Boeken / Non-fictie

Filosofisch dansen voor gevorderden

recensie: Désanne van Brederode - Dans! Denk! Leven en werk van Krisztina de Châtel

Het nieuwe boek van Désanne van Brederode, Dans! Denk!, gaat over de ontmoeting tussen filosofie en dans. Het is niet voor iedereen toegankelijk.

Wie is Krisztina de Châtel, de vermaarde Hongaarse choreografe die in Nederland dertig jaar lang een eigen dansgroep leidde? Wie is deze vernieuwende, experimenterende (ze was in 1979 de eerste die een choreografie maakte op muziek van Philip Glass) vrouw, in wier leven ‘alles beweging’ is? Uit Désanne van Brederodes nieuwe boek Dans! Denk!: Leven en werk van Krisztina de Châtel wordt dat nooit helemaal helder.

Ontmoeting

Dans! Denk! is opgezet als een ontmoeting tussen de choreograaf en de schrijfster en wordt ondersteund door hun beider liefde voor filosofie en dans. Van Brederode kwam via de filosofie tot het belang van de dans; de Châtels pad was omgekeerd. Ook in hun kunstopvatting vinden de twee vrouwen elkaar: kunst gaat diep, dieper dan wat er te zien is, en mag een doel op zich zijn. Vanuit die aanrakingspunten en een wederzijdse bewondering zijn de twee vele gesprekken aangegaan.

Dat levert een bij vlagen ontroerend, maar vaker een wat onbegrijpelijk boek op. Dans! Denk! bevat, vanuit Van Brederode gedacht, zowel biografische als autobiografische elementen en reflecteert tegelijkertijd zowel op de kunst en de filosofie als op het ontstaan van het boek. De stap daarvoor: een biografisch overzicht van Krisztina de Châtel en misschien wat archiefwerk, wordt overgeslagen. Daardoor verwordt het een vreemd soort anachronistisch boek: het zal pas echt interessant zijn, wanneer het naast een officiële biografie geplaatst wordt. Maar dat boek zal vermoedelijk pas geschreven zijn wanneer het onderwerp zelf is overleden – terwijl haar in-leven-zijn een voorwaarde was voor het ontstaan van Dans! Denk!.

Wortels

De Châtel, geboren in een gegoed gezin in 1943, ‘merkt dat ze steeds weer terugkomt op haar wortels’. Van Brederode beschrijft de wereld van de Châtel als een waarin de kunst ‘de enige vrijplaats’ was tegen de totalitaire, mensonterende politiek. In de literatuur, muziek en kunst vond ze een plek voor een identiteit die niet ‘door het nihilisme van de grote machtssystemen’ werd bepaald. Daarna volgt een enigszins cryptische, niet geheel aansluitende paragraaf:

Volgens haar gaat het misschien wel om iets als een gemeenschappelijke ziel. De combinatie van zigeunerachtige, ruwe, onversneden hartstocht, wild, emotioneel, fel, ritmisch, vurig, de gepeperde, zoete paprikasmaak – en een diep-ernstige, melancholische, haast tragische berusting. Gekruid met een beetje dromerij en hoop, maar nooit té optimistisch. Hongaren kennen immers het klappen van de zweep.

Uit deze paragraaf blijkt een zwakte die Dans! Denk! vaker ondermijnt: Van Brederode blijft dicht bij de Châtels uitgebreide, clichématige typeringen en beschrijvingen. (Nog zo een: Duitsers zijn, uiteraard, streng.) Het lijkt alsof Van Brederode de choreografe te veel bewondert om die neiging in te dammen.

Dit alles betekent niet dat dit filosofische portret van Krisztina de Châtel een saai boek is. Dat zou te makkelijk zijn. Het gaat eerder om een te hoog instapniveau. Voor gevorderden, dus.

Boeken / Non-fictie

De indrukwekkende memoires van een niet klein te krijgen vrouw

recensie: Sonja Barend - Je ziet mij nooit meer terug

Nog maar twee jaar oud is Sonja, wanneer David Barend, haar vader, door ‘twee keurige Nederlandse heren’ in 1942 wordt meegenomen. Ze zal hem nooit meer terug zien. Eigen herinneringen aan hem heeft ze niet, maar familie en kennissen vullen – hetzij spaarzaam – de foto’s en fantasieën aan met waargebeurde verhalen en anekdotes.

