We kunnen vragen om cookies op uw apparaat te plaatsen. We gebruiken cookies om ons te laten weten wanneer u onze websites bezoekt, hoe u met ons omgaat, om uw gebruikerservaring te verrijken en om uw relatie met onze website aan te passen.
Klik op de verschillende rubrieken voor meer informatie. U kunt ook enkele van uw voorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van sommige soorten cookies van invloed kan zijn op uw ervaring op onze websites en de services die we kunnen bieden.
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om u diensten aan te bieden die beschikbaar zijn via onze website en om sommige functies ervan te gebruiken.
Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn om de website te leveren, heeft het weigeren ervan invloed op het functioneren van onze site. U kunt cookies altijd blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen en alle cookies op deze website geforceerd te blokkeren. Maar dit zal u altijd vragen om cookies te accepteren/weigeren wanneer u onze site opnieuw bezoekt.
We respecteren volledig als u cookies wilt weigeren, maar om te voorkomen dat we u telkens opnieuw vragen vriendelijk toe te staan om een cookie daarvoor op te slaan. U bent altijd vrij om u af te melden of voor andere cookies om een betere ervaring te krijgen. Als u cookies weigert, zullen we alle ingestelde cookies in ons domein verwijderen.
We bieden u een lijst met opgeslagen cookies op uw computer in ons domein, zodat u kunt controleren wat we hebben opgeslagen. Om veiligheidsredenen kunnen we geen cookies van andere domeinen tonen of wijzigen. U kunt deze controleren in de beveiligingsinstellingen van uw browser.
Deze cookies verzamelen informatie die in geaggregeerde vorm wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn, of om ons te helpen onze website en applicatie voor u aan te passen om uw ervaring te verbeteren.
Als u niet wilt dat wij uw bezoek aan onze site volgen, kunt u dit in uw browser hier uitschakelen:
We gebruiken ook verschillende externe services zoals Google Webfonts, Google Maps en externe videoproviders. Aangezien deze providers persoonlijke gegevens zoals uw IP-adres kunnen verzamelen, kunt u ze hier blokkeren. Houd er rekening mee dat dit de functionaliteit en het uiterlijk van onze site aanzienlijk kan verminderen. Wijzigingen zijn pas effectief zodra u de pagina herlaadt
Google Webfont Instellingen:
Google Maps Instellingen:
Google reCaptcha instellingen:
Vimeo en Youtube video's insluiten:
De volgende cookies zijn ook nodig - U kunt kiezen of u ze wilt toestaan:
U kunt meer lezen over onze cookies en privacy-instellingen op onze Privacybeleid-pagina.
Disclaimer en privacybeleid
Uit de kunst
Wanneer je als bezoeker de tijdelijke tentoonstelling in het fijne Noord-Veluws Museum in Nunspeet binnenkomt, loop je meteen tegen vijf vrouwenportretten aan. Een springt in het oogt: van Suze Robertson, een van de zestien vrouwen waarvan werk wordt getoond. Op de een of andere manier hebben ze allemaal in Nunspeet of in de nabije omgeving gewoond en gewerkt.
Suze Robertson (1855-1922), Vischpoort te Harderwijk, circa 1910. Olieverf op doek, 89 x 106,5 cm (Singer Laren)
Verderop hangt een krachtig, groot doek van Robertson, waarop de Vischpoort in Harderwijk is afgebeeld. Een kenmerkend schilderij voor de steeds zelfbewuster schilderende vrouwelijke kunstenaars uit de periode 1880-1950.
In de loop der tijd
De bezoeker kan door de chronologische opzet van de expositie niet alleen de ontwikkeling van de zestien kunstenaars volgen, maar en passant ook die van de kunstgeschiedenis zelf. Dit geeft de tentoonstelling een extra laag, net als de uitgebreide biografieën die op banieren terzijde van de werken hangen.
Het begint zo rond 1880 met de stemmige, donkere doeken van Sientje Mesdag-van Houten, die door mannelijke recensenten soms kritisch werden ontvangen als zijnde te detaillistisch of uit balans. Ook het thema ‘vissersvrouw’ dat Aletta van Thol-Ruijsch gebruikt voor een prachtige kop in houtskool (ca. 1890-1910) is verwant aan die van de Haagse School. Raak getroffen op dit portret zijn de peinzende, diep liggende ogen.
Blanche Douglas Hamilton (1853-1927), Schapen met lammeren op een weide met bloeiende vruchtbomen, penseel op papier, 48,7 x 32,3 cm (Teylers Museum)
Wat gedurfder
Maar pas op: het werk van iemand als Chrisje van der Willigen doet op het eerste gezicht misschien traditioneel aan, maar is toch redelijk gedurfd en doet soms, zoals haar Bloemen in blauwe pot (1902) niet alleen aan Voerman maar ook aan Jan Mankes’ werk denken.
Zoals de waterlelies die Blanche Douglas-Hamilton aquarelleerde herinneren aan hetzelfde thema bij Monet, en het licht op haar met potlood en waterverf opgezette Haven in Noord-Italië (1897-1927) wat weg heeft van het zuidelijke licht van Pissarro.
