Muziek / Album

Opgaan in de hallucinante schemer van Nightlands

recensie: Nightlands - I Can Feel The Night Around Me

In de luwte van het immer hemelbestormende War On Drugs knutselt bassist Dave Hartley als Nightlands stiekem aan zijn eigen muziek. In 2010, twee jaar na het nog altijd behoorlijk fris klinkende debuut van War on Drugs – ook nog met Kurt Vile – verschijnt in alle luwte het debuut Forget The Mantra. Een plaat die haast instant in de vergeetkelders van de muziek dondert, maar waarop Hartley toch al vrij eloquent zijn electropopstukken etaleert: synthetische koortjes, blikken trommels, synthesizernostalgie.
Dan verschijnt Hartley zeven jaar na het debuut ineens welhaast als een joggende variatie op de Wander über dem Nebelmeer op de plaathoes van plaat nummer drie: I Can Feel The Night Around Me. Van de luwte naar de schemer.

Zwoele zomers aan de westcoast, CA

In een interview met Culture Creature omschrijft Dave Hartley de geografische bepaling van Nightlands geluid: de West Coast, California, Big Sur. Waar de man de liefde vond, getrouwd is en vakantie viert. Kampvuren, kliffen en vrolijke otters met kelp. And baby that is why… I’m depending on you zingen honderd Hartleys. Het oceanische geluid van honderd zwoele zomers dondert de kamer in. Intens bedwelmende nostalgie, en dan moet de vloedgolf van Lost Moon nog passeren.

De esthetiek van Nightlands derde doen overigens opvallend denken aan Yo La Tengo’s suburbane nocturne And Then Nothing Turned Itself Inside-Out. Donkerblauwe droomstaat, de nostalgie, een een synthetisch soort sensualiteit. Op Moonbathin klinkt het mechanisch Ooh baby, ooh baby. Romantiek door een blikken, zilveren prisma. Een drumcomputer slaat er er een doodsimpel ritme uit. Ooh baby, ooh baby: J. Bieber galmend op de bodem van de zee. Somehow it works.

En zo zet Dave Hartley met zijn Nightlands na twee anonieme platen met I Can Feel The Night Around Me ineens een behoorlijk flinke stap. Waar het song materiaal hier en daar wat te wensen overlaat – aan het eind zakt de boel behoorlijk in – maakt de hallucinante, aanhoudende droomstaat van de plaat het meer dan goed. Tegen het einde is de luisteraar met heel zijn bewustzijn opgegaan in de schemer. Het slaapverwekkende eind van de plaat voegt daar niets meer aan toe.