Muziek / Concert

Down The Rabbit Hole

recensie: Vrijdag

Waar festival Down The Rabbit Hole het de vorige edities moest hebben van steengoede headliners zoals The National, Damien Rice en Black Keys ligt de focus dit jaar meer op kleinere bands en artiesten. Wat ook direct opvalt is dat het genre enigszins verschoven lijkt: de line-up kent meer elektronische acts dan de eerdere jaren. Of deze verandering ook daadwerkelijk een verbetering is maken we het weekend van 23 tot 25 juni mee.

De eerste dag van het festival wordt ingeluid met een parade vanaf de camping naar het festivalterrein. De Amsterdamse band My Baby start het festival met een kleurrijke en muzikale optocht om vervolgens de grootste tent te openen met een show. Voor de festivalgangers die DTRH anders willen beginnen is er vanaf de ochtend een yoga-les te volgen in Tramontana. Ook kunnen ze aansluiten bij stijldansen in Le Salon en vanaf half drie gaan  de voetjes van de vloer tijdens NL Hiphop & Beats Galore op de Wilde Haren x Desperados stage. Voor ieder wat wils dus.

De zon doet hard haar best, waardoor veel mensen besluiten te chillen in het gras aan de waterkant. Het fijne aan het festival is dat het terrein direct aan de recreatieplas van De Groene Heuvels ligt waardoor je lekker een frisse duik kunt nemen tijdens het festival. De hippe opblaasbare eenhoorns en flamingo’s zijn zonder twijfel hét item tijdens deze editie: overal in en buiten het water duiken ze op. Op de heuvel bij de Hotot kun je comfortabel zitten én muziek luisteren. Aan het begin van de avond staat daar het Engelse Bear’s Den, die de zonaanbidders langzaam maar zeker in de tent weet te lokken. De show is precies wat we gewend zijn van de heren: dansbare hitjes, akoestische parels en een dankbaar geluid. Sinds de laatste release Red Earth & Pouring Rain zijn de optredens van de band gelikter geworden. Hoewel nummers als ‘Emeralds’ en ‘Dew On The Vine’ foutloos gespeeld worden is het geheel hier en daar te veilig en soms zelfs wat saai. Jammer, want de band heeft een aantal hele mooie nummers in het repertoire zitten. Pas bij afsluiter ‘Agape’ lijken de mannen én het publiek wat losser te worden, maar helaas zit het er dan alweer op.

Tussen de optredens door is het voor velen nog even de laatste zonnestralen pakken met een hapje of drankje in de handen. Ook dit jaar heeft het festival weer allerlei foodtrucks op het terrein staan. De verrassing van vandaag is de Rotdog van Hanswurst uit Rotterdam: een calorieknaller waar je je vingers bij aflikt. Je krijgt er genoeg energie van om door te gaan naar de volgende show in de Hotot: Bonobo, de ideale act om het ‘relaxte’ gevoel nog even vast te houden. Bonobo heeft de opvallende zangeres Szjerdene meegenomen, een goede toevoeging aan de show, met name visueel gezien. Ze is met haar felgroene outfit een ware nimf in de dromerige visuals van landschappen en natuurverschijnselen. Toch moet Bonobo het wat muziek betreft het meer hebben van de instrumentale stukken: tracks als het eerste ‘Migration’ en de magische stukken in ‘Transits’ zijn de hoogtepunten van de set.

In de Teddy Widder laat Rag ‘n Bone Man zich van zijn beste kant horen. De opvallende rauwe vocals van de Britse singer-songwriter knallen tot ver buiten de tent. Rory Graham, zoals de zanger ook wel heet, ziet er misschien wel stoer uit maar weet menigeen te raken met zijn emotionele teksten. Opvallend is de uitvoering van hit ‘Skin’ die normaal vrij uitbundig is maar vanavond ingetogen gespeeld wordt op de piano. Erg mooi, maar misschien beter op z’n plek tijdens een clubtour met kleinere podia. Uiteraard wordt wereldhit ‘Human’ door het publiek uit volle borst meegezongen, wat Graham (nog steeds) versteld doet staan. Heel fijn om te zien!

De vrijdagavond staat naast de elektronische acts Weval, Trentemoller en Nathan Fake natuurlijk in het teken van headliner Moderat. Het kleinere zusje van Lowlands en haar gasten verwelkomen de mannen van Modeselektor en Apparat met alle liefde ter opwarming van de show op Lowlands later deze zomer. Vanaf de eerste track wordt het publiek letterlijk omvergeblazen: het geluid van de bassen staat zó onwijs hard dat je zelfs met oordoppen in last hebt van je oren. Gelukkig doet dat weinig af aan de kwaliteit van het optreden van de elektronische formatie. Het is duister, het prikkelt en de set zit vol verrassingen. Het ene moment droom je weg op de magische vocals van Apparat, terwijl je het andere moment niet stil kunt blijven staan op nummers zoals ‘A New Error’ en het opzwepende ‘Milk’. Wanneer het geluid de laatste paar songs is bijgesteld maakt het het dansende publiek niet meer uit: Moderat is de absolute winnaar van de eerste festivaldag.

De nacht is echter nog lang niet afgelopen. Sterker nog: Moderat heeft de vrijdagnacht niet beter kunnen inluiden. In het sfeervolle Bos staat de Bos Bios waar menigeen zit te griezelen bij de interessante anime van Spirited Away. Op het Vuige Veld zorgen dj’s Brutus & Friend voor een dansbare nacht en in Le Salon kun je terecht voor Fiesta Macumba. Om dan nog maar niet te spreken over de vele kampvuren, gezellige wijnbars en onontdekte plekjes op het festival.

Wat vannacht en eigenlijk al de hele dag opvalt is het feit dat het een stuk drukker is op DTRH dan de jaren ervoor. De organisatie heeft dit jaar ervoor gekozen om het terrein groter te maken, waardoor er plek is voor meer mensen. Toch voelt het niet ruimtelijker, juist omdat er ook meer aanwezigen op het terrein zijn. Het sterke ingrediënt van dit festival was eerdere jaren juist het rustige, het kleine en het intieme, alsof je het idee hebt dat je echt een weekend ‘down the rabbit hole’ en dus in een andere geheime wereld bent. Hopelijk vinden we dat magische aspect dit weekend nog ergens anders terug.

