Muziek / Concert

Te gekke en gevarieerde editie

recensie: Motel Mozaïque 2017 - de zaterdag

In tegenstelling tot de vrijdag is de zaterdag van Motel Mozaïque volledig uitverkocht. Dat moeten de weergoden hebben geweten: met een lekker zonnetje en een graad of zestien beginnen we deze muzikale dag op Plaza Mozaïque, dat tegen het middaguur al redelijk gevuld is met festivalgangers, muziekliefhebbers en dagjesmensen.

De toegang tot Plaza Mozaïque is gratis waardoor het aanwezige publiek heel de dag gemêleerd is. Het is een hele leuke manier om dagjesmensen en Rotterdammers kennis te laten maken met het festival zonder dat ze daar geld voor neer hoeven te leggen. Plaza Mozaïque is dit jaar gevestigd rondom de beruchte Kabouter Buttplug op het Eendrachtsplein, vlakbij diverse venues van het festival. Zo liggen Rotown en de Paradijskerk om de hoek, is de Schouwburg slechts een paar minuutjes lopen en sta je binnen no time in de prachtige Arminiuskerk.

Het zaterdagprogramma begint in de Arminiuskerk waar 3voor12 wederom diverse sessies op het programma heeft staan. De kerk is de ideale plek voor sessies met onder andere singer-songwriters Lisa Hannigan en Isaac Gracie. Het is vandaag heerlijk warm, maar kippenvel krijgen van deze twee artiesten is onvermijdelijk. In de hal van de Schouwburg staat even later Spinvis met Amos Ben-Tal | OFFprojects met een heuse talkshow waarbij diverse gasten en dansers worden uitnodigt voor een bijzonder spektakel. Tussendoor zingt hij nummers, speelt gitaar en pakt hij het publiek in met interessante vraagstukken en humoristische uitspraken. Het is de perfecte opwarming voor de indrukwekkende show van Joep Beving, even later in de Grote Zaal van de Schouwburg.

Joep Beving is inmiddels een graag geziene muzikant op de Nederlandse festivals. Eerder dit jaar stond hij nog in een kerk op Eurosonic Noorderslag en afgelopen jaar speelde hij op Into The Great Wide Open. Dat is te zien aan het aantal mensen dat aanwezig is in de Grote Zaal: hoewel zijn magische pianomuziek juist heel goed uit de verf zou komen in een van de twee kerken van het festival, is het direct duidelijk dat die twee venues te klein zouden zijn. Aan de ene kant jammer, want de intieme pianomuziek van Beving zou wellicht nog intenser zijn geweest in een dergelijke setting. In de Schouwburg is het een uur lang genieten: het publiek wordt betoverd door de fraaie muziekstukken van de Nederlandse pianist. Van tevoren vraagt hij het publiek om niet na ieder stuk te applaudisseren, wat ontzettend goed blijkt te werken. Stukken als ‘Sleeping Lotus’ (over zijn dochter Lotus) en ‘Etude’ zijn nog overweldigender wanneer ze vrijwel aaneen worden gespeeld. Mensen genieten met hun ogen
dicht, hier en daar gaan zelfs aanwezigen op de grond liggen met gesloten ogen en overal is het muisstil. Een hele bijzondere show op deze MOMO-zaterdag.

De toegankelijkheid van de diverse locaties is een stuk beter benaderbaar dan een aantal jaren geleden. Het gebeurt dan ook een aantal keren dat we diverse artiesten ergens in de zon zien zitten of zien genieten van shows van andere muzikanten van de line-up. Terwijl we vlak voor de show van Novo Amor nog even van de zon genieten zien we bijvoorbeeld de leden van mauno hetzelfde doen. Groot gelijk: het is heerlijk toeven aan het water in de stad. In de Arminiuskerk staat de Britse singer-songwriter Novo Amor met kornuiten om 19:00 uur, een absolute must-see voor fans van Bon Iver, Haux en James Vincent McMorrow. Novo Amor is het project van Ali John Meredith-Lacey, een talentvolle jonge muzikant. Met zijn opvallende falsetto stem en magische tracks neemt hij het aanwezige publiek mee naar hogere sferen. Hierbij krijgt hij vocale steun van Ed Tullett die een wat sterkere sound heeft en continu loepzuiver zingt. Bij Meredith-Lacey zijn hier en daar wat valse noten te ontdekken, hoewel dat nergens écht storend is. ‘Alps’ is, samen met de prachtige stem van Tullet, een absoluut hoogtepunt en de Guns ‘n Roses cover ‘Welcome To The Jungle’ een aangename verrassing. Een mooie rustige show in een fijne setting om de avond mee in te luiden.

Van de Arminiuskerk lopen we met een korte stop op Plaza Mozaïque naar de Paradijskerk waar mauno reeds aan het spelen is. De hardere indierock van de band uit Halifax is totaal niet in een hokje te plaatsen en heeft oncontroleerbare uitspattingen. Voor de Paradijskerk is de band ietwat te hard en vooral te tomeloos om er een mooi klinkend geheel van te maken. mauno had beter op een plek als Rotown of Worm kunnen staan, hoewel het dan alsnog afvragen is of het echt heel goed zou zijn geweest.

De jonge Isaac Gracie is alles wat juist wél past in de Paradijskerk. Even na het vertrek van mauno staat de goedlachse singer-songwriter met zijn dijk van een stem in de kerk. Hij vertelt hoe opvallend vaak hij in kerken zingt en dat dat ook weer niet heel vreemd is: hij is ooit begonnen met zingen in de kerk. Zijn stem is dan ook volledig aangepast op de goede akoestiek wat tot verbaasde gezichten leidt. Gracie heeft een aantal nummers online staan, die in het niet vallen bij wat hij live kan. Zijn stem is zo krachtig dat het bij sommige tracks niet eens uitmaakt dat ze ietwat eenvoudig in elkaar zitten. ‘Terrified’ en ‘Last Words’ zijn, samen met de sarcastische grapjes, het hoogtepunt van de avond en misschien zelfs wel van het hele festival. De Paradijskerk is dit weekend nog niet zó magisch geweest als nu.