Een goudeerlijk inkijkje in een roerig leven

Sonja Barend, een van de bekendste talkshowpresentatoren van Nederland, geeft met Je ziet mij nooit meer terug goudeerlijk en zonder gêne een inkijkje in haar persoonlijke en professionele leven. Hoe ze voor de Nederlandse televisie aan de slag ging, haar relatie met haar eerste en tweede man, haar gezondheid en de band met haar moeder; alle mooie maar ook pijnlijke gebeurtenissen bespreekt ze zonder melodramatisch te worden. Voor iemand die zo veel Nederlanders voor de tv heeft geïnterviewd en ondervraagd, moet het ontzettend knagen om niet te weten wat voor man haar vader was, waarom die Nederlandse mannen hem hebben meegenomen en wat er precies die dag is gebeurd. En waarom kon of wilde haar moeder in die tijd niet voor haar zorgen? Een moeder die ze, zegt ze zelf, ‘in de jaren dat ik bij mijn grootouders woonde, niet of nauwelijks (heb) gemist’.

De vanzelfsprekendheid van een persoonlijk gesprek

Op vlotte wijze wordt de lezer meegevoerd van de kinderjaren die vol in het teken stonden van de Tweede Wereldoorlog naar het heden. Ook over de liefde is Barend bijzonder openhartig. Zo zegt ze over de eerste ontmoeting met haar huidige man: ‘Ik was verbaasd en onder de indruk van de vanzelfsprekendheid van een persoonlijk gesprek met iemand die ik niet kende. Mij werden bijna nooit vragen gesteld buiten de voor de hand liggende over televisieprogramma’s en de daaraan verbonden bekendheid. Iedereen was er blijkbaar door die programma’s aan gewend dat ik de vragen stelde en naar de antwoorden luisterde. Ik had mij ongemerkt in die rol geschikt, ook buiten de televisie.’

Pot erten

In de oorlogsjaren woont Sonja een aantal jaar bij haar grootouders, waar ze met strakke maar liefdevolle hand wordt opgevoed. Een grappige anekdote die nadien nog ettelijke malen in de familie ter tafel zal komen, is de volgende: ‘Op de planken langs de muur stonden glazen potten met ingemaakte groenten en vruchten, bonen en erwten. Niet de pot erten waar ik naar zocht. Ik wist zeker dat die er moest zijn. Oma was heel precies en ze zou mij nooit om een boodschap sturen als die niet klopte. Ik moest gewoon niet zenuwachtig worden en te snel langs de etiketten gaan om dan net die ene pot erten over het hoofd te zien.’

Een dochter om trots op te zijn

Wat je bijblijft na het lezen van dit boek, is de enorme veerkracht die mevrouw Barend steeds maar weer laat zien nadat ze met tegenslagen om heeft moeten gaan. Haar gevoel voor humor, zelfspot, bescheidenheid en relativeringsvermogen maar zeker ook haar inlevingsvermogen zorgen ervoor dat ze door blijft gaan, het mooie in de kleine dingen blijft zien en haar medemens met open blik tegemoet blijft treden. Iemand op wie haar vader ongetwijfeld trots zou zijn geweest.

Theater / Voorstelling

Ontroerend muziektheater raakt de juiste snaar

recensie: Toneelgroep Maastricht - Pinkpop, een muzikaal liefdesverhaal

Muziek en theater werden nog nooit zó ontroerend samengebracht in een theatervoorstelling. Pinkpop, een muzikaal liefdesverhaal is een verhaal over geheugenverlies en onverbiddelijke liefde dat op ludieke wijze is neergezet. Het spel is fenomenaal en de muziek ligt teder en gevoelig in het gehoor. Van de open buitenlucht naar de schouwburgzaal: het magische van het festival komt ook in de voorstelling tot uiting.

Pinkpop: de plek waar massa’s bezoekers met eigen ogen hun favoriete bands aanschouwen, een vluchtige romance beleven en/of van de sfeer komen ‘proeven’. Het jaarlijkse festival Pinkpop is een legendarische beleving voor bezoeker en artiest. Het festival kent inmiddels een lange geschiedenis: in 1970 startten vier oprichters – waaronder Jan Smeets – de eerste editie van het festival. Aan die geschiedenis is nu met deze voorstelling een liefdesgeschiedenis toegevoegd. Een liefdesverhaal tussen de oer-Limburgse Wiel en de knappe, Amsterdamse Elisabeth.

 