Theater / Reportage
special: Holland Festival week 2

Streetdance, schilderen met lichamen en Mahler

Ging het in ons eerste verslag van Holland Festival 2017 veel over de huidige staat van zaken in onze maatschappij, deze week gaan we bewegen. Dansers uit Brooklyn laten Stadsschouwburg Amsterdam op de grondvesten trillen, een Griekse kunstenaar maakt indruk met bizarre fantasieën en Alain Platel ontroert diep.

10 juni: Reggie (Regg Roc) Gray/Peter Sellars – FLEXN

Flexing is een spectaculaire vorm van streetdance die vooral in Brooklyn wordt beoefend. Hierbij gaat het niet, zoals meestal, om de battle maar om het vertellen van verhalen.

De swingende elektronische soundscape is door de hele Stadsschouwburg te horen, maar als je opgewonden de zaal betreedt zie je daar veel blanke ouderen, keurig gekleed en gekapt. Voor sommigen van hen, met vingers in de oren, is de muziek duidelijk te luid. Als de dansers van FLEXN – veel dreadlocks en mooie sneakers – het podium betreden wordt duidelijk: hier zijn twee gescheiden werelden, het keurige schouwburgpubliek en deze jonge gasten. Lijkt het niet een beetje op aapjes kijken, wat we nu gaan doen?

De dans is prachtig en vitaal. Er wordt soepel op teentoppen gebalanceerd en op knieën over de vloer gegleden. Schouders worden bijna uit hun kom gedraaid. De gedanste verhalen gaan over pijn, liefde en verlangen. Soms over een oorlogssituatie, racisme of politiegeweld. Maar er is zelden echte agressie en de gebruikte muziek is bijna sentimenteel te noemen. Er wordt veel geleden, over harten gewreven, gezucht, handen gekust en ondertussen is de dans magistraal en fascinerend.

Al wordt er na ieder verhaal enthousiast geapplaudisseerd, er blijft afstand tussen dansers en publiek. Je hebt constant het gevoel dat deze vorm iets stijfs heeft, dat ze het in Brooklyn vast niet zo doen. Tot na het slotapplaus, als er dan  toch een soort battle is en iedereen eindelijk een beetje los komt. Mooi is dat er dan een paar zwarte kinderen voor het podium zijn komen staan die er door de dansers op worden getrokken en hun moves mogen laten zien. Tijdens de inleiding voor de voorstelling is onder andere gepraat over het belang van kunst voor de minder draagkrachtigen onder ons. Waarom was er niet een hele groep van zulke kids? Zou dat niet super zijn geweest? Voor henzelf, voor de dansers en voor ons?

 

18 juni: The Great Tamer – Dimitris Papaioannou

The great tamer, de grote temmer, is volgens de Griekse kunstenaar Dimitris Papaioannou de tijd. Wij mensen zijn de enige wezens op aarde die zich bewust zijn van hun sterfelijkheid en dat kleurt alles wat we doen. Dat moet ook, zegt Papaioannou, want we zijn verplicht om alles uit ons leven te halen wat er in zit. Hij maakt zijn eigen theorie volop waar. Papaioannou is opgeleid als beeldend kunstenaar en schilder, maar toen hij het theater ontdekte raakte hij daar gefascineerd door. Hij slaagde er in iconische figuren als Pina Bausch en Robert Wilson als mentor te krijgen. Papaioannou beschouwt zichzelf niet als theatermaker, hij is een beeldend kunstenaar die werkt met lichamen.

Het toneel heeft de vorm van een grote helling bestaande uit heel veel zwarte matten. Een man gaat naakt op één van de matten liggen, een ander bedekt hem met een laken en een derde laat een andere mat vallen waardoor het laken weer wegwaait. Dit wordt een aantal keren herhaald, steeds sneller. Geestig is dat veel later in de voorstelling de mannen met laken en mat al klaar staan terwijl de man die gaat liggen zich nog gehaast moet uitkleden.

We zien een bijzondere centaur: een vrouw wier torso gevormd wordt door de naakte billen en benen van twee mannen. Er wordt een granenveld gebouwd met strohalmen die als dartpijlen door de lucht worden gegooid. Soms herken je een schilderij, Rembrandt, Caravaggio en andere klassieken. Constant zien we beelden die veranderen, niet zijn wat ze in eerste instantie lijken. Vaak is het grappig, soms ontroerend of zet het je aan het denken. Altijd is het knap, origineel en verrassend.

Echter, alleen een opeenvolging van beelden, hoe mooi ook, wordt op den duur een beetje saai. Net als ik denk, nu mag het wel stoppen, volgt een reeks schitterende momenten die samen een verhaal vormen. Eigenlijk net als in het echte leven. Een man om te blijven volgen, deze bijzondere Papaioannou met zijn, naar eigen zeggen, bizarre fantasieën.

 

20 juni: Nicht schlafen

Op het toneel van Koninklijk Theater Carré liggen twee dode paarden. Al wist ik van tevoren dat die er zouden zijn, toch is het even slikken. Het is een vervreemdende gewaarwording me in de feestroes van een langzaam vol stromende theaterzaal te bevinden terwijl er een paar lijken liggen. Halverwege de voorstelling komt er nog een dood paard bij, dat hakt er behoorlijk in.

Nicht schlafen van Alain Platel is geïnspireerd op de tijd van vlak voor de Eerste Wereldoorlog die, zo zeggen de makers van de voorstelling, erg leek op de huidige: dezelfde angst, verwarring, onzekerheid en explosief geweld. Kunstenares Berlinde De Bruyckere, verantwoordelijk voor het indrukwekkende decor, maakt sculpturen van echte paardenkadavers. In deze context is dat een mooi en passend beeld, er zijn immers miljoenen paarden gesneuveld in die oorlog.

Nicht schlafen begint heel stil, de dansers scharen zich rondom de paarden en heffen een gezang aan. Eén van de mannen danst een indrukwekkende solo en dan, plotseling, is iedereen met elkaar aan het vechten. Kleren worden van lichamen gescheurd, er wordt geschreeuwd, het lijkt eindeloos te duren. Het publiek lacht er af en toe om, maar het doet mij vooral denken aan de manier waarop mensen elkaar op sociale media met woorden afmaken. Net zo agressief en net zo zinloos.

Dan wordt iedereen rustiger, muziek van Mahler zwelt aan en langzaam beginnen de dansers synchroon te bewegen. Platel toont veel lef door hier het overbekende Adagietto uit de Vijfde Symfonie te gebruiken. De kans op sentimentaliteit ligt op de loer, maar de paradoxale combinatie van die meeslepende muziek op het hoogste volume en de hortende rauwe bewegingen van de dansers is overweldigend.