We sluiten MOMO17 af met de mannen van The Slow Show in de Grote Zaal van de Schouwburg. The Slow Show is zo’n band met van die prachtige nummers waar je kippenvel van krijgt. De donkere stem van frontman Rob Goodwin doet denken aan die van Matt Berninger, zanger van The National. Een beetje fan weet dan ook al gauw waar de bandnaam The Slow Show van afgeleid is. Het optreden staat als een huis en verveelt nergens: van het doordringende ‘Ordinary Lives’ tot het steengoede ‘Brawling Tonight’. The Slow Show is een waardige afsluiter van de Schouwburg én van deze editie van Motel Mozaïque.

Ook al heeft het festival de afgelopen jaren minder ‘grote’ headliners, met deze te gekke en gevarieerde editie bewijzen ze dat je dergelijke namen niet nodig hebt om een succesvol festival neer te zetten. Nieuwe locaties zoals de magische Arminiuskerk en de nieuwe plek voor Plaza de Mozaïque bleken meer dan welkom te zijn: je hebt het idee dat alles net wat dichter bij elkaar ligt en het daardoor toegankelijker is geworden dan voorheen. De data voor de volgende editie in 2018 zijn al bekend: markeer 19, 20 en 21 april 2018 in je agenda, want Motel Mozaïque mag je niet missen!

Boeken / Fictie

Geen trotse Oostenrijker

recensie: Thomas Bernhard - Op de boomgrens

Thomas Bernhard (1931-1989) was een veelschrijver. Hij publiceerde romans, toneelstukken, poëzie en brieven en werd daarvoor in het Duitse taalgebied regelmatig bekroond. In Op de boomgrens zijn drie korte verhalen van de Oostenrijker verzameld.

Bernhard kwam in Heerlen ter wereld; zijn moeder was het Alpenland ontvlucht vanwege haar ongewenste zwangerschap. Hij groeide op bij zijn grootouders. ‘Voor veel geluk was Bernhard niet in de wieg gelegd’, constateren de vertalers Gerard Bes en Philip Grisel in hun nawoord. Bernhards onprettige jeugd en het gevoel van verlating zijn thema’s die in zijn werk een prominente plek innemen. Ook in Op de boomgrens zijn er geen lichte of hoopvolle vertellingen te vinden.

Schrijven in het donker

In ‘Kulterer’, het eerste verhaal van de bundel, ontmoeten we de gelijknamige gevangene die op het punt staat zijn vrijheid terug te krijgen. Dat is echter niet hoe Kulterer het zelf ziet. Stellen dat de opsluiting hem bevalt gaat misschien te ver, maar tegen zijn vrijlating ziet hij op. Zijn baantje in de drukkerij is niet vervelend, met de bewakers heeft hij geen problemen en hij heeft bovendien speciale toestemming om te mogen schrijven. ’s Nachts werkt Kulterer in het donker aan zijn verhalen. Vlak voor zijn vrijlating beginnen zijn celgenoten zich zelfs voor zijn teksten te interesseren. Kulterer vindt het dan ook niet gemakkelijk om de buitenwereld te betreden, maar hij moet toch de gevangenis verlaten:

Zo vlug hij kon verwijderde hij zich van de gevangenis het landschap in, dat, heuvelig, bruin en grauw, dampte van hopeloosheid.

Niets dan de chaos

De tweede bijdrage van de bundel, ‘De Italiaan’, lijkt op het eerste gezicht wat luchtiger te zijn. De naamloze verteller is namelijk al wandelend in gesprek met een Italiaan over toneelvoorstellingen, literatuur en kostuums. Maar schijn bedriegt: de Italiaan is aanwezig vanwege de begrafenis van de vertellers vader, die zelfmoord pleegde. In het paviljoen waar de overledene op eigen verzoek wordt opgebaard, zijn aan het einde van de Tweede Wereldoorlog meer dan twintig Polen doodgeschoten door de Duitsers. Ze zijn ‘in een kuil gekieperd’.

De oorlog is een thema waar Bernhard zich veel mee bezighield. Hij bekritiseerde de omgang van de Oostenrijkers met het oorlogsverleden scherp. Sowieso had hij niet veel op met zijn landgenoten. Tekenend daarbij is de anekdote over de uitreiking van de Oostenrijkse Staatsprijs voor Literatuur aan Bernhard in 1968, een moment dat de literatuurgeschiedenis inging als het Staatspreis-Skandal. Bernhard hekelt in zijn toespraak bij de uitreiking zijn ‘apathische’ landgenoten. ‘We hoeven ons niet te schamen, maar we zijn ook niets en we verdienen niets dan de chaos.’ Het publiek reageert allerminst geamuseerd. De minister van Onderwijs roept hem toe: ‘Toch zijn wij trotse Oostenrijkers.’ Bernhard behoorde daar beslist niet toe.

Meedenken met de agent

Bernhard staat bekend om zijn lange zinnen. Ze dwingen de lezer om de aandacht geen moment te laten verslappen. Dat geldt ook voor het slot van het boek, het titelverhaal ‘Op de boomgrens’. Net als in ‘Kulterer’ draait het om een schrijvende man in een sombere omgeving. De lezer maakt kennis met een jonge politieagent in een pension, die een brief schrijft naar zijn zwangere verloofde. De binnenkomst van een jongeman en een meisje maken de speurder in hem wakker; er klopt iets niet. Met zijn lange zinnen trekt Bernhard de lezer binnen de kortste tijd het verhaal in en laat hem meedenken met de agent. Het zal niet verbazen dat er zich daar op de boomgrens inderdaad iets duisters afspeelt.