Loyale limburgers

De vonk slaat over in Geleen. Niet tussen Wiel (Huub Stapel) en Elisabeth, maar tussen Thieu (Michel Sluysmans) en Elisabeth (Suzan Seegers). Het is het tijdperk van de vrije liefde en Elisabeth verdeelt in eerste instantie haar liefde tussen de twee vrienden. De vrijgevochten Thieu en de introverte, bedachtzame Wiel smeken Elisabeth om mee te gaan naar Pinkpop. Daarvoor moet er eerst een bezoek worden gebracht aan Elisabeths strenge moeder (een dubbelrol van Judith Pol). Op dat moment wakkert de rebellie in Elisabeth aan; door Thieu’s hippieachtige gedachtengoed wordt de impulsieve 17-jarige Elisabeth sterk beïnvloed. Wiel probeert de onschuld zelve te blijven, maar zijn burgerlijkheid en loyaliteit aan zijn moeder – die haar man heeft verloren in de mijnen – zal hem duur komen te staan. Het lijkt erop dat hij de strijd om Elisabeth zal verliezen, maar is dat wel echt zo? Jaren later blijken Elisabeth en Wiel immers een gelukkig getrouwd stel. Henriëtte Tol kruipt in de rol van de oudere Elisabeth en de liefde voor Wiel straalt van haar af. Als publiek worden we telkens mee terug in de tijd genomen en maken we tijdsprongen naar de 60-jarige versies van Elisabeth en Wiel. Huub Stapel speelt zowel de jonge als de oude versie van Wiel. De oude versie lijkt op 62-jarige leeftijd alle tekenen van vroegtijdige ouderdom te hebben. Dat blijkt al uit de beginscène als Wiel lukraak een gesprek opent over pinguïns en slapen in iglo’s (‘zoals op Pinkpop!’). Elisabeth doet de aftakeling van haar man in eerste instantie af als een ‘midlifecrisis’, maar ziet als snel in dat haar man ontoerekeningsvatbaar dreigt te worden door zijn vreemde nachtelijke acties. Hoewel alle herinneringen uit Wiel weg lijken te sijpelen, blijven de memoires aan Pinkpop overeind. Wiel wordt op een treffende wijze neergezet door Stapel. Wiel, de plat pratende Limburger die zich de burgerlijkheid aanmeet zoals dat een echte Limburger betaamt en niet raakt uitgepraat over Pinkpop en carnaval. Het Limburgs wordt overigens op een scherm op de achtergrond vertaald. De aanwezigheid van de band Rowwen Hèze vormt een prachtige aanvulling: hun aanwezigheid bewerkstelligt een gemoedelijke sfeer en de afzonderlijke leden maken lichamelijk deel uit van de voorstelling.

 

Wirwar van emoties

Niet alleen vormt de band een mooie verschijning op het verder compleet uitgeklede podium, maar ook de muziek sluit perfect aan op de voorstelling. Rowwen Hèze heeft speciaal voor deze voorstelling nieuwe liedjes geschreven over koempels (mijnwerkers), Pinkpop, liefde en het leven in het heuvellandschap. De muziek is precies op het juiste moment getimed en ondersteunt de gevoelens die de toneelspelers uitbeelden. Opvallend zijn vooral de prachtige melodieën die zo kenmerkend zijn voor de band. Overigens wordt er op een ludieke manier omgegaan met de ruimte: middenin in het toneelstuk regent het met bakken uit het plafond (?) en komt één speler gehuld in een oplichtend kostuum in langzame tred het podium op. Bij deze voorstelling kijkt de toeschouwer zijn/haar ogen uit en wordt het publiek meegenomen in een wirwar van emoties: boosheid, verliefdheid, teleurstelling, angst en blijdschap. Binnen dit toneelstuk is een aangename balans tussen ontspanning en opwinding. Na de voorstelling lijkt het alsof je drie dagen hebt gesluimerd op Pinkpop – uitgeput van alle emoties, maar voldaan en getreurd dat het is afgelopen.

 

Theater / Voorstelling

Hollywoodklassiekers interactief verbeeld

recensie: De Ploeg - Pilp Fuction

Een groep acteurs die door een landschap van Hollywoodfilms razen: een recept voor een flink potje chaos. Georganiseerde chaos, welteverstaan. De heren van De Ploeg en Loes Luca, Ria Marks en Ilke Paddenburg parodiëren op bekende klassiekers met laagdrempelige grappen. Hoewel de belangrijkste verhaallijn bloedserieus is, wordt deze telkens weer met flauwe grappen ondergraven.

