 7% toename in geamuseerdheid, 37% in walging, 10% in lust (enigszins verontrustend) en 22% afname in hoe hoopvol de lezers zich voelden. Dat overigens tot tevredenheid van Grunberg zelf.

De roman is te plat voor een goede satire en hoewel ontegenzeggelijk origineel, zal het proza voor veel lezers de plank misslaan. Lillian de oosterse prinses verdoet haar tijd voornamelijk met diepe gedachten als: ‘Werk is werk. Werk is ook leven, werk is zingeving, werk is identiteit, werk is geluk, werk is seks en vriendschap, niet noodzakelijkerwijs in die volgorde, kortom werk is God, dus ook wie op weinig aansprekende functies solliciteert doet een poging het leven te penetreren.’

Arnon Grunberg werd zelf ook gemonitord tijdens het schrijven van emotionele passages, waar naar verluid geen noemenswaardige pieken of dalen uit kwamen. De auteur mag zelf meer betrokken raken bij de werkelijkheid.

Boeken / Non-fictie

Een excentrieke veelvraat

recensie: Eva Rovers - Boud. Het verzameld leven van Boudewijn Büch

Veertien jaar na zijn dood is de opwinding rond het leven en werk van Boudewijn Büch enigszins naar de achtergrond verdwenen. Eva Rovers brengt, met zachte hand en liefdevolle pen, het hele verhaal weer aan de oppervlakte. Boud is een nauwgezette biografie, opgetekend door een iets te getrouwe groupie.

Op diverse plaatsen in dit boek duikt het allesomvattende begrip op waarmee schrijver/dichter/verzamelaar/programmamaker/tv-personality Boudewijn Büch (1948-2002) getypeerd wordt: ‘Theater Büch’. De geschiedenis is ingedaald, de feiten zijn bekend, de schijnwereld van de Leidse alleskunner is inmiddels geheel doorgeprikt. Boudewijn maakte het grootste deel van zijn leven tot klucht door de wereld te overladen met verzinsels, zoals het bestaan én het overlijden van een zoon, diverse academische studies en graden, een ongeneeslijke ziekte en een uit de duim gezogen familiegeschiedenis.

Gesamtkunstwerk

Dat ‘Theater Büch’ wordt door biografe Eva Rovers met flair gepresenteerd. In vijftien zeer leesbare hoofdstukken brengt ze de levensloop van Büch adequaat over het voetlicht, waarvoor ze exclusief toegang heeft gekregen tot het complete privé-archief van de schrijver. Het boek ademt een grote bewondering voor het onderwerp: in de vijf jaar die dit project heeft belopen is er tussen Rovers en Büch een relatie ontstaan die helaas iedere kritische noot in deze biografie wegneemt. En dat wringt een beetje.

De biografe zet het leven – en de leugens – van Büch eenvoudig weg onder de noemer ‘Gesamtkunstwerk’: een literator moet nu eenmaal de mogelijkheid hebben in zijn werk de waarheid met een korrel zout te presenteren. Daarmee gaat ze te gemakkelijk voorbij aan de impact die Boudewijns strapatsen hebben gehad (en enkele gevallen nog steeds hebben) op de levens van anderen. Publicist Max Pam laat er in zijn Volkskrant-column geen misverstand over bestaan: Büch was een charlatan en een pathologische leugenaar en deze biografie is een misplaatste poging tot rehabilitatie.

Autobiografictie

Dat de tijd veel wonden heelt, blijkt uit de lange lijst van geïnterviewden en meewerkenden aan deze uitgave. Daar heeft Rovers grondig werk verricht en met haar gepassioneerde inzet wellicht ook aanvankelijke tegenstribbelaars over de streep getrokken. Het ‘Theater Büch’ wordt inmiddels door velen gezien als curiositeit, als artistieke drijfveer van een gepijnigde ziel die, door zijn leven gefantaseerd vorm te geven, nog enig houvast in de werkelijkheid vond. Dat is een liefdevolle omarming – door de biografe doorlopend gepredikt – die (nog) niet door alle belanghebbenden wordt onderschreven. Hoogtepunt van de ‘mantel der liefde’ was de overhandiging van het eerste exemplaar van deze biografie aan jeugdvriend Peter van Zonneveld, de man die door Büch het meest uitvoerig misleid en later zelfs literair de grond in werd getrapt.