Geslaagde kennismaking

Op het eerste gezicht lijkt Bernhard afstandelijk te formuleren, maar met zijn nauwkeurige schrijfstijl zit hij zijn personages tegelijkertijd dicht op de huid. Het maakt nieuwsgierig naar meer. Niet alleen naar extra informatie over de karakters en hun achtergronden, maar ook naar de rest van Bernhards oeuvre. Wie met Op de boomgrens kennismaakt met Thomas Bernhard, zal blij zijn dat er nog veel meer te ontdekken valt.

Muziek / Concert

Succesvol met kleine namen

recensie: Motel Mozaïque 2017 - de vrijdag

Vandaag de dag gaan we niet meer naar Motel Mozaïque om de grotere namen zoals Angus and Julia Stone en Mumford and Sons te zien. Dit is geen reden om het festival over te slaan, integendeel: dit jaar is de programmering van Motel Mozaïque wederom om door een ringetje te halen. Met bekende en minder bekende bands en artiesten. Ideaal om nieuwe muziek te ontdekken!

De eerste dag van Motel Mozaïque begint al vroeg in de middag met een aantal sessies in de magische Arminiuskerk: 3voor12 neemt vandaag sessies op met Daymé Arocena, Kim Janssen, Pitou en Ala.ni. Een prima begin van het festival: korte, rustige shows van gevarieerde artiesten. De Nederlandse singer-songwriter Pitou valt met haar bijzondere engelachtige stem op tussen de andere acts in de Arminiuskerk. Morgen opent ze de festival zaterdag in de Paradijskerk, een geschikte locatie voor haar breekbare doch prachtige liedjes. De sessies zijn een goede opwarmer voor de shows van de artiesten zelf. Kim Janssen geeft vast wat weg van zijn nieuwe plaat Cousins en van de show van vanavond, wat veelbelovend klinkt.

Het is dan ook niet heel verrassend dat de Grote Zaal van de Schouwburg om 20 uur goed gevuld is voor de veelzijdige singer-songwriter. Vorige week speelde Kim Janssen nog zijn eigen albumrelease in Tivoli De Helling in Utrecht, vanavond doet hij het dunnetjes over in Rotterdam. Met maar liefst elf man sterk, van blazers tot strijkers, zet Janssen een mooie set neer. Wat het meeste opvalt, is de vernieuwing van zijn algehele sound: zijn eerdere ingetogen liedjes maken plaats voor uitgebreide arrangementen wat hier en daar zelfs een beetje aan Sigur Rós doet denken (niet heel vreemd, gezien zijn samenwerking met Sigur Rós’ Erikur Orri Ólaffson voor deze plaat.) Single ‘Dynasty’ vraagt naar meer en laat je zin hebben in lange zomeravonden, dansen en wijn terwijl je bij ‘Bottle Rockets’ de muziek wordt ingezogen en alleen maar kunt luisteren en genieten. Janssen gaat dit jaar op clubtour met Cousins, ga dit zeker checken als je de mogelijkheid hebt.

We zagen de Britse Ala.ni eerder vandaag bij een sessie van 3voor12, vanavond staat ze in de fraaie Paradijskerk wat misschien wel de mooiste locatie van het festival is. Al lachend geeft ze toe dat ze wellicht iets te veel van de Nederlandse joints heeft geproefd, hoewel dat totaal niet afdoet aan haar krachtige performance. De show van Ala.ni is niet alleen een genot voor het oor, ook het oog wordt flink verwend. De driemansformatie, allen gehuld in zwart, zijn goed op elkaar ingespeeld waarbij de harpiste de grootste eyecatcher is. De stem van Ala.ni is loep zuiver en galmt tot ver achter in de Paradijskerk door. Het publiek luistert aandachtig: de bijzondere zangeres weet iedere aanwezige te betoveren.

Van de kerk gaan we richting Rotown voor een totaal andere show: de band Shame uit Londen staat om 23:30 uur op het programma. De jonge honden uit Londen zijn nog niet eens heel lang bezig maar hebben nu al een behoorlijke reputatie wat betreft hun liveshows. Het is hard, het is wild, het is alles wat je even nodig hebt om wakker te worden voor de eerste MOMO-nacht. Er wordt flink gedanst en vooraan vlakbij het podium ontstaat een moshpit. Het mooiste van alles: de zanger van Shame doet gewoon net zo hard mee. Zonder twijfel een gevalletje bijzijn is meemaken. Na Shame is het tijd voor een paar danspasjes bij Vera en haar mannen in de hal van de Schouwburg. De band heeft ons flink wat energie gegeven om nog even door te knallen. Met een paar te gekke hitjes bereiden we ons vast een beetje voor op de tweede dag van Motel Mozaïque. De eerste dag van het festival is gevarieerd en heeft met onder andere Ala.ni en Shame flink wat verrassingen te pakken. Op naar de zaterdag!

Muziek / Concert

Vlammende Vinnie Paz ouwehoert te veel

recensie: Jedi Mind Tricks@De Melkweg

Wanneer Vinnie Paz rapt, speelt hij de zaal aardig plat. Toch had dat dit een veel beter concert kunnen zijn.

Drie jaar geleden nog stond rapper Vinnie Paz in belabberde conditie en knetterstoned zijn raps op te lepelen in de Melkweg. Dat is vanavond wel anders. De veertigjarige rapper, die overigens lijkt te zijn afgevallen, heeft er duidelijk zin in. Bovendien stapt hij slechts drie kwartier later dan gepland het podium op. Dat is vergeleken met Drake zeer netjes, schijnt.