Jammer? Een beetje, de kijker wordt echter wél van begin tot eind geboeid. Dat is de kracht van de voorstelling: door een combinatie van snelheid, flauwe grappen, opzienbarende kostuums (of: helemaal géén kostuum) en de mimiek van de personages, blijf je als toeschouwer met je volle aandacht bij de voorstelling. De voorstelling heeft dan ook een erg aantrekkelijk thema: klassieke bioscoopfilms. Want wie zwijmelt er niet weg bij een goede, oude, klassieke film? Met een bakje popcorn zittend in een duistere bioscoop, omringd door andere filmliefhebbers. Pilp Fuction gaat over twee zussen (Ria Marks en Loes Luca) die een bioscoop runnen. Ria Marks speelt hierbij de moeder van een jong meisje (Ilke Paddenburg), dat in haar rode jasje veel weg heeft van Abeltje. Het “draait” al een tijdje niet goed bij de bioscoop, vanwege de voorliefde van de familie voor oude klassiekers. Dan staat plots de verhuurder met zijn honkbalknuppel op de stoep (Genio de Groot) en eist geld. Daarop besluiten twee andere werknemers (Han Römer en Titus Tiel Groenestege) een deal te maken met gangsters, die voor hen de film ‘Pulp Fiction’ in petto hebben, een film waarmee ze denken veel bezoekers (en dus veel geld!) binnen te halen. Mede door een sullige, bebrilde medewerker (Viggo Maas) mislukt de overdracht. Samen met Peter Heerschop – die de taak van geluidsman op zich neemt – heeft Viggo Maas de rol van ‘underdog’ gekregen en vormen zij tezamen een nieuwe interpretatie van “de dikke en de dunne”. Zo verklapt het tweetal ook dat het jonge meisje is geadopteerd, wat erin resulteert dat zij in het bioscoopdoek springt en aan de haal gaat met haar eigen levensverhaal. Het klinkt allemaal ietwat verwarrend en dat is precies de bedoeling: deze voorstelling biedt geen enkele zekerheid, maar alleen dwaasheid – op een positieve manier – en humor waarmee de lachspieren flink op de proef worden gesteld. Eén enkele scène borduurt iets te lang door op het komische effect, vooral het gedeelte waarin twee van de acteurs als schattige hobbits zeuren om eten en van het filmdecor wegvluchten.

Georganiseerde chaos

Ondanks de vele grappen, knaagt er toch iets aan de inhoud. Er wordt niet alleen gretig gebruikgemaakt van grote klassiekers als Casablanca en Pulp Fiction (uiteraard), maar ook het bekende fragment van Alice die achter Konijn aanholt uit Alice in Wonderland wordt gevoegd in het verhaal. Als er ook nog wordt ingegaan op Jungle Book en Tarzan (een schaamteloos in onderbroek paraderende Römer en Groenestege), lijkt de parodie op Disneyverhalen compleet. Ach, wat valt er ook te verwachten van De Ploeg, het theatergezelschap dat zich richt op cabaret en parodieën. Telkens wanneer de acteurs in een film “duiken”, wordt op de achtergrond de bijbehorende scène uit de film afgespeeld. Een mooie koppeling tussen beeld en spel én vooral ook een speelse wijze, aangezien sommige scènes op vindingrijke manier worden herhaald. Overigens is het decor voortdurend een lust voor het oog; van tevoren heeft het gezelschap allerlei scènes opgenomen die prachtig in de voorstelling zijn verwerkt. Minpuntje is dat door de snelle afwisseling in scènes en verscheidene filmverwijzingen, de verhaallijnen compleet uit het oog raken. Hoewel het begin en het einde goed met elkaar in verhouding staan, is het middendeel een ratjetoe van wat vooral veel wegheeft van improvisatietheater. Dat de opbouw niet helemaal strookt, lijkt het publiek geenszins te deren: er wordt zo hard gelachen om bepaalde grappen dat zelfs de acteurs hun moeten gezicht afwenden om een grijns te verbergen. Ook het slotapplaus houdt zolang aan dat de handen er rood van kleuren. Verdiend, dat zeker, al was het maar omdat de bezoekers hebben kunnen genieten van het multi-acteertalent Loes Luca, die zich in deze voorstelling weer in alle hoeken en bochten heeft gewrongen. Iedere acteur leeft zich uit in Pilp Fuction en heeft duidelijk plezier tijdens de voorstelling. En dat zorgt er al vanaf de eerste minuut voor dat er een glimlach op het gezicht verschijnt van de bezoeker.

Muziek / Album

Opgaan in de hallucinante schemer van Nightlands

recensie: Nightlands - I Can Feel The Night Around Me

In de luwte van het immer hemelbestormende War On Drugs knutselt bassist Dave Hartley als Nightlands stiekem aan zijn eigen muziek. In 2010, twee jaar na het nog altijd behoorlijk fris klinkende debuut van War on Drugs – ook nog met Kurt Vile – verschijnt in alle luwte het debuut Forget The Mantra. Een plaat die haast instant in de vergeetkelders van de muziek dondert, maar waarop Hartley toch al vrij eloquent zijn electropopstukken etaleert: synthetische koortjes, blikken trommels, synthesizernostalgie.
Dan verschijnt Hartley zeven jaar na het debuut ineens welhaast als een joggende variatie op de Wander über dem Nebelmeer op de plaathoes van plaat nummer drie: I Can Feel The Night Around Me. Van de luwte naar de schemer.

Zwoele zomers aan de westcoast, CA

In een interview met Culture Creature omschrijft Dave Hartley de geografische bepaling van Nightlands geluid: de West Coast, California, Big Sur. Waar de man de liefde vond, getrouwd is en vakantie viert. Kampvuren, kliffen en vrolijke otters met kelp. And baby that is why… I’m depending on you zingen honderd Hartleys. Het oceanische geluid van honderd zwoele zomers dondert de kamer in. Intens bedwelmende nostalgie, en dan moet de vloedgolf van Lost Moon nog passeren.