Wat volgt naast gezamenlijke dansen zijn veel onderonsjes. Het is alsof niemand weet hoe ze met hun gevoelens om moeten gaan. De bewegingen zijn bijna spastisch, het lijken kinderen. Soms is er harmonie en dan zijn er weer oplaaiende conflicten. Het slot is vrolijk en uitgelaten, eindelijk is iedereen vrij. Het is geweldig om die mooie dansers zo vol overgave aan het werk te zien op de steeds veranderende soundscape: koebellen, nog meer Mahler, het ontroerende geluid van slapende dieren.

‘Hör auf zu beben! Bereite dich zu leben’.

Boeken / Non-fictie

Tijdloos en dus nooit achterhaald

recensie: Antoine Bodar - Eeuwigh gaat voor oogenblick

Interviewers, vooral in tv-programma’s, hebben nogal eens de neiging zichzelf een even grote rol toe te dichten als de geïnterviewde. Priester Antoine Bodar heeft daar geen last van. Hij laat vooral de gast praten. Dat levert eenvoudige en mooie gesprekken op.

Wanneer een journalist een stuk voor de krant wil schrijven, dient hij zich altijd af te vragen: waarom nu, waarom vandaag? Zonder actuele aanleiding is het, naar journalistieke maatstaven, geen plaatsbaar stuk. Aan dat dogma heeft priester Antoine Bodar geen boodschap. Het gaat hem niet om de waan van de week maar om het tijdloze – vandaar ook de aan Joost van den Vondel ontleende titel Eeuwigh gaat voor oogenblick.

Zo leren we een hele andere kant van de geïnterviewden kennen. VVD-coryfee Hans Wiegel geeft aan dat dit een bijzonder gesprek voor hem is omdat hij nooit eerder over geloof heeft gesproken. Ook van andere (voormalige) politici – Dries van Agt, Jan Marijnissen, Herman Van Rompuy en Wim van de Donk – krijgen we de persoon te zien. En dan niet de overgeregisseerde ‘authenticiteit’ van de ‘spontane’ vakantiekiekjes op de ‘persoonlijke’ Facebookpagina’s, maar het intieme: verlies en verdriet, de dood en een eventueel hemels bestaan daarna.

Confrontatie

Niet in elk gesprek komt dat even goed van de grond. Het interview met dichter en voormalig priester Huub Oosterhuis blijft een oppervlakkig twistgesprek. Dat Bodar, zoals hij zelf zegt, het minst goed overweg kan met vrijzinnige katholieken – en daar is Oosterhuis er zeker een van – wordt pijnlijk duidelijk. Je proeft, in tegenstelling tot in andere gesprekken, een zekere vijandigheid waardoor het gesprek stroef verloopt.

Daar is ook een duidelijke reden voor: Oosterhuis staat voor alles waar Bodar tegen is – en vice versa. De vernederlandsing van de liturgie bijvoorbeeld, waarbij het door Bodar zo gekoesterde Latijn plaats moest maken voor de ‘liedjes’ van Huub Oosterhuis, lijkt hij hem bijna persoonlijk kwalijk te nemen.

Ook de ontmoetingen met de katholieken waarmee hij meer op één lijn zit – zoals met de drie kardinalen – leveren niet de meest spannende gesprekken op. Met Oosterhuis was er te veel confrontatie, met de kardinalen te weinig.

Heidenen

Gelukkig preekt Bodar niet alleen voor eigen parochie. Zo is een groot deel van zijn gasten niet katholiek. De gesprekken met heidenen, zoals hij ze zelf placht te noemen, vindt hij prettiger. ‘Juist de confrontatie met een andere levensinstelling daagt uit en brengt de vraag in het midden, of niet de eigen levensvisie herziening behoeft,’ zo schrijft hij in het voorwoord.

Komt er ook wat terecht van die herziening? Schrijfster Vonne van der Meer, de laatste geïnterviewde in de reeks van zestien, vraagt of zulke ontmoetingen hem ook tot een ander inzicht hebben gebracht. Bodar: ‘Nee, dat kan ik niet zeggen, neem me niet kwalijk, dat kan ik echt niet zeggen.’

Vrolijke twist

Toch zijn die gesprekken het prettigst om te lezen. Hierin wordt zowel de vijandigheid van het gesprek met Oosterhuis als de gezapigheid van de geestelijke onderonsjes vermeden. Bodar is op z’n best wanneer de degens met  een zekere speelsheid worden gekruist – en dat gebeurt met name in de gesprekken met de ongelovigen.

In de interviews met atheïsten als Paul Witteman, Maarten ’t Hart en Adriaan van Dis zoekt hij de verbinding tussen zijn eigen levensvisie en die van zijn ongelovige gesprekspartner. Maar Bodar schuwt de confrontatie niet – en zijn tegenstanders evenmin. Hij geniet van de immer met wellevendheid gevoerde twist.

Boeken / Fictie

Verlangen naar vrijheid

recensie: Peter Stamm - In geen velden of wegen

De bekende Zwitserse schrijver Peter Stamm beschrijft in zijn nieuwste werk In geen velden of wegen een avontuur waar iedereen weleens over mijmert, in een vluchtige dagdroom of in een moment van wanhoop: alles achterlaten en een nieuw leven beginnen.

Soms lijkt het wel of Stamm stiekem over een van zijn eigen geheime, niet afgebakende verlangens schrijft, of over de man die hij zelf had kunnen zijn als hij geen schrijver was geworden. Stamm werd net als Thomas – de hoofdpersoon van zijn nieuwste roman – opgeleid tot boekhouder, het beroep van zijn vader. Na daarna nog enkele studies gedeeltelijk gevolgd te hebben, stortte hij zich op het schrijven van journalistieke stukken en romans, en niet zonder succes.

Stilte van de nacht

Thomas en Astrid drinken op het bankje voor hun huis een glas wijn. Ze zijn net terug van een vakantie in Spanje en de kinderen liggen op bed. Als ze net zitten roept hun jongste. Astrid staat op en gaat naar binnen, naar boven, naar de kamer van hun zoon. Zonder nadenken, zonder enige overweging staat Thomas op en loopt de stilte van de nacht in, de straat, het dorp en het voor hem zo bekende gebied uit, om niet meer terug te keren.