Des te verder je in zowel de tijd komt als in het afzonderlijke werk van een kunstenares, des te sterker en persoonlijker het wordt. De naam van Suze Robertson is al genoemd. Haar latere werk kan worden gerekend tot de aanloop naar het expressionisme. Voor die tijd schilderde ze bijvoorbeeld Brabantse vrouwen à la Van Gogh, vrouwen die thuis of op het land aan het werk zijn. Op de vraag van een kunsthandelaar om over te stappen op portretjes, gaat ze niet in. Zij kan dit doen, omdat ze een baan heeft als tekenlerares.
Van Suze Robertsons kleindochter, Suzanne Eckhart, wordt in een vitrine keramiek getoond, zoals er ook een vitrine is met de door de oud-Bauhausleerlinge Kitty van der Muijll Dekker ontworpen theedoeken die nog steeds modern aandoen.
Gaby Bovelander (1931), Zonder titel, 1978. Olieverf op paneel, 58 x 61 cm (Collectie kunstenaar)
Modern
De ontwikkeling van de kunst en een eigen stijl valt ook duidelijk af te lezen aan het werk van Jo Koster. Zij was een van de eerste vrouwen die studeerde aan de kunstacademie van Rotterdam. Later studeerde ze in Brussel, omdat Parijs in die tijd volgens haar te conservatief was. Onder invloed van Jan Toorop schildert ze enkele pointillistische doeken die in Nunspeet zijn te zien.
Ook de inmiddels 86-jarige Gaby Bovelander vindt zichzelf telkens opnieuw uit. Van haar hangt er zowel magisch realistisch werk als een eigenlijk buiten de scope van de expositie vallend, fascinerend Zelfportret (1971) met een krachtige blik die aan het beroemde zelfportret van Charley Toorop doet denken.
Hedwig Kleintjes-van Osselen (1871-1936), Zinnia’s, 1934. Olieverf op doek, ca. 50 x 60 cm (Collectie Gemeente Heerde)
Wie thuis alles nog eens na wil lezen over leven, werk en context van de zestien exposanten, is er een mooie catalogus beschikbaar die werd samengesteld onder eindredactie van de curator van de tentoonstelling: Margot Jongedijk. Hierin valt ook te lezen hoe de receptie van het werk was. Zoals over Hedwig Kleintjes-van Osseler– om nog een van de zestien namen te noemen – : ‘Sterk is deze kunst niet, wel rustig, gul en gevoelig.’ Waar of niet – inderdaad is niet alles wat wordt getoond van de bovenste plank –, maar een mooi inzicht en beeld van kunstenaressen op de noordelijke Veluwe geeft deze tentoonstelling die louter uit bruiklenen bestaat zeker.
Vrouwen Uit de kunst! Kunstenaressen op de noordelijke Veluwe 1880-1950
Gezien in: Noord-Veluws Museum, NunspeetNog te zien tot: zondag 04 maart 2018
Misschien ook iets voor u
Een fijne kennismaking met Peper
‘Iemand valt in het water, een vennetje of een kanaal, en zinkt naar beneden.’ Een dergelijke scène probeert Alex van Warmerdam in al zijn films te krijgen – nooit lukt het. Rascha Peper maakte er een verhaal van, Waterscheerling – een prachtig, melancholisch verhaal.
Fans van Rascha Peper (1949–2013) zullen Waterscheerling al kennen. Hetzij als het nieuwjaarsgeschenk in 2004 van haar toenmalige uitgeverij L.J. Veen of uit de verhalenbundel Een Siciliaanse lekkernij (2014), die een jaar na haar overlijden verscheen. Deze nieuwe uitgave komt met een extraatje: prachtig sfeervolle tekeningen van Sylvia Weve. Irundina van Hella S. Haasse en Annejet van der Zijls De dageraad verschenen al eerder bij Querido in deze vormgeving en ook met tekeningen van Weve. Net als in de eerdere delen weet Weve moeiteloos het verhaal te verbeelden.
Stella in de put
Pepers verhaal gaat over Stella, na twee broertjes het nakomertje in het naoorlogse gezin van wisselwachter Tienverloren. Stella, ‘fijngebouwd, lang, zwartharig’ houdt van water en van zwemmen. Tijdens haar jeugd zorgt ze voor een aantal schrikmomenten bij haar ouders – zoals iedere in de jaren zestig opgroeiende puber, misschien –, maar telkens komt het goed. Tot ze op een dag verdwenen is, schijnbaar in de bodemloze put in de achtertuin gevallen. Ondanks alle waarschuwingen van haar ouders, ondanks het ontzag dat het gezin voor de put had: haar nieuwsgierigheid was te groot.
Waterscheerling schakelt op dat punt over naar Pirre, kleinzoon van een horlogemaker, die een oogje op Stella heeft en haar achternagaat. Ook hij daalt de put af en komt in een wonderschone onderwaterwereld terecht – gelijk Van Warmerdams scène. De jongere lezer zal aan SpongeBob SquarePants denken: Peper schetst een onderwaterwereld waarin alles lijkt op de wereld erboven, met water in plaats van lucht om ons heen. Pirre vindt Stella, maar weet haar niet mee uit deze onder(water)wereld te krijgen. Hier hint Peper op het eeuwenoude verhaal van Orpheus en Eurydice – een invloed die in een naschrift achter in het boekje ook erkend wordt.