De esthetiek van Nightlands derde doen overigens opvallend denken aan Yo La Tengo’s suburbane nocturne And Then Nothing Turned Itself Inside-Out. Donkerblauwe droomstaat, de nostalgie, een een synthetisch soort sensualiteit. Op Moonbathin klinkt het mechanisch Ooh baby, ooh baby. Romantiek door een blikken, zilveren prisma. Een drumcomputer slaat er er een doodsimpel ritme uit. Ooh baby, ooh baby: J. Bieber galmend op de bodem van de zee. Somehow it works.

En zo zet Dave Hartley met zijn Nightlands na twee anonieme platen met I Can Feel The Night Around Me ineens een behoorlijk flinke stap. Waar het song materiaal hier en daar wat te wensen overlaat – aan het eind zakt de boel behoorlijk in – maakt de hallucinante, aanhoudende droomstaat van de plaat het meer dan goed. Tegen het einde is de luisteraar met heel zijn bewustzijn opgegaan in de schemer. Het slaapverwekkende eind van de plaat voegt daar niets meer aan toe.

Film / Films

Alien: Covenant draait maar voor een deel in de bioscoop

recensie: Alien: Covenant

In 1979 was deel 1 van Alien op het witte bioscoopdoek te zien. Onder regie van Ridley Scott was een nagelbijtend spannende sciencefiction horrorfilm gemaakt. In de verre toekomst vliegt de U.S.C.S.S. Nostromo, een commercieel goederenruimteschip, met een lading van enkele miljoenen tonnen aan erts terug naar de aarde. Het schip wordt bemand door zeven personen en een geavanceerde computer, die door de bemanning “Moeder” wordt genoemd. Moeder ontvangt signalen van een onbekende planeet en is geprogrammeerd om op onderzoek uit te gaan. Op dit hemellichaam is een buitenaards en monsterlijk wezen het kwaad.

Voor de nieuwe Alien: Convenant kwam Scott terug naar de regisseursstoel. Na het eerste deel maakte hij in 2012 ook Prometheus, een film die als voorloper van Alien: Convenant kan worden gezien.

Extended trailers

Er circuleren al maanden beelden van Alien: Convenant op het internet. Extended trailers geven een kijkje in het verhaal. Binnen het ruimteschip zijn opvallend veel scènes gefilmd en deze zijn in de diverse trailers te zien. Belangrijk in het verhaal zijn de relaties aan dek. Er worden tweeduizend kolonisten naar een nieuwe wereld gebracht. De kolonisten zijn koppels, mannen en vrouwen die een relatie met elkaar hebben en voor voortplanting kunnen zorgen. Aan boord is verder de android Walter, een alleenstaand bemanningslid. Hij is intelligent, cultureel goed onderlegd, speelt piano en staat iedereen met raad en daad terzijde. Tijdens de reis door de ruimte ontdekt de bemanning een planeet aan de rand van de Melkweg. De planeet oogt als een paradijs. Het zou de ideale plek kunnen zijn voor de kolonisten. “If we are kind, it will be a kind world,” meldt Walter.

Bij het verkennen van de planeet verandert het paradijs in een hel. De bemanning ontmoet David, het evenbeeld van Walter. De ‘synthetische’ David is de enige overlevende van de gedoemde Prometheus-expeditie. Bij het verkennen van de nieuwe planeet wordt een aantal kolonisten geïnfecteerd met het kwaad. Het is het begin van een huiveringwekkende ontsnappingsmissie.

Het internet

Terug naar het internet en de pret voor het bioscoopbezoek aan Alien: Convenant. Opvallend aanwezig in de extended clips en trailers is kapitein Branson, een rol van James Franco. Branson maakt met zijn vrouw de reis door de ruimte. In de uiteindelijke bioscoopversie is de kapitein gedurende veertig seconden te zien op een tablet van zijn vrouw, terwijl hij aan het bergbeklimmen is. Het karakter Branson ontbreekt verder in de voor het witte doek gebruikte scènes. Sterker nog, in de extended trailer is hij langer te zien dan in de volledige bioscoopversie. Wat is er met de kapitein gebeurd? Het is maar een voorbeeld van een los ‘eindje’ in het almaar uitdijende verhaal van Alien.

Regisseur Scott heeft lang gezocht naar de juiste volgorde van scènes om het verhaal van Alien: Convenant in de lange rode lijn van de Alien films te laten passen. Uiteindelijk lijkt hij hierin geslaagd, maar hij heeft ook rollen vrijwel volledig uit de film gesneden. Voor de liefhebber is het leuk om de puzzelstukjes van het internet te passen aan het verhaal van het bioscoopdoek. Voor diegene met minder kennis van de Alien-saga, is dit laatste deel prima als een losstaande, spannende sciencefiction film te bekijken.