Als Astrid de volgende morgen wakker wordt is ze niet direct bezorgd. Tegen de kinderen vertelt ze dat Thomas weg is voor zijn werk; tegen zijn werk vertelt ze dat Thomas ziek is. Pas na een paar dagen begint Astrid echt ongerust te worden en gaat ze naar de politie, licht beschaamd omdat ze daar misschien zullen denken dat ze een slechte echtgenote is geweest. Intussen loopt Thomas verder. Op enkele toevallige ontmoetingen na is hij alleen in het Zwitserse platteland dat Stamm prachtig beschrijft. De rinkelende koeienbellen en dauwslierten boven de velden doen verlangen naar de vrijheid waar Thomas naar op zoek is.

Wanhoop en rust

In geen velden of wegen beschrijft afwisselend de ervaringen van Astrid en Thomas. Astrid is wanhopig en blijft vurig aan Thomas vasthouden. Soms voelt het voor haar zelfs nog net alsof hij naast haar in bed ligt, dan praat ze tegen hem. Thomas is vol afwachting over wat er komen gaat. Hij heeft geen wrok of woede in zich, louter verwachting en rust. Hij denkt veel aan zijn vrouw en kinderen, op een manier die hem altijd vult met warmte en kalmte.

Ondanks het feit dat Astrid en Thomas zonder enig contact van elkaar gescheiden zijn, lijken ze dichter bij elkaar te komen. Thomas denkt in het begin nog aan hoe hij Astrid nooit kan peilen en Astrid blijkt datzelfde gevoel bij Thomas te hebben. Vanaf het moment dat ze van elkaar gescheiden zijn lijkt die gevoelsband juist nauwer te worden: liefdevoller, met meer begrip voor elkaar.

Het hier en nu

De beschrijvingen van Stamm zijn intrigerend en laten je opgaan in het landschap. Je ruikt het natte gras, je hoort het water van de beken stromen en de muggen zoemen. De kou van de vroeg opzettende winter in de bergen trekt in je huid en de drang die Thomas moet voelen kruipt in je hoofd.

Thomas voelde zich ongekend aanwezig, het was alsof hij geen verleden en toekomst had. Er was alleen deze dag, dit pad waarover hij langzaam bergopwaarts liep.

Dit verlangen naar beleving van het moment en van de vrijheid wordt door Stamm fascinerend beschreven. De drang te willen weten hoe het verhaal verder gaat neemt geen moment af. In geen velden of wegen is een literair hoogstaand staaltje menselijke psychologie.

Theater / Reportage
special: Oerol 2017 deel 2

De Habitat

Het jaarlijkse Oerol-festival is sinds 1982 uitgegroeid tot een internationaal fenomeen. Tien dagen lang bezoeken tienduizenden bezoekers Terschelling, om zich daar onder te dompelen in (locatie) theater en dans, straattheater, beeldende landschapskunst en muziek. Voor het vierde jaar op rij zag ik bijzondere voorstellingen en crossmediale vormen, waarin de locatie soms allesbepalend is en soms helemaal niet. In drie delen: Klanken, De Habitat en Idealen, beschrijf ik mijn theaterervaringen op het eiland.

Groupe Acrobatique de Tanger – Halka

Het strand van de Noordsvaarder was dé plek waar deze groep hun voorstelling wilde spelen. Van de Marokkaanse stranden naar de Europese theaters en nu op Oerol, weer terug in de natuurlijke setting waar deze bewegingsvorm ontstaan is. Twaalf acrobaten, waarvan tien mannen en twee vrouwen, tonen hun letterlijke en figuurlijke kracht. Hun lichaamstaal gaat over dragen en gedragen worden, van hun (koloniale) geschiedenis tot aan de vrijheid die wordt ervaren nadat zij zich van alle ballast ontdaan hebben. Door oprichtende bewegingen tekenen hun ledematen in de lucht, waarbij schijnbaar moeiteloos zeven achterwaartse salto’s volgen. Bij de groepsacrobatiek vangen de acrobaten elkaar op en van hun gespannen gelaatstrekken is af te lezen hoe precair het gezamenlijke evenwicht is. Herhaaldelijk wankelt de balans kort, waarna de truc beheerst opnieuw gedaan wordt.

Minder geslaagd zijn de clownachtige intermezzo’s tussendoor die de verhaallijn dienen te illustreren. Als straattheater levert dit de nodige afwisseling op, maar binnen de voorstelling als geheel onderbreekt het de opbouw vooral. Wat wel sterk overeind blijft is de natuurlijke interactie tussen performer en toeschouwer. In het vele applaus tussendoor wordt bewondering hiervoor herhaaldelijk geuit. Nog steeds breidt het publiek zich gedurende de voorstelling uit door strandgangers die op een afstand geboeid stil blijven staan. De aanstekelijke lichtheid van deze voorstelling, ondanks de beladen thematiek, zorgt voor een vrolijke opening dit jaar.

 

Nhung Dam / Koos Terpstra / Urban Myth – Ha Ha Happiness 2.0

In een weiland aan de Waddenzee, met het uitgestrekte natuurgebied de Boschplaat achter haar, staat Nhung Dam. Hier vertelt zij haar verhaal over het verleden van haar en haar familie. Doordat de voorstelling start vanuit Griekse mythes, worden universele thema’s verweven met persoonlijke. Zo kun je Agamemnon bijna aan zien komen varen als Nhung naar de zee wijst en wordt het verraad dat Iphigeneia ervaart invoelbaar gemaakt terwijl ze over het weiland wandelt. Natuurlijke toevalligheden treden hier op, zo vliegen vogels in dit weidse decor met de verhalen mee.

Heel treffend zegt Nhung dat de Grieken de juiste woorden hadden om te vertellen, hier maakt zij dankbaar gebruik van om vervolgens bij haar eigen geschiedenis uit te komen. Enerzijds is haar verhaal ontroerend door de zoektocht naar haar eigen identiteit en de consequenties die zij nog steeds in haar dagelijkse leven ervaart. Anderzijds is het spannend door de manier waarop zij het verloop van de bootvlucht van haar ouders uit de doeken doet. Hierin schakelt zij over naar de mythe over oppergod Zeus en zijn zoon Perseus, om de kracht van de wind te onderstrepen en de gevolgen die deze kan hebben. Windrichting wordt verbonden aan worden wie je bent en tranen raken aan zowel verdriet als geluk. Tot slot reikt Iphigeneia’s verdriet en haat om verraad tot aan dat van Nhung en gaan zij over in de onvoorwaardelijke liefde voor familie, het onderwerp van grote Griekse tragedies.