Ook over de schrijfkunst van Boudewijn Büch is Eva Rovers uiterst mild in haar opvatting. Geen kwaad woord over poëzie en proza, terwijl juist de aangehaalde citaten uit zijn dichtwerk weer eens laten zien wat een belabberde dichter Büch eigenlijk was. Ook in zijn romans toonde hij zich een slordige stilist. Gedreven door de tomeloze ambitie ‘een groot schrijver’ te willen worden, verdween de broodnodige concentratie en bevlogenheid al snel na de eerste ruwe versie van een nieuw boek. Met behulp van o.a. Büch-adept Harry Prick werd tijd noch moeite gespaard het boek-in-wording zo te bewerken dat uitgave verantwoord was.

Nee, laten we Boudewijn Büch vooral in herinnering houden als de man die op onnavolgbare wijze zijn kennis wist te etaleren over de onderwerpen die hem aan het hart gingen. Goethe, Bilderdijk, Rolling Stones, de dodo, Napoleon, de Amerikaanse Burgeroorlog, pinguïns, Robert Louis Stevenson, Andy Warhol, Buddy Holly, Gerrit Achterberg; alles waar zijn interesse naar uit ging was doelwit van zijn onbegrensde kennisvergaring en -verspreiding. De wijze waarop hij in zijn tv-programma’s de kijker wist te boeien, alleen al door zijn voorkomen en onaangepaste nieuwsgierigheid, is ongeëvenaard. En juist de boeken die daaruit voortvloeiden – de Eilanden-reeks, de boeken over Goethe – behoren tot zijn beste werk.

Büch heeft zelf verklaard, regelmatig in de hoek gedreven over zijn achtergrond, dat in literatuur álles mogelijk is, maar in het werkelijke leven de waarheid dient te worden gevolgd. Dat hij dat zelf niet heeft gedaan, wordt door Eva Rovers in haar doortimmerde biografie als ‘autobiografictie’ bestempeld. Iets te genadig, maar Boud zou het een mooie erkenning hebben gevonden.

Simon Sebag Montefiore - De Romanovs - uitgelichte afbeelding van Moskou
Boeken / Non-fictie

Hang naar sterke leiders zit in Russisch DNA

recensie: Simon Sebag Montefiore - De Romanovs. 1613-1918
Simon Sebag Montefiore - De Romanovs - uitgelichte afbeelding van Moskou

Wie bekend is met de tragedies van Shakespeare weet op voorhand al hoe het stuk eindigt: met dood en verderf. Zo is het ook met het geweldig geschreven boek De Romanovs. 1613-1918 van journalist en biograaf Simon Sebag Montefiore (1965).

Montefiores boek leest als een toneelstuk. Met behulp van een handige lijst van hoofdpersonen en figuranten beschrijft Montefiore in verschillende scènes op erudiete wijze de opkomst en ondergang van de Romanovs.

Legitimiteit

De Romanovs waren meesters in het consolideren van de macht. Tijdens de bruidschouw, een soort Idols voor tienermaagden, kozen ze bewust geen huwelijkspartners uit de rivaliserende facties aan het tsaristische hof, maar voor vrouwen uit de lagere provinciale adel. Eenmaal aan het hof kon de familie van het meisje enorm veel macht en rijkdom vergaren. Maar als de bruid niet aan de dynastieke verplichtingen voldeed, kon de hele familie worden uitgeroeid.