Een fonkelende stijl
Peper weeft ook andere invloeden in haar verhaal – zo zijn er verwijzingen naar enkele bekende sprookjes. Voor de liefhebber is het fijn die te herkennen, maar Waterscheerling laat vooral Pepers schrijftalent zien. Zowel het grote als het kleine, de flow van het verhaal als individuele zinnen: Peper kon het allemaal laten fonkelen. Wat dat betreft is Waterscheerling het ideale instappunt in het oeuvre van deze veelzijdige schrijfster.
Waterscheerling
Schrijver: Rascha PeperUitgever: Querido
Prijs: €15,-
Bladzijden: 78
ISBN: 9789021407487
Misschien ook iets voor u
De rode draad van Shiota
Kunstenaar Chiharu Shiota maakt ongebruikelijke ‘schilderijen’. Met 2000 bollen rode wol heeft ze lijnen in de lucht getrokken over zo’n 130 vierkante meter van Het Noordbrabants Museum. De rode gloed zuigt je direct haar web in.
Voor het eerst wordt er een solotentoonstelling van de Japanse Chiharu Shiota in Nederland getoond. Hoog tijd: in 2015 brak zij door op de Biënnale in Venetië met haar installatie The Key in the Hand waarmee ze haar land representeerde. Shiota is te herkennen aan haar installaties met rode draad en alledaagse objecten. In de tentoonstelling Between the Lines wordt haar werk in retroperspectief getoond, met als hoogtepunt de installatie Uncertain Journey die speciaal voor het museum werd gemaakt.
Portret Chiharu Shiota, 2017. Still uit video Jochem de Vet
De rode draad
Behalve zijn indrukwekkende esthetiek heeft de installatie meerdere betekenislagen. Het web is verbonden aan twee boten die ons wijzen op de reis van het leven, waarbij de bestemming niet bekend is. De installatie wekt een dromerige wereld op; het gevoel onder de zee door te lopen. Wat gelijk al opvalt bij het bezoeken van de tentoonstelling is dat er een rode draad loopt door het werk van Chiharu Shiota. Letterlijk. Shiota gebruikt de draden als symbool voor de verbindingen tussen mensen. Ze lopen als bloedvaten door de ruimte en creëren een eigen wereld.
Chiharu Shiota, Becoming Paininting, 1994, c-print, foto’s van de performance met gelijknamige titel in Anu School of Art, Canberra, Australië. © Chiharu Shiota, co Pictoright Amsterdam, 2017
Between the lines
Oorspronkelijk heeft Shiota een klassieke opleiding schilderkunst gevolgd. Schilderen op doek vond ze echter te beperkend: ‘slechts’ een kleur op het doek. Tijdens haar zoektocht naar andere kunstvormen komt ze uit bij performance-art. In de tentoonstelling zijn enkele van haar performances te zien, waaronder haar eerste: Becoming Painting. Bij deze performance gebruikt ze zichzelf als schilderdoek. Het aanbrengen van een tweede huid is een terugkomend thema in de performances en in de installaties die tentoongesteld zijn. Shiota laat universele thema’s zien in haar unieke beeldtaal: herinneringen, verbondenheid en identiteit.
Uiteindelijk ontwikkelt Shiota haar installaties met draad, die haar in staat stellen om zonder beperkingen te schilderen in de fysieke ruimte. De titel van de tentoonstelling Between the Lines verwijst naar de zoektocht van de kunstenaar.
The Key in The Hand
In de tentoonstelling is ook haar werk te zien van de Biënnale van Venetië: The Key in the Hand. Hierbij zijn er sleutels in een web verweven. Shiota vroeg mensen van over de hele wereld om haar een sleutel toe te sturen, met een brief waarin stond wat deze sleutel voor hen betekende. Ze heeft de sleutels en herinneringen met elkaar verweven. Daarbij wordt een video getoond over de allereerste herinnering. Aan een aantal kinderen wordt gevraagd wat zij zich herinneren van hun geboorte. Op deze manier worden herinneringen die gedurende een mensenleven worden gemaakt met elkaar verbonden.
Het kunnen ronddwalen in en je verwonderen over de installatie Uncertain Journey maakt een bezoek aan de tentoonstelling meer dan waard. Het oeuvre van Shiota laat zien hoe ze zich als kunstenaar heeft ontwikkeld, en welke diepere lagen en thema’s de grondslag voor haar werk vormen. Maar volgens Shiota is de emotionele betekenis van haar installaties die de bezoeker ervaart, het meest waardevol.
Chiharu Shiota - Between the Lines
Gezien in: Het Noordbrabants Museum, Den BoschNog te zien tot: zondag 15 oktober 2017
Misschien ook iets voor u
Muzikale hoop in een tijd van onzekerheden
In het openingsnummer zingt Jack Taylor vanuit de gevangenis over de moord op zijn vader. Hij was vijfentwintig jaren jong toen hij zijn leven verloor met één schot. “Blew my life away,” klinkt het vanuit de cel. Rodney DeCroo vertolkt het nummer levensecht, misschien wel vanuit een kleine ruimte met slechts drie muren en een raam met spijlen. Heeft hij zijn vader omgelegd?
De carrière van de Canadees DeCroo zou verfilmd moeten worden. Een paar zinnen om niet alle dramatische gebeurtenissen te herkauwen, niet alle oude koeien uit de sloot te willen halen. Zeven jaren geleden besluit hij vlak voor een uitverkocht optreden de samenwerking met zijn band op te zeggen; hij schrijft een toneelstuk, neemt een spoken-word langspeler op, schrijft een dichtbundel en moet iets met de diagnose posttraumatische stress-stoornis. In zijn schrift met ideeën voor nieuwe songs kan hij traumatische gebeurtenissen uit zijn jeugd stapelen.