 

PeerGrouP / Staatsbosbeheer / Rijkwaterstaat – Zee van Zand

Na de luisterwandeling Levende Duinen, die voor het eerst te belopen was tijdens Oerol 2016, is de voorstelling Zee van Zand het vervolg. Wederom in de duinen, ditmaal zittend met zicht op een randje zee en de ruisende golven binnen gehoorsafstand op de achtergrond. Daaroverheen klinkt een soundscape met nog meer geruis en krijsende meeuwen. Op een klein zwart toneel worden door een performer en technicus projecties gevormd. Meeuwen dansen in hun vlucht mee met dit samenspel van licht, geluid en videokunst, waarbij zand zowel de basis vormt van waaruit de beelden ontstaan en hierbij tegelijkertijd als special effect optreedt. Door de combinatie van natuurrijk en technisch materiaal zijn de getoonde projecties net echt, golven hoor en zie je stromen op het zand.

De wonderlijke flora en fauna van de duinen en zee verschijnen en verdwijnen in het zand, onderbroken door korte poëtische teksten. Imposante luchten tonen op muziek het Terschellinger natuurschoon. Verwondering wordt gecreëerd door de vleugels van vogels uit te lichten, verstilling treedt op door de steeds donker wordende hemel die de voorstelling omgeeft. Dit samenwerkingsverband van locatietheater en natuur laat een intens vergezicht ervaren, dat na afloop van deze voorstelling voortduurt.

 

Dadadadan Tenko / Maria Kley / Nishiko Kley – Tsukumogami

Op 11 maart 2011 werd Japan getroffen door een zware aardbeving en tsunami. Honderdduizenden mensen werden hierdoor slachtoffer, meer dan 20.000 vonden de dood en er worden nog steeds 2.550 mensen vermist. Deze vermisten worden voor aanvang van de voorstelling verbeeld door de textielinstallatie van Maria Kley in de duinen, bestaande uit 2.550 grijs geverfde linten waarlangs het publiek afdaalt richting strand. Hier zijn klotsende golven in zicht en klinkt zeegeruis samen met boeddhistische klanken rustgevend door de boxen. Krioelende  strandgangers in de verte geven een gevoel van nietigheid, dat versterkt wordt door de voorkennis die je hebt over de ramp.

In verschillende stadia wordt deze verbeeld, van de dagelijkse werksleur en het feesten erna, tot aan de berusting na afloop van de strijd die met de natuur gevoerd is. Het universele lijden en strijden wordt prachtig tot uiting gebracht door de kwetsbare bewegingstaal van de Japanse performers en de krachtige geluiden die zij op hun instrumenten produceren. De overweldigende tromslagen ogen als traditionele krijgskunst, waarmee zij de menselijke strijdbaarheid indringend tonen en muziek de verbindende factor vormt. Deze muzikale kracht wordt letterlijk gevoeld als de bassen door je lijf trillen. Door de allesoverheersende slag op de gong aan het einde trekt de dood zich uiteindelijk terug en laten de meeuwen in de lucht weer van zich horen.

Theater / Reportage
special: ITS Festival 2017

Autonomie, lef en confrontatie

Het International Theatre School Festival Amsterdam heeft een aantal turbulente jaren achter de rug. Gelukkig is daar een einde aan gekomen en kunnen we dit jaar toch het werk van afstuderende theaterstudenten bekijken.  Er zijn wat verschillen met vroeger: het ITS duurt vijf dagen in plaats van negen. En de afsluiting is geen gala met allerlei awards maar een ‘priceless sexy slotfeest’. Het ITS wil ‘inspireren in plaats van concurreren’. 8WEEKLY maakte de slotdag mee en raakte onder de indruk.

NOBUYA – TELETEXT/Koninklijk Conservatorium van Antwerpen, Drama

In de Rode Zaal van de Brakke Grond staat een muzikale set-up: drums, basgitaar en twee keyboardachtige instrumenten, waarvan één verbonden is met een laptop. TELETEXT wordt gevormd door Leonore Spee en Sascha Bornkamp, twee Nederlandse, maar inmiddels vervlaamste, afstuderende studentes aan de Kleinkunst Afdeling van het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen. De voorstelling Nobuya is gebaseerd op het Japanse woord voor ster. Bedoeld wordt ster als in beroemdheid, maar TELETEXT heeft er een ster aan de hemel van gemaakt. Vonden ze mooier. Dat doen ze vaker, de dames, ze halen woorden en teksten uit hun oorspronkelijke context en maken daar liedjes van.

Alle liedjes uit Nobuya zijn samengesteld uit WhatsApp-berichten. Dan krijg je zinnen als: ‘laat mijn goden maar gewoon idolen zijn’ en ‘als je priemgetallen moet geloven zal het geen goed jaar meer zijn’. Ook is het boek ‘Norwegian Wood’ van Haruki Murakami gebruikt. Grappig idee dat de titel ‘Norwegian Wood’ een Beatles song was en dat het boek nu weer een ander liedje heeft opgeleverd. En er is een ode van een smartphone aan zijn eigenaar.

Het is een bijzonder gezicht om die jonge meiden aan de keyboards bezig te zien. Ze hebben mooie stemmen die goed bij elkaar passen en ze worden prachtig ondersteund door een basgitarist en een drummer die zijn instrument soms laat fluisteren. Er wordt zeer subtiel gemusiceerd door alle vier. Nobuya is een voorstelling die je blij doet zijn dat het ITS nog bestaat. Er is iets heel energieks, fris en hoopvols aan afstuderende theaterschoolleerlingen. Ook iets kwetsbaars maar dat is, zeker op het toneel, een grote meerwaarde.

AUGUSTUS OKLAHOMA – Toneelacademie Maastricht, acteursopleiding

Ze hebben in ieder geval wel lef, die afstuderende jongens en meisjes van Toneelacademie Maastricht. Augustus: Oklahoma van Tracy Letts is één van de mooiste hedendaagse toneelstukken. Letts heeft er zeer terecht een Pulitzer Prize voor gekregen. Maar makkelijk om te spelen is het niet. We hebben in Nederland al verschillende versies kunnen zien. De niet zo fantastische invulling van De Utrechtse Spelen, de film met Meryl Streep en Julia Roberts en het wonderschone ‘Augustus, ergens op de vlakte’ van NTGent.