Soloconcert

Een ander verschil met drie jaar geleden is de naam waaronder Vinnie Paz optreedt: Jedi Mind Tricks. Dat is een populaire hiphopgroep die nu – het wisselt nogal eens – naast Vinnie Paz uit producer Stoupe bestaat. Maar in plaats van Stoupe verzorgt dj 7L de muziek. Daarnaast is rapper Esoteric aanwezig als ondersteuning.  Je vraagt je bijna af of dit niet gewoon een soloconcert is van Vinnie Paz.

Het draait echter om het optreden en Vinnie is in vorm vanavond. Met zijn kenmerkend rauwe stem spuwt hij zijn gewelddadige teksten overtuigend de zaal in. Een enkele keer redt hij het zelfs zonder de back-up van Esoteric. Een groot verschil met eerdere optredens. Niet voor niets gaat de zaal los, zowel bij recente nummers als ‘Deathless Light’, als bij ‘Heavenly Divine’ en andere klassiekers.

Praatpauzes

Vinnie en Esoteric zijn ontspannen en grappen over Nederlandse voetbalclubs en dat er te weinig dames naar optredens van Jedi Mind Tricks komen (“They hate me historically”). Op enig moment zingt Esoteric zelfs op melige wijze een stukje ‘I Will Always Love You’ van Dolly Parton. Een bijzonder contrast met teksten als “I’ll open up your stomach like the case of a slug”.

Het probleem is dat na elk nummer zo’n praatpauze volgt. Dat stoort vooral doordat de ‘nummers’ zelden helemaal worden gespeeld. Wanneer de originele track gastartiesten of ex-groepslid Jus Allah bevat, is dat logisch. Maar nummers waar Vinnie Paz alleen op rapt kapt hij ook af. Hierdoor krijgt de show iets rommeligs: Vinnie en Esoteric lullen een eind weg of doen wat ‘crowd participation’, waarna vaak één verse en misschien een refrein volgt. Vervolgens begint het duo weer uitgebreid te ouwehoeren.

Indrukwekkende a capella’s

Uiteindelijk duurt de show zo langer dan een uur, waarvan een groot deel opgaat aan praten en grappen. De muziek die voorbij komt, is echter van hoog niveau. Ook de a capella’s, zowel van de vaardige battlerapper Esoteric als van Vinnie Paz zelf, zijn indrukwekkend. Het publiek is dan ook als was in de handen van de twee rappers, die niet voor niets hun waardering voor de energie in de zaal meermaals uitspreken. En dat voor een maandagavond.

Des te meer voelt het als een gemiste kans dat Vinnie Paz zo weinig moeite steekt in een setlist met meer complete nummers. Dat is heus niet zo moeilijk. Minder geouwehoer had het tempo bovendien goed gedaan. Ook de toegift, een aantal freestyles, is heus aardig, maar liever hadden we bijvoorbeeld ‘Suicide’ gehoord. In zijn geheel.

Photo Credit: phluids

renaissance_rijksmuseum_twenthe
Kunst / Expo binnenland

Een nieuwe lente, een nieuw geluid?

recensie: In het hart van de renaissance
renaissance_rijksmuseum_twenthe

Was de Italiaanse renaissance louter vernieuwend of had deze ook behoudende kenmerken? Gastconservator Bram de Klerck van de tentoonstelling In het hart van de renaissance in Rijksmuseum Twenthe in Enschede lijkt deze vraag bevestigend te beantwoorden.

De tentoonstelling met vijfenveertig schilderijen, voornamelijk uit de Pinacoteca Tosio Martinengo (Brescia), begint met een prachtig Portret van een jonge man met fluit van Giovanni Giralomo Savoldo. Een schilderij dat een krachtige uitdrukking toont van het nieuwe mensbeeld dat zich in de vijftiende en zestiende eeuw ontwikkelde: dat van een zelfbewust individu. In de rechter bovenhoek van het schilderij is een stapeltje boeken afgebeeld, dat lijkt te willen zeggen: dáár doen wij het als humanisten mee, naast of in plaats van de Bijbel.

renaissance_rijksmuseum_twenthe

Giovanni Battista Moroni –
Portret van een endelman de magistraat – 1560 Pinacoteca Tosio Martinengo, Brescia.

Bijbelse en klassieke afbeeldingen

Toch koos De Klerck opvallend veel schilderijen met Bijbelse voorstellingen, waaronder twee vroege werken van Rafaël: een Zegenende Christus (ca. 1505-’06), die op alle uitingen over de tentoonstelling afgebeeld staat, en een Engel (1501) van een schoonheid zonder weerga.
Kenmerkend voor de Italiaanse renaissance is natuurlijk ook de invloed van de klassieke oudheid, die je onder meer terugvindt in een Romeins epitaaf (grafsteen) op een Portret van een vrouw als Salomé en in een classicistisch gebouw op Lijdende Christus, allebei van Alessandro Moretto uit Brescia.

Realisme, kleur en licht

Een ander, nieuw aspect dat de Italiaanse renaissance kenmerkt en in de uitgebreide bijschriften bij de schilderijen wordt benadrukt, is het realisme. Dat gaat soms zó ver, dat minder fraaie lichaamskenmerken niet worden verdoezeld, maar pontificaal worden getoond. Zoals de bult op het voorhoofd van de magistraat die Giovanni Battista Moroni uit Bergamo schilderde.
Naast dergelijke aandacht voor realisme en details, vallen de kleur- en lichteffecten op, waarmee deze worden benadrukt. Opvallend is bijvoorbeeld dat het licht op de Maaltijd van de Emmaüsgangers van Moretto, die overigens plaatsvindt in een classicistisch decor, niet van links – zoals meestal – maar van rechts komt.

Topstukken?