In 1648 wist tsaar Aleksej zijn legitimiteit te bekrachtigen. In ruil voor de absolute heerschappij van de Romanovs én militaire hulp mocht de adel de boeren, negentig procent van de bevolking, tiranniseren. Montefiore signaleert in dat verband de vorming van een Russisch gedragspatroon dat nog steeds geldt. Slaafs zijn naar boven, tiranniek naar beneden.

Daarmee samen hangt een ander Russisch dilemma: de leider kan zich onmogelijk terugtrekken zolang hij niet gevrijwaard is van vervolging of inbeslagname van zijn fortuin. De Romanovs losten dit probleem op door zichzelf te  kronen. ‘Tsaar’ Poetin heeft zijn volk beloofd om nooit af te treden.

Drank en seks

Wie preuts is of last heeft van een zwakke maag, kan beter niet aan dit formidabele epos beginnen. Verhalen over vrouwen die levend onder het ijs werden gestopt, tegenstanders die op Het Rode Plein werden onthoofd of rectaal werden gespietst, broeder- en vadermoord, volgen elkaar in rap tempo op.

Daarnaast schrijft Montefiore, misschien wel te, uitvoerig over de talrijke seksuele uitspattingen en drankgelagen van tsaar Peter de Grote (1672-1725) en het gigantische libido van Catharina I (1684-1727). De nauwelijks door historici gebruikte brieven en dagboeken van tsaar Alexander II (1818-1881) en zijn minnares Katja zijn zelfs pornografisch. Alexander schreef vol lof over haar coquille, die ‘buiten zinnen raakte en zich als een bloedzuiger aan me vast hechtte’.

Hervormingen

Vanaf het midden van de negentiende eeuw worstelden opeenvolgende tsaren met de modernisering van hun land. Na de desastreus verlopen Krimoorlog (1853-1856), waarin bleek dat het Russische leger hopeloos verouderd was, moest er wat veranderen.

In februari 1861 ondertekende tsaar Alexander II het decreet over lijfeigenschap. 22   miljoen lijfeigenen waren vrij. In 1864 kwam er een onafhankelijke rechterlijke macht met juryrechtspraak en werden nieuwe lokale bestuursorganen op provinciaal en districtsniveau (zemstvo’s) opgericht. Volgens Montefiore wilden de Romanovs met deze maatregelen de autocratie verstevigen, maar het effect was omgekeerd. Het pact tussen de adel en de vorst werd beëindigd. Voortaan baseerde de tsaar zijn macht op de geweren van zijn leger en zijn bureaucratie. De Romanovs en de samenleving dreven langzaam uiteen.

Tsaar Alexander II werd in 1881 door terroristen vermoord. Zijn opvolger Alexander III (1845-1894) wilde de nationale eenheid herstellen door minderheden te onderdrukken, hetgeen mislukte. En Nicolaas II (1868-1918) verspeelde het laatste beetje krediet van de Romanovs door zich in te laten met de charlatan Raspoetin. Nicolaas’ zoon Michaël II zou slechts één dag tsaar zijn en zelf afstand doen van de troon. Uiteindelijk zijn de Romanovs op gruwelijke wijze door de bolsjewieken vermoord.

Het fantastische boek van Montefiore schreeuwt om een tv-serie in de trant van The Tudors. Montefiore beschrijft op magistrale wijze driehonderd jaar Russische geschiedenis tegen de achtergrond van de belangrijkste ontwikkelingen op het Europese toneel. Maar hij heeft ook oog voor een eigenaardige karaktertrek van de Russen: een hang naar sterke zelfverzekerde, veelal bloeddorstige leiders.

Boeken / Non-fictie

Samen zoeken naar de Groenlandse haai

recensie: Morten A. Strøksnes - Haaienkoorts

Soms is al bij de eerste zin duidelijk dat het boek een onvergetelijke leeservaring wordt. Dat lijkt ook het geval te zijn bij Haaienkoorts van de Noor Morten A. Strøksnes.