Pratend publiek
Het debuutalbum onder eigen naam verschijnt in 2004, daarna neemt hij het live album War Torn Man op. Op de schijf is pratend publiek te horen. Juist deze nachtmerrie voor optredende artiesten laat DeCroo horen. De voorlaatste release is Campfires On The Moon in 2015. Het is een verzameling toegankelijke nummers. Tien nummers en de demonen en de impulsieve beslissingen lijken bij DeCroo tot het verleden te horen.
Lou Reed
Voor zijn zevende album Old Tenement Man heeft DeCroo rock ‘n’ roll ballades geschreven. De teksten verhalen over helden als Lou Reed en Leonard Cohen. Met producer Lorrie Matheson wilde DeCroo niet opnieuw schrijven over gebeurtenissen uit het eigen verleden, maar wilde hij zingen over de bewondering voor anderen. ‘Lou Reed On The Radio’ is een prachtig voorbeeld. Zinderend uptempo gitaarwerk en een tekst met bewonderende woorden. De fan DeCroo zit gekluisterd aan de radio en hoort over de dood van een held en kan slechts in ongeloof luisteren en woorden van verdriet aan het papier toevertrouwen.
DeCroo vertelt in het persschrijven lyrisch over de samenwerking met Lorrie Matheson. Hij heeft deze producer muzikaal de vrije hand gegeven. “I’ve always been labeled alt-country and getting to draw from Lorrie’s breadth of knowledge pushed me out of my musical bubble,” vertelt DeCroo over het bevrijdende partnerschap. Zijn muzikale palet met vooral americana heeft een fiks shot rock ‘n’ roll gekregen. Daarnaast schuwt Matheson schurende effecten niet. De uitgebalanceerde, heldere nummers krijgen daarmee een extra muzikale lading.
Tekstuele kracht
De tien nummers op Old Tenement Man hebben grote zeggingskracht. Natuurlijk gebruikt DeCroo in zijn liedjes karakters uit het verleden. Er komen meer mensen langs dan alleen Lou Reed en Leonard Cohen. Geen van de bezoekers in de nummers slaagt er ditmaal in het humeur van DeCroo te bederven. Het album sluit af met ‘The Barrel Has A Dark Eye’. DeCroo gaat toch nog op zoek naar de duivels en de demonen. Hij geeft geen antwoord over zijn zoektocht, het is aan de luisteraar om na te denken.
Old Tenement Man is een productie met talloze verhalen. Rodney DeCroo neemt de luisteraar bij de hand en laveert met groot muzikaal vakmanschap langs de vele mogelijke moeilijkheden. Hij heeft geen pasklare oplossingen maar biedt fascinerende, muzikale hoop in deze tijd van onzekerheden.
Rodney DeCroo
Album: Old Tenement ManAantal tracks: 13
Misschien ook iets voor u
Een gevoelige tekst voor een stem met een snik
In 2014 verschijnt Kerosene, het achtste album van Jeffrey Halford & The Healers. De agenda van deze muzikanten groep is dat jaar eenvoudig. Ze nemen nieuw materiaal op in een studio óf zijn onderweg naar een podium om heel veel countryrock liedjes te spelen. Kerosene was een goed gekozen titel. De groep gebruikt brandstof om van plaats naar plaats te reizen en krijgt energie door het vele optreden en de respons van het publiek. Door het toeren heeft het even geduurd voor het nieuwe materiaal verschijnt, maar nu is Lo-Fi Dreams verkrijgbaar.
Jeffrey Halford is een in Dallas geboren zanger, liedjessmid en gitarist. In zijn jeugd luistert hij op de transistorradio naar Roger Miller. Deze zanger en acteur zong in 1965 het nummer ‘King Of The Road’ de Nederlandse hitlijsten in. Na wat omzwervingen belandt het gezin Halford in San Francisco, waar de tiener Jeffrey architectuur studeert en op de straathoeken zijn eerste liedjes ten gehore brengt.
Anno 2017 heeft Halford op het podium gestaan met Mick Fleetwood, Canned Heat, Guy Clark, Robert Earl Keen and Ramblin’ Jack Elliott, Taj Mahal, Etta James, Los Lobos en John Hammond. Geen misselijke groep muzikanten. Als componist wordt de Amerikaan in een rij met John Prine, Randy Newman en John Fogerty gezet.
Gevoelige inkt
Toxic is het debuutalbum van Halford. Net als opvolger Nine Hard Days zijn deze releases al jaren ‘out of print’. De langspeler Kerosene is nog gewoon verkrijgbaar. Jeffrey Halford & The Healers maken rootsrock met een flinke veeg romantiek. Een voorbeeld is de tekst van het nummer ‘Driving Alone’. Een band is aan het toeren, het podium staat in een wat kil kot en de toeschouwers zijn afstandelijk en kritisch. Halford zingt met een snik in zijn stem de volgende tekst: ‘The lonesome singer moaned through the speaker that was blown, while I was driving alone.’ Het is zo goed als onmogelijk meer drama en romantiek in een zin te vatten.