Tweemaal

Alien: Convenant is vooral de film van Michael Fassbender en Michael Fassbender. Inderdaad, de twee belangrijkste rollen worden gespeeld door een acteur. Aan het einde van de film neemt hij als David voorlopig afscheid. Schmierend en vals kijkend meldt hij: “Don’t let the bedbugs bite. I’ll tuck in the children.”

Muziek / Album

Poëzie verstopt tussen instrumenten

recensie: The Afghan Whigs – In Spades

De Afghan Whigs zijn nooit een grote band geweest. Niet in de zin van succes tenminste. In vergelijking met tijd- en genregenoten zijn ze misschien wel de makers van de meest grootse nummers. In een stijl die soul en grunge/stoner-rock vermengt hebben de heren van de Afghan Whigs een uniek geluid ontwikkeld, dat door de jaren heen misschien verfijnder is geworden, maar nooit aan authenticiteit heeft ingeboet.

Ten overvloede

De zeer herkenbare stijl van de Whigs is niet direct te horen op In Spades. De openingstrack ‘Birdland’ is een weemoedig klinkend nummer dat doordrongen lijkt van verdriet en wanhoop. Een zinsnede als “Whatever it is that kept us together/I look to the sky and it’s gone” benadrukt het gevoel dat uit de muziek spreekt. Het is een gevoel dat het hele album aanwezig blijft, ook al is het op de rest van de nummers minder expliciet.

Ook op voorgaande albums kan die weemoedigheid en wanhoop gehoord worden. Frontman Greg Dulli legt hart en ziel in de teksten, die echter niet druipen van sentiment, maar eerder gevoelens abstraheren, terwijl ze toch concreet blijven. In Copernicus, bijvoorbeeld: “You came to mesmerize her/She came with consequences in her eyes”, iets later gevolgd door: “Once there was a way/Then you were gone”. De teksten druipen van betekenis, maar – en dat is een prestatie op zich – ze dragen de nummers niet. De stem van Dulli is maar één van de vele instrumenten op het album.

Hoewel ‘Birdland’ anders doet verwachten is In Spades best vrolijk te noemen. Relatief dan, want echt vrolijk zijn de Afghan Whigs nooit. Maar gezien het dramatische nieuws van november 2016 – Gitarist Dave Rosser heeft een inoperabele tumor in zijn darmen – klinkt het album lichter dan je zou verwachten. Het zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld in de totstandkoming, maar dat heeft niet geleid tot een deprimerend album dat vooral over afscheid gaat. Naast de pijn en wanhoop die op het album aanwezig is, is er ook gewoon plezier. Misschien is het een manier om te ontsnappen aan de werkelijkheid. Dulli zingt er over in ‘Oriole’: “There was violence in my head/I was surrounded in my bed/And from a slender perch/I vowed that I would fly forever”.

In Spades is een album dat indruk maakt. Het beklijft. Voor wie na één keer luisteren teleurgesteld is: zet het nog eens op. En nog een keertje. Stukje bij beetje geeft het album prijs hoe genuanceerd het is. Iedere keer luisteren voegt iets toe. Het is geen album dat makkelijk zijn kracht zal verliezen. Veel waarschijnlijker is het dat over een paar jaar In Spades in het rijtje musthaves terecht komt.

Boeken / Fictie

Individuele vrijheid tegenover maatschappelijke verwachtingen

recensie: Nathan Hill - De nix

De ambitie om een groot schrijver te worden spat van de bladzijden af en zorgt ervoor dat je Nathan Hill in de gaten wilt blijven houden. In deze debuutroman bewijst Hill dat hij niet alleen korte verhalen kan schrijven.

Twintig jaar na de zelfverkozen verdwijning van zijn moeder, ziet Samuel haar weer op tv. Ze heeft namelijk een presidentskandidaat bekogeld met stenen. Ondanks het getroebleerde beeld dat Samuel heeft overgehouden aan zijn moeder, vindt hij zo’n actie niets voor haar en de ietwat wereldvreemde maar altijd goedbedoelende dertiger besluit te achterhalen hoe het zit.