Augustus Oklahoma gaat over een disfunctionele familie met veel verslavingsproblemen. De tekst is uitermate geestig, maar ook heel donker en pijnlijk. En de meeste personages zijn tussen de veertig en zeventig jaar oud. Dat wreekt zich bij de Maastrichtse twintigers. Ze hebben een prima regisseur in Daria Bukvić en het ziet er geweldig uit, maar de vraag is of het niet een te ambitieus project voor ze is. Het is duidelijk dat iedereen kan spelen en de tekst is zo goed dat het sowieso een spannende middag oplevert. Maar komt het stuk tot zijn recht? En is iedereen in staat eigen kunnen optimaal te laten zien?

De Vlaamse Laura De Geest, die moeder Violet speelt, in ieder geval wel. Het is zeer knap hoe de jonge actrice geloofwaardig een monsterlijke bitch van vijfenzestig neerzet. Ze is één van de weinigen die de geestige bijtende tekst echt recht doet en er is ook een moment, vlak nadat duidelijk is dat haar verdwenen man Beverly zelfmoord heeft gepleegd, dat je haar pijn voelt. Maar de prachtige donkere slotscène werkt niet. Hoeveel talent De Geest ook heeft, hier is ze vermoedelijk te jong voor.

Wat opvalt aan de voorstelling is dat de veelgeprezen stemtraining van Toneelacademie Maastricht zijn nadelen heeft. Er wordt weliswaar zeer duidelijk en met voldoende volume gesproken maar het klinkt af en toe erg toneelmatig. Sommige acteurs hanteren een fysieke manier van spelen die grappig bedoeld lijkt, maar het niet is.

Er zijn echter ook heel mooie momenten in deze voorstelling: de dinerscène is geweldig en het lied waar die mee eindigt verrassend en heel goed gekozen. Een aantal van deze acteurs kan mooi zingen, dat is op Nederlandse toneelscholen niet vanzelfsprekend.

Letts maakt in zijn stuk duidelijk dat het land waar de familie woont vroeger aan indianen toebehoorde. De manier waarop dat gegeven hier wordt vertaald is bijzonder. Aan het begin van de voorstelling dekt een gigantische Amerikaanse vlag het speelveld volkomen af. De drie dochters van de familie komen voor de vlag staan en zingen met veel lef en overdreven uithalen het Amerikaanse volkslied. Als de familie uit elkaar is gevallen en Violet troost zoekt bij de indiaanse bediende Johnna, die ze het hele stuk door heeft bespot, horen we een krachtig indiaans gezang. Een treffend einde.

NOMADEN – Sam Scheuermann, Toneelacademie Maastricht, regie

In een grote ruimte staat een doorzichtige glazen cabine waarin op een bankje een aantal performers volkomen in elkaar gestrengeld ligt. Je ziet haren, handen, voeten, maar of het mannen of vrouwen zijn en hoeveel mensen er in totaal liggen is niet te zien. In de theaterruimte staan wat stoelen tegen de muren, maar lang niet genoeg voor alle aanwezige toeschouwers. Het publiek loopt om de cabine heen of gaat op de grond zitten. We zijn allemaal vol verwachting maar er gebeurt niets, de kluwen blijft een kluwen.

Na een lange tijd zie je een paar vingers licht bewegen en dat maakt dat je nieuwsgierig wordt naar wat er nog meer te zien is. Want als je blijft zitten zie je maar één kant en er zijn vier kanten aan de cabine, althans op horizontaal niveau. Mensen die een stoel hebben bemachtigd, verlaten die om een ander perspectief te krijgen. Dit vraagt een zekere moed. Niet als iedereen nog zoekend is en rondloopt, maar wel als er een status quo is in de ruimte.

Deze installatieperformance lijkt even veel om het publiek te gaan als om de performers. Je kijkt zowel naar de cabine als naar je medebezoekers, want eerlijk is eerlijk, die doen vaak meer dan de performers. En wat ze doen lijkt spontaner, ontstaan uit een bepaalde noodzaak, bijvoorbeeld om iets anders te willen zien.

Op een gegeven moment ontstaat er meer actie: de kluwen ontrolt zich. En rolt weer in elkaar. En weer uit elkaar. Er gebeurt nog steeds niet echt veel. Toch is het niet saai of vervelend, daarvoor is dit een te onzekere situatie waarbij je het gevoel hebt dat je alert moet zijn, je impulsen moet volgen. Helaas lukt dat maar ten dele. Als de performers echt tot leven komen, kauwgom kauwen, contact maken met bezoekers en zelfs het hok verlaten, krijg ik allemaal ideeën. Als zij er uit gaan kan ik er in, toch? Maar ik durf niet en niemand anders doet het. Eén van de performers schrijft iets op een laptop, het publiek verdringt zich om te kunnen zien wat het is: wat woorden en een telefoonnummer. Later denk ik, waarom bel ik dat nummer niet? Kijken wat er gebeurt. Maar ook dat doe ik niet. Ben ik beïnvloed door het trage tempo? Waarom ben ik zo geremd?

Sam Scheuermann noemt Nomaden een museale en beeldende voorstelling over de mens die onderweg is. Ze wil met haar spelers onderzoeken wat voor invloed een plaats of een ander mens heeft op je gedrag. Het is duidelijk dat die invloed bestaat en dat je je daardoor soms anders gedraagt dan je eigenlijk wil, ook al staat niets je echt in de weg. Nomaden vormt een interessante en confronterende afsluiting van deze geslaagde slotdag van ITS 2017.

Film / Films

Bejaarde met wereldse dromen

recensie: Donkeyote

Manolo is een 73-jarige Spanjaard die graag tochten onderneemt. Bij de wandelingen neemt hij de ezel Gorrion en de hond Zafrana mee. Manolo praat honderduit tegen de dieren en oefent Engels via zijn walkman. Tellen tot tien en zinnetjes ter begroeting kosten hem de grootste moeite. “Hello, nice to meet you. What is your name?” is een zin die in stukken moet worden gehakt. Pas dan kan de Spaanse bejaarde de woorden nazeggen.