Toch kun je niet zeggen, zoals de begeleidende flyer bij de tentoonstelling juichend doet, dat het hier louter en alleen om vijfenveertig ‘topstukken uit de zestiende eeuwse schilderkunst gaat’. Daarvoor vallen de soms onbeholpen op de romp geplaatste mannenkoppen te veel op, of grove mannenhanden bij een fijn vrouwenlichaam, en massieve baarden waarvan de haartjes niet afzonderlijk zijn weergegeven.
Dat zegt niet alleen wat over schilders als de Nederlander (!) Sustris en Savoldo, die bij ons niet of nauwelijks bekend zullen zijn, maar ook over de kwaliteit van de collectie in het museum van Brescia.

renaissance_rijksmuseum_twenthe

Moretto St. Nicolaas presenteert leerlingen van Rovelli aan Madonna met kind -1539 Pinacoteca Tosio Martinengo, Brescia.

Kunsthistorische accenten

Zoals de opzet en opstelling van de tentoonstelling iets zegt over de achtergrond van de gastcurator: een kenner van de Italiaanse renaissance, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen, maar geen curator. Dat uit zich niet alleen in de uitgebreide tekstbijschriften, maar ook in een wat rommelig overkomende opzet, waarin je dan weer een chronologisch, dan weer een per kunstenaar gerangschikt geheel meent te ontdekken, en dan weer een thematische opzet met alle portretten, annunciaties en kruisigingen bij elkaar. Een opzet die echter niet wordt – of kon worden – volgehouden door het grote aantal voorbeelden in verhouding tot de beschikbare ruimten.

Ook een zekere hang naar volledigheid valt waarschijnlijk op de kunsthistorische nadruk die De Klerck legt, terug te voeren. Zo staat naast Portret van een geharnaste man van Pietro Maria Bagnatore ook daadwerkelijk een harnas. Dit verwijst naar het feit dat zowel Brescia als Milaan centra waren van de fabricage van wapenuitrustingen. Iets soortgelijks gaat op voor een enkele verdwaalde torso en buste om te benadrukken dat schilderijen soms zijn geïnspireerd op de beeldhouwkunst. Dit zijn contextuele elementen die niet echt een toevoeging vormen.

Toch heeft elk nadeel zijn voordeel: door het relatief kleine aantal werken, dat ook nog eens met grote tussenruimtes is opgehangen, wordt je als bezoeker als het ware uitgenodigd goed te kijken en terug te lopen: waar zag ik zo’n ouderwetse banderol nog meer?
Op die manier voel je je als bezoeker zeker niet bekocht. Want hoe vaak zie je zulke Italiaanse renaissancewerken nu in ons land?

adler_de_huid
Boeken / Non-fictie

Nuttig advies van een huidspecialist

recensie: Yael Adler - De Huid
adler_de_huid

Je lichaam insmeren met voedende olie, anti-rimpelcrème op je gezicht en regelmatig een verfrissende douche. Goed bezig, denk je? Helemaal niet, volgens dermatoloog Yael Adler. Sterker nog, het brengt je huid ‘opzettelijk lichamelijk letsel toe’. De Duitse huidarts is streng in haar openbarende boek over de huid.

De Huid, een inmiddels immens populair boek bij onze oosterburen, is nu ook in het Nederlands te lezen. Dat is fijn, want Adlers bestseller bevat talloze nuttige wetenswaardigheden, do’s en don’ts om je huid en gezond en mooi te houden en een flinke dosis humor.

Boeiende biologieles

Volgens Yael Adler kunnen we veel aan onze huid aflezen. Ze is een spiegel van onze ziel, verraadt wat we eten en drinken en zelfs hoeveel seks we hebben. Hoe dit mogelijk is, beschrijft Adler op een inzichtelijke en toegankelijke manier. Ze is direct, durft gevoelige onderwerpen aan te snijden en formuleert heldere zinnen. Adler geeft ons inzicht in de werking van ons grootste orgaan. Zo beschrijft ze uit welke lagen onze huid is opgebouwd, welke invloed hormonen in ons lichaam hebben en hoe littekens ontstaan. Al lezend leer je dat op onze opperhuid veel micro-organismen leven die noodzakelijk zijn voor onze gezondheid. Vandaar ook dat teveel smeren en wassen je huidbarrière verstoord, stelt Adler. Door het informatieve karakter doet De Huid denken aan een interessante biologieles gegeven door een zeer gedreven en enthousiaste lerares waarbij je op het puntje van je stoel zit.

Huidverzorging: Less is more

Naast een uitleg van de werking van onze huid, geeft Adler ook tips om je huid gezond en mooi te houden. Deze adviezen resulteren vooral in dingen die je beter niet kunt doen. In een wereld met een ontplofte cosmetische industrie waar je door de bomen het bos niet meer ziet, is het zowel een verademing als een schok om te lezen dat er geen reinigingsmelk op kan tegen kraanwater en een handdoek. Adler legt uit dat veel huidverzorgingsproducten slechte stoffen bevatten zoals alcohol, zeep en geur- en kleurstoffen. Hiermee beschadig je je huid eerder dan dat je haar goed doet.

Huidkanker voorkomen

Te veel wassen en smeren is echter niets vergeleken bij de schade die de zon kan aanrichten, leer je bij lezen van De Huid. Een open deur misschien, maar wel een belangrijke boodschap die niet vaak genoeg benadrukt kan worden. In Nederland is, na borstkanker, voor vrouwen huidkanker de meest voorkomende kankersoort. Bij mannen staat melanoom op nummer drie in de top tien van meest voorkomende vormen van kanker. Adler legt uit hoe melanomen ontstaan, hoe je je huid erop kunt testen en vooral hoe je je er tegen kunt beschermen. Zeker geen overbodige luxe in een tijd waarin we steeds massaler reizen en vakantie houden in tropische landen. Ook in dit serieuze deel van het boek, ontbreekt de humor niet. Alder vergelijkt de billen van hoogbejaarden met de gezichtshuid van dertigers. De huid van oude billen is nog steeds ‘glad, wit, smetteloos en ongerimpeld’ terwijl de gezichtshuid van jonge mensen al vlekjes en rimpeltjes vertoond als gevolg van zonlicht.