Gruzelementen
Ook voor Lo Fi Dreams heeft Halford de pen weer diep in de gevoelige inkt gestoken. In het nummer ‘10.000 miles’ reist de eenzame muzikant naar huis. ‘I’m rolling home to you,’ en daarna komt het nummer op gang voor ‘10.000 miles and 10.000 more’. De titel van het nummer ‘Looking For A Home’ zegt veel. Een echtpaar wordt door de sheriff het huis uitgezet en zal op zoek moeten naar een nieuwe plek om te wonen. Armoede en sentiment in een swingend traditioneel nummer. “Get your things, honey get your things. We gotta leave.” En dan jengelt er zo’n heerlijke steel gitaar. In ‘Elvis Shot The Television’ laat Halford horen humor en bewondering in een liedje te kunnen vatten. De luisteraar ziet bij de woorden Elvis onderuit gezakt voor een televisie zitten. Het programma staat hem niet aan, de afstandsbediening ligt niet binnen handbereik en hij schiet de beeldbuis aan gruzelementen.
Lo-Fi Dreams, in een hoes die Joost Swarte met een klare lijn had kunnen ontwerpen en telt maar tien nummers. Dat is tevens het enige punt van kritiek bij deze release. Jeffrey Halford & The Healers nemen de luisteraar mee op een trip die avontuurlijk maar wat kort is. Tijdens de reis wordt er heerlijke rootsrock gedraaid. Na het tiende nummer moet de repeat knop snel worden ingedrukt. En dat is drie of vier nummers te snel.
Jeffrey Halford and the Healers
Album: Lo-Fi DreamsAantal tracks: 10
Misschien ook iets voor u
Prachtige dansers, matige voorstelling
Titanic is een remake van The Sinking of the Titanic, de eerste grote dansvoorstelling van de beroemde Israëlische choreograaf Ohad Naharin. De eveneens Israëlische, al lang in Nederland wonende, Liat Waysbort werd in haar tienertijd zeer door deze voorstelling geraakt, het was een inspiratie voor haar eigen leven. Bijzonder dat Waysbort nu deze voorstelling kiest voor haar eigen eerste grotezaalproductie. Of het een goede keus is valt te betwijfelen. Titanic bevat een paar mooie momenten, maar is over het algemeen te afstandelijk en statisch om echt indruk te maken.
Vermoedelijk is de voornaamste reden daarvoor de muziek die een grote rol speelt en ons lange tijd meedogenloos bombardeert met elektronische knallen. Misschien ook moet Waysbort nog wennen aan de grootte van het podium. En wellicht levert het hernemen van een voorstelling van een belangrijke leraar en dansicoon veel druk en remmingen op. Eén ding is zeker, aan de dansers ligt het niet, die zijn fantastisch.
Symbolisch
Gedurende de eerste helft van de voorstelling zien we een aantal mooie solo’s: veel hoekige bewegingen, maar ook curves en veel naar de grond gaan, terwijl de overige dansers stil staan toe te kijken. Titanic gaat evenals zijn voorganger over de musici die tijdens het zinken van de Titanic door bleven spelen en met schip, muziek en al ten onder gingen. Een dergelijk gegeven, samen met de vaak ontoegankelijke muziek, maakt dat je een beetje in je hoofd komt te zitten. Wat wordt er bedoeld met deze beweging? En die? Is dit zwemmen in het water? Maar trachten te duiden wat je ziet is zelden een goed uitgangspunt voor dans, wat immers in je lichaam hoort te resoneren om echt impact te hebben.
Die impact ontstaat wel halverwege, wanneer de dansers meer verbinding met elkaar zoeken, een man en een vrouw elkaar zoenen en daarbij beginnen te grommen. Plotseling word je wakker, hier gebeurt iets. Het is de start van een boeiende fase met nauwelijks muziek en als hoogtepunt twee dansers die wild en rauw bewegen. Ondertussen staan de anderen zich aan de zijkant van het toneel uit te kleden – iedereen is topless gedurende het tweede gedeelte. Het gewone aardse daar staan, water drinken, bezwete lichamen afdrogen is, ook vanwege het contrast met wat er op de vloer gebeurt, uitermate boeiend.
Maar dan komen we helaas weer terug in de kalme bespiegelingen. Alle dansers hebben prachtige lichamen, tijdens de nu volgende synchroon gedanste duetten ben ik meer bezig die te bewonderen dan geraakt te worden door wat ze aan het doen zijn.
Ontreddering
Aan het eind raakt mijn geduld op. Terwijl de meeste dansers weer statisch gepositioneerd zijn en een danseres, enkel in lange broek gekleed, achter op het toneel een prachtige solo danst met lange strekbewegingen, liggen op de voorgrond twee vrouwen in elkaar verstrengeld. Eén van de twee zegt onophoudelijk ‘generation upon generation upon generation’, iets wat op den duur zeer irriteert. Later wordt het interessanter als ze haar hele lichaam mee laat trillen en de woorden bijna uitkotst. De voorstelling heeft een prachtig eindbeeld: één van de dansers eindigt, na alweer een mooie solo in het tegenlicht, in een houding van ontreddering.