De droom van Manolo is het lopen van de Trail Of Tears in Amerika. Deze mars werd in 1838 door de Cherokee-indianen gelopen bij de gedwongen deportatie naar Oklahoma. Manolo is een wat mopperende, bejaarde wandelaar, maar ook een zakenman met grote dromen. Hij belt met vervoersmaatschappijen en bedrijven die hem zouden kunnen sponseren. Dat hij zijn dieren wil meenemen naar Amerika stuit bij bureaucratische instanties op ongeloof en onwil.

Eenvoudig

Chico Pereira filmt het verhaal in lange shots. De bioscoopbezoeker ziet af en toe vanuit het perspectief van de ezel Gorrion de wereld. In de soms minuten durende scènes wordt een eenvoudig verhaal verteld. De ezel is een huisdier en een vriend, de hond is het luisterende oor. Verder wordt de oude man omringd door een bezorgde dochter, een waarschuwende huisarts en een vervoersbedrijf zonder service. Maar, Manolo laat zich niet uit het veld slaan.

Quichot

De Spanjaard is een eigentijdse Don Quichot en durft grote wensen te hebben. Om hem heen zijn slechts mensen die hem afremmen en waarschuwen. Tijdens zijn lange trektochten maakt hij gedichten, zingt de tango, oefent de Engelse taal en heeft zorg voor zijn dieren. De ‘anciano’ laat een matige gezondheid en bureaucratische organisaties zijn dromen niet verstoren.

Inspirerend

Na Pablo´s Winter uit 2012 is Donkeyote de tweede film van regisseur Chico Pereira. In beide films bepalen oudere mensen hun eigen weg en slaan waarschuwingen van bezorgde familieleden of instanties in de wind. Pereira filmt deze mensen met groot respect en veel gevoel voor humor. Voor de bioscoopbezoeker is het een voorrecht om een stukje mee te lopen met een inspirerende, oudere man.

 

Film / Films

Weinig nuance in belangrijk politiek verhaal

recensie: The Promise

In The Promise wordt een historisch verhaal verteld. De Armeense genocide in de jaren 1915  – 1918 is een bijna onbesproken deel van de Eerste Wereldoorlog en is niet eerder zo duidelijk in beeld gebracht. Een Armeense jongeman werkt in 1914 als apotheker in Istanbul en wil medicijnen studeren. Met geld van zijn aanstaande schoonvader kan hij de studie volgen in Constantinopel. Michael Boghosian reist op een ezeltje naar de metropool. Hij trekt in bij zijn oom en tante, mensen met aanzien die leden van alle betrokken partijen bij de Eerste Wereldoorlog ontvangen op feestjes.

The Promise is een film die is gemaakt met geld van de twee jaar geleden overleden Armeens-Amerikaanse filantroop Kirk Kerkorian. Deze zakenman verdiende zijn geld met het uitbaten van casino’s in Las Vegas. Kerkorian liet de film maken zonder inmenging van een grote studio en contracteerde twee sterren voor de hoofdrollen. Regisseur Terry George kon aan het werk met Oscar Isaac en Christian Bale.

Liefdesverhaal

Isaac speelt de Armeense student geneeskunde Michael Boghosian, Bale is de Amerikaanse journalist Chris Myers, werkzaam voor persbureau Associated Press. Bij zijn familie ontmoet Michael de gouvernante Ana en wordt verliefd. Ana heeft een verhouding met Myers. Tijdens alle liefdesperikelen, raken er steeds meer landen betrokken bij de oorlog. Naast het liefdesverhaal is The Promise vooral de geschiedenis van de etnische zuiveringen binnen de Armeense bevolking tijdens de oorlogsjaren. Ontsnappen is voor de Armeniërs slechts mogelijk door de bergen in te trekken. Met weinig wapens en soms niets meer dan stenen verdedigen ze zich.

Slachtoffers

The Promise verhaalt over de slachtoffers van de oorlog. De Duitse overheersers moorden zonder aanzien des persoons. Michael gaat op zoek naar zijn familie. Hij reist terug per ezel. Tijdens zijn reis komt hij Myers en Ana tegen. Wanhopig probeert het drietal Armeense vluchtelingen te helpen, maar ze strijden tegen een Turkse overmacht die steun krijgt van de Duitse strijdkrachten. Vanuit historisch perspectief vertelt de film een gitzwart verhaal over onderdrukking en volkerenmoord. Terry George vertelt dit aan de hand van een romance tussen een Franse gouvernante, een Amerikaanse journalist en een Armeense student. Er wordt niet of nauwelijks ingegaan op mogelijke politieke oorzaken en motieven van de genocide.
In de film werkt het Turkse leger samen met de Duitse onderdrukker en zijn alle Turkse soldaten kille moordenaars. Kort gezegd zijn alle Turken en alle Duitsers slecht. De vechtende Armeense soldaten en burgers fungeren als kanonnenvlees en zijn slachtoffers die empathie opwekken.

Studio

Met het geld van producent Kirk Kerkorian is The Promise een mooi gemaakte, maar tamelijk eenzijdige film geworden. De strijd in Turkije was een voetnoot in de oorlog en krijgt een terechte plek op het witte doek. Het is jammer dat er niet meer aandacht is besteed aan de politieke motieven van de strijd tussen enerzijds de Armeniërs en anderzijds de Duitsers en de Turken. Een belangrijk verhaal uit de geschiedenis van Europa haalt het witte doek, maar doet dat jammer genoeg vooral aan de hand van drie verliefde karakters.

 

Muziek / Concert

Minus the Bear maakt indruk in Paradiso

recensie: Minus the Bear@Paradiso

Vanavond een hoop muzikaal geweld op het programma in de kleine zaal van Paradiso. Wie niet van harde gitaren houdt, kan maar beter naar huis gaan, want zowel Joan of Arc als Minus the Bear hebben daar genoeg van in petto.

Minus the Bear is opgericht in Seattle, Washington. De mannen hebben sinds 2001 al twaalf platen op hun naam staan. De band is echter vrij onbekend in Nederland, wat de maar halfgevulde zaal verklaarde. Ook van bijvoorbeeld 3fm krijgen ze amper aandacht. Erg zonde, want zo kunnen vanavond maar heel weinig mensen genieten van het indrukwekkende optreden.