Altijd al kreeg kunstenaar Hugo Aasjord een speciale blik in zijn ogen en een andere klank in zijn stem als hij het over de Groenlandse haai had. Het dier dat ‘misschien wel vijfhonderd jaar’ oud kan worden. De grootste vleesetende haai ter wereld. En tevens een beest dat op de bodem van de diepe Noorse fjorden zwemt. Schrijver en journalist Strøksnes aarzelt dan ook geen moment wanneer zijn vriend Aasjord voorstelt om op zoek te gaan naar een exemplaar van deze haaiensoort. In Haaienkoorts doet Strøksnes verslag van dit avontuur.

Wachten op het juiste weer

Een Groenlandse haai vinden, of zelfs vangen, zoals de officiële doelstelling van de twee mannen luidt, doe je niet zomaar. Niet alleen moet er aan een geschikte boot en het juiste aas worden gedacht; het begint allemaal met de juiste weersomstandigheden. Die blijken in Steigen, een gemeente in de provincie Nordland en de woonplaats van kunstenaar Aasjord, niet zo vaak voor te komen. Wanneer Aasjord vermoedt dat het binnenkort haaienvangweer wordt, neemt hij contact op met Strøksnes. Dat moment vormt de opening van Haaienkoorts:

Het zou drie en een half miljard jaar duren vanaf het moment dat het eerste primitieve leven zich in de zee ontwikkelde tot het ogenblik dat Hugo Aasjord me een zaterdagavond laat belde terwijl ik een geanimeerd etentje bijwoonde in het centrum van Oslo.

Strøksnes pakt vervolgens vanaf de Noorse hoofdstad het vliegtuig naar Bodø. Vanaf daar volgen twee uur met de snelboot naar Bogøy, alwaar Aasjord hem met de auto opwacht om naar zijn huis op Engeløya, ‘engeleiland’, te rijden. Dan treft het tweetal de voorbereidingen om de zee op te gaan. Strøksnes zorgt voor aas; hij gaat op pad om het kadaver van een Schotse hooglander op te halen. De resten van het dier worden door de twee mannen op een gunstige plek in de zee geworpen. Ze geven de Groenlandse haai, volgens oud plaatselijk gebruik, een dag om op het aas af te komen. Daarna gaan Aasjord en Strøksnes weer het water op. Nu is het alleen nog maar wachten tot het roofdier zich toont.

Vuurtorenwachters in de negentiende eeuw

Eigenlijk doet de bovenstaande beschrijving van de eerste pakweg zestig bladzijden geen recht aan Haaienkoorts. Het boek is namelijk veel meer dan een weergave van de zoektocht naar de Groenlandse haai. Allereerst is het een inkijkje in de verhouding tussen twee vrienden. Aan de ene kant is daar Aasjord, de man midden in de natuur die vol liefde over boten praat, elke middag om vijf uur naar Derrick kijkt en altijd wel een fraai verhaal paraat heeft. Strøksnes op zijn beurt komt uit het allernoordelijkste puntje van Noorwegen, dicht bij de Russische grens, maar woont nu in de hoofdstad. Hij lijkt in het boek meer de rol van observator en luisteraar in te nemen. Van samen zwijgen op zee tot hoogoplopende irritaties wanneer de radio te hard of zacht staat: Strøksnes weet het contact tussen hemzelf en zijn vriend sober maar sprekend te beschrijven.

Behalve een boek over een zoektocht en over vriendschap is Haaienkoorts haast een encyclopedie, vol met allerlei weetjes die rechtstreeks of zijdelings aan het zeeleven te relateren zijn. Elke observatie die Strøksnes tijdens de haaienjacht doet, kan aanleiding geven tot een uitstapje naar een gerelateerd thema. Dan gaat het bijvoorbeeld over de eigenaardigheden van de potvis, over negentiende-eeuwse vuurtorenwachters, of over het leven in het dunbevolkte noorden van Noorwegen.