Universele thema’s versus moderne dilemma’s

Nathan Hill presenteert zijn personages op zeer beeldende wijze en trekt je als in een lange reis door veel verschillende landschappen mee door het verhaal. We volgen de hoofdpersoon Samuel in een tijdspanne van zo’n dertig jaar, maar ook het leven van zijn ouders, de rol van zijn opa in het leven van zijn moeder en de relatie met vrienden en zijn studenten wordt uitgebreid uit de doeken gedaan.
Vakkundig meandert Hill van heden naar verleden en weer terug, en van personage naar personage. Daarbij vergeet Hill niet zijn personages kleur te geven door diep in te gaan op hun gevoelsleven en karakters. Heb ik wel de juiste keuzes gemaakt? Welk leven had ik gehad als ik andere keuzes had gemaakt? Ben ik wel goed genoeg als ik het op mijn manier doe of zou ik meer moeten luisteren naar anderen? Universele thema’s die Hill zijn personages elk op hun eigen manier laat ervaren, worden afgewisseld met generatiegebonden onderwerpen. Van de grote emigratiepiek in Amerika in de jaren twintig, de protestbewegingen door jongeren in de jaren zestig tot de gedigitaliseerde en individualistische samenleving van nu. Al deze onderwerpen worden zo realistisch en levendig behandeld, dat het lijkt alsof de verschillende verhalen ook echt door verschillende mensen verteld worden.

Kies je voor jezelf of conformeer je je aan anderen?

Als rode draad in het boek kan de botsing tussen de drang naar vrijheid en jezelf zijn en de normen en waarden die de samenleving je oplegt, worden gezien. Hiermee worstelen alle personages op hun eigen manier. Zo voelen ze zich stuk voor stuk beknot in hun keuze voor de liefde van hun leven. Ze kunnen niet samen zijn met degene van wie ze echt houden, omdat ze niet hun eigen keuzes durven of kunnen maken. Door dit alle personages in het boek te laten ervaren, kan dit worden gezien als een leeftijds- en generatie-overstijgend probleem dat nog altijd gevoeld wordt door mensen uit alle rangen en standen van de samenleving.

Een mooie maar intensieve reis door een gevarieerd landschap

Met deze debuutroman bewijst Hill dat hij niet alleen korte verhalen kan schrijven, maar ook in staat is tot het schrijven van een vuistdikke roman waarin meerdere verhaallijnen uitgezet worden. De Nix leest als een interessante geschiedenisles waarbij je van begin tot eind aan de lippen van de leraar hangt. Als enig minpunt kan aangevoerd worden dat de leraar af en toe doorschiet in zijn enthousiasme, waardoor het gevaar van verslappende aandacht op de loer ligt. Maar de verscheidenheid aan onderwerpen, de vlotte vertelstijl en de drang om erachter te komen hoe het met de personages afloopt, zorgen ervoor dat je het boek zo snel mogelijk uit wilt lezen.

 

Film / Films

Kijken naar de dagelijkse sores van gewone mensen

recensie: Little Men

Bioscoopbezoek levert vaak de mogelijkheid de dagelijkse besognes even te vergeten. Na het kopen van een kaartje is er twee uren lang de gelegenheid de avonturen van vaak onbekende mensen te volgen. Voordeel is dat de meeste films een kop en een kont hebben. Vanuit een eerste scène rolt een verhaal op gang, dat na ongeveer honderdtwintig minuten in veel gevallen tot een evenwichtig en duidelijk eind komt. Zo gaat het grotendeels ook in Little Men. Na het vinden van een stoel in een prettig verwarmde zaal, valt de bezoeker in de dagelijkse sores van twee gezinnen.

Regisseur Ira Sachs debuteerde in 1993 met de korte film Lady. In 1997 maakt hij zijn eerste lange bioscoopfilm The Delta. Bij de films die Sachs maakt schrijft hij mee aan de scenario’s. Het thema van de vriendschap tussen mannen is een constante in de films van de in Memphis, Tennessee geboren Amerikaan. In 2007 maakt Sachs Married Life met Pierce Brosnan en Chris Cooper. Hij vergaart prijzen in 2014 met Love Is Strange. In de film spelen John Litglow en Alfred Molina een wat ouder homoseksueel paar, dat door het verlies van banen uit New York moet vertrekken. De film is een aaneenschakeling van kleine, voor iedereen herkenbare gebeurtenissen van een wat ouder getrouwd stel. Formulieren van instanties, contracten, het huis zonder lift, de financiële zorgen en de liefde leveren mooi gespeelde scènes op.

Belofte van stilte

Ook bij Little Men heeft Sachs meegeschreven aan het scenario. De grootvader van puber Jake overlijdt. Het gezin van vader, moeder en zoon verhuist naar het huis van opa in Brooklyn. Al snel raakt Jake bevriend met Tony. De moeder van Tony is alleenstaand en Chileens. Ze huurt de benedenverdieping en winkel van het huis waar het gezin intrekt. De problemen tussen de ouders van Jake en de moeder van Tony ontstaan over het huurcontract. Moeder betaalt, zoals opa het wilde, al jaren dezelfde lage huur. De ouders willen een huurprijs die overeenkomt met de plek in de buurt en de huidige prijzen. De vriendschap van de twee jonge pubers wordt steeds sterker, maar de gezinnen worden uit elkaar gedreven door het meningsverschil over de huur. Jake en Tony geven elkaar een belofte van stilte. Vanaf dat moment praten ze niet meer met de respectievelijke ouders.

