Boeken / Non-fictie

Een excentrieke veelvraat

recensie: Eva Rovers - Boud. Het verzameld leven van Boudewijn Büch

Veertien jaar na zijn dood is de opwinding rond het leven en werk van Boudewijn Büch enigszins naar de achtergrond verdwenen. Eva Rovers brengt, met zachte hand en liefdevolle pen, het hele verhaal weer aan de oppervlakte. Boud is een nauwgezette biografie, opgetekend door een iets te getrouwe groupie.

Op diverse plaatsen in dit boek duikt het allesomvattende begrip op waarmee schrijver/dichter/verzamelaar/programmamaker/tv-personality Boudewijn Büch (1948-2002) getypeerd wordt: ‘Theater Büch’. De geschiedenis is ingedaald, de feiten zijn bekend, de schijnwereld van de Leidse alleskunner is inmiddels geheel doorgeprikt. Boudewijn maakte het grootste deel van zijn leven tot klucht door de wereld te overladen met verzinsels, zoals het bestaan én het overlijden van een zoon, diverse academische studies en graden, een ongeneeslijke ziekte en een uit de duim gezogen familiegeschiedenis.

Gesamtkunstwerk

Dat ‘Theater Büch’ wordt door biografe Eva Rovers met flair gepresenteerd. In vijftien zeer leesbare hoofdstukken brengt ze de levensloop van Büch adequaat over het voetlicht, waarvoor ze exclusief toegang heeft gekregen tot het complete privé-archief van de schrijver. Het boek ademt een grote bewondering voor het onderwerp: in de vijf jaar die dit project heeft belopen is er tussen Rovers en Büch een relatie ontstaan die helaas iedere kritische noot in deze biografie wegneemt. En dat wringt een beetje.

De biografe zet het leven – en de leugens – van Büch eenvoudig weg onder de noemer ‘Gesamtkunstwerk’: een literator moet nu eenmaal de mogelijkheid hebben in zijn werk de waarheid met een korrel zout te presenteren. Daarmee gaat ze te gemakkelijk voorbij aan de impact die Boudewijns strapatsen hebben gehad (en enkele gevallen nog steeds hebben) op de levens van anderen. Publicist Max Pam laat er in zijn Volkskrant-column geen misverstand over bestaan: Büch was een charlatan en een pathologische leugenaar en deze biografie is een misplaatste poging tot rehabilitatie.

Autobiografictie

Dat de tijd veel wonden heelt, blijkt uit de lange lijst van geïnterviewden en meewerkenden aan deze uitgave. Daar heeft Rovers grondig werk verricht en met haar gepassioneerde inzet wellicht ook aanvankelijke tegenstribbelaars over de streep getrokken. Het ‘Theater Büch’ wordt inmiddels door velen gezien als curiositeit, als artistieke drijfveer van een gepijnigde ziel die, door zijn leven gefantaseerd vorm te geven, nog enig houvast in de werkelijkheid vond. Dat is een liefdevolle omarming – door de biografe doorlopend gepredikt – die (nog) niet door alle belanghebbenden wordt onderschreven. Hoogtepunt van de ‘mantel der liefde’ was de overhandiging van het eerste exemplaar van deze biografie aan jeugdvriend Peter van Zonneveld, de man die door Büch het meest uitvoerig misleid en later zelfs literair de grond in werd getrapt.

Ook over de schrijfkunst van Boudewijn Büch is Eva Rovers uiterst mild in haar opvatting. Geen kwaad woord over poëzie en proza, terwijl juist de aangehaalde citaten uit zijn dichtwerk weer eens laten zien wat een belabberde dichter Büch eigenlijk was. Ook in zijn romans toonde hij zich een slordige stilist. Gedreven door de tomeloze ambitie ‘een groot schrijver’ te willen worden, verdween de broodnodige concentratie en bevlogenheid al snel na de eerste ruwe versie van een nieuw boek. Met behulp van o.a. Büch-adept Harry Prick werd tijd noch moeite gespaard het boek-in-wording zo te bewerken dat uitgave verantwoord was.

Nee, laten we Boudewijn Büch vooral in herinnering houden als de man die op onnavolgbare wijze zijn kennis wist te etaleren over de onderwerpen die hem aan het hart gingen. Goethe, Bilderdijk, Rolling Stones, de dodo, Napoleon, de Amerikaanse Burgeroorlog, pinguïns, Robert Louis Stevenson, Andy Warhol, Buddy Holly, Gerrit Achterberg; alles waar zijn interesse naar uit ging was doelwit van zijn onbegrensde kennisvergaring en -verspreiding. De wijze waarop hij in zijn tv-programma’s de kijker wist te boeien, alleen al door zijn voorkomen en onaangepaste nieuwsgierigheid, is ongeëvenaard. En juist de boeken die daaruit voortvloeiden – de Eilanden-reeks, de boeken over Goethe – behoren tot zijn beste werk.

Büch heeft zelf verklaard, regelmatig in de hoek gedreven over zijn achtergrond, dat in literatuur álles mogelijk is, maar in het werkelijke leven de waarheid dient te worden gevolgd. Dat hij dat zelf niet heeft gedaan, wordt door Eva Rovers in haar doortimmerde biografie als ‘autobiografictie’ bestempeld. Iets te genadig, maar Boud zou het een mooie erkenning hebben gevonden.