Uitstapjes en uitweidingen

Al deze uitstapjes bieden meerwaarde, omdat de feitjes in Haaienkoorts reuze interessant zijn. Wie denkt niet geïnteresseerd te zijn in de zee en haar bewoners, komt beslist bedrogen uit. Strøksnes heeft een treffende schrijfstijl en neemt de tijd om een onderwerp aan te pakken en uit te diepen. Dat is echter tegelijkertijd ook het minpunt aan het werk. In het begin zuigt de lezer elk gegeven en iedere uitweiding in zich op. Maar wanneer een enkele zin over de zoektocht voortdurend aanleiding geeft voor een uitvoerige uiteenzetting over iets geheel anders, begint dat na een tijdje te irriteren. De verhouding is soms zoek.

Nadat er bijna driehonderd bladzijden lang is meegeleefd met de speurtocht, eindigt het boek abrupt. De lezer is nog volop bevangen door de haaienkoorts als hij opeens op de laatste pagina aangekomen blijkt te zijn. Dat is jammer. Bij de beeldende en beschrijvende stijl van Haaienkoorts had een wat langer en beschouwender einde goed gepast. Strøksnes kan de hoge verwachtingen gedeeltelijk, maar niet geheel waarmaken. Een goede beginzin mag dan mooi meegenomen zijn, een sterk slot is een must.

Joost top5_2016_8weekly
Muziek / Achtergrond
special: Joost Festens Album TOP5 van 2016
Joost top5_2016_8weekly

Leven en dood dichtbij in 2016

Vele critici en journalisten, maar ook muziekfanaten maken ieder jaar aan het einde van het jaar een (persoonlijk) lijstje met de beste albums van het jaar. Natuurlijk blijven we daar niet in achter. Toch steeds weer een lastig klusje.

De beperking is om vijf albums te belichten die het jaar kenmerken Toch blijft het een momentopname en is het een gekleurde mening. Met het besef dat we niet alle albums die dit jaar uitkwamen hebben gehoord en dat albums uit het begin van het jaar al meer tijd hebben gehad om te rijpen of om te vergeten, is dit mijn resultaat.

 

De dood als middelpunt op plek vier en vijf

Waar deze top vijf mee begint, staat in schril contrast met het slot. Nick Cave verloor dit jaar zijn volwassen zoon. De weerslag van dat verlies en verdriet is terug te horen op zijn zwaarmoedige maar fraaie Skeleton Tree. De bijbehorende film heb ik nog niet gezien maar schijnt erg indrukwekkend te zijn. Muziek en film om stil van te worden. Je moet er wel het juiste moment voor uitkiezen om zoveel verdriet tot je te kunnen nemen. Met de muziek houdt Cave voldoende afstand om deze wel met regelmaat te kunnen beluisteren zonder in volledige somberheid achter te blijven. Gelukkig weet Cave in zijn muziek de kracht te vinden om toch weer door te gaan met zijn leven.

Het album Blackstar van de in januari overleden David Bowie is een album waar eigenlijk niemand omheen kon dit jaar. Ik prijs me gelukkig dat ik het album op de dag van verschijnen heb kunnen bemachtigen en voor het droeve nieuws meermalen heb mogen beluisteren. Het stemde me toen gelukkig te horen dat Bowie de vernieuwingsdrang gevoeld heeft. Met de invloed van de jazz op zijn popmuziek wist hij een album te maken van een behoorlijke importantie. Wat daarna gebeurde is inmiddels alweer bijna een jaar geschiedenis. Het kleurde langzaam de mening over het album zodat hij gevoelsmatig groeide tot het beste album. Gelukkig heb ik me weten te bedwingen en het album wel een verdiende hoge notering gegund.