Waysbort kan choreograferen, dat is duidelijk. In het nagesprek horen we dat ze eigenlijk achtentwintig dansers had willen hebben in plaats van acht, dat lukte niet. Jammer want dan zou er in ieder geval geen groot leeg podium zijn geweest. Ze toont talent, visie en drive. Deze eerste grotezaalvoorstelling is naar mijn mening niet goed gelukt, maar laten we hopen dat ze zich zo eigenwijs mogelijk verder ontwikkelt, dat deed haar grote leermeester immers ook.
Bitter Sweet Dance – Titanic
Regie: Liat WaysbortArtiest: Bitter Sweet Dance
Gezien op zaterdag 16 september 2017 in Stadsschouwburg, Amsterdam
Nog te zien tot woensdag 16 mei 2018
Misschien ook iets voor u
Archeoloog Vann graaft diep
In de romans van David Vann ligt de tragiek er dik bovenop. Dat zo nu en dan de werkelijkheid geweld wordt aangedaan, neemt hij voor lief. Het zorgt voor een zinderende spanning die op haast dichterlijke wijze in woorden wordt omgezet.
Als liefhebber van de Griekse tragedies en, volgens eigen zeggen, als neoclassicistisch schrijver heeft Vann veel op met het klassieke drama. De intensiteit van de verwikkelingen, de elementaire liefde en trouw, opoffering en overgave; allemaal onderdelen die terug te vinden zijn in zijn tot nu toe verschenen romans. De menselijke zwakheid wordt door Vann tot hoofdbestanddeel van de plot gemaakt, meestal eindigend in een morele uitputtingsslag die tot grootse bewegingen leidt.
In Klare lucht zwart is de schrijver nog dieper in de verhaalde geschiedenis gedoken: hij neemt het uit 431 v. Chr. stammende treurspel Medea van Euripides als basis voor een grondige hervertelling. Vann heeft tijdens een boottocht op een gereconstrueerd schip langs de Griekse eilanden inspiratie opgedaan en besluit de klassieke Medea opnieuw op schrift te stellen. Niet met een eigentijdse wending, niet met een filosofische uitvergroting, maar in de meest oorspronkelijke vorm: vanuit de hoofdpersoon vertellen hoe het allemaal verliep.
Gejaagd proza
Medea is met Jason en de Argonauten onderweg naar Iolkus. Ze hebben het veroverde Gulden Vlies aan boord en worden achtervolgd door koning Aietes, de vader van Medea. De liefde voor Jason heeft Medea zo ver gebracht dat ze haar broer heeft vermoord, aan stukken heeft gesneden en haar vader van zich heeft vervreemd. David Vann beschrijft de reis als een doorlopende zoektocht naar houvast waarin Medea de onzekerheid over haar toekomst probeert te beteugelen. Ze heeft zich verbonden aan Jasons lot: in Iolkus zal hij opvolger van koning Pelias worden en trouwen met Medea. Dat betekent een nieuw begin in een nieuwe hartstocht. Medea: ‘Jij bent van mij, ik zal heersen over je hart, jij bent het land dat ik verover’.
Vann schrijft in een beklemmende vorm. Hij laat in bepalende scènes de persoonsvorm en het lidwoord weg, zodat er een gejaagd proza ontstaat: ‘Haar vader een gouden gelaat in duister. In fakkellicht verschenen boven het water en weer vervaagd. Gelaat van de zon, afstammeling van de zon. Verraad en woede.’ Deze telegramstijl maakt van de zoekende gedachten van Medea een urgente, haast panische beleving. De situatie waarin ze zich heeft gestort is vol dreiging en de overgave aan Jason is haar enige hoop op een goede afloop. Maar terwijl ze met hem in de nacht de liefde bedrijft, lijkt Jason met zijn gedachten al af te dwalen. Alsof haar liefde er minder toe doet dan de zware reis en de strijd die nog geleverd moet worden. Een subtiele invulling van de schrijver, waarmee hij de loop van deze geschiedenis tot menselijke proporties probeert terug te brengen.
Ambachtelijke slagerij
Als Pelias zijn belofte niet nakomt weet Medea, met gebruikmaking van haar duistere krachten, hem door zijn eigen dochters te laten vermoorden. Daar maakt Vann een bloederig schouwspel van: er wordt gehakt, gesneden en gekookt als was het een ambachtelijke slagerij. Vervolgens vluchten Medea, Jason en hun kinderen naar Korinthe waar koning Kreon de scepter zwaait. Jason wordt echter verliefd op de dochter van Kreon en wil zich van Medea laten scheiden. Het eindspel bestaat uit de ultieme wraak van Medea: in haar wanhoop en waanzin vlucht ze in de totale ondergang.
David Vann gaat als een archeoloog te werk: hij graaft in de diverse verschijningsvormen van deze tragedie en weet de taal zodanig te conserveren dat er een nieuw, zij het een ietwat langdradig verhaal ontstaat. Hij gebruikt deze Medea niet om, zoals al veel is gebeurd in theater en op papier, de feministische kaart te trekken. Vanns Medea strijdt niet tegen de mannelijke overheersing in haar wereld, maar worstelt eerder met haar eigen hartstocht die door jaloezie en woede wordt verteerd. Deze Medea is een gevoelige en furieuze vrouw die weigert te accepteren dat haar liefde een verloren zaak is.