Hoe interessant en toegankelijk Adler’s boek ook is, De Huid kun je niet in één ruk uitlezen. De grote hoeveelheid informatie, maakt dat je het boek af en toe moet wegleggen om alles wat je hebt gelezen te verwerken. Een goede investering en geld besparend is de aanschaf van dit boek in ieder geval, want na het lezen van De Huid zal je voortaan louter een opgeruimd en sober badkamerkastje hebben.

Muziek / Concert

Zomerse indieliedjes

recensie: Satellite Stories@Paradiso

Na een zonnige lentedag staat de kleine zaal van Paradiso bijna vol met voornamelijk hippe tienerjongens en –meisjes. Het weertje sluit perfect aan op de hoofdact van vanavond, waarvan het repertoire bestaat uit vrolijke indieliedjes. Denk aan Vampire Weekend en Two Door Cinema Club.

Met een gloednieuw uitgebrachte single op zak en een album dat dit voorjaar uitkomt, doet het Finse Satellite Stories een voorjaarstour door Europa. Al sinds 2011 timmert de band aan de weg. Dat ze inmiddels al een behoorlijke fanbase hebben opgebouwd, is te zien aan het aanwezige en enthousiaste publiek.

Groot contrast

Het eveneens Finse The Holy opent de avond. Met zes man sterk (of eigenlijk: vijf man en één vrouw), waarvan maar liefst twee drummers, zet de band een stevig rockgeluid neer. Hier en daar doet het wat denken aan U2. Nummers met weinig tekst en veel muzikaal geweld. Met hun brutale uitstraling en professionele podiumpresentatie is de kans groot dat we deze act over een paar jaar terugzien in de Bravo in Biddinghuizen. En dat terwijl ze eigenlijk nog maar pas bezig zijn.

Een groter contrast met de hoofdact is haast niet te bedenken. De vier jongens, want zo zien ze eruit, zetten een set van ruim een uur neer. Een flink groot deel  van deze tijd wordt opgevuld met catchy riffjes, oh’s en ah’s en overmatig gebruik van kopstem. Het is dansbaar, het is vrolijk en zou zeker ook in de smaak vallen bij het festivalpubliek. Wel een heel ander publiek overigens.

Net niet

Maar het is het allemaal net niet. Muziektechnisch is het geen hoogstandje. De gitaar is af en toe vals en de zang wankel. De band laat genoeg steekjes vallen en speelt op vele momenten niet strak.

Het geluid mist wat body, doordat in sommige nummers maar met drie instrumenten wordt gespeeld. Wanneer de frontman er ook een gitaar bij pakt wordt het al iets beter. Maar ook de natuurlijke charme ontbreekt bij de jongens. Ze doen net iets te hard hun best en het iets te theatrale maakt het af en toe ongemakkelijk om naar te kijken.

Het lijkt het publiek allemaal niet te deren. De zaal gaat volledig los en niemand staat stil. Zowel de jonge tieners als het handjevol oudere bezoekers zingen de meeste refreinen mee. Hier staan de echte fans van de band, dat is duidelijk. Dat het optreden muzikaal geen schoonheidsprijs verdient, wordt blijkbaar goed gemaakt door iets anders, wat door ondergetekende niet helemaal wordt begrepen.

Na deze dosis aan net iets te vrolijke liedjes, is het einde van de set daar. Tijdens het laatste refrein van de toegift springt de frontman, als laatste poging om toch nog een beetje rock’n’roll te zijn, het publiek in, om daar zijn slotakkoord te spelen. Maar de fans hebben nog niet genoeg gehad en na een korte pauze komen de jongens dan nóg een keer terug. Na deze extra encore is het dan toch echt klaar. Toegegeven, het is ook wel eens fijn om gewoon lekker te dansen op hele blije liedjes, en Satellite Stories laat je precies dat doen. Maar de beoordeling van 3.5 sterren is toch echt naar boven afgerond door het toffe voorprogramma.

Barry Hay
Boeken / Non-fictie

Sprankelend kwajongensboek

recensie: Sander Donkers - HAY
Barry Hay

HAY heet het boek dat Sander Donkers schreef over het leven van Barry Hay, de zanger van Golden Earring. Als ondertitel kreeg het boek Biografie van de grootste rockster van Nederland. Daar is geen speld tussen te krijgen.

In zo’n honderd uur vertelde Barry Hay zijn levensverhaal aan Sander Donkers. Grotendeels werden die gesprekken gevoerd op Curaçao waar de familie Hay tegenwoordig woont. Alleen voor een goed geplande set van optredens keert Barry Hay een aantal keer per jaar terug naar Nederland. Dit is niet helemaal uniek want George Kooymans, zijn maatje in de band, woont een groot deel van het jaar in Italië.

Kwajongensboek

Laten we maar met de deur in huis vallen: het boek van Donkers leest als een kwajongensboek! Het is vlot geschreven en houdt je als lezer nauw betrokken bij het wel en wee van Hay tijdens alle fases van zijn leven. Hay lijkt nergens terughoudend over te zijn. Hij vertelt in detail over zowel zijn bestaan in de band als zijn privéleven. Alle hoogtepunten en dieptepunten komen aan bod.