Ronkende machines

Na twee uren stapt de bioscoopbezoeker het daglicht weer in. In een display in de bioscoophal hangt een poster van Little Men. ‘An intelligent, moving and exceptional powerful drama’, staat er in grote letters boven de tekening waarop Jake, Tony en de ouders te zien zijn. Na een kort knikje wandelt de bezoeker het zonlicht in.

Intelligent? Ja.

Ontroerend? Bij momenten.

Exceptionally powerful? Hier ronkt de publiciteitsmachine van Magnolia Pictures.

Little Men is een vaardig gemaakt drama met herkenbare problemen tussen volwassenen. Bij de juiste antwoorden voor deze vraagstukken vergeten volwassenen vaak de belangen van de kinderen. De film schetst een mooi portret van ouders met problemen en kinderen die niet of pas laat worden gevraagd mee te denken over oplossingen.

Kunst / Expo binnenland

Balancerend op het snijvlak van abstractie en figuratie

recensie: Jan Roeland; Een Hommage

Op 8 november 2016 overleed op 81-jarige leeftijd de Nederlandse schilder en autodidact Jan Roeland. Hij was niet erg bekend, waarschijnlijk omdat zijn werk geen specifieke boodschap uitdroeg en hij zich daar ook niet mee bezig hield. Roeland is altijd blijven doen wat hij wilde doen. Hij speelde zijn eigen spel met vorm, kleur en spanning. Als hommage aan deze bijzondere kunstenaar stelt de Kunsthal in Rotterdam nu een aantal werken van hem tentoon.

Jan Roeland, F16, 2000, Olieverf op linnen, 152 x 152 cm, © Slewe Gallery, Amsterdam

In het werk van Roeland staan alledaagse dingen centraal, zoals een envelop, een vliegtuig, een bloem, een eend (hij was een verwoed vogelaar), een plant. Deze objecten zijn tot in het uiterste geabstraheerd. Soms heeft een werk een titel nodig, zoals Aansteker gesloten (1969), omdat niet direct duidelijk is wat het werk voorstelt. Ook bloemen en planten hebben niet altijd natuurgetrouwe kleuren. Maar eigenlijk ging het hem daar ook niet om; het object was alleen maar het uitgangspunt. Het ging om de kleur, om de ruimte, om de lagen olieverf die samen iets moesten opleveren. Het is rustig en ingetogen werk; werk dat niet om aandacht schreeuwt. Op een foto lijkt het zelfs een beetje saai. Maar dat is het niet, want als je voor zijn werk staat, begint het te leven.

Spel

Na de keuze van het object, begon pas het echte werk. Het wikken en wegen om de juiste kleur, de juiste ruimte te vinden. Waarom moet de zijtak van een bloem precies op deze hoogte en niet op een andere? Bij de felste kleurvlakken zie je dat ze een klein beetje transparant zijn. Dat komt omdat de eerder opgebrachte kleuren er doorheen lijken te schemeren. De eenvoud van zijn werk maakte het juist moeilijk. Voor Roeland moest er spanning in het werk ontstaan. Je moest kunnen zien dat de kleuren ‘het spel’ gespeeld hadden. Zijn werk is boven alles verf en kleur. Roelands werk bevat geen diepzinnigheden, geen mystiek en geen maatschappijkritiek. Soms deed hij heel lang over een werk, omdat hij niet tevreden was. Dan zette hij het werk een tijdje weg, hopend later tot een oplossing te komen. Wanneer een schilderij af was, werd volgens hem door hogerhand bepaald.

Plan

Jan Roeland, Enveloppe, 1967, Olieverf op linnen, 70 x 70 cm, © Slewe Gallery, Amsterdam

Roeland werkte volgens een voorgenomen plan. Maar dat plan stond niet vast, want tijdens het uitvoeren van zijn plan konden de dingen zo uitpakken, dat het hem niet zinde. Onzekerheid, ontevredenheid en je doel nog niet bereikt hebben waren voor hem de factoren om mee te werken.

Associatie

Vooral in reproductie doet zijn werk soms denken aan het werk van Dick Bruna (1927-2017), beroemd geworden met de tekeningen van ‘Nijntje’. Maar als je doeken van Roeland in werkelijkheid ziet, dan verdwijnt deze associatie. Bij Bruna blijven de kleuren strak en elementair, terwijl bij Roeland door de kleuren en de verfhuid juist beginnen te leven.

Tentoonstelling

De tentoonstelling draagt licht, eenvoud en rust uit. Het gevoel van in een serene omgeving te zijn, waarbij je lang kunt stilstaan, om de compositie op je in te laten werken. Net als Roeland zelf deed als hij aan het werk was.