Klare lucht zwart
Schrijver: David VannUitgever: De Bezige Bij
Prijs: € 19,99
Bladzijden: 240
ISBN: 978 90 234 0778 2
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
De laatste dagen van Szulski
Onder de perenboom: een klein misdaadverhaal, geschreven door Theodor Fontane, de auteur van Der Stechlin. De vertaler van dienst is ECI-prijswinnaar Martin Michael Driessen. Een fijn tussendoortje.
Onder de perenboom in Abel Hradscheks tuin wordt een lijk gevonden. Zijn het de overblijfselen van de Poolse handelsreiziger en bankier Szulski? Nadat de Krakauer in alle vroegte uit de herberg van Hradschek vertrok, wordt zijn koets in de rivier teruggevonden. Van de brug gestort. Maar van Szulski geen spoor. Ook het lijk blijkt, eenmaal opgegraven, niet van de Pool te zijn, maar van een Franse soldaat.
Mysterie
Rondom dit mysterie bouwt Theodor Fontane (1819–1898) zijn oorspronkelijk als feuilleton verschenen misdaadroman Onder de perenboom. De lezer weet meer dan Abels dorpsgenoten, die in het duister tasten rondom Szulski’s verdwijnen. Abel had een schuld bij hem, en de enige manier om daarvan af te komen was door de arme man om te brengen. Dader en motief zijn dus bekend, maar niet de methode: hoe heeft Abel het gedaan? En hoe gaat deze puzzel opgelost worden?
De kracht van deze korte roman zit in de manier waarop Abel en zijn vrouw Ursul zich langzaam maar zeker steeds meer bezwaard voelen. Hun schuld is met de Pool in de rivier verdwenen, maar echt genieten kunnen ze niet. Deels komt dat door de buurvrouw, die haar neus iets te graag in andermans zaken wil steken. Zij blijkt op de hoogte te zijn van cruciale informatie.
Pruisisch bewustzijn
Daar komt bij dat de bewoners van Tschechin, het kleine dorp waar de Hradscheks wonen, Abel en Ursel niet helemaal vertrouwen. Het is interessant om te zien hoe Fontane hier speelt met een Pruisisch bewustzijn. Onder de perenboom speelt zich rond 1850 af, decennia voordat het moderne Duitsland gevormd werd. In die constellatie is Krakau net zo vertrouwd als Hildesheim, de plaats in de buurt van Hannover waar Ursul vandaan komt. Hradschek zelf is van Tsjechische origine, en hij gaat regelmatig naar Berlijn om theatervoorstellingen te bezoeken. Zo lopen er vier lijnen naar ‘het vreemde’, waardoor Abel Hradschek al bij voorbaat verdacht lijkt te zijn.
Dialect
In Driessens vertaling komt het taalspel van Fontane niet zo goed naar voren als in het Duitse origineel. Elk personage spreekt in een herkenbaar dialect of met een typisch accent, maar in dit boekje zijn de accenten en dialecten min of meer gelijkgetrokken. Heel erg is dat niet, want Onder de perenboom blijft onderhoudend vanwege zijn vaart en de aangename plot. Veel heeft de roman niet om het lijf, maar toch wil je weten hoe die arme Szulski aan zijn einde is gekomen. Dat maakt Onder de perenboom tot een fijne novelle.
Onder de perenboom
Schrijver: Theodor Fontane (vert. Martin Michael Driesen)Uitgever: Wereldbibliotheek
Prijs: €17,99
Bladzijden: 175
ISBN: 9789028426924
Misschien ook iets voor u
Zinderende tweeslachtigheid
Verdi’s La Forza del Destino voelt aan als twee opera’s die met elkaar zijn versneden: een persoonlijke familietragedie en een uitbundig groepsspektakel. Dit gegeven lijkt onhandig, maar het geeft regisseur Christoph Loy juist de mogelijkheid om meerdere registers te bespelen.
Dat La Forza voor velen niet de status heeft van andere Verdi-opera’s als La Traviata of Aida, is misschien te wijten aan een wat onbeholpen verhaal, dat in meerdere beschouwingen het mikpunt van spot is. Het neemt niet weg dat Verdi’s muziek ook in dit werk afwisselend beeldschoon en heerlijk opruiend is. Christoph Loy maakt er bij De Nationale Opera een voorstelling met twee gezichten van: enerzijds een Shakespeareaanse en ingetogen tragedie, anderszijds een liederlijke kritiek op roekeloze strijdlust.
Stom toeval en de eeuwige zondebok
De opera vertelt de liefdesgeschiedenis van Leonora (Eva Maria Westbroek) en Don Alvaro (Roberto Aronica). Laatstgenoemde is de zoon van een Inca-prinses en als halfbloedje niet voor Leonora geschikt. Als Alvaro Leonora probeert te schaken, wordt het koppel gesnapt door Leonora’s vader, de markies van Calatreva (James Creswell). Alvaro wil zijn goede bedoelingen tonen door zijn wapen op de grond te gooien, maar het rotding gaat per ongeluk af en doodt de markies. In zijn laatste adem vervloekt hij zijn dochter. Los van elkaar vluchten de geliefden weg, op de hielen gezeten door Leonora’s wraakzuchtige broer Carlos (Franco Vassallo). Wat volgt is een spel van valse identiteiten, toevallige ontmoetingen en noodlottige misverstanden. Vooral Alvaro heeft het zwaar te verduren: ondanks al zijn bedoelingen zal hij altijd ‘de buitenlander’ blijven.