We lezen over de geboorte van Barry in Bangalore als zoon van Philip en Sophia Hay. Lang zal hij echter niet een vader én een moeder hebben. Sophia keerde al snel terug naar Nederland en voedde daar Barry op. Zijn vader werd door zijn moeder afgeschilderd als een boeman – een beeld dat voor hem vele jaren standhield, totdat hij erachter kwam dat zijn vader hem in werkelijkheid maandelijks schreef. Toen Barry met behulp van het programma Opsporing Verzocht de zoektocht naar zijn vader wilde inzetten, bleek dat die al in 1980 was overleden. Een hereniging heeft er dus niet meer ingezeten. Het tekent allemaal wel het leven van Hay.

De relaxte sfeer waarin Hay zijn verhaal heeft gedaan aan Donkers loopt als een rode draad door het boek. Even wanen we ons in de wereld van het huidige leven van Hay om vervolgens weer ergens terug in de tijd te gaan. Een groot deel van het boek is natuurlijk ook gewijd aan de historie van de band Golden Earring. Van de start tot aan het grote succes, en van de escapades in Amerika naar het doorbraakalbum The Naked Truth, dat de band uit de schulden wist te halen.

Ook kun je in HAY lezen over de zakelijke beslommeringen met Freddie Haayen en Willem van Kooten en de nuchtere benadering van Rinus Gerritsen, die de boekhouder van de band genoemd kan worden. Laatstgenoemde wist de successen uiteindelijk ook om te zetten in geldelijke geneugten voor de bandleden zelf, in plaats van alleen voor alle mensen om hen heen.

Openhartig sprankelend verhaal

Bovenal is HAY een boek geworden over de mens Barry Hay. De ruwe rock-‘n-rollster blijkt in werkelijkheid een zachtaardig mens te zijn met een groot hart. Zo kunnen we lezen over zijn vriendschappen met Alfred Lagarde, Herman Brood, Thé Lau en Harry Muskee. En over zijn enorme zorg voor dieren, die soms het idiote vormen kan aannemen als bijvoorbeeld een vogeltje tegen een raam is gevlogen.

Maar het boek gaat ook over het liefdesleven van deze rockster. Van alle vriendinnetjes, liefdes en vrouwen voor één nacht naar zijn standvastige relatie met de liefde van zijn leven, waar hij heden ten dage nog steeds mee is: Sandra. Zijn twee dochters komen uitgebreid aan de orde, maar ook een afgebroken zwangerschap van Sandra als gevolg van een te laat onderkende ziekte, waarvan ze negen maanden zal moeten herstellen.

Hay praat tevens openhartig over zijn drank- en drugsgebruik. Over zijn uitspattingen en over de getemde leeuw die hij op de dag van vandaag is. Over zijn angst voor het ouder worden en de zorg om zijn gezondheid.

Het boek eindigt met het moment dat Golden Earring een jubileumconcert geeft in de Ziggo Dome: een drie uur durende rockshow, zonder grote opsmuk en met alleen maar geweldige muziek, zoals het de band betaamt. Dit is de vooravond van een periode waarin George Kooymans met Boudewijn de Groot en Henny Vrienten als Vreemde Kostgangers door het land zal trekken.

Lees dit geweldige boek terwijl je luistert naar de verzamelbox met 29 cd’s, waarop het levenswerk van Golden Earring dit jaar werd verzameld. Een waardige combinatie, en een onvergetelijke leeservaring over werkelijk de grootste rockster van ons land. Knap werk van Donkers om er zo’n sprankelend verhaal van te maken!

Boeken / Non-fictie

Laat ons dwalen

recensie: René ten Bos - Dwalen in het antropoceen

In Dwalen in het antropoceen verdiept René ten Bos zich in het tijdperk waarin de mens zijn stempel op de aarde drukt. Hij neemt je mee op wandeltocht, steeds dieper het bos in. Op het moment dat je verdwaald bent, laat hij je hand los.

De nieuwe Denker des Vaderlands René ten Bos schetst met zijn nieuwste werk een uitgebreid, spannend en kritisch beeld van de confrontatie tussen de mens en zijn omgeving. De term antropoceen verwijst naar het tijdperk in de geologische geschiedenis van de aarde waarin de mens invloed is gaan uitoefenen op de planeet. Het boek leest als een ontdekkingsreis. Ten Bos schotelt geen pasklare oplossingen voor en is voortdurend in discussie met zijn eigen gedachten. Hij toont zich een waar filosoof, doordat hij geen afgebakende mening tentoon stelt, maar juist tegen alles wat neigt naar omlijning ín denkt.

Tijdperk van desoriëntatie

Volgens Ten Bos is de moderne mens de weg kwijt. We hebben geen idee wie we zijn, waarnaar we op weg zijn en overzien niet wat we met de aarde doen. Onze tijd is er een van crises. Ontelbare diersoorten sterven in rap tempo uit, de oceanen verzuren en zitten vol met plastics en het klimaat warmt steeds verder op, met smeltende poolkappen en ongekende droogtes tot gevolg. Daarbij lijkt het of we achter de feiten aanhollen en alsmaar bezig zijn oplossingen te bedenken voor steeds weer nieuwe problemen. Tot een begrip van onszelf en de verhouding met onze omgeving komt het niet.

Ten Bos beschrijft lopende discussies over dit tijdperk die in verschillende wetenschapsgebieden gaande zijn. Niets staat vast, behalve het feit dat de mens en al het andere tot hetzelfde geheel horen en met elkaar verbonden zijn. ‘Van dat ecosysteem weten we dat het in ieder geval een catastrofale tendens vertoont.’ En een catastrofe leidt onherroepelijk tot een verlies van oriëntatie. Het is aan de mens om daarin een weg te vinden.

Wantrouw iedereen die denkt de weg te weten

Je zou misschien denken dat de Denker des Vaderlands in zijn boek zelf met een oplossing komt voor de toekomst. Dat is niet zo. Zoals gezegd neemt hij je mee op weg, tot het moment dat je zelf totaal de weg kwijt bent. Precies dat verdwalen is waar het om gaat. Tal van boeken zijn volgeschreven over de juiste richting voor de mens. Blauwdrukken voor de toekomst zijn tot in detail uiteengezet. Maar precies die ideeën máken dat we niet weten waarheen we moeten.