 

Een tweede en derde plaats

Alsof het zo aan elkaar verzonnen is moet ik toch Verloren Verleden de eer gunnen voor de derde plek. De IJslandse band Árstídir vormde samen met onze eigen Anneke van Giersbergen een gelegenheidssamenwerking. Ze diepte vele liedjes van overal te wereld bij elkaar die in de vergetelheid dreigen te verdwijnen. Het Nederlandse liedje ‘Het dorp’ krijgt hierbij een bijzondere uitvoering die prima past binnen de sound van de rest van het album. De uitwerking wentelt zich in de akoestische gitaarsound van de IJslanders en de fijne zang van Van Giersbergen.

Het op een na beste album van het jaar koester ik al sinds de eerste beluistering. Idan Raichel trok zich terug om helemaal in zijn eentje tot zichzelf te komen. Het album dat daar het gevolg van was At The Edge of the Beginning laat horen hoe diep iemand in zichzelf kan terugkeren om zichzelf en vooral zijn wortels opnieuw te ontdekken. Een herboren Raichel deed in de loop van het jaar ook nog eens ons land aan waar hij een overtuigde show gaf. Op dat moment zakte het album nog dieper in de vezels van je wezen.

 

De beste van het jaar

Tot slot was het jaar 2016 een jaar waarin veel popgoden ons verlieten. Het is moeilijk om daar objectief mee om te gaan. Hoe zouden we tegen hun laatste uitgebrachte werk aankijken als ze nog onder ons zouden zijn? Hebben we het album al een plaatsje gegeven als het nieuws van hun overlijden ons bereikt? Toch kunnen we niet om de gebeurtenissen heen en kunnen we nu ook niet even terug in de tijd of de wetenschap uit te schakelen.

Over het beste album van 2016 heb ik gezien het bovenstaande best lang getwijfeld. Uiteindelijk heb ik mijn muzikale gevoel gevolgd en het album genomen dat ik al een tijdje het makkelijkst pak als ik iemand een topplaatje van dit jaar wil laten horen. Sturgill Simpson heeft met zijn A Sailor’s Guide To Earth een gevoelige snaar geraakt die maar blijft trillen. Gek genoeg heb ik het album nooit een review gegund op een van de media waar ik mijn waardering meestal niet onder stoelen of banken steek. Simpson heeft het album geschreven ter gelegenheid van de geboorte van zijn zoon. Toch kan je als je dat niet weet er ook een heel gelovig album in horen van God die zijn zoon naar de mensheid afvaardigt. Dat past natuurlijk heel goed in deze periode van het jaar. Maar de waarheid is toch echt dat het hier over zijn eigen kind gaat. De Americana-, folk- en toch zeker ook countryzanger heeft met zijn album een bijzonder werk gemaakt dat in voornoemde hokjes nergens echt past, maar dan ook vooral vanwege de prachtige bombast die hij aan het album heeft toegevoegd. Hij spreekt uit zijn hart op een grootse manier. Voor mij het album van het jaar waarin zowel nieuw leven als de dood heeft huisgehouden. Een nieuw begin geeft altijd weer hoop.

 

Bubbling under

Vreemd om aan een top vijf nog een toegift toe te voegen. Toch voel ik de noodzaak om te delen dat het album You Want It Darker van Leonard Cohen net de top vijf niet heeft gehaald maar niet on-vernoemd mag blijven. Deze topper uit de folk muziek heeft met zijn afscheidsplaat net als Bowie nog snel een meesterwerk aan zijn oeuvre toegevoegd.

Gelukkig heeft het muziekjaar 2016 heel veel mooie muziek gebracht dat onmogelijk hier allemaal ter sprake kan komen. Daarover schreven we als 8WEEKLY het hele jaar zonder ook daarmee alles te raken. Er is nog zoveel te ontdekken over het afgelopen jaar, terwijl de eerste releases voor 2017 alweer staan te trappelen. De muziek leeft gelukkig altijd voort!