Oorlogsopportunisme
Dit alles tegen de achtergrond van een ophanden zijnde veldslag tegen Duitsland. Waar de lotgevallen van Alvaro en de familie Calatreva overzichtelijk en sober zijn, overheersen chaos en carnavaleske oorlogsretoriek de groepsscènes. Verdi schreef deze strijdliederen wellicht zonder ironie (het werd geschreven op het hoogtepunt van de Risorgimento, de Italiaanse eenmaking), bij Loy heeft deze oproep tot strijd meer weg van een biercantus met soldaten, dames van lichte zeden en de plaatselijke geestelijkheid, allen opgehitst door ronselaarster Preziosilla (Veronica Simeoni). Eerder dan als commentaar op de andere gebeurtenissen voelen deze scènes als een apart werk, een verkenning over wanneer oorlog verandert van jongensachtig haantjesgedrag in bittere ellende.
Verdi in al zijn facetten
De belangrijkste mannenstemmen zijn aan elkaar gewaagd. Vooral Vassallo overtuigt als verwende, met zijn jojo spelende corpsbal die niet per se slecht is, maar doof voor de andere kant van het verhaal. Eva Maria Westbroek speelt haar rol vrij ingetogen, waardoor het onwaarschijnlijke verhaal toch een juiste dramatiek krijgt. De hoogste lof echter verdienen Nederlands Philharmonisch Orkest, onder leiding van Michele Mariotti, en het Koor van de Nederlandse Opera, onder leiding van Ching-Lien Wu. Vanaf de eerste onheilspellende tonen – het noodlot staat voor de deur – speelt het orkest feilloos en uiterst dynamisch. Het koor blinkt uit in de zachte passages waarin ze voorbijtrekkende monniken spelen en een zijdezacht tegenwicht bieden tegen de turbulente partijen van de solisten.
Waar in een mindere regie de tweeslachtigheid van La Forza del Destino de spanningsboog zou dwarsbomen, benadrukt Loy juist de veelzijdigheid van Verdi. De voorstelling zindert vanaf de filmische overture, een montage uit verschillende jeugdscènes, tot aan het verstilde en spirituele slot.
De Nationale Opera – La Forza del Destino
Regie: Christoph LoyArtiest: De Naionale Opera
Gezien op woensdag 13 september 2017 in Nationale Opera en Ballet, Amsterdam
Nog te zien tot zondag 01 oktober 2017
Misschien ook iets voor u
“Prozac Palace” steekt de draak met links en rechts.
Hamburgeretende hotelgasten of Dostojevski-lezende yuppen: niemand blijft gespaard in Prozac Palace, een ironische blik op de kloof tussen hoge en lage cultuur.
Ivoren toren
“Hoe kunnen we met elkaar samenleven als we vastklampen aan onze vooroordelen en elkaar blijven ridiculiseren?” Met deze vraag ruilde het Pijpcollectief (HKU-alumni Lisanne van Aert, Lotte Lola Vermeer en Wessel de Vries) Amsterdam een paar dagen in voor Almelo. Preston Palace, om precies te zijn: een all-in hotel en uitgaanscentrum, compleet met botsauto’s, karaokeavonden en een subtropisch zwemparadijs. Als het Pijpcollectief de gasten voor ons beschrijft, is het even zoeken naar hun insteek. Zijn ze zich bewust van hun neerbuigende houding? Wordt dit een avondje waarin wij, links theaterpubliek in het hart van de Randstad, schaamteloos lachen om de oppervlakkigheid en truttigheid buiten onze bubbel? Of wordt er een spelletje met ons gespeeld?
Dat laatste natuurlijk. De links-elitaire houding van van Aert en Vermeer wordt zo uitvergroot, dat het een commentaar wordt op de ivoren toren waarin zij (en wij) de gasten van Preston Palace bekijken. Wessel de Vries – vermoedelijk undercover in knuffelberenpak – kiest ervoor om Preston Palace echt te begrijpen. Waar Van Aert en Vermeer niet kunnen wachten om terug te gaan naar Amsterdam, besluit hij te blijven en het contact met hen te verbreken.
Waar is Wessel de Vries?
De afwezigheid van De Vries en het andere perspectief waar hij voor staat is een gemis in deze voorstelling. Prozac Palace maakt een boog van spot naar zelfreflectie. Dat laatste wordt sterk vormgegeven in het slotbeeld: een bonkende dancetrack waarin verschillende iconen van de grachtengordel – van Jort Kelder tot de Groene Amsterdammer – de revue passeren. We kunnen niet uit onze filterbubbel kruipen, zo lijkt het Pijpcollectief te suggereren. Het enige wat dan rest is een ironische blik op ons eigen elitarisme. Zelfspot is echter iets waar links doorgaans niet zo veel problemen mee heeft; zie eerdergenoemde Jort Kelder. De andere kant begrijpen, zoals de Vries probeert te doen, is een stuk lastiger. Door dit niet te doen verliest Prozac Palace aan nuance. Het slaagt er prima in om het onbegrip tussen ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur te belichten, maar had nog een stap verder kunnen gaan.
Het Pijpcollectief - Prozac Palace
Artiest: Het PijpcollectiefGezien op zondag 10 september 2017 in Amsterdam Fringe Festival, Amsterdam
Misschien ook iets voor u