Boeiend voorprogramma

Helaas eerst een optreden dat minder waardering krijgt: het Amerikaanse Joan of Arc is met hun duistere nummers slecht te volgen. Uitgebreide uptempo instrumentale stukken wisselen zich af met minutenlange stilte waar alleen de zanger te horen is met zijn looppedaal. Wanneer er een harde piep klinkt, lijkt dit eerst een technisch mankement. Maar wanneer dit elke paar maten terugkomt blijkt het bij het nummer te horen. De muziek is moeilijk toegankelijk en er lijkt geen rode draad in het optreden te zitten. Hoe dan ook weet de band het publiek te intrigeren.

Fashionably late, om tien over 9, komt Minus the Bear het podium op. Het optreden wordt meteen sterk geopend met de ‘Last Kiss’, de tweede single van het nieuwe album VOIDS. Opvallend is de opstelling op het podium, waarbij de leadzanger/gitarist niet zoals gebruikelijk in het midden staat, maar helemaal rechts. Het staat gezellig vol met de vijf grote gasten.

Kloppend plaatje

Minus the Bear is geen band die op het podium staat om zieltjes te winnen. De mannen doen gewoon waar ze goed in zijn, en dat is muziek maken. Geen verzoeken om mee te klappen of te zingen, en er wordt geen tijd verspild aan lange praatjes tussen de nummers door. Maar het publiek is er alsnog helemaal bij, en er wordt gedanst en geheadbangd.

Dat de mannen al wat ouder zijn, en voorzien zijn van wat overmatige lichaamsbeharing en extra kilo’s, misstaat ze zeker niet. De band straalt hierdoor een soort rust uit, wat het erg prettig maakt om naar te kijken. Ook de stem van de zanger ligt erg fijn in het gehoor. Al met al klopt het hele plaatje. Daarnaast weten de bandleden precies wat ze aan elkaar hebben. De overgangen tussen de nummers gaan naadloos en het is te zien dat hier jaren aan ervaring op het podium staat.

De nummers worden gedragen door de strakke ritmesectie. Hierdoor krijgen de gitaristen alle kans om te soleren. In andere liedjes ligt de nadruk weer op de synthesizer. Afwisseling in tempo en sfeer van de nummers zorgen ervoor dat het optreden niet langdradig wordt. Elke keer dat dit dreigt te gebeuren weet de band net op tijd het tij te laten keren. Gelukkig, want samen met het bijna perfecte spel van de band zou het anders saai worden. De meeste nummers worden netjes binnen de lijntjes gekleurd en nergens gaat de band écht los. En dit is dan ook het enige minpuntje dat er te vinden is nadat de band bijna anderhalf uur lang de zaal heeft plat gespeeld. Omdat er toch íéts genoemd moet worden.

Muziek / Concert

Opnieuw betoverend mooi

recensie: Eivør @ Rotown Rotterdam

Voor de zevende keer zien we Eivør live. Voor haar het debuut in Rotterdam op het dertigjarige Rotown podium. Een prima ambiance voor een zangeres, die de warmte in de muziekliefhebber aanwakkert. Ondanks dat het haar eerste keer is in deze stad, is de zaal flink gevuld met opvallend veel jonge liefhebbers.

De tournee van Eivør staat in het teken van het zojuist verschenen album Slør, dat enige weken geleden in de Engelse editie uitkwam. In 2015 verscheen het album in de Faeröerse versie, hetzelfde jaar dat ze Bridges maakte. In de tussentijd releaste ze op de Faeröereilanden nog de soundtrack van At The Heart of a Selhie. Hier sleepte ze haar achttiende lokale prijs voor in de wacht.

Het dozijn is vol

De Engelse versie van Slør is haar twaalfde album. We tellen dan een kinderboek en cd met kinderliedjes en een EP’tje niet mee. Zoals al een paar keer het geval is geweest, heeft Eivør een collega-artiest uit haar geboorteland mee op tournee.

De show wordt geopend door Konni Kass. Kass is gezegend met een mooie stem en schrijft haar liedjes zelf. Normaal treedt zij op met een band van drie personen, maar dit keer is ze solo en speelt ze naast toetsen ook elektrische gitaar. Verder komen de ritmes en begeleiding uit de laptop. Ondanks de computer weet Kass een heel organisch geluid te creëren. Tijdens haar korte show ontstaat direct de hoop dat ze ook met Eivør een stukje meezingt, omdat haar stem daar mooi bij zal kleuren. Kass speelt voornamelijk liedjes van haar debuutalbum Haphe.

Na de pauze is het uiteraard de beurt aan Eivør. Ze opent met twee nummers van het zojuist verschenen Engelse album Slør. Als eerste horen we ‘Fog Banks’ (Faeröerse titel: ‘mjørkalókar’) gevolgd door ‘Broken’ (Faeröerse titel: ‘brotin’). Vervolgens zingt ze het daaropvolgende lied weer in haar moedertaal. Een taal die ze later vergelijkt met het Nederlands voor wat betreft de klank. Ze verstaat onze taal net zomin als wij die van haar. Ze heeft overigens wel perfect “Dankjewel” leren zeggen en gebruikt dat vanavond dan ook.

Mooie samenzang

Halverwege de set van Eivør wordt Konni Kass aan de band toegevoegd. Ze zingen samen een prachtige uitvoering van het lied ‘Rain’. Hier horen we hoe mooi de stemmen bij elkaar kleuren. Toch moet Kass haar meerdere erkennen in Eivør, die met haar geschoolde stembanden veel hoger komt.

Als vaste begeleiders zijn wederom Hogni Lisbeg en Mikael Blak van de partij. Lisberg verzorgt, als Kass er niet is, de achtergrondvocalen, terwijl hij ondertussen voor het mooie slagwerk zorgt. Blak speelt toetsen en basgitaar.

Eivør trakteert vooral op liedjes van haar laatste drie albums: Bridges en de twee versies van Slør. Het onvermijdelijke nummer ‘Trøllabundin’ maakt al dertien jaar deel uit van haar set, maar gaat nog steeds niet vervelen. Op de Engelse versie van haar nieuwste album is het helaas niet vertaald naar het Engels; dat was wel een leuke verrassing geweest. Het is dan ook het enige lied dat in Faeröers is gebleven.

Als afsluiter van de show krijgen we een bijzonder mooie uitvoering van het lied ‘Famous Blue Raincoat’ van Leonard Cohen. Eivør bewonderde Cohen. ‘Falling Free’ wordt als laatste toegift gespeeld. Kass speelt hier op de saxofoon. Datzelfde lied sluit ook het album Slør af in een live-uitvoering als bonustrack. Het is een krachtige afsluiter van wederom een prachtig concert.