Ten Bos geeft in zijn boek een pleidooi voor het ronddolen. Hij haalt de beroemde filosoof Descartes aan, die een oplossing bedacht voor de verdwaalde wandelaar in het bos. Direct een rechte lijn uitstippelen zou de redelijkste oplossing zijn om het bos uit te geraken. Wáár men dan belandt doet er niet toe, als het oriëntatieverlies maar ophoudt, want dat is het ergste wat de mens kan overkomen.

Ten Bos stelt juist het tegenovergestelde. De verdwaalde moet een boom opzoeken om onder te gaan zitten. Vanuit daar kan hij de omgeving gaan verkennen en accepteren dat hij de weg niet kent. Voor de mens in het antropoceen is het net zo. ‘De grote kunst wordt het om een verantwoordelijkheid te accepteren die niet meteen een richting inslaat of een vaste koers vaart.’ Laten we dus dwalen, opdat we onszelf en de ons omringende natuur leren kennen. Pas daarna kunnen we de juiste weg bepalen. Dwalen in het antropoceen leest als een schitterende, filosofische zoektocht. Ik raad het iedereen aan om zich mee te laten voeren door Ten Bos, want ontdekkingsreizen van dit kaliber zijn zeldzaam, waardevol en hoopgevend.

Boeken / Fictie

Labyrint van mogelijke levens

recensie: Paul Auster - 4321

Met 4321 heeft Paul Auster een grote, ambitieuze roman geschreven, die zijn postmoderne en tegelijk Dickensiaanse pretenties niet geheel waarmaakt.

Wie van ons mijmert niet af en toe over de grote rol van het toeval. Als ik die lekke band niet had gekregen, dan… Als het toen geregend had, dan… Je kunt er eindeloos mee doorgaan en je autobiografie herschrijven op basis van een klein verschil. Een heerlijke bezigheid, even doen alsof we ons eigen leven kunnen sturen en controleren. In de fantasie wel te verstaan.

 

Paul Auster heeft zich op dit pad begeven. Hij publiceerde een lang verhaal over het leven van zijn alter ego Archie Ferguson, kleinkind van joodse immigranten en getuige van de maatschappelijke omwentelingen in de VS van de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. En hij deed dat heel vernuftig door als Almachtig Auteur zijn held niet een, maar vier levens te schenken.

 

Naam vergeten

In het jaar 1900 komt de grootvader van Archie vermoeid van de lange reis vanuit Minsk aan bij de immigratiedienst op Ellis Island. Een medepassagier had hem aangeraden zijn naam te veranderen in Rockefeller, dat bekt lekker in de VS. Maar het lukt niet. Gevraagd naar zijn naam antwoordt hij in het Jiddisch: “Ich hob fargesn!’ Vergeten! Ichabod Ferguson, schrijft de ambtenaar in de papieren. Dat is het begin van een familiegeschiedenis, zorgvuldig geconstrueerd uit de vele opties binnen het universum van mogelijkheden. Het ging zó, schrijft Auster. Maar dan, in de volgende paragraaf, ontdekt de lezer dat het toch anders zit. Vermoeiend, om steeds afwisselende versies van hetzelfde uit elkaar te houden.

 

Toevallige ongelukken

Archie krijgt zijn vier levens volgens een strak schema toegewezen. Helaas staan er geen paginavermeldingen voor iedere paragraaf. Dat heeft tot gevolg dat je na de eerste honderd bladzijden het spoor bijster raakt. Welke Archie is dit ook alweer? Wie ooit hevig bladerend zijn weg probeerde te vinden in de vele lange namen uit de Russische romans kan hier zijn lol op. Gelukkig heeft Auster de toevalligheden die de levens van zijn protagonist een verschillende wending moeten geven bijna uitsluitend gezocht in plotselinge ongelukken. Moord en brand, autocrashes en slechte huwelijken die eindigen in scheiding. Dat is niet zo subtiel, maar vergemakkelijkt wel de herkenbaarheid. Nu is de Archie zonder vader bezig. En hier hebben we de Archie die twee vingers mist. Enzovoorts.

 

Vervelend opscheppertje

Wat is dit voor een verhaal? Een gedeconstrueerde Bildungsroman? Een parodie op de Great American Novel? Hoe een leven in vier versies zich afspeelt zou aanleiding kunnen geven tot diepzinnige gedachten over gefragmenteerde of zelfs afwezige identiteit. Maar de roman bevat weinig diepzinnigheid. En het door Auster beoogde tweede thema, de geschiedenis van de VS? Oppervlakkige opsommingen van gebeurtenissen die we al wisten. De Cubacrisis. De moord op Kennedy. Studentenprotesten in 1968.

 

Archie is een aardige jongen die veel leest. Maar hoe al die boektitels in hem doorwerken komt niet ter sprake. Hetzelfde geldt voor muziek, schilderkunst, theater en een religieuze ervaring. De auteur en zijn personages zijn daardoor de spreekwoordelijke omgevallen boeken- platen- en kunstcatalogus-kasten geworden. En langzamerhand ontstaat bij de lezer een minder gunstig beeld van deze Archie en toch ook wel een beetje van Paul Auster. Wat een vervelende opschepperige cultuurconsument, alsmaar bezig te imponeren met zijn geestelijke bagage.

 

Auster’s stijl krijgt door de vele opsommingen en vermeldingen, en door zijn alles-moet-kloppen-structuur iets gejaagds. De vier levensverhalen lezen gemakkelijk weg, het is onderhoudend en er gebeurt van alles. En toch wekt de roman als geheel de indruk van een motor die stationair staat te draaien.